H. D. VERTELLINGEN
FLITSEN
FEUILLETON
TAXI! TAXI!
STADSNIEUWS
Smelten
HAARLEM'S DAGBLADWOENSDAG 18 JULI 1928
(Nadruk Terboden; auteursrecht voorbehouden.)
Vuurproef
door HAROLD BURNS.
..Wat! Peter Herrick.... dde kwa
jongen, die weekeling, die verwaande
fat. dat ïnoedersjoggie, die nietsnut?
Nooit van myn leven. Ik zie je nog
liever trouwen met een van m'n werk
lui!"
Boengl De deur sloeg dicht achter
D. Higgs.
Zijn dochter Pegg niet in 't minst
uit het veld geslagen, nam den haak
van de telefoon en liet Peter Herrick
roepen.
„HalloVader is woedend. Je komt
dus vanmiddag?f'
De vraag lee* onlogisch maar Peter
kende Peggy's korte onweerstaanbare
manier van zich uit te drukken.
..Zoo, was hij boos?" vroeg z'n ge-
flecteerde stem van het andere einde.
„Erg vervelend, zèg. Maar ik zal we!
moeten komen. Heb anders een hekel
aan herrie!"
Er was wel eenige aanleiding voor
den nijd van D. Higgs.
Peter was nou juist de soort jongeman
om een self-made man als Higgs af
keer in te boezemen en hem razend te
maken nu hy het zelfs waagde de hand
uit te strekken naar zijn oogappel, zijn
lieveling, Peggy. Want Peter had in zijn I
leven, na zijn studietijd, nooit iets an-
tiers gedaan dan thuis bij zijn moeder,
die weduwe was, rondhangen, zeilen,
motorrijden en nieuwe modes lanceeren,
om niet te spreken van zijn tennis-
triomfen.
Mevrouw Herrick was gelukkig ge-
fortuneerd genoeg om dat leventje haar
zoon tc kunnen permitteeren, maar het
maakte een allerslechtsten indruk op I
den man <jie van gewoon arbeider op-
geklommen was tot directeur van een
scheepstimmerwerf, Higgs.
Maar bovenal haatte Higgs den jonge-
man om zijn geaffecteerd airtje en om-
dat hij eens, in het bijzijn van Higgs, ge-
zegd had, naar aanleiding van een vecht
partij waarover men sprak: „ik vecht
nooit als ik het laten kanbar
ordinair argument, zèg".
Sindsdien maakte Higgs een smak-
kend geluld mst :'n mond als hij Herrick,
keurig als een modeplaatje, tegenkwam, j
alsof hij iets wee-zoetigs proefde.
Maar met dat al was Peter een j
knappe Jongen en hy kon goed praten,
de eenige verklaringen die Higgs vinden
kon voor het feit, dat „dit prul" zijn
Jhnke kleine Peggy had ingepalmd. j
Dien middag had het gesprek plaats, 1
dat Peggy haar vader had aangekondigd.
Peter en Peggy luisterden gedwee
naar de zeer onvriendelijke redevoering
die Higgs afstak. Peter deed z'n best
niet verveeld te kijken en Peggy werd
beurtelings rood en bleek van nijd
„Dus als ik het goed begrijp", zei
Peter, toen Higgs hem een kwartier lang
voor nietsnut, luilak en slappeling had
uitgescholden, „dus als ik goed begrijp
heeft u iets tegen me?"
Higgs zag er uit of hij van plan was
don ander van zijn kantoor te smijten,
maar Peter ging doodbedaard verder.
„En dat alleen, als ik wel begrijp, omdat
ik niet werk? Ja ziet u, ik kan niets
passends vinden. Maar ik heb per slot
van rekening mijn diploma.... u kunt
toch wel een ingenieur gebruiken".
Weet je wat ik gebruiken kan? Een
workman!" snauwde Higgs.
„Als je iets voelt voor rijden met een
lorrie en Je handen uitsteken, dan kan
Je bij mij terecht".
„Maar vaderbegon Peggy.
Peter bekeek z'n glanzende, wel-gema-
nicuurde vingernagels. „Hmals ik
u daarmee bewijzen kan dat ik wel wer
ken wil".
Higgs grinnikte.
„Dat zou jij net een kwartier uit
houden Joggle". Zyn blik gleed verach
telijk over het keurige figuur van den
ander en naar zijn blanke, gladde han
den.
„O, ehik wil het toch wel pro-
beeren" zei Peter op z'n geaffecteerd
toontje. „Als u het goed vindt zal ik
dan morgen maar beginnen".
„Maar Peterbegon Peggy weer.
Higgs kreeg een boosaardig plezier in
het geval.
„Prachtigdan verwacht ik je
morgen, om zeven uur".
,,'s Morgens?", vroeg Peter.
Jawat dacht je dan? 's Avonds?
snauwde Higgs.
„Hm.... verduveld vroeg, zt\g. En
finzal me laten wekken. Tot mor
gen, meneer Higgs. Het was me hoogst
csngeciaam".
Higgs kreeg de grootste verrassing
van zün leven toen Peter den volgenden'
morgen verscheen. Die verrassing werd
nog grooter toen Peter na een week zijn
loon kwam ophalen en niet sprak van
„opzeggen" Dat was niet de bedoeling
van Higgs geweest. Hy ergerde zich
gruwelijk en liet Peter bi) zich roepen,
op zyn particulier kantoor om hem een
scène te maken over het feit dat hy
Peggy ontmoette achter den rug van
haar vader.
„Oachter uw rugprotesteer
de Peter.
„Ik verkies het niet. En je hoeft niet
terug te komenje bent ontslagen".
„Maar eh begon Peter.
Higgs kon zijn toon niet uitstaan, zyn
gepoiystheid, zijn heele wezen. En het
meest van alles niet het feit. dat dit
..prul" hem er toe bracht, hij zag dat
zelf wel in. volkomen onbillijk te zijn.
..Je bent ontslagen", brulde hij.
Eenige minuten later liep Peter over
de werf met een knorrig gezicht, dwars
door de arbeiders die de heele week hun
uiterste best hadden gedaan, hem den
vuurproef vooral heel heet te maken!
„Zoo Petertje", riep de voorman, een
reus van een kerel. „Heb je niets te
dben? Of ben je moe en ga je rusten by
moessie? Steek je lieve handjes maar
eens uit".
Peter stak zijn handjes uit. Een se
conde later vloog een voortand van den
ander over de steenen. Twee seconden
later had zich een kring van belangstel
lenden gevormd om de vechtenden. In
den aanvang golden alle kreten van
aanmoediging den voorman, maar gelei
delijk kreeg Peter zyn aanhangers. Als
het op vechten aankomt vervalt alle
standsverschil.
Het gebrul bereikte zelfs het kantoor
van Higgs. Deze liep, nog zie':^
nijd, op zichzelf, op Peter en Peggy en
de heele verdere wereld, in de richting
van het lawaai, zag vechtenden en be
sloot onmiddellijk een einde te maken
aan de zaak en tevens zyn slechte stem
ming te koelen. Hij sloeg den voorman
tegen den grond en wendde zich toen
dreigend naar den anderen vechtersbaas.
Evenmin als hy Peter herkende
diens eigen moeder zou er moeite mee
hebben gehad op dat moment, herken
de Peter hem in de hitte van den strijd.
En vyf minuten later zag Higgs een
wonderlijk natuurverschynsel dat leek
op een sterrenregen vergezeld van een
maansverduistering en de botsing van
twee planeten. Toen hy bijkwam boog
zich een volkomen onherkenbare jonge
man over hem heen en een stem die hy
onmiddeliyk herkende, zeide: „Spyt me
erg zag. Had u niet herkend. Ben anders
nooit voor vechten. Klein kunstje om er
op te slaan als je sterk bent, hè? Ik hou
meer yan beschaafder* argumenten".
Higgs stond op, schreed zoo waardig
als het ging tusschen zijn arbeiders door
en verdween naar binnen.
„O vader", zei Peggy toen ze hem dien
middag zag. Higgs keek vriendelijker
dan hij in tyden gedaan had.
„Beteekenl niets, kind", zei hü, „vech
ter. is verboden bij my. Dus als er een
vechtpartij is, moet ik er wel tusschen
komen" Hy grinnikte. „Ik had toen zelf
een knokjemet dien vriend van jou".
„Met Peter?" stamelde Peggy.
„Ja. Ik heb hem aardig afgedroogd.
Maar ik moet zeggen, hy hield zich goed.
Eigenlijkhmik zal het dan
maar eens me: hem probeerenkan
per slot van rekening wel een Ingenieur
gebruiken.... en als hy doorzet
hm'"
Dien avond verscheen een eenigszins
gekwetste Peter by de verrukte en ver
baasde Peggy. Met hooge goedkeuring
van den heer des huizes!
„O Peterje ziet er uit
„Moet je den voorman zien, zèg", zei
Peter.
„Wel. we zullen maar denken dat va
der misschien nooit zoo gauw had toe
gegeven als hy niet wat spUt'er van had
dat hy je zoo op je gezicht heeft ge
slagen".
Peter staarde haar aan.
„Heeft je vader my
„Tenminste hij zei-is het dan niet
zoo?" Peter keek naar zijn handen waar
aan hy twee uren gewerkt had om ze
weer wat toonbaar te maken.
„O. ehja", zei hy diplomatiek
„laten we nu maar niet meer over die
eh..,. ruwe dingen praten schat".
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN
a 60 Cents per regel.
Stofzuigerhuis MAERTENS
B ARTELJORISSTR A AT 16
TELEFOON No 10756
APEX ELECÏRISCHE WASCHMACHINES F 275
VAN HAARLEM'S DAGBLAD No. 1250
JANTJE ARGUMENTEERT
Jantje informeert waar- 1 hoe weet moeder dat het
om het nou noodig is, I zal gaan regenen het
dat hy een jas aantrekt I regent nu toch niet
nou 'ja. maar de weer
voorspelling kwam giste
ren heelemaal niet uit
als Jan Kommer geen jas
aan heeft, hoeft hy dan
ook niet?
argumenten raken op - I als hy nou zijn oude pak len bovendien hij blijf
zoekt wanhopig nar I aan doet. hindert he*. I cch vlak in de buurt
nieuwe I toch niet
maakt uit moeders toon
op dat verder debatteeren
nutteloos is en gaat zijn
jas halen
(Nadruk verboden)
naar het Engelsch door
CHRISTINA KAMP.
20)
Hy ging voort met de plannen te be
kijken. maar met een verstrooid gezicht
als iemand, die voorwerpen beschouwt,
die hil niet wil koopenzoo'n beetje
nieuwsgierig, maar zonder interesse.
„Ik heb het inwendige van een huls-
kamer geschetst, die naar ik meen. wel
geschikt Is", zei Mr. Schermerhom",
„met paneelen en jachtstukken boven de
fries".
„Waar is die?" vroeg Percy, nu met
meer belangstelling de schetsen bekU-
kend. „Ik zie die niet"
Mr. Schermerhorn zocht zeil', maar
vond die teekenlng niet. „Wacht even.
Ricketts zal die vergeten hebben", zei
hü.
Hy schelde, maar een andere bedien
de kwam met de boodschap, dat Mr.
Ricketts was uitgegaan.
,,'t Hindert niet", zei de architect,
opstaande, „ik zal die wel kunnen vin
den. Een minuut, alstublief".
Ik zal meekomen", antwoordde Per
cy. van den lessenaar springend. „Ik
wilde toch weggaan".
Een meer ordinaire man dan Mr.
Schermerhorn zou binnensmonds ge
scholden hebben Hij had duidelyk kun
nen zien. dat Mr. Palmalee in het ge
heel niet aangelokt werd door de voor
gelegde ontwerpen en daarom wilde hij
zorgen dat hij nog niet wegging, want
hU wilde hem op het apropos brengen
var. de ontwerpen voor het villapark
En nu wilde die akelige Palmalee zich
al gereed maken om heen te gaan,
waarschynlyk om met dien babbelkous
van een Peltier te gaan lunchen, me!
dien gek. die de paarden onder één dak
met je zou willen onderbrengen en die
waarschynlyk ook het werk zou krijgen
door niets anders dan eenvoudig dom
geluk.
Maar wat kon hy doen? Percy had
alreeds zijn Derbyhoed achter op zUn
hoofd gezet en liep naar de deur.
„Vergun mü". zei Mr Schermerhorn
de deur voor hem open houdend en dan
liepen zy de trappen af naar de tec-
kenzaal beneden.
Onmiddeliyk waren al de hoofden var
de teokenaars diep over hun bord gebo
gen en zy zaten daar als een kudde
kameelen. vastgebonden aan hun palen
„Wie van u", begon Mr. Schermer
horn met zyr. vriendelijkste stem, „Is
aan het werk geweest aan de paneelen
voor de huiskamer van Mr. Palmalee?"
ZU keken elkander aan alsof zU be
nieuwd waren, wat dat moest betteke
nen, maar tic vraag klonk zoo argeloos.
MIDDELBARE TECH-
NISCHE SCHOOL.
UITREIKING VAN DIPLOMA'S.
Aan de geslaagden van de juist ge
ëindigde eindexamens der M. T. S. wer
den Dinsdag de einddiploma's op plech
tige wijze uitgereikt.
Deze plechtigheid vond plaats in de
bestuurskamer der M. T. S., in tegen
woordigheid van de bestuursleden Ir.
P. J. van Voorst Vader Jr., hoofdin
genieur van den Rijkswaterstaat en ir.
F. C. Dufour, directeur der N.V. Haar-
lemsohe Machinefabriek, voorheen Gebr.
Figée, en van de gecomitteerden van
wege den minister van Onderwys, Kun
sten en Wetenschappen, de heeren H.
van der Kloot Meyburg, architect te
Voorburg, ZB, C. Thomese, hoofd
ingenieur van den Provincialen Water
staat te Haarlem. Ir. L. Troost, inge
nieur der Koninklijke Marine te 's-Gra-
venhage, directeur, leeraren en verder
personeel der M. T. S.
De Voorzitter der Vereeniging voor
Nyverheidsonderwijs, de heer P. J. van
Voorst Vader Jr., opende de bUeenkomst
met een rede, waarin hy o.m. opmerkte
dat gebleken was, dat de werkgevers
over het alygemeen zeer tevreden zyu
over de door de M. T. S. te Haarlem
gediplomeerde technici. Hy wees de
geslaagden er op. dat het bezit van het
diploma hun den plicht oplegt, er toe
mede te werken dat de goede naam, die
de M. T. S. zich heeft, verworven, ge
handhaafd en versterkt wordt, en dat
hun al of niet slagen in het bedryfsle-
ven niet uitsluitend zal afhangen van
hun technische kennis en kundigheden,
maar wel in groote mate van hun ka
raktereigenschappen betrouwbaarheid,
toewijding en wilskracht. Spreker be
tuigde zyn ingenomenheid met de be
haalde resultaten en bracht namens het
bestuur dank aan gecommitteerden
voor de belangstelling, die zy- getoond
hebben en aan directeur en leeraren en
verder personeel voor de door hen be
toonde toewijding.
Na deze rede ging de Directeur der
M. T. S., de heer Ir. G. Hofstede, over
tot het uitreiken van de einddiploma's,
waarby aan elk der gediplomeerden een
persoonlijk woord gewyd werd.
Namens de gecommitteerden by het
eindexamen wensohte de heer H. van
der Kloot Meyburg, de gediplomeerden
geluk met liet behalen van hun eind
diploma met de volgende rede:
„Nu ge, na eenige wege.n van inge
spannen arbeid, van hoop en vrees,
hier zyt bijeengekomen om het zoo vu
rig begeerde diploma in ontvangst te
nemen, zullen zich verschillende gevoe
lens van u meester maken. In de eerste
plaats zal biydschap u vervullen. Doch
ook gedachten van weemoed zullen zich
in deze vreugdestemming vlechten, ter-
wyi, naar ik meen te mogen aannemen,
gevoelens van dankbaarheid u evenmin
vreemd zullen zyn. Natuuriyk heeft
blydschap het einddoel van uw studie
met een tastbaar bewys te zien be
kroond, de overhand en vermoedeiyk zal
het u gaan als mij, toen ik eenige tien-
talie jaren geleden myn eerste diploma
behaalde, ge zult als ge straks van hier
zijt gegaan, dit belangryke document
met trotsch en voldoening toonen aan
uw ouders of voogden, aan vrienden en
kennissen, wier gelukwenschen zekér
niet minder hartelyk zullen zyn dan de
onze. Ik zeg, als ge straks van hier zyt
gegaan; niet zonder weemoed, zult ge
by het verlaten van deze byeenkomst er
aan denken, dat nu een levensperiode
voor u wordt afgesloten, waarop ge, naar
ik stellig geloof, steeds met genoegen
zult terugzien. Want, niet waar, de
schoonste tijd is de studietUd. Tal van
herinneringen zijn hieraan verbonden,
herinneringen, die schooner worden,
naarmate ge verder in het leven zuh
voortschrijden.
De M. T. S. te Haarlem, waar blyk-
baar een buitengewoon aangename en
vriendschappelijke geest heerscht, zult
ge nimmer vergeten en dankbaar zult
ge gestemd blijven ten opzichte van di
recteur en Leeraren, die met groote toe
wijding hun kennis aan u hebben mede
gedeeld. Ongetwijfeld zullen zy, ook al
behoort ge niet meer tot de leerlin
gen der school, u steeds terwille zyn a!s
gy hun hulp of voorlichting noodig
mocht hebben.
Een belangryke mijlpaal ln uw leven
hebt ge thans bereikt. Een nieuwe weg
ligt voor u open, waarby de kennis,
hier verzameld, u van zeer groot nut
zal blijken. Evenwel meen ik u, in allc-
bescheidenheid, te moeten waarschuwen
tegen zelfoverschatting.
De wapens, noodig in den stryd om
het bestaan, werden u hier verschaft,
doch ge moet ze nog op de juiste wijze
leeren gebruiken. Het is zeker niet uit
gesloten, dat het leven u soms een ge-
voeligen stoot zal toebrengen, een stoot,
dien ge theoretisch prachtig heb:
leeren pareeren, doch die niettemin
pracCisch een pyniyken Indruk kan
nalaten. Dezen strijd echter altijd eer
lijk te voeren, zoodanig dat ge ook oy
uw tegenstander eerbied afdwingt, mo-
dat Cockev zyn stem verhief en ant
woordde: „Ik meen. dat Witby daaraan
werkte", zei hy, naar den ledigen stoel
naast hem wijzend.
„O ja", antwoordde de architect er.
dan tot Percy: ,.Lk dacht al. dat het
vreemd was: daardoor kwam het. da'
Ricketts ze niet mee bracht. Wy zullen
zc zeker hier vinden"
Hy ging naar Ben's teekenplank
Percy achter hem aankomenden
toonde hem de teekening.
„Een beetje triviaal, vind je niet?" zei
de laatste der Palmalees.
Mr. Schermerhorn zou hem hebben
kunnen vermoorden.
„Natuuriyk lykt zoo'n vluchtige schets
naar niets", zei hy. „Maar als ik de ori-
gineele teekening kan vinden, zal je
moeten toegeven, dat daar voldoende le
vendigheid en geest in zit"
Hy maakte de punaises los om naar
zUn schets te zoeken, die naar hy meen
de, daaronder zat. maar in plaats daar
van kwam het ontwerp van Benny':
bungalow voor den dag, óp een vel car
ton geteekend en o zoo mooi gekleurd
met alle kleuren die onder do zon te
zien zijn.
„Hallo!" riep Mr. Palmalee uit. „dat is
mooi!" Dan mompelde hy: „Mag ik?" en
nam het op. dan eens het van dichtby
beschouwend, dan weer van zich afhou
dend. En de drie steenen gevels keken
hem aan en insgelijks de bloembakken
op dc vensterbanken cn het gesmeed
ge voor u steeds als vanzelfsprekend
zijn. Evenzoo moge het steeds voor u
vanzelfsprekend zijn, dat in de eerste
plaats uw streven er op moet zyn ge
richt, een nuttig lid van de Maatschap
pij te zijn. Buiten twyfel zal dan, als ge
die laatste mijlpaal, welke naar ik hoop,
voor u nog ver, heel ver ln het ver
schiet ligt, eenmaal zult hebben bereikt,
een nog grooter vreugde dan thans,
zich van u meester maken, omdat ge
dan de voldoening zult smaken, ook het
uwe ertoe te hebben bijgedragen, de sa
menleving tot een hooger peil op te
voeren.
Dat uw levensbaan slechts zelden door
donkere wolken zal worden overscha
duwd en veel zonneschijn uw deel moge
zyn. is ten slotte mijn hartgrondige
wensch."
Vervolgens vroeg een der gediplomeer
den, de heer W van den Burg het woord
om het bestuur en in het bijzonder di
recteur en leeraren namens de geslaag
den dank te betuigen, voor alle goede
zorgen, gedurende den opleidingstijd
aan hen gewijd.
Alle sprekers werden met geestdriftig
applaus beloond.
Na de sluiting van het officieele ge
deelte werden ververschingen aange
boden en bleven de aanwezigen nog
eenigen tijd gezellig byeen.
EXAMENS
TF-EKENSCHOOL St. JOZEF GEZEL
LEN VEREENIGING.
Voor het toelatings-examen van de
Teekenschool der St. Jozef Gezellenver-
ceniging hadden zich aangemeld 100
'jongens. Niet opgekomen zyn er 6'.
Toegelaten werd 79 jongens. J. Alders,
H. J. Boerée, C. Bronkhorst, D. Beek,
A. A. Bronstring, J. J. Bamhom. M. J.
ten Bosch. C. V. ten Brink, L. Bekkers
<2de kl.), L. van Beelen, G. Dortmundt.
F. B. M. Dost. R. F. Domseiffen. A. J.
Dykmans, E. J. van Donselaar (4e kl.),!
J. J. Fransen, J. P. Franse. P. L. J. van
der Geest, S. Geertsema, J. van Horick,
C. M. Huneker, J. Hertog, H. B. Har
ren. A. L. Hoogakker, G. J. Jansen Hen
driks, Jansen (2e kl.), W. C. Kooonsöerg.i
B. J. van Kessel (4e kl.), J. F. Koppen.
P. J. Knape, P. L. M. Kuypers. A. Kooij
2e klas). J. C. Klinkenberg. H. Kuipers,
P G. Th. van Kolk. H. J. Kuipers. D. J.
W. Knoppert, A. Kordelaar, J. W. Lui
ten, A. M. van de Laarschot, J. Louren-
burg, J. F. Mooiweer, G. E. P. Metse
laar (2e kl.). ter Metz, J. C. Nagte-
gaal; H. J. Nederkoorn, Th. Nunnink.
Chr. Odenthal, E. Oómen, W. C. H. var.
Oosten (2e kl.), E. J. J. Piek. A. van der
Plas, F. van der Putten, J. H. Pot, J. A
Raams, H. J. Ramakers, W. L. G. van
de Raadt, Ant-. Reyn, C. W. Roosloot,
J. B. Schouw, Th. Schuit, P. Stokman.
J. A. M. Schoorl, J. H. A. Spijkers, H. N.
Teeuwen, H. Teeuwen, G. A. Tervoert
H. G. Tons. A. J. Vinckx, A. Verdank
schot (3e kl.), N. W. van Vcssutn, J. A.
A. M. van der Veldt. N. J. de Vogel, G
B. van der Velde, D. J. Willemse, n.
Warmerdam, C. Wajer, L. dc Zwart, W.
Zwart.
De cursus 1928—1929 vangt aan Maan
dag 17 September.
ijzeren schip in den middelsten schoor
steen en de zonnewijzer in den tuin.
..Wel verdraaid", zei Mr. Palmalee.
„dat bevalt wy. Als je iets van dat soort
hebtVan wien is het?"
„Dat weet ik niet zoo precies".
„Het is een ontwerp, waaraan Witby
zijn vryen tijd werkte", zei Cockey.
„Och ja", antwoordde Mr. Schermer
hom. zyn wenkbrauwen optrekkend, ,.ik
weet het al. het is een oud idee van mij.
waaraan hij een beetje is gaan werken
meer uitvoerig, zie je. Bevalt het
je?"
„Zeker".
„Mooi! wy zullen het mee naar myn
kantoor nemen en de details uitwerken.
Voor het oogenblik is het nog in het ru
we geschetst, maar wy zullen dat wel
verbeteren".
zy gingen samen de trap op en de
jonge kameelen ontspanden zich, dat is
te zeggen, de anderen, maar Cockey niet
Hoewel hij recht ging zitten alsof de
ketenen der slavernij hem niet mee:
drukten, toch was zyn werkyver veran
derd in verontwaardiging".
„Dat is diefstal!" dacht hy. „Nou. ho
vind Je dat nu?"
HOOFDSTUK 13.
Al had Ben geweten, wat er op dat
oogenblik ln hot gebouw der arch iter-
ten-firma gebeurde, zou hü er wellicht
niet zoozeer op gelet hebben, wan'
EEN KARRETJE OP EEN
GRINTWEG REED
OF EEN KLEINE BEROOVING.
Op den mooien zomeravond van
Maandag waren drie kameraden te
Haarlem samen op weg gegaan met den
hittenwagen van een hunner. Hier en
daar werd eens verkoeling gezooht in een
cafétje en daarna ging het maar weer
verder, den kant op van Haarlemmer -
liedc. Of de gewenschte verkoeling wel
gekomen is ge twijfelen wy, eerder geloo-
ven we dat de inzittenden meer last van
hitte en benauwdheid kregen, dan al
thans voor een hunner wel wenschelijk
was. Hij heette W. S., kwam uit Am
sterdam en had een portemonnaie dü
zich. met het kolossale bedrag van 31
gulden.
Reden genoeg voor zyn twee kame
raden A. v. S. en J. D. uit Haarlem om
hem langzamerhand van den hittenwa
gen af te werken en in den grasberm
langs den Lager.Weg te Haarlemmerliede
te laten sakken. Waarby gezorgd werd,
dat de portemonnaie binnen boord
bleef, althans tót de inhoud er uit was.
De portemonnaie kwam daarna in het
riet langs den Lagen Weg terecht, niet
ver van de plaats waar de eigenaar in
het gras de genoegens, die een verblijf
in de open lucht op een mooien zomer
avond biedt, smaakte. En daar vond ook
de politiehond van de Haarlemsehe re
cherche het voorwerp, wat weer aanlei
ding was, dat A. van S. en J. D. in de
oei van het politiebureau kwamen. De
buit hadden zy juist samen eerlyk ge
deeld. De Rechtbank zal er verder wel
over beslissen.
UITGAAN
Een huishouden van Jan
Steen.
Zaterdag en Zondag a s. zal het En
semble Herman Bouber in den schouw
burg aan den Jansweg nog twee voor
stellingen geven vair Een huishouden
van Jan Steen (De hobbelende woon
schuit).
Bij een vorige te Haarlem werd de
opvoering van dit stuk gunstig door ons
beoordeeld. Onze tooneelresencent
schreef
„Wanneer alle volksstukken, die ik in
de laatste jaren op de planken heb ge
zien, waren geweest als: ,.'n Huishouwe
van Jan Steen", wat zouden mij dan tal
van onaangename oogenfolikken be
spaard zyn gebleven.
In tal van ernstige en vrooiyke tafe
reeltjes laat Elsensohn het verschil van
levensvreugde zien in het groote en het
kleine gezin. In het derde bedrijf, waar
in de dood aan de deur van Anton Ver
huist klopt en de vader en moeder zich
vóór den afgrond geplaatst zien hun
eenige schat te moeten verliezen, toont
Elsensohn met zuivere en eenvoudige
middelen een sterk dramatisch effect te
kunnen bereiken. En aldaar weet hy
en dat is zyn grootste verdienste
valsch gevoel en sentimentaliteit te my-
den".
toen Mr. Schermerhorn zün bezoeker de
trap opleidde, werd Ben naar de kamer
gebracht, waar hij den vorigen avond
door Rood-nek was verhoord. Hier
wachtte hem echter een verrassing,
want in plaats van de bloedrijke man.
zat achter den lessenaar een kalme, be
zadigde commissaris, die als chef werd
aangesproken en met een eerbied be
handeld, die hy aannam, als iets dat
hem verschuldigd was. De schrijver was
ook een ander, hoewel hij even bejaard
en uitgedroogd was als de vorige, maar
in het bezit van een zekeren verstan -
digen blik. zooals men soms ziet in de
oogen van oude honden, die in nun
jeugd pienter genoeg waren en fel op
de kattenjacht.
„Ben, dit is een heel eigenaardige ge
schiedenis, die je verteld hebt", begon
de man achter den lessenaar, heel vrien-
ösiyk met den vinger wijzende op he'.
•apport voor hem,
Ben kreeg opeens een goeden inval
.Als ik had willen Jiegen, zou ik hc:
beter gedaan hebben", antwoordde hy
„Heb je dat gedacht gedurende den
nacht?"
„Er is mij dezen nacht zooveel in de
gedachten gekomen, want geslapen heb
ik niet!"
Arme jongen! Men kon het hem aan
zien! Hoewel hy zich dien morgen gp-
wasschen luid. was er geen gelegenheid
geweest om zich te scheren en de blo-
kisur, die anders zijn gelaat sier-,
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN
a 60 Cents per regel.
Schrijnen en Stukioopen der Huid, Door
zitten bij Wielrijden, verzacht en geneest
men met PUROL. Doos 30 ct. Bij Apoth.
en Drogisten. 6
FAILLISSEMENTEN.
Door de Haarlemsehe rechtbank zijn
in staat van faillissement verklaard:
1. P. Geljom, schilder te Hillegom,
Meerstraat 38; curator Mr. G. E. Mel-
lema alhier.
2. P. VerzUlberg. arbeider te Haarlem,
Heerensingel 131 B. curator Mr. G. E.
Mellema alhier.
Rechter-commissarisMr. Th. Maas-
sen alhier.
Opgeheven werden de faillissementen
van:
1. J. van Duis wed. Leenman, Joh. en
Petrus Leenman veeboeren te Haarlem
mermeer Aalsmeerdenveg 230; curator
Jhr. Mr. L. U. Rengers Hora Siccama
alhier.
2. H. J. Koning, electricien te Haar
lem, Kedoestraat 15, curator Mr. J. van
der Vegt alhier.
3. P. Dekker, fouragehandelaar te
Oosthuizen; curator Mr. F. van de Goot
alhier.
Geëindigd zyn de faillissementen door
het verbindend worden der uitdeelings-
Ujst van:
1. C. M. W. van Emmerik, aannemer
te Heemstede; curator Mr. F. J. D. They-
se, alhier.
2. P. Bosch, monteur te Bennebroek,
curator Mr. Dr. F'. A. Byvoet alhier.
3 J. Th de Graaf, veehouder te Ryp-
wetering gemeente Alkemade; curator
Mr. Dr. F. A. Byvoet alhier.
4. de N. V. Technisch Bureau v. h.
Versluys en Co. te Haarlem curator Mr.
F. Heemskerk te Amsterdam.
5. Johan Schammeldt, schoenwinke
lier te Bevcrwyk: curator Mr. A. W.
Hellema te IJmuiden.
MUZIEK IN DEN HOUT.
De Haarlemsehe Órkestvereenigiug
geeft een muziekuitvoering in den Hout
op Donderdag 19 Juli 1928, onder leiding
van Eduard van Beinum.
Aanvang 's avonds te 8 1/4 uur.
Het programma luidt:
Koninginnemarsch, E. v. Brucken Fock.
Ouverture „De gele Prinses", Saint-
Saëns.
Egyptische dansmuziek, A. Luigini.
Fantaisie „Butterfly" Puccini.
Fantaisie Carmen, Bizet.
Ouverture Willem Teil, Rosini.
BOOTTOCHT.
De Zang- en St. Nicolaas-Vereeniging
„Onderling Genoegen" houdt Zondag 29
Juli een boottocht naar Schoorl en om
geving. De tocht gaat langs de Zaan
streek.
de. was heelemaal verdwenen en alleen
zijn oogen zagen rood. En zün kleerer..
het is eigenaardig hoe verfomfaaid ze
eruit zagen, nadat hy er een nacht in
had doorgebracht. Het is verbazend hoe
smerig een boord wordt als je er telkens
in wrijft, alsof je geen lucht genoeg kunt
krijgen. Maar toch. Ben zat rechtop cn
je zou goed moeten toezien, om te mer
ken. dat zyn mond ietwat beefde.
Ik ben biy, dat je er over hebt na
gedacht". zei de hoofdcommissaris. „Is
er nu iets, dat je in Ie bekentenis van
gisterenavond zou willen veranderen? Je
meet wel een beetje verbijsterd zijn
geweest, dat je zoo plotseling gesnapt
werd en misschien heb je je hier of daar
vergist.
„Neen. münheer". zei Ben en met een
poging om te glimlachen voegde hij er
aan tce: „Myn geschiedenis klinkt
vreemd, maar is volkomen waar".
De chef keek hem aan en schudde
zachtjes liet hoofd". „Niet heelemaal",
zei hij. „Er zün hiaten in en een ge
schiedenis, die slechts gedeeltelük waar
is. Het is zooals dit: Als ik zeg ik heb
drie kinderen, zeg ik de waarheid, maar
het is toch niet waar. want ik heb er
zes, In zeker opzicht is het een leugen
en dat is juist het geval met hetgeen je
gister hebt gezegd
(Wordt vervolgd^;