BOKSEN OP DE OLYMPISCHE SPELEN
UIT DE PERS.
HAARLEM'S DAGBLAD WOENSDAG 18 JULI 1928
SPORT EN SPEL.
Holland bokste het eerst op het vaste
land. De Hollander heeft aanleg voor
boksen. Maar onderricht en voorbeeld
ontbreken. Geen groote verwachtingen
van onzen ploeg. Mogelijk sluit men
drie der beste athleten uit, omdat ze
„stout" zijn.
KRACHTSPORT.
MENSCHEN IN
TRAINING.
HAARLEMSCHE GEWICHT-
HEFFERS TER OLYMPIADE.
Lang voor tal van andere volken
boksten, welker vertegenwoordigers
thans wellicht de onze zullen overwin
nen, voerde hier Henry J. J. Placke het
boksen in. Dat was in 1897. Men moet
Placke niet beoordeelen naar zijn wed-
strijdwerk. Hij leed aan tooneelkoorts.
Wie hem in den oefenring heeft gezien
en ook beroemde zwaargewichten heeft
gekend, betreurt dat de zenuwen dien
moedigen reus zoo parten speelden.
Placke's boksen was elementair, maar
gevestigd op goede beginselen. In 1902
reeds werd voor de eerste maal om
het kampioenschap van Nederland voor
amateurs gebokst. In 1911 werd de N.
B. B. opgericht. Men ziet dus, dat in
alles ons land er vroeg by was.
Ook zyn invloedrijke en belangrijke
Nederlanders voorstanders van het bok
sen. Op voorstel van Inspecteur Graaf
land kwam het onder Minister Oort van
der Linden in 1918 als een der ver-
eischten op het examen-programma
middelbaar onderwijs, gymnastiek. Ma
rine en Leger hadden de sport reeds
in 1915 ingevoerd. Minister Kan bokste
al in 1913.
In zyn rede in het Amsterdamsch
Lyceum verraste de groote Nederlander
en Engelsch edelman Sir Henry Deter
ding zyn gehoor door boksen te prijzen
en sterk aan ons volk aan te bevelen. Dr.
Nieuwenhuis de eminente rector van
de Academie voor Lichamelijke Opvoe
ding te Amsterdam, hecht zeer groote
waarde aan het boksen.
Maar met dat al wordt boksen hier nog
schaars beoefend.
Dit is m.L vooral te wüten aan de
slechte leiding, die het by de oprichting
van den N. B B. vastgestelde plan om
goed onderlegde leerkrachten te ver-
krügen, niet heeft doorgevoeld en de
wedstryden niet op peil heeft weten te
houden. Hier vergete men niet, dat onze
steden klein zyn en ons volk zuinig is,
zoodat kostbare wedstryden hier niet
betaald kunnen worden.
Het gemis aan het voorbeeld van
goede boksers met styd en het wel zeer
primitieve, deels nog averechtsche on-
derwys, hebben niet alleen de verbrei
ding van het boksen belemmerd (het
laatste vooral door zyn ruwheid), doch
lieten onze athleten zonder goede tech
niek, wat te meer jammer is, daar men
in ons land in alle gewichten tal van
lichamen ziet, die als geschapen zyn
voor boksen. Ook nog in het zwaarmid-
den- en zwaar gewicht, waarin andere
volken meestal óf te licht, óf te plomp
gebouwd zyn, handhaaft zich de phy-
Bieke aanleg voor boksen.
Ik leerde in ons land tal van men-
Bchen van 90 tot 100 K.G. kennen, die
„the makings of a champion" hadden.
Daarby is de Hollander doorgaans een
goede vechter. Apropos een goede bok
ser is hy niet. Hij wordt te gauw boos en
gaat tot vechten over. Juist hierom, om
eelfbeheersching te leeren, om een kleine
tegenvaller, een onbeduidend, maar ont
moedigend of Irriteerend tikje te leeren
verdragen en niet zwaar op te nemen, is
boksen zoo noodig voor ons wat moei-
jyk karakter.
Het is dan ook een schande, dat een
volk met zooveel aanleg voor boksen en
dat reeds meer dan dertig jaren het
spel beoefent, met poovere kans op de
IXe Olympiade zal uitkomen.
Met zoo poovere kans. Wie onze ath
leten dit jaar heeft zien werken, zal te
leurgesteld zijn geweest in tempo, tac
tiek en techniek. De moed was er. Ook
de sportiviteit, want al kwamen zelfs
op onze nationale kampioenschappen
vaak overtredingen voor. zy geschiedde
zóó duideiyk, dat ik ze eer aan geregeld
boksen onder slappe leiding, daar aange-
pieenheid toeschrijf.
Men werkte te langzaam. Nu ja, ver
moeiend genoeg, voor wie goen wedstrijd
bokser is, doch de besten onder de
Olympische mededingers zullen een snel
leren stoot bezitten. Ook zullen hun
slooten elkaar sneller opvolgen. Om het
verschil te kenmerken, onze menschen
werken als 'n yverig trampaard, altijd
in actie, maar nooit snel. De ideale bok
ser daarentegen doet aan den tyger den
ken. rusten en plots springen. De taktiek
laat veel te wenschen over.
Dóór de veel te kleine boksringen, de
eischen der toeschouwers, van wie niet
één op de tien bokst en de slechte tech
niek is by de beroepslui het kunstmati
ge en mocliyke boksen op langen af
stand vervangen door het. veel natuur-
lyker iyf aan lijf werk. Maar de eer
ste klasse Amerikanen zyn nog best op
langen afstand. In menig land apen de
amateurs de beroepsboksers na. Het
amateurisme is immers voor velen
slecfhts het doorgangshuls voor profes
sionalisme. In Holland, waai- amateurs
cn beroepsatlileten op denzelfden
avord. dus voor hetzelfe publiek wer
ken, verviel alle verschil. Maar het blijft
een groote, een hopelooze fout, wanneer
een bokser van hooge gestalte met lange
armen tegen een kortoren tegenstander
het lUf aan lüfwerk zoekt. De man met
de revolver schiet den man met het
mes toch neer vóór hü zelf getroffen
wordt; hy gaat toch niet schot tegen
messteek wisselen.
Togen een minderen tegenstander kan
een bokser, ondanks zoo'n domheid nog
wel winnen, zy het ten koste van de
klappen, die hy niet had behoeven te
ontvangen. Een kortoren, kundigen te
genstander biedt men op deze wijze de
overwinning aan.
De teohniek is onvoldoende. Wanneer
onze boksers een rechten stoot (straight
hit) toebrengen, dan geschiedt dit ken
nel yk om de Jury een genoegen te doen
en zonder eerng vertrouwen in dit voor
naamste wapen van den bokser. En
daar zU hem zoo slecht geven, mislukt
hy. De tegenstander met den ronden
aanval wordt niet teruggeworpen, maar
breekt door het slappe ding heen en
geeft er een harden klap voor in de
plaats. Dan mept de man die in styi zou
boksen, maar weer rond terug.
Ik zag zelfs menigeen onzer interna
tionale boksers afweren met den linker,
en s too ten met den rechter, dus op zyn
oud-Grieksch. Sommigen hielden zelfs
familiaar links vast.
Maar hoe men ook aanvalt, rond of
recht, de stoot moet hard zijn. Heel
het lichaam, opgestuwd door het ach
terste been, moet er achter zitten en
het moet een stoot zijn. Geen duw. Le
Coup sec noemen de Franschen dat.
Doordat het been in het geheel niet en
de romp maar half meewerkt, stooten
onze boksers te zacht. Men begrijpe mij
wei! Het is niet aangenaam zoo'n op
stopper te ontvangen, maar- met zulke
lichamen en op hun leeftijd kan men
heel harder stooten. Alleen de opstoot
(uppercut) geven onze athleten goed.
daar zit hun lichaam achter. Bij her
werken, dat ik zag, was men slordig me:
de handen, sloeg vaak met open hand,
zij- of binnenkant. Onze rechters letten
daar blijkbaar niet streng op, maar
mogelyk doen de buitenlandsche dit wel
want aan het stooten met open hand en
lossen duim, die dan het cog kan raken,
schrijft men de ongelukken aan de
oogen toe, waarvan men vroeger nooit
hoorde.
Te betreuren is voorts, dat Nederland
waarsohynlyk vrywat goede krachten
zal moeten misken, eenigen omdat zij
geen vrij kunnln krijgen terwyl ande
ren om disciplinaire redenen voorby-
gegaan zullen worden.
Gunstige factoren zyn de volgende:
Onze ploeg bokst in het eigen land.
heeft dus de zaal mee.
Naar men zegt, is het gebouw een
broeikas. Onze boksers zijn bedompte
boksgelegenheden gewend, de meeste
vreemden zeker niet.
De ring zal wel klein zijn. Nog in het
kampioenschap van Nederland van dit.
Jaar was de ring onder de minimum-
maat.
De kleine ring Is in het nadeel van
den stijlbokser.
De korte duur. Men bokst namelijk
slechts drie ronden van drie minuten de
vierde minuut van de laatste is er af
De goed geschoolde bokser heeft dus
weinig tyd om zich in te stellen op de
primitieven
Tenslotte is er kans. nu volken uitko
men, die pas boksen, dat naast de gToo
te mannen op boksgebied er leden in de
jury zullen plaats nemen, die zelf niet
verwend zijn door fyn spel.
De mededinging van zoovele, wat bok
sen betreft, „nieuwe" volken, daaronder
van volken, die toch neiging hebben ruw
te spelen, daarby de on,gelukkige om
standigheid, dat èn Engeland èn Frank-
ryk met zwakke ploegen uitkomen, drei
gen het peil van het boksen op onze
Olympiade te drukken. Dubbel jamimer,
omdat men in onze hoofdstad, die het
boksen verbiedt, voor ons volk, dat vol
gens Sir. Henry Deterding boksen zoo
zeer noodig heeft, zoo gaarne hoog
staand, edel spel had zien vertoonen.
Laat ons in élk geval hopen, dat de
Wereldbond, de F.I.B.A. een het N.O.C.
zooveel mogelyk zelf de leiding nemen.
OLYMPISCHE SPELEN.
AANVRAGEN VOOR ABONNEMENTEN
EN DAGKAARTEN.
Het N.O.C. verzoekt ons er nogmaals
op te wijzen, dat ter bevordering van
een snelle afdoening van aanvragen
voor abonnementen en dagkaarten, het
dringend gewenscht is om voor de ver
schillende sporten een afzonderlijk vel
papier te nemen.
Tevens zy er aan herinnerd dat aan
vragen voor abonnementen en dagkaar
ten vóór den 20sten Juli bij het Comité
1928. afdeeling plaatskaarten. Heeren
gracht 466, moeten zijn binnengekomen.
Op de aanvragen voor dagkaarten wordt
na den 20sten Juli beschikt.
DE FRANSCHE ATHLETIEK-PLOEG.
De Fransche deelnemers aan de
Olympische athletiekwedstrijden zyn:
100 M.: Moulon, Dufau, Berbonney en
Auvergne;
200 M.: Mourlon, Berbonney, Degrelle
en Malmaert;
400 M.: Feger, Krotoff, Jackson en
Dupont;
800 M. Sera, Martin, Feger, Keiler
en Baraton;
1500 M.: Ladoumegue. Sera, Martin,
Pele en Baraton;
5000 M.: Pele, Ladoumegeu, Beddari
en Duquesne;
10.000 M. Beddari, Marchal en
Lauvaux.
3000 M. veldloop: Dartigues en
Duquesne:
Marathon: El Ouaffi, Gérault, Guil-
laume. Tell en Denis;
110 M. hindernis: Sempe. Marchanó.
Viel;
400 M. hindernis: Viel, AdeThelm. Ro
bert;
Hoogspringen: Menard, Lewden.
Cherrier;
Verspringen: Flouret, Alzieu, Perche
Ramadier. Vauthier, Vintousky;
Gewichtheffen: Duhour, Paoli.
Discus: Noel, Paoli, Javelot, Degland.
en
4 x 100 M. estafette: Mourlon. Dufau.
Berbonney. Auvergne. Degrelle, Fischer:
4 x 400 M.: Feger. Krottoff, Jackson
Dupont, Voljung. Sera, Martin;
Hink-stap-sprong: Marteau.
Aan de Tienkamp zal Frankrijk niet
deelnemen.
DE WOLF.
„Even vriendelijk, en niet bewegen."
Haarlem» telt onder zijn inwoners
thans een tweetal krachtsportmenschen
die Nederland zullen vertegenwoordigen
op de Olympische Spelen in het num
mer Gewichtheffen. De heeren G. Schef-
fer en H. M. de Wolf. leden van de
Krachtsportvcreeniging ..Haarlem". Met
hen zal ter Olympiade uitkomen de heer
J. C. Tabak, een Beverwyksch ge wicht-
hef f er. Onder leiding van den trainer
den heer A. Segerius. een in Haarlem-
sche sportkringen welbekende figuur,
oefenen deze heeren dageiyks in café
Scheffer. Kleine Houtstraat.
Dinsdagmiddag zijn wij bij de trai
ning van de Haarlemsehe Olympiade
deelnemers eens gaan kijken. Wy" vonden
in het ruime achterlokaal van het café
den trainer en zijn leerlingen. Op den
grond lag de halter die meer heeft van
een onderstel van een spoorlorrle dan
van iets om in de vrye ruimte mee te
werken. Weegt u 'm eens op uw handen
zegt de optimistische trainer, maar wy
moeten eeriyk bekennen hem geen cen
timeter van den grond te hebben kun
nen lichten.
Dan komt de fotograaf. Even poseeren
Kan 't met den halter in de handen?
Geen bezwaar; of 't een wandelstok is
pakt de athleet de as met de schyven, en
het kost hem niet eens moeite om vrien-
delyk te kijken, als hij doodstil met die
paar honderd pond boven zyn hoofd
moet poseeren.
Dat is nog maar een voorproefje. Nu
komen de oefeningen nog. De drie ka
meraden hebben zich in tricots gesto
ken en witte linnen schoenen aan. Wat
een kerels. Niets dan spieren, maar toch
zyn zy niet bovenmate zwaar gebouwd
of van een overweldigenden indruk, geen
reuzen. Integendeel, De Wolf is heel
klein, hy weegt 108 pond. Zyn klas
se is eigenlyk „Bantamgewicht", hy is
daarin wereldrecordhouder tweehandig
..trekken" (73 1/2 K.G.) Daar de O. S.
echter geen nummer Bantamgewicht ken
nen, komt hy uit in de volgende klasse,
„Vedergewicht", waarin hy natuurlyk,
minder kans heeft. Toch is hy houder
van alle Nederlandsche records in die
klasse: drukken 75 K.G., trekken 77,9
K.G„ stooten 1001/2 K.G. De Wolf is 34
jaar.
C. G. TABAK.
Tabak is pas twintig. Hy komt uit in
de klasse Licht gewicht (volgende op
Vedergewicht) en verwierf op de Zon
dag te Den Haag gehouden selectiewed-
stryden den eersten prys in alle drie de
nummers lichtgewicht.
De grootste en zwaarst gebouwde is
wel Scheffer. die op de selectiewedstry-
den den len prys haalde met 190 K.G.
drukken (320 punten). Midden gewicht
A. Op zyn naam staan de Nederland
sche records trekken en drukken van zyn
klasse. Officieus, by de traning, heeft
hy het record stooten al geëvenaard.
Het te breken is slechts een kwestie van
tijd en oefening.
Scheffer en De Wolf zyn vroeger ook
als acrobaten opgetreden. Wat zy nu lie
ten zien was echter geen acrobatiek,
maar voornameiyk kracht en. dank
zy den trainer veel techniek. Want
daarop komt het, naast kracht, aan. Een
verkeerd geplaatste voet. een verkeerde
verdeeling van het gewicht over sterke
en zwakke punten, kan den krachttoer
doen mislukken.
De athleten demonstreerden de drie
oefeningen, waarvoor getraind wordt.
Eerst het tweehandig „drukken", waarbij
vooral kracht een rol speelt. De Wolf hief
155 pond. Tabak 170, Scheffer 205 pond.
De halter wordt na tot borsthoogte te
zyn opgeheven langzaam omhoog ge
drukt.
Het „trekken" gaat vlugger, gedeelte-
lijk in ultvalstand.
De Wolf bracht het hierby tot 145
pond. Tabak tot 170 en Scheffer tot de
100 Kilo.
Zwaarder nog werd de halter gemaakt
voor de derde oefening het „stooten'. De
Wolf hief nu 210 pond, dat is byna
tweemaal zijn lichaamsgewicht, Tabak
230, en Scheffer 250.
Een mooi gezicht, alle spieren in het
lichaam zich te zien spannen tot het
uiterste, de zware halter dan te zien rij
zen boven het hoofd van den kracht-
mensoh, zoodat de arme gestrekt zyn.
Het lukte allemaal prachtig. De oefenin
gen worden altijd besloten met een dou
che-bad en massage.
Trainer Segerius toonde zich dan ook
heel tevreden. Zyn programma van rust
en oefeningen wordt goed gevolgd, en
vooral Scheffer maakt voor de Olym
piade een goede kans.
26 Juli eindigt de trainingsperiode, en
28 Juli zal de strijd gestreden worden
tusschen 22 a 23 landen. Zullen er Haar.
lemmer als kampioenen uit te voorschyn
treden?
G. SCHEFFER.
HONKBAL.
NEDERLAND—DETROIT 10—11.
Van het feit dat de Amerikaansche
kruiser Detroit te Amsterdam ligt, had
het bestuur van den Nederlandschen
Honkbalbond gebruik gemaakt om een
wedstryd te organiseeren tusschen een
Nederlandsch negental en een negen
tal uit de bemanning van het oorlogs
schip.
Door het wegens vacantie niet be
schikbaar zyn van sommige oudere
honkballers, was aan de jongeren een
nog al groote plaats in het negental
toebedeeld. Laten we maar meteen zeg
gen dat die jongeren uitstekend vol
daan hebben.
De slag-volgorde der Nederlandsche
spelers was: Veen (Z.R.C.), Blomvliet
(Ajax), Mr. Vrij (Quick), Drilling aan
voerder (Blauw Wit), Damman (Blauw
Wit), Harinck (Ajax) Vrugt en Smit
(Haarlem), Bakker (Ajax).
Vrugt stond op het derde honk en
Smit was korte stop en reserve-werper.
Drilling heeft echter den geheelen wed
stryd gebowld.
De wedstryd is van begin tot het
eind spannend geweest. Van een over
macht der Amerikanen was geen sprake.
Integendeel heeft Holland het grootste
deel van den wedstryd voorgestaan. De
overwinning werd pas in de laatste in
ning verkregen.
De inningscyfers zyn:
Nederland: 0, 0, 2. 0. 1, 3, 0, 2, 2 10
Detroit: 0. 0, 3, 2, 1, 0, 1, 1, 3 11
Bakker, hoewel achtervanger van
Ajax n heeft een uitstekende party
gespeeld. Datzelfde kan gezegd worden
van den Haarlemmer Smit, die even
goed op slag was als Zaterdag j.l. tegen
Concordia. Drie van de tien punten zijn
door hem gemaakt. Een van de drie
verkreeg hy door het slaan van een
home-run, iets wat in Holland tegen
over Amerikanen nog nooit was voorge
komen. Door het talryke publiek werd
ftlan
nenspi
saméhspel met Vrugt slaagde hij er bo
vendien in een Amerikaan uit te maken,
terwyi kort erna een prachtworp van
Smit deu achtervanger in staat stelde
een looper uit te tikken.
Vrugt voldeed in het slagperk veel
minder. De meeste keeren ging hy voor
drie slagen uit. Raakte hy den bal dan
ging deze fout of werd gevangen. Daar
tegenover staat dat hy een paar vang-
kansen uitstekend benut heeft.
Onder de overige spelers waren geen
uitblinkers meer en door hen, zoowel
als door de Amerikanen werden by
stoppen zoowel als by aangooien fouten
gemaakt.
LAWNTENNIS.
WEDSTRIJDEN TE NOORDWIJK.
Het jaariyksche tournooi te Noord-
wyk. aldus de N. R. Ct. eertyds het
eenlge internationale van beteekenis dat
In ons land gespeeld werd, handhaaft
nog wel den naam van internationaal,
doch de beteekenis is. zooals het met
vele tournoolen in dezen tyd van inter
land- en andere wedstryden gaat, be-
langryk minder geworden. De eenige
speler welke buitenlandsch relief geeft
aan deze wedstryden, die morgen be
ginnen, is de Franschman de Buzelet,
een jong speler, die in Wimbledon een
goed figuur maakte en het tot de vierde
ronde bracht. Hij speelt in het heeren
enkelspel en in het heerendubbelspel
met Timmer.
In het heeren-enkelspel komen voorts
uit. als sterkste spelers: Marinkelle. Wet-
selaar, Pennink. Eilers, van der Heide,
Jordaan, Alsbach e-a.
In het heerendubbelspel zien we als
combinaties, behalve dan Timmer-Buze-
ict. Castendyk en Pennink, Eilers en
Wetselaar. van der Helde en Alsbach.
In het dames-enkelspel is geen inter-
atlonale deelneming van beteekenis.
Mej. Rollin Couquerque. mej. Canters,
mej- Zoethout en nog enkele andere
speelsters komen hierin uit.
in het gemengd dubbelspel zien we als
nieuwe combinatie mej. Canters-I. van
der Heide.
WATERPOLO.
DE COMPETITIE.
Het programma voor deze week luidt:
Dames eerste klasse. Haarlem: Zignea-
R. D. Z. 19 Juni.
Tweede klasse: Amsterdam: H. D. Z.
II—Zignea II 17 Juli. Leiden: L. Z. C.
I—Thetis 20 Juli.
Heeren. Kampioenschap van Neder
land. Rotterdam: de MaasHet IJ. 18
Juli.
Eerste klasse. Amsterdam: D. J. K.
A. Z. 20 Juli.
Reserve eerste klasse. Leiden L. Z. C.
H—Het IJ II 19 Juli.
Tweede klasse. Hilligersberg: R. Z. C.
S. V. H. 21 Juli. Derde klasse. Haar
lem D. W. R.—Otter 18 Juli.
BILJARTEN
JUBILEUMWEDSTRIJDEN BIJ
„O. V. S."
Deze wedstryden, nederlaagkampen,
blijken een groote attractie voor kyk-
lustige biljartliefhebbers te bezitten.
Dinsdagavond werden zij weder voort
gezet. Thans was op bezoek het 1ste
team van de biljartvereeniging „Ka
stanjeboom" uit Heemstede. Het club
lokaal in de Lange Begy nestraat was
wederom flink bezet met spelers, sup
porters en belangstellenden, die met
spannende aandacht het verloop volg
den.
Voor de strijd een aanvang nam.
sprak de voorzitter van Onderlinge
Vriendschap, de leden van de B. V.
Kastanjeboom in het kort toe. Hij
wensehte him toe, dat zij zyn vereenl-
ging een eerste nederlaag mochten toe
brengen. Tot nog toe was dit aan geen
van de uitgenoodigden gelukt.
Daarna werd begonnen met de num
mers 2 van elk team. Ofschoon de partij
langen tyd gelijk op ging, wist de O. V.
S.-speler eindelijk voor te komen en te
wonnen met den stand 100 om 90.
Vervolgens traden twee invallers in
het strijdperk. Eerst leek het er naar
of zy aan elkaar gewaagd waren maar
ten slotte toonde de O.V.S.-'er zich toch
de sterkste en won met tamelijken voor
sprong, 100 om 72.
De volgende party was ze er ongelijk.
De thuisspeler was overwegend sterker,
liep meer en meer uit en won onbe-
dreigt met 100 om 47.
De beide kopspelers die nu in het kryt
traden, waren niet m vorm. Langen tyd
ging de stryd gelijk op. Ten slotte won
de O.V.S.'er met 100 om 79.
Tegen de verwachting in boekte O.V.S.
dezen avond een groote overwinning.
De stand was: „Kastanjeboom" 288,
„O. V. S.' 400 punten.
POSTDUIVEN.
„DE OOIEVAAR'*.
De uitslag van de wedvlucht van Lier
(138 K.M.) is: F. Krygsman le, 14e, 27e,
29e; C. van Meurs 2e, 19e; A. Selhorst
7e, 12e, 13e; J. Keijsper 4e, 5e, 11e,
14e, 17e; H. J. Petter 6e, 9e, 21e; van
Duffelen 8e; W. Steyi 10e, 15e, 18e; A.
v. d. Bosch 16e; v. d. Wereld 20e, 22e;
L. van Meurs 23e; H. M. Willemse 24e
v. d. Horst 25e; v. d. Eykhof 26e; Dier-
ma.ns 28e; J. Oudolf 30e.
Eerstgetoonde duif 10.22.19; laatste
10.42.03.
Bovengenoemde vereeniging houdt op
29 Juli as. een onderling concours op
Hal.
Voor deze vlucht zyn 23 prijzen be
schikbaar, welke in het spor thuis van
den heer v. Milligen, in de Gierstraat,
zyn geëtaleerd.
„DE SNELVLIEGER"
De uitslag van de wedvlucht Lier
(afstand 138 K.M.) is:
J. J. v. d. Meijden le, 15e; 21e, 32e, 41e;
R. Slot 2e, 5e, 7e, 29e, 42e; J. de Vries
3e, 11e, 13e, 23e, 31e, 45; H. Roosdorp
4e, 16e, 19e, 27e, 38e, 39e; C. J. van
Tongeren 6e, 34e, 48e; W. v. d. Poll 3e,
50e, 51e; Joh. van Zalen 9e; P. J. van
Daalen 10e, 17, 28e. 43e, 44e, 52e, 53e;
J. H. v. d. Broeke 12e, 14e, 22e, 35e, 36e;
H. Holsken 18e, 20e, 33e; P A. B(
24e, 40e, 46e, 47, 54e; J. H. A. Wilton
25e; P. Dik, 26e, 56e; J. J. Doeglas 30e,
37e; H. Fikkert 9, 55e.
De duiven werd 8.05 losgelaten. De
wind was Zuid. Eerste duif 10.24, laat
ste 10.44.
BENOEMINGEN VAN
NOTARISSEN.
WORDEN A.-R. EN GEREFOR
MEERDE SOLLICITANTEN
VOORGETROKKEN?
In de Nieuwe Rott. Crt. zyn twee
artikelen gepubliceerd, die meer rucht
baarheid geven aan de wijze waarop een
aantal natorissen benoemd werden, in
het bijzonder met betrekking tot de ge
dragslijn welke door minister Donner
de tegenwoordige minister van justitie,
gevolgd wordt.
Het is een „collectieve uiting uit no
tariskringen" een het gepubliceerde kant
zich tegen het „voortrekken" van Anti-
revolutionnaire of Gereformeerde solli
citanten naar een notarisplaats, waarbij
anders-denkenden sollicitanten, hoewel
zij vaak meer ervaring als candidaat
hebben, worden gepasseerd.
Het is niet de eerste maal dat tegen
deze partybenoemingen geageerd wordt
doch het is in het byzonder onder het
bewind van minister Heemskerk en later
van minister Donner. dat deze benoe
mingen plaats hadden,
„De notaris moest zyn aldus de NJR.Ct.
"s ambtenaar, die zich boven en buiten
de partijen scelt, maar in de practyk ;s
dit onuitvoerbaar en zoo is het dan ook
èn voor het publiek èn voor den notaris
niet gewenscht. om in een uitsluitend of
bijna uitsluitend Katholieke streek
een Protestantsch notaris, of omgekeerd
een Katholiek notaris in een uitsluitend
Probestantsche streek te plaatsen. Moet
echter die scheiding nu ook doorgevoerd
worden tusschen confessioneele en
xnet-confessioneele Protestanten?"
Uit het verdere betoog biykt, dat voor
een a.r. candidaat-notaris een anciën
niteit van 5 Jaar om benoemd te kun
nen worden voldoende is, ter
wyl een niet anti-revol. voor
een eenigszins behoorlyke standplaats
een alcienniteit van ten minste 15 jaar
dient te hebben.
„Overplaatsingen van notarissen zou
den", zoo lezen wy verder, „volgens toe
zegging van de opvolgende ministers tot
de uitzonderingen behooren, iets waar
voor zeker alles te zeggen is. Opvallend
echter Is, dat juist bij die nogal vele
overplaatsingen zooveel Gereformeerden
weer lot de bevoorrechten behooren!"
„Wil de minister, wat het geloof en
de politieke richting van den sollicitant
betreft, rekening houden met de wen
schen van een deel der bevolking van
de notarieele standplaats, dan dient dat
deel, zoowel wat aantal als wat maat
schappelijke positie betreft, daarvoor
eenigszins in aanmerking te komen,
maar dan heeft hy evenzeer te overwe
gen, of de sollicitant er om andere reden
wel gewenscht is. Hetzelfde geschiedt
immers vry geregeld by benoemingen
van burg meesters. Voor notarisbenoe
mingen is dit zeer zeker neg meer ge
wenscht.
Van een zóó intelligenten minister als
mr. Donner mag men toch vernachten,
dat hy ook een goeden kijk heeft op
maatschappelijke toestanden en op per
sonen."
Dit betoog wordt gestaafd met een
aantal sprekende voorbeelden van party -
benoemingen onder dezen minister en
onder zyn voorgangers. Wij laten hier
enkele volgen.
„In 1920 presenteerde een Gerefor
meerd candidaat-notaris te Haarlem
een rekest om ten zijnen behoeve een
nieuwe notarieele standplaats aldaar e
creëeren. De autoriteiten, over dit rekest
gehoord, adviseerden, dat er te Haarlem
wel aanleiding bestond voor uitbreiding
van het aantal notarissen met één, doch
een „vrye" sollicitatie gewenscht was.
Hoe „vry die sollicitatie was,
bleek uit het gevolg. Immers de bewuste
sollicitant, voor wien een reeks kopstuk
ken der Anti-rev. Party aan het werk
ging werd, hoewel hy de jongste der sol
licitanten was, toch de uitverkorene."
„Te Hillegom werd in 1927 een Geref.
notaris overgeplaatst uit Schiedam, ter
wyl er alle aanleiding bestond daar een
R.-K. te benoemen, omdat een kleine
meerderheid dei' bevolking tot die
partij behoort. Dat handjevol Gerefor
meerden aldaar kon zeker geen aan
spraak maken op een notaris van hunne
partij.
En in de plaats van den naar Hillegom
overgeplaatsten notaris werd te Schie
dam een Gereformeerd candidaat be
noemd van het examenjaar 1920 met
voorbygaan van eenige Candida ten met
veel meer anciënniteit."
„Te Bedum werd voorts in 1927 een Ge
reformeerd candidaat van 't examenjaar
1922 benoemd, mot passecring van den
waarn. candidaat van dat kantoor,
mr. in de rechten, en van het examen
jaar 1914. Alzoo 8 jaar anciermiteits-
verschil!
„Sterker was het In Meppel. Daar
werd in 1920 notaris een Gereformeerd
candidaat, die dit nog geen 7 jaar was,
en met voorbijgang van veel ouderen,
o.a. van een hoogst respectabelen can
didaat, die toen 21 dienstjaren telde."
De overplaatsing van den vryzinnigen
notaris te Enkhuizen naar Ginneken
had blijkbaar een zelfden politieken
achtergrond. Met de wenschen der byna
uitsluitend Katholieke bevolking van
Ginneken werd geen rekening gehouden.
De Anti-Rev. Party wilde Enkhuizen
voor een partygenoot vry maken."
By de vele anderes voorbeelden zyn
er b.v. van een benoeming van een a.-r.
sollicitant tot eenige notaris in een ge
meente waar de constellatie van den ge
meenteraad 8 links tegen 5 rechts was,
van benoemingen van a.-r. of gerefor
meerde candidaten met een anciënni
teit van vijf tot zeven jaren, terwijl
er sollicitanten waren met meer jaren
en die ook beter in de omgeving ge
past zouden hebben. Zeer vaak geschied
den de benoemingen buiten de ^voor
dracht der Kamer van Toezioht om.
„Het geruoht loopt", aldus lezen wy in
het slot van het laatste artikel, „dat
minister Donner gezegd zou hebben,
dat hij by benoemingen zyn eigen gang
zou gaan en den achterstand (sic) daar
bij voor zijn partijgenooten zou inha
len. zonder zich aan officieele aanbe
velingen te storen. Nu kan men in het
algemeen wel weinig op dergel yke praat
jes afgaan, maar met het oog op voren
staande feiten en naar 's ministers uit
latingen in de Tweede Kamer over de
benoemingen by de Rechterlijke Macht
heeft dit gerucht allen schyn juist te
zijn.
De Katholieke fractie in de Tweede
Kamer heeft onlangs geprotesteerd te
gen achteruitzetting by de notarisbenoe
mingen van hare geloofsgenooten.
Wy vragen ons af: Hoe lang moet
deze ongewenschte toestand nog voort
duren?
Zal minister Donner in het vervolg
een andere gedragsiyn volgen waardoor
den anti-rev. sollicitanten een minder
bevoorrechte positie wordt ingeruimd?
DE MIJNRAMP.
De heer Oh. van der Bilt, voorzitter
van den Alg. Ned. Mynwerkersbond
schreef in het Volk over de oorzaken
van de mijnramp. Hy verklaart, dat ver
schillende mijnongelukken niet aan on
voorzichtigheid der arbeiders zyn te wy-
te. doch aan het z-g.n. jaagsysteem. De
schryver dringt aan op een onpartydig
regeeringsonderzoek
„een onpartydig onderzoek door een
onpartijdige commissie waaran de mijn
werkers zonder vrees voor hun bestaan
zullen kunnen zeggen, wat er hapert
aan onzen mijnbouw, terwyl niet alleen
de mynwerkers maar ook de be
ambten hun hart zullen kunnen luch
ten.
Een onderzoek niet alleen betreffende
de veiligheid, maar aangaande alles wat
hun bestaan en hun arbeid betreft".
„Zal men wellicht willen wachten
tot er een nieuwe ramp plaats vindt,
waarby nog meer dooden vallen? Wy
manen de regeering, wy roepen opnieuw
minister Van der Vegte. die wel eens
blyk heeft gegeven den mijnwerkers niet
kwaad gezind te zyn, toe; „Excellentie,
kom tegemoet aan het rechtvaardige
verlangen van de modern georganiseer
de mynwerkers. Een onpartydig resee-
ringsondeTzoek is noodig. broodnoodig.
Onze dooden spreken!"