POULA1N BERLIJNSCHE BRIEVEN. FLITSEN STADSNIEUWS VAN HULST HEDEN GEËTALEERD 1 A. WEILL BONTWERKER FEUILLETON. De Dubbelganger HAARLEM'S DAGBLAD VRIJDAG 10 AUG. 1928. (Van onzen correspondent) De herleving van het Communisme in Duitschland. Max Hoelz, „de roode generaal". Beriyn, Augustus. We moeten ons tegen wil en dank inet de herlevende communisten bezig houden. Dat is geen aangenaam hoofdstuk. Maar struisvogelpolitiek is altijd uit den booze geweest! De Duitsche Communistische Party is bezig te herleven. En we zuilen moeten afwachten, wat dat voor gevolgen heeft. Er zijn hier menschen. die alweer bloed zien, die van een tweede revolutie pra ten en die eiken dag in de kranten het eerst naar berichten uit Moskou snuffe len, en geen rust hebben voor ze ont dekken, dat daar eigeniyk niets bijzon ders aan de hand is. Deze menschen hebben even een zucht van verlichting geslaakt, toen ze lazen van de kranige redding der Italiaansche Poolreizigers door den Sovjet-IJsbreker „Krass in". Ze zUn toch biykbaar ook nog menschen. daarginds in Moskou, kon men hier hooien. Als ze maar niet door zulke ke reis aangevoerd werden, die de geheele menschheid te gronde willen richten Maar deze goede indrukken werden on- middeliyk weer weggenomen door de berichten van de laatste twee dagen, die vertellen van het Congres der zot naamde Komintern in de Russische hoofdstad, waar Boekarin nare dingen over de plannen der bolsjewiki verteld heeft. Boekarin, lazen ze daar met ver schrikte oogen, verwacht een spoedigen tweeden grooten oorlog, en dande beroemde wereldrevolutie. En wel bin nen zeer korten tyd. En terwijl ze dat alles lazen, kwam Max Hoelz. de „roode generaal", dank zij de waarlijk zeer royale amnestie, die een paar weken geleden door het Duit sche parlement gegeven werd, uit het tuchthuis in Berlijn, werd met veel la waai ontvangen, en op een met bloemen en groen versierde auto aan de massa vertoond. Is het wonder, dat in brave Duitsche burgergezinnen de menschen weer eens witjes geworden zijn, en zy, van wie men aanneemt, dat ze „het weten kunnen" met bange vragen bestormd worden? Als Beriynsch briefschrijver mag Ik deze dingen natuuriyk niet verzwijgen. De kranten staan er vol van. De kran ten brengen de menschen weer aan het praten. En dus Is Duitschland er vol van. Maar ik besef, dat het hier ten slotte om dingen gaat, die ten deele myn gebied verre overschryden. En daarom wil ik trachten, mij zooveel mogeiyk tot de zuiver-Duitsche verschijnselen te be palen. In één opzicht kan men Boekarin niet ongeiyk geven. Als hy betoogt, dat een nieuwe groote oorlog dreigt, dan kan hij terecht wijzen op den Balkan, op Mexico, op China, op Polen en Litauen, op de steeds meer onhoudbare toestan den in Italië, op de groote spanning in Egypte, en op nog veel meer. Niemand zal willen ontkennen, dat ondanks Vol kenbond, ondanks Vredespact van Kel logg en meer van die nobele instellingen en opwellingen, de algemecne situatie er niet bepaald vrooiyk uitziet. Maar dat de volkeren, die den wereldoorlog mee gemaakt hebben, nu binnenkort toch weer bereid zouden zyn, zich in nieuwe avonturen te laten meeslepen, dat wil er by my en naar ik meen by de over- groote meerderheid van rustig denkende menschen toch werkeUjk niet in. Men heeft in Moskou alle reden om dingen, die mogeiyk maar hoogst on- waarschymyk zyn. zoo voor te stellen, alsof ze morgen al werkelijkheid wor den. Het schijnt ook daarginds in het groote Rusland niet alles naar wensch te gaan. De Duitsche bladen wisten de laatste weken van dreigenden hongers nood, van economische moeiiykheden van zeer uitgebreiden aard. en van ern stige ontevredenheid der bevolking te vertellen. Ook het beruchte Don-proces tgen de zoogenaamde saboteurs der my- nen in Zuid-Rusland, waart>y ook Duit sche ingenieurs en monteurs betrokken waren, wordt door goed-ingelichte jour nalisten in Moskou als een poging om de aandacht der ontevredenen af te lei don uitgelegd. Maar zelfs al neemt men de dreige menten van Boekarin en zyn vrienden niet ernstiger dan ze verdienen, dan mag men toch niet de oogen sluiten voor waarlijk zichtbare gevaren En als zoo danig beschouw ik den toenemenden invloed van het communisme in Duitsch land, dat een Jaar of drie geleden al bijna tot een faillissement genaderd was Men mag ook heden de beteekenis van deze partij niet overdryven. Volgens de sterkte der fracties in den Duitschcn Ryksdag nemen de commu nisten de vierde plaats in, na de Katho lieken. Maar ze zyn ontegenzeggelijk veel sterker geworden, en waar de sociaal democraten thans weer in samenwerking het burgerlijke deel van de Rijks regee ring uitmaken, en in die ryksregeering zelfs de leiding hebben, zal het den com munisten voorloopig nog gemakkelijker vallen den strijd tegen deze ..broeder party". die op het oogenblik nog al tyd driemaal zoo machtig is, met succes voort te zetten. Het valt nu eenmaal niet te ontken nen. dat de sociaal-democraten, hoe tal rijk tegenwoordig hun aanhang ook ge worden is, geen revolutionnair gezinde arbeiderspartij meer zyn. Althans in Duitschland niet. Ze zijn half-burgerlük geworden wat hun leiding en een be- langryk deel van de ingeschreven leden der party betreft. Ze denken niet meer aan revolutie, maar zien in evolutie, het veroveren van de macht in den staat langs den weg der democratie het eenige middel om tenslotte een meerderheid te verkrijgen en de eigen theorieën in de daad om te zetten. Een groote minderheid in de party is het met dit standpunt niet eens. en biyft slechts in de gelederen, omdat de discipline vooral in de vakvereenigingen waarvan de partij het tenslotte hebben moet, zoo sterk is als slechts onder Duitschers met hun machtig solidariteits gevoel voorkomen kan. Maar die minderheid brokkelt toch naar het communisme af, zal nog meer afbrokkelen, als straks de leiders der party, die Rykskanselier en ryksminis- ter zyn, door coalitiepolitiek gedwongen worden tot maatregelen, welke de min der ontwikkelde en ver-ziende partyge- nooten noodzakeiyk ontstemmen moet. Daarmee rekent het communisme, en zyn actie om de bijna-overtuigden naar de eigen gelederen over te halen neemt met den dag toe. In dit verband hebben we den terug keer van Max Hoelz te beoordeelen. De Duitsche Republiek heeft het nu eenmaal noodig gevonden, weer eens een amnestie af te kondigen. Zulke kwyt- scheldingen van straf plegen in andere staten slechts by hooge uitzondering voor te komen. En wel op zeer plechtige dagen: troonsbestygingen van gekroon de hoofden, huwelijken van vorstelijke personen, en dergelijke. In Duitschland hebben we sinds 1918 al eenige amnes tieën beleefd en ten deele is dat een ge volg van het feit, dat mer. in de eerste uiterst onrustige jaren na de revolutie duizenden menschen achter slot gezet had, die eigeniyk geen heusche boeven waren, maar die onder den indruk van de algemecne verwarring zich strafbaar gemaakt hadden, en al te streng beoor deeld werden, terwijl zU slechts ter wille van de veiligheid van den staat een korte opsluiting verdienden. De republiek voelt zich thans geves tigd wat tot op zekere hoogte ook werkelijk het geval is en heeft dit" willen demonstreeren door een amnestie, die waarlijk vorsteiyke afmetingen heeft aangenomen. Men ging daarbij van het denkbeeld uit, dat men de ontevreden gelederen, die nu eenmaal altyd zullen blijven bestaan, het gevaarlykste agita- tiematerlaal tegen den tegenwoordigen staat uit de handen slaat door politieke jevangenen, die als martelaars voor de propaganda dienst doen, in vrijheid te stellen. Onder die bevrijden is Max Hoelz, die tot de communisten gerekend moet wor den, de meest bekende. In 1923, in het jaar van de grootste verwarring, had deze nog jonge man, die in vroeger ja ren een braaf werkman en een goed soldaat geweest was, en die zichzelf uit de meest armoedige omstandigheden met yzeren energie omhoog wist te wer ken, den kijk op de werkelijke machts verhoudingen verloren en in Saksen, meer in het byzonder in het Vogtland. een revolutionnaire beweging ontketend, waarby hy eenige weken lang het leven van een soort rcoverhoofdman voerde, op eenigszins naïeve maar tcch niét on- evaarlyke wyzc villas liet verbranden, geldsommen uit banken liet stelen, en ook met de burgerij en de troepen slaags raakte, waarby de noodige dooden en gewonden vielen. Natuurlijk was zyn heerschappU slechts van korten duur. En tenslotte moest hy zich tegenover den strafrechter verantwoorden. Tien tallen delicten konden hem ten laste ge legd worden, en ofschoon al spoedig bleek, dat de man volstrekt niet het type van een misdadiger maar meer een heet hoofd met tameiyk verwarde sociale denkbeelden was. zette men hem levens- f lar.g in het tuchthuis. Later bleek, dat I men hem waarschyniyk ten onrechte veroordeeld heeft wegens doodslag. En ook in burgerhjke kringen begon men voor hem te werken en een herziening van zyn proces door te zetten. In het tuchthuis ontwikkelde zich Hoelz steeds meer door het lezen van goede boeken. En voor de communistische party werd deze heethoofd in de gevangenis een propaganda-man van het eerste water. Op den eenvoudtgen arbeider werkte de figuur Hoelz daarom zoo machtig, om dat hij in zijn rooverhoofdmansweken zich een communist van de daad, een halve anarchist getoond had, voor deze menschen een heel wat onmiddellijker werkende figuur dus dan de andere lei ders, die wel een grooten mond hebben, maar zelf niets wagen, en als het op klappen aankomt toevallig niet te vin den zijn. Deze Max Hoelz. door zyn tuchthuis straf tot een bijna legenöaire persoon lijkheid geworden, is nu uit den kerker (waar hij het intusschen allesbehalve slecht gehad heeft!) ontslagen, al is het dan ook voorloopig, omdat men opnieuw tegen hem wil gaan procedeeren. En ik heb dezer dagen meegemaakt, hoe men hem in Berlijn gehuldigd heeft. Daarbij was te merken, dat deze man inderdaad een leiderspositie veroverd heeft, en dat h'j eigeniyk de eenige werkelijke leider is. waarover de Duitsche communisten beschikken. En wel. omdat hy het volk achter zich heeft. De menschen die hem toejuichten, en het waren er zeker eeni ge honderdduizenden, selooven in dezen leider. Als hy morgen wil. is er in Duitschland weer burgeroorlog. Maar hy zal voorloopig niet willen! Hy is tenslotte niet dom, en weet. dat sinds hy in den kerker opgesloten werd, Duitschland v::i veranderd is. Er is nu een Ryksweer, die achter de regeering staat. Vroeger had in Duitschland de ar beider* wapens. Nu is alleen die ryks weer gewapend. En daartegen is niets te beginnen. Ook tegen de nog sterkere politietroepen niet, die voor 90 pet. ach ter de sociaal-democratie staan. Verstandige menschen hier in Duitsch land zijn van meening, dat de commu nisten zelfs met Hoelz aan het hoofd niet wagen zullen, het toch nog eens te probeeren. Maar in het buitenland kan reel veranderen. En er kan een oogen blik komen, waarop ook een deel van de Duitsche sociaal-democratie de kans al te verleideiyk vindt en mee aan het burgeroorlog je spelen gaat. Dat oogen blik kan nog verre zUn, het kan ook na der zijn dan we vermoeden. En tot op zekere hoogte hebben de zenuwachtig geworden krantenlezers niet geheel ongelijk! H. v. B. VAN HAARLEM'S DAGBLAD No. 1268 DE HANGMAT MATRAS TEGEN OPHEFFING VAN DE PAARDENSTEEG NOG EEN ADRES AAN DE KONINGIN Nu Gedeputeerde Staten van Noord Holland het raadsbesluit inzake de overeenkopnst met de firma Vroom en Dreesmann, waarby ook tot opheffing van de Paardesteeg besloten werd, heb ben goedgekeurd, hebben de bewoners der Gierstraat aan de Kroon om ver werping van dat besluit gevraagd. De zaak moet dus voor den Raad van State, af deeling geschillen, behandeld worden. Verschillende bewoners van of/en neringdoenden aan de Groote Hout straat hebben het volgende adres aan H.M. de Koningin gezonden: „Dat zy met groot leedwezen hebben kennis genomen van het raadsbesluit van de gemeente Haarlem d.d. 30 No vember 1927, onder meer strekkende tot onttrekking aan den openbaren dienst van de z.g.n. Paardesteeg en tot over dracht van den tot die straat behoo renden grond aan een firma hier ter stede, met de blijkbare bestemming om met andere perceelen te worden bezet door een soort warenhuis, althans een groot en hoog aaneengesloten getooow; Naar het oordeel van adressanten is het in stryd zoowel met de eischen van goeden stedenbouw als van het verkeer om in den tegenwoordigen tijd in de stadsgedeelten van oude vesting steden verkeerswegen te niet te doen; In het byzonder geldt dit ten aanzien van dit oude stadsgedeelte van Haar lem, alwaar in het byzonder ter ont lasting van de Groote Houtstraat veel eer zou moeten worden gestreefd naar het maken van nieuwe doorbraken zoo-, als vorige stadsbesturen die daar heb-1 ben bewerkstelligd, dan naar het toe stoppen van bestaande straten: Ook de eischen der hygiène zijn hier- by door het gemeentebestuur niet In acht genomen en zelfs niet in overwe ging genomen; De nu bestaande open ruimte ge vormd door tuinen en plaatsen en gele- Vader vermoedt dat het i gaat regenen en bes'uit de hamginatmatras bin nen te balen pakt het dir. 5: I Iaat het driemaal vallen, voor hij het werkelijk I good beet heeft verzoekt moeder do keu kendeur open te doen want het wordt gauw pynlyk aan je vingertop pen herinnert zich dat moe der even uit is en tracht zelf de deur te openen zonder het ding te laten vallen tracht zijdelings, over langs en rugwaarts door de d'our te gaan verliest zyn houvast en duwt het er tenslotte me: bruts kracht door gaat naar het raam om af te koelen en consta teert dat de zon vroolij- ker dan ooit schijnt. (Nadruk verboden gen tusschen de huizen aan de Nieuw- straat, de Groote Houtstraat, de Paar desteeg en de Gierstraat werkt door het bestaan van de Paardesteeg als een longe die de frissche Westelijke winden dat gedeelte der bebouwde stad, via de Botermarkt, binnen voert. Door de ge volgen van gemeld raadsbesluit zou dit onmogelyk worden; Verzoekers achten de door Burge meester en Wethouders zeer op den voorgrond gestelde verbreeding van het Verwulft volstrekt niet noodzakeiyk, welke meening blykens het verhandelde in den Gemeenteraad door den voorzit ter der Haarlemsche Gezondheidscom missie het raadslid Dr. Adrian wordt gedeeld; Het Verwulft is een etteiyke tiental len Meters breed verkeersterrein, be vattende behalve twee trottoirs en twee rywegen een zeer goed breed middenter rein. dat geregeld voor bloemenmarkt en tramstandplaats wordt gebruikt, en waarop zich behalve 16 rustieke boom en een tramhuisje, een transforraatorhuis, kabelhuisjes. palen en andere verkeers- obstakelen bevinden, die gevoegelijk al len met trams en bloemenmarkt zonder iemand te hinderen een betere plaats zouden kunnen vinden op de naburig 2 nog veel breeders Gedempte Oude Gracht, Noordelyk gedeelte; De verzoekers achten het aangevoch ten besluit strydig met het algemeen belang, onnoodig, de gemeente bren gende op lasten die niet verantwoord zyn en ten zeerste nadeelig voor allen die in deze omgeving wonen of hunne nering dryven. Redenen waarom zy verzoeken dit be sluit te vernietigen. EXAMENS. Examen Lichaamsoefeningen M. O. Haarlem, 9 Aug. 1928. Geëxamineerd 9 vr. candidaten, toegelaten de dames: J. W. Bekedam, den Haag; J. A. E. Bloe- mendaal, den Haag: J. H. Blokzijl, Brielle, Ch. M. Boogaard, Groningen, R. J. Jager Bruning, den Haag; A. B. Col link, Utrecht; W. Pietersen, den Haag. EXAMEN HOOFDAKTE. Haarlem, 9 Augustus 1928. Geëxami neerd 8 vr. candidaten. Geslaagd de da mes J. W. A. Schönewolff, Amsterdam: J. H. Verboog, Helder. P. J. Heyland. Amsterdam, B. A. Vis. Amsterdam, A. van Wyk, Haarlem, E. W. Geerlings, Amsterdam. INGEZONDEN MEDEDEEL1NGEN a 60 CENTS PER REGEL. INGEZONDEN MEDEDEELINGEN a 60 Cents per regel. V. MEUBELTRANSPORT MIJ. V.H. Den Haag Haarlem Alexanderpleio 1-25 Maerten van Heemakerk- straat 25A. Telefoon 13052 Telefoon 15166 Speciale bewaarplaatsen voor Inboedels, Reisbagages, Koopmansgoederen. 10 Fgrqnmgen^ GEVONDEN DIEREN EN EN VOORWERPEN. Terug te bekomen bij: Bur. van Politie SmedesJfaraaifc, regen jas; L. v. Hoorn. Leidischestrajat 109, notitieboekje: C. Dirkmaat M. v. Heems kerkstraat 54. linnen boord: Bur. van Politie Smedestraat, begnootanz^lijsJt 1927 Schoten: W. Epïjkstra Tempeliersstraat 50, gouden broche; A. Zwertbroek Jans straat 9, bruine ceintuur; R. v. Dam, Bakkerstraat 4, blauwe ceintuur, geld stuk; D. AnthonDssen, Mentonramstraiat 11, ceintuur; KoQiTaird, J. Nleuwenhiuizen- straat 8, duiif rinlg 1099; Wihkett, Rivier- visdhmarkt 1 öulif, ring H.Z.T. 686: A. Noyon, L. Poellaan 40. onderdeel van fototoestel; M. van Gelder, Sdheep- makersdijk 18. herdershond; Postkantoor Ged. Oude Gracht, paar diameöhand- schoenen; C. Klerk. Schreveliusstraat 38. beige dameaharrdschoen; Kennel ..Haerlem", WSfhedminaOaan 22: ruig harige foxhond, gebracht door M. Forcqute, Wffiheöminialaan 20; Kennel Fauna, ParMlaan: zwarte hemd, gebracht door Franken, SOhoterbosohpledln 8; wartwitte hond, gebracht door Verwey Oranjebcomstra-at 135 c rood: zwarte hond, gebracht door Pater, BcEhastraat 46 a: grijze kat, gebracht door Schouten Kou derhom 4 rood; zwarte kat. ge bracht ddor Reuman. Dorre booms tra at 25; oranje kat. gebracht <foor Van Leeuwen. Cberibcmstraalt 14; kat, ge bracht door Heiligers, Lange Heerestr. 7; grijswitte kat, gebracht door Poorter- mans, Rozehagestraat 34; H. Stoel, Rozenstraat 53. eüectr. rywieCDantaam; Blom, Spoorwegstraat 4, blauwe ma trozenmuts; Postkantoor Ged. Oude Gracht, plakaegels; A. Loden, Papen- torerrvest 29. fabrielrapcnaing 639; J. Zoiïdswijk Ed'isomstraat 15, rozenkrans; C. Alsema, Feithstraat 4 rijwie'ibelasting- merk; J. Venema. Sdhermerstraat 1 zw. idem; A. KTaasse Leldscheplein 10 zw. idem; S. de Vries, Scbalgchelstraat 16, ZOMERPRIJZEN BARTELJORISSTR. 26-28 rood Mem; KaTverla, Hooirnairiot, schflp, idem; C. Berglh, Karolingenstraat 19, id'em; Van Kessel, Ged. VaMersgradht 37, bruine actebaseh; Schuurman, Oranje boomstraat 146, auto-wijaell; M. v. Nor den, N. Raamstraat 7. zwempak. Jansen, Oranjestraat 8, gummi bal: Dam, Kampersirrgel 52, hondlenhalsband met penning 0768; Bur. v. PoWtie, Sme destraat. een zwarte damesportemon- naie met sleutel en een bruine óacnes- portemonniaie; J. Franken, Oranje straat 7, pötilepel; Bur. van PoQitie, Smedestraat, regenjas; Kroon, Pretoria- plein 14, rywielrefleoiior; Heemskerk Heereneinigiel 71 H. rol bestekteekerJingien Van Woerkom, Beeksteeg 4, rozenkrans in etui; Tack, Wagenweg 1 rood, paar gymnastiekschoenen. DANSAVOND SAKHAROFF. Wij herinneren er nog eens aan dat ook de dansavond van Satóharoff, die hedenavond in den Stadsschouwburg zou gegeven worden, niiet doorgaat. Uit het Engelsch van ALICE EN CLAUDE ASKEW. 43) Ik moet. Ik heb vanmiddag een afspraak in Regent Hotel met Lord Raynour. Lord Raynour? O, ik ken hem wel. Ik was enkele Jaren geleden op Wend- le ham voor een onbeteekener.de dief stal door een dienstbode. Maar als u deze afspraak j>ersé houden moet, wees dan voorzichtig. Morley knikte. Ik zal er voor zor gen, het dient nergens toe iets te riskee- ren. Maar wat Ruth ven betreft; hebt \i een bevel tot aanhouding? Ja, en er zal zoo gauw mogelijk ge bruik van worden gemaakt. Ik geloof niet dat onze vriend, hoe slim hü ook is, zulke drastische maatregelen zal ver wachten. HU mag dan weten dat u en ik hem verdenken, maar hy moet toch aannemen dat hy zich zoo goed achter con anderen naam verscholen heeft, dat hU niet aan een arrestatie denkt. Maar we hebben zyn zwakke plek ontdekt. Mr. Morley, zijn Aehilles-hiel. Hy lachte in zichzelf en vervolgde: Als Ruthven gisteravond in de stad was geweest, hadden we hem al gehad. Maar hy was niet in zyn huis in St.- John's Wood en evenmin op zijn kamers in Piccadilly. Hij wordt nu vandaag ver wacht. U hoeft u niet ongerust te ma ken dat hy ons ontsnappen zal. Paul Morley stond op en liep met groote stappen de kamer door. Onrust had hem aangegrepen. Eindeiyk, eindeiyk. mom pelde hU, is mijn dag gekomen! Over een van zUn misdaden zal Pierce Ruth ven nu eindelyk zijn nek breken. Bij God, ik zou willen dat al het andere ook bewezen zou worden, dat het verleden weer terugkomt en Pierce Ruthven er van aangezicht tot aangezicht mee komt te staan! Grale lachte. Wc hebben hem nu te pakken als handelaar in gestolen goederen en daar kan hy het voorloo pig moe doen. Het bewijsmateriaal is meer dan voldoende, dank zij de inlich tingen van Denny. Maar hoe kreeg u in vredesnaam Denny te spreken? Hy ls een berucht misdadiger en we vonden hem altyd een moeilUken dwarsen kerel om mee te gaan. Ik deed hem eens een dienst, zei Morley. Het was inHIJ brak den zin af. Het is verscheidene jaren geleden .Ik vond hem onlangs te Londen, hy was stervend van uitputting en daarom was hy niet, bang zichzelf te verraden. Als wederdienst moeten we zijn laatste da gen een beetje aangenaam maken! Hy gaf de inlichtingen, waardoor we weten dat het gestolene by Morison en by Sir Wilfred door Ruthven's han den ging. En om de maat vol te maken werd hét in Parys teruggevonden. Pail- lon is gisteren gearresteerd zooals ik ge hoord heb en daarmee is zyn laatste schijntje van kans om den dans te ont springen verkeken. Ruthven is bang, dat Paillon hem zal verraden, meende Morley, en daarom nam hy zoo'n dreigende hou ding aan tegenover mijn vriend en pa troon John Arkwright om dezen terug te houden van stappen tegen Paillon. En hy maakte van de Arkwrights gebruik om zyn schurkenstreken uit te voeren, zoodat by ontdekking zU als de schuldigen zouden worden beschouwd Werkelijk Mr. Morley, het is gelukkig dat zy een vriend aan u hebben. De twee kisten die naar Parys ge zonden worden, zijn die onderzocht door de politie? Morley leunde over de tafel in gespannen aandacht. Ja, en ik hoorde vanmorgen den uitslag. Is het zooals ik dacht? Grale knikte. Ja u had volkomen gel Uk. Mr. Morley. Een poosje bleven de beide mannen nog praten; toen vertrok Grale met de belofte dat voor den avond. Pierce Ruth ven nog achter slot en grendel zou zit ten. Om half vier ging Paul Morley uit om het afgesproken bezoek te brengen. Hij zou zijn dochter terug krijgen en uj bande elke andere gedachte uit zyn geest; alleen het geluk haar nu eindelijk te zullen ontmoeten nam een plaats in zijn gedachten in, HU had haar nog nooit gezien en hU was benieuwd hoe ze hem tegemoet, zou treden. Maar school er ook niet gevaar in dit alles? Zou hy geen kans loopen zich te verra den? Zou niet eens een dag komen dat zfjn kind hem het verleden verwijten zou? HU wandelde verder, het hoofd ge bogen, diep in gedachten, niets mer kend van den politie-agent ln burger die hem op zUn stappen volgde. Zoo bereikte h{j het hotel van Lord Raynour. Het lag aan de Strand, van den weg gescheiden door een poort en een voorhof. Terwyl hij zioh nog op straat bevond, zag Morley opeens een welbekend figuur en plotseling bieef ni) staan. Het was Pierce Ruthven! Het was meer dan twintig jaar gele den sinds Morley zyn vyand gesproken had, maar sinds zijn terugkeer in Lon den was hU meer dan eens in staat ge weest, zUn prcoi te besluipen. Ruthven ging het hotel binnen. Mor ley wachtte bij d? poort totdat hy in de vestibule verdwenen was. Toen wendde hy zich tot den agent die hem volgde. Uw man ging daar juist naar bin nen, zei hy. Pierce Ruthven, dien u arrestee ren moet, is daar. Kunt u in verbinding komen met Mr. Garle? Zorg dat iedere deur van het hotel bewaakt wordt, zoodat Mr. Ruth ven niet kan ontsnappen. Hy is een geslepen boef en als hy er maar ev de lucht van zou krijgen, ziet hy nog op de een of andere manier kans om te ontsnappen. Laat hem niet ontsnappen, nu hy eenmaal in de val is. Na deze instructies ging hU het hotel binnen en vroeg naar Lord Ray nour. By de portiersloge staande zag hy Ruthven met twee mannen praten bij de lift. Toen werd zyn aandacht af geleid door het antwoord op zijn vraag en toen hU opkeek zag hU Ruthven met meer. Maar zyn hart sprong op by de gedachte dat zyn vyand thans den dans niet ontspringen zou. XLIX Het was enkele minuten voor vieren en Lord Raynour was nog niet geko men. Er was niemand ln de kamer waar Morley binnengelaten werd. De be diende vroeg hem even te willen wach ten daar Lord Ravmur vermoedeiyk in het hotel was, naar de man meende Hy zou even voor hem gaan zien. Een paar minuten verliepen en Mor ley vol triumf over de arrestatie van zyn vyand die niet meer aan zyn nood lot zou ontkomen, liep lusteloos de ka mer op en neer. Hij was juist by de deur gekomen, toen deze geopend werd en hij zich van aangezicht tot aangezicht be vond met een man Lord Raynour! Morley deed een stap achteruit en hield zyn hand voor de oogen. Het was alsof een mist ze bedekte en hy niet gced zien kon. Neemt u me niet kwalykik Maar het was Lcrd Raynour niet. De binnenkomende die een moment in de deuropening was biyven staan en toen de deur achter zich sloot, was Pierce Ruthven! Mr. Ruthven. U! Het plotselinge verschijnen van Ruthven bracht hem in verwarring, hetgeen den binnenko mende niet ontging en hy glimlachte. Neemt u me met kwalyk begon hy. ik verwachtte Lord Rayncur hier. we hadden een afspraak om drie uur en ik ben een uur te laat. Maar ik had het heel druk en ik denk dat Lord Raynour het me wel zal vergeven. Ik vermoed, dat u ook op hem wacht, mynheer? Denkt u dat hy lang weg za! biyven? Hy was in egn makkelyken stoel gaan zitten terwyl hy sprak, zette noncha lant zyn hoed naast zich neer en zyn dikken wandelstok legde hy over zyn knieën. Zyn onaangename lispelende stem herkende Morley weer na zoovel jaren. (Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1928 | | pagina 6