H. D. VERTELLINGEN STEPHAN RADITSJ. BINNENLAND FEUILLETON. De Dubbelganger FLITSEN HAARLEM'S DAGBLAD (Bijzondere correspondentie Raditsj is stellig de interessantste man op den Balkan. Schier onbegrijpelijk en raadselachtig. Fantast en bekrompen geest- Grootscheeps en tot op de grens van het philisterschap kleinzielig. „Pre sident" van een denkbeeldige republiek, afgod van de massa, gedroeg hij zich dikwijls als éen marktventer. Vereerd en uitgelachen, wordt hij door sommigen als profeet geprezen, dooi- anderen als clown bespot. Tot aan de grens van pe danterie bedachtzaam en voorzichtig, liet hij zich dikwijls door zijn tempera ment beheerschen en verwoestte In een uitbarsting van zijn gevoelens geheel den moeizamen arbeid van vele maan den. Sinds vijf-en-twintig jaren, was er bijna geen beweging in het Zuiden van Slavië, die Raditsj niet heeft verdedigd, om haar later echter veelal met voeten te treden. Als jongeman was hy' vurig voorvechter van tie idee, dat de Serviërs en Kroaten één volk waren, eenige ja ren later beweerde hti reeds, dat de Ser viërs en de Kroaten behalve de taal niets gemeenschappelijk hadden. In het jaar 1903 was hy verbitterd tegenstander van de Habsburgers en hy trok naar Belgra do. waar juist de nieuw© koning Peter Karageorgewitsj plechtig word ontvan gen. In de roes van geestdrift begroette Raditsj hem met den uitroep: „Leve de Zuid-Slavische koning!" in een tyd, toen men van Zuld-Slavlë nog nauweiyks durfde droomen. In de 'jaren 1908 en 1914 wordt de geestdriftige Zuid-Slaviër een trouwe dienaar van de Habsburgers. Hij dicht nieuwe Kroatische woorden voor het Habsburgsche volkslied, dat door Kroatische soldaten, die te velde gingen, wordt gezongen. Ln 1919 en 1920 bestrijdt hij heftig het Bolsjewisme, om echter in 1923 naar Moskou te.reizen en toe te treden tot de Moskousche boeren internationale. Leerling van Franschen en Tsjechen prijst hy hen bij iedere gelegenheid, om daarna weer uit alle kracht op hen te schimpen. Als stryder voor een zelfstandige Kroatische repu bliek droomde hy den laa/tsten tijd van zijn leven Van een federatie van alle Balkanlanden of althans van een Zuid- Slavië, dat ook die Bulgaren zou om vatten. Het optreden van Raditsj was geba seerd op tegenstrijdigheid. Bovendien was hy in 'geen enkel opzicht innemend. Zeer onooglijk, dik, vettig, klein, slecht gekleed,, verwaarloosd en drinker van de gevaarlijkste soort: alleen-drinker. Maar beschaafd, zyn oogon, door het vele lezen schier blind geworden hadden geen glans, zijn gebaren waren banaal, maar zijn tong was van ongeloofelyke lenigheid en virtuositeit. Hy kon uren lang onafgebroken spreken zonder con cept. zonder voorbereiding. De toehoor der verloor dan den indruk van Raditsj' persooniykheid en -werd door den bree- den woordenstroom overweldigd, ontwa pend en veroverd, zyn redevoeringen voor de massa waren eenvoudig, bevat- teiyk. gekruid met de meest gewone ver gelijkingen en spreekwoorden. Iedere boer gelooft, dat h.y zelf zoo zou spre ken en dat verklaart zyn buitengewoon succes by de groote massa der boeren. Zyn karakter was onsympathiek. Tiran in den familiekring en, in zyn party. Duldde geen tegenspraak, was eigenzin nig, een dwarskop. Eerzuchtig en toe- gankeiyk voor vleiers „Politieke lucht schipperkarakteriseerde hij zichzelf. En desondanks slaagde hy er' in allen persooniyken haat, alle klassever- schil en tegengestelde doelstellingen en illusies ten spijt, geheel een volk te winnen en te organlseeren in een par ty, zelfs een persooniykheid van Euro- peesche beteekenis te worden. De chaos van den tüd onmiddeliyk na den oorlog is daarvoor niet een voldoende verkla ring. Veeleer de religieuze basis van zyn beweging, zyn programma bestond uit beknopte phrasen, die ook zyn botste aanhangers gemakkelijk konden onthou den „Vjc-ra u Boga i Seljocka sloga". (Het geloof aan God en de eensgezind heid van de boeren). „Republika svemu WOENSDAG I AUG. 1928 an de United Telegraph). svijetu dika". (De republiek is de trots van geheel de wereld), „Bog i Hrvati" (God en de Kroaten), ziedaar zyn pro gramma. Toen hy daarmede de massa had gewonnen, moesten ook de intellec- tueelen uit vrees hem volgen, Zyn openbare vergaderingen waren een soort godsdienstoefening. Stereotiep werden zy geopend met de woorden„Hvaljen Is us i Marya. Zivila Republika. Sel- jacka braco, rad nici i gospodo grac- jani(Geloofd zyn Jezus en Maria. Leve de republiek! Broeders boeren, ar beiders en heeren burgers1 Eens hield Raditsj te Agram een groo te vergadering. Vele boeren uit de omge ving en by na geheel AgTam waren by- een. Vertegenwoordigers der regeering en journalisten uit alle oorden van de wereld tegenwoordig. Er heerschte dood- sche stilte Raditsj sprak. Daar weer klonk het geluid van klokken. Middag! Raditsj houdt midden in een zin op, ont bloot het hoofd, knielt neer. „Treba se pomoliti". (Het is tyd, het gebed te zeg gen). De menigte knielt eveneens neer, alle aanwezigen ontblooten ook het hoofd en Raditsj bidt luid, overal hoor baar, een „Onsje Vader". De menigte valt in met een massaal „Amen". Zyn leer werd echter niet door be drukt papier, door openbare vergaderin gen en voordrachten verbreid, zyn apostelen en jeugdige aanhangers deden dat, boeren, die van dorp tot dorp, van huis tot huis trokken en predikten. Van het nieuwe ryk der boeren, van nieuwe gerechtigheid, van wereldvrede, zyn bevelen, zyn opdrachten, zyn wys- heden, gingen van mond tot mond, ge- ïyk de religieuze leerstellingen van de middeleeuwen. Wanneer de party de religie iets byzonders te presteeren had, b.v. voor de verkiezingen, dan trok ken zyn aanhangers dag en nacht dooi de dorpen en klopten aan de ramen van de kleine boerenwoningen. In hun droom geiyk een openbaring hoorden de sla- penden: „Vjera u Boga i seljacka slo ga". Hun geloof was versterkt en zij trotseerden iedere verzoeking, zy zouden zich ook in den bloedigen stryd gewor pen hebben geiyk de kruisvaarders, Hus sieten of wederdoopers. Maar Raditsj wenschte geen stryd. Hij was pacifist. Hoe lang hy het nog zou gebleven zyn. weet men niet. Zyn wapen was de vrede en de idee. In dat opzicht vertoonde hy overeenstemming met den Indiër Gandhi. Voor iedereen biyft hy echter een raadsel. Profeet of charlatan? Politicus of demagoog? Bouwer of vernieler? Hij geeft alleen raadsels op, geen antwoor den. DE KONINGIN IS TERUG. De koningin en prinses Juliana pas seerden Oslo op de terugreis naar Nederland, zy brachten den dlag in de Noorsche hoofdstad door, waar de ko ning en koningin van Noorwegen haar te hmchcn uitgencodigd hadden op hun buitenhuis op Bygdö. Na een wandeling door die stad bega ven de vorstelyke gasten zich weer naar het station om de reis naar Nederland voort te zetben. Iledemorgen zyn de koningin en prin ses Juliana hier te lande teruggekeerd. Zy kwamen met den D-trein om 8.'17 te Amersfoort aan en vertrokken van daar naar Soestdyk. ZESTIG KINDEREN ATEN IJS. EN WERDEN ZIEK. In de Indische buurt te Amsterdam heeft zich een groot aanbal ziektegeval len voorgedaan onder kindeven. Het onderzoek dat ingesteld werd dooi den G. G. D. heeft uitgewezen, dat de kinderen ijs geconsumeerd hadden, af komstig uit een klein winkeltje in de buurt. By tal van patiëntjes deden zich, soms heftige symptomen voor van maag- en darmstooraisssn, alsmede koorts. In te taal zyn 50 a 60 lichte gevallen ter ken nis van den dienst gekomen. Vijf kin deren waren ernstiger ziek: zij zijn ter verpleging in het Wilhelrninaga^tihuis opgenomen. Hun toestand eohter geeft geen aanleiding tot buitengewone onge rustheid. Het ijs utt het winkeltje wordit dooi den dienst onderzocht: het was. terstond na het bekend worden der feiten in be slag genomen. Hot moet door een of anderen bacil lendrager geïnfecteerd geworden zyn. Wie de persoon, is hieromtrent bestaat 1 natuuriyk nog geen zekerheid. VAN HAARLEM'S DAGBLAD No. 1261 MOEILIJK BESLUIT Wanneer je op het oogenblik van in bed stappen, het raam opendoet en in den tuin je vrouw» manteltje ziet, dat je beloofd bad mee naar binnen te zullen nemen. Zul je het nog gaan halen of erop vertrouwen dat bet er morgen nog wel ligt? (Nadruk verboden). (Nadruk verboden; auteursrecht voorbehouden.) Uit het Engelsch van ALICE EN CLAUDE ASKEW. 35) Langzamerhand begon Helen zich aan te passen aan het leven. Ze was zich bewust dat er iets ongewoons met haar gebeurd was en om een pyniyke uit legging tfe besparen, zeide men haar, dat ze een ongeluk had gehad. De her innering aan de jaren op het moeras, waren uit haar herinnering wegge- wischt. Ze vroeg wel naar de goede men- schen. die haar verzorgd hadden, de Fletchers, en die ze als haar ouders beschouwde, en men deelde haar mede, dat Mr, en Mrs. Fletcher verplicht waren geweest het land te verlaten en haar hadden achtergelaten in de hoede van Lord Raynour. Lord Raynour had inderdaad navraag gedaan naar het verblijf van de Flet chers, maar tot dusverre zonder eenig resultaat. En or.dertusschen groeide Philip's genegenheid voor Helen met den dag. Ilij zag met een diep geluksgevoel hoe zy steeds meer een gewoon menschen- kind werd en zyn overtuiging groeide dat het hoogstens een kwestie van een hoogstens twee jaar kon zyn; zij zou in verstand en ontwikkeling niet meer achterstaan bij andere meisjes van haar stand en leeftyd. Helen mocht hem ook graag lyden, al was het dan voorloopig op een kin derlijke manier; daar was hij zeker van. Hij wydde haar in de geheimen van het croquetspel in en maakte groote wande lingen met haar over Wimbledon Corn- men. Ze praatten dan niet veel, want het was niet gemakkelijk onderwerpen van gesprek te vinden. Maar toch ver vulde de omgang met Helen hem met een groot geluk Zoo verliepen de dagen op Pembroke Lodge totdat Philip op een gegeven oogenblik begreep, dat het niet bij toe val was, dat hy zoo dikwijls alleen ge laten werd met Greta Franklyn en dat haar houding tegenover hem anders was, dan dat hy eigenlijk had moeten verwachten. Hij schold zichzelf voor dwaas, dat dit niet eerder tot hem was doorgedrongen. Het waren een paar woorden tusschen Greta en haar vader die hy toevallig opgevangen had, die zyn oogen hadden doen opengaan. Lord Raynour was op Pembroke Lodge op bezoek en na de lunch was hy met zyn dochter een wandeling door den tuin gaan maken. Na eenigen tyd was Philip NA HET VERGAAN VAN DE SHONGA. ENGELSCHE ONDERSCHEI- DINGEN VOOR DE REDDERS. De koning van Engeland heeft, vol gens het Hbld., op voordracht van den Minister van Handel, de zilveren me daille voor menschlievend hulpbetoon ter zee geschonken aan de bemanning van de Nederiandsche reddingbooten te IJmuiden, Wyk aan Zee en Nieuwediep. De Nederlandsche redders, zoo wordt by deze onderscheiding in herin nering gebracht hebben zich bij hun geslaagde pogingen om de opvarenden van het by IJmuiden gestrande Engel- sche stoomschip Shonga te hulp te ko men, groote moeite getroost en hebben levensgevaar getrotseerd, daar de rod- ding geschiedde by een zeer zware zee. NEDERLAND TE ANTWERPEN IN 1930. ZAL OOK DE HANDEL DEELNEMEN? De voorzitter van het uitvoerend co mité en de regeering scommissaris voor de internationale tentoonstelling te Ant werpen in 1930 hebben bezoek gehad van een Nederlandsche delegatie, bege leid door den heer Ruys, consul-gene raal van Nederland te Antwerpen, en bestaande uit de heeren dr. Van dei- Waals en ir. De Kruyff, hoofdambtena ren aan het departement van koloniën in Den Haag, die kwamen bevestigen dat genoemd departement het voorne men heeft, officieel deel te nemen aan de tentoonstelling met een inzending, welke een overzicht zal geven van de methoden van kolonisatie, welke door het Nederlandsche departement van ko loniën wordt gevolgd, en van haar re sultaten, De inzending zal dus in hoofd zaak een administratief karakter heb ben. Wanneer echter firma's en Neder landsche cultuurondememingen zouden wenschen, eveneens aan de tentoonstel ling te Antwerpen deel te nemen, dan zou ongetwyfeld voor dergelyke deelne ming een vorm kunnen worden gevon den. Wat de officieele deelneming van Ne derland aan de andere afdeelingen der tentoonstelling te Antwerpen 'betreft, te weten de maritieme afdeeling en dóe van het handelstransport, meenden de ge delegeerden te kunnen zeggen, dat de mogelijkheid daarvan met de grootste bereidwilligheid wordt onderzocht en dat het waarschyniyk is, dat er binnenkort een commissie zal worden gevormd met de opdracht, de modaliteiten ervan op te stellen. De voorzitter en de commissaris-gene raal bedankten de Nederlandsche gede legeerden voor hun mededeelingen en verklaarden, dafc zij ten zeerste wensch- ten, dat Nederland schitterend op de tentoonstelling te Antwerpen zou worden vertegenwoordigd en te dien einde gaven zy' de verzekering van den meest actie ven en meest uitgebrolden steun. Na een zeer vruchtbare gedachtenwis- seling over de practische verwezenlyking van hun voorstellen begaven de gede legeerden zich naar het tentoonstellings terrein, teneinde zoo mogelyk direct de noodige ruimte te besproken voor den bouw van hun paviljoen. (N. R. C.) GOEDERENTREIN BIJ ROERMOND ONJSPOORD GROOTE MATERIEELE SCHADE. Dinsdagmorgen om kwart over zes is naby het station- Roermond een goe derentrein met colces beladen, ontspoord. Vier wagens kwamen dwars over de rails te staan of lagen met gebroken assen, terwyi drie versplinterden. Deze stonden met htm raderen in de hoogte en had den him inhoud over verschillende spo ren uitgegooid. De vernielde wagens vormden een groot en hinderpaal voor het. doorgaand verkeer, dat eenige ver traging onderging. Een remmer, die in zyn remhuisje zat, sprong nog' tijdig van zijn plaats, zoodat alleen belangrijke materieele schade is ontstaan, meldt het Hbld. IN EEN AFGROND GEVALLEN. LANDGENOOT OP DEN MONT D'OR VERONGELUKT. Een Havas-telegram tüt Eigle (Zwit serland) meldt dat gisteren een jong landgenoot, George H. Lulofs, uit Hil versum, die in pension was te Lacom- ballaz in Waadland en met zeven ka meraden den Ment d'or beklom, op een gegeven oogenblik op het bergpad zyn evenwicht verloor. Hy viel in den al- grond en bleef dood liggen. hen gevolgd, om Greta te vragen of ze mee ging tennissen of croquetten. Na eenig vergeefsch zoeken ging hij naar het zomerhuisje, waar Greta dik wijls zat. Op den zachten grond waren zyn voetstappen onhoorbaar en zoo kwam het dat zy hem niet eerder be merkten dan toen hy by de deur stond. Slechts enkele woorden had hy ge hoord, maar ze waren voldoende om Philip in verwarring te brengen. XLII. Het is beter Greta dat je nu naar Londen komt, zei Lord Raynour, ik heb je daar noodig. Ik ben anders best tevreden op Pembroke Lodge, antwoordde het meisje kortaf. Omdat je met Philip flirt. Het was niet uit te maken of Lord Raynour deze woorden in scherts of in ernst sprak. Ik zou dat miet doen Greta. Ik flirt niet, U denkt omdat er anderen warenantwoordde ze hef tig. Nu laten wy het dan maar een onschuldige flirtation noemen; viel hy haar in de reden. Je bent te ver standig om dwaze dingen te doen. Bovendienals je weet.... Philip hoorde verder niets. Hy was er de man niet naar om voor luister- vink te spelen en het was volkomen „ALLES AUS LIEBE" NIET AANSTOOTELIJK. ZEGGEN B. EN W. VAN AMSTERDAM. Op de vragen van het lid van den Amsterdamschen gemeenteraad, mr. C. P. M. Romme, ter zake der vertooning van de revue „Alles aus Liebe" ant woordden B. en W. volgens het Hbld. dat de meerderheid van het college van B. en W. van oordeel is, dat het wen- schelyk was het internationale sportpu bliek, dat Amsterdam dezen zomer in verband met de Olympische Spelen be zoekt, in den Stadsschouwburg een goe de ontspanning te bieden, die voor dit publiek zooveel mogelyk verstaanbaar en begrypelijk is, d.w.z. vertooningen met muziek, zang en dans. Daarom zijn met'directies van verschillende revues onderhandelingen aangeknoopt. De Weensche revue „Alles aus Liebe" leek onder de gegeven omstandigheden het meest geschikt, het gezelschap kon ech ter ten gevolge van andere verbintenis sen te Amsterdam slechts gedurende het tydvak 1 Juli tot 15 Juli in den Stads schouwburg optreden. Uit een schryven van de ondernemers van de Weensche revue met overgelegde foto's was te voren vast te stellen, dat deze ook naar algemeen gangbare Ned. opvattingen, wat het uiterlyk betreft, geen aanstaan behoefde te geven. De op- voering der revue bleek naar ons ge voelen, aldus B. en W., niet aanstoote- lyk te zyn. Voor een ingrypen hetzy op grond van art. 188 der Gemeentewet, hetzy uit an dere overwegingen bestond dan ook geen aanleiding. IN WEINIGE WOORDEN. Maastricht wil 566.700 in dertig jaar- lyksche termynen bijdragen, om de oude Maasbrug eenigszins veranderd te be houden. Waterstaat heeft hetzelfde bedrag te betalen in twintig jaarlyksche termy nen, als voorwaarde gesteld. De heer Krishnammeti spreekt Zon dagmiddag in het Ster-kamp te Om men. Maandag is op de Nederlandsche Sein- toestellenfabriek te Hilversum een as sistent met een leiding van 2000 volt in aanraking geweest—De man stierf kort daarna. INGEZONDEN MEDEDEELINGEN a 60 Cents per regel. Stofzuigerhuis MAERTENS BARTELJORISSTRA AT 16 TELEFOON No 10756 APEX ELECÏRISCHE WASMACHINES F 275 buiten zyn schuld, dat hy reeds zoo veel gehoord had. Hy bloosde en ging toen in de deuropening van het zomer huisje staan om zoo een einde te maken aan hun têbe k tête. Domme kerel dat hy was! Hy had nooit eraan gedacht dat iemand dit achter zyn omgang met Greta zou zoe ken. Greta was een aantrekkelijk meisje; hy mocht haar werkelijk heel graag, maar had er ook geen seconde aan ge dacht om haar ten tuwelijk te vragen. Had hij niet zyn eigen idylle? Was niet zyn fee, het kind van het- moeras alles voor hem? Natuurlijk had Lord Raynour gelijk dat hy Greta erover onderhield. Philip begreep het uitstekend. Hy was wel een gentleman, zeker, maar geen aristocraat en Lord Raynour's aspiraties voor zyn dochter reikten veel hooger. Dit was natuurlijk de reden waarom hy Greta van hier weg wilde hebben. Philip wenschte toch, dat hy het niet gehoord had en toch was hy ook biy dat hy gewaarschuwd was. Lord Raynour scheen in het geheel niet verwonderd toen hy den jongeman plotseling zag verschynen. Zoo kom je Greta halen voor een spelletje croquet?, vroeg hy. Greta en jij, Dora en Helen? Of is Harry hier om met Dora te spelen? Dat kan een aardig spel worden en Arkwrigtot en ik zullen op ons gemak door Van heel ver af en als een -grijs door schijnend lint kwam de nevel aange gleden over de hei, die bruin-paars lag uitgestrekt in den laten avond met haar heuvels en afgegraven zandstukken, en de berken en dennetjes, achteloos neer gezet, de meeste gekromd door den al tijd iheerschenden Zuidwesten wind. Als uit den horizon opgetrokken, kil en cnuótwLschbaar sloop de nevel, rondom de dennetjes en de witgevlekte stammen der berkjes. Het heikleed veranderde langzamerhand- van kleur, het mooie gevoelige rcodpaars verloor zijn diepe warmte en verkilde en veranderde onder de wyde grijsblauwe wade. Nu was het, by het langzame dicht dekken van den- zwareri neveldeken over de nog warme bloedende hei, dat de nacht begon, stil en plechtig. De wind was gaan liggen. De hoog ste toppen van het golvende uitgestrekte dennenbcsch bewogen minder en minder. Eindelijk bleven ze stil, onbeweeglyk af stekend, byna zwart tegen den met ster ren lichtenden avondhemel. Mooi. heilig was het om te zien, alleen daar -te staan en te kyken naar die ragfijne, teere silhouet van de overdag zoo krachtige boomen. Ze verloren hun in het zonnelicht zco helder harmoniëe— rende kleuren en leken ernstig te wor den als een groepje vrome zwarte .non nen. Ook over hun wcrtelvoeten kwam de nevel ges-breken. Geen plaatsje bleef onbedekt van den naaldengrcnd. Het was of de nacht het zoo gewild had, dat voordat hy zijn. intrede deed de wereld bedekt zou worden. De nevel was uit gezonden om dat werk te verrichten. Stil gleed hy nu over den. heigrond en bedekte de diepblauwe gentianen, de ontelbare groene plantjes en de geuren de paarse hei. Toen de laatste nevel zich had neer gelegd en de nacht was gekomen met nog meer sterren en een grootsche diepe stilte, -toen was het de tyd voor Petrus den gekken Petrus, den lachwekker van het dorp- Met zyn bak vol garen en lintjes, liep hy langs de huizen, van den mor gen tot den avond, dag in dag uit. Be- spottelijk en kinderlijk praatte hij, dde oude, mismaakte Petrus, maar hy was immers ook de eenige dwaas vam het dorp. Er waren boeren die hem voor den gek hielden, jongens die hem achter na schreeuwden en vrouwen en meisjes die hem uitlokten om te praten en die lachten om zijn onnoozelheid. Waarom zouden ze ook vriendelijk tegen hem toekijken. Hy 'legde zijn hand op de gewone vriendschappelijke manier op den arm van den jongeman en zyn stok in de andere hand nemend, ging hij met de beide jongelui langzaam naar het huis terug. Greta liep zwygend naast hem; zy kon niet zoo gemakkelijk haar gevoelens verbergen als haar vader. Denzelfden middag nam Philip de gelegenheid reeds waar en vertelde hy Dora hoe de zaken sbonden. Luister eens Dora, zei Philip en hy kleurde jongensachtig, je hebt een groote fout gemaakt, jy en vader, en ik, groote uil, die ik ben, heb ik de din gen met myn- eigen oogen ook niet ge zien. Wait bedoel je Phil? vroeg het meisje, verbaasd over den ernst van zyn toon. Zy liepen op en neer in den tuin, het was ongeveer een uur voor het diner. Wel, jullie denkt dat Greta Frank lyn en ik van elkaar houden. Maar myn lieve meisje, je hebt het glad mis! Ik mag Greta graag, zy is een goed kind, een prettig sportief meisje. Maar ik ben niet verliefd op haar, geen haar op myn hoofd die eraan denkt, en Ik kan je meteen vertellen dat al zou ik het. zyn, Lord Raymour zich tegen, een huwelijk verzetten zou. Uit een Nacht E. M. zyn, die menschen die hem kenden? Nooit had Petrus iets kwalijk genon.-en. Met zijn onwij zen glimlach beantwoord de hij hun spottende blikken en liep dan weer verder, leelijk en mismaakt. Niemand wist waar hy woonde, nie mand bemoeide zich er mee, want er was toch ook niemand die er belang n. stelde. Zacht sloop Petrus den weg over, des avonds, toen de nevelen opkwamen. Hij was maar omnoozel en daarom was dit voor hem het liefste plekje geworden, het eenige waar hy zich thuis voelde. Hy vluchtte daar voor het dorp, waar ze hem bespottelijk vonden en hem met hun plagen zoo diep, diep treurig maak ten. In zyn kinderziel wist hy diat dóe sparretjes "hem niet bespotten of schuwen zouden, dat zy en de barkjes den -armen mismaakte niet zouden vsr- stooten. Zy kenden hem toch wel, van iederen avond- opnieuw als hy hun stammetjes kwam streelen en him bla deren aanraakte. En nu ook, in het bij zijn van den nacht-, veranderde zyn ge stalte. Het leek wel of de mismaaktheid verdween, of die alleen zichtbaar was ge weest voor de menschen. En de onnoozel heid vloeide weg uit Petrus' hoofd; hij begon ernstig en blij te worden en heel moedig. Zyn ziel begon te verlangen naar iets heerlijks om lief te hebben, iets onbereikbaars om diep en intens gelukkig mee te zyn. Het bruiste door zyn hoofd en het -tintelde in zyn han den. Het mensohelijke in hem was ont waakt. Maar wat het was begreep hy niet, wat hij wilde wist hij niet. Hy was toch ook maar onnoozel, Petrus. En langzamerhand dan begon de nacht al lichter t>e worden, verscheen er aandën horizon de eerste morgen schemering, en langzamerhand- ook ver loor Petrus zijn helderheid en kreeg hy zyn mismaaktheid weer terug. Onmerkbaar weer begon de nevel zich terug te -trekken na zijn werk voor den nacht, en onmerkbaar ook verdween in de verte de gestalte van den onnoozele, den mismaakte van het dorp. De hei kreeg haar diepe rood-paars weer terug met 't klimmen van de zon. Het verre diepe dennenbosch werd gewekt en be wogen door het eerste morgenwindje en in den hemel was het blauw en helder, ter eere van den nieuwen dag. Langs de huizen ging Petrus miet zijn ga-ren en lintjes, mismaakt en on noozel, als de lachwekker van het dorp. O Philip, wat stelt mij dat -teleur, riep Dora. Ik dacht vast dat jullie ver liefd op elkaar waren, en omdat ik zoo gelukkig ben in myn liefde voor Harry, wil ik ook anderen zoo graag gelukkig zien. Philip lachte geheimzinnig. Als je het erom te doen is, dat ik met alle geweld verliefd moet zijn, kan ik je op dat punt tevreden stellen! Ik houd heel veel van een meisje, diep en innig, maar het is niet Greta Franklyn. Dora bleef staan en keek haar broer aan. Werkelijk, vroeg zy in spanning. O, Philip wie is het, ken ik haar? En zoo vertelde Philip hoe hij van Helen was gaan houden, van het eerste oogenblik af dat hy haar gezien had, maar zei niets van wat hy wist over haar afkomst. Dora toonde een sympathiek begrijpen en liet niet de minste teleurstelling blij ken, ofschoon ze diep in haar hart het jammer rond, dat haar eerzuchtige droomen ten opzichte van haar broer niet dn vervulling gaan zouden. zy maakte alleen een kleine opmer king. Maar we weten niet eens wie Helen is, niet eens wie haar ouders waren, niets anders dan dat ze een dolende fee uit. het moerland is. (Wordt vervolgd.);

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1928 | | pagina 12