HAARLEM'S DAGBLAD NAPOLEON IV STADSNIEUWS Crzefé ke£ IL 1755 1928 Jl&éé. CU. 11 Haarlemmer Halletjes ZATERDAG 22 SEPT. 1928 DERDE BLAD Historie en litteratuur. MAURICE ROSTAND. (Van onzen Parijsehen correspon dent). „Wahrheit und Dichtung". Dat is het nieuwe stuk waarmede „the season" in Parijs is begonnen. En het is zeker geen klein evenement dat het seizoen wordt geopend met een nieuw stuk van een van de meest gezochte tooneelschrijvers. Maurice Rostand. Zoo langzamerhand begint het pubhek er achter te komen dat het geen juiste beoordeeling is om ite zeggen: 't is wel mooimaar 't is toch niet de vader; Maurice Rostand, al is hij dan misschien niet zoo'n groot dichter als wijlen Edmond, is een zeer belangrijke figuur. Z5jn .Xa Gloire", het laatste stuk waarin de groote Sara Bern- hard optrad, het drama waarin hij in vloeiende verzen de ellende schetst zoon te zijn van een beroemd vader, blijft een goed stuk werk. Edmona gaf ons de geschiedenis van Napoléon II. l'Aiglon, Maurioe dichtte en verdichtte de ge schiedenis van Napoléon IV „le prince Loulou". En beide stukken vonden him première in het oude Théatre de la Por te Saint-Martin. Maar hier zetten we dan ook alle vergelijkingen verder stop. Of neen, laten we er dan nog één enkele mogen makendat én vader én zoon een valsch beeld hebben gegeven van de his torie. Aan Edmond danken we de legende van den gefolterden hertog van Reich- stad, bedild, bespionneerd, getreiterd door Mettemich. Aan Maurice het fabel tje van een gemartelden Napoléon IV. „Napoléon IV" is een wonderlijke men geling overigens van historische feiten en van verdichtsels. Dat „le prince im perial" een verhouding heeft gehad met Charlotte Watkyns, aan 'wie hij zich had uitgegeven voor Louis Walter, is een feit. Men zou er zelfs aan kunnen toe voegen «hetgeen Rostand niet deed) dat Charlotte het leven schonk aan een zoon, maar dat dit schandaaltje dsn kop werd ingedrukt op aandringen van keizerin Eugenie. Trouwens, het zou ge vaarlijk zijn om dit kind (dat nog leeft, maar dat door de moeder aan een Voog dijraad werd toevertrouwd en dat een werkman ls geworden) aan te wijzen als zoon van Napoléon IV, want Charlotte had nog andere „vrienden". Luitenant Carey is werkelijk de man geweest die den prins zoo schandelijk in den steek heeft gelatenwaarvoor hij later beloond werd met een mooie pro motie in het Britsche leger. Rostand heeft er een intrigue aan vastgeknoopt: Carey, smoor verliefd op Charlotte, af gewezen en zijn troost zoekend in Zou- louiand. Ook de wijze waarop Rostand Louis Waiter heeft geteekend is niet juist. In werkelijkheid was de jonge prins héél wat minder sympathiek dan de dichter hem voorstelt en 't feit alleen al dat hij dienst nam als officier in het Engelsehe leger is typeerend voor zijn mentaliteit. Wanneer men de gescliiedenis van zijn oudoom kent en vooral het drama van Sint-Helena kan men zich moeilijk ver klaren hoe Napoléon IV den triesten moed heeft gehad om een Engelsch uni form aan te trekken. Vierde historische figuur in Rostand's drama is minister Rouher. Voorts Uhl- mann, Loulou's valet de chambre (die echter nooit in de garsonnière bij den kapper Dumont kwam)de soldaten Ro gers, Cochrane, Lettock, Wills en Abel, medeplichtigen van luitenant Carey. En aankeizerin Eugenie, voorgesteld als een monster van zelfzuchtigheid, als een mons:er van wrc-edheid (zoo dat het publiek kreten van verontwaardiging slaakte)hetgeen ze, met al haar fouten, niet was. Nu ik u de historische figuren uit het drama heb genoemd, een korte analys? van het stuk. Charlotte Watkyns woont in een klein kamertje ergens in Londen. Luitenant Carey vraagt haar ten huwe lijk. maar Charlotte bekent hem een ander lief te hebben, Louis Walter. En Carey zegt dan naar Afrika te zullen vertrekken, naar een gevaarlijke afge legen post. Als Carey weg is komt Louis Walter, Napoléon IV. Charlotte roept een ouden, ambulan- ten fotograaf binnen en verzoekt hem een portret te maken van haar en Louis. Napoléon wil er eerst niets van weten, bang dat hij herkend zal wor den, stemt op aandringen van Charlotte toe, maar draait op het laatste moment het hoofd cm. Voor Chariott. wil hij Louis Walter blijven. Tweede bedrijf: de gurqonnière van Louis, op den dag dat hij naar Afrika zal vertrekken. Keizerin Eugénie en vervolgens Rouher komen hem smeekcn om tcch niet te vertrek ken. Een prachtige dialoog ontstaat tus- schen den prins en den ouden minister. Rostand laat den prins (in werkelijk su blieme verzen» den roem van Napoléon I en van Napoléon III zingen en tegelijk hun bloedvergieten veroordeelen. Dan komt Charlotte, vroolijk, onbezorgd, vol toekomstplannen. Louis moet haar zeg gen dat het uur van afscheid daar is. En zij, wetend dat met hst zelfde schip „le prince impérial" zal vertrekken be grijpt dat haai Louis Walter een groot gevaar tegemoet gaat. Want ze begrijpt den haat van de Engelschen voor den laatsten Bonaparte, zij voorziet een dra ma. Na een dramisch afscheid vertrekt Louis Walter, belovend terug te zullen komen. Dan het drama aan de Bloed rivier. Carey heeft de verzekering ge geven dat er hier geen gevaar dreigt. Een Zoulcu komt hem in het oor fluiste ren dat alles gareel is. Louis, als heeft hij er een voorgevoel van dat er ie^s gaat gebeuren, vraagt aan Carey om aan Charlotte W tkyns te zeggen dat zijn laatste gedachten voer haar zuilen zijn, wanneer hij onverwachts zou sterven, iïu Carey weet dat de prins zijn rivaal is. staat zijn voornemen vaster dan ooit om zijn opdracht uit te voeren. Men brengt Louis' paardde anderen zijn al gevluchtLouis, bij de nadering van de Zoulou- wil in den zadel sprin gen, maar de riemen zijn doorgesneden, hij valt. en blijft alleen, sabel in den vuist, met twintig vijanden tegenover zich. Laatste bedrijf in de kamer van Louis. Charlotte heeft zoo juist een brief ge kregen dat Louis Walter spoedig zal te- rugkeeren. Buiten hoort men couranten schreeuwers, de bladen melden dat de „prince impérial" vermoord is door de Zoulou's. Ze ziet een portret; ze ziet dat Louis Walter Napoléon IV was. Keizerin Eugénie komt binnen om uit een secre taire de laatste wilsbeschikking van haar zoon te nemen.Charlotte werpt zich aan de voeten van de keizerin, ze bezweert Eugénie om wraak te nemen. Napoléon IV is vermoord op last van Victoria. En Eugénie. die eerst de „intrigante" heeft willen afwijzen, luistert, begrijptze is vastbesloten. Maar daar klinkt buiten het „Gca save the queen": Victoria komt aan Eugénie haar rouwbeklag brengen en Eugénie gaat haar tegemoet, om haar te omhelzen, Charlotte in wanhoop ach ter latend. Het toch al dramatische gegeven, aan gedikt. heeft den dichter Rostand na- luuriijk gelegenheid gegeven tot het ma ken van goede verzen. Telkenmale pakt hUom ons weêr los te ïateri wan neer hij in détails treedt. Zelfs 2^jn poë zie zakt dan beneden het middelmatige, zooals hier: C'est ie portrait de ma soeur Adelaide. Elle est morte de la fièvre typhoïde Maar wat doet dat er ten slotte toe waar er tegenover staan de talrijke su blieme stukken waarin Rostand zich een groot dichter en dramaturg toont? En wanneer deze poëzie gezegd en gespeeld wordt door een Vera Sergine en een Henri Rollan is het genot onverdeeld. We mogen bezwaren hebben tegen dezen „historischen" Napoléon IV, maar be wonderen het litteraire werk van Mau rice Rostand. HENRY A. TH. LESTURGEON. Parijs, 18 September. WONINGBOUW. De huren van „Luctor et Emergo". BEZWAREN VAN GED. STATEN In het voorstel voor het raadsbesluit d.d. IS Mei 1927, deelden B. en W. aan den raad mede. dat, hoewel dc bevoegdheid tot het goedkeuren van de huurprijzen voor de met de bij raadsbesluit van 15 Juli 1925 toegc» kende voorschotten gebouwde wo ningen aan B. en W. is toegekend, het college vermeende dat ingevolge de toezegging de goedkeuring der huurprijzen bij het voor de eerste maal betrekken der woningen aan den raad moest worden overgelaten. Voor een zevental woningcomplexen werd van den raad goedkeuring van de huren reeds verkregen. Weldra zullen de 46 woningen van de woningstichting .-Luctor ct Emer go" in exploitatie kunnen worden gebracht. Derhalve stellen B. en W. thans voor goed te keuren, dat de weke» lijkschc huurprijs voor die woningen wordt bepaald op 5-25 per woning. Met dezen huurprijs zal het tekort op dc exploitatie pl.m. 1.590 per jaar bedragen. In verband hiermede stellen B. cn W. voor aan genoemde vereeniging een jaarlijkschc bijdrage uit de ge* mccntckas te verlcencn tot ten hoog ste 1.590. Zooals bekend is. heeft de min derheid van B. en W. bezwaar tegen het voortgaan met toekennen van bij dragen in het tekort op de exploita tie van woningen- Bovendien hebben Gedeputeerde Staten meegedeeld, dat zij het niet juist achten, dat thans nog woningen worden gebouwd, waarvan de bouwkosten zóó hoog zijn. dat cenc sluitende exploitatie rekening slechts door eenc gemeen telijke bijdrage kan worden verkregen cn dat zij vertrouwen, dat in dc toe komst geen besluiten tot het vcrlee. nen van ecne jaarlijksche bijdrage in het tekort op dc exploitatie van dergelijke woningen zullen worden genomen. Hierop hebben B cn W. geant woord. dat het billijk is o.a. voor dit geval alsnog een uitzondering tc ma ken. aangezien dit bouwwerk een uitvloeisel is van hetzelfde Raadsbe sluit. waarbij voorschotten zijn ver leend voor den bouw der woningen, tot dekking van welker exploitatie reeds bijdragen zijn toegekend. Bedoelde minderheid heeft om d>c reden tegen dit voorstel geen bezwaar, doch blijft van mcening. dat het toe kennen van bijdragen niet meer mag voorkomen. EEN NIEUWE PROTES- TANTSCHE L. SCHOOL. IN HET AMSTERDAMSCHE OF SLACHTHUISKWARTIER. Het bestuur der Vereeniging tot stich ting en Instandhouding van Scholen met den Bijbel te Haarlem, gevestigd te Haarlem, verzoekt uit de gemeentekas de benoodigde gelden te mogen ontvan gen voor den bouw van eene school voor gewoon lager onderwijs op een terrein, gelegen hetzij in de Amsterdam sche- hetzij in de Slachthulsbuurt alhier. Uit de bij de aanvrage overgelegde stukken blijkt, dat de te stichten school ruimte moet bieden voor 33b" leerlingen: dat zij 7 klassen en een gymnastieklo kaal zal hebben en dat per klasse ten hoogste 48 leerlingen zullen worden toe gelaten. Volgens art 73 der Lager-onderwijs wet 1920 behoort uit de overgelegde ver klaring te blijken, dat de school door ten minste 100 leerlingen, 'in eene ge meente met meer dan 100.000 ingezete nen), zal worden bezocht. B. en W. deelen den raad mede. dat zij alle namen hebben nagegaan en dat het opgegeven aantal in elk geval boven dat minimum is. Vervolgens deelen B. en W. aan den raad mede. dat adressant voornemens is de bijzondere school aan de Antho- niestraat 12a op te heffen, zoodra de nieuwe school gereed is. Voor deze school wordt de vergoeding gegeven, bedoeld in art. 205 der Lacer-onderwijs- wet 1920. Indien een schoolbestuur, ais bedoeld in dat artikel, aan den Raad eene aan vrage om een nieuwe school indient, is de Raad bevoegd, die aanvrage af te wijzen op grond van de bruikbaarheid van het gebouw, waarin de school i gevestigd. Uit een door den Directeur van Open bare Werken ingesteld onderzoek ls ge bleken, dat de bruikbaarheid van het gebouw in den best-aanden toestand niet zoodanig is, dat zij girond geeft tot af wijzing van het verzoek Over de plaats, waar de nieuwe school in het oostelijk gedeelte der gemeente zal worden gebouwd, zal eerst eene be slissing kunnen worden genomen, wan neer B. en W. de stukken, voorgeschre ven in art. 77, 5e lid der Lager-onder- wijswet 1920 hebben ontvangen Volgens adressant z'jn de kosten van den bouw, (met inbegrin van den grond, de meubileeriag. schoolbehoef- ten enz.), bij benadering op f 126.000, te ramen. DE ROOÏLIJNEN- QUAESTIE. B. EN W. STELLEN THANS VOOR EEN VERGOEDING TE GEVEN. De eigenaar van het perceel Koning straat kad. sectie C no. 891, het tweede perceel bezuiden de Stoofsteeg, heeft zich bereid verklaard een gedeelte van dat perceel, hetwelk buiten de voor die straat nieuw vast te stellen rooilijn zal komen te liggen, aan de gemeente te veikoopen, tegen den prijs van f 1.600. zijnde een evenredig doel van het door hem voor het- geheele perceel betaakie bedrag. Het aan te koopen gedeelte is 24 M2. groot. B. en W. achten aankoop van be doeld gedeelte grond tegen den bedon gen prijs in het belang der gemeente. Wij herinneren er aan. dat B. en W. indertijd voorgesteld hebben de r.'euwe rooilijn vast te stellen aondedr een ver goeding te geven aan de eigenaars die daardoor getroffen worden. Dat voorstel is toen, nadat uit de Middenstands Centrale een actie daar tegen gevoerd was, aangehouden. Nu stellen B. en W. voor een vergoeding te geven. INGEZONDEN MEDEDEELTNCEN 1 «l CENTS PER REGEt geen vertrouwen, /f dal wij gedurende weer dan anderhalve eeuw en in sleeds toenemende male labak vervaar digen en daarmede voorzien, een steeds grooler wordend aantal rookers door een product tc leveren dal door zijn kwaliteit voldoet aan de hoogste eischen was het mogelijk, onze positie 175 jaren lang le handhaven en gestadig te versterken. zullen de geur en smaak van onze tabakken ten volle bevredigen. „7/t pfaah uwi yeuume tabak!" Echle FriescheHEEREN-BAAl Vanaf 50clp 1!:pJ20clp.ons. lOelp. '/jon* N.V. Douwe Egberti Taboksfablelen foure-U/rtcht Am iltr Jam -den Haag. - Opgericht 1753. WIE Z'N HEK IS DIT? HET LIET DEN POLITIE RECHTER KOUD. P. H. J. pensionhouder, heeft grond te Wijk aan Zee en Duin. En C H.. visdhhandelaar te Haarlem heeft grond daarnaast. De beide terreinen zijn ge scheiden door een hek. Van wien is dat hek? Van mU, zegt J. De landmeter heeft den boel uitgemeten en het staat be schreven. Van mij, zegt H. He', hoort bij mijn perceel. Ziedaar het geschil en meteen de grondslag waarop een mishande'.'.r. gs- zaakje dat Vrijdag voor den Politie rechter werd behandel-L berust. Op een avond in Juli was H p r Kets naar zijn terrein gereden on had zijn fiets tegen het hek aan geact. Mevrouw J. zag het en ging cr op af. ..Die flets wil ik daar niet hebben", zei ze. „Nou", vertelde H. nu den Politie rechter, ,.!k zei: wat zegt u mevrouw?" want ik bleef beleefd. ,.D!e fiets wil ik daar niet hebben". „Maar mevrouw, t is toch mijn hek Hier past een enz. Want het debat dat al zoo dikwijls gehouden was. werd weer gehouden Maar het eindigde in een kloppartijtje, want op een gegeven oogenbi'.k schopte H. tegen het hek. En toen ce heer J uit zijn keuken dit zag. liep hU r.aar de twee toe en mengde zich, in de verbeel ding dat H. mevr. J wilde schoppen, op hardhandige wijze in het debat. Vandaar een aanklacht. Vandaar de behandeling van de zaak voor een Politierechter-. En vandaar f 10 boete voor den heer J. De Politierechter nam bij zijn vonnis in aanmerking dat de heer J. naar aan leiding van de hekquaestie. nog al eens plagerijtjes te verduren had gehad, maar hij adviseerde hem, in 't vervolg kalmer te blijven. Vsn wien het hek was kon do Politie rechter niet schelen. Dat moet de civiele rechter maar uitmaken. BOUWTERREIN Clir. Pels, wenscht van de gemeente in koop te ontvangen een gedeelte bouw- tcrerln. gelegen Ran de zukiziJde van de Engclszstraat tor groot te van pl.m. 28 M2., tegen den prijs van f 15,- per M2. Het voornemen bestaat om dien grond te gebruiken als poort ten behoeve van het aar.genzcnde perceel. B. cn W. hebben daartegen geen bo- G. W. K. Bosma. wenscht in koop te ontvangen een gedeelte bouwterrein, role?,en aan de Rustenburgerlaan hoek Puiten rust laan. ter groote van plm. 585 M2., tegen den prijs van f 18 per M2. Het voornemen bestaat om op dien grond te bouwen één dubbel woonhuis en twee vrijstaande woonhuizen met twee garages, de huizen elk bestond ter bewoning door niet meer dan één gezin. B. en W. kunnen zich daarmede ver eenigen. EEN ZATERDAGAVONDPRAATJE Per boot of vliegtuig naar Indië Eens of meermalen ontdek ken. Waarom het Raadslid niet gevleid was. Tolboomen en tolgaarders. Tollen die al maar doortolLn. De redder en zijn toelage. Belasting op de lucht. Niet aan het onderwerp toegekomen. Er bestaan heele brochures, heele boe ken, heele bibliotheken van boeken over droomen en droomuitlegging, maai voor zoover ik weet staat daar nergens te lezen, hoe je het moet aanleggen om plezierige droomen te krijgen, wel wat die droomen hebben beteekend, maar dat is achteraf en daar heb ie niet meer aan. Als ik bijvoorbeeld de volgend: week hoor, dat de ÏOO-OJO in de Staats loterij gevallen is op No. 1111, dan heb ik daar veel minder aan dan wanneer :'r vandaag zou droomen, dat de hoofdprijs op 1111 villen zou. zoodat ik er neg op uit kan gaan en probeeren. dat num mer machtig te worden. Een paar dagen geleden praatten we thuis ever het merkwaa-dige geval, da', een groot man op het gebied van de ver eeniging voor Luchtvaart, naar Indië zou gaan. maar per boot en niet per vliegtuig. Begrijp goed: als ik naar In dië meest, zou ik ook liever met de boot gaan. ri Is wel heel wat langer, maar geriefelijker en ten slotte toch ook w?l wat veiliger. Maar de man van de Luchtvaart gaat, zou je zeggen, uitslui tend door de lucht. Hij wil niet anders. Nu goed, daarin heb ik mii dan verg:-,; en w'lbcsohouwd gaat het mii ook niet aan. Er zijn wel menschen die autobus sen prettig vinden en ik griezel ervan een uur of een paar uur in een schok- kenden wagen te zitten, jn een atmos feer cm te bezwijken, omdat er .meestal in een gezelschap van twaalf of twintig menschen wol twee ziin. die onmogelijk een raampje open kunnen hebben, daar z\j anders op de plaats doodblijven. En daar de duffen 't altijd winnen van de frissohen. die niet zoo gauw met over lijden klaar staan, zijn in behoorlijk beheerde autobussen meestal alle raampjes dicht. Het wonder is altoos, dat er" na het einde van de rit r.og nie mand van benauwdheid is omgekomen. Maar de neiging can af te dwalen heeft mij weer te pakken en als 3c niet gauw tot mijn onderwerp terugkeer kom ik ten slotte v& het Hima'.ayagebergte aan de Noordpool uit. Met die Noord pool is 't een gekke geschiedenis: ze wordt altijd maar opgespoord en her haaldelijk ontdekt en toch trekken er altijd maar weer andere menschen op uit om haar 'opnieuw te ontdekken. Dar, komen er dikke boeken over of ook niet en ik denk wel eens. dat de wereld niet zal rusten, of iedere natie moet minstens éénmaal de Noordpool ontdekt hebben. Heel iets anders dan met Amerika, dat éémnaal ontdekt is en daarmee basta. Na den avontuurlijken Genuces heef: niemand meer behoefte gevoeld, om het nog eens dunnetjes over te doen. Zoo zal do ontdekking van Hopma ook ten eeuwigen dage zijn onbetwistbaar eigen dom blijven. Waarin die bestond zal ik zoo kort mogelijk vertellen, „Ik heb ont dekt", zei hij, .dat al de leden van den Gemeenteraad van Nergenshuizen be kwame. ijverige en welsprekende mannen zijn, zuinig met de belastingpenningen van de burgerij, altüd bereid om hun zetel af te staan aan menschen die zij knapper vinden dan zichzelf". Ik heb dit aan een vriend van mij, die zelf lid van een gemeenteraad is. verteld en hij scheen er," wonderlijk ge noeg, niet eens mee ingenomen, want hij vToeg of dat dan nog ontdekt morst worden". Zoo is het in 't leven toch maar lastig om het iedereen naar den zin te maken. Je vertelt iemand, dat er een heele reeks deugden van hem ont dekt zijn en inplaats van daar blij over te wezen vraagt hij. of je die can niet al lang kende. Alweer een nieuw bewijs dat het le ven moeilijk is. Zie nu de tolquaesties. waarover we ons zoo druk maken. Al lerlei menschen, vereenigd in verschil lende besturen, zijn er sedert jaren aan gewoon ergens een slagboom neer te zetten en die niet open te maken vóór dat menschen met en zonder berusting daar een belooning voor betaald hebben, die met veel overleg berekend is. Bij voorbeeld zoo: een voetganger éen cent. een man met een handwagen twee cent. iemand met een met één paard bespan nen voertuig een stuiver, idem met twee paarden zeven cn een halve cer.t en een automobiel met bestuurder een dubbel tje. Het vreemde van deze verschillen ligt hierin, dat voor al die gevallen het zelfde werk gedaan moet worden, na melijk een tolboom oplichten. Waarom dan dat verschil van tarief? De tolboom slijt van het eene niet meer. dan van het andere. Bovendien is een houten boom volstrekt niet kostbaar. Zoo'n ding kest. zou ik zeggen van vurenhout toch niet meer dan een vijf en twintig gulden, van eikenhout misschien dertig, ingelegd met ebbenhout denk ik honderd en in gelegd met diamanten misschien dui zend. maar dat laatste weet ik zoo pre cies niet. Zulke kostbare boomen heb ik evenwel nooit gezien, t zyn altüd dood ordinaire vurenhouten dingen geweest. Ht valk van tolgaarder is wel het vreemdste bedrijf, dat je ooit van je leven gezien hebt. Unskilled labour noemen ze dat in twee vreemde woorden, hetgeen beteekent dat je daar nu let- teiyik niemendal voor hoeft -te kennen. Hersens heb je er niet voor noodig. Leren en sahrijven is in dit vak over bodige weelde. Een man zonder becnen kan het best uitoefenen, want als hij wil kan hij er bij gaan zitten vlak bij den trlboom, zoodat er niemand door kan of hij moet eerst betaald hebben. Hij heeft er niet eens armen voor ncodir. Hij legt maar een zakje op een tafeltje n?er en -wijst met zijn hoofd da^de menschen dde van den tol boom gebruik maken, het daar maar in doen en geeft me*, zijn schouder een duwtje aan den tolboom dat die om hoog gaat Hoe slechter de quaiiteit van het hout, des te gemakkelijker vliegt hij omhoog. Dalen doet hij van zelf wel en wie er doorgaat moet dan zelf maar oppassen, dai hij hem bij het neerkomen niet op zijn hoofd krijgt. Een tolgaarder kan niet op alles letten. Het is gebeurd, cat ik op een morgen een tel boem incest pasreeren en daar een grimmigen tolbaas vond. Hij had een paar overtollige armen en beer.en, genoot dus, zou je zeggen van zekere weelde (of hij ook overbodige hereens had. kon ik zoo ^iuw niet onderzoeken) het was mooi weer, hij had in zijn linker morrihoek een zwart pijpje hangen. Niettemin keek hij somber en toen ik zei: „mooi weertje vandaag!" gaf hij eer. soort van snauw terug. „Tolbaas", zei ik. „je begrijpt je po sitie niet. Je heb: een baantje waar van je niet slijt. Je kur.t er honderd jaar mee worden. Heb ik je gevraagd, cm hier een tolboom over den weg te span nen? Nee. niet waar? Je hebt Ivst tooh gedaan. 32c heb aan dat ding geen be hoefte. Voor mijn part was het er niet! Kijk dus een beetje vrooHjker en zeg me voor mijn dubbeltje eens netjes gceiendag. Nu dan een beetje gauw, asje blieft. 33c kan hier den heel en morgc-a niet staen waciitcn, ik heb oog meer te doen*. Toen zei hij iets, dat ik in deze kolommen nie: durf overbrengen. Laat ik het hiermee omschrijven, da-v hij wensohte dat ik het erg benauwd zou krijgen. Dat deed hij in niet meer dan vier letters. Toen heb ik mij omgekeerd en ben waardig vertrokken. Wie er in mijn testament zal komen. weet. ik nog, niet, (als het Rijk mij nu eens het potje van 200 millioen vereerd had. zou ik al mijn lezers gedenken) maar deze tol baas krijgt nooit van zijn leven ook maar een enkelen cent. Het vreemde van deze tollen is dunkt me. dat ieder die er mee te maken heeft, schijnt te meenen dat ze altijd op dezelfde manier zullen moeten blij ven bestaan. H: heb iemand gekend, die volstrekt geen kans zag om zijn kost tc verdienen. Hij kon alleen heel goed zwemmen en dat werd zijn geluk, want op een zekeren dag struikelde een rijke bankier over een ring in een k3öe mum- en viel te water. Waarschijnlijk zou hij verdronken zijn, wanneer de goede zwem" mer hem niet nagesprongen en er uit gehaald had. Uit dankbaarheid gaf Ce bankier hem ieder Jaar duizend gulden Erkend moest worden, dat de man hem degelijk gered had. want na de ge beurtenis leefde de bankier nog vijf cn vijftig jaar. Toen overleed hij op den leeftijd van zeven en tachtig. De zwemmer was toen nog maar tach tig en rekende er op. dat de toelage van duizend gulden tot zijn dood toe zou worden uitgekeerd. Maar toen het eerste kwartaal uitbleef, ging hij de zoons van den bankier opzoeken en beklaagde zich er ernstig over, dat zfj niet meer be taalden. „Ik was", zoo zei hy, „aan dc toelage gewend, mijn leven was er op in gericht. wat u doet is onrechtvaardig. Ik heb wijlen uw vader toch uit 't water gehaald." De oudste zoon zei: „dat heeft Je het aardige sommetje van vijf en vijftigdui zend gulden opgebracht." „Ongerekend het renteverlies", zei de jongste zoon, die een prima rekenmees ter was. Ongotro&st ging de man heen. Aan hem doen verscheidene tolgaar ders mij wel denken. En dan had hij ten minste op zijn 25ste jaar nog wat voor een medomensch gedaan. Tolgaarders doen niets anders, dan een beletsel op deD Treg zetten, waar niemand om vraagt en willen geld hebtxn. wanneer ze het eenmaal voor Je opr. ijsohen. Eigenlijk ken ik maar één soort van menschen. die nog vrijmoediger is. Dat zijn de lieden, die op de kermissen staan met een „kop van Jut". Eerst noodigen zij de menschen vriendelijk uit daar een Hinken klap cp te geren en als Je dat met inspanning van al Je krachten ge daan hebt. houden zij de hand op en vragen om twee centen, of om een stui ver ik weet niet precies meer wat her laatste tarief is. Het gemeentebestuur van Haarlem .s heel wat anders, dan zoo'n tolbaas en <lc exploitant van een kop van Jut. Het lijkt er op ten opzichte van één zaak. namelijk het laten betalen voor dien sten, die het niet bewijst. Hang eens een uithangbord aan Je win kel. kantoor of werkplaats en binnen een paar weken sturen ze J. een reke ning thuis voor wat zij noemen precario. Wat dat woord precies beteekent kan ik helaas niet zeggen, maar het beduidt vast en zeker: man. je moet betalen. De oude Grieken hieven al precario. het ls dus een oud handigheidje. Er zijn wel meer dingen, waar ze maar een vreemd woord aan geven, omdat een vierkant, duidelijk Nederlandsch woord heel on plezierig klinken zou. Daarom blijft het woord dat ik ervoor bedacht heb. dan ook maar liever op mijn tong liggen en komt niet over de barrière van mijn tanden heen. Men zegt wel: het eenige dat in ons lieve vaderland niet belast wordt, ls de lucht. Kent de man. die deze opmerking het eerst maakte, dan precario niet? Zoo'n uithangbord zit aan één kant nrm je eigen huis vast en hangt aan den an deren kant in de lucht. Je betaalt dus voor het gebruik van de lucht, die nle- mons eigendom is. Wanneer dat mode wordt, dan kunnen wij in Haarlem ook heel goed belasting heffen van pass te rende vliegtuigen, die toch vee! meer onze Haarlemsche lucht in opschudding brengen en onze Haarlemsche vogels verschrikken, dan een onnoozel uithang, bord met het opschrift JAN JANSEN IN MANUFACTUREN. Alleen zal liet een beetje moeilijk wezen om dc be stuurders van vliegtuigen tot betaling voor luchtgebruik tc noodzaken, want wanneor zij aan den horizon zichtbaar worden zijn ze meteen gepasseerd. Toch is er wel een oplossing: ct moet ©en nieuwe Rijksdienst ingesteld wor den Het is alleen nog onzeker, of de nieuwe dienst komen moet onder Pu blieke Werken of onder PolrtJe. Ik zou zeggen, dat verkeersmaatregelen vanzelf onder politie behooren, maar op het Stadhuis denken ae daar geloof ik an-; tiers over en met een beetje goelcn wil kun je ook .nderdaad alles en nog wat or.der publieke werken brengen. bchaJvo tie nachtelijke inbraken, die af en toe in B'.oemendaal er. Heemstede voor vallen. In deze zaak meng ik mU niet. Rap- I»rien. missives en apostilles, die het hart van een rechtgeaardcn ambtenaar vervullen behooren tot de dingen waar ik geen verstand van heb. Het kan ge makkelijk een paar jaar duren voonHt deze hoogst gewichtige quiiestle: be hoort de vllegprccarJo tot de afdeeling P. W. of de ufdeeling P. is opgelost. Daarna wordt de nieuwe dienst inge richt. Met een directeur, die op den grond blijft, een adjunct-dlroctcur. die alleen bi) feestelijke gelegenheden do lucht ingaat en een aantal ambtenaren, die altijd ln de wolken zullen zijn. waar onder niet wordt verstaan dat zij voort durend in een prettige stemming zullen wezen want nauwelijks ls een nieuwe ambtelijke dienst Ingesteld of er komen moeilijkheden met traktement, promo* tie en pensioen. Natuurlijk levert Fokker als Haarlenv sche Jongen ons de allerbeste vliegtuigen voor onze I.iK-lil-Precario, c'.e misschien beter peuoemd kan wordcr. Precario At- mosphtrique, naar het systeem dat Je vooral vreemde woorden g> bruiken moet voor nare dingen dan lijken ze een beetje minder naar. Als het eenmaal zoover gekomen Ls, dan heb ik een sollicitant naar de dlrec- teursbetrekking. een neef van mU waar de familie eigenlijk een beetje mee in de maag zit, omdat hjj nergens voor deugt. Wat hij al niet geprobeerd heeft is niet in ccr. uur te vertellen, maar lk geloof wel, dat dc Precaio Atmosphérique hem passen zou..omdat het een nieuw baan tje Ls en hij dus met niemand vergeleken ken kan worden. Nu geloof Ik toch waarlijk, dat ik van. daag wel een beetje van mijn onderwerp afgedwaald ben. want over droomen had ik het willen hebben en zoo zo.-tjes aan ten ik bij precario aangeland. Niet dat hot erg hindert. De volgende week ko men wij dus wel op de droomen terug. Misschien krijg ik lntu&schen nog een prachtdroom en als een van mijn lezers ook zoo gelukkig is, houd lk mij voor nader bericht vriendelijk aanbevolen.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1928 | | pagina 9