EENDAAGSCHE UITSTAPJES
NAAR URK
EEN DAG AFWISSELEND GENOT
Per trein door Noord-FIolland
Een interessante boottocht
Een paar uur onder de Wijdbroeken
HAARLEM'S DAGBLAD
ZATERDAG 14 JULI 1928
DERDE BLAD
;~33B32BV9nKSra
NOG EEN STUKJE OUD.URK.
DE VISSCHERSSCHEPEN VAREN DE HAVEN BINNEN. Zondag»
i» het rusten.
JÖjn wij gewoon geraakt, maar als men
met buitenlanders reist hoort men vaak
uitroepen van bewondering. Eerst als een
vreemdeling iets van ons prijst, gaan
onze oogen voor het mooie dat wij bezit
ten open
In Enkhuizen.
Veel tijd om in Enkhuizen te wande
len hebben wij niet. Een goed half uur
na aankomst vertrekt de boot immers al.
Het station is nabij de haven. De
groote veerbooten EnkhuizenStavoren
varen tot aan het perron, zoodat de rei
zigers in een minuut uit de trein op de
boot zitten. Maar nu gaan wij niet naar
het stadje van het legendarische vrouw
tje. Daarom moeten wij verder wandelen.
De boot naar Urk ligt even verder naar
den havenmond, waar wij in 6 minuten
zijn. Voor wij evenwel de ophaalbrug
naast de Drommedaris over gaan, gunnen
wij ons even tijd om dit mooie monument
van oude bouwkunst te genieten. Wie de
Drommedaris gezien heeft, heeft ook
Enkhuizen gezien! In de onmiddellijke
nabijheid zijn ook nog eenige smalle
straatjes met vervallen oude huisjes.
Voor een schilder om te watertanden!
Bij den havenmond ligt de „Jhr. van
Geusau of de „Insula" al voor het ver
trek gereed.
De boottocht.
In de aankondigingen staat, dat er „sa-
lon'"booten varen. Dat is wel een beetje
pronkerig gezegd! De salon is een ge
wone kajuit alleen aanlokkelijk om te
gen regen of koude beschutting te zoe
ken. Het heerlijke van de zeereis is bo
vendien om aan het dek te vertoeven; de
zonnetent weert de felle zonnestralen,
maar laat de frissche zeewind vrij spel.
Voor gemakkelijke zitjes aan boord Is ge
zorgd, vooral op het promenadedek van
de „Insula" is het de 13 '4 uur dat de
tocht duurt, best om uit te houden.
Maar wij raden niemand san om
tweede klasse te nemen. Een enkele reis
2de plasse kost wel slechts f 0 75 tegen
een f 1.25 eerste klasse, doch dan moet
men een plaatsje zoeken tusschen de
vrachtgoederen en daaronder zijn veel
vischmanden. Een Urker vindt dat geen
bezwaar, maar hoewel de Haarlemmers
tegen een lekker gebakken Zuiderzee -
botje geen bezwaar hebben, dulden zij
geen rauwe visch in de onmiddellijke na.
bijheid.
Als het mooi weer is heeft de boot dik
wijls veel passagiers. Dagjes-menschen
die Urk gaan „ontdekken". Zelfs voor een
flinke schare schoolkinderen is plaats ge
noeg aan boord. De boottocht schenkt
een dubbel genot. Eerst het zeereisje zelf.
Maar voor wie een beetje oog heeft voor
den vroolijken kant van het leven, is dat
slechts bijzaak. Men raakt namelijk niet
uitgestudeerd met het gadeslaan van de
bemanning.
Allen en alles is Urksch. Van den ka
pitein tot het stokers-jongmaatje draagt
den wijden broek en spreekt "t eigenaar
dige taaltje, dat al heel weinig aan zuiver
Nederlandsch doet denken. Als wij den
praatgrage Urker mogen gelooven, dan
stammen zijn voorouders van de Hugc-
nooten af. Een feit is, dat er nog veel
Pransch-klinkende namen op Urk gevon
den worden. Bovendien zijn meer dan 3,4
van de eiland-bewoners donker van haar
wat van den doorsnee-Hollander niet ge
zegd kan worden.
Alles gaat aan boord heel gemoedelijk
toe. „Kappie" loopt met zijn klompen op
ht dek te klotsen en gaat al gauw, als
de boot eenmaal het ruime sop gekozen
heeft, naar den machinist om te vragen:
..hoe het met de koffie staat?"
Hij mompelde aan mij iets waaruit ik
opmaakte, dat een Urker zonder kopje
koffie en pijp tabak niet leven kan. Een
groot gedeelte van de lading die naar het
eiland vervoerd werd bestond dan ook
de opschriften op de pakken wezen het
aan! uit koffie en tabak!
Het koffie zetten en koffiedrinken is
net evenement tijdens de zeereis. Bij de
toestanden wel wat verbeterdMaar het
moderne doet het in deze omgeving niet
zoo goed. het valt uit den toon. De
vreemdelingen dwalen dan ook het liefst
tusschen de armoedige buurtjes. Daar
bloeit het onvervalsclite Urker leven!
Twee uur ligt de boot ïn de haven
stil. Voldoende tijd om eenige keeren
het eiland op en neer te loopen. Ook een
kijkje bU den vuurtoren en de andere
havenwerken is interessant. Voor een
sigaar laat eiken visscherman zijn boot-
Je zien. Geeft hem er dan nog een bij
en hfj vergast u op avontuurlijke ver
halen. Want niet altijd is het zoo rus
tig op kUr. Als de storm loeit, zijn er
vaak visschers in gevaar. Dan gaat de
stoere Urker naar de haven, om te sta
ren in de duisternis of een medemensch
hulp noodig heeft. Ook ln ijstijd wordt
het leven van den visscherman vaak be
dreigt. In het, café aan de haven hangt
een groot schilderstuk als een dankbare
hulde aan de Urkers. die met eigen le
vensgevaar schipbreukelingen over de
ysschotsen redden 1
Urk heeft eenige hotels of caf<?s dte
uitstekend geschikt zijn voor het ge
bruiken van een lunch. Voor niet veel
geld eet men daar heel smakelijk. Het
Urker meisje dat in mijn hotel voor
kellner speelde, liet mij voor twee
broodjes met twee gebakken eieren en
een kopje koffie slechts een gulden be
talen.
Maar in die hotels zal men niets zeg
gen als de dagjemsenschen zelfs een bo
terham medebrengen en alleen koffie
of melk bestellen.
JIOE DE VISSCHERS WONEN.
Op Urk.
Als de boot aankomt loopt half Urk
naar den steiger. Jong en oud wil het
evenment van den dag mee genieten!
Te verklaren is het wel, want het leven
van den eilander gaat meestal langs de
bekende lijntjes van geleidelykheid. De
En dan is nog
de helft laagland, waar alleen de koeien
grazen en moeder-de-vrouw de wasch
bleekt. De oude historie-boeken vertel
len, dat Urk vroeger grooter is geweest.
Reeds m dc 10e eeuw was het eiland be
kend. In 1331 behoorde het eiland aan
het graafschap Kuinre. in welke dagen
Hendrick „de Kraanvogel" in zijn burcht
Ter inleiding.
HET is ongetwijfeld waar, „dat
hij die verre reizen doet,
ook veel verhalen kan". Maar
niet elk heeft de gelegenheid en de
lust om ver van huis te trekken. Boven
dien óók ons eigen land is mooi! Met
eenig overleg is zelfs bij het maken van
ééndaagsche uitstapjes veel te genieten.
Wij hebben ons voorgesteld, nu de va-
canties in aantocht zijn, een serie ar
tikelen te plaatsen om voor de lezers als
handleiding te dienen by het onderne
men van zulke dagreizen. Daaruit zal
dan blijken, dat het niet neodig is om
dicht by huis te blijven. Integendeel, wij
trekken een enkelen keer zelfs door.
drie provincies
Onze eerste reis gaat naar Urk, het
nu nog zoo eigenaardige Zuiderzee-
eiland, in de toekomst een der centra
van de Twaalfde Provincie van Neder
land.
De treinreis.
Wil men zich een dag volop vermaken,
dan is het vroeg reveille. Om tien minu
ten over half acht moeten de reizigers
aan het loket van het station staan om
een enkele reis Enkhuizen via Alkmaar
tevragen. (Derde klasse is dat f 2,10,
2e klasse f 2.90). De trein die 7.49 vertrekt
geeft aansluiting op de boot Enkhuizen-
Urk. Zonder overstappen moet men
dwars door Noord-Holland naar de Zui
derzeekust.
Slechts eenige voorname stations wor
den door onzen sneltrein aangedaan. De
bewoners van die dorpjes „die wij links
laten liggen" moeten dus als zy ook naar
Urk willen, een vroegeren trein nemen.
Dan boemelen zy wel, maar dat moeten
zU voor lief nemen. Een lateren trein gaat
niet, want die komt pas in Enkhuizen
als wij al op de zee dobberen.
Om 9.26 wordt de stad van de Drom
medaris bereikt, t Was een mooie tocht
per trein, vooral in de stTeek waar de
nijvere landman druk aan den gang is om
zijn uitgestrekte velden kool te verzor
gen, is het de moeite waard om door de
raampjes naar buiten te kijken.
Heel Noord-Holland door zyn de fris
sche groene weilanden met mooi zwart
wit melkvee te bewonderen. Daaraan
Hoe schilderachtig Urk zich boven de zee verheft
koelkast van de stoommachine staat een
fornuisje. De machinist gaat het vuur
aanleggen. Maar hy doet dat op een
zeer ongewone manier. Met een schop ge
wapend trekt hij naar de machinekamer.
Onder den stoomketel is vuur genoeg.
Eenige oogenblikken later kondigen rook
wolken aan, dat de machinist met eenige
klompen brandende steenkolen aan dek
komt, om die zoo gauw mogelijk in het
fornuis te gooien. Zie zoo, de kachel
brandt!.
In een groote geëmailleerde kan wordt
de gemalen koffie gegooid, waarna het
inmiddels kokende water wordt by ge
schonken. „Kappie" komt reeds genie
tend van de heerlijke lucht een stapje
dichterbij! De kommen worden klaar ge
zet en eenige minuten later zit de geheele
gemeente eendrachtelyk op de hurken
byeen om van het heerlijke product van
overzeesche gewesten te genieten.
De passagiers konden toekyken.
In die rustpoos werd meteen de politiek
besproken. Het begon bij den raad van
Urk, sloeg over op de heeren in den
Haag en liep daarna over de vraag, wat
er van de Urkers moet worden, als Urk
over jaren geen eiland meer is.
Maar „Kappie" merkte op: dat droog
leggen van de Zuiderzee gaat langzaam,
voorloopig blyven wy nog maar varen
En toen schonk hy zich nog maar
eens in!
Kwart voor twee gaat de fluit van de
stoomboot. Dan wordt de loopplank
binnen gehaald en wie niet aan boord
is moet wachten tot den volgenden
dag. Want er gaat slechte óén boot per
dag.
Als de achtcrbiyvcr toch nog weg wil
zou hy de reis over Kampen kunnen ne
men. Eiken dag vaart er ook een boot
op Kampen. Die gaat *5 middags om
half drie weer terug naar Kampen.
Weer is het byna twee uur heerlijk
EEN URKER OP Z'N ZONDAGS.
De zilveren knoopen
maken hem trotsch!
Maar ev enlieten wy de Urkers met
rust om te genieten van de omgeving. Op
den achtergrond den verdwynenden ho
rizon met Enkhuizen, beheerscht door
den Drommedaris en eenige kerktorens.
Rondom ons de zacht golvende zee, door
de zon overgoten met stroomen van le
vend en lichtend goud. 't Was druk mot
de visschery. Op een moment waren wy
omgeven door 38 visschersbootjes, die
hun netten hadden uitgeworpen,
Daar doemde Urk al op. Eerst een heu
vel in zee. al grooter wordend. Totdat de
witte vuurtoren zich afteekent, later de
kerktorens en de meestal roode daken
der huizen.
Kwart voor 12 meerde de stoomboot
aan den steiger.
Urker kindertjes worden er geboren, als
zy *n paar jaar zyn loopen zy al rond in
een miniatuurpakje van vader en moe
der. Dan naar school. Van school naar
de visschery of naar een baas als het
jongens zyn. Naar de stad gaan dienen
als het meisjes zyn. „De waereld in!"
zeggen vader en moeder. Maar een Ur
ker jongen vrijt met een Urker meisje.
Geen vreemde eenden in de byt. Als het
dan trouwen wordt, gaat het jonge paar
in een van de vele kleine huisjes op
Urk. zy zien niets meer dan Urk en
de Urkers, steeds dezelfde Urkers. Er
komen kindertjes, die steken zy op hun
beurt weer in een miniatuurtje van hun
eigen nationale costuum.
BUURPRAATJE AAN DE WATER*
PUT! De typische kleederdracht der
vrouwen.
Zoo gaat het van geslacht op geslacht...
Daarom is het te begrijpen dat de Ur
kers naar de haven trekken als de boot,
het communicatiemiddel, voor velen wel
licht het zinnebeeld van het vaste land.
In aantocht is. Dan loopt de dikke ha
venmeester een nazaat van den be
kenden burgemeester Dikkerdak uit de
Camera! heel gewichtig rond. Het
ronde buikje schudt by zyn dribbelpasjes
zyn wangen kleuren nog rooder en het
smalle mutsje danst hem byna van het
hoofd. De eenige veldwachter die Urk
heeft inspecteert de aangekomen reizi
gers. Zoekt hy ongewenschte elementen?
Aan zyn strengen blik zou men het zeg
gen. Maar de man der wet behoeft zich
niet te haasten. Als een deugniet het zou
wagen naar Urk te komen, dan zit hy
gevangen als een muis in de val. Zwem
men naar land gaat alleen voor een
kampioen-langen-afstand-zwemmer. De
veldwachter kan hem 2 uur achterna
zitten, want de volgende boot vertrekt
niet eerder!
Maar behalve de havenmeester en de
veldwachter komen byna alle Urkers die
niet varen. De vrouwen laten er zelfs het
kommetje koffie voor koud worden!
De vreemdelingen worden vooral ver
welkomd door een schare kinderen. Die
zyn evenwel alleen tevreden als zij
prentbriefkaarten, chocolade of iets der-
gelyks kunnen verkoopen.
Als dc Engelschman o? Amerikaan
met een foto-toestel voor den dag komt,
hebben de jonge Urkers geen bezwaar
om te poseeren, maar voor wat hoort
wat. De portemonnaie moet voor den dag
komen!
Urk Is niet groot Als wy den land
meter mogen gelooven is de geheele op
pervlakte 80 HA.
KIJKJE IN DE HAVEN. De visschers maken zich gereed om uit te zeilen.
aan de Zuiderzee heersdhte. Twee
eeuwen later waren de burgemees teren
van Amsterdam Ambachts-heeren van
Urk. Op de Ned. Herv. Kerk staat boven
den ingang nog een gedachtenissteen,
dat deze Ambachtsheeren de kerk heb
ben herbouwd.
Visschers moeten in het eind van de
18e eeuw by laag water nog op eenigen
afstand van het eiland de fundamen
ten gezien hebben van een vroegere
kerk. In 1772 vond een visscher in zyn
net een zilveren kandelaar van die kerk
afkomstig. De Urker neemt dit als be
wijzen aan, dat zijn eiland vroeger veel
grooter is geweest. Dat gedeelte van de
Zuiderzee om Urk wordt nu nog het
„kerkhof genoemd. Een feit is, dat in
1770 by de bekende stormvloed, een
groot stuk van het eiland weggeslagen is.
Nu is Urk van stevige dyken voorzien,
zoodat de watergolf nu niet veel kans
meer heeft.
Urk telt thans ongeveer 3200 inwo
ners. die onder burgemeester A. Grave-
stein (ons oud-Haarlem's gemeente
raadslid) een rustig leven leiden.
De geheele bevolking bestaat van de
visschery en wat daarmee samenhangt:
vischrooken, visch zouten, netten breien
zeilmaken. schecpstimmeren, enz. Urk
heeft zyn eigen ysfabriek, bovendien
is er een groote yskelder om 's winters
ys uit de zee op te slaan.
Landbouw is er al heel weinig. Alles
moet van het vaste land worden aange
voerd. Voor eigen melk en boter zorgen
70 koeien, die op het laagland grazen.
De Urkers wonen meest in kleine
huisjes. Van eenige buurtjes geven wU
een afbeelding. Schilderachtige plekjes,
maar op het vasteland stelt men hoo-
gere hygiënische eischen aan de wonin
gen.
Veel huiswerk heeft de Urker vrouw
niet te doen, want meestal is er in huis
niet veel meer dan het noodzakelyke te
vinden. De mooie pronkkamer van de
Marker wordt gemist!
In den laatsten tijd zyn de woning
varen over de Zuiderzee. BQ aankomst
te Enkhulzen staat de trein van 15.58
klaar, die maakt dat U 17.35. dus even
half zes. weer ln Haarlem bent. Na een
dag heeriyk. volop genoten te hebben.
Inderdaad wy kunnen dit Eéndaags-
uitstapje sterk aanbevelen. Het zal nie
mand berouwen, maar het is gera
den een mooien zomersclien dag uit te
zoeken.
Eerst dan wordt het meeste genot go-
smaakt!
C. J. T.
De kotten van dit ééndaagsche
uitstapje zijn:
EENVOUDIG OPGEVAT»
Tweemaal treinreis 3e klasse 4-20
Tweemaal bootreis 2e klasse 1.50
Vertering in Urk voor het nutti
gen van do medegenomen
boterhammen 0.20
Totaal 5.90
IETS BETER:
Als voorgaand maar bootreis
le klasse f 1 meer dus totaal 6.90
NOG BETER:
Tweemaal treinreis 2e klasse 5.80
Tweemaal bootreis 1c klasse 2.50
Koffiedrinken op Urk1.—
Totaal 9.30