H. D. VERTELLINGEN HET T00NEEL Vlammende Katchen FLITSEN HAARLEM'S DAGBLAD WOENSDAG 5 SEPT. 1928 (HMirvk verkoelen; a«te«r*reckt voorkekonden.) Het spookt door C. G. B. Aan het eind van de wereld, op de grauwe, dorre gronder ligt Jammers- veld, de huizen leunen er nevens den zandweg tegen de brink-wallen, de schuren zijn vervallen en Schuilen weg onder vlieren. Omdat er in vroeger ja ren een machtige scholteboer woonde die met vier oude boeren onder een eik ten gorichte zitten mocht, staat wat bij zij een kerk. Het dak is kapot, steenen liggen los, de toren dreigt bij eiken herfststorm in te zakken. En daarom gaan de menschen door een klein zij deurtje naar binnen; de groote deur on der den toren is voor den koning zeg gen ze. Maar de koning komt er nooit. De menschen zijn cr als de enkele vliegdennen die in *t verlaten heiland staan, ze zijn stoer, gehard door zon en wind. De menschen praten alleen als 't noodig ls en vechten verder met den drogen grond en t immer stuivende zand. Maar ze zijn trouw aan het land waarin hun voeten staan. Ze leven cr van hun geboorte tot aan den dood en ze kijken met booze blikken de men schen aan. die door de regeering in hun dorp gezet zijn. Vele jaren geleden, toen rijke boeren van een ver dorp op de klei langs een rivier naar de groote stad trokken en ln het heidorp rustten voor het „Rood Hert" heeft Jarn Bennik en van die rijke kerels doodgeslagen. Een specht lachte; ha. zei een boer van de klei, daar hinnikt het paard van de scholte van Jammers veld! Toen had Jarn hem een klap ln 't gezicht gegeven, de boeren rolden over den grond, een gouden horloge netste kapot tegen een steen, een vuist, rood van bloed werd opgeheven, dreunde neer in een bleek, verminkt gelaat. De rijke boeren reden met een doode op den wagen terug naar de klei en Jarn zwierf weg, hot sombere verlatene land in; waarheen weet nie mand. En zoo ligt het dorp daar met zijn bouwvallige kerk en oude, grauwe hoe ven temidden der stuivende zanden en grauwe heiden onder de wisselende luchten der seizoenen. In de week werken de menschen, 'r Zondags gaan zij naar de kerk, waar een neef van den vroegeren Scholte m den Bijbel leest en bidt, slechts een paar keer per jaar komt op zijn stevige vos een dominee die iu de landstaal spreekt en op het orgel speelt. Dat orgel is oud en half kapot, zooals schier alles in Jammersveld, maar ver uit het ach terland komen op zoo'n Zondag de menschen geloopen om de wondere klanken te hooren. Want andere mu ziek dan van de trekharmonica van den herbergier uit het .Jtoode Hert" of van 't orgel kennen zij niet. En 't orgel ls toch het mooiste. Herfst bracht even kleuren in het heiland, de wereld rondom gloeide in purperen pracht, spichtige berken tooi den zich reeds met gouden- vlammen in hun ruige koppen en ae schrale rogge stond aan magere garven op t vale stoppelveld. Voor een paar dagen was het leven wat fleuriger, in het „Roode Hort" werd een extra kruik snaps op de tafel gezet, de boeren rookten een pijpje meer dan anders. En toen gebeurde het verschrikkelijke. Haukc Sievers die naar zjjn deerntjen achter ln 't veld bij de hooge dennen geweest was. keerde 's avonds terug langs de stille heipiassen. De wind zong door een krommen spar, aan den ein der kleurde de hemel geel, de maan kwam op. Hauke wist, dat het hier by de plassen spookte en hij verhaastte zijn stap, drukte de knubbelstok wat steviger ln 't zand, keek vóór zich op het rulle spoor. Maar dan kraakt er iets en onwillekeurig zag hi) opzij. Lichte nachtnevels sluierden over 't zilveren water, doch het bewoog daar... Hauke stond stil. Het kwam naar hem toe. HU slaakte een gil: de witte wieven dansten op hem af. En dan rende hij aan één stuk naar huis, wierp de deeldeur met een slag achter zich dicht, hij hoorde de vitte wieven Joelen en lachen om Sie vers* hoeve. Den anderen dag werd er slecht ge werkt, heel het dorp wist er van. En 's avonds schoven de boeren een stevige balk voor de deur. Drie dagen ging dat zoo. Boerenknechts die op de klei bU de roggeoogst hadden geholpen keerden terug naar him dorp. nog verderop. Ze lachten wat overmoedig om het verhaal van Hauke's belevenissen bü de stille plassen, zij hadden meer van de wereld gezien. Maar geen der boeren wilde hen voor den nacht in huis of schuur hebben. Toen de zon in roode wolken naar bed ging en de boeren de huizen wilden sluiten, stak de wind op en regen striemde neer. Dan was er een vreemd gerucht, een boer luisterde scherper. Een fluitend ge luid werd op den wind meegedragen, meer boeren luisterden, 't geluid zwol aan, zoemde vaag, verbrokkeld als de wind plots opgierd?. Twee buurlui kwa men hun deuren uit, hielden de hand achter het oor, keken elkaar met ont stelde gezichten aan. Er knarste weer een deur open. en nog een. Een groepje boer en liep tegen den wind in, bleel staan; 't geluid, telkens anders, nu dui delijk, dan zacht, werd sterker. Donker tegen de avondlucht stond de kerk met zijn verzakten toren, gloed van onder gaande zon speelde door de ramen. Dan waagde een Let te zeggen: ,,'t orgel". Het geluid werd nu heel duidelijk, de melodie van een gezang klonk, slecht, met verkeerde tonen. Een boer zei zacht: „de duivel speelt.en hij schrok van zUn eigen stem. Ze merkten den neer- plassenden regen niet, hun gezichten waren bleek. Een enkele holde naar huis terug, kroop onder de dekens, wilde 't niet meer hooren. De vreeselijke muziek hield cp, een enkele toon trilde nog. De neef van de scholte stapte naar boven, struikelde op het steenen paadj? naar de kerk. HU wierp het hek in den kerkhofmuur open, week verschrikt terug als plotseling het orgel weer begon te spelen. Er kwam uitkomst, de mannen van de regeering die eigenlijk nooit geduld waren, stapten kalm naar het hek toe, weifelden even, gingen verder. De boe ren wachtten, zo hoorden bonzen op de kerkdeur. En op 't zelfde oogenblik zweeg het orgel. Een van de mannen kwam terug, vroeg den neef van den schone om den sleutel. Wat later had hy dien, de zware deur kreunde open. De mannen traden binnen, de boeren stonden bijeen, stil, starend naar het zwarte silhouet van de kerk. Er kwamen voetstappen naar buiten, een ruit in de kerk rinkelde stuk, er plofte iets hards op den grond. „De duivel, de duivel", schreeuwden de boeren en ze stoven uiteen. Hier en daar in een huis werd het vuur opge rakeld, ieder was nu wakker, niemand bleef buiten. De neef van den scholte vluchtte met zijn vrouw, den knecht, de klnders en dc koe een eind verderop bi) een anderen boer. Overal luisterde men. De wind gierde, de regen gonsde neer op de strooien daken Het bfecf stil. Maar dan opeens begon het weer, het orgel deunde, tot ten leste ook dit verstierf. Het werd twee uur, drie uur, vier uur. De nieuwe dag kwam. Sféh wachtte. Maar eindelijk, als anders reeds de boeren op 't veld waren, kwamen enke len naar buiten. Ze praatten zacht. Vreemd stond de kerk er in 't vale licht van den vroegen morgen. De wind was gaan liggen, 't bleef stil. Dan riep de herbergier den neef van den scholte, de eerste raapte bij den kerkhofmuur iets op. Zij gingen voor zichtig naar de kerkdeur, anderen volg den, nu minder bang. De begon de neef van den scholte te lachen, waanzinnig te lachen. De her bergier hield in zUn bevende handen een jeneverkruik, het ding dat hy bul ten gevonden had In een bank lagen twee mannen te slapen en by het orgel snurkte een derde, men herkende ze, *t waren de boerenknechts die op de klei bü de roggeoogst hadden geholpen. De deur onder den toren die nooit gebruikt werd. stond open, het slot was uit de oude, verweerde planken gevallen. INGEZONDEN MEDEDEELINGEN a 60 Cents por regel. v.f^ossEtrs COMMENTAREN. Er bestaat steeds een soort van stille strijd tusschen automobilisten en voet gangers, met als inzet het recht van den openbaren weg. De voetganger he kelt den automobilist, omdat hij niet overal veilig meer kan loopen, de auto mobilist moppert op den voetganger, omdat deze het midden van de straat niet steeds voor hem vrij laat. Wette lijk gesproken Is tenslotte de voetganger de bevoorrechte, zou ik zeggen. Hij- mag overal komen, de geheele straaftis voor hem. de trottoirs uitsluitend, ne> middengedeelte mag hy op eigen risico doelen met alles wat zich rollend voort beweegt. Er zijn in Haarlem pogingen gedaan om den voetganger rechts te doen houden, maar dit was louter een vriendeiyk beroep op zijn medewerking dat niet veel succes heeft gehad. Een verordening bestaat er niet voor. Verder geldt het stopsein van den verkeers agent voor alle voertuigen, maar niet voor den voetganger. Waariyk, hU is nog koning van den weg in Haarlem. En laat ik mij haasten te zeggen, dat ik geen noodzaak zie. dat hierin verande ring wordt gebracht. Je kunt ook het verkeersregelen overdrijven en het gaat goed, zooals het nu is. Maar te New- York gaat men nu ook tegen den voet ganger optreden. Daar moet voortaan ook elke voetganger gehoorzamen aan het signaal van den verkeersregelaar, op straffe van arrestatie bij verzuim. Op punten, waar het verkeer niet gere geld wordt, mag hU slechts recht de straat oversteken en moet het autover keer laten voorgaan. Het is hem verbo den, op den middenweg te komen, an ders dan om over te steken, en dit is zoo streng -regeld dat hy zelfs niet naar een auto mag toeloopen die mid den in de straat rydt, om erin te sprin gen. Zoo zal het voortaan in New-York gaan, maar ik heb zoo'n idee, dat de pracktijk nog wel eenige wijzigingen in de bepalingen noodzakelijk zal ma ken. Anders zullen vele wandelende New-Yorkers die punten moeten passee- ren, waar het verkeer niet speciaal ge regeld wordt, systematisch de wet moe ten overtreden, of zich neerleggen bij het bezwaar, dat zij eerst in de stilte van den nacht hun bestemming kunnen bereiken. Dean Inge, van St. Paul's Kathe draal te Londen heeft dezer dagen in een toespraak tot de vergadering van den Volkenbond te Genève gezegd, dat de hoofdoorzaak, die tot een oorlog leidt, de vrees is, vrees voor een plotse- lingen en ongemotlveerden aanval. Laten wij ons concentreeren op dit punt zei hij wy moeten deze vrees uit de wereld helpen. Als de Vol kenbond hierin slagen kan, zal hU zijn roeping vervuld hebben, als het hem niet lukt. zal hij hebben gefaald. Het is goed. dat dergelijke dingen, die diplomaten elkaar nooit zullen vertel len. eens tot hen gesproken worden. Vrees heeft de Engelsche prediker gezegd. Het is een vriendelijk woord dat kan dienen, maar nog juister, hoewel minder hoffelyk ware het geweest, wan neer hij het kind ronduit bij den naam genoemd had, door te zeggen, dat het gevaar voor den wereldvrede en de hin derpaal voor het streven van den Vol kenbond wordt veroorzaakt door het onderling wantrouwen, dat zijn voe dingsbodem vindt in het enge nationa lisme van de groote staten. Dezer dagen ls In New-York een Lltauer aangekomen, die 104 jaar oud was. Zooals zoovelen trok hij naar Amerika om daar een nieuw leven te beginnen. DE REGENVAL IN AUGUSTUS. Augustus is bekend als een echte re genmaand en tcch ls het totaalcijfer, nl. 110 mM. niet bijster hoog. Van deze hoe veelheid viel hier fin 't Z. deel van Haarlem) in de eerste vijf dagen der maand ruim de helft, respectievelijk 14, 3 14. 0.29 en 15 1/4 m.Md.i. samen 61 1/2 m.M. Flinke regendagen waren verder nog de 8e 17e en 22e Augustus, met respectieveiyk 9 1/2, 12 1/2 en 8 1/2 milimeter. Er zijn r.iet minder dan 15 dagen ge weest-, waarop de regenmeter geen drup pel water kon opvangen; op 2 dagen bedroeg de hoeveelheid slechts 1/4 mM.; dan komen er nog 2 dagen met 1 m.M. en 1 dag met 1 1/2 m.M. Uit deze getallen blijkt, hoe goed het weer in Augustus is geweest: twee der den van de maand droog, of zoo goed als droog, terwyi we feitelijk maar 7 regendagen hebben gehad (ik reken hierbij ook nog den 25en Augustus met bijna 6 m.M.). Over de „regenmaand" Augustus heb ben we dus evenmin te klagen als over de rest van dezen prachtigen zomer. VAN HAARLEM'S DAGBLAD No. 1287 HULP MET DE „VATEN" Vader beseft dat moeder nog steeds in de keuken aan het vatenwasschen is verklaart te zullen informeert waar hij een iroogdoek kan vinden wordt verwezen naar de plaats waar het rekjt met droogdoeken sind? de laatste 12 jaar heeft gehangen aspecteer t alle doeken >p het rekje en komt tot .Ie conclusie dat ze alle maal te nat zijn vindt tenslotte een dro gen en begint een kopje af te vegen, waarop moeder haastig opmerkt dat dat een stofdoek is begeeft zich naar de linnenkast en opent ach tereenvolgens alle ver keerde laden op zoek naar een droogdoek pauseert even om eer. knop te inspecteeren die losgeraakt is komt tenslotte met een choonen doek terug op het tijdstip dat moeder, geheel gereed, uit de kén ken komt. (Nadruk verboden) NOG EENS DE ABONNEMENTEN VOOR DE GOEDKOOPE VOORSTELLINGEN. DE EERSTE SERIE VER „OVERTEEKEND". HET UITGEVEN VAN EEN NIEUWE SERIE HOOGST GEWENSCHT. EEN VOORSTEL OM IN HET BELANG VAN HET PUBLIEK HET NEMEN VAN ABONNEMENTEN BIJ INTEEKENING DUS SCHRIFTELIJK MOGELIJK TE MAKEN. Het is uitgekomen, zooals ik heb voorspeld: de animo voor de abon* nementen der goedkoope voorstel* lingen bleek zoo groot te zijn. dat dc eerste serie om eens een beurs* term te gebruiken binnen enkele uren ver»overteekend was. Het uit* schrijven van deze serie abonnemen* ten is dus een „beslist'' succes ge* worden. De vraag rijst thans: wat nu? Want het staat reeds vast, dat honderden moesten worden teleurgesteld. Moe* ten zij dat blijven? Op mijn vraag aan den heer Van Hees, of nu spoc* dig zou worden overgegaan tot het uitgeven van ccn tweede serie abon* nementen, antwoordde de directeur van onzen stadsschouwburg mij, dat hij dit nog niet kon zeggen. Mij dunkt, dat waar dc aanvraag naar de abonnementen zoo enorm groot is en deze goedkoope voorstel* lingen dus zóó zeer in ccn werkclij* ke behoefte blijken tc voorzien, hel antwoord niet twijfelachtig kan zijn. Nu het bestuur van onzen Stadsschouwburg eenmaal dezen weg betreden heeft, moet het ook verder gaan. Het Haarlcmsch publiek heeft getoond de goedkoope voorstellingen in zeer grootcn getale te willen bc* zoeken. Dan moet ook alles worden gedaan zoowel in het belang van het publick als van de tooneelgezel* schappen en den schouwburg om aan die verlangens tegemoet te ko* men. Het moet niet kunnen gezegd worden, dat honderden onzer stad* genooten niet van de goedkoope voor* stelling gebruik kunnen maken. En ik meen, dat men tegen het uitge* ven van een tweede eventueel der* de serie ook geen overwegende bezwaren zal kunnen inbrengen. De gezelschappen zWlen dat zeker niet doen. Zij zullen liever in Haar* lem tegen ccn gegarandeerde uit* koopsom voor een volle zaal spelen dan zooals gewoonlijk en par* tage in een leegen schouwburg. Zij zullen ongetwijfeld de door hen met de directie van den schouwburg aan* gegane verbintenissen gaarne in dien zin gewijzigd zien. Ook de stads* schouwburg kan cr slechts voordeel bij hebben, omdat de ontvangsten ook voor het gebouw bij zulke abonr.e- mentsvoorstellingen zeker hooger zijn dan de gemiddelde ontvangsten vau de gewone speelavonden. Blijft dan nog het bezwaar, dat het bezoek der volksvoorstellingen mis* schien van de concurrentie der goed* koope voorstellingen te lijden zal hebben. Maar er is immers geen eo* kei bezwaar tegen om eenige volks* voorstellingen minder te geven, wan* neer de vraag naar deze abonnemen* ten, d«e in prijs vooral voor de goedkoope rangen slechts uitersr weinig verschillen met de volks* voorstellingen en zoo enorm groot blijkt tc zijn. Men zou gerust enkele van de vastgestelde data der volks» voorstellingfcn voor de goedkoope voorstellingen kunnen bestemmen. Mocht tot het uitgeven van een nieuwe serie worden besloten, dan zou men tevens aan dc verlangens van het publiek tegemoet kunnen komen en de intcekening gemakkc* lijker kunnen maken. Want het is thans gebleken, dat zeer velen er tc» genop bebhen gezien zooals ook voor dc volksvoorstellingen om in het gedrang te staan om abonne* menten tc verkrijgen. Hoorde ik vandaag reeds niet van verschillende zijden, dut velen zelfs geen moeite hadden gedaan een abonnement te koopen, omdat ,,men cr toch niet bij kon komen?" Zou ik daarom met de onder» vinding van mijn jarenlang secre* tariaat het bestuur van onzen stadsschouwburg ditmaal eens van weliswaar ongevraagd advies mogen dienen? Ik doe dat enkel ter* wille van het publiek, welks belan» gen ik in de tooneelrubriek van ons blad meen te moeten behartigen. Voor het eventueel uitgeven van een tweede serie zou men hiervan ben ik wel zeker aan het verlangen van het publiek ten zeerste tegemoet komen, als men dc inschrijving voor die abonnementen SCHRIFTELIJK mogelijk maakte. Ik stel mij zulks als volgt voor: De directie van den schouwburg laat inschrijvingsbiljetten voor nieu* we abonnementen drukken, welke biljetten aan het bureau van den schouwburg verkrijgbaar worden gesteld. Op de/e biljetten mogen niet meer dan 4 abonnementen door 1 persoon worden besteld. Dc gega» digden vullen in hoeveel plaatsen zij van een bepaalden rang wenschen en tegelijk, of zij eventueel een ande* ren rang verlangen, wanneer de ge* vraagde uitverkocht mochten zijn. Deze ingevulde biljetten moeten vóór een bepaalden datum bijvoor» beeld 23 September bij de direc» tie van den schouwburg worden be* zorgd. De directie vult op een lijst de namen en de adressen van alle ge» gadigden in met het door hen aange» vraagde aantal plaatsen. Op den da* turn van sluiting der inschrijving wordt door den directeur en een lid van de Commissie van Beheer ge* loot en worden de plaatsen volgens die loting aangewezen, waarbij zij. die gunstig loten het door hen ge* vraagde aantal plaatsen krijgen. Te* gelijk worden volgens die loting 6 series opgemaakt voor de plaatsbe# spreking, welke plaatsbespreking steeds op den dag vóór de voorstel» ling zooals bij Bach, Toonkunst en Het Tooneelverhond geschiedt- Die plaatsbespreking is gratis, omdat de prijs daarvan reeds iii het abon* nement is begrepen. Ik begrijp ^eer goed, dat deze wij» ze van uitgeven der abonnementen administratief voor den schouwburg wat meer moeilijkheden biedt dan de thans gevolgde methode, maar ik weet ook, dat de zoo actiele direc» teur van onzen stadsschouwburg dc* ze meerdere moeilijkheden wan* neer het in het efclang van het publ:eic blijkt te zijn allerminst uit den weg zal willen gaan. Mocht men van de zijde van den schouwburg over» wegend bezwaar hebben tegen pleatsbespreken voor elke voorstel» ling afzonderlijk dan zou dc plaats* bespreking voor alle voorstellingen tegelijk op een bepaalden datum kun* nen geschieden naar het rangnummer bij de loting verkregen. Niet alleen, dat het publiek bij dc» ze wijze van uitgeven der abonne# menten in alle opzichten gebaat zou zijn geen gedrang, geen uren lang wachten in de queue, geen teleurstel» ling bij te laat komen of na lang» durig staan, geen moeU'iVLeden voor oude. zwakke menschen. enz. maar ook zou de directie en dat vooral lijkt mij een groot voordeel v- bij een zoodanige inschrijving een veel beter overzicht hebben van het ver* langd aantal plaatsen Men zou bij* voorbeeld, wanneer bet aantal aan» vragen dat der beschikbare plaatsen vèr overtrof. onmiddellijk kunnen overgaan tot het uitgeven van een derde, eventueel zooals te Arnhem vierde serie. Wanneer het Haarlemsche publiek in grooten getale wil profitoeren van de goedkoope abonnementen, dan moet naar mijn meenins! ook alles in het werk worden gesteld om aan dit u:tgcsnrokcn verlangen tegemoet te komen. J. B- SCHUIL FEUILLETON. Roman door PAUL OSKAR HöCKER Uit het Duitsch vertaald door 1TERMTNE VAN GEERTEN 14) „Maar dat is toch een eerste eisch om den tuin hier goed te krijgen. De grot en die geweldige, zware brug over dat or.noozele goudvisschenvijvertje, dat Ls toch smakelooze malligheidU hebt een halve morgen tuingrond en een rytde deel ervan is begroeid; valsch'e turfstccn en allerlei leelijk steengoed oieemt- de ruimte weg waar bloemen zouden kunnen bloeien. Dus moeten we hier wel met een harde bezem aan het schoonmaken gaan". Mevrouw Rettberg lachte. „Ja. wat kan ik daar nu tegen inbrengen? Ik heb van tuinarchitectuur absoluut geen verstand. Maar u, meneer Troilo. zoudt u ook de grot, die juffrouw Lutz zoo'n doorn in het oog is, uit den tuin verwijderen?" ..Onder geen voorwaarde", zet Viktor strijdlustig. De heele tuinaanleg hier is namelijk indertijd door onze firma ge maakt". „o wee, dan sta ik midden tu&schen t twee vijandelijke strijdmachten". ,.Nu u u eenmaal tot juffrouw Lutz hebt gewend, ziet onze firma er na- tuurlyk van af om advies te geven", zei Viktor uit de hoogte en keek Ka- tarina koel aan. „Ik wil iedere mogelijk heid van misverstand vermijden". „U hebt gelijk. We zullen er maar niet verder over praten. Dus, juffrouw Lutz. werkt u uw schetsplan maar uit en stuurt u met het dan maar. Tot ziens. juffrouw LutzGaat u mee naar binnen, meneer Troilo, het is hier bulten zoo ongezellig". Spoedig zat Viktor binnen in een in- üem-gezenig ingerichte salon en na een kwartiertje was hU al bezig de mooie weduwe sterk het hof te maken. Het was hem of hy Katarina daarmee be leed igde en dat gaf hem een gevoel van voldoening. Mevrouw Rettberg bracht het gesprek nog op „het concur rent je met de roode haren", en hij stond op het punt om haar te vertellen welke verhouding er tusschen hen bestaan had. Maar op het zelfde oogenblik bedacht hij zich. Dat moest en zou dood zijn, of beter: het was nooit zoo geweest! „Ik heb geen idee van haar capaci teiten. Ik weet niet eens of ze zich met eenig recht tuinarchitect noemt. Ze was vroeger by een Geheimraad in Berlijn in betrekking, die als amatAur orchideeën kweekt", j „Ja, als assistente, dat heeft ze me verteld. En later in Engeland. Ze ls buitengewoon ijverig. Ik hoor dat ze hier al verschillende tuinen in orde heeft gemaakt, o.a. van Hotel Austria en dat iedereen erg tevreden over haar ls. Maar ze gunt een ander niet dat hU een woordje meespreekt". Mevrouw Rettberg lachte: „Betalen is alles wat men mag". Nu moest Viktor ook glimlachen. „Ja, een baasspeelster is ze altijd geweest". „U staat niet op goeden voet met haar?" „O. heelemaal geen voet! En voor Mama bestaat ze eenvoudig niet. Maar laten we nu langzamerhand eens over prettiger dingen gaan praten. Over u by voorbeeld". Ze dreigde hem met. den vinger en keek hem koket aan „Mijn schouder kan ik gelukkig weer bewegen. Ziet uzoo veel. Ik word gemasseerd. En de volgen de week mag ik weer een racket in de hand nemen. Dan zullen we onze eerste partij spelen. Het tennisveld hier schynt goed te zijn. Daar had juffrouw Lutz zelfs niets op aan te merken. O ja, laat •k nu niet weer over dat onuitstaanbare kind beginnen Van dit eerste bezoek keerde Viktor met zeer gemengde gevoelens by zijn stiefmoeder terug. Hij praatte druk over Mevrouw Rettberg. was uitbundig in zijn lof over haar vriendelijkheid, haar schoonheid, haar elegantie. Maar inwen dig hield hem maar één gedachte bez- zig: Wie by deze eerste ontmoeting een beter figuur had geslagen, hy of Kata rina. Hij vertelde zUn stiefmoeder alle de tails van deze ontmoeting en voegde er by: „Weet u wat de kwestie is. Mama? Het kan ons natuuriyk onverschillig zyn of nu Katarina zoo'n kleine opdracht krijgt of wU, maar ik heb me toch dood- geërgerd toen ze den aanleg van onze firma zoo durfde afkammen. Het is jam mer dat Ik nog zoo weinig op de hoogte ben. anders zou ik haar wel van repliek, hebben gediend. Dus u ziet wel dat het hoog tyd is, dat ik my in de zaken in werk, anders kan ik ieder oogenblik zul ke onaangename ontmoetingen hebben". Ook op andere plaatsen zag Viktor tot zijn ergernis resultaten van Katarina's tuinarchitectuur. Wat zij tot stand bracht, vormde een schrille tegenstel ling met het werk van de beroemde firma Viktor H. Troilo. Het scheen of ze een opzettelüken veldtocht begonnen was tegen bepaalde afdeelingen van het bedrijf der Troilo's. Zoo bijvoorbeeld te gen de afdeeling tuinfiguren. zooals ka bouters. hazen, herten en paddestoelen. Een van de bedienden vertelde- waar zU wat te zeggen had kon men geer. s'.uk van deze dingen meer kwytraken. Ze verklaarde steeds dat al dr' itrcngced. al dat terracotta en majolica gepruts smakeloos was en het natuuriyke ka rakter van een tuin bedierf. Op haar advies waren uit verschillende voortuinen dure spiegelbollen verwijderd die de fir ma Troilo geleverd had. En in plaats van de keurige rozenstokken met glin sterende glazen punten van de firma gebruikte zij gewoon bamboes. Als haar principes Ingang zouden vinden dan kon den ze de helft van hun magazijnen sluiten en een groot deel van hun voor raad voor een appel en een ei van de hand doen. En dat zou zelfs voor de machtige firma ernstige gevolgen kun nen hebben, want aan den verkoop van levende planten en bloemen verdiende ze op geen stukken na zooveel als aan al dat fabrieksgoed voor tuinversiering. „Dat is allemaal van dien nieuwer- wetschen onzin", zei Mevrouw Dora Troilo verachtelijk, ,.mU imponeeren ze daar heelemaal niet meeen boven dien. ik kan het uitzingen". Het meest hinderde het Viktor bij zUn bezoeken op de villa van Mevrouw Rett berg steeds weer hoe hü moest zien hoe het werk ■vorderde. Mevrouw hield hem trouw op de hoogte. Ze deed alsof se eerf beetje bang was voor juffrouw Lutz en by hem hulp, en steun zocht. Het was soms heel grappig. Maar Viktor had geen gevoel -voor de humor van het geval. In wendig kookte hü. „Dus uw mcoie bloembedden heb- Lui veen van al'e genade in haar oogen kunnen vinden", klaagde zü glimlachend „en de schelpenmozaik langs de paden in den voortuin en de geschoren buxushaag moeten er ook aan gelooven. Ik weet niet waar dat naar toe moet". „De nieuwe stijlzei Viktor schou derophalend. „Voor wie er van houdt.." „Ja", klonk het eenigszins aarzelend antwoord, „lk zou ook niet graag een cuderwetschen aanleg hebben, maar deze revolutie is toch ook wel heel erg. En 'n hoop geld dat het kost! De duurste soort rozen moet ik hebben en al wel twintig karrevrachten grond zün hier naar beven gesleept. Ik heb medelijden met die arrie paarden". Viktor glimlachte: „Het juffertje schynt practisch aangelegd te zyn. Ze bouwt op haar kweekerij kassen met bas sins en nu moet ze toch de aarde van haar terrein weg hebben. Dan komt het goed uit dat ze die vrachtjes aan u slij ten kan!" „Zoo'n slimmeling!" riep Mevrouw Rettberg stom-verbaasd. Maar ze moest er toch om lachen „Als ik er aan denk hoe verstandig en ernstig en toch be scheiden ze altijd is! En dat ze het zoo acnter de mouwen heeft!" „Ja, dat heeft ze Maar waarom moe ten we eigenlijk bij iedere ontmoeting over dit onaangename onderwerp praten? „Bent u zoo gauw uit u humeur, meneer Troilo? Ik had niec gedacht^dat de zaken by u boven alles g'ngen". (Wordt vervol gd.5

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1928 | | pagina 6