HAARLEM'S DAGBLAD
NAPOLEON IV
STADSNIEUWS
Crzefé ke£ IL
1755
1928
Jl&éé.
CU. 11
Haarlemmer Halletjes
ZATERDAG 22 SEPT. 1928 DERDE BLAD
Historie en litteratuur.
MAURICE ROSTAND.
(Van onzen Parijsehen correspon dent).
„Wahrheit und Dichtung". Dat is het
nieuwe stuk waarmede „the season" in
Parijs is begonnen. En het is zeker geen
klein evenement dat het seizoen wordt
geopend met een nieuw stuk van een van
de meest gezochte tooneelschrijvers.
Maurice Rostand. Zoo langzamerhand
begint het pubhek er achter te komen
dat het geen juiste beoordeeling is om
ite zeggen: 't is wel mooimaar 't is
toch niet de vader; Maurice Rostand,
al is hij dan misschien niet zoo'n groot
dichter als wijlen Edmond, is een zeer
belangrijke figuur. Z5jn .Xa Gloire", het
laatste stuk waarin de groote Sara Bern-
hard optrad, het drama waarin hij in
vloeiende verzen de ellende schetst zoon
te zijn van een beroemd vader, blijft
een goed stuk werk. Edmona gaf ons de
geschiedenis van Napoléon II. l'Aiglon,
Maurioe dichtte en verdichtte de ge
schiedenis van Napoléon IV „le prince
Loulou". En beide stukken vonden him
première in het oude Théatre de la
Por te Saint-Martin. Maar hier zetten we
dan ook alle vergelijkingen verder stop.
Of neen, laten we er dan nog één enkele
mogen makendat én vader én zoon een
valsch beeld hebben gegeven van de his
torie. Aan Edmond danken we de legende
van den gefolterden hertog van Reich-
stad, bedild, bespionneerd, getreiterd
door Mettemich. Aan Maurice het fabel
tje van een gemartelden Napoléon IV.
„Napoléon IV" is een wonderlijke men
geling overigens van historische feiten
en van verdichtsels. Dat „le prince im
perial" een verhouding heeft gehad met
Charlotte Watkyns, aan 'wie hij zich had
uitgegeven voor Louis Walter, is een
feit. Men zou er zelfs aan kunnen toe
voegen «hetgeen Rostand niet deed) dat
Charlotte het leven schonk aan een
zoon, maar dat dit schandaaltje dsn
kop werd ingedrukt op aandringen van
keizerin Eugenie. Trouwens, het zou ge
vaarlijk zijn om dit kind (dat nog leeft,
maar dat door de moeder aan een Voog
dijraad werd toevertrouwd en dat een
werkman ls geworden) aan te wijzen als
zoon van Napoléon IV, want Charlotte
had nog andere „vrienden".
Luitenant Carey is werkelijk de man
geweest die den prins zoo schandelijk in
den steek heeft gelatenwaarvoor hij
later beloond werd met een mooie pro
motie in het Britsche leger. Rostand
heeft er een intrigue aan vastgeknoopt:
Carey, smoor verliefd op Charlotte, af
gewezen en zijn troost zoekend in Zou-
louiand.
Ook de wijze waarop Rostand Louis
Waiter heeft geteekend is niet juist. In
werkelijkheid was de jonge prins héél
wat minder sympathiek dan de dichter
hem voorstelt en 't feit alleen al dat hij
dienst nam als officier in het Engelsehe
leger is typeerend voor zijn mentaliteit.
Wanneer men de gescliiedenis van zijn
oudoom kent en vooral het drama van
Sint-Helena kan men zich moeilijk ver
klaren hoe Napoléon IV den triesten
moed heeft gehad om een Engelsch uni
form aan te trekken.
Vierde historische figuur in Rostand's
drama is minister Rouher. Voorts Uhl-
mann, Loulou's valet de chambre (die
echter nooit in de garsonnière bij den
kapper Dumont kwam)de soldaten Ro
gers, Cochrane, Lettock, Wills en Abel,
medeplichtigen van luitenant Carey. En
aankeizerin Eugenie, voorgesteld als
een monster van zelfzuchtigheid, als een
mons:er van wrc-edheid (zoo dat het
publiek kreten van verontwaardiging
slaakte)hetgeen ze, met al haar
fouten, niet was.
Nu ik u de historische figuren uit het
drama heb genoemd, een korte analys?
van het stuk. Charlotte Watkyns woont
in een klein kamertje ergens in Londen.
Luitenant Carey vraagt haar ten huwe
lijk. maar Charlotte bekent hem een
ander lief te hebben, Louis Walter. En
Carey zegt dan naar Afrika te zullen
vertrekken, naar een gevaarlijke afge
legen post. Als Carey weg is komt Louis
Walter, Napoléon IV.
Charlotte roept een ouden, ambulan-
ten fotograaf binnen en verzoekt hem
een portret te maken van haar en
Louis. Napoléon wil er eerst niets van
weten, bang dat hij herkend zal wor
den, stemt op aandringen van Charlotte
toe, maar draait op het laatste moment
het hoofd cm. Voor Chariott. wil hij
Louis Walter blijven. Tweede bedrijf: de
gurqonnière van Louis, op den dag dat
hij naar Afrika zal vertrekken. Keizerin
Eugénie en vervolgens Rouher komen
hem smeekcn om tcch niet te vertrek
ken. Een prachtige dialoog ontstaat tus-
schen den prins en den ouden minister.
Rostand laat den prins (in werkelijk su
blieme verzen» den roem van Napoléon
I en van Napoléon III zingen en tegelijk
hun bloedvergieten veroordeelen. Dan
komt Charlotte, vroolijk, onbezorgd, vol
toekomstplannen. Louis moet haar zeg
gen dat het uur van afscheid daar is.
En zij, wetend dat met hst zelfde schip
„le prince impérial" zal vertrekken be
grijpt dat haai Louis Walter een groot
gevaar tegemoet gaat. Want ze begrijpt
den haat van de Engelschen voor den
laatsten Bonaparte, zij voorziet een dra
ma. Na een dramisch afscheid vertrekt
Louis Walter, belovend terug te zullen
komen. Dan het drama aan de Bloed
rivier. Carey heeft de verzekering ge
geven dat er hier geen gevaar dreigt.
Een Zoulcu komt hem in het oor fluiste
ren dat alles gareel is. Louis, als heeft
hij er een voorgevoel van dat er ie^s gaat
gebeuren, vraagt aan Carey om aan
Charlotte W tkyns te zeggen dat zijn
laatste gedachten voer haar zuilen zijn,
wanneer hij onverwachts zou sterven, iïu
Carey weet dat de prins zijn rivaal
is. staat zijn voornemen vaster dan ooit
om zijn opdracht uit te voeren. Men
brengt Louis' paardde anderen zijn
al gevluchtLouis, bij de nadering
van de Zoulou- wil in den zadel sprin
gen, maar de riemen zijn doorgesneden,
hij valt. en blijft alleen, sabel in den
vuist, met twintig vijanden tegenover
zich.
Laatste bedrijf in de kamer van Louis.
Charlotte heeft zoo juist een brief ge
kregen dat Louis Walter spoedig zal te-
rugkeeren. Buiten hoort men couranten
schreeuwers, de bladen melden dat de
„prince impérial" vermoord is door de
Zoulou's. Ze ziet een portret; ze ziet dat
Louis Walter Napoléon IV was. Keizerin
Eugénie komt binnen om uit een secre
taire de laatste wilsbeschikking van haar
zoon te nemen.Charlotte werpt zich aan
de voeten van de keizerin, ze bezweert
Eugénie om wraak te nemen. Napoléon
IV is vermoord op last van Victoria. En
Eugénie. die eerst de „intrigante" heeft
willen afwijzen, luistert, begrijptze is
vastbesloten. Maar daar klinkt buiten
het „Gca save the queen": Victoria komt
aan Eugénie haar rouwbeklag brengen
en Eugénie gaat haar tegemoet, om haar
te omhelzen, Charlotte in wanhoop ach
ter latend.
Het toch al dramatische gegeven, aan
gedikt. heeft den dichter Rostand na-
luuriijk gelegenheid gegeven tot het ma
ken van goede verzen. Telkenmale pakt
hUom ons weêr los te ïateri wan
neer hij in détails treedt. Zelfs 2^jn poë
zie zakt dan beneden het middelmatige,
zooals hier:
C'est ie portrait de ma soeur Adelaide.
Elle est morte de la fièvre typhoïde
Maar wat doet dat er ten slotte toe
waar er tegenover staan de talrijke su
blieme stukken waarin Rostand zich een
groot dichter en dramaturg toont? En
wanneer deze poëzie gezegd en gespeeld
wordt door een Vera Sergine en een
Henri Rollan is het genot onverdeeld.
We mogen bezwaren hebben tegen dezen
„historischen" Napoléon IV, maar be
wonderen het litteraire werk van Mau
rice Rostand.
HENRY A. TH. LESTURGEON.
Parijs, 18 September.
WONINGBOUW.
De huren van „Luctor et
Emergo".
BEZWAREN VAN GED. STATEN
In het voorstel voor het raadsbesluit
d.d. IS Mei 1927, deelden B. en W.
aan den raad mede. dat, hoewel dc
bevoegdheid tot het goedkeuren van
de huurprijzen voor de met de bij
raadsbesluit van 15 Juli 1925 toegc»
kende voorschotten gebouwde wo
ningen aan B. en W. is toegekend,
het college vermeende dat ingevolge
de toezegging de goedkeuring der
huurprijzen bij het voor de eerste
maal betrekken der woningen aan
den raad moest worden overgelaten.
Voor een zevental woningcomplexen
werd van den raad goedkeuring van
de huren reeds verkregen.
Weldra zullen de 46 woningen van
de woningstichting .-Luctor ct Emer
go" in exploitatie kunnen worden
gebracht.
Derhalve stellen B. en W. thans
voor goed te keuren, dat de weke»
lijkschc huurprijs voor die woningen
wordt bepaald op 5-25 per woning.
Met dezen huurprijs zal het tekort
op dc exploitatie pl.m. 1.590 per
jaar bedragen.
In verband hiermede stellen B. cn
W. voor aan genoemde vereeniging
een jaarlijkschc bijdrage uit de ge*
mccntckas te verlcencn tot ten hoog
ste 1.590.
Zooals bekend is. heeft de min
derheid van B. en W. bezwaar tegen
het voortgaan met toekennen van bij
dragen in het tekort op de exploita
tie van woningen- Bovendien hebben
Gedeputeerde Staten meegedeeld, dat
zij het niet juist achten, dat thans
nog woningen worden gebouwd,
waarvan de bouwkosten zóó hoog
zijn. dat cenc sluitende exploitatie
rekening slechts door eenc gemeen
telijke bijdrage kan worden verkregen
cn dat zij vertrouwen, dat in dc toe
komst geen besluiten tot het vcrlee.
nen van ecne jaarlijksche bijdrage
in het tekort op dc exploitatie van
dergelijke woningen zullen worden
genomen.
Hierop hebben B cn W. geant
woord. dat het billijk is o.a. voor dit
geval alsnog een uitzondering tc ma
ken. aangezien dit bouwwerk een
uitvloeisel is van hetzelfde Raadsbe
sluit. waarbij voorschotten zijn ver
leend voor den bouw der woningen,
tot dekking van welker exploitatie
reeds bijdragen zijn toegekend.
Bedoelde minderheid heeft om d>c
reden tegen dit voorstel geen bezwaar,
doch blijft van mcening. dat het toe
kennen van bijdragen niet meer mag
voorkomen.
EEN NIEUWE PROTES-
TANTSCHE L. SCHOOL.
IN HET AMSTERDAMSCHE OF
SLACHTHUISKWARTIER.
Het bestuur der Vereeniging tot stich
ting en Instandhouding van Scholen
met den Bijbel te Haarlem, gevestigd te
Haarlem, verzoekt uit de gemeentekas
de benoodigde gelden te mogen ontvan
gen voor den bouw van eene school voor
gewoon lager onderwijs op een terrein,
gelegen hetzij in de Amsterdam sche-
hetzij in de Slachthulsbuurt alhier.
Uit de bij de aanvrage overgelegde
stukken blijkt, dat de te stichten school
ruimte moet bieden voor 33b" leerlingen:
dat zij 7 klassen en een gymnastieklo
kaal zal hebben en dat per klasse ten
hoogste 48 leerlingen zullen worden toe
gelaten.
Volgens art 73 der Lager-onderwijs
wet 1920 behoort uit de overgelegde ver
klaring te blijken, dat de school door
ten minste 100 leerlingen, 'in eene ge
meente met meer dan 100.000 ingezete
nen), zal worden bezocht.
B. en W. deelen den raad mede. dat
zij alle namen hebben nagegaan en dat
het opgegeven aantal in elk geval boven
dat minimum is.
Vervolgens deelen B. en W. aan den
raad mede. dat adressant voornemens
is de bijzondere school aan de Antho-
niestraat 12a op te heffen, zoodra de
nieuwe school gereed is. Voor deze
school wordt de vergoeding gegeven,
bedoeld in art. 205 der Lacer-onderwijs-
wet 1920.
Indien een schoolbestuur, ais bedoeld
in dat artikel, aan den Raad eene aan
vrage om een nieuwe school indient,
is de Raad bevoegd, die aanvrage af te
wijzen op grond van de bruikbaarheid
van het gebouw, waarin de school i
gevestigd.
Uit een door den Directeur van Open
bare Werken ingesteld onderzoek ls ge
bleken, dat de bruikbaarheid van het
gebouw in den best-aanden toestand niet
zoodanig is, dat zij girond geeft tot af
wijzing van het verzoek
Over de plaats, waar de nieuwe school
in het oostelijk gedeelte der gemeente
zal worden gebouwd, zal eerst eene be
slissing kunnen worden genomen, wan
neer B. en W. de stukken, voorgeschre
ven in art. 77, 5e lid der Lager-onder-
wijswet 1920 hebben ontvangen
Volgens adressant z'jn de kosten van
den bouw, (met inbegrin van den
grond, de meubileeriag. schoolbehoef-
ten enz.), bij benadering op f 126.000,
te ramen.
DE ROOÏLIJNEN-
QUAESTIE.
B. EN W. STELLEN THANS
VOOR EEN VERGOEDING TE
GEVEN.
De eigenaar van het perceel Koning
straat kad. sectie C no. 891, het tweede
perceel bezuiden de Stoofsteeg, heeft
zich bereid verklaard een gedeelte van
dat perceel, hetwelk buiten de voor die
straat nieuw vast te stellen rooilijn zal
komen te liggen, aan de gemeente te
veikoopen, tegen den prijs van f 1.600.
zijnde een evenredig doel van het door
hem voor het- geheele perceel betaakie
bedrag.
Het aan te koopen gedeelte is 24 M2.
groot. B. en W. achten aankoop van be
doeld gedeelte grond tegen den bedon
gen prijs in het belang der gemeente.
Wij herinneren er aan. dat B. en W.
indertijd voorgesteld hebben de r.'euwe
rooilijn vast te stellen aondedr een ver
goeding te geven aan de eigenaars die
daardoor getroffen worden.
Dat voorstel is toen, nadat uit de
Middenstands Centrale een actie daar
tegen gevoerd was, aangehouden. Nu
stellen B. en W. voor een vergoeding
te geven.
INGEZONDEN MEDEDEELTNCEN 1 «l CENTS PER REGEt
geen vertrouwen,
/f dal wij gedurende weer dan
anderhalve eeuw en in sleeds
toenemende male labak vervaar
digen en daarmede voorzien, een
steeds grooler wordend aantal
rookers
door een product
tc leveren dal door zijn kwaliteit
voldoet aan de hoogste eischen
was het mogelijk, onze positie
175 jaren lang le handhaven
en gestadig te versterken.
zullen de geur
en smaak van onze tabakken ten
volle bevredigen.
„7/t pfaah uwi yeuume tabak!"
Echle FriescheHEEREN-BAAl
Vanaf 50clp 1!:pJ20clp.ons. lOelp. '/jon*
N.V. Douwe Egberti Taboksfablelen foure-U/rtcht
Am iltr Jam -den Haag. - Opgericht 1753.
WIE Z'N HEK IS DIT?
HET LIET DEN POLITIE
RECHTER KOUD.
P. H. J. pensionhouder, heeft grond
te Wijk aan Zee en Duin. En C H..
visdhhandelaar te Haarlem heeft grond
daarnaast. De beide terreinen zijn ge
scheiden door een hek.
Van wien is dat hek?
Van mU, zegt J. De landmeter heeft
den boel uitgemeten en het staat be
schreven.
Van mij, zegt H. He', hoort bij mijn
perceel.
Ziedaar het geschil en meteen de
grondslag waarop een mishande'.'.r. gs-
zaakje dat Vrijdag voor den Politie
rechter werd behandel-L berust.
Op een avond in Juli was H p r
Kets naar zijn terrein gereden on had
zijn fiets tegen het hek aan geact.
Mevrouw J. zag het en ging cr op af.
..Die flets wil ik daar niet hebben",
zei ze.
„Nou", vertelde H. nu den Politie
rechter, ,.!k zei: wat zegt u mevrouw?"
want ik bleef beleefd.
,.D!e fiets wil ik daar niet hebben".
„Maar mevrouw, t is toch mijn
hek
Hier past een enz.
Want het debat dat al zoo dikwijls
gehouden was. werd weer gehouden
Maar het eindigde in een kloppartijtje,
want op een gegeven oogenbi'.k schopte
H. tegen het hek. En toen ce heer J
uit zijn keuken dit zag. liep hU r.aar de
twee toe en mengde zich, in de verbeel
ding dat H. mevr. J wilde schoppen,
op hardhandige wijze in het debat.
Vandaar een aanklacht.
Vandaar de behandeling van de zaak
voor een Politierechter-.
En vandaar f 10 boete voor den
heer J.
De Politierechter nam bij zijn vonnis
in aanmerking dat de heer J. naar aan
leiding van de hekquaestie. nog al eens
plagerijtjes te verduren had gehad, maar
hij adviseerde hem, in 't vervolg kalmer
te blijven.
Vsn wien het hek was kon do Politie
rechter niet schelen. Dat moet de civiele
rechter maar uitmaken.
BOUWTERREIN
Clir. Pels, wenscht van de gemeente
in koop te ontvangen een gedeelte bouw-
tcrerln. gelegen Ran de zukiziJde van de
Engclszstraat tor groot te van pl.m. 28
M2., tegen den prijs van f 15,- per M2.
Het voornemen bestaat om dien grond
te gebruiken als poort ten behoeve van
het aar.genzcnde perceel.
B. cn W. hebben daartegen geen bo-
G. W. K. Bosma. wenscht in koop te
ontvangen een gedeelte bouwterrein,
role?,en aan de Rustenburgerlaan hoek
Puiten rust laan. ter groote van plm.
585 M2., tegen den prijs van f 18 per M2.
Het voornemen bestaat om op dien
grond te bouwen één dubbel woonhuis
en twee vrijstaande woonhuizen met
twee garages, de huizen elk bestond ter
bewoning door niet meer dan één gezin.
B. en W. kunnen zich daarmede ver
eenigen.
EEN ZATERDAGAVONDPRAATJE
Per boot of vliegtuig naar Indië
Eens of meermalen ontdek
ken. Waarom het Raadslid
niet gevleid was. Tolboomen
en tolgaarders. Tollen die al
maar doortolLn. De redder en
zijn toelage. Belasting op de
lucht. Niet aan het onderwerp
toegekomen.
Er bestaan heele brochures, heele boe
ken, heele bibliotheken van boeken
over droomen en droomuitlegging, maai
voor zoover ik weet staat daar nergens
te lezen, hoe je het moet aanleggen om
plezierige droomen te krijgen, wel wat
die droomen hebben beteekend, maar
dat is achteraf en daar heb ie niet meer
aan. Als ik bijvoorbeeld de volgend:
week hoor, dat de ÏOO-OJO in de Staats
loterij gevallen is op No. 1111, dan heb
ik daar veel minder aan dan wanneer :'r
vandaag zou droomen, dat de hoofdprijs
op 1111 villen zou. zoodat ik er neg op
uit kan gaan en probeeren. dat num
mer machtig te worden.
Een paar dagen geleden praatten we
thuis ever het merkwaa-dige geval, da',
een groot man op het gebied van de ver
eeniging voor Luchtvaart, naar Indië
zou gaan. maar per boot en niet per
vliegtuig. Begrijp goed: als ik naar In
dië meest, zou ik ook liever met de boot
gaan. ri Is wel heel wat langer, maar
geriefelijker en ten slotte toch ook w?l
wat veiliger. Maar de man van de
Luchtvaart gaat, zou je zeggen, uitslui
tend door de lucht. Hij wil niet anders.
Nu goed, daarin heb ik mii dan verg:-,;
en w'lbcsohouwd gaat het mii ook niet
aan. Er zijn wel menschen die autobus
sen prettig vinden en ik griezel ervan
een uur of een paar uur in een schok-
kenden wagen te zitten, jn een atmos
feer cm te bezwijken, omdat er .meestal
in een gezelschap van twaalf of twintig
menschen wol twee ziin. die onmogelijk
een raampje open kunnen hebben, daar
z\j anders op de plaats doodblijven. En
daar de duffen 't altijd winnen van de
frissohen. die niet zoo gauw met over
lijden klaar staan, zijn in behoorlijk
beheerde autobussen meestal alle
raampjes dicht. Het wonder is altoos,
dat er" na het einde van de rit r.og nie
mand van benauwdheid is omgekomen.
Maar de neiging can af te dwalen
heeft mij weer te pakken en als 3c niet
gauw tot mijn onderwerp terugkeer kom
ik ten slotte v& het Hima'.ayagebergte
aan de Noordpool uit. Met die Noord
pool is 't een gekke geschiedenis: ze
wordt altijd maar opgespoord en her
haaldelijk ontdekt en toch trekken er
altijd maar weer andere menschen op
uit om haar 'opnieuw te ontdekken. Dar,
komen er dikke boeken over of ook niet
en ik denk wel eens. dat de wereld niet
zal rusten, of iedere natie moet minstens
éénmaal de Noordpool ontdekt hebben.
Heel iets anders dan met Amerika, dat
éémnaal ontdekt is en daarmee basta.
Na den avontuurlijken Genuces heef:
niemand meer behoefte gevoeld, om het
nog eens dunnetjes over te doen. Zoo
zal do ontdekking van Hopma ook ten
eeuwigen dage zijn onbetwistbaar eigen
dom blijven. Waarin die bestond zal ik
zoo kort mogelijk vertellen, „Ik heb ont
dekt", zei hij, .dat al de leden van den
Gemeenteraad van Nergenshuizen be
kwame. ijverige en welsprekende mannen
zijn, zuinig met de belastingpenningen
van de burgerij, altüd bereid om hun
zetel af te staan aan menschen die zij
knapper vinden dan zichzelf".
Ik heb dit aan een vriend van mij,
die zelf lid van een gemeenteraad is.
verteld en hij scheen er," wonderlijk ge
noeg, niet eens mee ingenomen, want
hij vToeg of dat dan nog ontdekt morst
worden". Zoo is het in 't leven toch
maar lastig om het iedereen naar den
zin te maken. Je vertelt iemand, dat er
een heele reeks deugden van hem ont
dekt zijn en inplaats van daar blij over
te wezen vraagt hij. of je die can niet
al lang kende.
Alweer een nieuw bewijs dat het le
ven moeilijk is. Zie nu de tolquaesties.
waarover we ons zoo druk maken. Al
lerlei menschen, vereenigd in verschil
lende besturen, zijn er sedert jaren aan
gewoon ergens een slagboom neer te
zetten en die niet open te maken vóór
dat menschen met en zonder berusting
daar een belooning voor betaald hebben,
die met veel overleg berekend is. Bij
voorbeeld zoo: een voetganger éen cent.
een man met een handwagen twee cent.
iemand met een met één paard bespan
nen voertuig een stuiver, idem met twee
paarden zeven cn een halve cer.t en een
automobiel met bestuurder een dubbel
tje. Het vreemde van deze verschillen
ligt hierin, dat voor al die gevallen het
zelfde werk gedaan moet worden, na
melijk een tolboom oplichten. Waarom
dan dat verschil van tarief? De tolboom
slijt van het eene niet meer. dan van
het andere. Bovendien is een houten
boom volstrekt niet kostbaar. Zoo'n ding
kest. zou ik zeggen van vurenhout toch
niet meer dan een vijf en twintig gulden,
van eikenhout misschien dertig, ingelegd
met ebbenhout denk ik honderd en in
gelegd met diamanten misschien dui
zend. maar dat laatste weet ik zoo pre
cies niet. Zulke kostbare boomen heb ik
evenwel nooit gezien, t zyn altüd dood
ordinaire vurenhouten dingen geweest.
Ht valk van tolgaarder is wel het
vreemdste bedrijf, dat je ooit van je
leven gezien hebt. Unskilled labour
noemen ze dat in twee vreemde woorden,
hetgeen beteekent dat je daar nu let-
teiyik niemendal voor hoeft -te kennen.
Hersens heb je er niet voor noodig.
Leren en sahrijven is in dit vak over
bodige weelde. Een man zonder becnen
kan het best uitoefenen, want als hij
wil kan hij er bij gaan zitten vlak bij
den trlboom, zoodat er niemand door
kan of hij moet eerst betaald hebben.
Hij heeft er niet eens armen voor
ncodir. Hij legt maar een zakje op
een tafeltje n?er en -wijst met zijn
hoofd da^de menschen dde van den tol
boom gebruik maken, het daar maar in
doen en geeft me*, zijn schouder een
duwtje aan den tolboom dat die om
hoog gaat Hoe slechter de quaiiteit
van het hout, des te gemakkelijker
vliegt hij omhoog. Dalen doet hij van
zelf wel en wie er doorgaat moet dan
zelf maar oppassen, dai hij hem bij het
neerkomen niet op zijn hoofd krijgt.
Een tolgaarder kan niet op alles letten.
Het is gebeurd, cat ik op een morgen
een tel boem incest pasreeren en daar een
grimmigen tolbaas vond. Hij had een
paar overtollige armen en beer.en, genoot
dus, zou je zeggen van zekere weelde
(of hij ook overbodige hereens had. kon
ik zoo ^iuw niet onderzoeken) het was
mooi weer, hij had in zijn linker
morrihoek een zwart pijpje hangen.
Niettemin keek hij somber en toen ik
zei: „mooi weertje vandaag!" gaf hij
eer. soort van snauw terug.
„Tolbaas", zei ik. „je begrijpt je po
sitie niet. Je heb: een baantje waar
van je niet slijt. Je kur.t er honderd jaar
mee worden. Heb ik je gevraagd, cm
hier een tolboom over den weg te span
nen? Nee. niet waar? Je hebt Ivst tooh
gedaan. 32c heb aan dat ding geen be
hoefte. Voor mijn part was het er niet!
Kijk dus een beetje vrooHjker en zeg
me voor mijn dubbeltje eens netjes
gceiendag. Nu dan een beetje gauw, asje
blieft. 33c kan hier den heel en morgc-a
niet staen waciitcn, ik heb oog meer te
doen*.
Toen zei hij iets, dat ik in deze
kolommen nie: durf overbrengen. Laat
ik het hiermee omschrijven, da-v hij
wensohte dat ik het erg benauwd zou
krijgen. Dat deed hij in niet meer dan
vier letters. Toen heb ik mij omgekeerd
en ben waardig vertrokken. Wie er in mijn
testament zal komen. weet. ik nog, niet,
(als het Rijk mij nu eens het potje
van 200 millioen vereerd had. zou ik
al mijn lezers gedenken) maar deze tol
baas krijgt nooit van zijn leven ook maar
een enkelen cent.
Het vreemde van deze tollen is dunkt
me. dat ieder die er mee te maken
heeft, schijnt te meenen dat ze altijd
op dezelfde manier zullen moeten blij
ven bestaan. H: heb iemand gekend, die
volstrekt geen kans zag om zijn kost tc
verdienen. Hij kon alleen heel goed
zwemmen en dat werd zijn geluk, want
op een zekeren dag struikelde een rijke
bankier over een ring in een k3öe mum-
en viel te water. Waarschijnlijk zou hij
verdronken zijn, wanneer de goede zwem"
mer hem niet nagesprongen en er uit
gehaald had. Uit dankbaarheid gaf Ce
bankier hem ieder Jaar duizend gulden
Erkend moest worden, dat de man
hem degelijk gered had. want na de ge
beurtenis leefde de bankier nog vijf cn
vijftig jaar. Toen overleed hij op den
leeftijd van zeven en tachtig.
De zwemmer was toen nog maar tach
tig en rekende er op. dat de toelage van
duizend gulden tot zijn dood toe zou
worden uitgekeerd. Maar toen het eerste
kwartaal uitbleef, ging hij de zoons van
den bankier opzoeken en beklaagde zich
er ernstig over, dat zfj niet meer be
taalden. „Ik was", zoo zei hy, „aan dc
toelage gewend, mijn leven was er op in
gericht. wat u doet is onrechtvaardig. Ik
heb wijlen uw vader toch uit 't water
gehaald."
De oudste zoon zei: „dat heeft Je het
aardige sommetje van vijf en vijftigdui
zend gulden opgebracht."
„Ongerekend het renteverlies", zei de
jongste zoon, die een prima rekenmees
ter was.
Ongotro&st ging de man heen.
Aan hem doen verscheidene tolgaar
ders mij wel denken. En dan had hij ten
minste op zijn 25ste jaar nog wat voor
een medomensch gedaan. Tolgaarders
doen niets anders, dan een beletsel op
deD Treg zetten, waar niemand om
vraagt en willen geld hebtxn. wanneer
ze het eenmaal voor Je opr. ijsohen.
Eigenlijk ken ik maar één soort van
menschen. die nog vrijmoediger is. Dat
zijn de lieden, die op de kermissen staan
met een „kop van Jut". Eerst noodigen
zij de menschen vriendelijk uit daar een
Hinken klap cp te geren en als Je dat
met inspanning van al Je krachten ge
daan hebt. houden zij de hand op en
vragen om twee centen, of om een stui
ver ik weet niet precies meer wat her
laatste tarief is.
Het gemeentebestuur van Haarlem .s
heel wat anders, dan zoo'n tolbaas en <lc
exploitant van een kop van Jut. Het
lijkt er op ten opzichte van één zaak.
namelijk het laten betalen voor dien
sten, die het niet bewijst. Hang
eens een uithangbord aan Je win
kel. kantoor of werkplaats en binnen
een paar weken sturen ze J. een reke
ning thuis voor wat zij noemen precario.
Wat dat woord precies beteekent kan ik
helaas niet zeggen, maar het beduidt
vast en zeker: man. je moet betalen. De
oude Grieken hieven al precario. het ls
dus een oud handigheidje. Er zijn wel
meer dingen, waar ze maar een vreemd
woord aan geven, omdat een vierkant,
duidelijk Nederlandsch woord heel on
plezierig klinken zou. Daarom blijft het
woord dat ik ervoor bedacht heb. dan
ook maar liever op mijn tong liggen en
komt niet over de barrière van mijn
tanden heen.
Men zegt wel: het eenige dat in ons
lieve vaderland niet belast wordt, ls de
lucht. Kent de man. die deze opmerking
het eerst maakte, dan precario niet?
Zoo'n uithangbord zit aan één kant nrm
je eigen huis vast en hangt aan den an
deren kant in de lucht. Je betaalt dus
voor het gebruik van de lucht, die nle-
mons eigendom is. Wanneer dat mode
wordt, dan kunnen wij in Haarlem ook
heel goed belasting heffen van pass te
rende vliegtuigen, die toch vee! meer
onze Haarlemsche lucht in opschudding
brengen en onze Haarlemsche vogels
verschrikken, dan een onnoozel uithang,
bord met het opschrift JAN JANSEN
IN MANUFACTUREN. Alleen zal liet
een beetje moeilijk wezen om dc be
stuurders van vliegtuigen tot betaling
voor luchtgebruik tc noodzaken, want
wanneor zij aan den horizon zichtbaar
worden zijn ze meteen gepasseerd.
Toch is er wel een oplossing: ct moet
©en nieuwe Rijksdienst ingesteld wor
den Het is alleen nog onzeker, of de
nieuwe dienst komen moet onder Pu
blieke Werken of onder PolrtJe. Ik zou
zeggen, dat verkeersmaatregelen vanzelf
onder politie behooren, maar op het
Stadhuis denken ae daar geloof ik an-;
tiers over en met een beetje goelcn wil
kun je ook .nderdaad alles en nog wat
or.der publieke werken brengen. bchaJvo
tie nachtelijke inbraken, die af en toe
in B'.oemendaal er. Heemstede voor
vallen.
In deze zaak meng ik mU niet. Rap-
I»rien. missives en apostilles, die het
hart van een rechtgeaardcn ambtenaar
vervullen behooren tot de dingen waar
ik geen verstand van heb. Het kan ge
makkelijk een paar jaar duren voonHt
deze hoogst gewichtige quiiestle: be
hoort de vllegprccarJo tot de afdeeling
P. W. of de ufdeeling P. is opgelost.
Daarna wordt de nieuwe dienst inge
richt. Met een directeur, die op den
grond blijft, een adjunct-dlroctcur. die
alleen bi) feestelijke gelegenheden do
lucht ingaat en een aantal ambtenaren,
die altijd ln de wolken zullen zijn. waar
onder niet wordt verstaan dat zij voort
durend in een prettige stemming zullen
wezen want nauwelijks ls een nieuwe
ambtelijke dienst Ingesteld of er komen
moeilijkheden met traktement, promo*
tie en pensioen.
Natuurlijk levert Fokker als Haarlenv
sche Jongen ons de allerbeste vliegtuigen
voor onze I.iK-lil-Precario, c'.e misschien
beter peuoemd kan wordcr. Precario At-
mosphtrique, naar het systeem dat Je
vooral vreemde woorden g> bruiken moet
voor nare dingen dan lijken ze een
beetje minder naar.
Als het eenmaal zoover gekomen Ls,
dan heb ik een sollicitant naar de dlrec-
teursbetrekking. een neef van mU waar
de familie eigenlijk een beetje mee in de
maag zit, omdat hjj nergens voor deugt.
Wat hij al niet geprobeerd heeft is niet
in ccr. uur te vertellen, maar lk geloof
wel, dat dc Precaio Atmosphérique hem
passen zou..omdat het een nieuw baan
tje Ls en hij dus met niemand vergeleken
ken kan worden.
Nu geloof Ik toch waarlijk, dat ik van.
daag wel een beetje van mijn onderwerp
afgedwaald ben. want over droomen had
ik het willen hebben en zoo zo.-tjes aan
ten ik bij precario aangeland. Niet dat
hot erg hindert. De volgende week ko
men wij dus wel op de droomen terug.
Misschien krijg ik lntu&schen nog een
prachtdroom en als een van mijn lezers
ook zoo gelukkig is, houd lk mij voor
nader bericht vriendelijk aanbevolen.