RUILRUBRÏEK
POSTZEGELRUBRIEK
RAADSELS
„SULTAN ACHMED" DE VERSCHRIKKELIJKE.
6ultan Ach meelde verschrikkelijke,
rat in zijn troonzaal, ncergedoken tus-
fichen de fijnste kussens, die men zich
denken kan.
De vorst was zeer ontstemd en in zijn
oogen laaide van tijd tot tijd de glans
van den haat op. Voor hem stond een
Jongeman, blijkbaar een vreemdeling in
het rijk van Achmed. De jongeling was
groot en sterk en blikte fier en onver
schrokken in de woedende oogen van
den Sultan. Achmed voelde zich klein
worden onder dezen blik en dook nog
verder ineen, want hij wilde niet laten
zien hoe hij reeds door den ander over
wonnen was.
„Spreek op, nu, schurk," schreeuwde
hij naar den jongen man, „hoe durfde
Je het wagen de prinses te kussen?"
„Daar, waar de rotsachtige oevers steil
uit de zee oprijzen en de kokende bran
ding bruist, wandelde ik over de toppen
der bergen en verheugde mij in den
aanblik van het wilde spel der golven.
Ik bleef staan om het steeds weer op
nieuw aanrollen der zee te bewonderen
en voelde mij diep onder den indruk van
deze eeuwige onrust. Maar opeens
hoorde ik een gil het hart zonk
mij bijna in de schoenen van den
Sdhrik
„Vertel door, vooruit," stootte de Sul
tan ongeduldig uit.
„Weldra hoorde ik voor de tweede
maal het hulpgeschrei en nu kon ik on
geveer bepalen vanwaar het geluid kwam
Ik haastte mij er heen, van rots tot rots
springend. Toen ik tenslotte by een
groot en schuin overhellend rotsblok
kwam gij kent het beslist, verheven
heerscher ontdekte ik een schoone
Jonkvrouw, die op leven en dood met de
golven streed. De zee stond op het punt
haar mee te sleuren, maar nog juist by.
tyds kon ik my van myn bovenkleederen
ontdoen en my in het water storten. Ik
redde haar juist op het oogenblik, dat de
golven haar bijna teg ende rotsen wier
pen en het gelukte my het bewustelooze
meisje naar den oever te brengen."
„En wist je niet. wie het meisje was?"
Vroeg de Sultan dreigend.
„Hoe zou ik dat weten?" verdedigde
zich de jongeman met vaste stem. „Na
dat ik my eenigen tyd met de bewuste
looze bemoeid had sloeg zy de oogen op,
juist op het oogenblik, dat ik naast haar
neerknielde en met haar armen de be
wegingen wilde maken waardoor men
drenkelingen weder tot het leven brengt.
Het meisje begreep dat ik haar redder
was en kuste my uit dankbaarheid
Maar op hetzelfde oogenblik hoorde ik
boven my een stem, die my toeriep:
„Vermetele, hoe durft gij de dochter
van onzen verheven sultan te kussen!"
„En nog voor ik my van den schrik
hersteld had, schaarden zich een groep
zwaar gewapende mannen om mü heen.
Zy namen my gevangen en sleepten my
naar de gevangenis. Wat er echter met
de prinses gebeurd is, weet ik niet. Nie
mand heeft my op myn vragen of zy
nog leefde en hoe het haar ging ge-i
antwoord."
De sultan staarde voor zich uit en na
een lang stilzwijgen, sprak hy eindeiyk:
„Toch heb je je slecht gedragen en
moet ik je ter dood veroordeelen. Gy
hebt de prinses aangeraakt en ge
kust! Dat doet niemand ongestraft."
„Verheven heerscher." begon de jon
geling, „ik zal niet bedelen om mijn le
ven, doch bedenkt dit eene: ik heb het
beste en liefste wat U op aarde bezit, uw
dochter, van een ellendigen dood gered.
Daarvoor kuste zy my uit dankbaarheid.
Dood mü, als ge duiXb Want ik zeg U,
dc mijnen zyn machtiger dan U en zij
zullen U wel weten te vinden!"
„Wat zegt gü daar. ellendeling," voer
de sultan uit, „waagt gy het my te
dreigen?"
De Jongeling bleef echter onverstoord
en zei op kalmen toon:
„Als gy wist wie lk was, zoudt ge wel
opletten niet zulke woorden tot my te
spreken."
„Wie ben je dan?" bulderde de sultan.
Langzaam en met nadruk antwoordde
do Jongeling:
„Ik ben Saladin, de zoon van koning
Ambrassa, door de geheele wereld ge
vreesd."
Op hetzelfde oogenblik weerklonk een
lichte kreet en dadeiyk daarna werd het
gordyn, dat voor den ingang van de zaal
hing een eindje voorby geschoven. Het
lieve kopje van de prinses keek angstig
naar binnen, zy had alles gehoord, het
geheele gesprek tusschen haar vader en
den jongen man. Saladin bleef onbe-
weegiyk staan, terwyi de prinses op
haar vader toetrad en zei:
„Wilt gy aan uw vele wreedheden ook
nog deze toevoegen, dat gy den redder
van myn leven ter dood laat brengen?"
„Zwijg!" schreeuwde de sultan haar
toe. „Ga in de vrouwenvertrekken terug
en wacht tot je geroepen wordt."
Het prinsesje verliet haastig weder de
troonzaal, doch vergat niet Saladin
vriendeiyk toe te knikken. Deze stond
nog steeds in kalme houding voor den
sultan en wachtte tot de vorst weer wat
zeggen zou. Eindeiyk hief deze het hoofd
iets op, keek strak naar den jongeling
voor hem en sprak:
„Gy zyt dus Saladin, de zoon van den
machtigen koning Ambrassa" en zich
tot zijn ouden raadsman keerend beval
hy: „Laat ons alleen en zorg ervoor dat
er een prachtig costuum voor prins Sa
ladin gebracht wordt."
De raadsman verwyderde zich en de
sultan sprak verder:
„Evenals gy een paar dagen geleden
niet wist wie U In uw armen droeg, wist
ik heden niet wie gy waart. Gy zyt my
welkom, vorstenzoon. Ik bied U myn
vriendschap aan! Zeg my nu hoe ik U
myn dankbaarheid toonen kan."
Nu kwam er plotseling wat meer leven
in do krachtige gestalte van den vreem-
d enprlns. Hy kwam een stap nader en
zei op zachten toon:
„Sultan Achmed! Overal in uw land
noemt men de verschrikkeiyke. Met
recht of ten onrechte, dat weet ik niet!
Zorg ervoor, dat die bijnaam veranderd
wordt in „de goede". En laat uw eerste
goede daad zijn, dat ge my uw dochter
tot vrouw geeft.'-
En de sultan voelde, dat er in zyn
hart toch nog wat goeds aanwezig was.
Hij voelde hoe dit goede aanzwol en het
booze verdreef. En na een kort bedenken
zeide hy met een vriendeiyke stem:
„Gy züt een held, waarvoor een ieder
achting hebben moet. Als ook de prinses
U liefheeft, dan wensch lk niet anders
dan dat gij beiden gelukkig met elkaar
zult worden
Saladin en de prinses huwden en na
dien was de sultan een geheel ander
mensch. Hij had ontdekt, dat boosheid
en wreedheid ook hem zelf ongelukkig
mankte en blij dat hy dit nog te juis
ter tyd had ingezien beyverde hy zich
voortaan alleen goede daden te verrich
ten, zoodat toen hy eindeiyk op hoo-
gen leeftyd stierf zyn volk om hem
treurde en hy weer altyd een plaatsje
kreeg in de harten van al zyn onderda
nen.
MET Z'N ACHTEN.
door W. B. Z.
4)
„Kom Marg, bennen de aardappels
haast klaar?" onderbrak moeder Houber
Margjes mooie gedachten.
„Zoo dndeiyk, moe," antwoordde Marg,
terwyl ze het mesje weeer vlug ln de
rondte liet gaan.
„Is Margje thuis?" klonk opeens een
stem by de achterdein-.
„Jawel," riepen Marg en moeder te-
geiyk.
De deur ging van de klink on weer
riepen moeder en dochter tegeiyk: „Juf
frouw Kuiper."
Dat was een gebeurtenis. Juffrouw
Kuiper kwam niet vaak by de menschen
in 't dorp. Ze was erg op zich zelf. De
boodschappen werden haar wel thuis ge
bracht. Behoefte aan een babbeltje had
juffrouw Kuiper zelden. „Je kan alles
te weten komen uit de krant en op een
dorp kletsen ze maar alles wat los en
vast ls," zei ze wel eens tegen haar broer.
Juffrouw Kuiper was een verstandige
vrouw, maar bemind was ze niet.
Vrouw Houber schrok heusch een
beetje, toen juffrouw Kuiper daar zoo
opeens voor haar stond.
„Ja, ik kom met de deur in huls val
len, maar er is ook haast by," zei de
juffrouw, die zeker wel iets van de ver
bazing by vrouw Houber merkte.
En ze vervolgde: „Kan je Margje een
paar uur missen?"
„Margje? Een paar uur missen?" her
haalde moeder Houber.
,,'t Is op verzoek van mevrouw Borren-
stein?"
„Van mevrouw Borrenstein?" herhaal
de moeder Houber, die 't net was, of ze
droomde.
„Luister eens, vrouw Houber," zei juf
frouw Kuiper nu op zakeiyken toon,
terwyl ze op een stoel ging zitten, „die
Bet kan niet met dienstmeisjes omgaan."
„Dat hob 'k al eens tegen Marg ge
zegd," zei moeder Houber, die 't wat hel
derder begon te worden.
„Is Marie weg?" durfde Margje zich in
't gesprek te mengen. Marg kon daar
heusch niet rouwig om zyn.
„Ze hebben onaangenaamheden gehad,
voordat ze hier naar toe gingen. En nu
is Marie vanmorgen met pak en* zak ver
trokken."
„Dat is me wat," zei moeder Houber.
„Je begrypt, dat er raad geschaft
moet worden. Ik kan ook niet te best
met die Betje opschieten en nu zei zo
zelf: „Vraag of die oudste van bosch
wachter Houber eiken dag een paar uur
mag komen helpen."
„Vroeg Bet dat?" jubelde Marg. „Ik
wil wel, juffrouw Kuiper." Marg lette
niet op de bezwaren, die moeder opperde.
Marg wist alleen, dat haar hartewensch
nu op 't punt stond vervuld te worden.
„Natuurlijk zal ze er flink voor be
taald worden," zei juffrouw Kuiper.
(Wordt vervolgd.)
HET MAKEN VAN EEN
EIGEN TUINTJE.
door
w. LASscHurr
Jullie lezen zeker wel iedere week het
praatje over planten enz. in Onze Jeugd
Heb je zelf. al een eigen tuintje? Wil
ik je eens vertellen, hoe lk 't myne ge
maakt heb? Je vraagt om een stukje
grond en zet dit af met vlcchtdraad,
dat je aan houten of ijzeren paaltjes
verbindt. Deze moeten 30 c.M. in den
grond s'jan. Nu vraag je bij je thuis of
bij buurman of kennissen, of Je iedere
week het kippenhok schoon mag maken,
onder voorwaarde, dat je de kippen
mest mee mag nemen. Daar gaan we
straks, vermengd met koemest, een papje
van maken.
Eerst gaan we spitten, zoogenaamd
diep spitten. Je spit b.v. 1 M.2 om. Eerst
een keer en dan nog een keer, zoodat
het b.r. twee spa (zoo heet dat) diep
wordt. Dit ls goed voor den planten
groei. Hierover strooi je droge kippen
mest. In September en October begin je
vaste planten neer te zetten, misschien
uil Tuinier dan wel enkele van die vaste
planten behandelen. Als Mevrouw Blom
berg het goedvindt ('t is best Wim.
Mevr. Bzal ik Jullie de volgende keer
eens vertellen hoe ik een waterreser
voir heb gemaakt, 't Is voor jullie dan
een klein kunstje het na te maken.
WAT ONZE
BELANGSTELLING WEKT,
Slimme dieren. Jullie weten toch
ook wel, dat er heel wat slimmerds zyn
in de dierenwereld. Je denkt natuurlijk
in de eerste plaats aan Reintje de Vos.
Toch is het de groote vraag, of Reintje
wel de slimste onder de slimmen is.
Drehm, de groote dierenkenner beweert
dat apen veel slimmer zyn. Ze zyn ook
sluwer. Hy vertelt van een aap, die erg
verzot was op het drankje, dat hij moest
innemen voor een of ander kwaaltje. Hij
kreeg elk uur een slokje uit de flesch,
maar de oppasser moest de flesch goed:
vasthouden, anders dronk de aap de
flesch leeg. Op zekeren dag zag de aap,
waar de oppasser de flesch wegborg.
Zoo had de oppasser zyn hielen gelicht,
of de aap nam de flesch, ontkurkte die
en dronk de flesch gauw leeg. Hy zou
juist de flesch op zyn plaats zetten,
toen de oppasser hem snapte.
De slimheid van den olifant kun je
bewonderen in Artis en van hondenslim
heid zyn al heel sterke staaltjes bekend.
Je hebt misschien laatst wel gelezen van
een hond, die zelfs rekenen kon en
menscheiyke geluiden kon uitstooten.
Of 't waar ls? Ik zou 't heusch eerst
moeten zien en hooren vóór ik 't geloof
de. Is een kat ook niet slim? Met welk
een sluwheid kan zy de muis vervolgen
en soms net doen, alsof ze haar totaal
negeert.
Zyn vogels niet slim? Raven, eksters
en papegaaien zyn zoo geslepen als vos
sen. Een koolmees lokt door getik de
byen uit de korf.
Slangen doen vaak of ze dood zijn om
dan plotseling listig hun prooi te kun
nen bespringen.
Kevers en spinnen doen dat ook vaak,
om hun prooi te kunnen ontgaan.
Je merkt wel. 't is in de dierenwereld
al net als in de menschenwereld. Slim
heid vind je bij de grooten en by de
kleinen.
W. B. Z.
DE VOGELTREK.
In den herfst, wanneer de vogels de
Noordelijke landen verlaten, zitten in
de vogelstations van Duitschland, Hon
garije en andere landen de vogelken
ners en zooals eens Nils Holgersson in
het boek van Selma Lagerlöf, zouden
zy met de wilde ganzen willen trekken,
om de problemen te kunnen bestudee-
ren, welke nog aan het trekken der vo
gels zyn verbonden. Want dit stuk bio
logie stoot reeds daardoor op byzondero
moeilijkheden, omdat by het gewoon
observeeren geen mogelykheid bestaat
voor een zekere identificeering van de
voorbijtrekkende vogels. Dit heeft tot
gevolg gehad, dat mem zyn toevlucht
heeft genomen tot het aanleggen van
ringen by de trekvogels. In het jaar
1899 begon de 1 eeraar aan het gymna
sium, Mortensen, met het ringen en de
wetenschappeiyke vereenigingen wen
den deze methode in het groot aan. De
Hongaarsche ornithologische vereeni-
ging heeft in de laatste jaren meer dan
32000 vogels van een ring voorzien, van
welk aantal, niet meer dan 800 zijn te
ruggevonden. Dat is niet veel, maar
daaruit kon toch wel een en ander
worden geconcludeerd en nu weet men,
dat de zwaluwen inderdaad heel vaak
tot het oude nest terugkeeren. Men weet
verder, dat de Hongaarsche trekvogels
over een breed front naar het Zuid-
Westen trekken. Aan de Adriatische
Zee vormen zy smalle ryen en -trekken
zoo naar Sicilië, Noord-Afrlka of Spanje
verder. Alleen de ooievaar trekt Ooste-
ïyk tot aan den Oostelyken hoek van
de Middellandsche Zee om dan over
Palestina, Egypte, Nijl-opwaarts da
winterkwartieren in Zuid-Afrika op le
zoeken.
In het vaderland leven de geslachten
te zamen, maar op de reis geldt een
andere regeling. Wat de vink betreft,
vastgesteld kon worden, dat de manne
tjes met de mannetjes, de wyfjes met
de wyfjes den trek ondernemen. Naar
de meening der geleerden een verstandi
ge maatregel omdat er dan weinig
aanleiding is tot twisten en heeft tot
gevolg, dat men eerder op de plaats van
bestemming komt. By andere vogel
soorten schynt vooral, het voedings-
vraagstuk den aard van den trek te be
palen, zooals by de meeuwen, bij wie het
naar het schynt, niet op een omweg van
een paar duizend KM, aankomt, wan-
i neer deze omweg van voldoende voedsel
ls voorzien en groote buit belooft. Maar
de wereldreizigers onder de vogels zyn
toch ongetwijfeld de Poolzee-zwaJuwen.
Op het Noondeiykste punt van de aarde,
ooit door menschen betreden, zeven gra
den van de Pool verwyderd, vond Cook
ihun nest. zyn de jongen volwassen en
Sterk genoeg voor de reis dan begint do
wereldreis naar de andere Pool. Welken
(weg zy op dezen reusaehtigen tocht na-
tmen, welke 33000 K.M. lang is, is nog
een raadsel. Iedere vogelsoort heeft een
andere manier om den trek te begin
nen. De eene gaat in kringen te hoogte
in, anderen verlaten als een luohtbal-
Jon de aarde, byna allen verdwynen
snel in de lucht en zelfs de scherpste
verrekijker heeft ze al spoedig uit het
gezicht verloren. Men heeft vliegers ge
vraagd, op welke hoogte zy de vogels
[hebben ontmoet, uit hun antwoorden
fcan men opmaken, dat vier honderd me
ier, in het algemeen, de grootste hoogte
is welke by uitzondering wordt over
schreden. Men heeft pogingen gedaan
con den vogeltrek met een vliegmachine
te volgen, om eenige vraagstukken te
teunnen oplossen. Maar deze methode
mislukte volkomen, het vliegtuig vliegt
te snel en haalt de vogelschaar in, om
dat deze hoogstens 30 tot 70 K.M. per
ruur afleggen. De meeste vogels reizen
mog langzamer en waarschijnlijk ls voor
!hen eenige vlieguren per dag voldoende,
om den weg af te leggen. De terugkeer
gaat. wellicht wat sneller.
UIT DEN MOPPEN
TROMMEL.
BEVROREN JUS
Een klein Indisch jongetje zag van
den winter voor 't eerst een ijsvlakte
Zyn oom zei teen tegen hem: „Dat heb
Je zeker in Indië nooit gezien."
„By ons in Indië hebben we een ijs
kast en daar haalt mammie bevroren
Jus uit."
(Hy bedoelde natuuriyk gestolten jus)
EEN SLIM KLEINTJE
Kleine Jan zit met een heel geiychtlg
gezichtje met inkt te schrijven op een
stukje papier. Moeder vraagt:
„Jantje, wat doe je toch?"
„Ik schryf een brief aan myn vriendje
Kees."
„En je kunt nog niet schryven, jon
gen."
„Dat hindert toch niet, moes. Kees
kan immers ook niet lezen."
EEN LEUKERD
Zusje hoest erg en moeder stelt voor
met; haar naar den dokter te gaan om
haar longen te laten onderzoeken.Zus
gaat met moeder naar den huisarts, die
door middel van een buis haar borstkas
beluistert.
,,'t Is alles in orde," zegt de dokter ten
slotte tegen moeder.
Wanneer ze thuis komen, vertelt zus:
„De dokter heeft met myn longen gete
lefoneerd en die zeiden, dat ze best in
orde waren."
VOOR IEDEREN WERKDAG
Neem 's morgens vroeg een lepel „Lust"
Met een poeder „goed Humeur"
Daarna om 't uur drie korrels „Moed"
„Geduld-elixer" is ook goed.
En dan van tyd tot tyd
Een glaasje „Vriendelijkheid."
Slik tweemaal daags een pil
Van „Goeden wil".
En mer.j extract van „Vlyt"
Met „Netheid" en „Gehoorzaamheid".
Gebruikt ge dageUjks dit recept.
Als heilzaam medicyn.
Dan valt de zwaarste dagtaak licht,
En zult ge een zegen zyn.
W. B.—Z.
M. AUKES, Bosch en Hovenstraat 30
heeft pl. Bloemen in onzen tuin. pi. „Hoe
heet die vogel?" van Nelles-bonnen
Roodbandpl., Sickesz-wapens, Kwatta-
sterren, Nof-wapenbons en Roode Ster
bonnen, die ze in wil rullen tegen Texel-
plaatjes en bonnen.
GOUDSPRIETJE, Korteweg 16 by het
Haarlem-terrein heeft 43 Roodbandpl.,
die ze graag wil ruilen voor Haka-
Jeugdbonnen, 1 tegen 1.
HANSJE TEDDYBEER, Kamperstr. 24
heeft v. Nelles, Sunlight en Vimbonnen
en wil ervoor inruilen Luxbonnen en
Nof-wapenes, 1 tegen 1.
Een vriendeiyken onbekende dank ik
Eeer voor de ontvangen bonnen en
plaatjes.
II
SURINAME.
f<9'
Gedurende 188589 verscheen de
eerste serie portzegols in het type
van dc Indische portzcgcls van 1882
(groot zwart waardecijfer in dc cirkel
zonder 't woord cent). Het zijn: 2 1/2.
5, 10, 20, 25, 30, 40 cn 50 cent (alle
lila). Grootte van de vakjes 2.8 bij
2.3 c.M.
Gedurende 189092 verschenen dc
lage waarden in nieuwe tcckcning
(cijfcrtype), ongeveer dezelfde als dc
Indische zegels van 188390. In een
cirkcJ, gevuld met netvormige lijntjes
staat ccn groot wit waardecijfer. Bos
ven staat de landsnaam, terwijl on»
deraan de waarde in 't klein nog»
maals is aangegeven, n.L 1 cent (grijs),
2 cent (oranje bruin), 2 1/2 cent
(karmijn), 3 cent (groen) en 5 cent
(blauw), Grootte van de vakjes 2.8
bij 2.3 c.M.
In 1892 werd de 50 cent (bruins
oranje) van de eerste serie overdrukt
met 2 1/2 cent. Grootte van het vak*
je 2.8 bij 2.3 c-M.
In hetzelfde jaar werd een eigens
aardige zegel uitgegeven. Hierop staat
binnnen een gele rand met gele let»
ters zeven keer 't woord „Frankeer»
zegel", boven en onder 1 maal hori»
zontaal en daartusschen 5 maal het
woord verticaal. Een bijzonderheid
hierbij is dat het verticale woord aan
dc linkerzijde een ycrschillende F
vertoont n.l. een gewone F en een
Gotische (Zie fig. 1). Hierover is
in zwart gedrukt de landsnaam cn dc
waarde (Zie fig. 2), zoodat we krijgen
2 1/2 cent (zwart en geel). Grootte
van 't vakje 3.8 bij 2.5 c-M. Zie voor
de indccling 't schetsje.
f<9(P5~'-
fc.
/oc
tor
JSC
/(?<P?-Ó>g-*s~ ieL
SOC. 40C J~OC
c
*-ic
3C
Xc.
Binnenkort zal ik jullie eenige in»
lichtingen verstrekken betreffende dc
reorganisatie van deze rubriek. Er
zijn nog steeds rubriekers, die zich
niet aan het reglement houden. Zoo
wacht ik nog steeds op terugontvangst
van dc zending uit Hoofdgroep B,
Groep VI en XIII. Deze maand hoop
ik weer met dc rondzendingen een
aanvang te maken.
Blocmhofatr. 29 zw. S.
EEN TEEKENWERKJE.
Deze teekening is wel mooi maar nog
niet klaar, of liever gezegd: er staat te
veel op. Het plaatje is zwart en alleen
de omtrekken van de dingen zyn er op
geteekend. Men moet het plaatje eerst
eens heel goed bekijken, dan zal men om
te beginnen de gestalte van een jongen
ontdekken, die een mooi zeilbootje in de
handen draagt. De jongen staat met
bloote voeten in zee en de golven spelen
rond zyn beenen. Men kan alles nog dui-
deiyker zien, als men de hand een wei
nig sluit en deze voor het oog houdt als
een verrekijker of als men b.v. een brief
kaart oprolt en als verrekykcr gebruikt.
Men zal dan heel duidelijk alle witte
lijntjes kunnen zien en van elkaar kun
nen onderscheiden.
Maar als men dan alles gezien heeft
moet het werk nog pas bëginrfen. De
opgaaf is namelijk om alle witte lyntjes
welke niet volstrekt in de teekening noo-
dig zyn, zwart te maken, zoodat zy ver
dwynen. Dit is niet zoo gemakkeiyk als
het ïykt, want het is dikwyis moeiiyk
uit te maken, welk lijntje weg moet en
welke moet biyven. Daarom doet men
het best, door eerst een potlood te ge
bruiken. Is het dan eens een keer ver
keerd. dan kan men licht de fout ver
beteren.
Op het gezicht van den jongen bevin
den zich b.v. twee lynen, welke er ln het
geheel niet thuis hooren. Die moeten
dus weg. Ik heb jullie dus hiermede
wat geholpen, om de bedoeling duide-
lyk te maken, maar straks als je by de
golven bent, zul je zien, dat het niet ge
makkelijk meer Is.
Probeer dus nu maar eens en maak
niet le veel fouten, want dan kryg Je
•de gekste dingen te zien.
De raadselpryzen voor de maand
Augustus zyn by loting ten deel geval
len aan:
ZWEMSTERTJE, ATTALANTA, DE
KLEINE LORD en FRANSCH-
MANNETJE,
die ze 12 September by my mogen af
halen.
(Deze raadsel* zijn Ingezonden
door Jongen* «n Meisje* die Onzd
Jeugd lezen.)
Iedere maand worden onder d«
bests oplossers vier boeken verloot.
AFDEELING I.
(Leeftyd 16 Jaar en ouder.)
1. (Ingez. door Mlep.) Strikvragen,
a. Witte ïyfjes, bruine knopjes,
zyn ze koud. dan zyn ze goed!
zyn ze warm, dan zyn ze in gloed.
b. Wie 't heeft, kan op geen rijkdom
roemen;
Wie 't niet heeft, is veel beter af.
Wie 't weet, is waariyk dom te noemen
Waar 't leeg ls, huist dit ongelukskind
Wie 't hoort, ls doof,
Wie 't ziet is blind
Wie 't altyd geeft is nooit bemind.
2. (Ingez. door Sering).
Myn 1ste is een huisdier, myn 2de fa
een vogel en mUn geheel is ook een
vogel.
3. (Ingez. door Condor). HoekraadseL
X X X X X X
een naam. die de laatste maanden veel
werd genoemd,
een jongensnaam,
een jongensnaam,
een meisjesnaam,
een muzieknoot,
een klinker.
De boekletters moeten denzeMden
naam noemen.
(Ingez. door Adelaar en Amazone
3 XJg en 1 X T, 1 X a en 2 X e, dani
nog m en 2 x n is een Indisch stadje
dat ik ken.
6. Ingez. door A. B. C.) Vierkantraad-
Van 1 tot 2 een volksstam uit Pales
tina.
Van 3 tot 4 dcelen van den dag.
Van 5 tot 6 een bewoner van Dene
marken.
Van 7 tot 8 een meisjesnaam.
Horizontaal en verticaal moet ge n.1
dezelfde namen lezen.
0. (Ingez. door Goliath.)
Zet achter een bepaling, die Diet didhb-
by beteekent. een getal en daarachte*
een medeklinker, dan moet ge een Bel
gische stad fcrygen.
AFDEELING EL
(Leeftijd 9 Jaar «n Jonger.)
1. (Ingez. door Condor.)
Ik ben een plaats in N. Brabant van
10 letters.
8 5 3 4 5 6 is een schelpdier.
7 9 10 is een nederige woning.
3 4 2 9 10 is niet zoet.
1 8 6 is een klein deel van het hoofA
2. (Ingez. door Bart zonder barst.)
Strikvraag.
a. Waarom is de o de langste letter vaö
het alfabet?
3. (Ingez. door Bertus Kuyl.)
Ik ben een spreekwoord van 27 let
ters of 5 woorden.
19 20 21 is een getal.
14 15 16 is niet schuw.
2 3 is een lengtemaat.
9 7 wordt door een kip gelegd.
12 11 10 is een meisjesnaam.
22 23 24 25 26 is niet klein.
1 2 3 zit om ons lichaam.
5 6 4 8 is een vette gsondsoort.
10 12 9 10 is ln een kamp.
Vruchten 13 14 15 16 17 18 lekke».
27 1 2 23 10 ls een Jongensnaam.
4. (Ingez. door Condor.)
Je gebruikt me dagelijks, maar hoe Jo
me ook neemt, ik b'.yf rechts en omge
keerd altyd hetzelfde.