BOKSEN OP DE OLYMPISCHE SPELEN UIT DE PERS. HAARLEM'S DAGBLAD WOENSDAG 18 JULI 1928 SPORT EN SPEL. Holland bokste het eerst op het vaste land. De Hollander heeft aanleg voor boksen. Maar onderricht en voorbeeld ontbreken. Geen groote verwachtingen van onzen ploeg. Mogelijk sluit men drie der beste athleten uit, omdat ze „stout" zijn. KRACHTSPORT. MENSCHEN IN TRAINING. HAARLEMSCHE GEWICHT- HEFFERS TER OLYMPIADE. Lang voor tal van andere volken boksten, welker vertegenwoordigers thans wellicht de onze zullen overwin nen, voerde hier Henry J. J. Placke het boksen in. Dat was in 1897. Men moet Placke niet beoordeelen naar zijn wed- strijdwerk. Hij leed aan tooneelkoorts. Wie hem in den oefenring heeft gezien en ook beroemde zwaargewichten heeft gekend, betreurt dat de zenuwen dien moedigen reus zoo parten speelden. Placke's boksen was elementair, maar gevestigd op goede beginselen. In 1902 reeds werd voor de eerste maal om het kampioenschap van Nederland voor amateurs gebokst. In 1911 werd de N. B. B. opgericht. Men ziet dus, dat in alles ons land er vroeg by was. Ook zyn invloedrijke en belangrijke Nederlanders voorstanders van het bok sen. Op voorstel van Inspecteur Graaf land kwam het onder Minister Oort van der Linden in 1918 als een der ver- eischten op het examen-programma middelbaar onderwijs, gymnastiek. Ma rine en Leger hadden de sport reeds in 1915 ingevoerd. Minister Kan bokste al in 1913. In zyn rede in het Amsterdamsch Lyceum verraste de groote Nederlander en Engelsch edelman Sir Henry Deter ding zyn gehoor door boksen te prijzen en sterk aan ons volk aan te bevelen. Dr. Nieuwenhuis de eminente rector van de Academie voor Lichamelijke Opvoe ding te Amsterdam, hecht zeer groote waarde aan het boksen. Maar met dat al wordt boksen hier nog schaars beoefend. Dit is m.L vooral te wüten aan de slechte leiding, die het by de oprichting van den N. B B. vastgestelde plan om goed onderlegde leerkrachten te ver- krügen, niet heeft doorgevoeld en de wedstryden niet op peil heeft weten te houden. Hier vergete men niet, dat onze steden klein zyn en ons volk zuinig is, zoodat kostbare wedstryden hier niet betaald kunnen worden. Het gemis aan het voorbeeld van goede boksers met styd en het wel zeer primitieve, deels nog averechtsche on- derwys, hebben niet alleen de verbrei ding van het boksen belemmerd (het laatste vooral door zyn ruwheid), doch lieten onze athleten zonder goede tech niek, wat te meer jammer is, daar men in ons land in alle gewichten tal van lichamen ziet, die als geschapen zyn voor boksen. Ook nog in het zwaarmid- den- en zwaar gewicht, waarin andere volken meestal óf te licht, óf te plomp gebouwd zyn, handhaaft zich de phy- Bieke aanleg voor boksen. Ik leerde in ons land tal van men- Bchen van 90 tot 100 K.G. kennen, die „the makings of a champion" hadden. Daarby is de Hollander doorgaans een goede vechter. Apropos een goede bok ser is hy niet. Hij wordt te gauw boos en gaat tot vechten over. Juist hierom, om eelfbeheersching te leeren, om een kleine tegenvaller, een onbeduidend, maar ont moedigend of Irriteerend tikje te leeren verdragen en niet zwaar op te nemen, is boksen zoo noodig voor ons wat moei- jyk karakter. Het is dan ook een schande, dat een volk met zooveel aanleg voor boksen en dat reeds meer dan dertig jaren het spel beoefent, met poovere kans op de IXe Olympiade zal uitkomen. Met zoo poovere kans. Wie onze ath leten dit jaar heeft zien werken, zal te leurgesteld zijn geweest in tempo, tac tiek en techniek. De moed was er. Ook de sportiviteit, want al kwamen zelfs op onze nationale kampioenschappen vaak overtredingen voor. zy geschiedde zóó duideiyk, dat ik ze eer aan geregeld boksen onder slappe leiding, daar aange- pieenheid toeschrijf. Men werkte te langzaam. Nu ja, ver moeiend genoeg, voor wie goen wedstrijd bokser is, doch de besten onder de Olympische mededingers zullen een snel leren stoot bezitten. Ook zullen hun slooten elkaar sneller opvolgen. Om het verschil te kenmerken, onze menschen werken als 'n yverig trampaard, altijd in actie, maar nooit snel. De ideale bok ser daarentegen doet aan den tyger den ken. rusten en plots springen. De taktiek laat veel te wenschen over. Dóór de veel te kleine boksringen, de eischen der toeschouwers, van wie niet één op de tien bokst en de slechte tech niek is by de beroepslui het kunstmati ge en mocliyke boksen op langen af stand vervangen door het. veel natuur- lyker iyf aan lijf werk. Maar de eer ste klasse Amerikanen zyn nog best op langen afstand. In menig land apen de amateurs de beroepsboksers na. Het amateurisme is immers voor velen slecfhts het doorgangshuls voor profes sionalisme. In Holland, waai- amateurs cn beroepsatlileten op denzelfden avord. dus voor hetzelfe publiek wer ken, verviel alle verschil. Maar het blijft een groote, een hopelooze fout, wanneer een bokser van hooge gestalte met lange armen tegen een kortoren tegenstander het lUf aan lüfwerk zoekt. De man met de revolver schiet den man met het mes toch neer vóór hü zelf getroffen wordt; hy gaat toch niet schot tegen messteek wisselen. Togen een minderen tegenstander kan een bokser, ondanks zoo'n domheid nog wel winnen, zy het ten koste van de klappen, die hy niet had behoeven te ontvangen. Een kortoren, kundigen te genstander biedt men op deze wijze de overwinning aan. De teohniek is onvoldoende. Wanneer onze boksers een rechten stoot (straight hit) toebrengen, dan geschiedt dit ken nel yk om de Jury een genoegen te doen en zonder eerng vertrouwen in dit voor naamste wapen van den bokser. En daar zU hem zoo slecht geven, mislukt hy. De tegenstander met den ronden aanval wordt niet teruggeworpen, maar breekt door het slappe ding heen en geeft er een harden klap voor in de plaats. Dan mept de man die in styi zou boksen, maar weer rond terug. Ik zag zelfs menigeen onzer interna tionale boksers afweren met den linker, en s too ten met den rechter, dus op zyn oud-Grieksch. Sommigen hielden zelfs familiaar links vast. Maar hoe men ook aanvalt, rond of recht, de stoot moet hard zijn. Heel het lichaam, opgestuwd door het ach terste been, moet er achter zitten en het moet een stoot zijn. Geen duw. Le Coup sec noemen de Franschen dat. Doordat het been in het geheel niet en de romp maar half meewerkt, stooten onze boksers te zacht. Men begrijpe mij wei! Het is niet aangenaam zoo'n op stopper te ontvangen, maar- met zulke lichamen en op hun leeftijd kan men heel harder stooten. Alleen de opstoot (uppercut) geven onze athleten goed. daar zit hun lichaam achter. Bij her werken, dat ik zag, was men slordig me: de handen, sloeg vaak met open hand, zij- of binnenkant. Onze rechters letten daar blijkbaar niet streng op, maar mogelyk doen de buitenlandsche dit wel want aan het stooten met open hand en lossen duim, die dan het cog kan raken, schrijft men de ongelukken aan de oogen toe, waarvan men vroeger nooit hoorde. Te betreuren is voorts, dat Nederland waarsohynlyk vrywat goede krachten zal moeten misken, eenigen omdat zij geen vrij kunnln krijgen terwyl ande ren om disciplinaire redenen voorby- gegaan zullen worden. Gunstige factoren zyn de volgende: Onze ploeg bokst in het eigen land. heeft dus de zaal mee. Naar men zegt, is het gebouw een broeikas. Onze boksers zijn bedompte boksgelegenheden gewend, de meeste vreemden zeker niet. De ring zal wel klein zijn. Nog in het kampioenschap van Nederland van dit. Jaar was de ring onder de minimum- maat. De kleine ring Is in het nadeel van den stijlbokser. De korte duur. Men bokst namelijk slechts drie ronden van drie minuten de vierde minuut van de laatste is er af De goed geschoolde bokser heeft dus weinig tyd om zich in te stellen op de primitieven Tenslotte is er kans. nu volken uitko men, die pas boksen, dat naast de gToo te mannen op boksgebied er leden in de jury zullen plaats nemen, die zelf niet verwend zijn door fyn spel. De mededinging van zoovele, wat bok sen betreft, „nieuwe" volken, daaronder van volken, die toch neiging hebben ruw te spelen, daarby de on,gelukkige om standigheid, dat èn Engeland èn Frank- ryk met zwakke ploegen uitkomen, drei gen het peil van het boksen op onze Olympiade te drukken. Dubbel jamimer, omdat men in onze hoofdstad, die het boksen verbiedt, voor ons volk, dat vol gens Sir. Henry Deterding boksen zoo zeer noodig heeft, zoo gaarne hoog staand, edel spel had zien vertoonen. Laat ons in élk geval hopen, dat de Wereldbond, de F.I.B.A. een het N.O.C. zooveel mogelyk zelf de leiding nemen. OLYMPISCHE SPELEN. AANVRAGEN VOOR ABONNEMENTEN EN DAGKAARTEN. Het N.O.C. verzoekt ons er nogmaals op te wijzen, dat ter bevordering van een snelle afdoening van aanvragen voor abonnementen en dagkaarten, het dringend gewenscht is om voor de ver schillende sporten een afzonderlijk vel papier te nemen. Tevens zy er aan herinnerd dat aan vragen voor abonnementen en dagkaar ten vóór den 20sten Juli bij het Comité 1928. afdeeling plaatskaarten. Heeren gracht 466, moeten zijn binnengekomen. Op de aanvragen voor dagkaarten wordt na den 20sten Juli beschikt. DE FRANSCHE ATHLETIEK-PLOEG. De Fransche deelnemers aan de Olympische athletiekwedstrijden zyn: 100 M.: Moulon, Dufau, Berbonney en Auvergne; 200 M.: Mourlon, Berbonney, Degrelle en Malmaert; 400 M.: Feger, Krotoff, Jackson en Dupont; 800 M. Sera, Martin, Feger, Keiler en Baraton; 1500 M.: Ladoumegue. Sera, Martin, Pele en Baraton; 5000 M.: Pele, Ladoumegeu, Beddari en Duquesne; 10.000 M. Beddari, Marchal en Lauvaux. 3000 M. veldloop: Dartigues en Duquesne: Marathon: El Ouaffi, Gérault, Guil- laume. Tell en Denis; 110 M. hindernis: Sempe. Marchanó. Viel; 400 M. hindernis: Viel, AdeThelm. Ro bert; Hoogspringen: Menard, Lewden. Cherrier; Verspringen: Flouret, Alzieu, Perche Ramadier. Vauthier, Vintousky; Gewichtheffen: Duhour, Paoli. Discus: Noel, Paoli, Javelot, Degland. en 4 x 100 M. estafette: Mourlon. Dufau. Berbonney. Auvergne. Degrelle, Fischer: 4 x 400 M.: Feger. Krottoff, Jackson Dupont, Voljung. Sera, Martin; Hink-stap-sprong: Marteau. Aan de Tienkamp zal Frankrijk niet deelnemen. DE WOLF. „Even vriendelijk, en niet bewegen." Haarlem» telt onder zijn inwoners thans een tweetal krachtsportmenschen die Nederland zullen vertegenwoordigen op de Olympische Spelen in het num mer Gewichtheffen. De heeren G. Schef- fer en H. M. de Wolf. leden van de Krachtsportvcreeniging ..Haarlem". Met hen zal ter Olympiade uitkomen de heer J. C. Tabak, een Beverwyksch ge wicht- hef f er. Onder leiding van den trainer den heer A. Segerius. een in Haarlem- sche sportkringen welbekende figuur, oefenen deze heeren dageiyks in café Scheffer. Kleine Houtstraat. Dinsdagmiddag zijn wij bij de trai ning van de Haarlemsehe Olympiade deelnemers eens gaan kijken. Wy" vonden in het ruime achterlokaal van het café den trainer en zijn leerlingen. Op den grond lag de halter die meer heeft van een onderstel van een spoorlorrle dan van iets om in de vrye ruimte mee te werken. Weegt u 'm eens op uw handen zegt de optimistische trainer, maar wy moeten eeriyk bekennen hem geen cen timeter van den grond te hebben kun nen lichten. Dan komt de fotograaf. Even poseeren Kan 't met den halter in de handen? Geen bezwaar; of 't een wandelstok is pakt de athleet de as met de schyven, en het kost hem niet eens moeite om vrien- delyk te kijken, als hij doodstil met die paar honderd pond boven zyn hoofd moet poseeren. Dat is nog maar een voorproefje. Nu komen de oefeningen nog. De drie ka meraden hebben zich in tricots gesto ken en witte linnen schoenen aan. Wat een kerels. Niets dan spieren, maar toch zyn zy niet bovenmate zwaar gebouwd of van een overweldigenden indruk, geen reuzen. Integendeel, De Wolf is heel klein, hy weegt 108 pond. Zyn klas se is eigenlyk „Bantamgewicht", hy is daarin wereldrecordhouder tweehandig ..trekken" (73 1/2 K.G.) Daar de O. S. echter geen nummer Bantamgewicht ken nen, komt hy uit in de volgende klasse, „Vedergewicht", waarin hy natuurlyk, minder kans heeft. Toch is hy houder van alle Nederlandsche records in die klasse: drukken 75 K.G., trekken 77,9 K.G„ stooten 1001/2 K.G. De Wolf is 34 jaar. C. G. TABAK. Tabak is pas twintig. Hy komt uit in de klasse Licht gewicht (volgende op Vedergewicht) en verwierf op de Zon dag te Den Haag gehouden selectiewed- stryden den eersten prys in alle drie de nummers lichtgewicht. De grootste en zwaarst gebouwde is wel Scheffer. die op de selectiewedstry- den den len prys haalde met 190 K.G. drukken (320 punten). Midden gewicht A. Op zyn naam staan de Nederland sche records trekken en drukken van zyn klasse. Officieus, by de traning, heeft hy het record stooten al geëvenaard. Het te breken is slechts een kwestie van tijd en oefening. Scheffer en De Wolf zyn vroeger ook als acrobaten opgetreden. Wat zy nu lie ten zien was echter geen acrobatiek, maar voornameiyk kracht en. dank zy den trainer veel techniek. Want daarop komt het, naast kracht, aan. Een verkeerd geplaatste voet. een verkeerde verdeeling van het gewicht over sterke en zwakke punten, kan den krachttoer doen mislukken. De athleten demonstreerden de drie oefeningen, waarvoor getraind wordt. Eerst het tweehandig „drukken", waarbij vooral kracht een rol speelt. De Wolf hief 155 pond. Tabak 170, Scheffer 205 pond. De halter wordt na tot borsthoogte te zyn opgeheven langzaam omhoog ge drukt. Het „trekken" gaat vlugger, gedeelte- lijk in ultvalstand. De Wolf bracht het hierby tot 145 pond. Tabak tot 170 en Scheffer tot de 100 Kilo. Zwaarder nog werd de halter gemaakt voor de derde oefening het „stooten'. De Wolf hief nu 210 pond, dat is byna tweemaal zijn lichaamsgewicht, Tabak 230, en Scheffer 250. Een mooi gezicht, alle spieren in het lichaam zich te zien spannen tot het uiterste, de zware halter dan te zien rij zen boven het hoofd van den kracht- mensoh, zoodat de arme gestrekt zyn. Het lukte allemaal prachtig. De oefenin gen worden altijd besloten met een dou che-bad en massage. Trainer Segerius toonde zich dan ook heel tevreden. Zyn programma van rust en oefeningen wordt goed gevolgd, en vooral Scheffer maakt voor de Olym piade een goede kans. 26 Juli eindigt de trainingsperiode, en 28 Juli zal de strijd gestreden worden tusschen 22 a 23 landen. Zullen er Haar. lemmer als kampioenen uit te voorschyn treden? G. SCHEFFER. HONKBAL. NEDERLAND—DETROIT 10—11. Van het feit dat de Amerikaansche kruiser Detroit te Amsterdam ligt, had het bestuur van den Nederlandschen Honkbalbond gebruik gemaakt om een wedstryd te organiseeren tusschen een Nederlandsch negental en een negen tal uit de bemanning van het oorlogs schip. Door het wegens vacantie niet be schikbaar zyn van sommige oudere honkballers, was aan de jongeren een nog al groote plaats in het negental toebedeeld. Laten we maar meteen zeg gen dat die jongeren uitstekend vol daan hebben. De slag-volgorde der Nederlandsche spelers was: Veen (Z.R.C.), Blomvliet (Ajax), Mr. Vrij (Quick), Drilling aan voerder (Blauw Wit), Damman (Blauw Wit), Harinck (Ajax) Vrugt en Smit (Haarlem), Bakker (Ajax). Vrugt stond op het derde honk en Smit was korte stop en reserve-werper. Drilling heeft echter den geheelen wed stryd gebowld. De wedstryd is van begin tot het eind spannend geweest. Van een over macht der Amerikanen was geen sprake. Integendeel heeft Holland het grootste deel van den wedstryd voorgestaan. De overwinning werd pas in de laatste in ning verkregen. De inningscyfers zyn: Nederland: 0, 0, 2. 0. 1, 3, 0, 2, 2 10 Detroit: 0. 0, 3, 2, 1, 0, 1, 1, 3 11 Bakker, hoewel achtervanger van Ajax n heeft een uitstekende party gespeeld. Datzelfde kan gezegd worden van den Haarlemmer Smit, die even goed op slag was als Zaterdag j.l. tegen Concordia. Drie van de tien punten zijn door hem gemaakt. Een van de drie verkreeg hy door het slaan van een home-run, iets wat in Holland tegen over Amerikanen nog nooit was voorge komen. Door het talryke publiek werd ftlan nenspi saméhspel met Vrugt slaagde hij er bo vendien in een Amerikaan uit te maken, terwyi kort erna een prachtworp van Smit deu achtervanger in staat stelde een looper uit te tikken. Vrugt voldeed in het slagperk veel minder. De meeste keeren ging hy voor drie slagen uit. Raakte hy den bal dan ging deze fout of werd gevangen. Daar tegenover staat dat hy een paar vang- kansen uitstekend benut heeft. Onder de overige spelers waren geen uitblinkers meer en door hen, zoowel als door de Amerikanen werden by stoppen zoowel als by aangooien fouten gemaakt. LAWNTENNIS. WEDSTRIJDEN TE NOORDWIJK. Het jaariyksche tournooi te Noord- wyk. aldus de N. R. Ct. eertyds het eenlge internationale van beteekenis dat In ons land gespeeld werd, handhaaft nog wel den naam van internationaal, doch de beteekenis is. zooals het met vele tournoolen in dezen tyd van inter land- en andere wedstryden gaat, be- langryk minder geworden. De eenige speler welke buitenlandsch relief geeft aan deze wedstryden, die morgen be ginnen, is de Franschman de Buzelet, een jong speler, die in Wimbledon een goed figuur maakte en het tot de vierde ronde bracht. Hij speelt in het heeren enkelspel en in het heerendubbelspel met Timmer. In het heeren-enkelspel komen voorts uit. als sterkste spelers: Marinkelle. Wet- selaar, Pennink. Eilers, van der Heide, Jordaan, Alsbach e-a. In het heerendubbelspel zien we als combinaties, behalve dan Timmer-Buze- ict. Castendyk en Pennink, Eilers en Wetselaar. van der Helde en Alsbach. In het dames-enkelspel is geen inter- atlonale deelneming van beteekenis. Mej. Rollin Couquerque. mej. Canters, mej- Zoethout en nog enkele andere speelsters komen hierin uit. in het gemengd dubbelspel zien we als nieuwe combinatie mej. Canters-I. van der Heide. WATERPOLO. DE COMPETITIE. Het programma voor deze week luidt: Dames eerste klasse. Haarlem: Zignea- R. D. Z. 19 Juni. Tweede klasse: Amsterdam: H. D. Z. II—Zignea II 17 Juli. Leiden: L. Z. C. I—Thetis 20 Juli. Heeren. Kampioenschap van Neder land. Rotterdam: de MaasHet IJ. 18 Juli. Eerste klasse. Amsterdam: D. J. K. A. Z. 20 Juli. Reserve eerste klasse. Leiden L. Z. C. H—Het IJ II 19 Juli. Tweede klasse. Hilligersberg: R. Z. C. S. V. H. 21 Juli. Derde klasse. Haar lem D. W. R.—Otter 18 Juli. BILJARTEN JUBILEUMWEDSTRIJDEN BIJ „O. V. S." Deze wedstryden, nederlaagkampen, blijken een groote attractie voor kyk- lustige biljartliefhebbers te bezitten. Dinsdagavond werden zij weder voort gezet. Thans was op bezoek het 1ste team van de biljartvereeniging „Ka stanjeboom" uit Heemstede. Het club lokaal in de Lange Begy nestraat was wederom flink bezet met spelers, sup porters en belangstellenden, die met spannende aandacht het verloop volg den. Voor de strijd een aanvang nam. sprak de voorzitter van Onderlinge Vriendschap, de leden van de B. V. Kastanjeboom in het kort toe. Hij wensehte him toe, dat zij zyn vereenl- ging een eerste nederlaag mochten toe brengen. Tot nog toe was dit aan geen van de uitgenoodigden gelukt. Daarna werd begonnen met de num mers 2 van elk team. Ofschoon de partij langen tyd gelijk op ging, wist de O. V. S.-speler eindelijk voor te komen en te wonnen met den stand 100 om 90. Vervolgens traden twee invallers in het strijdperk. Eerst leek het er naar of zy aan elkaar gewaagd waren maar ten slotte toonde de O.V.S.-'er zich toch de sterkste en won met tamelijken voor sprong, 100 om 72. De volgende party was ze er ongelijk. De thuisspeler was overwegend sterker, liep meer en meer uit en won onbe- dreigt met 100 om 47. De beide kopspelers die nu in het kryt traden, waren niet m vorm. Langen tyd ging de stryd gelijk op. Ten slotte won de O.V.S.'er met 100 om 79. Tegen de verwachting in boekte O.V.S. dezen avond een groote overwinning. De stand was: „Kastanjeboom" 288, „O. V. S.' 400 punten. POSTDUIVEN. „DE OOIEVAAR'*. De uitslag van de wedvlucht van Lier (138 K.M.) is: F. Krygsman le, 14e, 27e, 29e; C. van Meurs 2e, 19e; A. Selhorst 7e, 12e, 13e; J. Keijsper 4e, 5e, 11e, 14e, 17e; H. J. Petter 6e, 9e, 21e; van Duffelen 8e; W. Steyi 10e, 15e, 18e; A. v. d. Bosch 16e; v. d. Wereld 20e, 22e; L. van Meurs 23e; H. M. Willemse 24e v. d. Horst 25e; v. d. Eykhof 26e; Dier- ma.ns 28e; J. Oudolf 30e. Eerstgetoonde duif 10.22.19; laatste 10.42.03. Bovengenoemde vereeniging houdt op 29 Juli as. een onderling concours op Hal. Voor deze vlucht zyn 23 prijzen be schikbaar, welke in het spor thuis van den heer v. Milligen, in de Gierstraat, zyn geëtaleerd. „DE SNELVLIEGER" De uitslag van de wedvlucht Lier (afstand 138 K.M.) is: J. J. v. d. Meijden le, 15e; 21e, 32e, 41e; R. Slot 2e, 5e, 7e, 29e, 42e; J. de Vries 3e, 11e, 13e, 23e, 31e, 45; H. Roosdorp 4e, 16e, 19e, 27e, 38e, 39e; C. J. van Tongeren 6e, 34e, 48e; W. v. d. Poll 3e, 50e, 51e; Joh. van Zalen 9e; P. J. van Daalen 10e, 17, 28e. 43e, 44e, 52e, 53e; J. H. v. d. Broeke 12e, 14e, 22e, 35e, 36e; H. Holsken 18e, 20e, 33e; P A. B( 24e, 40e, 46e, 47, 54e; J. H. A. Wilton 25e; P. Dik, 26e, 56e; J. J. Doeglas 30e, 37e; H. Fikkert 9, 55e. De duiven werd 8.05 losgelaten. De wind was Zuid. Eerste duif 10.24, laat ste 10.44. BENOEMINGEN VAN NOTARISSEN. WORDEN A.-R. EN GEREFOR MEERDE SOLLICITANTEN VOORGETROKKEN? In de Nieuwe Rott. Crt. zyn twee artikelen gepubliceerd, die meer rucht baarheid geven aan de wijze waarop een aantal natorissen benoemd werden, in het bijzonder met betrekking tot de ge dragslijn welke door minister Donner de tegenwoordige minister van justitie, gevolgd wordt. Het is een „collectieve uiting uit no tariskringen" een het gepubliceerde kant zich tegen het „voortrekken" van Anti- revolutionnaire of Gereformeerde solli citanten naar een notarisplaats, waarbij anders-denkenden sollicitanten, hoewel zij vaak meer ervaring als candidaat hebben, worden gepasseerd. Het is niet de eerste maal dat tegen deze partybenoemingen geageerd wordt doch het is in het byzonder onder het bewind van minister Heemskerk en later van minister Donner. dat deze benoe mingen plaats hadden, „De notaris moest zyn aldus de NJR.Ct. "s ambtenaar, die zich boven en buiten de partijen scelt, maar in de practyk ;s dit onuitvoerbaar en zoo is het dan ook èn voor het publiek èn voor den notaris niet gewenscht. om in een uitsluitend of bijna uitsluitend Katholieke streek een Protestantsch notaris, of omgekeerd een Katholiek notaris in een uitsluitend Probestantsche streek te plaatsen. Moet echter die scheiding nu ook doorgevoerd worden tusschen confessioneele en xnet-confessioneele Protestanten?" Uit het verdere betoog biykt, dat voor een a.r. candidaat-notaris een anciën niteit van 5 Jaar om benoemd te kun nen worden voldoende is, ter wyl een niet anti-revol. voor een eenigszins behoorlyke standplaats een alcienniteit van ten minste 15 jaar dient te hebben. „Overplaatsingen van notarissen zou den", zoo lezen wy verder, „volgens toe zegging van de opvolgende ministers tot de uitzonderingen behooren, iets waar voor zeker alles te zeggen is. Opvallend echter Is, dat juist bij die nogal vele overplaatsingen zooveel Gereformeerden weer lot de bevoorrechten behooren!" „Wil de minister, wat het geloof en de politieke richting van den sollicitant betreft, rekening houden met de wen schen van een deel der bevolking van de notarieele standplaats, dan dient dat deel, zoowel wat aantal als wat maat schappelijke positie betreft, daarvoor eenigszins in aanmerking te komen, maar dan heeft hy evenzeer te overwe gen, of de sollicitant er om andere reden wel gewenscht is. Hetzelfde geschiedt immers vry geregeld by benoemingen van burg meesters. Voor notarisbenoe mingen is dit zeer zeker neg meer ge wenscht. Van een zóó intelligenten minister als mr. Donner mag men toch vernachten, dat hy ook een goeden kijk heeft op maatschappelijke toestanden en op per sonen." Dit betoog wordt gestaafd met een aantal sprekende voorbeelden van party - benoemingen onder dezen minister en onder zyn voorgangers. Wij laten hier enkele volgen. „In 1920 presenteerde een Gerefor meerd candidaat-notaris te Haarlem een rekest om ten zijnen behoeve een nieuwe notarieele standplaats aldaar e creëeren. De autoriteiten, over dit rekest gehoord, adviseerden, dat er te Haarlem wel aanleiding bestond voor uitbreiding van het aantal notarissen met één, doch een „vrye" sollicitatie gewenscht was. Hoe „vry die sollicitatie was, bleek uit het gevolg. Immers de bewuste sollicitant, voor wien een reeks kopstuk ken der Anti-rev. Party aan het werk ging werd, hoewel hy de jongste der sol licitanten was, toch de uitverkorene." „Te Hillegom werd in 1927 een Geref. notaris overgeplaatst uit Schiedam, ter wyl er alle aanleiding bestond daar een R.-K. te benoemen, omdat een kleine meerderheid dei' bevolking tot die partij behoort. Dat handjevol Gerefor meerden aldaar kon zeker geen aan spraak maken op een notaris van hunne partij. En in de plaats van den naar Hillegom overgeplaatsten notaris werd te Schie dam een Gereformeerd candidaat be noemd van het examenjaar 1920 met voorbygaan van eenige Candida ten met veel meer anciënniteit." „Te Bedum werd voorts in 1927 een Ge reformeerd candidaat van 't examenjaar 1922 benoemd, mot passecring van den waarn. candidaat van dat kantoor, mr. in de rechten, en van het examen jaar 1914. Alzoo 8 jaar anciermiteits- verschil! „Sterker was het In Meppel. Daar werd in 1920 notaris een Gereformeerd candidaat, die dit nog geen 7 jaar was, en met voorbijgang van veel ouderen, o.a. van een hoogst respectabelen can didaat, die toen 21 dienstjaren telde." De overplaatsing van den vryzinnigen notaris te Enkhuizen naar Ginneken had blijkbaar een zelfden politieken achtergrond. Met de wenschen der byna uitsluitend Katholieke bevolking van Ginneken werd geen rekening gehouden. De Anti-Rev. Party wilde Enkhuizen voor een partygenoot vry maken." By de vele anderes voorbeelden zyn er b.v. van een benoeming van een a.-r. sollicitant tot eenige notaris in een ge meente waar de constellatie van den ge meenteraad 8 links tegen 5 rechts was, van benoemingen van a.-r. of gerefor meerde candidaten met een anciënni teit van vijf tot zeven jaren, terwijl er sollicitanten waren met meer jaren en die ook beter in de omgeving ge past zouden hebben. Zeer vaak geschied den de benoemingen buiten de ^voor dracht der Kamer van Toezioht om. „Het geruoht loopt", aldus lezen wy in het slot van het laatste artikel, „dat minister Donner gezegd zou hebben, dat hij by benoemingen zyn eigen gang zou gaan en den achterstand (sic) daar bij voor zijn partijgenooten zou inha len. zonder zich aan officieele aanbe velingen te storen. Nu kan men in het algemeen wel weinig op dergel yke praat jes afgaan, maar met het oog op voren staande feiten en naar 's ministers uit latingen in de Tweede Kamer over de benoemingen by de Rechterlijke Macht heeft dit gerucht allen schyn juist te zijn. De Katholieke fractie in de Tweede Kamer heeft onlangs geprotesteerd te gen achteruitzetting by de notarisbenoe mingen van hare geloofsgenooten. Wy vragen ons af: Hoe lang moet deze ongewenschte toestand nog voort duren? Zal minister Donner in het vervolg een andere gedragsiyn volgen waardoor den anti-rev. sollicitanten een minder bevoorrechte positie wordt ingeruimd? DE MIJNRAMP. De heer Oh. van der Bilt, voorzitter van den Alg. Ned. Mynwerkersbond schreef in het Volk over de oorzaken van de mijnramp. Hy verklaart, dat ver schillende mijnongelukken niet aan on voorzichtigheid der arbeiders zyn te wy- te. doch aan het z-g.n. jaagsysteem. De schryver dringt aan op een onpartydig regeeringsonderzoek „een onpartydig onderzoek door een onpartijdige commissie waaran de mijn werkers zonder vrees voor hun bestaan zullen kunnen zeggen, wat er hapert aan onzen mijnbouw, terwyl niet alleen de mynwerkers maar ook de be ambten hun hart zullen kunnen luch ten. Een onderzoek niet alleen betreffende de veiligheid, maar aangaande alles wat hun bestaan en hun arbeid betreft". „Zal men wellicht willen wachten tot er een nieuwe ramp plaats vindt, waarby nog meer dooden vallen? Wy manen de regeering, wy roepen opnieuw minister Van der Vegte. die wel eens blyk heeft gegeven den mijnwerkers niet kwaad gezind te zyn, toe; „Excellentie, kom tegemoet aan het rechtvaardige verlangen van de modern georganiseer de mynwerkers. Een onpartydig resee- ringsondeTzoek is noodig. broodnoodig. Onze dooden spreken!"

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1928 | | pagina 12