HAARLEM'S DAGBLAD DINSDAG 11 SEPT. 1928 DERDE BLAD Abonnés van Haarlem's Dagblad Ons voordeel is Uw voordeel. Roe grooter ons aantal Abonnés wordt, des te meer kunnen wij aan Haarlem's Dagblad ten koste leggen. TJw belang is dus, het aantal Abonnés te helpen vergrooten. Een goed woord, te juister tijd gesproken tot Uw buurman, Uw vriend, Uw neef, is Uw eigen voordeel en draagt er toe bij Haarlem's Dagblad nóg meer dan het nu al is te maken tot het eerste en grootste Familieblad voor Haarlem en Omstreken MET DE NEDERLANDSCHE ARBEIDERS- REIS-VEREENIGING NAAR ZWITSERLAND. Slot. Huistoe Door dat eene raam zagen we heel ln de diepte Interlaken met al z'n lichten en lichtjes, een buitengewoon fraai ge zicht, eigenlijk meer een demonstratie Tan het menschelijk mooie maaksel, en links uit het andere raam kijkend, zag ik iets zoo onbeschrijfelijk schoons, dat het mij een oogenblik den adem deed inhouden, n.l. het overweldigend mooie ■uitzicht op het Thunermeer, geheel om geven dcor groote zwarte berggevaarten en daar hoog boven de maan die een mat licht wierp op 't rimpelend zilveren wateroppervlak, voeg daar nog bij 't ge.- ionkel van honderden sterren en ge kunt tJ voorstellen, dat dat een beeld way, zóó vredig, dat men nooit meer w/ g zou willen. Daar zittend, wist ik. dat ik dat heer lijk mooie zou moeten beschrijven, want anders zou dit verslag niet com pleet geweest zijn. doch Ik voelde er niet aan te durven beginnen en langzamer hand drong t tot mij door, dat het eigenlijk een overweldigend gevoel was van eigen nietigheid, een soort terug deinzen van je diepste innerlijk voor •dat grootsche monument van onbegrens de, ja schier bovenaardsche schoonheid, dat ds natuur ons daar te bezichtigen t cd. Na dezen heerlijken avond kwam belaas ook weer de tijd van gaan en we logen op weg naar beneden. Zingend trekken we weer op ons hotel aan en toen wij vlak bij waren, hoorden wij achter ons hoerageroep en allerlei on- vervalschbe Hollandsche klanken. Het bleek van een Hollandsche familie af komstig te zijn, die eveneens in Inter laken logeerde en ergens aan de Noord zee woonde. Of ze er niet aan dachten weet ik niet, •doch nadere aanduiding van woonplaats kregen we niet. Na nog eenigen tijd met •elkaar gesproken te hebben, trokken we weer verder om in ons hotel aan te komen. De meesten gingen direct naar bed. doch een klein troepje bleef nog even beneden in 't restaurant napraten. Eén der heeren trok met een „effen" gezicht met zijn vrouw naar boven omeen vijftal minuten later op z'n sokken weer zachtjes naar beneden te komen, onder daverend gelach en ge plaag over dat op-z'n-sokken-n aar-be ne den-kemen, voegde hij zich bij het ge zelschapje. Hij permitteerde zich ook nog de luxe om op z'n sokken eventjes een paar straten verder een brief te posten om dan weer. nagestaard door een arg- wanenden agent van politie, in 't hotel aan te landen en naar bed te gaan. Den volgenden dag. 23 Juni na het ontbijt een wandeling naar het Kurhaus- park. In dat prachtige park Is o.a. te zien een groote klok van bloemen d.w.z. de wijzerplaat is geheel gemaakt van bloe men. Zoo wordt de minuten verdeeling aangegeven door witte bloemen, terwijl *t natuurlijk vanzelf spreekt, dat 't uurwerk en de wijzers van metaal zijn. Ook het slagwerk was niet vergeten, en de geheele klok deed eigenlijk aan als een prachtig kleurrijk bloembed. Daarna werd 't Kurhaus bezichtigd. De zalen zijn buitengewoon schitterend, werkelijk een lust voor de oogen. Er was ook nog een aparte speelzaal, doch aan de diverse tafels mag niet grof worden gespeeld, zoodat het verliezen van ge heele vermogens zooals in Monte Carlo, geschiedt, uitgesloten is. Doch voor menschen met een bescheiden inkomen, zou het toch geen aanbeveling ver dienen daar te spelen, want als 't even tegenloopt, is men toch gauw een paar tientjes kwijt. Een man in uniform, ik vermoed een portier, leidde ons overal rond en legde ons ook de regels van het spel uit. Hij liet ons ook nog even voor de aardigheid spelen, waarna we 't Kurhaus verlieten en nog .een half uurtje over hadden om inkoopen te doen. Daarna wandelden we naar de boot om een tocht te ma ken over het Thunermeer naar de plaats Thun. Den geheelen dag was 't schitterend weer. Meertochtjes heb ik reeds eerder uit voerig beschreven. Vermelding verdient nog, het buiten gewoon mooie schilderachtige Zwitsersch huisje, dat wij even voor St. Beatenberg zagen vlak aan den oever van het diep blauwe meer. Het was een fraai tafereeltje, waard om door meesterhand geschilderd te worden. Kwart voor één aankomst in Thun en even over eenen vertrek van Thun per trein naar Bern. Buiten was 't schitterend weer. doch in den trein was 't moordend heet. Al spoedig werd 't landschap vlakker, zoodat wij vanuit onzen trein noodge dwongen afscheid moesten nemen van het heerlijke Zwitsersche berglandschap Kwart voor twee aankomst te Bern. waar twee vrienden, aldaar woonachtig ons opwachtten en ons den geheelen middag gezelschap hielden en ons rond- geleidden door Bern. Direct diner in het Volkshaus van Bern, dat den zelfden indruk maakte als dat te Luzern. Na een uitstekend diner, wachtte den leider een verras sing. Met welgekozen woorden, dankte onze Bussumsche reisgezel den leider voor alles, wat hij voor het gezelschap had verricht en bood hü hem namens allen als blijvende herinnering aan deze reis, een fraaie prisma-kijker aan. De leider dankte den spreker voor zijn waardeerende woorden en 't gezelschap werd wat je noemt een pluim op den hoed gestoken, natuurlijk niet voor het cadeautje, doch voor de uitstekende prestaties welke op deze reis, volgens hem, zijn geleverd. Hij zeide nog, trotsch te zijn. op een dergelijke groep. Na deze gebeurtenis volgde een wan deling door de stad en bezichtiging van de voornaamste bezienswaardigheden o.a. de berenkuil. Geheel Bern staat in ,,'t teeken" van den beer, trouwens Bern is genoemd naar den beer. Bij 't ontstaan van de stad moest deze immers een naam hebben en de nota belen kwam bijeen om een naam te kiezen, doch konden 't maar niet eens worden. Eindelijk, na urenlange discus sies, kwam men overéén, dat men naar buiten in 't bosch zou gaan en dat de stad zou genoemd worden naar 't eer ste 't beste dier, dat men zou zien. En dat was nu toevallig een beer, van daar de naam Bern of beer. Daarom vindt men overal beren van steen, beren van hout. beren van ijzer, en tenslotte ook levende beren in dien bewusten berenkuil. Ze lijken, erg tam, doch zij zijn niet zoo lief als ze er uit zien, als men weet, dat een jaar of wat geleden, des nachts een drenken student in z'n dronken schap aan z'n kameraden verkondigde, z'n vrienden de beren even de hand te gaan drukken, de daad bij 't woord voegend, sprong hij in den kuil en werd in de letterlijke be teekenis van het woord met huid en haar opgepeuzeld. Den volgenden morgen vonder, de ver schrikte inwoners der stad, alleen de treurige overblijfselen nJ. afgekloven beentjes en wat kapotte kleedingstuk- ken. Na eenige uren door Bern en om streken gewandeld te hebben, gingen wij een verfrissching gebruiken in een ..Kei ler". een groot restaurant onder den grond. Air.per waren we gezeten of 't orkest, dat vermoedelijk ingelicht was. speelde het Wien Neerlands Bloed, welke attentie zeer op prijs werd gesteld. Daarna kwam verdere bezichtiging van de stad en kwart voor negen vertrek uit Bern naar Bazel. Dat we door onze Bemsche vrienden uitgeleide werden gedaan, behoeft geen betoog. In Basel aten wij in 't station en om half twaalf vertrok de nachttrein naar Brussel. Den meesten onzer, gelukkig ook on- dergeteekende, gelukte het een, heerlijk „uiltje te knappen" zoodat we in België waren voor we 't wisten en daardoor ons niet zoo vervelend voelden als bij den heenreis. Tien minuten voor elf des morgens aankomst te Brussel, waar nog ruim schoots gelegenheid bestond voor kerk bezoek, daarna diner in het Grand Hotel Scheers, tegenover het Gare du Nord. Direct na het diner vertrokken' de Leider, Utrechtenaren. Hengelo'ers en nog enkele anderen, direct naar Hol land. Ze werden naar den trein gebracht, nog eenig gewuif en een „tot weerziens" wij Haarlemmers en enkele an deren stonden moederziel en verlaten in Brussel. Sommigen gingen de stad in om nog een:ge inkoopen te doen. terwijl anderen een autotochtje maakten door Brussel. Kwart voor vijf vertrokken"* we naar t noorden. Genoeglijk pratend ging de tijd voorbij en een half uur te laat. dus bij elven, donderde onze trein het station te Haarlem binnen. Zeer vee! leden van de N.A.R.V. wa ren op het perron aanwezig om ons welkom te heeten. Na een hartelijk tot weerziens en ge- wuif behoorde deze schitterende reis helaas tot het verleden, doch ik kan dit verslag niet besluiten, zonder hier nog eens extra te memoreeren. welk een buitengewoon prettige en heerlijk vriend schappelijke geest den geheelen reis in ons gezelschap heeft gehcerscht. Ik breng hier nog eens dank. ik deed het op Heimwehfluh mondeling - reeds zeer uitvoerig, aan onzen eminenten leider, den heer W. Keizer uit Hengelo, die deze reis zoo buitengewoon sym pathiek heeft geleid en ik hoop. dat hij ondervonden heeft, dat wy hem be halve als leider, ook vóór alles heb ben beschouwd als lid van ons gezel schap, zoodat dit ons antwoord is ge weest, op hetgeen hy ons vroeg in Luzern. Ik zal dit verslag besluiten, hehalve met onzen internationalen groet „Berg vrij", met dat fraaie gedicht van naar ik meen, De Genestet: Verhef uw ziel; Laat haar ten hemel stijgen Terwyi uw voeten nog op aardschen bodem staan, Doch niet om duizlend van verrukking neer te zygen, Maar om te kloeker voort te gaan. Haarlem, P. G. VAN ENGELEN. DE FILM DER MODERNE ARBEI DERSBEWEGING. Zondagmiddag wend opnieuw een ge deelte van de film der moderne arbeiders beweging hier ter stede opgenomen. Om half drie kwamen een groot aantal leden hiervoor in het A. J. C.-gebouw aan de Bakenessergracht bijeen, waar men zich in werkkleeding verkleedde. Hierop werd door den heer de Dood nog in het by- zonder te nemen opnemingen uiteen gezet. waarna de stoet naar het Krom vertrok. Aldaar had de politie voor een behoor lijke afzetting zorg gedragen en konden de opnemingen van de achterzüde der Haarl. Brood en Meelfabriek op uitne mende wijze geschieden. Het betrof hier het binnentrekken van een groot aantal arbeiders binnen de fabriekspoorten. welke door den portier geopend werdenio minuten voor den aanvang der werk zaamheden.. Voorts hoe enkelingen zich haastten om nog net op tijd binnen te zijn om daardoor boete te voorkomen en tevens hoe andere personen, die werkloos zün, zich aanmeldden om te zien of er werk voor hen is. Vanzelf trokken de verschillende op nemingen groote belangstelling. De volgende massa-opneming zal plaats vinden op 23 September HET TOONEEL Isidora Duncan. Mijn Leven (Uitgave H. J. W. Becht. Amsterdam). De grootste en biyvende verdienste van Isidore Duncan is geweest, dat zy de belangstelling voor de danskunst, die behalve in Rusland overal in ver- va! was. weer algemeen heeft opge wekt. Haar dansen bracht in haar tijd een revolutie in de danswercid. Men moet den tUd van Isidore Dun can's eerste optreden hebben medege maakt om haar invloed volkomen te kunnen begrijpen. Voor velen was zy de profetes van een nieuwe kunst. En zy bracht dien omkeer zonder ballet, geheel alleen, door haar onverwoestbare vitaliteit, haar geloof in haar dans kunst. haar geestdrift er. haar moed Want er behoorde in het begin van de ze eeuw nog moed toe om met „bloote beenen" enkel in Grieksche tunica te dansen, wy kunnen ons dat nu in de dagen van Josephiene Baker nauweiyks meer voorstellen, maar wie zich de gesprekken over de beroemde Ameri- kaansche danseres in de salons van jaar geleden herinnert, weet ook, dat de beenen van Isldora Duncan toen ter tijd een belangryk onderwerp van dis cours vormden. De belangstelling en de geestdrift voor haar kunst waren in liet begin van deze eeuw enorm groot. Geen dan seres heeft na dien tyd meer zulk een enthousiasme gewekt. In Holland ging men wel niet zoo ver als te Boeda Pest en München, waar de studenten de paarden voor haar rytuig afspanden om haar in triomf onder fakkellicht naar haar hotel te voeren, maar onze groot ste schouwburgen waren toch steeds weer tot de laatste plaats bezet met een dol-geestdriftig publiek, overal, waar zij danste. Vertelde de oude heer Van Gasteren mij deze week nog niet, dat zyn schouwburg met Isidore Duncan drie avonden achtereen totaal uitver kocht was ge wees: en hy als schouw burg-directeur nooit beter dagen heeft gekend. Voor Isidora Duncan zei de heer Van Gasteren was de belang stelling in Haarlem nog grooter dan voor Sarah Bernhard. En dat in een tijd, waarin men in Holland de dans kunst als niet voi-waardig beschouwde. Juist daarom was het optreden van Isidora Duncan een openbaring, omdat zy het geloof in de danskunst aan de menschheid weer terug gaf. Een kunstenares, die dit geheel alleen vermocht, moet wel een zeer byzondere vrouw geweest zyn. Wy wisten dat. ook voordat wy „Myn Leven", die biogra- phie, die zy nog kort vóór haar tragi- schen dood heeft veftooid. en die haar leven beschryft tot aan het oogenblik, toen zy naar Moskou ging om haar kunst in dienst van het communisme te stellen, hadden gelezen. Tot haar kunst brengt dit boek ons niet heel veel nader. Wel echter tot de vrouw, die Isidora Duncan geweest is. „ik heb in myn leven maar twee Im pulsen gekend, Liefde en Kunst" zoo schryft zy op de bladzyden en deze zin had ais motto boven haar boek kunnen staan, zy schryft over de Liefde of beter over haar liefdes zonder pu deur, met een vrymoedige oprechtheid die nu en dan voor een vrouw verrast en verwondert. Ook hiertoe behoorde in zekeren zin moed. Het laat ons in ieder geval zien, dat Isidora Duncan geen ge wone vrouw was en het leert ons de kunstenares beter kennen. Een leven, zoo „sturmbewegt" als misschien van 'n paar honderd vrouwen te zamen, één doorloopende roman, dat is de indruk, dien de lezing van dit boek op ons maakt. Een leven, vol van het hoogste geluk en van de meest aangrU pende tragiek, zóó avontuurlijk, dat men het boek wanneer het geen „levensbe- schryving" was misschien als al te fantastisch zou verwerpen. En omdat deze levensroman speelt in een zeer by- zonder milieu en ons in kennis brengt met artisten als Eleonora Duse, d'An- nrnizio, Cosima en Siegfried Wagner, Edward Gordon Craig. Rodin. Mounet Sully, Lugné Poé. Henri Bataille. Ellen Terry Pawiowa, Barnard, Harold Bauer, Damrosch, Heinrich Thode, Stanis- lawsky en vele andere kunstenaars, die het begin van deze eeuw hebben be- heerscht, dubbel belangwekkend om te lezen. Een boek, dat niet alleen een inzicht geeft in de vrouw en kunstenares, die Isidora Duncan was, maar ook als ge documenteerde „zedenroman" een by- zonderen kyk geeft op de wereld der kunstenaars in het begin der twintigste eeuw en daarom ook later van waarde zal blijven voor hen. die eens de kunst historie van dezen tyd zullen schryven. J. B. SCHUIL. INGEZONDEN MEDEDEEL1NGEN a 60 cent* per regel. Keiler Macdonald Hoofdagentschap der N.S.F. 6 Groote Markt 14 DE ZIEKTEN DER GLADIOLUS. Voordracht Dr. F. L. Drayton. WENKEN VOOR HOLLANDSCHE KWEEKERS. Maandagmiddag hield Dr. P. L. Drey ton, phvjopatholoog van het Canadeesch Adviesbureau voor Plantenziekcn. in dc bovenzalen van De Kroon eer. voor dracht met lichtbeelden over de ziekten der Gladiolus. Het initiatief voor deze bijeenkoms' waarvoor veel belangstelling: bestond, was genomen door het Centraal Bloem bollencomité, Dr. Drayton hield zUn voordracht ln het Engelsoh; Prof Dr. E ren S'-ogte- ren te Llsse. leider van het Laborau»- rium voor Bloembollenonderzoek aldaar, zorgde voor een vlotte vertaling. In het begin van zUn voordracht ves tigde Dr. Drasdon er de aandacht op. dat de in Canada genomen maatrege len betreffende bemoeilijking ren den invoer van gladiolen in geen geval mo gen worden opgevat als een verkapte economische protectie. Die maatregelen zyn veroorzaakt door een drietal ziek ten: „dry rot", „hard rot" en ..scab' (Prof van Slogteren deelde mede dal er nog geen goede Hollandsche bena mingen voor gevonden ziln)die een gevaar opleveren voor de gronden ln Canada. Daar de besmetting 8 a 10 Jaar in dan grond blijft, bestaat er ge- dat de teelt van de in Canada zelf gekweekte betere variëteiten der gladiolus onmogelijk of tenminste on populair zou worden. Uitsluitend om dit te voorkomen wor den de verschepingen uit alle lander, geïnspecteerd en indien er meer dan 5 pCt. van de knollen besmet blijkt, mogen de «part yen niet ingevoerd wei den. By aanvraag in Ottowa. waar Dr. Drayton werkzaam is. is een herinspec tie. nadat de knollen in Canada op nieuw gesorteerd zyn. mogelijk. Deze inspectie moet echter geschieden door personeel ren den importeur en eerst als gebleken is. dat er nu minder dan 5 pCt. ..ziek" in de party voorkomt, worden de knollen bii de herkeuring doorgelaten. Van kleinere zendingen van duurdere variëteiten wordt het ge zonde gedeelte dadelijk doorgezonden en van de afgekeurde knollen wordt het gedeelte dat hiervoor ln aanmerking kan komen, na het afsniiden der besmette stukken cn een oppervlakkige desinfec tie, nog doorgelaten. Nog grooter cle mentie wordt betracht ten oozlchte van partyen. uitsluitend bestemd om in kassen gebroeid te worden Dat de genoemde ziekten ln Holland nog minder bestudeerd en bestreden zyn hangt samen met de plaats, die de gla- diolencultuur in onze bloembollencul tuur inneemt en ook met de witae waar op dc ziekte zich in de Dlar.ten open baart De gladiolencultuur is nooit zóó loonend geweest dat er veel moeite aan kon worden besteed zonder de produc tiekosten op te dry ven boven den prys die over 't algemeen voor de bloem wordt gemaakt. Daar komen nog twee omstandighe den by: de aangetaste plant levert meestal in het eerste jaar nog een vrij goede plant, (waardoor de afnemers tot nu toe niet klaagden) en in de tweede plaats openbaren de ziekteverschijnselen zich gewooniyk laat op het veld. waar door men dacht aan een vroeg afsterven van de plant in verband met physlolo- gische invloeden. Het tijdstip van het eerste optreden der ziekteverschijnselen is ten zeerste afhankelijk van weersinvloeden ln het groeiseizoen en over 't algemeen treedt de aantasting sterker op in landen met een vrij hooge gemiddelde zomertempe - ratuur. In ons land treden daarom de verschynselen in iets mindere mate en ook later op dan in Canada. Dat besmette part yen. in onbesmet- ten grond geplant, in het eerste jaar nog een vrij gezond gewas opleveren toonden proefnemingen van Dr. Drayton aan. waarbU bleek dat in het eerste jaar slechts 17 pCt. ziek was. maar na het opnieuw planten van gladiolen op denzclfden grond 75 pCt. Naar aanleiding van lichtbeelden be handelde spr. voorts de symptomen der ziekten. De voornaamste verschijnselen var. „dry rot" zyn: vele planten ster ven en vallen om. de bladeren van dc rechtopstaande planten zyn geel. het deel van den stengel ren knol tol grond oppervlak schilfert af en rot: verder wordt geconstateerd een slechte wortel- ontwikkeling. geen of weinig kralen en verkleuring van de buitenste schubben Op het veld sterven de bladeren af van buiten naar binnen; dc groote contrac tiele wortels ontbreken; od de blad scheden onder den grond komen kleine sclerotia voor. Er bestaat een direct verband tusschen de vlekken op de schubben van de knollen en de vlekken 1 op de knollen zelf Na de berging in den winter zyn de erg zieke knollen ge heel droog; de zieke knollen zyn in wendig verkleurd. By „hard rot" vertoonen de ziekt- knollen groote onregelmatige en diep ingezonken beschadigingen cn de blade ren vlekken en verwoeste deelen met overvloedige vorming van zeer kleine, zwarte lichaampjes die sporen bevatten welke door wind en regen worden ver spreid Hierdoor word: deze ziekte zoo gemakkelijk boveü den grond verspreid. BU .scab'' zyn de typische beschadi gingen op de knollen bilna rond. iets ingezonken: zy vertoonen een glad op pervlak met eer. duidelijk verhoogden rand In het veld rUn de bladeren ge vlekt: zy stenen af ren het centrum uit naar buiten en rotting valt te consta teren aar. het oppervlak van den grond. Tenslotte gaf Dr. Drayton eenige wen ken voor de bestrijding der ziekten. Veldtnspectte is noodig en verwijd#- rlng van alle zieke planton. Daarna op nieuw inspectie bü bet rooien, waarbij vooral moet worden gelet on het stuk van den stengel dat onder den grond heeft gezeten De zieke planten moeten vooral afgezonderd worden: dit is ln het bijzonder voor de kralen ren het hoogste belang. By het schoonmaken nog eens weer inspectie cn schelding ren zieke en gezonde planton By aanbieding voor export heeft dan nog eens een nieuwe inspectie plaats, waarbU de controleurs zóó op de hoogte moeten zijn. dat zil ook zonder ze te pellen de aangetaste knollen van gezonde kunnen onderscheidon. Voor de bestrijding te veld is een be- spuiting met 2 pCt Bordcauxpap aan te raden, die van een kleef middel is voor zien. Verder is met Uitwisseling en dlepdclven ook veel te bereiken voor grond ontsmetting. Met een behandeling der droge bollen met Uspulun. Semesan of een ander middel is tot nu toe. noch in Canada, noch hier een bevredigend resultaat verkregen. Door proefnemingen met vroeger rooien zou misschien te berei ken zijn. dat er nog een grooter percen tage der knollen vrij van besmetting biyft. Zoowel ln Canada als in ons land wordt hc*. onderzoek \oortsezec en Dr. Drayton vertrouwde dat hier spoedig een roodanige verbetering zal worden verkregen, dat de Hollandsche kweekers weer met gerustheid gladiolen naar Ca nada kunnen verschepen. Er werden nog eer.ige vragen gesteld. In zijn antwoord vond de inleider gele genheid nog de aandacht te vestigen op het groote belang ren een behoorlijke droging der knollen, die bli 45 graden Fahrenheit en goede ventilatie moeten geborgen worden. Do voorzitter, de heer E H. Krelage, dankte den spreker voor zyn belangwek kende en nuttige lezing. Aanwezig waren o.m. de heeren Ir. :L van Poetoren. Inspecteur. Hoofd ren den Plantonz'.ektekundigen Dienst cn R. P. Bonthuls. Rykstuinboirw consulent. Bericht van verhindering was Ingeko men van den heer I. G. J. Kakebeke. Inspecteur van den Landbouw en ren Ir. Th. J. Mansholt. inspecteur ren den Landbouw, hoofd van don Buiten! and- schen Landbouwvoorllchtlngsdienst. VLIEGTUIG VERMIST. De Brltsche minister van Marine heeft bekendgemaakt, dat een der vlieg tuigen van het mosderschlp „Argus- dat heeft deelgenomen aan manoeuvres in de Noordzee, niet is teruggekeerd van een verkenningstocht, welke Donderdag ondernomen werd. Aan boord waren twee vlieger-officieren en een marconist. Nasporingen zyn tot dusver vruchteloos gebleven. De eenige hoop is nog. dat de vliegers zijn opge pikt door een klein schip, dat geen radlc-lnstallatle aan boord heeft. VLIEGER NEERGESTORT. Uit Praag wordt gemeld: BU militaire vüegoefenlngen ln de buurt van M&hrtsch-Trubau is de waar nemer. Hajtmar uit zijn vliegtuig geval len Men Is er nog niet ln geslaagd de plek te vinden, waar hU is neergestort. Bij de noodlanding werd het vliegtuig beschadigd en de piloot gewond. Men vermoedt, dat Hajtmar zich niet goed heeft vastgebonden en bU een scherpe bocht uit het toestel is gevallen. INGEZONDEN MEDEDEELINGEN 60 Cent* per regel. HANDELSBLAD GRATIS Zy. die zich thans als kwartaal- abonné opgeven, ontvangen het Handelsblad tot 1 October gratis Abonnement 1.90 p. maand en 5-50 per kwartaal. Buiten Am sterdam verhoogd met 20 ct. per maand voor verzending. Abonnementen on te geven by het BU kantoor Handelsblad. (Wcnsing's Alg Advert -Bureau) TEMPELIERSSTRAAT 32 TELEFOON 10209 FEUILLETON De Geschiedenis van Lois Reddle Naar het Engelsch van EDGAR WALLACE. 7) HOOFDSTUK V. De klerken waren vertrokken, slechts Lizzy Smith was gebleven. Die jonge da me vloog haar tegemoet, ratelende van opgewondenheid. „O jy stiekemerd! Je liet hem onder weg instappen, niet waar? Waar haal je den moed vandaan, met hem tot vlak hier bij de deur te rijden. Ais Shaddies je eens gezien had! Wat heb je met dien ongclukswagen uitgevoerd? Het spat- scherin is geheel verbogen Lois, de gra vin is hier! Zy is binnen by den ouden Shaddies. en de Koningin van Sheba Is niets, bij héar vergeleken! Ik wed da* cc chinchilla bontmantel dien zij draagt duizend pond heef: gekost indien hl; niet méér waard is. En ik, die geverfd vossenbont draag en bly ben het te hebben! Niet dat ik bepaald zweer bij chinchilla het zou mij in geen geval goed kleuren.... En is Mike niet aller aardigst?" „Mike?" vroeg Lois, daar niets van be grijpende. „Heeft hU je dan niet gezegd, dat. hy Mike heet?" vroeg Lizzy verachteiy'k „Natuurlijk heet hy zoo. Michael Dorn, Je zult me toch niet willen wijsmaken dat je uren lang een plezierrïtje met hem gemaakt hebt. zonder hem minstens één maal ..Mike" te noemen?" LoLs hing haar hoed en mantel op en gir.g loom op haar stoel zitten. Met hoog opgetrokken wenkbrauwen, zag juffrouw Smith haar aan. „Je ziet er niet bepaald vroolijk uit. beste meid", zeide zy. „Wat scheelt er aan?" „De gevangenis hoef: op mijn zenuwen gewerkt", aitwoordde Lois. „Hoe lang is de gravin reeds hier?" ..Je hebt toch geen ruzie met hem gemaakt, is het wel?" .Me: hem wie? O, die man, bedoel je. Lizzy?" „Natuurlijk! Wie anders dan de man? Wie was er anders om ruzie mee te ma ken? In een vóóroorlogschen Ford kan men niet over koetjes en kalfsjes pra ten." De verlegenheid met haar antwoord werd Lois bespaard. want in dat oogenblik werd er iets door een spreek buis geroepen en Lizzy snelde als een pijl uit dor. hoog naar het privé-kantoor van Shaddies, om weldra niet een ge- kromden, wenkenden vinger weer te voorschUn te treden. „De gravin wil je zien!" riep zU stra lend. „en dat ding dat aan haar rokken hangt is haar zoontje de graaf!" Lois begaf zich naar het vertrek en hloot de deur achter zich. Toen zy hem de verkreukelde documenten overhan digde, keek mijnheer Shaddies van zyn lessenaar op. „Wat is daarmee gebeurd?" vroeg hy. ,,wy hadden een ongeluk met den auto", zeide Lois weinig op haar gemak. Het. jokken ging haar niet best af. „wy?" Wie zUn die „wy?" „Ik bedoel dat ik een aanrijding had met een anderen wagen", zeide het meisje nog verlegener. Mijnheer Shadles streek de verfrom melde papleren glad. bekeek de onder- teebcning, en zeide: ..Dit Is het neisje. uw Ladyschap". Voor de een te maal werd Lois zich de aanwezigheid van de -vrouw bewust. .Majestueus" is het juiste woord om ce Gravin van Moron te beschrijven, zy was lang en forsch gebouwd. De lange chinchilla mantel, die haar van het hoofd tot de voeten bedekte stond open, te einde de kostbare brokaatfluweel en japon te toonen. doch in dat oogenblik had Lois geen oogen voor de k! ceding van de vrouw, noch voor haar snoeren paarlen. noch vqor de juweelen, die aan haar ooren cn vingers schitterden. Het was het gelaat dat haar aandacht geheel boeide. Breed, gebiedend, met iets drei gends, dat niet Juist onder woorden 'e brengen was. Zwarte wenkbrauwen ont moetten elkander boven een machtigen neus; een paar oogen zóó donkerbruin, dat zij zwart leken. Het waren wat men noemt volle oogen; platter gezegd, ronde kraaloogen. Zy waren hardvochtig en helder en doorboorden het meisje met him blik. De mond was groot, de lippen waren dun, de kin was gevuld en krach tig Lois betrapte er zich op dat zij haar leeftijd trachtte te reden. Of het aan kunstmiddeltjes te danken was of niet. haar haren waren gitzwart, zonder één grys draadje: later zou zy bemerken dat het de natuurlijke kleur was. „Gij zUt juffrouw Reddle?" vroeg de gravin. Haar stem was bijna even zwaar als die van een man. en zy sprak me: een langzamcn. beslisten nadruk, d:e iemand hinderde. Lois had het gevoel alsof zU in de ge tuigenbank een kruisverhoor onder ging. „Ja. mevrouw ik ben Lois Reddle" zeide zy. Een oogenblik zeide de gravin niets; toen wendde zij zich tot den man die haar vergezelde. „Dit is juffrouw Reddle. Selwyn". zei de zy. Hij U-as een mager, voorovergebogen man, met het gezicht van een zwakke ling waaraan een kin byna ontbrak, en een neerhangenden geelharigen knevel, waarvan het opkrullen zUn mecsten tyd in beslag scheen te nemen. „Mag ik u myn zoon voorstellen, den graaf van Moron?" zeide haar Lady schap en Lols maakte een buiging. ..Aangenaam met uw kennis te ma ken", mompelde de graaf werktuigiyk. „Nog al mooi weer vandaag, vindt u niet?" Na het spreken vr>r deze woorden scheen zUn spraakzaamheid uitgeput, want gedurende het verdere onderhoud bleef hU zwijgen. Lady Moron wendde haar vorschende oogen van het meisje af en keerde ze langzaam tot den zaakwaarnemer. .Zij schynt in k Ier opzicht voldoende, Shaddies", zeide zU. Shaddies spitste de lippen. .Ja, zy is een zeer goed meisje", ant woordde hU, „volmaakt betrouwbaar." Hy wierp een afkeurenden blik op de verkreukelde documenten op zUn les senaar. „Volkomen betrouwbaar. Ik twijfel niet of in haar haast, voor een onder houd met uw ladyschap tijdig terug te zUn. heeft Juffrouw Re .'-«le eenige lichte schade aan mijn auto toegebracht: dat a een kwestie die uw ladyschap en ik onderling zullen moeten regelen." Hy had buiten het venster gekeken en met het oog van den deskundige het bedrag van de schade vastgesteld. Lady Moron hield haar blikken eenigen tyd op hem gevestigd. •ZU heeft niet kunnen weten dat Ik hier was. Shaddies. En het spreekt van zelf dat ik voor geen enkele schade aan uw wagen verantwoordeiyk gesteld kan worden." Hy bewoog zich onrustig ln zyn stoel. .En. persooniyk, betwyfel ik ten sterkste dat dc auto eenige waarde heeft. In deder geval, in myn oogen is die nihil. Kom, Selwyn" Een oogenblik kreeg Lols den indruk alsof de Jonge man zich aan de rokken van zyn moeder vasthield, en voelde zij den dwazen lust ln zich opkomen hard to lachen toen haar ladyschap majes tueus wegstovende. gevolgd door da*- gene wat Lizzy, toe passe! Uk genoeg, reeds als „dat ding dat aan haar rokken hangt" beschreven had. Shaddies deed hen tot aan de deur van het kantoor uitgeleide, oper.de deze voor hen en keerde niet terug dan na dat hy haar Ladyschap in haar auto had zien stygen. „En vertol mij nu voor den drommel eens waarom ge mijn wagen geheel in elkander gereden hebt?" vroeg hij ge krenkt. „En zie eens hoe die papieren er uitzien. ZUn dat stukken die ik bij do Griffie van een Rechtbank kan indie nen? Bah!" (Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1928 | | pagina 9