HAARLEM'S DAGBLAD
DINSDAG 11 SEPT. 1928 DERDE BLAD
Abonnés van Haarlem's Dagblad
Ons voordeel is Uw voordeel.
Roe grooter ons aantal Abonnés wordt, des te meer
kunnen wij aan Haarlem's Dagblad ten koste leggen.
TJw belang is dus, het aantal Abonnés te helpen
vergrooten.
Een goed woord, te juister tijd gesproken tot Uw
buurman, Uw vriend, Uw neef, is Uw eigen voordeel en
draagt er toe bij Haarlem's Dagblad nóg meer dan het
nu al is te maken tot
het eerste en grootste
Familieblad voor Haarlem en Omstreken
MET DE NEDERLANDSCHE ARBEIDERS-
REIS-VEREENIGING NAAR ZWITSERLAND.
Slot.
Huistoe
Door dat eene raam zagen we heel ln
de diepte Interlaken met al z'n lichten
en lichtjes, een buitengewoon fraai ge
zicht, eigenlijk meer een demonstratie
Tan het menschelijk mooie maaksel,
en links uit het andere raam kijkend,
zag ik iets zoo onbeschrijfelijk schoons,
dat het mij een oogenblik den adem deed
inhouden, n.l. het overweldigend mooie
■uitzicht op het Thunermeer, geheel om
geven dcor groote zwarte berggevaarten
en daar hoog boven de maan die een mat
licht wierp op 't rimpelend zilveren
wateroppervlak, voeg daar nog bij 't ge.-
ionkel van honderden sterren en ge
kunt tJ voorstellen, dat dat een beeld
way, zóó vredig, dat men nooit meer
w/ g zou willen.
Daar zittend, wist ik. dat ik dat heer
lijk mooie zou moeten beschrijven,
want anders zou dit verslag niet com
pleet geweest zijn. doch Ik voelde er niet
aan te durven beginnen en langzamer
hand drong t tot mij door, dat het
eigenlijk een overweldigend gevoel was
van eigen nietigheid, een soort terug
deinzen van je diepste innerlijk voor
•dat grootsche monument van onbegrens
de, ja schier bovenaardsche schoonheid,
dat ds natuur ons daar te bezichtigen
t cd.
Na dezen heerlijken avond kwam
belaas ook weer de tijd van gaan en we
logen op weg naar beneden.
Zingend trekken we weer op ons hotel
aan en toen wij vlak bij waren, hoorden
wij achter ons hoerageroep en allerlei on-
vervalschbe Hollandsche klanken. Het
bleek van een Hollandsche familie af
komstig te zijn, die eveneens in Inter
laken logeerde en ergens aan de Noord
zee woonde.
Of ze er niet aan dachten weet ik niet,
•doch nadere aanduiding van woonplaats
kregen we niet. Na nog eenigen tijd met
•elkaar gesproken te hebben, trokken we
weer verder om in ons hotel aan te
komen.
De meesten gingen direct naar bed.
doch een klein troepje bleef nog even
beneden in 't restaurant napraten.
Eén der heeren trok met een „effen"
gezicht met zijn vrouw naar boven
omeen vijftal minuten later op z'n
sokken weer zachtjes naar beneden te
komen, onder daverend gelach en ge
plaag over dat op-z'n-sokken-n aar-be
ne den-kemen, voegde hij zich bij het ge
zelschapje.
Hij permitteerde zich ook nog de luxe
om op z'n sokken eventjes een paar
straten verder een brief te posten om
dan weer. nagestaard door een arg-
wanenden agent van politie, in 't hotel
aan te landen en naar bed te gaan.
Den volgenden dag. 23 Juni na het
ontbijt een wandeling naar het Kurhaus-
park.
In dat prachtige park Is o.a. te zien
een groote klok van bloemen d.w.z. de
wijzerplaat is geheel gemaakt van bloe
men. Zoo wordt de minuten verdeeling
aangegeven door witte bloemen, terwijl
*t natuurlijk vanzelf spreekt, dat 't
uurwerk en de wijzers van metaal zijn.
Ook het slagwerk was niet vergeten,
en de geheele klok deed eigenlijk aan als
een prachtig kleurrijk bloembed.
Daarna werd 't Kurhaus bezichtigd. De
zalen zijn buitengewoon schitterend,
werkelijk een lust voor de oogen. Er was
ook nog een aparte speelzaal, doch aan
de diverse tafels mag niet grof worden
gespeeld, zoodat het verliezen van ge
heele vermogens zooals in Monte Carlo,
geschiedt, uitgesloten is. Doch voor
menschen met een bescheiden inkomen,
zou het toch geen aanbeveling ver
dienen daar te spelen, want als 't
even tegenloopt, is men toch gauw een
paar tientjes kwijt.
Een man in uniform, ik vermoed een
portier, leidde ons overal rond en legde
ons ook de regels van het spel uit. Hij
liet ons ook nog even voor de aardigheid
spelen, waarna we 't Kurhaus verlieten
en nog .een half uurtje over hadden om
inkoopen te doen. Daarna wandelden
we naar de boot om een tocht te ma
ken over het Thunermeer naar de
plaats Thun. Den geheelen dag was 't
schitterend weer.
Meertochtjes heb ik reeds eerder uit
voerig beschreven.
Vermelding verdient nog, het buiten
gewoon mooie schilderachtige Zwitsersch
huisje, dat wij even voor St. Beatenberg
zagen vlak aan den oever van het diep
blauwe meer.
Het was een fraai tafereeltje, waard
om door meesterhand geschilderd te
worden. Kwart voor één aankomst in
Thun en even over eenen vertrek van
Thun per trein naar Bern.
Buiten was 't schitterend weer. doch
in den trein was 't moordend heet.
Al spoedig werd 't landschap vlakker,
zoodat wij vanuit onzen trein noodge
dwongen afscheid moesten nemen van
het heerlijke Zwitsersche berglandschap
Kwart voor twee aankomst te Bern.
waar twee vrienden, aldaar woonachtig
ons opwachtten en ons den geheelen
middag gezelschap hielden en ons rond-
geleidden door Bern.
Direct diner in het Volkshaus van
Bern, dat den zelfden indruk maakte
als dat te Luzern. Na een uitstekend
diner, wachtte den leider een verras
sing.
Met welgekozen woorden, dankte onze
Bussumsche reisgezel den leider voor
alles, wat hij voor het gezelschap had
verricht en bood hü hem namens allen
als blijvende herinnering aan deze reis,
een fraaie prisma-kijker aan.
De leider dankte den spreker voor zijn
waardeerende woorden en 't gezelschap
werd wat je noemt een pluim op den
hoed gestoken, natuurlijk niet voor het
cadeautje, doch voor de uitstekende
prestaties welke op deze reis, volgens
hem, zijn geleverd. Hij zeide nog, trotsch
te zijn. op een dergelijke groep.
Na deze gebeurtenis volgde een wan
deling door de stad en bezichtiging van
de voornaamste bezienswaardigheden o.a.
de berenkuil.
Geheel Bern staat in ,,'t teeken" van
den beer, trouwens Bern is genoemd
naar den beer.
Bij 't ontstaan van de stad moest deze
immers een naam hebben en de nota
belen kwam bijeen om een naam te
kiezen, doch konden 't maar niet eens
worden. Eindelijk, na urenlange discus
sies, kwam men overéén, dat men naar
buiten in 't bosch zou gaan en dat de
stad zou genoemd worden naar 't eer
ste 't beste dier, dat men zou zien.
En dat was nu toevallig een beer, van
daar de naam Bern of beer. Daarom
vindt men overal beren van steen, beren
van hout. beren van ijzer, en tenslotte
ook levende beren in dien bewusten
berenkuil.
Ze lijken, erg tam, doch zij zijn niet
zoo lief als ze er uit zien, als men weet,
dat een jaar of wat geleden, des nachts
een drenken student in z'n dronken
schap aan z'n kameraden verkondigde,
z'n vrienden de beren even de hand te
gaan drukken, de daad bij 't woord
voegend, sprong hij in den kuil en werd
in de letterlijke be teekenis van het woord
met huid en haar opgepeuzeld.
Den volgenden morgen vonder, de ver
schrikte inwoners der stad, alleen de
treurige overblijfselen nJ. afgekloven
beentjes en wat kapotte kleedingstuk-
ken.
Na eenige uren door Bern en om
streken gewandeld te hebben, gingen wij
een verfrissching gebruiken in een ..Kei
ler". een groot restaurant onder den
grond.
Air.per waren we gezeten of 't orkest,
dat vermoedelijk ingelicht was. speelde
het Wien Neerlands Bloed, welke attentie
zeer op prijs werd gesteld.
Daarna kwam verdere bezichtiging van
de stad en kwart voor negen vertrek uit
Bern naar Bazel.
Dat we door onze Bemsche vrienden
uitgeleide werden gedaan, behoeft geen
betoog.
In Basel aten wij in 't station en om
half twaalf vertrok de nachttrein naar
Brussel.
Den meesten onzer, gelukkig ook on-
dergeteekende, gelukte het een, heerlijk
„uiltje te knappen" zoodat we in België
waren voor we 't wisten en daardoor
ons niet zoo vervelend voelden als bij
den heenreis.
Tien minuten voor elf des morgens
aankomst te Brussel, waar nog ruim
schoots gelegenheid bestond voor kerk
bezoek, daarna diner in het Grand Hotel
Scheers, tegenover het Gare du Nord.
Direct na het diner vertrokken' de
Leider, Utrechtenaren. Hengelo'ers en
nog enkele anderen, direct naar Hol
land.
Ze werden naar den trein gebracht,
nog eenig gewuif en een „tot weerziens"
wij Haarlemmers en enkele an
deren stonden moederziel en verlaten in
Brussel.
Sommigen gingen de stad in om nog
een:ge inkoopen te doen. terwijl anderen
een autotochtje maakten door Brussel.
Kwart voor vijf vertrokken"* we naar
t noorden.
Genoeglijk pratend ging de tijd voorbij
en een half uur te laat. dus bij elven,
donderde onze trein het station te
Haarlem binnen.
Zeer vee! leden van de N.A.R.V. wa
ren op het perron aanwezig om ons
welkom te heeten.
Na een hartelijk tot weerziens en ge-
wuif behoorde deze schitterende reis
helaas tot het verleden, doch ik kan
dit verslag niet besluiten, zonder hier
nog eens extra te memoreeren. welk een
buitengewoon prettige en heerlijk vriend
schappelijke geest den geheelen reis
in ons gezelschap heeft gehcerscht.
Ik breng hier nog eens dank. ik deed
het op Heimwehfluh mondeling - reeds
zeer uitvoerig, aan onzen eminenten
leider, den heer W. Keizer uit Hengelo,
die deze reis zoo buitengewoon sym
pathiek heeft geleid en ik hoop. dat hij
ondervonden heeft, dat wy hem be
halve als leider, ook vóór alles heb
ben beschouwd als lid van ons gezel
schap, zoodat dit ons antwoord is ge
weest, op hetgeen hy ons vroeg in
Luzern.
Ik zal dit verslag besluiten, hehalve
met onzen internationalen groet „Berg
vrij", met dat fraaie gedicht van naar
ik meen, De Genestet:
Verhef uw ziel; Laat haar ten hemel
stijgen
Terwyi uw voeten nog op aardschen
bodem staan,
Doch niet om duizlend van verrukking
neer te zygen,
Maar om te kloeker voort te gaan.
Haarlem,
P. G. VAN ENGELEN.
DE FILM DER MODERNE ARBEI
DERSBEWEGING.
Zondagmiddag wend opnieuw een ge
deelte van de film der moderne arbeiders
beweging hier ter stede opgenomen. Om
half drie kwamen een groot aantal leden
hiervoor in het A. J. C.-gebouw aan de
Bakenessergracht bijeen, waar men zich
in werkkleeding verkleedde. Hierop werd
door den heer de Dood nog in het by-
zonder te nemen opnemingen uiteen
gezet. waarna de stoet naar het Krom
vertrok.
Aldaar had de politie voor een behoor
lijke afzetting zorg gedragen en konden
de opnemingen van de achterzüde der
Haarl. Brood en Meelfabriek op uitne
mende wijze geschieden. Het betrof hier
het binnentrekken van een groot aantal
arbeiders binnen de fabriekspoorten.
welke door den portier geopend werdenio
minuten voor den aanvang der werk
zaamheden..
Voorts hoe enkelingen zich haastten
om nog net op tijd binnen te zijn om
daardoor boete te voorkomen en tevens
hoe andere personen, die werkloos zün,
zich aanmeldden om te zien of er werk
voor hen is.
Vanzelf trokken de verschillende op
nemingen groote belangstelling.
De volgende massa-opneming zal plaats
vinden op 23 September
HET TOONEEL
Isidora Duncan. Mijn Leven
(Uitgave H. J. W. Becht.
Amsterdam).
De grootste en biyvende verdienste
van Isidore Duncan is geweest, dat zy
de belangstelling voor de danskunst, die
behalve in Rusland overal in ver-
va! was. weer algemeen heeft opge
wekt. Haar dansen bracht in haar tijd
een revolutie in de danswercid.
Men moet den tUd van Isidore Dun
can's eerste optreden hebben medege
maakt om haar invloed volkomen te
kunnen begrijpen. Voor velen was zy
de profetes van een nieuwe kunst. En
zy bracht dien omkeer zonder ballet,
geheel alleen, door haar onverwoestbare
vitaliteit, haar geloof in haar dans
kunst. haar geestdrift er. haar moed
Want er behoorde in het begin van de
ze eeuw nog moed toe om met „bloote
beenen" enkel in Grieksche tunica te
dansen, wy kunnen ons dat nu in de
dagen van Josephiene Baker nauweiyks
meer voorstellen, maar wie zich de
gesprekken over de beroemde Ameri-
kaansche danseres in de salons van
jaar geleden herinnert, weet ook, dat
de beenen van Isldora Duncan toen ter
tijd een belangryk onderwerp van dis
cours vormden.
De belangstelling en de geestdrift
voor haar kunst waren in liet begin
van deze eeuw enorm groot. Geen dan
seres heeft na dien tyd meer zulk een
enthousiasme gewekt. In Holland ging
men wel niet zoo ver als te Boeda Pest
en München, waar de studenten de
paarden voor haar rytuig afspanden om
haar in triomf onder fakkellicht naar
haar hotel te voeren, maar onze groot
ste schouwburgen waren toch steeds
weer tot de laatste plaats bezet met een
dol-geestdriftig publiek, overal, waar zij
danste. Vertelde de oude heer Van
Gasteren mij deze week nog niet, dat
zyn schouwburg met Isidore Duncan
drie avonden achtereen totaal uitver
kocht was ge wees: en hy als schouw
burg-directeur nooit beter dagen heeft
gekend. Voor Isidora Duncan zei de
heer Van Gasteren was de belang
stelling in Haarlem nog grooter dan
voor Sarah Bernhard. En dat in een
tijd, waarin men in Holland de dans
kunst als niet voi-waardig beschouwde.
Juist daarom was het optreden van
Isidora Duncan een openbaring, omdat
zy het geloof in de danskunst aan de
menschheid weer terug gaf.
Een kunstenares, die dit geheel alleen
vermocht, moet wel een zeer byzondere
vrouw geweest zyn. Wy wisten dat. ook
voordat wy „Myn Leven", die biogra-
phie, die zy nog kort vóór haar tragi-
schen dood heeft veftooid. en die haar
leven beschryft tot aan het oogenblik,
toen zy naar Moskou ging om haar
kunst in dienst van het communisme te
stellen, hadden gelezen. Tot haar kunst
brengt dit boek ons niet heel veel nader.
Wel echter tot de vrouw, die Isidora
Duncan geweest is.
„ik heb in myn leven maar twee Im
pulsen gekend, Liefde en Kunst" zoo
schryft zy op de bladzyden en deze zin
had ais motto boven haar boek kunnen
staan, zy schryft over de Liefde
of beter over haar liefdes zonder pu
deur, met een vrymoedige oprechtheid
die nu en dan voor een vrouw verrast
en verwondert. Ook hiertoe behoorde in
zekeren zin moed. Het laat ons in ieder
geval zien, dat Isidora Duncan geen ge
wone vrouw was en het leert ons de
kunstenares beter kennen. Een leven, zoo
„sturmbewegt" als misschien van 'n
paar honderd vrouwen te zamen, één
doorloopende roman, dat is de indruk,
dien de lezing van dit boek op ons
maakt. Een leven, vol van het hoogste
geluk en van de meest aangrU pende
tragiek, zóó avontuurlijk, dat men het
boek wanneer het geen „levensbe-
schryving" was misschien als al te
fantastisch zou verwerpen. En omdat
deze levensroman speelt in een zeer by-
zonder milieu en ons in kennis brengt
met artisten als Eleonora Duse, d'An-
nrnizio, Cosima en Siegfried Wagner,
Edward Gordon Craig. Rodin. Mounet
Sully, Lugné Poé. Henri Bataille. Ellen
Terry Pawiowa, Barnard, Harold Bauer,
Damrosch, Heinrich Thode, Stanis-
lawsky en vele andere kunstenaars, die
het begin van deze eeuw hebben be-
heerscht, dubbel belangwekkend om te
lezen.
Een boek, dat niet alleen een inzicht
geeft in de vrouw en kunstenares, die
Isidora Duncan was, maar ook als ge
documenteerde „zedenroman" een by-
zonderen kyk geeft op de wereld der
kunstenaars in het begin der twintigste
eeuw en daarom ook later van waarde
zal blijven voor hen. die eens de kunst
historie van dezen tyd zullen schryven.
J. B. SCHUIL.
INGEZONDEN MEDEDEEL1NGEN
a 60 cent* per regel.
Keiler Macdonald
Hoofdagentschap der N.S.F. 6
Groote Markt 14
DE ZIEKTEN DER GLADIOLUS.
Voordracht Dr. F. L. Drayton.
WENKEN VOOR HOLLANDSCHE KWEEKERS.
Maandagmiddag hield Dr. P. L. Drey
ton, phvjopatholoog van het Canadeesch
Adviesbureau voor Plantenziekcn. in dc
bovenzalen van De Kroon eer. voor
dracht met lichtbeelden over de ziekten
der Gladiolus.
Het initiatief voor deze bijeenkoms'
waarvoor veel belangstelling: bestond,
was genomen door het Centraal Bloem
bollencomité,
Dr. Drayton hield zUn voordracht ln
het Engelsoh; Prof Dr. E ren S'-ogte-
ren te Llsse. leider van het Laborau»-
rium voor Bloembollenonderzoek aldaar,
zorgde voor een vlotte vertaling.
In het begin van zUn voordracht ves
tigde Dr. Drasdon er de aandacht op.
dat de in Canada genomen maatrege
len betreffende bemoeilijking ren den
invoer van gladiolen in geen geval mo
gen worden opgevat als een verkapte
economische protectie. Die maatregelen
zyn veroorzaakt door een drietal ziek
ten: „dry rot", „hard rot" en ..scab'
(Prof van Slogteren deelde mede dal
er nog geen goede Hollandsche bena
mingen voor gevonden ziln)die een
gevaar opleveren voor de gronden ln
Canada. Daar de besmetting 8 a 10
Jaar in dan grond blijft, bestaat er ge-
dat de teelt van de in Canada
zelf gekweekte betere variëteiten der
gladiolus onmogelijk of tenminste on
populair zou worden.
Uitsluitend om dit te voorkomen wor
den de verschepingen uit alle lander,
geïnspecteerd en indien er meer dan
5 pCt. van de knollen besmet blijkt,
mogen de «part yen niet ingevoerd wei
den.
By aanvraag in Ottowa. waar Dr.
Drayton werkzaam is. is een herinspec
tie. nadat de knollen in Canada op
nieuw gesorteerd zyn. mogelijk. Deze
inspectie moet echter geschieden door
personeel ren den importeur en eerst
als gebleken is. dat er nu minder dan
5 pCt. ..ziek" in de party voorkomt,
worden de knollen bii de herkeuring
doorgelaten. Van kleinere zendingen
van duurdere variëteiten wordt het ge
zonde gedeelte dadelijk doorgezonden
en van de afgekeurde knollen wordt het
gedeelte dat hiervoor ln aanmerking kan
komen, na het afsniiden der besmette
stukken cn een oppervlakkige desinfec
tie, nog doorgelaten. Nog grooter cle
mentie wordt betracht ten oozlchte van
partyen. uitsluitend bestemd om in
kassen gebroeid te worden
Dat de genoemde ziekten ln Holland
nog minder bestudeerd en bestreden zyn
hangt samen met de plaats, die de gla-
diolencultuur in onze bloembollencul
tuur inneemt en ook met de witae waar
op dc ziekte zich in de Dlar.ten open
baart De gladiolencultuur is nooit zóó
loonend geweest dat er veel moeite aan
kon worden besteed zonder de produc
tiekosten op te dry ven boven den prys
die over 't algemeen voor de bloem
wordt gemaakt.
Daar komen nog twee omstandighe
den by: de aangetaste plant levert
meestal in het eerste jaar nog een vrij
goede plant, (waardoor de afnemers tot
nu toe niet klaagden) en in de tweede
plaats openbaren de ziekteverschijnselen
zich gewooniyk laat op het veld. waar
door men dacht aan een vroeg afsterven
van de plant in verband met physlolo-
gische invloeden.
Het tijdstip van het eerste optreden
der ziekteverschijnselen is ten zeerste
afhankelijk van weersinvloeden ln het
groeiseizoen en over 't algemeen treedt
de aantasting sterker op in landen met
een vrij hooge gemiddelde zomertempe -
ratuur. In ons land treden daarom de
verschynselen in iets mindere mate
en ook later op dan in Canada.
Dat besmette part yen. in onbesmet-
ten grond geplant, in het eerste jaar
nog een vrij gezond gewas opleveren
toonden proefnemingen van Dr. Drayton
aan. waarbU bleek dat in het eerste
jaar slechts 17 pCt. ziek was. maar na
het opnieuw planten van gladiolen op
denzclfden grond 75 pCt.
Naar aanleiding van lichtbeelden be
handelde spr. voorts de symptomen der
ziekten. De voornaamste verschijnselen
var. „dry rot" zyn: vele planten ster
ven en vallen om. de bladeren van dc
rechtopstaande planten zyn geel. het
deel van den stengel ren knol tol grond
oppervlak schilfert af en rot: verder
wordt geconstateerd een slechte wortel-
ontwikkeling. geen of weinig kralen en
verkleuring van de buitenste schubben
Op het veld sterven de bladeren af van
buiten naar binnen; dc groote contrac
tiele wortels ontbreken; od de blad
scheden onder den grond komen kleine
sclerotia voor. Er bestaat een direct
verband tusschen de vlekken op de
schubben van de knollen en de vlekken 1
op de knollen zelf Na de berging in
den winter zyn de erg zieke knollen ge
heel droog; de zieke knollen zyn in
wendig verkleurd.
By „hard rot" vertoonen de ziekt-
knollen groote onregelmatige en diep
ingezonken beschadigingen cn de blade
ren vlekken en verwoeste deelen met
overvloedige vorming van zeer kleine,
zwarte lichaampjes die sporen bevatten
welke door wind en regen worden ver
spreid Hierdoor word: deze ziekte zoo
gemakkelijk boveü den grond verspreid.
BU .scab'' zyn de typische beschadi
gingen op de knollen bilna rond. iets
ingezonken: zy vertoonen een glad op
pervlak met eer. duidelijk verhoogden
rand In het veld rUn de bladeren ge
vlekt: zy stenen af ren het centrum uit
naar buiten en rotting valt te consta
teren aar. het oppervlak van den
grond.
Tenslotte gaf Dr. Drayton eenige wen
ken voor de bestrijding der ziekten.
Veldtnspectte is noodig en verwijd#-
rlng van alle zieke planton. Daarna op
nieuw inspectie bü bet rooien, waarbij
vooral moet worden gelet on het stuk
van den stengel dat onder den grond
heeft gezeten De zieke planten moeten
vooral afgezonderd worden: dit is ln
het bijzonder voor de kralen ren het
hoogste belang. By het schoonmaken
nog eens weer inspectie cn schelding
ren zieke en gezonde planton
By aanbieding voor export heeft dan
nog eens een nieuwe inspectie plaats,
waarbU de controleurs zóó op de hoogte
moeten zijn. dat zil ook zonder ze
te pellen de aangetaste knollen van
gezonde kunnen onderscheidon.
Voor de bestrijding te veld is een be-
spuiting met 2 pCt Bordcauxpap aan te
raden, die van een kleef middel is voor
zien. Verder is met Uitwisseling en
dlepdclven ook veel te bereiken voor
grond ontsmetting.
Met een behandeling der droge bollen
met Uspulun. Semesan of een ander
middel is tot nu toe. noch in Canada,
noch hier een bevredigend resultaat
verkregen. Door proefnemingen met
vroeger rooien zou misschien te berei
ken zijn. dat er nog een grooter percen
tage der knollen vrij van besmetting
biyft.
Zoowel ln Canada als in ons land
wordt hc*. onderzoek \oortsezec en Dr.
Drayton vertrouwde dat hier spoedig
een roodanige verbetering zal worden
verkregen, dat de Hollandsche kweekers
weer met gerustheid gladiolen naar Ca
nada kunnen verschepen.
Er werden nog eer.ige vragen gesteld.
In zijn antwoord vond de inleider gele
genheid nog de aandacht te vestigen op
het groote belang ren een behoorlijke
droging der knollen, die bli 45 graden
Fahrenheit en goede ventilatie moeten
geborgen worden.
Do voorzitter, de heer E H. Krelage,
dankte den spreker voor zyn belangwek
kende en nuttige lezing.
Aanwezig waren o.m. de heeren Ir. :L
van Poetoren. Inspecteur. Hoofd ren
den Plantonz'.ektekundigen Dienst cn R.
P. Bonthuls. Rykstuinboirw consulent.
Bericht van verhindering was Ingeko
men van den heer I. G. J. Kakebeke.
Inspecteur van den Landbouw en ren
Ir. Th. J. Mansholt. inspecteur ren den
Landbouw, hoofd van don Buiten! and-
schen Landbouwvoorllchtlngsdienst.
VLIEGTUIG VERMIST.
De Brltsche minister van Marine
heeft bekendgemaakt, dat een der vlieg
tuigen van het mosderschlp „Argus-
dat heeft deelgenomen aan manoeuvres
in de Noordzee, niet is teruggekeerd van
een verkenningstocht, welke Donderdag
ondernomen werd.
Aan boord waren twee vlieger-officieren
en een marconist. Nasporingen zyn tot
dusver vruchteloos gebleven. De eenige
hoop is nog. dat de vliegers zijn opge
pikt door een klein schip, dat geen
radlc-lnstallatle aan boord heeft.
VLIEGER NEERGESTORT.
Uit Praag wordt gemeld:
BU militaire vüegoefenlngen ln de
buurt van M&hrtsch-Trubau is de waar
nemer. Hajtmar uit zijn vliegtuig geval
len Men Is er nog niet ln geslaagd de
plek te vinden, waar hU is neergestort.
Bij de noodlanding werd het vliegtuig
beschadigd en de piloot gewond. Men
vermoedt, dat Hajtmar zich niet goed
heeft vastgebonden en bU een scherpe
bocht uit het toestel is gevallen.
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN
60 Cent* per regel.
HANDELSBLAD GRATIS
Zy. die zich thans als kwartaal-
abonné opgeven, ontvangen het
Handelsblad tot 1 October gratis
Abonnement 1.90 p. maand en
5-50 per kwartaal. Buiten Am
sterdam verhoogd met 20 ct. per
maand voor verzending.
Abonnementen on te geven by het
BU kantoor Handelsblad.
(Wcnsing's Alg Advert -Bureau)
TEMPELIERSSTRAAT 32
TELEFOON 10209
FEUILLETON
De Geschiedenis van
Lois Reddle
Naar het Engelsch van
EDGAR WALLACE.
7)
HOOFDSTUK V.
De klerken waren vertrokken, slechts
Lizzy Smith was gebleven. Die jonge da
me vloog haar tegemoet, ratelende van
opgewondenheid.
„O jy stiekemerd! Je liet hem onder
weg instappen, niet waar? Waar haal je
den moed vandaan, met hem tot vlak
hier bij de deur te rijden. Ais Shaddies
je eens gezien had! Wat heb je met dien
ongclukswagen uitgevoerd? Het spat-
scherin is geheel verbogen Lois, de gra
vin is hier! Zy is binnen by den ouden
Shaddies. en de Koningin van Sheba Is
niets, bij héar vergeleken! Ik wed da*
cc chinchilla bontmantel dien zij draagt
duizend pond heef: gekost indien hl;
niet méér waard is. En ik, die geverfd
vossenbont draag en bly ben het te
hebben! Niet dat ik bepaald zweer bij
chinchilla het zou mij in geen geval
goed kleuren.... En is Mike niet aller
aardigst?"
„Mike?" vroeg Lois, daar niets van be
grijpende.
„Heeft hU je dan niet gezegd, dat. hy
Mike heet?" vroeg Lizzy verachteiy'k
„Natuurlijk heet hy zoo. Michael Dorn,
Je zult me toch niet willen wijsmaken
dat je uren lang een plezierrïtje met
hem gemaakt hebt. zonder hem minstens
één maal ..Mike" te noemen?"
LoLs hing haar hoed en mantel op en
gir.g loom op haar stoel zitten. Met hoog
opgetrokken wenkbrauwen, zag juffrouw
Smith haar aan.
„Je ziet er niet bepaald vroolijk uit.
beste meid", zeide zy. „Wat scheelt er
aan?"
„De gevangenis hoef: op mijn zenuwen
gewerkt", aitwoordde Lois. „Hoe lang is
de gravin reeds hier?"
..Je hebt toch geen ruzie met hem
gemaakt, is het wel?"
.Me: hem wie? O, die man, bedoel
je. Lizzy?"
„Natuurlijk! Wie anders dan de man?
Wie was er anders om ruzie mee te ma
ken? In een vóóroorlogschen Ford kan
men niet over koetjes en kalfsjes pra
ten."
De verlegenheid met haar antwoord
werd Lois bespaard. want in dat
oogenblik werd er iets door een spreek
buis geroepen en Lizzy snelde als een
pijl uit dor. hoog naar het privé-kantoor
van Shaddies, om weldra niet een ge-
kromden, wenkenden vinger weer te
voorschUn te treden.
„De gravin wil je zien!" riep zU stra
lend. „en dat ding dat aan haar rokken
hangt is haar zoontje de graaf!"
Lois begaf zich naar het vertrek en
hloot de deur achter zich. Toen zy hem
de verkreukelde documenten overhan
digde, keek mijnheer Shaddies van zyn
lessenaar op.
„Wat is daarmee gebeurd?" vroeg hy.
,,wy hadden een ongeluk met den
auto", zeide Lois weinig op haar gemak.
Het. jokken ging haar niet best af.
„wy?" Wie zUn die „wy?"
„Ik bedoel dat ik een aanrijding had
met een anderen wagen", zeide het
meisje nog verlegener.
Mijnheer Shadles streek de verfrom
melde papleren glad. bekeek de onder-
teebcning, en zeide:
..Dit Is het neisje. uw Ladyschap".
Voor de een te maal werd Lois zich de
aanwezigheid van de -vrouw bewust.
.Majestueus" is het juiste woord om ce
Gravin van Moron te beschrijven, zy
was lang en forsch gebouwd. De lange
chinchilla mantel, die haar van het
hoofd tot de voeten bedekte stond open,
te einde de kostbare brokaatfluweel en
japon te toonen. doch in dat oogenblik
had Lois geen oogen voor de k! ceding
van de vrouw, noch voor haar snoeren
paarlen. noch vqor de juweelen, die aan
haar ooren cn vingers schitterden. Het
was het gelaat dat haar aandacht geheel
boeide. Breed, gebiedend, met iets drei
gends, dat niet Juist onder woorden 'e
brengen was. Zwarte wenkbrauwen ont
moetten elkander boven een machtigen
neus; een paar oogen zóó donkerbruin,
dat zij zwart leken. Het waren wat men
noemt volle oogen; platter gezegd, ronde
kraaloogen. Zy waren hardvochtig en
helder en doorboorden het meisje met
him blik. De mond was groot, de lippen
waren dun, de kin was gevuld en krach
tig Lois betrapte er zich op dat zij haar
leeftijd trachtte te reden. Of het aan
kunstmiddeltjes te danken was of niet.
haar haren waren gitzwart, zonder één
grys draadje: later zou zy bemerken
dat het de natuurlijke kleur was.
„Gij zUt juffrouw Reddle?" vroeg de
gravin. Haar stem was bijna even zwaar
als die van een man. en zy sprak me:
een langzamcn. beslisten nadruk, d:e
iemand hinderde.
Lois had het gevoel alsof zU in de ge
tuigenbank een kruisverhoor onder
ging.
„Ja. mevrouw ik ben Lois Reddle"
zeide zy.
Een oogenblik zeide de gravin niets;
toen wendde zij zich tot den man die
haar vergezelde.
„Dit is juffrouw Reddle. Selwyn". zei
de zy.
Hij U-as een mager, voorovergebogen
man, met het gezicht van een zwakke
ling waaraan een kin byna ontbrak, en
een neerhangenden geelharigen knevel,
waarvan het opkrullen zUn mecsten tyd
in beslag scheen te nemen.
„Mag ik u myn zoon voorstellen, den
graaf van Moron?" zeide haar Lady
schap en Lols maakte een buiging.
..Aangenaam met uw kennis te ma
ken", mompelde de graaf werktuigiyk.
„Nog al mooi weer vandaag, vindt u
niet?"
Na het spreken vr>r deze woorden
scheen zUn spraakzaamheid uitgeput,
want gedurende het verdere onderhoud
bleef hU zwijgen.
Lady Moron wendde haar vorschende
oogen van het meisje af en keerde ze
langzaam tot den zaakwaarnemer.
.Zij schynt in k Ier opzicht voldoende,
Shaddies", zeide zU.
Shaddies spitste de lippen.
.Ja, zy is een zeer goed meisje", ant
woordde hU, „volmaakt betrouwbaar."
Hy wierp een afkeurenden blik op de
verkreukelde documenten op zUn les
senaar.
„Volkomen betrouwbaar. Ik twijfel
niet of in haar haast, voor een onder
houd met uw ladyschap tijdig terug te
zUn. heeft Juffrouw Re .'-«le eenige lichte
schade aan mijn auto toegebracht: dat
a een kwestie die uw ladyschap en ik
onderling zullen moeten regelen."
Hy had buiten het venster gekeken
en met het oog van den deskundige het
bedrag van de schade vastgesteld. Lady
Moron hield haar blikken eenigen tyd
op hem gevestigd.
•ZU heeft niet kunnen weten dat Ik
hier was. Shaddies. En het spreekt van
zelf dat ik voor geen enkele schade aan
uw wagen verantwoordeiyk gesteld kan
worden."
Hy bewoog zich onrustig ln zyn stoel.
.En. persooniyk, betwyfel ik ten
sterkste dat dc auto eenige waarde
heeft. In deder geval, in myn oogen is die
nihil. Kom, Selwyn"
Een oogenblik kreeg Lols den indruk
alsof de Jonge man zich aan de rokken
van zyn moeder vasthield, en voelde zij
den dwazen lust ln zich opkomen hard
to lachen toen haar ladyschap majes
tueus wegstovende. gevolgd door da*-
gene wat Lizzy, toe passe! Uk genoeg,
reeds als „dat ding dat aan haar rokken
hangt" beschreven had.
Shaddies deed hen tot aan de deur
van het kantoor uitgeleide, oper.de deze
voor hen en keerde niet terug dan na
dat hy haar Ladyschap in haar auto
had zien stygen.
„En vertol mij nu voor den drommel
eens waarom ge mijn wagen geheel in
elkander gereden hebt?" vroeg hij ge
krenkt. „En zie eens hoe die papieren er
uitzien. ZUn dat stukken die ik bij do
Griffie van een Rechtbank kan indie
nen? Bah!"
(Wordt vervolgd.)