POULA1N
BERLIJNSCHE BRIEVEN.
FLITSEN
STADSNIEUWS
VAN HULST
HEDEN
GEËTALEERD 1
A. WEILL
BONTWERKER
FEUILLETON.
De Dubbelganger
HAARLEM'S DAGBLAD
VRIJDAG 10 AUG. 1928.
(Van onzen correspondent)
De herleving van het Communisme in Duitschland.
Max Hoelz, „de roode generaal".
Beriyn, Augustus.
We moeten ons tegen wil en dank
inet de herlevende communisten bezig
houden.
Dat is geen aangenaam hoofdstuk.
Maar struisvogelpolitiek is altijd uit den
booze geweest!
De Duitsche Communistische Party is
bezig te herleven. En we zuilen moeten
afwachten, wat dat voor gevolgen heeft.
Er zijn hier menschen. die alweer bloed
zien, die van een tweede revolutie pra
ten en die eiken dag in de kranten het
eerst naar berichten uit Moskou snuffe
len, en geen rust hebben voor ze ont
dekken, dat daar eigeniyk niets bijzon
ders aan de hand is. Deze menschen
hebben even een zucht van verlichting
geslaakt, toen ze lazen van de kranige
redding der Italiaansche Poolreizigers
door den Sovjet-IJsbreker „Krass in". Ze
zUn toch biykbaar ook nog menschen.
daarginds in Moskou, kon men hier
hooien. Als ze maar niet door zulke ke
reis aangevoerd werden, die de geheele
menschheid te gronde willen richten
Maar deze goede indrukken werden on-
middeliyk weer weggenomen door de
berichten van de laatste twee dagen, die
vertellen van het Congres der zot
naamde Komintern in de Russische
hoofdstad, waar Boekarin nare dingen
over de plannen der bolsjewiki verteld
heeft. Boekarin, lazen ze daar met ver
schrikte oogen, verwacht een spoedigen
tweeden grooten oorlog, en dande
beroemde wereldrevolutie. En wel bin
nen zeer korten tyd.
En terwijl ze dat alles lazen, kwam
Max Hoelz. de „roode generaal", dank
zij de waarlijk zeer royale amnestie, die
een paar weken geleden door het Duit
sche parlement gegeven werd, uit het
tuchthuis in Berlijn, werd met veel la
waai ontvangen, en op een met bloemen
en groen versierde auto aan de massa
vertoond.
Is het wonder, dat in brave Duitsche
burgergezinnen de menschen weer eens
witjes geworden zijn, en zy, van wie men
aanneemt, dat ze „het weten kunnen"
met bange vragen bestormd worden?
Als Beriynsch briefschrijver mag Ik
deze dingen natuuriyk niet verzwijgen.
De kranten staan er vol van. De kran
ten brengen de menschen weer aan het
praten. En dus Is Duitschland er vol
van. Maar ik besef, dat het hier ten
slotte om dingen gaat, die ten deele myn
gebied verre overschryden. En daarom
wil ik trachten, mij zooveel mogeiyk tot
de zuiver-Duitsche verschijnselen te be
palen.
In één opzicht kan men Boekarin niet
ongeiyk geven. Als hy betoogt, dat een
nieuwe groote oorlog dreigt, dan kan
hij terecht wijzen op den Balkan, op
Mexico, op China, op Polen en Litauen,
op de steeds meer onhoudbare toestan
den in Italië, op de groote spanning in
Egypte, en op nog veel meer. Niemand
zal willen ontkennen, dat ondanks Vol
kenbond, ondanks Vredespact van Kel
logg en meer van die nobele instellingen
en opwellingen, de algemecne situatie er
niet bepaald vrooiyk uitziet. Maar dat
de volkeren, die den wereldoorlog mee
gemaakt hebben, nu binnenkort toch
weer bereid zouden zyn, zich in nieuwe
avonturen te laten meeslepen, dat wil
er by my en naar ik meen by de over-
groote meerderheid van rustig denkende
menschen toch werkeUjk niet in.
Men heeft in Moskou alle reden om
dingen, die mogeiyk maar hoogst on-
waarschymyk zyn. zoo voor te stellen,
alsof ze morgen al werkelijkheid wor
den. Het schijnt ook daarginds in het
groote Rusland niet alles naar wensch
te gaan. De Duitsche bladen wisten de
laatste weken van dreigenden hongers
nood, van economische moeiiykheden
van zeer uitgebreiden aard. en van ern
stige ontevredenheid der bevolking te
vertellen. Ook het beruchte Don-proces
tgen de zoogenaamde saboteurs der my-
nen in Zuid-Rusland, waart>y ook Duit
sche ingenieurs en monteurs betrokken
waren, wordt door goed-ingelichte jour
nalisten in Moskou als een poging om
de aandacht der ontevredenen af te lei
don uitgelegd.
Maar zelfs al neemt men de dreige
menten van Boekarin en zyn vrienden
niet ernstiger dan ze verdienen, dan
mag men toch niet de oogen sluiten voor
waarlijk zichtbare gevaren En als zoo
danig beschouw ik den toenemenden
invloed van het communisme in Duitsch
land, dat een Jaar of drie geleden al
bijna tot een faillissement genaderd
was Men mag ook heden de beteekenis
van deze partij niet overdryven.
Volgens de sterkte der fracties in den
Duitschcn Ryksdag nemen de commu
nisten de vierde plaats in, na de Katho
lieken. Maar ze zyn ontegenzeggelijk veel
sterker geworden, en waar de sociaal
democraten thans weer in samenwerking
het burgerlijke deel van de Rijks regee
ring uitmaken, en in die ryksregeering
zelfs de leiding hebben, zal het den com
munisten voorloopig nog gemakkelijker
vallen den strijd tegen deze ..broeder
party". die op het oogenblik nog al tyd
driemaal zoo machtig is, met succes
voort te zetten.
Het valt nu eenmaal niet te ontken
nen. dat de sociaal-democraten, hoe tal
rijk tegenwoordig hun aanhang ook ge
worden is, geen revolutionnair gezinde
arbeiderspartij meer zyn. Althans in
Duitschland niet. Ze zijn half-burgerlük
geworden wat hun leiding en een be-
langryk deel van de ingeschreven leden
der party betreft. Ze denken niet meer
aan revolutie, maar zien in evolutie,
het veroveren van de macht in den staat
langs den weg der democratie het eenige
middel om tenslotte een meerderheid
te verkrijgen en de eigen theorieën in
de daad om te zetten.
Een groote minderheid in de party is
het met dit standpunt niet eens. en
biyft slechts in de gelederen, omdat de
discipline vooral in de vakvereenigingen
waarvan de partij het tenslotte hebben
moet, zoo sterk is als slechts onder
Duitschers met hun machtig solidariteits
gevoel voorkomen kan.
Maar die minderheid brokkelt toch
naar het communisme af, zal nog meer
afbrokkelen, als straks de leiders der
party, die Rykskanselier en ryksminis-
ter zyn, door coalitiepolitiek gedwongen
worden tot maatregelen, welke de min
der ontwikkelde en ver-ziende partyge-
nooten noodzakeiyk ontstemmen moet.
Daarmee rekent het communisme, en
zyn actie om de bijna-overtuigden naar
de eigen gelederen over te halen neemt
met den dag toe.
In dit verband hebben we den terug
keer van Max Hoelz te beoordeelen.
De Duitsche Republiek heeft het nu
eenmaal noodig gevonden, weer eens een
amnestie af te kondigen. Zulke kwyt-
scheldingen van straf plegen in andere
staten slechts by hooge uitzondering
voor te komen. En wel op zeer plechtige
dagen: troonsbestygingen van gekroon
de hoofden, huwelijken van vorstelijke
personen, en dergelijke. In Duitschland
hebben we sinds 1918 al eenige amnes
tieën beleefd en ten deele is dat een ge
volg van het feit, dat mer. in de eerste
uiterst onrustige jaren na de revolutie
duizenden menschen achter slot gezet
had, die eigeniyk geen heusche boeven
waren, maar die onder den indruk van
de algemecne verwarring zich strafbaar
gemaakt hadden, en al te streng beoor
deeld werden, terwijl zU slechts ter wille
van de veiligheid van den staat een
korte opsluiting verdienden.
De republiek voelt zich thans geves
tigd wat tot op zekere hoogte ook
werkelijk het geval is en heeft dit"
willen demonstreeren door een amnestie,
die waarlijk vorsteiyke afmetingen heeft
aangenomen. Men ging daarbij van het
denkbeeld uit, dat men de ontevreden
gelederen, die nu eenmaal altyd zullen
blijven bestaan, het gevaarlykste agita-
tiematerlaal tegen den tegenwoordigen
staat uit de handen slaat door politieke
jevangenen, die als martelaars voor de
propaganda dienst doen, in vrijheid te
stellen.
Onder die bevrijden is Max Hoelz, die
tot de communisten gerekend moet wor
den, de meest bekende. In 1923, in het
jaar van de grootste verwarring, had
deze nog jonge man, die in vroeger ja
ren een braaf werkman en een goed
soldaat geweest was, en die zichzelf uit
de meest armoedige omstandigheden
met yzeren energie omhoog wist te wer
ken, den kijk op de werkelijke machts
verhoudingen verloren en in Saksen,
meer in het byzonder in het Vogtland.
een revolutionnaire beweging ontketend,
waarby hy eenige weken lang het leven
van een soort rcoverhoofdman voerde,
op eenigszins naïeve maar tcch niét on-
evaarlyke wyzc villas liet verbranden,
geldsommen uit banken liet stelen, en
ook met de burgerij en de troepen slaags
raakte, waarby de noodige dooden en
gewonden vielen. Natuurlijk was zyn
heerschappU slechts van korten duur.
En tenslotte moest hy zich tegenover
den strafrechter verantwoorden. Tien
tallen delicten konden hem ten laste ge
legd worden, en ofschoon al spoedig
bleek, dat de man volstrekt niet het type
van een misdadiger maar meer een heet
hoofd met tameiyk verwarde sociale
denkbeelden was. zette men hem levens-
f lar.g in het tuchthuis. Later bleek, dat
I men hem waarschyniyk ten onrechte
veroordeeld heeft wegens doodslag. En
ook in burgerhjke kringen begon men
voor hem te werken en een herziening
van zyn proces door te zetten. In het
tuchthuis ontwikkelde zich Hoelz steeds
meer door het lezen van goede boeken.
En voor de communistische party werd
deze heethoofd in de gevangenis een
propaganda-man van het eerste water.
Op den eenvoudtgen arbeider werkte de
figuur Hoelz daarom zoo machtig, om
dat hij in zijn rooverhoofdmansweken
zich een communist van de daad, een
halve anarchist getoond had, voor deze
menschen een heel wat onmiddellijker
werkende figuur dus dan de andere lei
ders, die wel een grooten mond hebben,
maar zelf niets wagen, en als het op
klappen aankomt toevallig niet te vin
den zijn.
Deze Max Hoelz. door zyn tuchthuis
straf tot een bijna legenöaire persoon
lijkheid geworden, is nu uit den kerker
(waar hij het intusschen allesbehalve
slecht gehad heeft!) ontslagen, al is het
dan ook voorloopig, omdat men opnieuw
tegen hem wil gaan procedeeren. En ik
heb dezer dagen meegemaakt, hoe men
hem in Berlijn gehuldigd heeft. Daarbij
was te merken, dat deze man inderdaad
een leiderspositie veroverd heeft, en dat
h'j eigeniyk de eenige werkelijke leider
is. waarover de Duitsche communisten
beschikken. En wel. omdat hy het volk
achter zich heeft. De menschen die hem
toejuichten, en het waren er zeker eeni
ge honderdduizenden, selooven in dezen
leider. Als hy morgen wil. is er in
Duitschland weer burgeroorlog.
Maar hy zal voorloopig niet willen! Hy
is tenslotte niet dom, en weet. dat sinds
hy in den kerker opgesloten werd,
Duitschland v::i veranderd is. Er is nu
een Ryksweer, die achter de regeering
staat. Vroeger had in Duitschland de ar
beider* wapens. Nu is alleen die ryks
weer gewapend. En daartegen is niets
te beginnen. Ook tegen de nog sterkere
politietroepen niet, die voor 90 pet. ach
ter de sociaal-democratie staan.
Verstandige menschen hier in Duitsch
land zijn van meening, dat de commu
nisten zelfs met Hoelz aan het hoofd
niet wagen zullen, het toch nog eens te
probeeren. Maar in het buitenland kan
reel veranderen. En er kan een oogen
blik komen, waarop ook een deel van
de Duitsche sociaal-democratie de kans
al te verleideiyk vindt en mee aan het
burgeroorlog je spelen gaat. Dat oogen
blik kan nog verre zUn, het kan ook na
der zijn dan we vermoeden.
En tot op zekere hoogte hebben de
zenuwachtig geworden krantenlezers
niet geheel ongelijk!
H. v. B.
VAN HAARLEM'S DAGBLAD No. 1268
DE HANGMAT MATRAS
TEGEN OPHEFFING VAN
DE PAARDENSTEEG
NOG EEN ADRES AAN DE
KONINGIN
Nu Gedeputeerde Staten van Noord
Holland het raadsbesluit inzake de
overeenkopnst met de firma Vroom en
Dreesmann, waarby ook tot opheffing
van de Paardesteeg besloten werd, heb
ben goedgekeurd, hebben de bewoners
der Gierstraat aan de Kroon om ver
werping van dat besluit gevraagd.
De zaak moet dus voor den Raad van
State, af deeling geschillen, behandeld
worden.
Verschillende bewoners van of/en
neringdoenden aan de Groote Hout
straat hebben het volgende adres aan
H.M. de Koningin gezonden:
„Dat zy met groot leedwezen hebben
kennis genomen van het raadsbesluit
van de gemeente Haarlem d.d. 30 No
vember 1927, onder meer strekkende tot
onttrekking aan den openbaren dienst
van de z.g.n. Paardesteeg en tot over
dracht van den tot die straat behoo
renden grond aan een firma hier ter
stede, met de blijkbare bestemming om
met andere perceelen te worden bezet
door een soort warenhuis, althans een
groot en hoog aaneengesloten getooow;
Naar het oordeel van adressanten
is het in stryd zoowel met de eischen
van goeden stedenbouw als van het
verkeer om in den tegenwoordigen tijd
in de stadsgedeelten van oude vesting
steden verkeerswegen te niet te doen;
In het byzonder geldt dit ten aanzien
van dit oude stadsgedeelte van Haar
lem, alwaar in het byzonder ter ont
lasting van de Groote Houtstraat veel
eer zou moeten worden gestreefd naar
het maken van nieuwe doorbraken zoo-,
als vorige stadsbesturen die daar heb-1
ben bewerkstelligd, dan naar het toe
stoppen van bestaande straten:
Ook de eischen der hygiène zijn hier-
by door het gemeentebestuur niet In
acht genomen en zelfs niet in overwe
ging genomen;
De nu bestaande open ruimte ge
vormd door tuinen en plaatsen en gele-
Vader vermoedt dat het i
gaat regenen en bes'uit
de hamginatmatras bin
nen te balen
pakt het dir. 5:
I Iaat het driemaal vallen,
voor hij het werkelijk
I good beet heeft
verzoekt moeder do keu
kendeur open te doen
want het wordt gauw
pynlyk aan je vingertop
pen
herinnert zich dat moe
der even uit is en tracht
zelf de deur te openen
zonder het ding te laten
vallen
tracht zijdelings, over
langs en rugwaarts door
de d'our te gaan
verliest zyn houvast en
duwt het er tenslotte me:
bruts kracht door
gaat naar het raam om
af te koelen en consta
teert dat de zon vroolij-
ker dan ooit schijnt.
(Nadruk verboden
gen tusschen de huizen aan de Nieuw-
straat, de Groote Houtstraat, de Paar
desteeg en de Gierstraat werkt door het
bestaan van de Paardesteeg als een
longe die de frissche Westelijke winden
dat gedeelte der bebouwde stad, via de
Botermarkt, binnen voert. Door de ge
volgen van gemeld raadsbesluit zou dit
onmogelyk worden;
Verzoekers achten de door Burge
meester en Wethouders zeer op den
voorgrond gestelde verbreeding van het
Verwulft volstrekt niet noodzakeiyk,
welke meening blykens het verhandelde
in den Gemeenteraad door den voorzit
ter der Haarlemsche Gezondheidscom
missie het raadslid Dr. Adrian wordt
gedeeld;
Het Verwulft is een etteiyke tiental
len Meters breed verkeersterrein, be
vattende behalve twee trottoirs en twee
rywegen een zeer goed breed middenter
rein. dat geregeld voor bloemenmarkt
en tramstandplaats wordt gebruikt, en
waarop zich behalve 16 rustieke boom en
een tramhuisje, een transforraatorhuis,
kabelhuisjes. palen en andere verkeers-
obstakelen bevinden, die gevoegelijk al
len met trams en bloemenmarkt zonder
iemand te hinderen een betere plaats
zouden kunnen vinden op de naburig 2
nog veel breeders Gedempte Oude
Gracht, Noordelyk gedeelte;
De verzoekers achten het aangevoch
ten besluit strydig met het algemeen
belang, onnoodig, de gemeente bren
gende op lasten die niet verantwoord
zyn en ten zeerste nadeelig voor allen
die in deze omgeving wonen of hunne
nering dryven.
Redenen waarom zy verzoeken dit be
sluit te vernietigen.
EXAMENS.
Examen Lichaamsoefeningen M. O.
Haarlem, 9 Aug. 1928. Geëxamineerd
9 vr. candidaten, toegelaten de dames:
J. W. Bekedam, den Haag; J. A. E. Bloe-
mendaal, den Haag: J. H. Blokzijl,
Brielle, Ch. M. Boogaard, Groningen, R.
J. Jager Bruning, den Haag; A. B. Col
link, Utrecht; W. Pietersen, den Haag.
EXAMEN HOOFDAKTE.
Haarlem, 9 Augustus 1928. Geëxami
neerd 8 vr. candidaten. Geslaagd de da
mes J. W. A. Schönewolff, Amsterdam:
J. H. Verboog, Helder. P. J. Heyland.
Amsterdam, B. A. Vis. Amsterdam, A.
van Wyk, Haarlem, E. W. Geerlings,
Amsterdam.
INGEZONDEN MEDEDEEL1NGEN a 60 CENTS PER REGEL.
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN
a 60 Cents per regel.
V. MEUBELTRANSPORT MIJ. V.H.
Den Haag Haarlem
Alexanderpleio 1-25 Maerten van Heemakerk-
straat 25A.
Telefoon 13052 Telefoon 15166
Speciale bewaarplaatsen voor Inboedels,
Reisbagages, Koopmansgoederen. 10
Fgrqnmgen^
GEVONDEN DIEREN EN
EN VOORWERPEN.
Terug te bekomen bij:
Bur. van Politie SmedesJfaraaifc, regen
jas; L. v. Hoorn. Leidischestrajat 109,
notitieboekje: C. Dirkmaat M. v. Heems
kerkstraat 54. linnen boord: Bur. van
Politie Smedestraat, begnootanz^lijsJt 1927
Schoten: W. Epïjkstra Tempeliersstraat
50, gouden broche; A. Zwertbroek Jans
straat 9, bruine ceintuur; R. v. Dam,
Bakkerstraat 4, blauwe ceintuur, geld
stuk; D. AnthonDssen, Mentonramstraiat 11,
ceintuur; KoQiTaird, J. Nleuwenhiuizen-
straat 8, duiif rinlg 1099; Wihkett, Rivier-
visdhmarkt 1 öulif, ring H.Z.T. 686: A.
Noyon, L. Poellaan 40. onderdeel van
fototoestel; M. van Gelder, Sdheep-
makersdijk 18. herdershond; Postkantoor
Ged. Oude Gracht, paar diameöhand-
schoenen; C. Klerk. Schreveliusstraat 38.
beige dameaharrdschoen; Kennel
..Haerlem", WSfhedminaOaan 22: ruig
harige foxhond, gebracht door M.
Forcqute, Wffiheöminialaan 20; Kennel
Fauna, ParMlaan: zwarte hemd, gebracht
door Franken, SOhoterbosohpledln 8;
wartwitte hond, gebracht door Verwey
Oranjebcomstra-at 135 c rood: zwarte
hond, gebracht door Pater, BcEhastraat
46 a: grijze kat, gebracht door Schouten
Kou derhom 4 rood; zwarte kat. ge
bracht ddor Reuman. Dorre booms tra at
25; oranje kat. gebracht <foor Van
Leeuwen. Cberibcmstraalt 14; kat, ge
bracht door Heiligers, Lange Heerestr.
7; grijswitte kat, gebracht door Poorter-
mans, Rozehagestraat 34; H. Stoel,
Rozenstraat 53. eüectr. rywieCDantaam;
Blom, Spoorwegstraat 4, blauwe ma
trozenmuts; Postkantoor Ged. Oude
Gracht, plakaegels; A. Loden, Papen-
torerrvest 29. fabrielrapcnaing 639; J.
Zoiïdswijk Ed'isomstraat 15, rozenkrans;
C. Alsema, Feithstraat 4 rijwie'ibelasting-
merk; J. Venema. Sdhermerstraat 1 zw.
idem; A. KTaasse Leldscheplein 10 zw.
idem; S. de Vries, Scbalgchelstraat 16,
ZOMERPRIJZEN
BARTELJORISSTR. 26-28
rood Mem; KaTverla, Hooirnairiot, schflp,
idem; C. Berglh, Karolingenstraat 19,
id'em; Van Kessel, Ged. VaMersgradht
37, bruine actebaseh; Schuurman, Oranje
boomstraat 146, auto-wijaell; M. v. Nor
den, N. Raamstraat 7. zwempak.
Jansen, Oranjestraat 8, gummi bal:
Dam, Kampersirrgel 52, hondlenhalsband
met penning 0768; Bur. v. PoWtie, Sme
destraat. een zwarte damesportemon-
naie met sleutel en een bruine óacnes-
portemonniaie; J. Franken, Oranje
straat 7, pötilepel; Bur. van PoQitie,
Smedestraat, regenjas; Kroon, Pretoria-
plein 14, rywielrefleoiior; Heemskerk
Heereneinigiel 71 H. rol bestekteekerJingien
Van Woerkom, Beeksteeg 4, rozenkrans
in etui; Tack, Wagenweg 1 rood, paar
gymnastiekschoenen.
DANSAVOND SAKHAROFF.
Wij herinneren er nog eens aan dat
ook de dansavond van Satóharoff, die
hedenavond in den Stadsschouwburg zou
gegeven worden, niiet doorgaat.
Uit het Engelsch van
ALICE EN CLAUDE ASKEW.
43)
Ik moet. Ik heb vanmiddag een
afspraak in Regent Hotel met Lord
Raynour.
Lord Raynour? O, ik ken hem wel.
Ik was enkele Jaren geleden op Wend-
le ham voor een onbeteekener.de dief
stal door een dienstbode. Maar als u
deze afspraak j>ersé houden moet, wees
dan voorzichtig.
Morley knikte. Ik zal er voor zor
gen, het dient nergens toe iets te riskee-
ren. Maar wat Ruth ven betreft; hebt \i
een bevel tot aanhouding?
Ja, en er zal zoo gauw mogelijk ge
bruik van worden gemaakt. Ik geloof
niet dat onze vriend, hoe slim hü ook is,
zulke drastische maatregelen zal ver
wachten. HU mag dan weten dat u en
ik hem verdenken, maar hy moet toch
aannemen dat hy zich zoo goed achter
con anderen naam verscholen heeft, dat
hU niet aan een arrestatie denkt. Maar
we hebben zyn zwakke plek ontdekt. Mr.
Morley, zijn Aehilles-hiel.
Hy lachte in zichzelf en vervolgde:
Als Ruthven gisteravond in de stad
was geweest, hadden we hem al gehad.
Maar hy was niet in zyn huis in St.-
John's Wood en evenmin op zijn kamers
in Piccadilly. Hij wordt nu vandaag ver
wacht. U hoeft u niet ongerust te ma
ken dat hy ons ontsnappen zal. Paul
Morley stond op en liep met groote
stappen de kamer door. Onrust had hem
aangegrepen. Eindeiyk, eindeiyk. mom
pelde hU, is mijn dag gekomen! Over
een van zUn misdaden zal Pierce Ruth
ven nu eindelyk zijn nek breken. Bij
God, ik zou willen dat al het andere ook
bewezen zou worden, dat het verleden
weer terugkomt en Pierce Ruthven er
van aangezicht tot aangezicht mee
komt te staan!
Grale lachte. Wc hebben hem nu
te pakken als handelaar in gestolen
goederen en daar kan hy het voorloo
pig moe doen. Het bewijsmateriaal is
meer dan voldoende, dank zij de inlich
tingen van Denny. Maar hoe kreeg u in
vredesnaam Denny te spreken? Hy ls
een berucht misdadiger en we vonden
hem altyd een moeilUken dwarsen kerel
om mee te gaan.
Ik deed hem eens een dienst, zei
Morley. Het was inHIJ brak den zin
af. Het is verscheidene jaren geleden .Ik
vond hem onlangs te Londen, hy was
stervend van uitputting en daarom was
hy niet, bang zichzelf te verraden. Als
wederdienst moeten we zijn laatste da
gen een beetje aangenaam maken!
Hy gaf de inlichtingen, waardoor
we weten dat het gestolene by Morison
en by Sir Wilfred door Ruthven's han
den ging. En om de maat vol te maken
werd hét in Parys teruggevonden. Pail-
lon is gisteren gearresteerd zooals ik ge
hoord heb en daarmee is zyn laatste
schijntje van kans om den dans te ont
springen verkeken.
Ruthven is bang, dat Paillon hem
zal verraden, meende Morley, en
daarom nam hy zoo'n dreigende hou
ding aan tegenover mijn vriend en pa
troon John Arkwright om dezen terug
te houden van stappen tegen Paillon.
En hy maakte van de Arkwrights
gebruik om zyn schurkenstreken uit te
voeren, zoodat by ontdekking zU als de
schuldigen zouden worden beschouwd
Werkelijk Mr. Morley, het is gelukkig
dat zy een vriend aan u hebben.
De twee kisten die naar Parys ge
zonden worden, zijn die onderzocht
door de politie? Morley leunde over
de tafel in gespannen aandacht.
Ja, en ik hoorde vanmorgen den
uitslag.
Is het zooals ik dacht?
Grale knikte. Ja u had volkomen
gel Uk. Mr. Morley.
Een poosje bleven de beide mannen
nog praten; toen vertrok Grale met de
belofte dat voor den avond. Pierce Ruth
ven nog achter slot en grendel zou zit
ten.
Om half vier ging Paul Morley uit om
het afgesproken bezoek te brengen. Hij
zou zijn dochter terug krijgen en uj
bande elke andere gedachte uit zyn
geest; alleen het geluk haar nu eindelijk
te zullen ontmoeten nam een plaats in
zijn gedachten in, HU had haar nog
nooit gezien en hU was benieuwd hoe
ze hem tegemoet, zou treden. Maar
school er ook niet gevaar in dit alles?
Zou hy geen kans loopen zich te verra
den? Zou niet eens een dag komen dat
zfjn kind hem het verleden verwijten
zou? HU wandelde verder, het hoofd ge
bogen, diep in gedachten, niets mer
kend van den politie-agent ln burger die
hem op zUn stappen volgde.
Zoo bereikte h{j het hotel van Lord
Raynour. Het lag aan de Strand, van
den weg gescheiden door een poort en
een voorhof. Terwyl hij zioh nog op
straat bevond, zag Morley opeens een
welbekend figuur en plotseling bieef ni)
staan.
Het was Pierce Ruthven!
Het was meer dan twintig jaar gele
den sinds Morley zyn vyand gesproken
had, maar sinds zijn terugkeer in Lon
den was hU meer dan eens in staat ge
weest, zUn prcoi te besluipen.
Ruthven ging het hotel binnen. Mor
ley wachtte bij d? poort totdat hy in de
vestibule verdwenen was. Toen wendde
hy zich tot den agent die hem volgde.
Uw man ging daar juist naar bin
nen, zei hy. Pierce Ruthven, dien u
arrestee ren moet, is daar.
Kunt u in verbinding komen met
Mr. Garle? Zorg dat iedere deur van het
hotel bewaakt wordt, zoodat Mr. Ruth
ven niet kan ontsnappen. Hy is een
geslepen boef en als hy er maar ev
de lucht van zou krijgen, ziet hy nog op
de een of andere manier kans om te
ontsnappen. Laat hem niet ontsnappen,
nu hy eenmaal in de val is.
Na deze instructies ging hU het
hotel binnen en vroeg naar Lord Ray
nour. By de portiersloge staande zag
hy Ruthven met twee mannen praten
bij de lift. Toen werd zyn aandacht af
geleid door het antwoord op zijn vraag
en toen hU opkeek zag hU Ruthven met
meer. Maar zyn hart sprong op by de
gedachte dat zyn vyand thans den dans
niet ontspringen zou.
XLIX
Het was enkele minuten voor vieren
en Lord Raynour was nog niet geko
men. Er was niemand ln de kamer waar
Morley binnengelaten werd. De be
diende vroeg hem even te willen wach
ten daar Lord Ravmur vermoedeiyk in
het hotel was, naar de man meende
Hy zou even voor hem gaan zien.
Een paar minuten verliepen en Mor
ley vol triumf over de arrestatie van
zyn vyand die niet meer aan zyn nood
lot zou ontkomen, liep lusteloos de ka
mer op en neer. Hij was juist by de deur
gekomen, toen deze geopend werd en hij
zich van aangezicht tot aangezicht be
vond met een man
Lord Raynour! Morley deed een
stap achteruit en hield zyn hand voor
de oogen. Het was alsof een mist ze
bedekte en hy niet gced zien kon.
Neemt u me niet kwalykik
Maar het was Lcrd Raynour niet. De
binnenkomende die een moment in de
deuropening was biyven staan en toen
de deur achter zich sloot, was Pierce
Ruthven!
Mr. Ruthven. U! Het plotselinge
verschijnen van Ruthven bracht hem in
verwarring, hetgeen den binnenko
mende niet ontging en hy glimlachte.
Neemt u me met kwalyk begon hy.
ik verwachtte Lord Rayncur hier. we
hadden een afspraak om drie uur en ik
ben een uur te laat. Maar ik had het
heel druk en ik denk dat Lord Raynour
het me wel zal vergeven. Ik vermoed,
dat u ook op hem wacht, mynheer?
Denkt u dat hy lang weg za! biyven?
Hy was in egn makkelyken stoel gaan
zitten terwyl hy sprak, zette noncha
lant zyn hoed naast zich neer en zyn
dikken wandelstok legde hy over zyn
knieën. Zyn onaangename lispelende
stem herkende Morley weer na zoovel
jaren.
(Wordt vervolgd.)