H. D. VERTELLINGEN
FLITSEN
STADSNIEUWS
ejonphünQ.
Ovgefocrvz
^urtSpfi
êcutd
FEUILLETON.
TAXI! TAXI!
fTAARLETVTS DAGBLAD VRIJDAG 20 JULI 1928
(Nadruk Ter boden; auteursrecht voorbehouden.)
Metamorphose.
door
ELLEN GRAY.
Juffrouw Bertens, wilt u even dezen
brief typen?
De jonge Daandels leunde tegen het
bureau. Hij sprak op zijn gewonen toon.
dat wil zeggen, den toon dien hij altijd had
a!s hij tegen haar sprak: vriendschappe^
lijs-onverschillig. Netty Bertens vroeg
zich af, waarom ze dat juist vandaag
sterker voelde dan anders. Maar niets
verried in haar stil gezicht, dat er an
dere dan zuiver zakelijke en nuchteren
dingen door haar hoofd gingen.
De dag was als alle dagen. Het was
het werk dat zy sinds twee jaren deed
op het kantoor van den uitgever Eer-
ward. En alles was, zooals het twee
jaar lang geweest was. Zij zat hier met
nog twee meisjes, en met Daandels.
Door een glazen deur keek ze ln het kan
toer waar de Geweldige was. De Ge
weldige, dat was Eerward. Niemand
noemde hem ooit anders achter zijn
rug en er waren momenten dat men
zich zelfs in zijn gezicht versprak. Hij
was de Geweldige, omdat bij hem nu
eenmaal alles inderdaad geweldig was.
Hij was groot en zwaar, met geweldige
handen en geweldig-scherpe oogen. Hij
kon geweldig te keer gaan en geweldig
geschikt zijn. Hij zat er geweldig ach
terheen dat er gewerkt werd en betaal
de geweldig in verhouding met andere
kantoren. Vandaar was hij de Gewel
dige.
Het was Juist toen Netty opruimde,
dat hy binnen kwam. Over zün bril heen
keek hy rond, op z*n eigenaardige
quasie verstrooide manier, waarby men
den indruk kreeg, dat hy eigenlijk niets
zag, terwijl hü ln werkelijkheid alles
opmerkte. Hü wisselde een paar woorden
met Netty. Toen groette ze en ging. En
ze dacht in zichzelf, dat de Geweldige
op juist denzelfden toon tegen haar ge
sproken had als Daandels. Jaman
nen kenden nog zoo van elkaar ver
schillen. en er was een hemelsbreed
verschil tusschen den Geweldige
Daandels, de elegante, charmante, toch
was er één ding waarin ze ander alle.
maal gelijk waren: de wyze waarop ze
tegen Netty Bertens spraken en zich
gedroegen.
Netty was triestig gestemd terwyi ze
raar huis liep. Een bitterheid welde
in haar op die ze vergeefs trachtte te
onderdrukken. Waarom was het alles
zóóals het was? Zij was nu vyf en twin
tig. Van haar negentiende jaar af was
zs op kantoor geweest. Ze had mannen
genoeg ontmoet, maar geen had ooit
eonige aandacht aan haar besteed. Tegen
haar werd ieder man altyd nuchter en
zakelijk, zy was hoogstens goed om con
fidenties aan te hoorén over hun lief
des voor andere meisjes!
Op haar kamer stond de tafel ge
dekt. Maar zy liep door naar de kleine
slaapkamer en ging voor den spiegel
staan, turend naar haar eigen ge
zicht.
Ben ik dan zóó leelijk? dacht ze
en trachtte die vraag zelf te beant
woorden. Critlsch bekeek ze haar smal
gezicht. Ja, ze was niet mooi. Daaraan
was niets te veranderen. Een slechte
teint, een onaangenaam soort zwaar,
glad haar. geen leelijke oogen, maar
weinig wimpers en slecht geteekende
wenkbrauwen
Met een zucht wendde ze zich af.
Wat viel er aan te doen? Als je leelijk
was, dan moet je maar berusten.
Terwyi ze haar eenzamen maaltijd
gebruikte, bladerde ze in een maand
blaadje waarop ze geabonneerd was. En
plotseling viel haar oog op een artikel,
geschreven door een bekende, zeer char
mante en bewonderde actrice.
Bent u leelijk? Tenminste, dénkt
Ti dat u het bent? Maar heeft u wel eens
getracht mooi te worden of te lijken?
Weet u dan niet, hoeveel de snit van een
japonnetje doet aan een figuur, de tint
van kleeding flatteeren kan? Weet u
niet dat er stoombaden zUn en mas
sages voor uw slechte huid en kleine
hulpmiddelen voor andere tekortkomin-'
gen? Waarom zoo laksch te zyn en
maar te berusten. Probeer eensik
was zelf zoo als meisje: onbevallig, zon
der attractie of bekoring. Maar op een
dag zeide ik tot mezelfik wil niet lan
ger leelijk zyn. En ik begon stuk voor
stuk alles na te gaan wat er niet deugde
aan myn uiterlijk en ik heb stuk voor
stuk myn tekortkomingen verbeterd.
Netty droomde met groote oogen over
het artikel. Het was. als sprak uit ale
gedrukte regels de stem van een goede
vriendin en het gaf haar antwoord op
haar droevige vragen.
Netty begon met haar haren. Ze
droeg een zware wrong en glad haar over
de ooren. De kapper draaide een tyd
om haar heen, probeerde dit, probeerde
dat, knipte eindelijk alles er af, ma
noeuvreerde gracieus met friseertangen
en om Netty's smal gezicht golfde nu
dik, kort haar, dat haar plotseling veel
jonger en frisscher deed lijken.
De teint vereischte meer tyd. Maar
er kwam een dag dat de stoombaden
en massages begonnen te werken.
Een maand later zei Daandels. toen hU
iets zakelijks met haar besprak: Heeft
u niet zin eens met me te gaan thee
drinken?
Netty's hart klopte wild. Dat was het
eerste resultaat en één waarop ze nooit
had durven hopen. Daandels, de knappe
met zün superieur lachje en zün tinte
lende oogen, was een onbereikbare God
heid geweest in haar gedachten. En nu,
nu zat ze dlenzelfden middag tegenover
hem in een tearoom en hy toonde zich
galant en vol attenties.
Een jaar lang is hü al in de zaak, en
hy heeft nooit op me gelet, dacht ze
en glimlachte voor zich heen.
U heeft zoo'n aparte manier van
u te kleeden, zei hy. De tinten passen
altyd goed by uw uiterlijken ook
verderalles is zoo harmonieus.
Dus vindt me erg veranderd?
vroeg ze coquet.
Veranderd? Ik geloof, dat ik u
vanaf den eersten dag bewonderd heb.
De mannen zün allemaal hetzelfde,
dacht Netty onthutst. Ze merken een
vrouw niet op. als die niet zorgt, het
beküken waard te zyn. Maar als ze haar
eenmaal opmerken weten ze heelemaal
niet waardóór 't komt!
Inmiddels was haar succes verheugend
Daandels vroeg haar herhaaldelijk mee
uit en ook anderen begonnen zich voor
haar te interesseeren. Het verwonder-
lyke was echter, dat Netty niet tevreden
was.
Neen. diep in haar hart was iets niet
in orde. En zs begreep eerst goed. wat
het was. teen ze het aanzoek van Daan
dels had afgeslagen. Een half jaar ge
leden was hij haar afgod geweest. Maar
niemand speelt het klaar, op tea's en in
bioscopes, bij wandelingen en theater
bezoek een afgod te blijven. Netty had
al te snel leeren heenzien door het
charmante uiterlijk. Ze had de leegte
achter die tintelende oogen ontdekt
en de arrogantie. Hoe zeker was hy
van haaj- antwoord! En hoe verblufte het
hem, dat ze weigerde! En dan te den
ken, dat ze eigenlijk deze heele meta
morphose begonnen was om hem!
Eigenlijk meest ze hem dankbaar zyn.
Zonder het verlangen, hem te bekoren,
had ze zeker nooit energie genoeg ge
vonden om zichzelf zoo grondig en
volhardend te „verbeteren". En als ze
nu in den spiegel een gracieus figuurtje
zag, een goed-gekleed meisje met een
charmant pagekopje, een frissche tint
en gryze oogen, verlevendigd door*don
kere wimpers en keurig-by'gewerkte
wenkbrauwen, was dat in den grond
zün werk. Maar daarmee was alles af-
geloopen. Ze kon zich niet meer voor
stellen, dat ze vroeger iets gezocht had
achter die onbeduidendheid.
Of u even by meneer wilt komen?
Netty poederde snel haar neusje en
haastte zich door de glazendeur. Haar
hart klopte een beetje sneller, zooals
altyd wanneer ze by den „Geweldige"
moest verschenen. Ze was bang dat er
dan iets niet klopte en ze een uitbrander
kreeg, hy kon zoo te keer gaan! Maar
eigenlijk was het niet alleen dat. Neen,
om geheel eerlijk te zijn moest ze er
kennen dat ze in den grond heelemaal
niet bang voor hem was. Ze kende hem
langzamerhand en wist hoeveel goed
heid cr school achter zür. grimmig-aoen.
Ze hield van zyn razen, zooals ze hield
van zyn glimlach, van zyn gevoel voor
humor, zijn strikte rechtvaardigheid. Ja,
eigenlijk hield ze wel van zeer veel in
den Geweldigemisschien zelfs van
hem zelf. Maar dat was een nooit uit
gedacht bewustzyn diep in haar ziel.
Er was gelukkig niets mis. De Ge
weldige besprak een paar zaken-dingen
met haar Maar toen ze alweer wilde
weggaan riep hij haar plotseling terug.
Juffrouw Bertens....
Ja meneer?
Hy keek naar haar om. zyn scherpe
oogen achter de brilleglazen hadden "n
ongewone uitdrukking die haar ver
baasde.
Juffrouw Bertenszoudt U met
my wilen trouwen?
Netty ging zitten. Er was. vertelde ze
Tmïéts tös een sptertrranrp ln
baar knieën gekomen op dat moment.
Dan lachte ze.
Heef-, U nog iets anders? j VAN HAARLEM'S DAGBLAD No. 1252
Ik méén het, zei de Geweldige.
Netty gaapte hem aan. Dan werd ze
rood. Daarna weer hleek.
Waarom woorden te verspillen,
gromde hy ongeduldig.
Ja of néén.
JJa. mompelde Netty.
Nou.... zie je wel! Dat was het
lachje dat ze liefhad. En ze wist zelf
niet hoe ze opeens in zijn armen kwam.
Hoe is het mogelijk, bracht ze
eindelijk uit, ..Na twee jaren
Maar jy bent niet twee jaren zóó
geweest, Hy streek over haar korte haren
en maakte een geste om haar heele
persoontje aan te duiden.
Dus jy hebt gemerkt dat ik ver
anderde?
Natuurlijkik ben geen blinde
mol. Ik heb het gezien vanaf den eersten
dag. Eerst kwam het korte haar en de
permanent wave. Toen begonnen de
japonnen aardiger te worden. Toen ver
beterde je teint. Toenenfin...,
het was een langzame en heel interes
sante metamorphose en het amuseerde
me zóó, dat ik er maar steeds niet toe
komen kon, te praten.
Zoo? Was je dan allang eh
dit van plan?
Javanaf den dag dat ik be
sefte dat Je me liefhad, ben lk anders
over je gaan denken dan voorheen
Dat ik.,., maar hoe wist je dat
dan? I
Hy lachte. I
Zóó stom ben lk nou niet om niet
te begrijpen, dat al die pogingen van
je een doel hadden. Dacht je nu heusch,
dat ik je al niet lang had doorzien?
Ik begreep direct, dat je je zooveel
moeite gaf om mij, is het niet zoo?
Netty benutte de eeuwige diplomatie
der Vrouw. Zy verborg verlegen haar
gezicht aan zyn schouder.
En hy was volkomen tevreden met
dat antwoord....
ALGEMEEN BEZIT
HET JUBILEUM VAN
DS. DRIJVER.
HARTELIJKE HULDIGING.
De vreugde in de buurt als er bij Kees Kommer
een nieuwe grasmachine bezorgd wordt; want
die oude van van Puffelen was langzamerhand
zoo slecht geworden dat er in de heele buurt
geen behoorlijke machine meer te leenen was.
(Nadruk varbodMi).
Had Donderdagmorgen ds. D. Dryver
naar aanleiding van zyn zilveren ambts
jubileum veel gelukwenschen in ont
vangst te nemen, hem van verre gezon
den, 's middags hebben velen persoon
lijk hem willen huldigen en dat op har-
teiy'ke wyze gedaan. In de consistorie
kamer van het vriendeiyke kerkje der
Evangelisch Lutherschen aan de Witte
Heerenstraat werd 's middags een re
ceptie gehouden die wel het karakter
kreeg van een officieele huldiging, zoo-
velen als in waardeerende woorden hun
dominee, ambtsbroeder of medevereeni-
gingsbestuurder kwamen toespreken of
enkel door hun tegenwoordigheid biyk
van hun belangstelling gaven.
Allereerst was daar de heer H. M. E.
van Dobben, voorzitter van den Kerke-
raad. Deze hield een rede, waarin hy
van de 25 predikantsjaren, speciaal den
Haarlemschen tyd herdacht. Dank
bracht hij den voorganger voor wat
deze in die 11 jaren voor zijn gemeente
deed. De heer Van Dobben sprak daarbij
den wensch uit, dat ds. Dryver nog lang
te midden zyner gemeente mocht blij
ven.
Namens het huldigingscomité schonk
spr. den predikant een lexicon. „Die Re
ligion in Geschichte und Gegenwart".
Mevrouw Drijver, die zoo geheel met de
gemeente meeleeft, werd in de hulde
betrokken Haar zal vooral als geschenk
het prachtige karpet welkom geweest
zijn, dat de lieer Van Dobben als twee
de cadeau den jubilaris aanbood.
-Ook namens het bestuur van het Lu
thersche Weeshuis sprak de heer Van
Dobben. en hy stelde daarbij nog eens
in het licht welk een band bestaat tus
schen den herder van de parochie en
het Weeshuis. Het Weeshuis heeft niet
achter willen blijven in de hulde, en
deed daarvan blijken door den predi
kant een étui met couverts te vereeren.
Dezelfde gevoelens vertolkten ook de
geschenken, die de heer Schoevaert na
mens het bestuur van het Luthersoh
hofje aanbood, twee boekwerken. Het
Hof#e, de naaste buur der Kerk bleef
alzoo niet achter in gelukwenschen en
blijken van aanhankelykheid.
De voorzitter van den Kerkeraad in
Bodegraven, de heer v. d. Kleyn her
dacht de intrede aldaar, nu 25 jaar ge
leden en ook liet afscheid van de eerste
gemeente, vyf jaar later. Dat het „wy
zullen u niet vergeten" uit den mond
van den heer v. d. Kleyn geen ijdele
woorden waren bewees wel zyn aanwe-
zigheid op deze plaats,
j Van Bodegraven ging ds. Dryver naar
Zaandam, waar hy bleef tot 1917, het
jaar, dat hem een beroep naar Haarlem
bracht. Aan dien tyd had ds. Ph. G.
Steenbeek uit Zaandam -herinneringen
bewaard, die hy hier opfrischte. Hy
sprak namens den Nederlandschen Pro
testantenbond en den Lutherschen Kring
te Zaandam die ds. Drijver niet verge
ten zyn. Daarvan getuigden wel de en
veloppe, die zij hem deden toekomen,
te;- verwezenlyking van zyn wenschen,
en de daarbij, vooral ook als hulde aan
mevrouw Drijver gevoegde bloemen.
Ds. H. Makkink uit Alkmaar, memo
reerde de verdiensten van den jubilaris
als voorzitter van de Vereeniging van
Luthersche predikanten, roemde zyn ta
lent, zyn kennis en inzicht.
Namens den Nederlandschen Protes
tantenbond in Haarlem feliciteerde ir. B.
Bölger, het als een byzondere verdien
ste in den jubilaris roemende, dat deze
hoewel hy drukke bezigheden heeft als
hoofdbestuurslid, zich toch met zooveel
energie geeft aan de afdeeling.
Prof. dr. B. D. Eerdmans uit Leiden
voegde daar namens het hoofdbestuur
hartelijke en waardeerende woorden aan
toe.
Hy herinnerde aan vroegere oneenig-
heid in den boezem van den Bond, en
de standvastige leiding van ds. Dryver
in die dagen.
Vele jaren heeft ds. de Meyer, die ver
volgens sprak, thans emeritus, met ds.
Dryver samengewekt in de Haarlemsche
gemeente. Hy heeft ds. Drijver daarby
leeren kennen als een man van vasten
wil en overtuiging, een man waar je iets
aan hebt. Spr. bood een boekwerk aan.
waarbij hij de beste wenschen uitsprak
voor de toekomst.
De lange ry van sprekers werd geslo
ten door ds. A. Binnertsz Szn.. predi
kant der Doopsgezinde gemeente te
Haarlem, die uit naam van die ge
meente en namens „De Kerkbode" sprak,
en dr. H. A. Haentjes, namens de Re-
monstrantsche gemeente en de Evange
lische Maatschappy, waarvan ook de
heer P. van Eskert aanwezig was.
Zeer geroerd hield ds. Dry ver tot ieder
spreker afzonderlijk een korte toespraak,
waarin hy bedankte voor de tot hem ge
richte woorden en de andere blijken van
belangstelling, ook namens zijn vrouw.
Vooral de samenwerking tusschen de
Haarlemsche predikanten heeft hij
steeds geapprecieerd.
De receptie was bezocht door vele no
tabelen en bekenden uit vrijzinnig-her
vormde kringen.
In het kerkje, waar de vlag ten toren
was uitgestoken en een stemmige ver
siering aangebracht, huldigden de talrijk
opgekomen gemeentenaren hun predi
kant. Namens hen sprak de heer Lonbar
Petri, en drukte zyn dankbaarheid uit
voor de trouw en toewijding, die de
voorganger ook in moeilyke jaren der
gemeente betoonde. Als geschenk van
de gemeente overhandigde spr. den ju
bilaris een enveloppe, met een album,
vermeldend de namen van de schenkers.
Mej. ds. Dufour voerde het woord als
tolk van vele dames, die een divankleed
hebben vervaardigd ook als blyk van
sympathie voor mevrouw Dryver. Daar
by was een lystje, eveneens gehandwerkt,
van namen der geefsters en mej. ds. Du
four kon de verzekering geven, dat weinig
Luthersche familienamen daarin ontbra
ken. Uit al uw gemeenten heeft min
stens één dame meegewerkt, zeide zij.
Als oud-catechisante en een der eerste
leerlingen voelde mej. ds. Dufour zich
en velen met haar ontzagiyk dank
baar, voor de vriendelyke belangstelling
door ds. en mevrouw Dryver steeds je
gens haar betoond.
Van iemand, die aan het kleed niet
meegewerkt heeft was er nog een gebor
duurd kussen.
Een klein meisje van de Zondags
school hield een aardig toespraakje en
gaf haar dominee bloemen.
In zijn dankwoord zeide ds. Dryver
bijzonder sympathiek te vinden deze
huldiging, omdat het er een is van ge
meentenaren Zijn dankbaarheid is zóo
groot, dat het moeilijk valt het uit te
drukïPen. Dat kan eigenlyk alleen in
wederzijdsche gezindheid.
De gemeente zong Gezang 275 vers 1
en 5, waarna gelegenheid was om ds.
en mevrouw Dryver persooniyk de hand
te drukken, waarvan ieder gaarne ge
bruik maakte.
EEN GETUIGE GEVRAAGD.
De inspecteur van politie te Heemstede
verzoekt te worden bekend gemaakt
met het adres van den heer, die op Zon
dag 3 Juni jl. tegenwoordig is geweest
bij een aanrijding op de Zandvoortsche-
laan hoek Leidschevaartweg en toen op
gaf te wonen aan den Verspronckweg te
Haarlem.
EXAMENS.
Hoofdakte te Haarlem. 19 Juli 1928.
Geëxamineerd 8 mannelijke candid^.ten.
Geslaagd de heeren A. Visser van Haar
lem. F. Faber van IJmuiden, J. van Wa.
geningen, Haarlem.
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN
a 60 Cents per regel.
Stofzuigerhuis MAERTENS
B ARTELJORISSTR AAT 16
TELEFOON No. 10756
Verkoop, Verhuur, Inruilen, Reparaties
HAARLEM. Botcrro
BIJ ONS KOOPEN IS SPAREN
VERKRIJGBAAR BIJ
ALLE ERKENDE
RIJWIELHANDELAREN
naar het Engelsch door
CHRISTINA KAMP.
22)
„Daar is de straat", zei Benny, achter
in leunend. „Het is rechts tusschen de
twee Elevated trambanen".
„Langzaam aan, Harry", zei de chef
tot den chauffeur. „En oogen open".
„Hier is het blok huizen", fluisterde
Ben. „Het is daar. waar die oude vrou
wen staan te praten. Ei: kyk, daar Is de
verf winkel met de twee gestreepte
vaatjes voor het raam. De garage is er
naast, het is die groote gesloten deur"
„Ken je die plaats, Harry?" vroeg de
commissaris, toen ztl verder reden.
„Neen, chef", mompelde de chauffeur.
Uiina onhoorbaar. „Dat is iets nieuws
voor my. Toch wel handigzoo
naast een verf winkel".
„Ja. daar zouden wy eens huiszoe
king moeten doen. Ryd nu de volgende
straat in en zie, dat \vU er weer eens
-voorby komen".
Den tweeden keer keek hli niet zoo
zeer naar de garage, dan wel naar de
huizen aan den anderen kant van de
straat.
„In orde. Harry", zei hy. „Nu terug
paar öc stad".
Hy sprak niet meer tot zy voorby de
Metropolitan Tower waren
Dan begon hij: „Ben. ik geloof, dat ik
je vertrouwen kan. maar als je ver
wacht daarvan profijt te trekken, moet
.ie ook mij volkomen vertrouwen. Jc zei,
dat jc Vrijdagavond naar een concert
bent geweest, nietwaar?"
„Jawel, mynheer".
„Heb je de entreekaartjes nog be
waard?"
„Neen, mynheer, ik had er geen. wy
zaten ln een loge en ik heb den portier
een fooi gegeven om ons'binnen te la
ten".
„Natuuriyk zal hli dat ontkennen.
Neen. beste jongen, zoo kom je er niet
uit. Je moet mij nu den naam zeggen
van het meisje met wie je daar geweest
benthet meisje, voor wie je de taxi
kocht, opdat zy niet «at zou worden
het meisje, met wie je den avond door
bracht in het Concertgebouw.... do
eenige levende getuige, zoo ver ik zien
kan. die op het oogenblik in staat is Je
geschiedenis te bevestigen".
Ben aarzelde en vroeg: „Zal zy
eenigennate erin gemengd worden als ik
u 2eg, wie zU Is?"
„Enkel zal haar gevraagd worden Je
bekentenis te bekrachtigen. Is alles
waar, dan natuuriyk, gaat zy vrij uit".
„Welnu dan, ik 2al liet u zeggen", zei
Ben: zyn terughouding was gebroken
door het groeiende vertrouwen in den
kalmcn man naast hem. „Haar naam ts
miss Rose Parri5b, zy logeert by liaa:
oom. Mr. Schennerhorn, in Gramercy
Park".
„O. ho!" zei de commissaris begrij
pend. „Zoo. is het dat?"
„Ja, mynheer".
„Maar wacht even! Is dat niet de
naam van de jonge dame. die in de
taxi zat als passagier.... toen je ge
arresteerd werd?"
Nu vertelde Ben, hoe Rase en hy den
dag samen hadden doorgebracht.
„Maar beweerde je niet. toen je ge
arresteerd werd. dat je haar niet kende,
dat zy een vreemde voor je was?"
„Ja, mynheer, ik was bang, dat zy
dan ook gepakt zou worden".
„Zoo. dat ziet er minder goed uit.
Merk je niet, dat dit een schaduw werpt
over alles, wat je gezegd hebt? Maar
die miss Parrish. weet zy dat je de taxi
kocht, opdat zy niet nat zou worden?"
„Jawel mUnhcer, ik vertelde het haar
gisteren".
„Dat is al beter. Wij zullen haar eens
gaan opzoeken op onzen weg naai- het
Bureau".
„Maar", zei Ben een beetje aarzelend,
„zal het niet een groot spektakel geven
als zy ontdekken, dat zy met mij is uit
geweest?"
„Me dunkt, dat kunnen wy wel tot
bedaren brengen", zei de kalme man.
even nadenkend. „Maar. als ik in je
plaats was, zou ik er zoo veel niet om
geven".
Hy i>eval don chauffeur aan den vol
genden boek tc stoppen.
„Ik stap hier uit, Harry", zei hy.
„Houd intusschen onzen jongen vriend
gezelschap".
„Dat is mij goed toevertrouwd", zei
de chauffeur, snel uitstappend en naast
het portier zich plaatsend.
De commissaris verdween in een dro
gistenwinkel en de chauffeur leunde met
de ellebogen op het raampje en knikte
Benny vriendeiyk toe, Als je dat gezien
had. zou je gevonden hebben, dat de
manieren van den chef door zyn onder
geschikten werden gecopieerd, waar-
schyniyk omdat ze zooveel succes had
den.
„Zeg", begon hij, „ik zal je eens wat
zeggen. Die' chef is een der hoogsten,
weet je? Wees oprecht tegenover hem
en hy zal alles doen voor je wat mo
gelijk is. Maar als hy Je snaptal
was het maar een enkele maaldat
je probeert hem voor don gek te houden
kijk dan goed uit je doppen! Ik zou in
dat geval geen duit om je kans geven".
„Hy is een vriendelyke man", zei Ben
met een schaduw van onzekerheid in
zyn stem.
„Hy is een der hoogsten!" herhaalde
de chauffeur. „Vergeet niet. wat ik ge
zegd heb".
Ben besloot nu om over den armband
te spreken, maar toen de commissaris
lilt den winkel kwam leek hij zoo ver
diept in gedachten, dat hu bij zichzelf
dacht: „Ik zal nog even wachten. Hi.i
ziet eruit, alsof hij iets gehoord heeft
wat hem niet bevalt",
„Miss Parrish is thuis en verwacht
ons", zei de commissaris. „Harry naai
het Gramercy Park"
zy waren er vlugger dan Ben had
verwacht en de twee achter in de tax:
tapten uit.
„Je moet my aan de jonge dame
voorstellen", zei de chef, „en dan zal ik
een paar vragen tot haar richten.
De huisknecht liet hen binnen en
leidde hen naar het salon, „Miss Parrish
zal aanstonds beneden komen", zei hij
Ben begon een beetje te beven. De
deur naar een achterkamer stond open
en hij kon het niet helpen te denken,
dat misschien Mrs. Schermerhorn daar
zat, natuuriyk nieuwsgierig, wat die
twee mannen kwamen doen. Dat maak
te hem zenuwachtig En langzamerhand
begon de luxe in het huis zwaar op
hem te drukkende hooge plafonds
de Venetiaansche spiegel boven den
schoorsteen, het prachtige vuurscherm
de schilderyen en meubelen. Ja het was
een plaats, waar men niet graag iet?
zou bekennen, vooral als men dacht da'
er iemand in de andere kamer zat te
luisteren.
Ben stelde zich voor dat hy zou begin
nen: „O, chef, ik moet u iets vertellen
over een armband, die waarschijnlijk
met het andere gestolen was en dien ik
aan miss Parrish te bewaren gaf." Maar
de woorden bleven in zijn keel steken air
vischgrate», die er niet uit. kunnen.
„In alle geval", dacht hij „heb ik
misschien wel een kans om Rose te bc-.
duiden, dat zij er niet o\er moet spreken.
Zij weet zelf ook wel, dat het leeiyk
klinkt, vooral nu de dingen er voor inij
beter uit gaan zien".
Hy werd gestoord door een zachte
tred' in de hal en Rose verscheen een
oogenblik op den drempel, terwyi de
mannen van hun stoelen opstonden. Er
waren donkere kringen onder haar
oogen en zU zag eruit alsof zy dien
nacht niet beter geslapen had. dan de
sjofele jongeman in het salon, die haar
met zoo'n somberen blik aanzag.
„O, Ben", zei zy me gebroken stem.
En zooals in romans wordt gezegd,
het volgende oogenblik lagen zy in elk
anders armen.
HOOFDSTUK 14.
Nadat, de voorstelling was gedaan, zei
de commissaris: „Ik zal u niet lang op
houden, miss Parrish. Er zyn een paar
vragen, die ik u wenschte te stellen.
Maar eer ik begin", voegde hij er met
z'n kalmen glimlacht by: „Harry zal het
wel wat eenzaam vinden buiten. Ben.
vind jy het erg hem wat gezelschap te
houden? En eer je heengaat, wil je niiss
Parrish verzoeken openhartig alle vra
gen tc beantwoorden, die ik haar zal
stellen?"
(Wcrdt vervolgd.)