H. D. VERTELLINGEN FLITSEN FEUILLETON TAXI! TAXI! STADSNIEUWS Smelten HAARLEM'S DAGBLADWOENSDAG 18 JULI 1928 (Nadruk Terboden; auteursrecht voorbehouden.) Vuurproef door HAROLD BURNS. ..Wat! Peter Herrick.... dde kwa jongen, die weekeling, die verwaande fat. dat ïnoedersjoggie, die nietsnut? Nooit van myn leven. Ik zie je nog liever trouwen met een van m'n werk lui!" Boengl De deur sloeg dicht achter D. Higgs. Zijn dochter Pegg niet in 't minst uit het veld geslagen, nam den haak van de telefoon en liet Peter Herrick roepen. „HalloVader is woedend. Je komt dus vanmiddag?f' De vraag lee* onlogisch maar Peter kende Peggy's korte onweerstaanbare manier van zich uit te drukken. ..Zoo, was hij boos?" vroeg z'n ge- flecteerde stem van het andere einde. „Erg vervelend, zèg. Maar ik zal we! moeten komen. Heb anders een hekel aan herrie!" Er was wel eenige aanleiding voor den nijd van D. Higgs. Peter was nou juist de soort jongeman om een self-made man als Higgs af keer in te boezemen en hem razend te maken nu hy het zelfs waagde de hand uit te strekken naar zijn oogappel, zijn lieveling, Peggy. Want Peter had in zijn I leven, na zijn studietijd, nooit iets an- tiers gedaan dan thuis bij zijn moeder, die weduwe was, rondhangen, zeilen, motorrijden en nieuwe modes lanceeren, om niet te spreken van zijn tennis- triomfen. Mevrouw Herrick was gelukkig ge- fortuneerd genoeg om dat leventje haar zoon tc kunnen permitteeren, maar het maakte een allerslechtsten indruk op I den man <jie van gewoon arbeider op- geklommen was tot directeur van een scheepstimmerwerf, Higgs. Maar bovenal haatte Higgs den jonge- man om zijn geaffecteerd airtje en om- dat hij eens, in het bijzijn van Higgs, ge- zegd had, naar aanleiding van een vecht partij waarover men sprak: „ik vecht nooit als ik het laten kanbar ordinair argument, zèg". Sindsdien maakte Higgs een smak- kend geluld mst :'n mond als hij Herrick, keurig als een modeplaatje, tegenkwam, j alsof hij iets wee-zoetigs proefde. Maar met dat al was Peter een j knappe Jongen en hy kon goed praten, de eenige verklaringen die Higgs vinden kon voor het feit, dat „dit prul" zijn Jhnke kleine Peggy had ingepalmd. j Dien middag had het gesprek plaats, 1 dat Peggy haar vader had aangekondigd. Peter en Peggy luisterden gedwee naar de zeer onvriendelijke redevoering die Higgs afstak. Peter deed z'n best niet verveeld te kijken en Peggy werd beurtelings rood en bleek van nijd „Dus als ik het goed begrijp", zei Peter, toen Higgs hem een kwartier lang voor nietsnut, luilak en slappeling had uitgescholden, „dus als ik goed begrijp heeft u iets tegen me?" Higgs zag er uit of hij van plan was don ander van zijn kantoor te smijten, maar Peter ging doodbedaard verder. „En dat alleen, als ik wel begrijp, omdat ik niet werk? Ja ziet u, ik kan niets passends vinden. Maar ik heb per slot van rekening mijn diploma.... u kunt toch wel een ingenieur gebruiken". Weet je wat ik gebruiken kan? Een workman!" snauwde Higgs. „Als je iets voelt voor rijden met een lorrie en Je handen uitsteken, dan kan Je bij mij terecht". „Maar vaderbegon Peggy. Peter bekeek z'n glanzende, wel-gema- nicuurde vingernagels. „Hmals ik u daarmee bewijzen kan dat ik wel wer ken wil". Higgs grinnikte. „Dat zou jij net een kwartier uit houden Joggle". Zyn blik gleed verach telijk over het keurige figuur van den ander en naar zijn blanke, gladde han den. „O, ehik wil het toch wel pro- beeren" zei Peter op z'n geaffecteerd toontje. „Als u het goed vindt zal ik dan morgen maar beginnen". „Maar Peterbegon Peggy weer. Higgs kreeg een boosaardig plezier in het geval. „Prachtigdan verwacht ik je morgen, om zeven uur". ,,'s Morgens?", vroeg Peter. Jawat dacht je dan? 's Avonds? snauwde Higgs. „Hm.... verduveld vroeg, zt\g. En finzal me laten wekken. Tot mor gen, meneer Higgs. Het was me hoogst csngeciaam". Higgs kreeg de grootste verrassing van zün leven toen Peter den volgenden' morgen verscheen. Die verrassing werd nog grooter toen Peter na een week zijn loon kwam ophalen en niet sprak van „opzeggen" Dat was niet de bedoeling van Higgs geweest. Hy ergerde zich gruwelijk en liet Peter bi) zich roepen, op zyn particulier kantoor om hem een scène te maken over het feit dat hy Peggy ontmoette achter den rug van haar vader. „Oachter uw rugprotesteer de Peter. „Ik verkies het niet. En je hoeft niet terug te komenje bent ontslagen". „Maar eh begon Peter. Higgs kon zijn toon niet uitstaan, zyn gepoiystheid, zijn heele wezen. En het meest van alles niet het feit. dat dit ..prul" hem er toe bracht, hij zag dat zelf wel in. volkomen onbillijk te zijn. ..Je bent ontslagen", brulde hij. Eenige minuten later liep Peter over de werf met een knorrig gezicht, dwars door de arbeiders die de heele week hun uiterste best hadden gedaan, hem den vuurproef vooral heel heet te maken! „Zoo Petertje", riep de voorman, een reus van een kerel. „Heb je niets te dben? Of ben je moe en ga je rusten by moessie? Steek je lieve handjes maar eens uit". Peter stak zijn handjes uit. Een se conde later vloog een voortand van den ander over de steenen. Twee seconden later had zich een kring van belangstel lenden gevormd om de vechtenden. In den aanvang golden alle kreten van aanmoediging den voorman, maar gelei delijk kreeg Peter zyn aanhangers. Als het op vechten aankomt vervalt alle standsverschil. Het gebrul bereikte zelfs het kantoor van Higgs. Deze liep, nog zie':^ nijd, op zichzelf, op Peter en Peggy en de heele verdere wereld, in de richting van het lawaai, zag vechtenden en be sloot onmiddellijk een einde te maken aan de zaak en tevens zyn slechte stem ming te koelen. Hij sloeg den voorman tegen den grond en wendde zich toen dreigend naar den anderen vechtersbaas. Evenmin als hy Peter herkende diens eigen moeder zou er moeite mee hebben gehad op dat moment, herken de Peter hem in de hitte van den strijd. En vyf minuten later zag Higgs een wonderlijk natuurverschynsel dat leek op een sterrenregen vergezeld van een maansverduistering en de botsing van twee planeten. Toen hy bijkwam boog zich een volkomen onherkenbare jonge man over hem heen en een stem die hy onmiddeliyk herkende, zeide: „Spyt me erg zag. Had u niet herkend. Ben anders nooit voor vechten. Klein kunstje om er op te slaan als je sterk bent, hè? Ik hou meer yan beschaafder* argumenten". Higgs stond op, schreed zoo waardig als het ging tusschen zijn arbeiders door en verdween naar binnen. „O vader", zei Peggy toen ze hem dien middag zag. Higgs keek vriendelijker dan hij in tyden gedaan had. „Beteekenl niets, kind", zei hü, „vech ter. is verboden bij my. Dus als er een vechtpartij is, moet ik er wel tusschen komen" Hy grinnikte. „Ik had toen zelf een knokjemet dien vriend van jou". „Met Peter?" stamelde Peggy. „Ja. Ik heb hem aardig afgedroogd. Maar ik moet zeggen, hy hield zich goed. Eigenlijkhmik zal het dan maar eens me: hem probeerenkan per slot van rekening wel een Ingenieur gebruiken.... en als hy doorzet hm'" Dien avond verscheen een eenigszins gekwetste Peter by de verrukte en ver baasde Peggy. Met hooge goedkeuring van den heer des huizes! „O Peterje ziet er uit „Moet je den voorman zien, zèg", zei Peter. „Wel. we zullen maar denken dat va der misschien nooit zoo gauw had toe gegeven als hy niet wat spUt'er van had dat hy je zoo op je gezicht heeft ge slagen". Peter staarde haar aan. „Heeft je vader my „Tenminste hij zei-is het dan niet zoo?" Peter keek naar zijn handen waar aan hy twee uren gewerkt had om ze weer wat toonbaar te maken. „O. ehja", zei hy diplomatiek „laten we nu maar niet meer over die eh..,. ruwe dingen praten schat". INGEZONDEN MEDEDEELINGEN a 60 Cents per regel. Stofzuigerhuis MAERTENS B ARTELJORISSTR A AT 16 TELEFOON No 10756 APEX ELECÏRISCHE WASCHMACHINES F 275 VAN HAARLEM'S DAGBLAD No. 1250 JANTJE ARGUMENTEERT Jantje informeert waar- 1 hoe weet moeder dat het om het nou noodig is, I zal gaan regenen het dat hy een jas aantrekt I regent nu toch niet nou 'ja. maar de weer voorspelling kwam giste ren heelemaal niet uit als Jan Kommer geen jas aan heeft, hoeft hy dan ook niet? argumenten raken op - I als hy nou zijn oude pak len bovendien hij blijf zoekt wanhopig nar I aan doet. hindert he*. I cch vlak in de buurt nieuwe I toch niet maakt uit moeders toon op dat verder debatteeren nutteloos is en gaat zijn jas halen (Nadruk verboden) naar het Engelsch door CHRISTINA KAMP. 20) Hy ging voort met de plannen te be kijken. maar met een verstrooid gezicht als iemand, die voorwerpen beschouwt, die hil niet wil koopenzoo'n beetje nieuwsgierig, maar zonder interesse. „Ik heb het inwendige van een huls- kamer geschetst, die naar ik meen. wel geschikt Is", zei Mr. Schermerhom", „met paneelen en jachtstukken boven de fries". „Waar is die?" vroeg Percy, nu met meer belangstelling de schetsen bekU- kend. „Ik zie die niet" Mr. Schermerhorn zocht zeil', maar vond die teekenlng niet. „Wacht even. Ricketts zal die vergeten hebben", zei hü. Hy schelde, maar een andere bedien de kwam met de boodschap, dat Mr. Ricketts was uitgegaan. ,,'t Hindert niet", zei de architect, opstaande, „ik zal die wel kunnen vin den. Een minuut, alstublief". Ik zal meekomen", antwoordde Per cy. van den lessenaar springend. „Ik wilde toch weggaan". Een meer ordinaire man dan Mr. Schermerhorn zou binnensmonds ge scholden hebben Hij had duidelyk kun nen zien. dat Mr. Palmalee in het ge heel niet aangelokt werd door de voor gelegde ontwerpen en daarom wilde hij zorgen dat hij nog niet wegging, want hU wilde hem op het apropos brengen var. de ontwerpen voor het villapark En nu wilde die akelige Palmalee zich al gereed maken om heen te gaan, waarschynlyk om met dien babbelkous van een Peltier te gaan lunchen, me! dien gek. die de paarden onder één dak met je zou willen onderbrengen en die waarschynlyk ook het werk zou krijgen door niets anders dan eenvoudig dom geluk. Maar wat kon hy doen? Percy had alreeds zijn Derbyhoed achter op zUn hoofd gezet en liep naar de deur. „Vergun mü". zei Mr Schermerhorn de deur voor hem open houdend en dan liepen zy de trappen af naar de tec- kenzaal beneden. Onmiddeliyk waren al de hoofden var de teokenaars diep over hun bord gebo gen en zy zaten daar als een kudde kameelen. vastgebonden aan hun palen „Wie van u", begon Mr. Schermer horn met zyr. vriendelijkste stem, „Is aan het werk geweest aan de paneelen voor de huiskamer van Mr. Palmalee?" ZU keken elkander aan alsof zU be nieuwd waren, wat dat moest betteke nen, maar tic vraag klonk zoo argeloos. MIDDELBARE TECH- NISCHE SCHOOL. UITREIKING VAN DIPLOMA'S. Aan de geslaagden van de juist ge ëindigde eindexamens der M. T. S. wer den Dinsdag de einddiploma's op plech tige wijze uitgereikt. Deze plechtigheid vond plaats in de bestuurskamer der M. T. S., in tegen woordigheid van de bestuursleden Ir. P. J. van Voorst Vader Jr., hoofdin genieur van den Rijkswaterstaat en ir. F. C. Dufour, directeur der N.V. Haar- lemsohe Machinefabriek, voorheen Gebr. Figée, en van de gecomitteerden van wege den minister van Onderwys, Kun sten en Wetenschappen, de heeren H. van der Kloot Meyburg, architect te Voorburg, ZB, C. Thomese, hoofd ingenieur van den Provincialen Water staat te Haarlem. Ir. L. Troost, inge nieur der Koninklijke Marine te 's-Gra- venhage, directeur, leeraren en verder personeel der M. T. S. De Voorzitter der Vereeniging voor Nyverheidsonderwijs, de heer P. J. van Voorst Vader Jr., opende de bUeenkomst met een rede, waarin hy o.m. opmerkte dat gebleken was, dat de werkgevers over het alygemeen zeer tevreden zyu over de door de M. T. S. te Haarlem gediplomeerde technici. Hy wees de geslaagden er op. dat het bezit van het diploma hun den plicht oplegt, er toe mede te werken dat de goede naam, die de M. T. S. zich heeft, verworven, ge handhaafd en versterkt wordt, en dat hun al of niet slagen in het bedryfsle- ven niet uitsluitend zal afhangen van hun technische kennis en kundigheden, maar wel in groote mate van hun ka raktereigenschappen betrouwbaarheid, toewijding en wilskracht. Spreker be tuigde zyn ingenomenheid met de be haalde resultaten en bracht namens het bestuur dank aan gecommitteerden voor de belangstelling, die zy- getoond hebben en aan directeur en leeraren en verder personeel voor de door hen be toonde toewijding. Na deze rede ging de Directeur der M. T. S., de heer Ir. G. Hofstede, over tot het uitreiken van de einddiploma's, waarby aan elk der gediplomeerden een persoonlijk woord gewyd werd. Namens de gecommitteerden by het eindexamen wensohte de heer H. van der Kloot Meyburg, de gediplomeerden geluk met liet behalen van hun eind diploma met de volgende rede: „Nu ge, na eenige wege.n van inge spannen arbeid, van hoop en vrees, hier zyt bijeengekomen om het zoo vu rig begeerde diploma in ontvangst te nemen, zullen zich verschillende gevoe lens van u meester maken. In de eerste plaats zal biydschap u vervullen. Doch ook gedachten van weemoed zullen zich in deze vreugdestemming vlechten, ter- wyi, naar ik meen te mogen aannemen, gevoelens van dankbaarheid u evenmin vreemd zullen zyn. Natuuriyk heeft blydschap het einddoel van uw studie met een tastbaar bewys te zien be kroond, de overhand en vermoedeiyk zal het u gaan als mij, toen ik eenige tien- talie jaren geleden myn eerste diploma behaalde, ge zult als ge straks van hier zijt gegaan, dit belangryke document met trotsch en voldoening toonen aan uw ouders of voogden, aan vrienden en kennissen, wier gelukwenschen zekér niet minder hartelyk zullen zyn dan de onze. Ik zeg, als ge straks van hier zyt gegaan; niet zonder weemoed, zult ge by het verlaten van deze byeenkomst er aan denken, dat nu een levensperiode voor u wordt afgesloten, waarop ge, naar ik stellig geloof, steeds met genoegen zult terugzien. Want, niet waar, de schoonste tijd is de studietUd. Tal van herinneringen zijn hieraan verbonden, herinneringen, die schooner worden, naarmate ge verder in het leven zuh voortschrijden. De M. T. S. te Haarlem, waar blyk- baar een buitengewoon aangename en vriendschappelijke geest heerscht, zult ge nimmer vergeten en dankbaar zult ge gestemd blijven ten opzichte van di recteur en Leeraren, die met groote toe wijding hun kennis aan u hebben mede gedeeld. Ongetwijfeld zullen zy, ook al behoort ge niet meer tot de leerlin gen der school, u steeds terwille zyn a!s gy hun hulp of voorlichting noodig mocht hebben. Een belangryke mijlpaal ln uw leven hebt ge thans bereikt. Een nieuwe weg ligt voor u open, waarby de kennis, hier verzameld, u van zeer groot nut zal blijken. Evenwel meen ik u, in allc- bescheidenheid, te moeten waarschuwen tegen zelfoverschatting. De wapens, noodig in den stryd om het bestaan, werden u hier verschaft, doch ge moet ze nog op de juiste wijze leeren gebruiken. Het is zeker niet uit gesloten, dat het leven u soms een ge- voeligen stoot zal toebrengen, een stoot, dien ge theoretisch prachtig heb: leeren pareeren, doch die niettemin pracCisch een pyniyken Indruk kan nalaten. Dezen strijd echter altijd eer lijk te voeren, zoodanig dat ge ook oy uw tegenstander eerbied afdwingt, mo- dat Cockev zyn stem verhief en ant woordde: „Ik meen. dat Witby daaraan werkte", zei hy, naar den ledigen stoel naast hem wijzend. „O ja", antwoordde de architect er. dan tot Percy: ,.Lk dacht al. dat het vreemd was: daardoor kwam het. da' Ricketts ze niet mee bracht. Wy zullen zc zeker hier vinden" Hy ging naar Ben's teekenplank Percy achter hem aankomenden toonde hem de teekening. „Een beetje triviaal, vind je niet?" zei de laatste der Palmalees. Mr. Schermerhorn zou hem hebben kunnen vermoorden. „Natuuriyk lykt zoo'n vluchtige schets naar niets", zei hy. „Maar als ik de ori- gineele teekening kan vinden, zal je moeten toegeven, dat daar voldoende le vendigheid en geest in zit" Hy maakte de punaises los om naar zUn schets te zoeken, die naar hy meen de, daaronder zat. maar in plaats daar van kwam het ontwerp van Benny': bungalow voor den dag, óp een vel car ton geteekend en o zoo mooi gekleurd met alle kleuren die onder do zon te zien zijn. „Hallo!" riep Mr. Palmalee uit. „dat is mooi!" Dan mompelde hy: „Mag ik?" en nam het op. dan eens het van dichtby beschouwend, dan weer van zich afhou dend. En de drie steenen gevels keken hem aan en insgelijks de bloembakken op dc vensterbanken cn het gesmeed ge voor u steeds als vanzelfsprekend zijn. Evenzoo moge het steeds voor u vanzelfsprekend zijn, dat in de eerste plaats uw streven er op moet zyn ge richt, een nuttig lid van de Maatschap pij te zijn. Buiten twyfel zal dan, als ge die laatste mijlpaal, welke naar ik hoop, voor u nog ver, heel ver ln het ver schiet ligt, eenmaal zult hebben bereikt, een nog grooter vreugde dan thans, zich van u meester maken, omdat ge dan de voldoening zult smaken, ook het uwe ertoe te hebben bijgedragen, de sa menleving tot een hooger peil op te voeren. Dat uw levensbaan slechts zelden door donkere wolken zal worden overscha duwd en veel zonneschijn uw deel moge zyn. is ten slotte mijn hartgrondige wensch." Vervolgens vroeg een der gediplomeer den, de heer W van den Burg het woord om het bestuur en in het bijzonder di recteur en leeraren namens de geslaag den dank te betuigen, voor alle goede zorgen, gedurende den opleidingstijd aan hen gewijd. Alle sprekers werden met geestdriftig applaus beloond. Na de sluiting van het officieele ge deelte werden ververschingen aange boden en bleven de aanwezigen nog eenigen tijd gezellig byeen. EXAMENS TF-EKENSCHOOL St. JOZEF GEZEL LEN VEREENIGING. Voor het toelatings-examen van de Teekenschool der St. Jozef Gezellenver- ceniging hadden zich aangemeld 100 'jongens. Niet opgekomen zyn er 6'. Toegelaten werd 79 jongens. J. Alders, H. J. Boerée, C. Bronkhorst, D. Beek, A. A. Bronstring, J. J. Bamhom. M. J. ten Bosch. C. V. ten Brink, L. Bekkers <2de kl.), L. van Beelen, G. Dortmundt. F. B. M. Dost. R. F. Domseiffen. A. J. Dykmans, E. J. van Donselaar (4e kl.),! J. J. Fransen, J. P. Franse. P. L. J. van der Geest, S. Geertsema, J. van Horick, C. M. Huneker, J. Hertog, H. B. Har ren. A. L. Hoogakker, G. J. Jansen Hen driks, Jansen (2e kl.), W. C. Kooonsöerg.i B. J. van Kessel (4e kl.), J. F. Koppen. P. J. Knape, P. L. M. Kuypers. A. Kooij 2e klas). J. C. Klinkenberg. H. Kuipers, P G. Th. van Kolk. H. J. Kuipers. D. J. W. Knoppert, A. Kordelaar, J. W. Lui ten, A. M. van de Laarschot, J. Louren- burg, J. F. Mooiweer, G. E. P. Metse laar (2e kl.). ter Metz, J. C. Nagte- gaal; H. J. Nederkoorn, Th. Nunnink. Chr. Odenthal, E. Oómen, W. C. H. var. Oosten (2e kl.), E. J. J. Piek. A. van der Plas, F. van der Putten, J. H. Pot, J. A Raams, H. J. Ramakers, W. L. G. van de Raadt, Ant-. Reyn, C. W. Roosloot, J. B. Schouw, Th. Schuit, P. Stokman. J. A. M. Schoorl, J. H. A. Spijkers, H. N. Teeuwen, H. Teeuwen, G. A. Tervoert H. G. Tons. A. J. Vinckx, A. Verdank schot (3e kl.), N. W. van Vcssutn, J. A. A. M. van der Veldt. N. J. de Vogel, G B. van der Velde, D. J. Willemse, n. Warmerdam, C. Wajer, L. dc Zwart, W. Zwart. De cursus 1928—1929 vangt aan Maan dag 17 September. ijzeren schip in den middelsten schoor steen en de zonnewijzer in den tuin. ..Wel verdraaid", zei Mr. Palmalee. „dat bevalt wy. Als je iets van dat soort hebtVan wien is het?" „Dat weet ik niet zoo precies". „Het is een ontwerp, waaraan Witby zijn vryen tijd werkte", zei Cockey. „Och ja", antwoordde Mr. Schermer hom. zyn wenkbrauwen optrekkend, ,.ik weet het al. het is een oud idee van mij. waaraan hij een beetje is gaan werken meer uitvoerig, zie je. Bevalt het je?" „Zeker". „Mooi! wy zullen het mee naar myn kantoor nemen en de details uitwerken. Voor het oogenblik is het nog in het ru we geschetst, maar wy zullen dat wel verbeteren". zy gingen samen de trap op en de jonge kameelen ontspanden zich, dat is te zeggen, de anderen, maar Cockey niet Hoewel hij recht ging zitten alsof de ketenen der slavernij hem niet mee: drukten, toch was zyn werkyver veran derd in verontwaardiging". „Dat is diefstal!" dacht hy. „Nou. ho vind Je dat nu?" HOOFDSTUK 13. Al had Ben geweten, wat er op dat oogenblik ln hot gebouw der arch iter- ten-firma gebeurde, zou hü er wellicht niet zoozeer op gelet hebben, wan' EEN KARRETJE OP EEN GRINTWEG REED OF EEN KLEINE BEROOVING. Op den mooien zomeravond van Maandag waren drie kameraden te Haarlem samen op weg gegaan met den hittenwagen van een hunner. Hier en daar werd eens verkoeling gezooht in een cafétje en daarna ging het maar weer verder, den kant op van Haarlemmer - liedc. Of de gewenschte verkoeling wel gekomen is ge twijfelen wy, eerder geloo- ven we dat de inzittenden meer last van hitte en benauwdheid kregen, dan al thans voor een hunner wel wenschelijk was. Hij heette W. S., kwam uit Am sterdam en had een portemonnaie dü zich. met het kolossale bedrag van 31 gulden. Reden genoeg voor zyn twee kame raden A. v. S. en J. D. uit Haarlem om hem langzamerhand van den hittenwa gen af te werken en in den grasberm langs den Lager.Weg te Haarlemmerliede te laten sakken. Waarby gezorgd werd, dat de portemonnaie binnen boord bleef, althans tót de inhoud er uit was. De portemonnaie kwam daarna in het riet langs den Lagen Weg terecht, niet ver van de plaats waar de eigenaar in het gras de genoegens, die een verblijf in de open lucht op een mooien zomer avond biedt, smaakte. En daar vond ook de politiehond van de Haarlemsehe re cherche het voorwerp, wat weer aanlei ding was, dat A. van S. en J. D. in de oei van het politiebureau kwamen. De buit hadden zy juist samen eerlyk ge deeld. De Rechtbank zal er verder wel over beslissen. UITGAAN Een huishouden van Jan Steen. Zaterdag en Zondag a s. zal het En semble Herman Bouber in den schouw burg aan den Jansweg nog twee voor stellingen geven vair Een huishouden van Jan Steen (De hobbelende woon schuit). Bij een vorige te Haarlem werd de opvoering van dit stuk gunstig door ons beoordeeld. Onze tooneelresencent schreef „Wanneer alle volksstukken, die ik in de laatste jaren op de planken heb ge zien, waren geweest als: ,.'n Huishouwe van Jan Steen", wat zouden mij dan tal van onaangename oogenfolikken be spaard zyn gebleven. In tal van ernstige en vrooiyke tafe reeltjes laat Elsensohn het verschil van levensvreugde zien in het groote en het kleine gezin. In het derde bedrijf, waar in de dood aan de deur van Anton Ver huist klopt en de vader en moeder zich vóór den afgrond geplaatst zien hun eenige schat te moeten verliezen, toont Elsensohn met zuivere en eenvoudige middelen een sterk dramatisch effect te kunnen bereiken. En aldaar weet hy en dat is zyn grootste verdienste valsch gevoel en sentimentaliteit te my- den". toen Mr. Schermerhorn zün bezoeker de trap opleidde, werd Ben naar de kamer gebracht, waar hij den vorigen avond door Rood-nek was verhoord. Hier wachtte hem echter een verrassing, want in plaats van de bloedrijke man. zat achter den lessenaar een kalme, be zadigde commissaris, die als chef werd aangesproken en met een eerbied be handeld, die hy aannam, als iets dat hem verschuldigd was. De schrijver was ook een ander, hoewel hij even bejaard en uitgedroogd was als de vorige, maar in het bezit van een zekeren verstan - digen blik. zooals men soms ziet in de oogen van oude honden, die in nun jeugd pienter genoeg waren en fel op de kattenjacht. „Ben, dit is een heel eigenaardige ge schiedenis, die je verteld hebt", begon de man achter den lessenaar, heel vrien- ösiyk met den vinger wijzende op he'. •apport voor hem, Ben kreeg opeens een goeden inval .Als ik had willen Jiegen, zou ik hc: beter gedaan hebben", antwoordde hy „Heb je dat gedacht gedurende den nacht?" „Er is mij dezen nacht zooveel in de gedachten gekomen, want geslapen heb ik niet!" Arme jongen! Men kon het hem aan zien! Hoewel hy zich dien morgen gp- wasschen luid. was er geen gelegenheid geweest om zich te scheren en de blo- kisur, die anders zijn gelaat sier-, INGEZONDEN MEDEDEELINGEN a 60 Cents per regel. Schrijnen en Stukioopen der Huid, Door zitten bij Wielrijden, verzacht en geneest men met PUROL. Doos 30 ct. Bij Apoth. en Drogisten. 6 FAILLISSEMENTEN. Door de Haarlemsehe rechtbank zijn in staat van faillissement verklaard: 1. P. Geljom, schilder te Hillegom, Meerstraat 38; curator Mr. G. E. Mel- lema alhier. 2. P. VerzUlberg. arbeider te Haarlem, Heerensingel 131 B. curator Mr. G. E. Mellema alhier. Rechter-commissarisMr. Th. Maas- sen alhier. Opgeheven werden de faillissementen van: 1. J. van Duis wed. Leenman, Joh. en Petrus Leenman veeboeren te Haarlem mermeer Aalsmeerdenveg 230; curator Jhr. Mr. L. U. Rengers Hora Siccama alhier. 2. H. J. Koning, electricien te Haar lem, Kedoestraat 15, curator Mr. J. van der Vegt alhier. 3. P. Dekker, fouragehandelaar te Oosthuizen; curator Mr. F. van de Goot alhier. Geëindigd zyn de faillissementen door het verbindend worden der uitdeelings- Ujst van: 1. C. M. W. van Emmerik, aannemer te Heemstede; curator Mr. F. J. D. They- se, alhier. 2. P. Bosch, monteur te Bennebroek, curator Mr. Dr. F'. A. Byvoet alhier. 3 J. Th de Graaf, veehouder te Ryp- wetering gemeente Alkemade; curator Mr. Dr. F. A. Byvoet alhier. 4. de N. V. Technisch Bureau v. h. Versluys en Co. te Haarlem curator Mr. F. Heemskerk te Amsterdam. 5. Johan Schammeldt, schoenwinke lier te Bevcrwyk: curator Mr. A. W. Hellema te IJmuiden. MUZIEK IN DEN HOUT. De Haarlemsehe Órkestvereenigiug geeft een muziekuitvoering in den Hout op Donderdag 19 Juli 1928, onder leiding van Eduard van Beinum. Aanvang 's avonds te 8 1/4 uur. Het programma luidt: Koninginnemarsch, E. v. Brucken Fock. Ouverture „De gele Prinses", Saint- Saëns. Egyptische dansmuziek, A. Luigini. Fantaisie „Butterfly" Puccini. Fantaisie Carmen, Bizet. Ouverture Willem Teil, Rosini. BOOTTOCHT. De Zang- en St. Nicolaas-Vereeniging „Onderling Genoegen" houdt Zondag 29 Juli een boottocht naar Schoorl en om geving. De tocht gaat langs de Zaan streek. de. was heelemaal verdwenen en alleen zijn oogen zagen rood. En zün kleerer.. het is eigenaardig hoe verfomfaaid ze eruit zagen, nadat hy er een nacht in had doorgebracht. Het is verbazend hoe smerig een boord wordt als je er telkens in wrijft, alsof je geen lucht genoeg kunt krijgen. Maar toch. Ben zat rechtop cn je zou goed moeten toezien, om te mer ken. dat zyn mond ietwat beefde. Ik ben biy, dat je er over hebt na gedacht". zei de hoofdcommissaris. „Is er nu iets, dat je in Ie bekentenis van gisterenavond zou willen veranderen? Je meet wel een beetje verbijsterd zijn geweest, dat je zoo plotseling gesnapt werd en misschien heb je je hier of daar vergist. „Neen. münheer". zei Ben en met een poging om te glimlachen voegde hij er aan tce: „Myn geschiedenis klinkt vreemd, maar is volkomen waar". De chef keek hem aan en schudde zachtjes liet hoofd". „Niet heelemaal", zei hij. „Er zün hiaten in en een ge schiedenis, die slechts gedeeltelük waar is. Het is zooals dit: Als ik zeg ik heb drie kinderen, zeg ik de waarheid, maar het is toch niet waar. want ik heb er zes, In zeker opzicht is het een leugen en dat is juist het geval met hetgeen je gister hebt gezegd (Wordt vervolgd^;

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1928 | | pagina 6