H. D. VERTELLINGEN
HET T00NEEL
Vlammende Katchen
FLITSEN
HAARLEM'S DAGBLAD WOENSDAG 5 SEPT. 1928
(HMirvk verkoelen; a«te«r*reckt voorkekonden.)
Het spookt
door C. G. B.
Aan het eind van de wereld, op de
grauwe, dorre gronder ligt Jammers-
veld, de huizen leunen er nevens den
zandweg tegen de brink-wallen, de
schuren zijn vervallen en Schuilen weg
onder vlieren. Omdat er in vroeger ja
ren een machtige scholteboer woonde
die met vier oude boeren onder een eik
ten gorichte zitten mocht, staat wat bij
zij een kerk. Het dak is kapot, steenen
liggen los, de toren dreigt bij eiken
herfststorm in te zakken. En daarom
gaan de menschen door een klein zij
deurtje naar binnen; de groote deur on
der den toren is voor den koning zeg
gen ze. Maar de koning komt er nooit.
De menschen zijn cr als de enkele
vliegdennen die in *t verlaten heiland
staan, ze zijn stoer, gehard door zon en
wind. De menschen praten alleen als 't
noodig ls en vechten verder met den
drogen grond en t immer stuivende
zand. Maar ze zijn trouw aan het land
waarin hun voeten staan. Ze leven cr
van hun geboorte tot aan den dood en
ze kijken met booze blikken de men
schen aan. die door de regeering in
hun dorp gezet zijn. Vele jaren geleden,
toen rijke boeren van een ver dorp op
de klei langs een rivier naar de groote
stad trokken en ln het heidorp rustten
voor het „Rood Hert" heeft Jarn Bennik
en van die rijke kerels doodgeslagen.
Een specht lachte; ha. zei een boer
van de klei, daar hinnikt het paard van
de scholte van Jammers veld! Toen had
Jarn hem een klap ln 't gezicht gegeven,
de boeren rolden over den grond, een
gouden horloge netste kapot tegen een
steen, een vuist, rood van bloed werd
opgeheven, dreunde neer in een bleek,
verminkt gelaat. De rijke boeren reden
met een doode op den wagen terug naar
de klei en Jarn zwierf weg, hot sombere
verlatene land in; waarheen weet nie
mand.
En zoo ligt het dorp daar met zijn
bouwvallige kerk en oude, grauwe hoe
ven temidden der stuivende zanden en
grauwe heiden onder de wisselende
luchten der seizoenen.
In de week werken de menschen,
'r Zondags gaan zij naar de kerk, waar
een neef van den vroegeren Scholte m
den Bijbel leest en bidt, slechts een
paar keer per jaar komt op zijn stevige
vos een dominee die iu de landstaal
spreekt en op het orgel speelt. Dat orgel
is oud en half kapot, zooals schier alles
in Jammersveld, maar ver uit het ach
terland komen op zoo'n Zondag de
menschen geloopen om de wondere
klanken te hooren. Want andere mu
ziek dan van de trekharmonica van
den herbergier uit het .Jtoode Hert" of
van 't orgel kennen zij niet. En 't orgel
ls toch het mooiste.
Herfst bracht even kleuren in het
heiland, de wereld rondom gloeide in
purperen pracht, spichtige berken tooi
den zich reeds met gouden- vlammen in
hun ruige koppen en ae schrale rogge
stond aan magere garven op t vale
stoppelveld. Voor een paar dagen was
het leven wat fleuriger, in het „Roode
Hort" werd een extra kruik snaps op
de tafel gezet, de boeren rookten een
pijpje meer dan anders.
En toen gebeurde het verschrikkelijke.
Haukc Sievers die naar zjjn deerntjen
achter ln 't veld bij de hooge dennen
geweest was. keerde 's avonds terug
langs de stille heipiassen. De wind zong
door een krommen spar, aan den ein
der kleurde de hemel geel, de maan
kwam op. Hauke wist, dat het hier by
de plassen spookte en hij verhaastte
zijn stap, drukte de knubbelstok wat
steviger ln 't zand, keek vóór zich op
het rulle spoor. Maar dan kraakt er iets
en onwillekeurig zag hi) opzij. Lichte
nachtnevels sluierden over 't zilveren
water, doch het bewoog daar... Hauke
stond stil. Het kwam naar hem toe. HU
slaakte een gil: de witte wieven dansten
op hem af. En dan rende hij aan één
stuk naar huis, wierp de deeldeur met
een slag achter zich dicht, hij hoorde de
vitte wieven Joelen en lachen om Sie
vers* hoeve.
Den anderen dag werd er slecht ge
werkt, heel het dorp wist er van. En
's avonds schoven de boeren een stevige
balk voor de deur. Drie dagen ging dat
zoo. Boerenknechts die op de klei bU de
roggeoogst hadden geholpen keerden
terug naar him dorp. nog verderop. Ze
lachten wat overmoedig om het verhaal
van Hauke's belevenissen bü de stille
plassen, zij hadden meer van de wereld
gezien. Maar geen der boeren wilde hen
voor den nacht in huis of schuur
hebben.
Toen de zon in roode wolken naar
bed ging en de boeren de huizen wilden
sluiten, stak de wind op en regen
striemde neer.
Dan was er een vreemd gerucht, een
boer luisterde scherper. Een fluitend ge
luid werd op den wind meegedragen,
meer boeren luisterden, 't geluid zwol
aan, zoemde vaag, verbrokkeld als de
wind plots opgierd?. Twee buurlui kwa
men hun deuren uit, hielden de hand
achter het oor, keken elkaar met ont
stelde gezichten aan. Er knarste weer
een deur open. en nog een. Een groepje
boer en liep tegen den wind in, bleel
staan; 't geluid, telkens anders, nu dui
delijk, dan zacht, werd sterker. Donker
tegen de avondlucht stond de kerk met
zijn verzakten toren, gloed van onder
gaande zon speelde door de ramen.
Dan waagde een Let te zeggen: ,,'t
orgel".
Het geluid werd nu heel duidelijk, de
melodie van een gezang klonk, slecht,
met verkeerde tonen. Een boer zei zacht:
„de duivel speelt.en hij schrok van
zUn eigen stem. Ze merkten den neer-
plassenden regen niet, hun gezichten
waren bleek. Een enkele holde naar huis
terug, kroop onder de dekens, wilde 't
niet meer hooren.
De vreeselijke muziek hield cp, een
enkele toon trilde nog. De neef van de
scholte stapte naar boven, struikelde
op het steenen paadj? naar de kerk. HU
wierp het hek in den kerkhofmuur open,
week verschrikt terug als plotseling het
orgel weer begon te spelen.
Er kwam uitkomst, de mannen van
de regeering die eigenlijk nooit geduld
waren, stapten kalm naar het hek toe,
weifelden even, gingen verder. De boe
ren wachtten, zo hoorden bonzen op de
kerkdeur. En op 't zelfde oogenblik
zweeg het orgel. Een van de mannen
kwam terug, vroeg den neef van den
schone om den sleutel. Wat later had
hy dien, de zware deur kreunde open.
De mannen traden binnen, de boeren
stonden bijeen, stil, starend naar het
zwarte silhouet van de kerk. Er kwamen
voetstappen naar buiten, een ruit in de
kerk rinkelde stuk, er plofte iets hards
op den grond.
„De duivel, de duivel", schreeuwden
de boeren en ze stoven uiteen. Hier en
daar in een huis werd het vuur opge
rakeld, ieder was nu wakker, niemand
bleef buiten. De neef van den scholte
vluchtte met zijn vrouw, den knecht, de
klnders en dc koe een eind verderop bi)
een anderen boer. Overal luisterde
men. De wind gierde, de regen gonsde
neer op de strooien daken Het bfecf
stil. Maar dan opeens begon het weer,
het orgel deunde, tot ten leste ook dit
verstierf. Het werd twee uur, drie uur,
vier uur. De nieuwe dag kwam. Sféh
wachtte.
Maar eindelijk, als anders reeds de
boeren op 't veld waren, kwamen enke
len naar buiten. Ze praatten zacht.
Vreemd stond de kerk er in 't vale licht
van den vroegen morgen. De wind was
gaan liggen, 't bleef stil.
Dan riep de herbergier den neef van
den scholte, de eerste raapte bij den
kerkhofmuur iets op. Zij gingen voor
zichtig naar de kerkdeur, anderen volg
den, nu minder bang.
De begon de neef van den scholte te
lachen, waanzinnig te lachen. De her
bergier hield in zUn bevende handen
een jeneverkruik, het ding dat hy bul
ten gevonden had In een bank lagen
twee mannen te slapen en by het orgel
snurkte een derde, men herkende ze, *t
waren de boerenknechts die op de klei
bü de roggeoogst hadden geholpen. De
deur onder den toren die nooit gebruikt
werd. stond open, het slot was uit de
oude, verweerde planken gevallen.
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN
a 60 Cents por regel.
v.f^ossEtrs
COMMENTAREN.
Er bestaat steeds een soort van stille
strijd tusschen automobilisten en voet
gangers, met als inzet het recht van
den openbaren weg. De voetganger he
kelt den automobilist, omdat hij niet
overal veilig meer kan loopen, de auto
mobilist moppert op den voetganger,
omdat deze het midden van de straat
niet steeds voor hem vrij laat. Wette
lijk gesproken Is tenslotte de voetganger
de bevoorrechte, zou ik zeggen. Hij-
mag overal komen, de geheele straaftis
voor hem. de trottoirs uitsluitend, ne>
middengedeelte mag hy op eigen risico
doelen met alles wat zich rollend voort
beweegt. Er zijn in Haarlem pogingen
gedaan om den voetganger rechts te
doen houden, maar dit was louter een
vriendeiyk beroep op zijn medewerking
dat niet veel succes heeft gehad. Een
verordening bestaat er niet voor. Verder
geldt het stopsein van den verkeers
agent voor alle voertuigen, maar niet
voor den voetganger. Waariyk, hU is
nog koning van den weg in Haarlem.
En laat ik mij haasten te zeggen, dat ik
geen noodzaak zie. dat hierin verande
ring wordt gebracht. Je kunt ook het
verkeersregelen overdrijven en het gaat
goed, zooals het nu is. Maar te New-
York gaat men nu ook tegen den voet
ganger optreden. Daar moet voortaan
ook elke voetganger gehoorzamen aan
het signaal van den verkeersregelaar,
op straffe van arrestatie bij verzuim.
Op punten, waar het verkeer niet gere
geld wordt, mag hU slechts recht de
straat oversteken en moet het autover
keer laten voorgaan. Het is hem verbo
den, op den middenweg te komen, an
ders dan om over te steken, en dit is
zoo streng -regeld dat hy zelfs niet
naar een auto mag toeloopen die mid
den in de straat rydt, om erin te sprin
gen.
Zoo zal het voortaan in New-York
gaan, maar ik heb zoo'n idee, dat de
pracktijk nog wel eenige wijzigingen in
de bepalingen noodzakelijk zal ma
ken. Anders zullen vele wandelende
New-Yorkers die punten moeten passee-
ren, waar het verkeer niet speciaal ge
regeld wordt, systematisch de wet moe
ten overtreden, of zich neerleggen bij
het bezwaar, dat zij eerst in de stilte
van den nacht hun bestemming kunnen
bereiken.
Dean Inge, van St. Paul's Kathe
draal te Londen heeft dezer dagen in
een toespraak tot de vergadering van
den Volkenbond te Genève gezegd, dat
de hoofdoorzaak, die tot een oorlog
leidt, de vrees is, vrees voor een plotse-
lingen en ongemotlveerden aanval.
Laten wij ons concentreeren op
dit punt zei hij wy moeten deze
vrees uit de wereld helpen. Als de Vol
kenbond hierin slagen kan, zal hU zijn
roeping vervuld hebben, als het hem niet
lukt. zal hij hebben gefaald.
Het is goed. dat dergelijke dingen, die
diplomaten elkaar nooit zullen vertel
len. eens tot hen gesproken worden.
Vrees heeft de Engelsche prediker
gezegd. Het is een vriendelijk woord dat
kan dienen, maar nog juister, hoewel
minder hoffelyk ware het geweest, wan
neer hij het kind ronduit bij den naam
genoemd had, door te zeggen, dat het
gevaar voor den wereldvrede en de hin
derpaal voor het streven van den Vol
kenbond wordt veroorzaakt door het
onderling wantrouwen, dat zijn voe
dingsbodem vindt in het enge nationa
lisme van de groote staten.
Dezer dagen ls In New-York een
Lltauer aangekomen, die 104 jaar oud
was.
Zooals zoovelen trok hij naar Amerika
om daar een nieuw leven te beginnen.
DE REGENVAL IN AUGUSTUS.
Augustus is bekend als een echte re
genmaand en tcch ls het totaalcijfer, nl.
110 mM. niet bijster hoog. Van deze hoe
veelheid viel hier fin 't Z. deel van
Haarlem) in de eerste vijf dagen der
maand ruim de helft, respectievelijk 14,
3 14. 0.29 en 15 1/4 m.Md.i. samen
61 1/2 m.M. Flinke regendagen waren
verder nog de 8e 17e en 22e Augustus,
met respectieveiyk 9 1/2, 12 1/2 en 8 1/2
milimeter.
Er zijn r.iet minder dan 15 dagen ge
weest-, waarop de regenmeter geen drup
pel water kon opvangen; op 2 dagen
bedroeg de hoeveelheid slechts 1/4 mM.;
dan komen er nog 2 dagen met 1 m.M.
en 1 dag met 1 1/2 m.M.
Uit deze getallen blijkt, hoe goed het
weer in Augustus is geweest: twee der
den van de maand droog, of zoo goed
als droog, terwyi we feitelijk maar 7
regendagen hebben gehad (ik reken
hierbij ook nog den 25en Augustus met
bijna 6 m.M.).
Over de „regenmaand" Augustus heb
ben we dus evenmin te klagen als over
de rest van dezen prachtigen zomer.
VAN HAARLEM'S DAGBLAD No. 1287
HULP MET DE „VATEN"
Vader beseft dat moeder
nog steeds in de keuken
aan het vatenwasschen
is verklaart te zullen
informeert waar hij een
iroogdoek kan vinden
wordt verwezen naar de
plaats waar het rekjt
met droogdoeken sind?
de laatste 12 jaar heeft
gehangen
aspecteer t alle doeken
>p het rekje en komt tot
.Ie conclusie dat ze alle
maal te nat zijn
vindt tenslotte een dro
gen en begint een kopje
af te vegen, waarop
moeder haastig opmerkt
dat dat een stofdoek is
begeeft zich naar de
linnenkast en opent ach
tereenvolgens alle ver
keerde laden op zoek
naar een droogdoek
pauseert even om eer.
knop te inspecteeren die
losgeraakt is
komt tenslotte met een
choonen doek terug op
het tijdstip dat moeder,
geheel gereed, uit de
kén ken komt.
(Nadruk verboden)
NOG EENS DE ABONNEMENTEN VOOR DE
GOEDKOOPE VOORSTELLINGEN.
DE EERSTE SERIE VER „OVERTEEKEND". HET UITGEVEN VAN
EEN NIEUWE SERIE HOOGST GEWENSCHT. EEN VOORSTEL OM IN
HET BELANG VAN HET PUBLIEK HET NEMEN VAN ABONNEMENTEN
BIJ INTEEKENING DUS SCHRIFTELIJK MOGELIJK TE MAKEN.
Het is uitgekomen, zooals ik heb
voorspeld: de animo voor de abon*
nementen der goedkoope voorstel*
lingen bleek zoo groot te zijn. dat
dc eerste serie om eens een beurs*
term te gebruiken binnen enkele
uren ver»overteekend was. Het uit*
schrijven van deze serie abonnemen*
ten is dus een „beslist'' succes ge*
worden.
De vraag rijst thans: wat nu? Want
het staat reeds vast, dat honderden
moesten worden teleurgesteld. Moe*
ten zij dat blijven? Op mijn vraag
aan den heer Van Hees, of nu spoc*
dig zou worden overgegaan tot het
uitgeven van ccn tweede serie abon*
nementen, antwoordde de directeur
van onzen stadsschouwburg mij, dat
hij dit nog niet kon zeggen.
Mij dunkt, dat waar dc aanvraag
naar de abonnementen zoo enorm
groot is en deze goedkoope voorstel*
lingen dus zóó zeer in ccn werkclij*
ke behoefte blijken tc voorzien, hel
antwoord niet twijfelachtig kan
zijn. Nu het bestuur van onzen
Stadsschouwburg eenmaal dezen weg
betreden heeft, moet het ook verder
gaan. Het Haarlcmsch publiek heeft
getoond de goedkoope voorstellingen
in zeer grootcn getale te willen bc*
zoeken. Dan moet ook alles worden
gedaan zoowel in het belang van
het publick als van de tooneelgezel*
schappen en den schouwburg om
aan die verlangens tegemoet te ko*
men. Het moet niet kunnen gezegd
worden, dat honderden onzer stad*
genooten niet van de goedkoope voor*
stelling gebruik kunnen maken. En
ik meen, dat men tegen het uitge*
ven van een tweede eventueel der*
de serie ook geen overwegende
bezwaren zal kunnen inbrengen.
De gezelschappen zWlen dat zeker
niet doen. Zij zullen liever in Haar*
lem tegen ccn gegarandeerde uit*
koopsom voor een volle zaal spelen
dan zooals gewoonlijk en par*
tage in een leegen schouwburg. Zij
zullen ongetwijfeld de door hen met
de directie van den schouwburg aan*
gegane verbintenissen gaarne in dien
zin gewijzigd zien. Ook de stads*
schouwburg kan cr slechts voordeel
bij hebben, omdat de ontvangsten ook
voor het gebouw bij zulke abonr.e-
mentsvoorstellingen zeker hooger zijn
dan de gemiddelde ontvangsten vau
de gewone speelavonden.
Blijft dan nog het bezwaar, dat het
bezoek der volksvoorstellingen mis*
schien van de concurrentie der goed*
koope voorstellingen te lijden zal
hebben. Maar er is immers geen eo*
kei bezwaar tegen om eenige volks*
voorstellingen minder te geven, wan*
neer de vraag naar deze abonnemen*
ten, d«e in prijs vooral voor de
goedkoope rangen slechts uitersr
weinig verschillen met de volks*
voorstellingen en zoo enorm groot
blijkt tc zijn. Men zou gerust enkele
van de vastgestelde data der volks»
voorstellingfcn voor de goedkoope
voorstellingen kunnen bestemmen.
Mocht tot het uitgeven van een
nieuwe serie worden besloten, dan
zou men tevens aan dc verlangens
van het publiek tegemoet kunnen
komen en de intcekening gemakkc*
lijker kunnen maken. Want het is
thans gebleken, dat zeer velen er tc»
genop bebhen gezien zooals ook
voor dc volksvoorstellingen om in
het gedrang te staan om abonne*
menten tc verkrijgen. Hoorde ik
vandaag reeds niet van verschillende
zijden, dut velen zelfs geen moeite
hadden gedaan een abonnement te
koopen, omdat ,,men cr toch niet
bij kon komen?"
Zou ik daarom met de onder»
vinding van mijn jarenlang secre*
tariaat het bestuur van onzen
stadsschouwburg ditmaal eens van
weliswaar ongevraagd advies
mogen dienen? Ik doe dat enkel ter*
wille van het publiek, welks belan»
gen ik in de tooneelrubriek van ons
blad meen te moeten behartigen.
Voor het eventueel uitgeven van een
tweede serie zou men hiervan ben
ik wel zeker aan het verlangen
van het publiek ten zeerste tegemoet
komen, als men dc inschrijving voor
die abonnementen SCHRIFTELIJK
mogelijk maakte. Ik stel mij zulks als
volgt voor:
De directie van den schouwburg
laat inschrijvingsbiljetten voor nieu*
we abonnementen drukken, welke
biljetten aan het bureau van den
schouwburg verkrijgbaar worden
gesteld. Op de/e biljetten mogen niet
meer dan 4 abonnementen door 1
persoon worden besteld. Dc gega»
digden vullen in hoeveel plaatsen zij
van een bepaalden rang wenschen en
tegelijk, of zij eventueel een ande*
ren rang verlangen, wanneer de ge*
vraagde uitverkocht mochten zijn.
Deze ingevulde biljetten moeten
vóór een bepaalden datum bijvoor»
beeld 23 September bij de direc»
tie van den schouwburg worden be*
zorgd. De directie vult op een lijst
de namen en de adressen van alle ge»
gadigden in met het door hen aange»
vraagde aantal plaatsen. Op den da*
turn van sluiting der inschrijving
wordt door den directeur en een lid
van de Commissie van Beheer ge*
loot en worden de plaatsen volgens
die loting aangewezen, waarbij zij.
die gunstig loten het door hen ge*
vraagde aantal plaatsen krijgen. Te*
gelijk worden volgens die loting 6
series opgemaakt voor de plaatsbe#
spreking, welke plaatsbespreking
steeds op den dag vóór de voorstel»
ling zooals bij Bach, Toonkunst en
Het Tooneelverhond geschiedt-
Die plaatsbespreking is gratis, omdat
de prijs daarvan reeds iii het abon*
nement is begrepen.
Ik begrijp ^eer goed, dat deze wij»
ze van uitgeven der abonnementen
administratief voor den schouwburg
wat meer moeilijkheden biedt dan de
thans gevolgde methode, maar ik
weet ook, dat de zoo actiele direc»
teur van onzen stadsschouwburg dc*
ze meerdere moeilijkheden wan*
neer het in het efclang van het publ:eic
blijkt te zijn allerminst uit den
weg zal willen gaan. Mocht men van
de zijde van den schouwburg over»
wegend bezwaar hebben tegen
pleatsbespreken voor elke voorstel»
ling afzonderlijk dan zou dc plaats*
bespreking voor alle voorstellingen
tegelijk op een bepaalden datum kun*
nen geschieden naar het rangnummer
bij de loting verkregen.
Niet alleen, dat het publiek bij dc»
ze wijze van uitgeven der abonne#
menten in alle opzichten gebaat zou
zijn geen gedrang, geen uren lang
wachten in de queue, geen teleurstel»
ling bij te laat komen of na lang»
durig staan, geen moeU'iVLeden voor
oude. zwakke menschen. enz. maar
ook zou de directie en dat vooral
lijkt mij een groot voordeel v- bij
een zoodanige inschrijving een veel
beter overzicht hebben van het ver*
langd aantal plaatsen Men zou bij*
voorbeeld, wanneer bet aantal aan»
vragen dat der beschikbare plaatsen
vèr overtrof. onmiddellijk kunnen
overgaan tot het uitgeven van een
derde, eventueel zooals te Arnhem
vierde serie.
Wanneer het Haarlemsche publiek
in grooten getale wil profitoeren van
de goedkoope abonnementen, dan
moet naar mijn meenins! ook alles in
het werk worden gesteld om aan dit
u:tgcsnrokcn verlangen tegemoet te
komen.
J. B- SCHUIL
FEUILLETON.
Roman door
PAUL OSKAR HöCKER
Uit het Duitsch vertaald door
1TERMTNE VAN GEERTEN
14)
„Maar dat is toch een eerste eisch
om den tuin hier goed te krijgen. De
grot en die geweldige, zware brug over
dat or.noozele goudvisschenvijvertje, dat
Ls toch smakelooze malligheidU
hebt een halve morgen tuingrond en
een rytde deel ervan is begroeid; valsch'e
turfstccn en allerlei leelijk steengoed
oieemt- de ruimte weg waar bloemen
zouden kunnen bloeien. Dus moeten we
hier wel met een harde bezem aan het
schoonmaken gaan".
Mevrouw Rettberg lachte. „Ja. wat kan
ik daar nu tegen inbrengen? Ik heb van
tuinarchitectuur absoluut geen verstand.
Maar u, meneer Troilo. zoudt u ook de
grot, die juffrouw Lutz zoo'n doorn in
het oog is, uit den tuin verwijderen?"
..Onder geen voorwaarde", zet Viktor
strijdlustig. De heele tuinaanleg hier is
namelijk indertijd door onze firma ge
maakt".
„o wee, dan sta ik midden tu&schen t
twee vijandelijke strijdmachten".
,.Nu u u eenmaal tot juffrouw Lutz
hebt gewend, ziet onze firma er na-
tuurlyk van af om advies te geven",
zei Viktor uit de hoogte en keek Ka-
tarina koel aan. „Ik wil iedere mogelijk
heid van misverstand vermijden".
„U hebt gelijk. We zullen er maar niet
verder over praten. Dus, juffrouw Lutz.
werkt u uw schetsplan maar uit en
stuurt u met het dan maar. Tot ziens.
juffrouw LutzGaat u mee naar
binnen, meneer Troilo, het is hier bulten
zoo ongezellig".
Spoedig zat Viktor binnen in een in-
üem-gezenig ingerichte salon en na
een kwartiertje was hU al bezig de mooie
weduwe sterk het hof te maken. Het
was hem of hy Katarina daarmee be
leed igde en dat gaf hem een gevoel van
voldoening.
Mevrouw Rettberg bracht het gesprek
nog op „het concur rent je met de roode
haren", en hij stond op het punt om
haar te vertellen welke verhouding er
tusschen hen bestaan had. Maar op het
zelfde oogenblik bedacht hij zich. Dat
moest en zou dood zijn, of beter: het
was nooit zoo geweest!
„Ik heb geen idee van haar capaci
teiten. Ik weet niet eens of ze zich met
eenig recht tuinarchitect noemt. Ze was
vroeger by een Geheimraad in Berlijn
in betrekking, die als amatAur orchideeën
kweekt", j
„Ja, als assistente, dat heeft ze me
verteld. En later in Engeland. Ze ls
buitengewoon ijverig. Ik hoor dat ze
hier al verschillende tuinen in orde heeft
gemaakt, o.a. van Hotel Austria en dat
iedereen erg tevreden over haar ls. Maar
ze gunt een ander niet dat hU een
woordje meespreekt".
Mevrouw Rettberg lachte: „Betalen is
alles wat men mag".
Nu moest Viktor ook glimlachen. „Ja,
een baasspeelster is ze altijd geweest".
„U staat niet op goeden voet met haar?"
„O. heelemaal geen voet! En voor
Mama bestaat ze eenvoudig niet. Maar
laten we nu langzamerhand eens over
prettiger dingen gaan praten. Over u
by voorbeeld".
Ze dreigde hem met. den vinger en
keek hem koket aan „Mijn schouder kan
ik gelukkig weer bewegen. Ziet uzoo
veel. Ik word gemasseerd. En de volgen
de week mag ik weer een racket in de
hand nemen. Dan zullen we onze eerste
partij spelen. Het tennisveld hier schynt
goed te zijn. Daar had juffrouw Lutz
zelfs niets op aan te merken. O ja, laat
•k nu niet weer over dat onuitstaanbare
kind beginnen
Van dit eerste bezoek keerde Viktor
met zeer gemengde gevoelens by zijn
stiefmoeder terug. Hij praatte druk over
Mevrouw Rettberg. was uitbundig in zijn
lof over haar vriendelijkheid, haar
schoonheid, haar elegantie. Maar inwen
dig hield hem maar één gedachte bez-
zig: Wie by deze eerste ontmoeting een
beter figuur had geslagen, hy of Kata
rina.
Hij vertelde zUn stiefmoeder alle de
tails van deze ontmoeting en voegde
er by:
„Weet u wat de kwestie is. Mama?
Het kan ons natuuriyk onverschillig zyn
of nu Katarina zoo'n kleine opdracht
krijgt of wU, maar ik heb me toch dood-
geërgerd toen ze den aanleg van onze
firma zoo durfde afkammen. Het is jam
mer dat Ik nog zoo weinig op de hoogte
ben. anders zou ik haar wel van repliek,
hebben gediend. Dus u ziet wel dat het
hoog tyd is, dat ik my in de zaken in
werk, anders kan ik ieder oogenblik zul
ke onaangename ontmoetingen hebben".
Ook op andere plaatsen zag Viktor tot
zijn ergernis resultaten van Katarina's
tuinarchitectuur. Wat zij tot stand
bracht, vormde een schrille tegenstel
ling met het werk van de beroemde
firma Viktor H. Troilo. Het scheen of
ze een opzettelüken veldtocht begonnen
was tegen bepaalde afdeelingen van het
bedrijf der Troilo's. Zoo bijvoorbeeld te
gen de afdeeling tuinfiguren. zooals ka
bouters. hazen, herten en paddestoelen.
Een van de bedienden vertelde- waar
zU wat te zeggen had kon men geer. s'.uk
van deze dingen meer kwytraken. Ze
verklaarde steeds dat al dr' itrcngced.
al dat terracotta en majolica gepruts
smakeloos was en het natuuriyke ka
rakter van een tuin bedierf. Op haar
advies waren uit verschillende voortuinen
dure spiegelbollen verwijderd die de fir
ma Troilo geleverd had. En in plaats
van de keurige rozenstokken met glin
sterende glazen punten van de firma
gebruikte zij gewoon bamboes. Als haar
principes Ingang zouden vinden dan kon
den ze de helft van hun magazijnen
sluiten en een groot deel van hun voor
raad voor een appel en een ei van de
hand doen. En dat zou zelfs voor de
machtige firma ernstige gevolgen kun
nen hebben, want aan den verkoop van
levende planten en bloemen verdiende ze
op geen stukken na zooveel als aan al
dat fabrieksgoed voor tuinversiering.
„Dat is allemaal van dien nieuwer-
wetschen onzin", zei Mevrouw Dora
Troilo verachtelijk, ,.mU imponeeren ze
daar heelemaal niet meeen boven
dien. ik kan het uitzingen".
Het meest hinderde het Viktor bij zUn
bezoeken op de villa van Mevrouw Rett
berg steeds weer hoe hü moest zien hoe
het werk ■vorderde. Mevrouw hield hem
trouw op de hoogte. Ze deed alsof se eerf
beetje bang was voor juffrouw Lutz en
by hem hulp, en steun zocht. Het was
soms heel grappig. Maar Viktor had geen
gevoel -voor de humor van het geval. In
wendig kookte hü.
„Dus uw mcoie bloembedden heb-
Lui veen van al'e genade in haar oogen
kunnen vinden", klaagde zü glimlachend
„en de schelpenmozaik langs de paden in
den voortuin en de geschoren buxushaag
moeten er ook aan gelooven. Ik weet
niet waar dat naar toe moet".
„De nieuwe stijlzei Viktor schou
derophalend. „Voor wie er van houdt.."
„Ja", klonk het eenigszins aarzelend
antwoord, „lk zou ook niet graag een
cuderwetschen aanleg hebben, maar deze
revolutie is toch ook wel heel erg. En
'n hoop geld dat het kost! De duurste
soort rozen moet ik hebben en al wel
twintig karrevrachten grond zün hier
naar beven gesleept. Ik heb medelijden
met die arrie paarden".
Viktor glimlachte: „Het juffertje
schynt practisch aangelegd te zyn. Ze
bouwt op haar kweekerij kassen met bas
sins en nu moet ze toch de aarde van
haar terrein weg hebben. Dan komt het
goed uit dat ze die vrachtjes aan u slij
ten kan!"
„Zoo'n slimmeling!" riep Mevrouw
Rettberg stom-verbaasd. Maar ze moest
er toch om lachen „Als ik er aan denk
hoe verstandig en ernstig en toch be
scheiden ze altijd is! En dat ze het zoo
acnter de mouwen heeft!"
„Ja, dat heeft ze Maar waarom moe
ten we eigenlijk bij iedere ontmoeting
over dit onaangename onderwerp praten?
„Bent u zoo gauw uit u humeur, meneer
Troilo? Ik had niec gedacht^dat de zaken
by u boven alles g'ngen".
(Wordt vervol gd.5