H. D. VERTELLINGEN
Vlammende Katchen
JEUGDHERBERGEN OOK IN NEDERLAND.
BINNENLAND
FLITSEN
FEUILLETON.
HAARLEM'S DAGBLAD WOENSDAG 22 AUG. 1928
In mijn artikel over .Jeugdherbergen
In Ouitschland" stelde ik aan het slot
de traag, of ook in Nederland nietIn
navolging van Dultschland jeugdher
bergen kunnen worden geopend, en of
in deze richting geen dankbaar en mooi
werk zou zijn te verrichten door bon
den en vereen:gingen, welke zich de
ontwikkeling van de jeugd in Neder
land ten doel stellen. En zie, de krant
lag Zaterdagmiddag nauwelijks in mijn
bus, of ik werd reeds opgebeld door een
belangstellend lezer, die mij de verras
sende mededccling deed, dat de door my
geuite wensch reeds heel spoedig ln ver
vulling zou gaan en dat zoo waar ook in
Nederland en wel te Blaricum in
Mei reeds de eerste jeugdherberg was
geopev/L Ook van eenige andere lezers
mocht ik niet alleen bewijzen van in
stemming met het slot van mijn artikel
ontvangen, doch bovendien ook nog een
enthousiast schrijven over „de Dotter",
de eerste Nederlandsche jeugdherberg,
vtraarin reeds verscheidene Haarlem
mers met genoegen hebben gelogeerd.
Omdat het mij bleek, dat het onder
werp zoo actueel was, ben ik er giste
ren dadelijk op uit getrokken en heb ik
te Blaricum een bezoek gebracht aan
onze eerste Nederlandsche Jeugdher
berg, waaraan door de stichters de
dames Visser de naam van „De Dot-
Ier" is gegeven. Verscholen tusschen
het groen aan den rand van een weitje,
ligt daar te Blaricum heel idyllisch
het kleine, vriendelijke landhuis, dat
wel niets heeft van wat wij, Nederlan
ders, gewoonlijk onder een „herberg"
verstaan. Hier, bij de dames Visser, zou
de jonge Duitscher, die mij bij myn be
zoek aan de jeugdherberg te Mander-
scheid vergezelde, hebben gevonden, wat
hy te veel in die Dultsehe model-in
richting miste: „Gemütlichkeit". Het
was er wat wij, Hollanders, noemen,
knus en gezellig. Om er dadelijk „neer
te strijken". Alles was er zooals mej.
Visser mij dodelijk toegaf wat hok-
kerlg en popperig, maar dat gaf aan het
geheel ook weer iets intiems, waardoor
elke gedachte aan hotel of herberg wel
heel ver bleef. Een aardig liefelijk on
der klimop verscholen familie-pension,
dat overvol was, en juist daarom ook
zoo"n „gemütlichen" indruk maakte.
Hoe het mogelijk was, dat in dat kleine
landhuis Zaterdag en Zondag 44 gasten
hadden gelogeerd, kon men op het eer
ste gezicht, nauwelijks begrypen. Maar
de jongelui, die uit de steden naar het
Gooi trekken om er eenige dagen van
de natuur te genieten, zyn gauw tevre-
'den en stellen andere eischen dan de
verwende reizigers, die in Kurhotels
plegen te logceren.
Maar toch, de dames Visser moesten
onmiddellijk toegeven, dat de ruimte
van de Dotter voor het doel veel en veel
te klein is. Nu deze eerste jeugdherberg
in het Gooi is geopend, blijkt eerst
recht, welk een groote behoefte ei- aar.
deze inrichtingen ook in ons land be
staat. Op 20 Mei z'-jn de dames Visser
hun „jeugdherberg" begonnen en er is
In deze vac&ntle bijna geen nacht voor-
bü gegaan, dat het huisje niet vol was.
En ook voor de Zaterdagen en Zonda
gen is er buiten de vacantie bUna altijd
meer vraag naar plaatsen dan er ruimte
beschikbaar is. Herhaaldelijk komt het
voor, dat aan 'n twintig tot dertig aan
vragen niet kan worden voldaan en om
maar zoo weinig mogelijk jongelui te
leur te stellen, zyn dikwijls groepen van
42. ja zelfs 44 toegelaten, terwijl er fei-
telyk maai' op 35 gasten gerekend is.
En zelfs by 35 gasten kan men zeggen,
dat ieder hoekje gebruikt wordt, zoodat
de Dotter reeds dan een nest vol
spreeuwen lijkt. Uit alle deelen van het
land komen ze naar Blaricum óm van
den Dotter uit tochten door het Gooi te
maken, Eenige dagen geleden was er
zelfs eén gast uit Bern.
De groote steden van Holland leveren
wel het grootste contingent, maar ook
tot Friesland is het reeds doorgedron-
geen, dat er in het Gooi eindelijk een in
richting bestaat, waar men voor een
minimum som evenals in Dultschland
in de Jeugdherbergen kan logeeren.
Vertelde mej. Visser mij niet, dat den
volgenden dag een groep uit het Noor
den van ons land werd venvacht? Al
leen in Juli voor de helft dus nog
maar vacantiemaand hadden er 540
gasten in den Dotter gelogeerd.
Hoe de dames Visser op het denk
beeld zUn gekomen In Nederland een
Jeugdherberg te stichten? Enkel uit
enthousiasme na de ondervindingen in
Dultschland opgedaan, waar zy jong
als zU zelve nog zUn in Jugendher-
bergen hadden gelogeerd. Zonder eenige
subsidie of finantieelen steun hebben
zy op eigen initiatief den Dotter ge
opend met het verrassend resultaat dat
de ontvangsten de uitgaven bleken te
dekken I En dat. tcrwyi de pryzen ln
navolging van Dultschland zoo laag
zyn gehouden, dat elke gedachte aan
verdienste Iaat staan aan winstbe
jag ver gehouden moet worden.
Wil men eenige voorbeelden? Het lo
gies kost per nacht en per persoon
evenals te Manderscheld 30 cents.
Voor ontbyt wordt 20 cents gevraagd,
voor een middagmaal soep, vleesch.
groente en aardappelen, en pudding
toe 65 cents, voor avondbrood
cents, voor een heelen dag pension
f 1,40. Voor het eventueel gebruik van
een slaapzak ook al weer in navol-
ging van Duitschland 10 cents, en
voor een handdoek 5 cents. Voor schooi-
groepen wordt zelfs nog reductie ver
leend! Men ziet, dat deze minimaal ge
noemd mogen worden!
Op mijn vraag, tot welke conclusies
de dames Visser na een praktyk van 3
maanden waxen gekomen, kreeg ik ten
antwoord:
„Het is ons gebleken, dat jeugdher
bergen hier evenzeer als in Duitsch
land in een behoefte voorzien! wy
zullen daarom volgend jaar een veei
grootcre Jeugdherberg openen, met af-
zonderiyke zalen voor jongens en meis
jes. Hier, in de Dotter, slapen de meis
jes binnen op alzonderlyke bedden
maar de jongens in een by gebouwtje
op stroozakken, die op den grond
een houten, verhoogde vloer worden
neergelegd. Ook moet het eten op der»
duur eenvoudiger! Zoogenaamd: massa-
eten! Dan kan het nog goedkooper en
is het voor ons niet zoo overstelpend
druk. Want deze zomer heeft te veel
van ons beider krachten gevergd. Maar
dat de jeugherbergen een toekomst
hebben in ons land, dat is in deze maan.
den overduidelijk bewezen! U moet
vooral niet vergeten, dat het bestaan
van deze jeugdherberg nög maar in be
trekkelijk kleinen kring bekend is. En
nu zyn de aanvragen al zoo vele, dat
wy herhaaldelijk menschen moeten te
leurstellen!"
In de Dotter is plaats voor jongelui
van alle gezindten en van elke politieke
richting. Het gebeurde herhaaldelijk,
dat A. J. C.'ers en leden van de Am-
sterdamsche A. M. V. J. er broederlijk
naast elkander lagen. Men komt er lo
geeren enkel en alleen om van het Gooi
en de natuur te genieten en men laat er
de politiek althans, dat zullen wij
voor de Jongelui hopen buiten de
deur.
Tenslotte nog het oordeel van een der
gasten, die in deze eerste Nederlandsche
jeugdherberg heeft gelogeerd.
„Dc Dotter" zoo schreef my eeh
onzer lezers naar aanleiding van myn
artikel in het blad van Zaterdag
„staat onder uitstekende leiding. Het ls
er zeer zindelyk en ordelijk. Voor het
ontbyt, dat ik gebruikte en dat zeer
overvloedig was brood met kaas en
jam en thee werd slechts 20 cents be
taald. Ik kan een ieder, die wat aan
passingsvermogen heeft, aanraden, hét
tehuis Matthijsenhoutwég 17 te Bla
ricum een bezoek te brengen. Want
het voornemen bestaat de jeugdherberg
ook gedurende den winter open te hou
den. En hoe mooi is. het ook 's winters
niet in het Gooi! U zoudt allen toeris
ten uit Haarlem en omstreken een
dienst bewijzen met er in Haarlem's
Dagblad publiciteit aan te geven!"
Wat ik hierbij volgaarne doe, niet al
leen In het belang van onze toeristen,
maar ook. in dat van deze blijkbaar in
zoo ruimen kring gewaardeerde in
richting.
En nu nog iets over dc toekomst der
jeugdherbergen in ons land! Want
wanneer de Dotter de eenige jeugdher
berg in Nederland zou biyven, zou de
zaak niet van zoo algemeen belang zyn
om er zulk een uitvoerig artikel aan te
wyden. Maar de dames Visser hebben
met deze eerste jeugdherberg in ons
land bewezen, dat zy In een werkeiykc
behoefte voorziet, en de ondervinding
door hen opgedaan zal van veel nut zyn
voor de mannen en vrouwen, die bezig
zyn om ook in Nederland de oprichting
van vele jeugdherbergen evenals in
Dultschland voor te bereiden. Want
ik mag hier wel meedeelen uit de aller
beste bron vernomen te hebben, dat
een Bond voor Nederlandsche jeugdher
bergen reeds zeer spoedig waar
schijnlijk al in de volgende maand
zal worden opgericht! Hiermee zal dus
eerder dan ik in mijn artikel over
„Jeugdherbergen in Duitschland" heb
durven hopen het voorbeeld van onze
naburen worden gevolgd.
Dat deze „Bond" zal slagen, lykt mij
wel zeker. Alles is zooals ik schreef
nog in voorbereiding, maar de perso
nen, die het voorloopig comité uitma
ken waarborgen het succes. Het plan
is om niet alleen de vertegenwoordigers
van de belangrijkste jeugdvereenigingen
en bonden en der voornaamste relsver-
eenlglngpn in ons land, maar ook de
wethouders van onderwijs onzer groote
rieden voor <Je oprichtingsvergadering
uit te noodigen. Hieruit bhjkt dus wel,
dat men op een zoo breed mogeiyke ba
sis den Bond die ook met het „Ver.
band für Deutsche Jugendherbergen"
zal samenwerken wil stichten. Met
de resultaten van de Duitsche jeugd
herbergen en de eerste Nederlandsche
jeugdherberg der dames Visser voor
oogen, mogen wij wel zeggen, dat hier
een groot veld te bewerken open ligt en
dat er heel veel mooie, Ja prachtige ar
beid verricht kan worden niet alleen in
het belang van onze Nederlandsche
jeugd maar ook van de ouderen, die In
hun vakantiedagen van de natuur bui
ten willen genieten,
j. b. schuil
HET NOODLOTTIGE BAD.
JONGEN BIJ BERGEN
VERDRONKEN.
Maandagmiddag omstreeks twee uur
waren vijf jongens bij paal 32, ten Noor
den van het zg. vrije strand, te Bergen
aan Zee aan het baden, zoo schryft het
Hbld. Een der jongens, de 15-jarige P.
Sougee uit Alkmaar waagde zich te ver
in zee, en werd door den stroom mee
gesleurd.
Een der andere knapen trachtte nog
te hulp te komen, dooh toen hy voelde,
dat de stroom te sterk werd, en dreigde
ook hem mee te voeren, moest deze zyn
•vriendje loslaten en zag hij dien venier
drijven, in de richting Camperduin.
Voordat men den drenkeling van het
strand af hulp kon bieden, was deze
reeds in de golven verdwenen.
DE KOUS OP DEN KOP.
EEN GOEDE VANGST.
In den nacht van 6 op 7 Augustus jl.
is diefstal gepleegd bij de firma Sprayt
van Rietschoten in de Veenestraat te
's-Gravenhage, waarbij voor ongeveer
1900 gulden aan dameskousen e-d. is mee
genomen, aldus de N. R. C.
De daders bleven tot nu toe onbekend.
Intusschen kreeg de Amsterdamsche po
litie jl. Zaterdag bericht, dat te Amster
dam iemand met luxe-kousen in café's
ventte, hetgeen haar in verband met de
Haagsche inbraak aanleiding gaf, den
betrokkene uit te noodigen, even mee
naar het bureau te gaan voor het ver
schaffen van inlichtingen. De kousen-
verkooper bleek te zijn de 25-jarige
koopman A. F. F. T., sinds Februari wo
nende te Amsterdam en vóór dien
Haagsch ingezetene, maar bovendien
geen onbekende van de politie. By een
huiszoeking in zyn woning trof men een
40 paren nieuwe kousen aan, waarvan
T. opgaf ze van een ander te hebben ge
kocht.
Toen kort daarop de z.g. leverancier
aan de woning van T. verscheen en daar
van de huisgenooten vernam, dat T.
door de politie was aangehouden, ver
dween hij met de grootst mogelijke snel
heid. De Amsterdamsche politie achter
haalde echter spoedig den man, die in
Den Haag in een pension bleek te wo
nen. Een koffer had hy aan het station
te Amsterdam in depot gegeven.
Het onderzoek dat verder in samen
werking met een inspecteur van de Haag
sehe politic werd geleid, bracht, daarna
aan het licht, dat ook de tweede aan
gehoudene. de 28-jarige koopman P. J.
S., in het bezit was van een groot aan
tal dameskousen, waarvan hy er inmid
dels verscheidene had verkocht voor 50
cent per paar. terwijl de winkelprijs
schommelde tusschen 4.50 en 7 gulden
per paar.
Het tweetal is Zaterdag naar Den
Haag overgebracht.
Met de aanhouding van S. heeft de
politie zeker een goede vangst gedaan,
want vingerafdrukken, op hem genomen,
kwamen volkomen overeen met die, wel
ke waren aangetroffen op goederen in
het magazUn van de firma Zylstra in
de Wagenstraat te 's-Gravenhage, waar
op 20 Juni jl. diefstal is gepleegd. Een
paar meter stof. in het bezit van S. aan.
getroffen, b'.eken uit dat magazijn af
komstig te zijn.
De politie zette haar onderzoek ijve
rig voort en daarbij werd haar duidelijk,
dat de vingerafdrukken van S. mede
overeenstemden met die, welke in een
byouteriezaalc te Amsterdam na een al-
daargepleegde inbraak zyn aangetrof
fen. Bij deze inbraak werd voor onge
veer 500 gestolen.
S. leefde op vry royalen voet en had
aan verscheidene dames surprises ver
schaft in den vorm van paren fonkel
nieuwe kousen. Voor deze dames was
het wel een groote teleurstelling, dat zij
die kousen moesten afstaan aan de po
litie. nadat deze haar had verteld, dat
ze klaarblijkelijk van diefstal afkomstig
waren.
S. en T. zyn thans beiden in voorloo-
pige bewaring gesteld.
VAN HAARLEM'S DAGBLAD No. 1277
IETS UIT DEN KOFFER HALEN
Vader merkt op dat ze
hier maar een paar da
gen blijven, dus het is
dwaasheid om den koffer
heelemaal leeg te maken
hijzelf heeft niets anders
noodig dan zijn andere
schoenen weet moeder
waar ze die gelegjd heeft?
vader graaft in de massa
en exploreert den Zuid-
Oostelijken hoek
beseft dat het sneller
gaat als hti de bovenste
lagen er even uit neemt
sajpporteert na vijf minu
ten dat hil ze heeft,
houdt een in kranten ge
wikkeld pakje omhoog en
ontdekt later dat het een
flesch haarwater bevat
onderzoekt de noordoos
telijke. noordwestelijke en
zuidwestelijke hoeken
laat aanvankelijke prin
cipes varen en haalt
steeds meer dingen uit
den koffer
herinnert zich dat by
him vertrek het deksel
van den koffer niet dicht
kon en dat toen zijn
schoenen naax de hand-
tasch verhuisd zijn.
(Nadruk verboden
(Nadruk verboden; auteursrecht voorbehouden.)
De loop der omstandigheden
DICKY WAFELBAKKER.
Harold Jackson was assistent-kassier
bij een der grootste bankinstellingen van
Londen. Hij verdiende daar een salaris
van dertig gulden per week, met welk
inkomen hij tot nu toe, zy het dan ook
met groote moeite, had kunnen toeko
men.
Niet lang geleden was een nieuwe we-
reldburge evenwel verschenen en na dien
tyd was zijn vrouw voortdurend aan het
sukkelen gebleven. Ze moest geopereerd
worden en daar haar echtgenoot waarlijk
niet geweten had hoe dit alles te beta
len, schreef hij op een uiterst aanlok-
kelyke annonce in een der groote bla
den. waarby aan personen, die in geld
verlegenheid mochten verkeeren, zekere
bedragen te leen werdén aangeboden.
Hierdoor had hy een .paar loopende
schulden kunnen afdoen en zijn vrouw
met het kind voor enkele weken naar
buiten kunnen sturen. Het bedrag dat
hy van de geldschieters opnam, bedroeg
zes honderd, gulden. Vier maanden lang
was het hem gelukt geregeld de rente
van zestig gulden te kunnen voldoen;
de vijfde maand evenwel was zijn vrouw
opnieuw ingestort.
Dien morgen had hij een brief ontvan
gen van een advccalen-firma, waarbij
hy werd aangemaand terstond de ach
terstallige schuld te voldoen. Indien de
som .twee dagen later niet in het bezit
der geldschieters was, zou men genood
zaakt wezen tot voor hem minder pret
tige maatregelen over te gaan. Jackson
begreep onmiddeliyk waarmede hij be
dreigd werd.
Ze zouden den bankdirecteur natuur
lijk van een en ander op de hoogte
brengen en hij wist dat hij dan op
staanden voet ontslagen werd. daar het
een der reglementen was dat de em
ployés zich nimmer met geldschieters in
verbinding mochten stellen.
Slechts twee dagen.
„Goeden morgen, Jackson." De man
schrikte op en zei: „Goeden morgen,
mijnheer May." May was een der groot
ste klanten van de bank.
„Bewaar dit voor oris. Jackson", zei
May. terwijl hy hem een pak bankbil
jetten toeschoof.
Jackson telde het geld nauwkeurig
na. ..Twaalf honderd guldenen met
welk een klein gedeelte daaraan zou hy
al geholpen wezen," dacht hy wanho
pig-
En toen begon hy eensklaps over zijn
geheele hchaam te bevenDe bank
sloot altijd om vier uur en om kwart
voor vijf had Jfokson de boeken opge
maakt. Alles klopte precies en hij was
de eenige, die zich nog op kantoor be
vond. Een wanhopige gedachte maakte
zich van hem meesterliet zich een
voudig niet verdringenen een se
conde later was het pakje bankbiljetten
in zijn zak verdwenen.
Met angstig kloppend hart trachtte hij
zichzelf wys te maken, dat hy dit be
drag weer gauw genoeg in de kas terug
zou kunnen storten, of er zonder twijfel
voor kon zorgen, dat niemand er ooit
iets van te weten zou komen. Zou hij de
boeken vervalschen?
Hierdoor kon er tenminste eenige
tyd verloopen, voordat men er iets van
ontdekte. En op dat oogenblik kwam in
eens als een inspiratie de gedachte aan
inbraak by,hem boven.
Hij wist dat er aan een der linkerven
sters een paar ijzeren stangen waren, die
eenigszins zwak begonnen te worden en
hij had hieraan ook de directie, die ech
ter thans met vacantie was, in kennis
willen stellen. Zou het niet mogelyk kun
nen zyn, dat er dien nacht ingebroken
werd en niemand hierdoor iets van zijn
diefstal te weten kon komen? Waarom
zou hij zelf niet als inbreker kunnen
spelen? Zyn hoofd bonsde met doffe sla
gen en zijn handen gloeiden. Ja, hy
moest alles probeeren om zich uit dezen
\reesehjken toestand te redden.
Het gebeurde meermalen, dat hy des
avonds op kantoor terugkwam om nog
over te verken. Waarom zou hy dit
eigenlijk vanavond ook niet kunnen
doen?
Het zou uiterst gemakkelijk wezen de
paar ijzeren staven, die heusch niet zoo
vast meer zaten, te forceeren en geen
sterveling zou ooit de verdenking op
hem, Jackson, kunnen laten vallen.
Tegen elf uur draaide hij de lichten
uit. opende de deur der directiekamer
en begaf zich daarna weer naar zyn les
senaar. Eensklaps hooide hy geraas
een geluid, alsof men bezig was een
staaf met een vyi te bewerken.
Onbewegelijk stond Jackson daar. ter
wijl het koude angstzweet hem uitbrak.
Duidelyk zag hij thans hoe het venster
van de buitenzijde geopend werd.
Een wild verlangen om weg te loopen
te ontkomen kwam over hem. doch
niettemin bewoog hij zich niet.. Als aan
den grond genageld gluurde hy door een
spleet van de deur hoe de :nbreker te
werk ging. Het venster was thans zoo
■ver geopend, dat Jaekson den nachtwind
om zyn slapen voelde spelen. Daarna
kwam geleidelijk het gezicht van een
man te voorschijn
Wat moest hy ln 's hemelsnaam be
ginnen? Hij waagde het niet zich van de
plaats te verroeren en zyn revolver be
vond zich in zijn bureau in het andere
vertrek.
De schouders en het geheele bovenge
deelte van den inbreker waxen nu dui
delijk zichtbaar. Plotseling bukte Jaek
son zich en kroop op handen en voeten
naar den haard, waar hij wist een pook
te kunnen vinden. Met een sprong was
hy thans by het venster, waardoor hij
den pook slingerde
Een kreuneen dof gekraak
glasscherven! Jaekson stond gebogen
over het nu onbewegelijke lichaam van
den inbreker. Had hij den man gedood?
Hy boog zich voorover en bekeek hem
nauwkeurig. De man leefde en.... de
bank was gered.
Hij kon ternauwernood een vreugde
kreet onderdrukken, toen hij opvloog en
naar de brandkast rende, waar hij met
een haastig gebaar het pakje bankbiljet
ten inwierp. Enkele seconden later
kwam een in de buurt suraeilleerendo
agent op het geroep van: Hulp, hulp.
aanloopen.
Den volgenden morgén kon men ln
alle dagbladen een breedvoerig verhaal
lezen over de mislukte inbraak, welker
mislukking geheel te danken was aan
liet heldhaftige optreden van den zich
toevallig in het gebouw bevindenden
assistent-kassier, die zonder om eigen
levensgevaar te denken, den inbreker
met een pook bewysteloos had geslagen.
De directeuren der bank schonken
Jaekson als belooning een aanzienlijke
geldsom, en bevorderden hem tot kas
sier.
Sindsdien heeft Jaekson zich nimmer
meer tot geldschieters hoeven te rich
ten.
IN WEINIGE
WOORDEN.
Te Eibergen is een jongen by een
sporioefening ernstig door een speer ge
wond.
Het Rotterdamsche speer-slachtoffer
maakt het vry goed.
Voor den vliegtocht naar West-Indië
is pas 1000 by'een. Er moet.20.000
binnenkomen.
Josephine Baker treedt Zaterdagmid
dag te Rotterdam op, ze wordt met veel
vertoon ontvangen.
Gisterenmorgen kwam de mill loens te
bezoeker op de Nenyto. De man kreeg
een gouden heeren-armbandhorloge.
Dr. H. P. Berlage zal te Usquert een
nieuw, mooi en eenvoudig gemeentehuis
bouwen.
Roman door
PAUL OSKAR HÖCKER
Uit het Duitsch vertaald door
HERMTNE VAN GEERTEN
3)
(Nadruk verboden)
„Tic zou het een zaligheid vinden", zei
ze, nog steeds snikkend. „Om me eens
heelemaal te kunnen uitspreken, maar.."
„Maardan ga Je maar eens je
gang. beste meld. Ik ben zoo gesloten
als een pot. Vooruit maar. Is hy je on
trouw?"
„Neen. Integendeel, ik geloof dat hy
veel van me houdt. Maar hU is zelf in
een conflict verzeild geraakt., waaruit
hij geen uitweg weet. Wy hebben ons
verloofd toen myn vader nog leefde
Toen studeerde hy het tweede jaar aan
de Technische Hoogeschool. zyn vader
was ook bloemkweèkcr. Het zyn onizc
huren. De familie Troilo".
„Troilo. De groote snybloemenfirma in
Wiesbaden?"
ZU knikte. ..Viktor's 'grootvader leeft
ook nog en woont daar ook. Maar hy
heeft met Viktor's rader heelemaal ge
brekensedert die voor de tweede maal
getrouwd is Maar van die tweede vrouw
komt al het geld waardoor de flTma
groot geworden is".
..Viktor H. Troilo. Hm, ja, die is be
kend".
„De tweede vrouw heet Rispeter van
zichzelf. Van die schatrUke familie uit
Aken. De Rispeters bezitten groote la
kenfabrieken".
Van deze branche was de Geheimraad
niet zoo goed op de hoogte. „Zoo. zco.
Verder. Vertel maar verder, kind".
En ze vertelde. Er was veel. (heel veel
treurigs by. De concurrentie van de
buren was Katarina's vader over het
hoofd gegroeid. Al vroeg had hy last
gehad van rheum arische aandoeningen,
waardoor hy steeds minder werk kon
verrichten. Toen Viktor H. Troilo. zy«
oude, eeuwig jonge batterijkameraad,
buur en vriend, die altyd een vlotte
vent was geweest, het goudvisdhje uit
Aken gevangen had, toen de zoon uit
zijn eerste huwelijk al een groote jongen
was, kon Wilhelm Lutz zyn eerzucht met
betrekking tot zijn kweekerij wel uit
zyn hoofd zetten. Schraalhans was
keukenmeester geworden. Hij bracht
later nog wel het offer om zyn dochter
Katarlna naar een tuinbouwschool te
sturen, maar hy zelï bezat noeh genoeg
kapitaal, noch genoeg geestkracht can
zyn leweekerygronden systematisch te
gebruiken. In die jaren had toy veel pyn
Maar hy bleef leren en Viktor H.
Troilo. de gezonde stierf. Het tweede
huwelijk had slechts vyf jr.rer. «*riuu7<L
Troilo's weduwe stak al spoedig na zyn
dood meer kapitaal in de zaak. zy volg
de den raad op van haar neef Rispeter,
die haar ondernemende compagnon ge
worden was; er werden reusachtige
kassen gebouwd, waarin men hoofdza
kelijk anjers kweekte voor den groot
handel in geweldig aantal. De Wiesba-
dener Bloemen Troilo begon eigenlijk pa6
na zyn dood bekend te worden. Toen de
erfgenaam van de firma zich met zijn
vroeger speelmakkertje verloofde, beviel
dat zijn stiefmoeder die heel andere
plannen met hem had. maar matig.
Maar Katarina's vader daarentegen was
er zeer mee ingenomen: de eenige zorg
die hy nog had. was verdwenen, hy
wist dat zijn kind goed verzorgd was,
En toen zyn ziekte erger werd en hy in
het Sanatorium Dietenmüle moest lig
gen en de weduwe Troilo haar verlan
gen te kennen gaf voor een zacht prijsje
een groot deel van zijn grond te willen
koopen, die zU voor het bouwen ran
nieuwe kassen noodig hadden, ging hy
er dankbaar op in. De verandering van
eigenaar was maar een formaliteit.
Want spoedig zou zyn dochter Katarina
toch eigenaresse zyn, overpeinsde hy.
Toen hy ten slotte nog het stukje land
dat overbleef aan de Dietenmühler
straat verpacht had, kon hy in vrede
sterren.
Mevrouw Troilo nam de jonge wees.
die met haar studie gereed was, bij
zich in huis. Maar voor het jonge meisje
was het leven in het huis van haar toe
komstige schoonmoeder een hel. De
protserige manieren vam mevrouw Dora
Troilo, haar gemis aan tact, haar dom
me eigenzinnigheid in zakeljke aange
legenheden, waarin Katarina met haar
verworven kennis een eigen meening
had, deden dagelijks nieuwe conflcten
ontstaan.
Katarina had zich. in haar cpleidings-
tijd in Marienfelde en Dahlen in het
bijzonder voor tuinarchitectuur ge
ïnteresseerd; haar plezier in een kunst
zinnige oplossing van nieuwe technische
vraagstukken had de leeraren van haar
scliooi vaak aanleiding gegeven haar op
ctit gebied theoretisch en practiscfh te
laten meewerken. Maar mevrouw Troilo's
jalouzie vlamde al hoog op by Katari
na's kleinste pogingen om hulp en raad
te geven. Altijd: moest Viktor, als hy
in de vacancies thuis kwam, tusschen
zijn meisje en zyn stiefmoeder vrede
stichten. Ten slotte wilde Katarina liever
een 'betrekking zoeken, waarmee zy in
haar eigen levensonderhoud kon voor
zien. dan dat ze onder vernederende
omstandigheden genadebrood at. Ze ge
loofde ook niet dat Viktor meer èoht
van haar hield, zyn stiefmoeder had
niets dan aanmerkingen op haar. Viktor
was financieel geheel .afhankelijk van
zyn stiefmoeder, want zijn vader had
weinig geld in de zaak gehad; hy wilde
dus niet met har breken. Kort geleden
was hij naar Berlyn gekomen om alles
eens met haar te bespreken. Hoe had hy
zich de teekemst gedacht? Van alles
had hy zco'n beetje gestudeerd, waar hy
zin in had gehad, maar voor een be
paalde 'betrekking was hij niet geschikt;
hy wilde ook geen betrekking. Zijn bedje
was gemaakt. Als hy uit den dienst
kwam nam zyn stiefmoeder hem in de
firma op, dan kon hy trouwen, er werd'
dan voor hem en zyn vrouw aan de
DietenmüleTstraat een huis gebouwd.
Katarina moest maar verstandig zyn
en het nog zoo lang met haar schoon
moeder zien te vinden dit jaar.
Zoo langzamerhand had Katarina
haar kalmte weer teruggevonden, zy
verwonderde er zich over dat zij den
moed had zich zoo tegenover een vreem
de uit te spreken. Van kind af aan was
ze altyd erg gesloten geweest.
„Het is moeilijk om je te raden, beste
meid", zei de Geheimraad glimlachend,
nadat ze alles nog eens uitvoerig be
sproken hadden, ..en ik wil Je ook wel
eerlijk bekennen dat al myn mannen
moed me in de schoenen zinkt als ik
rechtvaardig moet blijven".
Met haar heldere oogen zag zy den
groeten, sterken man angstig-vragend
aan.
„De eerste dringende -vraag van myn
vrouw zal zijn: Blijft juffrouw Lute
of blijft ze niet? Daarin ligt een ge
rechtvaardigd egoïsme en de angst
waarmee de vraag zal worden gedaan
is een groot compliment voor uw presta
ties hier in huis. Denkt u nu eens wel
ken indruk het zal maken als ik moet
antwoorden: Naar eer en geweten heb
ik juffrouw Lutz moeten aanraden by
ons weg te gaan. Dat is zij aan de toe
komst van haar verloofde absoluut ver-
plioht".
Katarina haalde diep adem.
..Maar ik raad u niet, juffrouw Lutz,
nu direct al naar Wiesbaden terug te
gaan. U bent Iemand met energie, met
een helder hoofd, u kunt het nog een
heel eind brengen. Gaat u naar het
buitenland. Ga daar als volontair op
een groote kweekery
In Engeland bent u in eik opzicht een
Lady. Ik zeg niet dat myn vrouw en ik u
niet als zoodanig beschouwen, maar
ln de oogen van vreemden is dat nu
eenmaal anders. Daarom geloof ik wer-
keiyk dat u het aan uw verloofde ver
plicht bent, om hier niet „in betrekking"
te -bhjven. Dat ik u missen zalom
van myn vrouw niet te spreken
daarover hoeven we het heelemaal niet
te hebben. Dus zoek een aardig plaatsje
op de wereld uit. Ik wil er u graag by
helpen. Zoolang uw verloofde in dienst
is, bent u onderdak op een manier,
waarop niemand wat kan aanmerken. En
als u het volgende jaar im wunder-
schönen Monat Mai trouwt, dan hebt
u niet alleen als bloemendokter groote
vorderingen gemaakt, maar dan spreekt
u ook nog vloeiend Engelsch. What do
you think of it?"
(Wordt vervolgd.)