insecten
HAARLEM'S DAGBLAD DONDERDAG 27 SEPT. 1928
VERGADERING VAN DEN HAARLEMSCHEN
GEMEENTERAAD.
Samenstelling der Havencommissie. Weekhuren
woningen van „Luctor et Emergo". Een nieuwe
Christelijke schooL De nieuwe turbine voor de Elec-
trische Centrale. Uitgebreid debat. B. en W. het
pleit gewonnen. Uittreding uit de P. E. G- E. M.
Asfalteering Generaal Cronjéstraat. Rondvraag
met een staartje. Naar een gemeentelijk waschhuis?
Ingekomen *Un:
oen verzoekschrift van de Kamer van
Koophandel en Fabrieken voor Haarlem
er. Omstreken om intrekking ran de ver
ordening tot heffing eener zakelijke be
lasting op liet bedrijf;
een voorstel van de he eren Mr. A.
Bruch en Mr. J. N. J. E. Heerkcns
TliSjssen om te lezen in het besluit van
raadsstuk No. 401 (1928) in plaats van
625: f 1-250.
(Te behandelen bij punt 8 van den
oproepingsbrief)
Gesteld worden in handen van B. en
W. om prae-advies:
een verzoekschrift van Joh. Rutte om
een perceel grond aan de Brakenburgh-
straat in koop te ontvangen;
een verzoekschrift van D. A. Appel
boom om een perceel grond aan de
Erigelszstraat in koop te ontvangen:
;-o. een verzoekschrift van F. Hüneker
cn G. Joosten om een perceel grond aan
de Jelgersma&traat in koop te ontvan
gen;
een verzoekschrift ran het bestuur der
St. Theresiaschool. Kleine Houtweg 22.
om besciukbaarstellinig van gelden voor
d« aanschaffing van leermiddelen en
leerboeken;
een verzoekschrift van het bestuur der
S;. Vcronicaschool. Antoniestraat 28, om
beschikbaarstelling van gelden voor de
aanschaffing van leermiddelen;
een verzoekschrift van H. van Brede-
rode Azn. e.a. om de Algemeene Politie
verordening aan te vullen met een be
paling, dat de honden onder de karren
bij aankomst op de groentenmorkt on
middellijk moeten worden afgespannen
cn opgeborgen ln een pakhuis, totdat de
eigenaars dier honden de markt weder
verlaten:
een verzoekschrift van de afdeellng
Haarlem der Nederlandsche Vereeniging
van Huisvrouwen om krachtige maat
regelen to tvemon. waardoor een einde
wordt gemaakt aan de verontreiniging
door honden ran de groentenmarkl;
Burgemeester en Wethouders hebben
benoemd in de Commissie voor de Ha-
- en plannen: als voorzitter: don Wet
houder van. Openbare Werken en Volks-
huisvesting: als leden: den wethouder
vrn Financiën; de heeren: H. J. L. Klein
S hlphc-.-v. M. A. Reir.aMa. W. Rooden-
burg, J -F. Hulswit en E. H. Krclage.
Besloten wordt in het Raadsbesluit
van 13 Juni 1928. no. 18 tot uitgifte van
grond in erfpacht aan S. L Blom en
TJ; de Vries aan de Van Oosten de
Bruijnstraat hoek Zonnc-bloemstraat, in
plaats van „zes woonhuizen" te lezen:
„een woonhuis en vilf winkelhuizen".
Vaststelling woninghuur
rüNT 3.
Voorstel van B. en W. tot goedkeuring
der weekhuren ene. der woningen der
Woningstichting „Luctor et Emergo".
In de voortgezette gedachtenwisseling
zegt de heer De Braai dat hetgeen de
heer Van Kessel aan de Besturen der
Woningstichtingen zou willen opdragen,
r.c-ker door die Besturen niet gaarne
cp zich genomen wordt.
De heer Visser sluit zich aan bij
de gedachten door den heer- Van Kes
sel ontwikkeld.
De heer Klein is ran oordeel, dat
hetgeen de heer Van Kessel wil. kan
geschieden zonder dat het in een raads
besluit wordt opgenomen. De zaak der
huurtocslagen dient niet nu. maar bij
de gemeentebegroottng te worden be
handeld. Overigens is spr. van meaning,
dat het niet aangaat deze Woningstich
ting anders dan andere te gaan behan
delen.
De hoer Reinalda is het ermede
eens, dat de zaak van de huur toeslagen
en de volkshuisvesting in het algemeen
bU de Begrooting moet behandeld wor
den. Ged. Staten hebben, zoo doet spr.
verder opmerken, den Raad opgelegd een
gemiddelde huur van 4.25 vast te stel
len en daaraan dient de Raad zich te
houden.
Er is daarbij bepaald, dat. naar gelang
-v-ar. het gezinsinkomen, naar evenredig
heid moer moet en kan betaald worden
Over die quaestie behoeft dus niet meer
gepraat te worden. Wat de heer Van
Kessel wil gebeurt in de practijk reeds
De heer Peper verwondert zich er
over, dat geen der leden van den Raad
daoht aan hetgeen de hoor Reinalda zei-
de. Er wordt inderdaad huur betaald
naar gelang van het inkomen der bewo
ners. Maar de heer Van Kessel wil, dat
de huur minder wordt die moet betaald
worden en dat de toeslag meer wordt.
De heer Gerritsz zegt nog, dat het
niet aangaat de besturen der woning-
ichtingen geheel vrU te laten ten aan
zien van het bepalen der huren zonder
dat overleg wordt gepleegd met het ge
in 'ontebestuur.
Her, amendement van den heer Van
Kessel komt in stemming. Het wordt
verworpen met 31 stemmen togen en .5
ooi'. Voor stemden de leden Castrie urn
Wolff, Visser. Peper en Van Kessel.
Kct voorstel van B en W wordt aan
genomen. Alléén de heer Mizérus ver-
-. -kt aanteekening dat hil er tegen is.
De punten 5a on 6, voorstellen van B.
en W. tot vaststelling der rooilijn voor
d wês'.zUde <ter Koningstraat en tot
inkoop van een gedeelte van het per■-
«•col Koningstraat bccuiden de Stoof
steeg worden aangehouden.
PUNT 4.
Voorstel ran B. en W. tot aanduiding
d gemeenteliP» Scholen voor voorbe-
re.ccnd lager onderwijs.
De lieer Peper zou een ander sys
teem ter aanduiding dei- scholen wen-
ahen gevolgd te zien dan het geven
\.;.i een nummer aan de scholen. B. en
W. wcnschen nu te volgen het systeem
cat wordt toegepast bij de cpenbaro la-
j: ore scholen. Maar dat ls van dien aard.
<vt n! mand weet welke scholen worden
bedoeld. Indien de scholen genoemd wor
den naar de plaats waar ze ziin gelegen,
dan weet een ieder dadeliik welke school
fc-te.oeld wordt.
De heer Bruch antwoordt, dat B. en
W. ook overwogen een andersysteem toe
te passen. Er was gedacht het Amster-
damsohe systeem te volgen en de scholen
een bepaalden naam te geven. Daar
waren bezwaren aan verbonden. Verder
was gedacht de scholen te geven de
namen van paedagogen. Ook dat was
aan bezwaren onder-hevig. Tegen het
noemen van deze scholen naar een straat
waarin ze zijn, bestaat dit bezwaar, dat
in diezelfde straat ook lagere scholen
kunnen zijn. Daarom is besloten ze een
nummer te geven. Voor de dlscussiën in
den Raad kan dat geen bezwaar opleve
ren, daar in den Raad gemeenlijk ge
noemd worden de buurt, waarin de
school staat en de naam van het hoofd
der school
Het voorstel vaar B. en W. wordt
goedgekeurd.
PUNT 7.
Voorstel van B. en W. om de ge
vraagde medewerking te verleenen aan
het bestuur der „Vereeniging tot stich
ting en instandhouding van Scholen met
den Bijbel te Haarlem", voor de stich
ting van een school voor gewoon lager
onderwijs, hetzij in het Amsterdamsche-,
hetzij in het Slachthuiskwartier, en te
hunner beschikking tc stellen voor deze
stichting een bedrag van f 126.000.
Goedgekeurd.
PUNT 9.
Voorste! van B. en W. tot vaststelling
van een uitbreidingsplan voor gronden
tusschen de Kleverlaan. Spoorbaan Vel-
sen en Noorder Spaarne en Van Nes-
straat.
De heer Mizerus informeert wan
neer nu een groot uitbreidingsplan kan
worden tegemoet gezien.
De heer Gerritsz antwoordt, dat
aan de zaak gewerkt wordt.
Het voorstel van B. en W. wordt aan
genomen.
PUNT 12.
DE P. E. G. E. M. EN DE
ELECTRISCHE CENTRALE
Voorstel ran B. en W. om te besluiten
In te trekken het Raadsbesluit tot in
breng der electrisohe Centrale in de
P.E.G.E.M,
2. Voor de uitbreiding van de electri
sohe Centrale met een turbine van
10.000 K W. ter beschik!:ing van B. en
W. te stellen een bedrag van f 800.000;
3. B. en W. te machtigen met de Pro-
incie Noord-Holland en de gemeente
Amsterdam overleg te plegen over de
wijze waarop de gemeenschappelijke be
langen op electreoiteLtegebied het best
zijn te behartigen.
Bezwaren tegen de
turbine.
De heer Castricum kan medegaan
met punt 1 van het voorstel ran B. en
W. Anders staat het met punt 2, het
aanschaffen der turbine. Het is de
vraag of die aanschaffing thans wel
noodig ls. Tot heden werd een groot
deel van den benoodigden eiectrischen
strcom van de P. E. G. E. M. betrokken.
Voor de gemeente Haarlem was dat
voordeel, is gezegd. Het is nu de bedoe
ling als de P. E. G. E M. mocht llqui-
deeren, met de Provincie Noord-Hol
land en Amsterdam voeling te gaan
houden omtrent de electrlclteitsvoorzie-
nlng. Maar dan kan inmiddels de aan
schaffing der turbine nog wachten.
Spr. beziet verder de tot heden ge
volgde tarievenpolitiek. Hij zet daarbij
uiteen dat noodig zou kunnen zijn dat
de tarieven voor levering aan industrieën
enz. worden verhoogd. De industrieën
zouden dan allicht er toe overgaan zelf
electricitelt te gaan opwekken. Het zou
dan niet meer kunnen voorkomen dat
de capaciteit onzer centrale was overla
den. In het agemeen had spr. gaarne ge
zien dat overlegd was een overzicht hoe
nu is de distributie der electricitelt.
De heer Van Liemt staaft, dat is
uitgekomen dat een dergelijke associatie
als de P. E. G. E. M. voor Haarlem met
zUn goed geoutilleerd bedrijf niets dan
last zou veroorzaken. Met punt 1 van
het voorstel van B. en W. kan spr. dus
medegaan. Hü kan dat echter niet met
het betoog, dat de heer Castricum le
verde aangaande de bedrijvenpolitiek.
Wat de heer Castricum wil zou niet dan
funest voor de kleine verbruikers, kunnen
zijn.
Spr. berekent, dat aan particulieren
wordt geleverd 6 millioen K.W.U. en aan
inrichtingen en instituten, waaraan le
vering noodig is om het bedrijf gaande
te houden, 15 millioen. Wanneer nu de
industrieën en anderen zelf electricitelt
zouden gaan opwekken of naar het P.
E. N. gaan. dan zou de prijs voor leve
ring aan particulieren noodwendig hoo-
ger moeten worden.
Wat aangaat het vastrechttarief, mis
schien is dat wat aan den hoogen kant.
Echter gebleken is uit een vergelijking,
dat dit tarief vrijwel de middelmaat is.
Wellicht kan er in de toekomst wat af
gaan.
Toe te Juichen is het. indien de ge
meente los kan komen van de P. E. G.
E. M. en dat we dan een grootere be
drijfszekerheid zullen krijgen. Nogmaals
zegt spr. dat als we afnemers van groo-
te hoeveelheden stroom houden, dit den
kleinen verbruikers ten goede komt.
De heer Joosten merk: op. dat de
onderhavige quaes tie een buitengewoon
moeilijke is. Vooreerst is het er een waar
van niet ieder raadslid veel afweet. Dan
is er de moeilijkheid dat twee zaken, die
ieder van veel beteekenis zijn, in één
raadsstuk zijn gebracht. Verder de cij
fers, die B. cn W. gaven, zijn niet dan
cijfers die bedoelen een Indruk te ge
ven. Het is een onvoldoende voorlichting
en een, die op een dwaalspoor brengt.
Nog moelelijker wordt de zaak nu de
heer Castricum de tarievenpolitiek er in
is gaan mengen en behandelen, die niets
met dit agendapunt heeft te maken.
Voortgaande zegt spr, van meening te
zijn. dat toen de Raad indertijd besloot
tot deelneming aan de P- E. G. E. M.
niemand er aan had gedacht, dat het
Rijk de naastingsclausule zou gaan stel
len. Met punt 1 van het voorstel van B.
en W. kan spr. medegaan. Als eenmaal
besloten is het raadsbesluit van. 8 Juni
1928 in te trekken, dan willen B. en W.
gaan praten over wat verder moet
geschieden ter zake van de behartiging
van gemeenschappelijke belangen op
electrlciteltsgebied. Dat is neergelegd in
punt 3 ran het voorstel van B. en W.
Echter met punt 2: het aanschaffen der
turbine wordt voorultgeloopen op ce
besprekingen die B. en W. volgens punt
3 van het, voorstel willen houden.
De wethouder zeide in het begin van
het jaar dat de P. E. G. E. M. voor
Haarlem zeer voordcclig heeft gewerk*.
Het ligt dan in de rede de samenwer
king die in de P- E. G. E. M. was ver
kregen, indien dat kan, te gaan hand
haven, maar dan dient losgelaten te
worden de gedachte, dat een ieder af
zonderlijk bedrijf tegen alle eventualitei
ten meet gedekt zijn. De fout bij de P.
E. G. E. M. was dat de leiding van het
gemeenschappelijk bedrijf was gelegd in
handen van de directeuren der afzon
derlijke bedrijven.
Wil men vasthouden aan de gedachte
door samenwerking te komen tot een
zoo goedkoop mogelijke electriciteitsvoor-
zieninsr, dan moet de Raad nu nog niet
besluiten tot het verleenen van de
80.000 voor de aanschaffing der tur
bine. Want daardoor kan de samenwer
king. die beoogd wordt, een knauw krij
gen. Spr. dient een voorstel in om te
besluiten punt 2 van het voorstel aan te
houden, totdat de Raad de samenwer
king waarvan in punt 3 sprake is nader
heeft geregeld.
De heer Peper zegt. dat in het
Raadsstuk twee dingen naar voren ko
men. Ten eerste dat van de P- E. G.
E. M. als één bedrijf niets is gekomen
en ten tweede, dat het voorstel van B.
en W. voornamelijk is gedaan omdat er
kans bestond, dat de Haarlemsche cen
trale door het Rijk zou genaast worden.
Wat aangaat het voorstel, dat B. en W.
den Raad deden, dat is naar de mee-
ning van spreker te beschouwen als een
stap terug; in den zin van vooruitgang
is het te veroordeelen. Het is een reac
tionair besluit, dat den Raad wordt
voorgelegd. De mogelijkheid van naas
ting door den staat van onze centrale
mag geen reden zijn dit voorstel te doen.
De conclusie van spr. is dat met het
voorstel van B. en W. een goede beslis
sing zal te niet gedaan worden.
De heer Roodenburg kan mede
gaan met punt 1 van het voorstel van
B. en W. Wat aangaat de voorgestelde
aanschaffing der turbine wil spr. vra
gen is dat direct noodzakelijk? Immers
B. en W. willen gaan samenwerken met
anderen, met anderen gaan overleg ple
gen. En daarmede is dan toch iets te
bereiken. Tenzij de wethouder door het
doen van nadere mededeelingen spre
ker mocht, overtuigen zal hU stemmen
vóór het voorstel gedaan door den heer
Joosten. Wat aangaat het door den heer
Castricum gesprokene doet spr. opmer
ken dat noodig is een hoogere productie
zal tegen lageren prijs kunnen worden
geleverd.
De heer Wolzak staaft, dat uit het.
raadsstuk is gebleken, dat de samen
werking met Amsterdam en de Pro
vincie op een teleurstelling is uitgeloop
pen. Er is gebleken, dat de mogelijk
heid van naasting een bezwaar is tegen
verdere deelneming aan- de P. E. G. E. M.
en dat Amsterdam het meeste van de
p, e. g E. m. heeft geprofiteerd. In
dien, zij het dan in anderen vorm, toch
de samenwerking er mocht blijven, in
dien B. en W. nader overleg gaan ple
gen volgens punt 3 van het voorstel,
dan zal later aan den Raad een nader
besluit moeten worden voorgelegd. In
dien men nu de gelden voteert voor de
turbine dan is men inmiddels die 8 ton
kwijt. Om die reden gevoelt spr. iets
voor het voorstel Joosten.
Antwoord van Mr. Sllngenberg
Het woord is aan wethouder S11 n -
genberg ter beantwoording der ge
dane opmerkingen. Spr. zegt, dat dit
Agendapunt van vele zijden belangstel
ling hoeft, gehad. Geen wonder. Het is
een belangrijke aangelegenheid. De re
denen. die geleld hebbei} tot het in zee
gaan met de P. E. G. E. M. heb ik ver
dedigd en verdedig ilc nog. vervolgt spr.
De opzet van de P. E. G. E. M. was juist
en d? deelnaming aan de P. E. G. E. M.
heeft aan Haarlem groote voordeelen
opgeleverd. Echter de feitelijke omstan
digheden hebben ons genoopt een ander
standpunt te gaan innemen.
Toen besloten werd tot deelneming
aan de P. E. G. E. M. was niet te voor
zien, dat de staat de naastingsclausule
zou gaan opleggen en ook niet. dat Am
sterdam in die mate van de P.E.G.EM.
zou gaan profiteeren. Anders had de
Raad zich we! ten ernstigste mogen
gaan bedenken vóór dat hij het Seslult
nam. Maar dat neemt niet weg, dat het
principe dat aan de stichting van de
P. E. G. E. M. ten grondslag lag juist
is geweest.
Spr. wenscht den heer Peper er aan
te herinneren, dat hij indertijd, toen er
sprake was gas te gaan betrekken van
het Hoogovenbedrijf. een heel ander
standpunt innam. Toen heette het, dat
is een particulierbedrijf met particuliere
neigingen enz, De heer Peper moest
daar niets van hebben. Nu echter gaat
de heer Peper betreuren dat men af
scheid gaat nemen van de P. E. G. E. M„
dat toch ook een bedrijf met particuliere
neigingen is
Gebleken is, dat de Raad het er over
eens is dat punt 1 van het voorstel ran
B. en W. moet aanvaard worden. Het
verschil bestaat hie:over of al dan niet
nu reeds een nieuwe turbine moet
worden aangeschaft of dat eerst moet
afgewacht worden de loop der onder
handelingen met de deelnemers aan de
P. E. G. E. M. Is het noodig en nuttig
nu reeds de capaciteiten der centrale
te gaan bevorderen. De heer Castricum
betoogde: indien ge de tarieven voor de
industrieën enz. gaat verhoogen dan zul
len die industrieën eigen installaties la
ten maken en verder dat nu de gemeen
te op die tarieven moet toeleggen.
Echter, het is onjuist dat de gemeen
te op die tarieven moet toeleggen. Alle
betalen den kostenden prijs. Wel heb
ben de industrieën „geïllustreerde" prij
zen. Indien we de industrieën niet als
afnemers hadden, dan zou het publiek
een dubbelen of een drievoudigen prijs
hebben te betalen voor den eiectrischen
stroom dan dien welke nu moet betaald
worden. Wat aangaat het tarief door
de Tram te betalen moet in het oog
gehouden worden dat de levering van
stroom aan de Tram geheel buiten de
distributie staat. De Tram ontvangt de
energie in de Centrale.
In het Raadsstuk is gezegd, dat bij de
laatstelijk in de P. E. G. E. M. gevoerde
besprekingen over vergrooting der capa
citeit van de Centrale Haarlem met
twee turbines van 10.000 K.W. of uit
breiding der Centrale Noord te Amster
dam met twee turbines van 15.000 K.W.
is gebleken dat de uitbreiding te Am
sterdam 170 per K.W. en die te Haar
lem slechts 92 per K.W. zou kosten.
Ter nadere toelichting daarvan kan
dienen dat de Amsterdamsche Centrale
nu volgebouwd is. Er zou daar dus niet
alleen een turbine moeten geplaatst wor
den maar er zou ook een geheel gebouw
er om heen moeten worden gezet. Te
Haarlem daarentegen kan een turbine
geplaatst worden in een gebouw dat er
is. Dat verschilt veel. Toe te geven is
dat de kosten van een turbine niet vor
men de eenige factor bU het berekenen
van den prijs. Daartoe werken ook an
dere factoren mede. Er zijn ook andere
factoren als de materialen, de loonen
enz. Plaatsing van een turbine te Am
sterdam zal den kostenden prijs per KW.
aanmerkelijk hooger doen zijn dan plaat
sing van een turbine te Haarlem.
Het is een verschil in den kostenden
prijs van bijna een tiende cent per K.W.
Haarlem zal f 45000 meer moeten be
talen bij deelneming in een turbine te
Amsterdam te plaatsen.
Er is gezegd, dat het een fout was,
dat directeuren van de afzonderlijke be
drijven de leiding hadden bij de P. E.
G. E. M. Een minderheid van Commis
sarissen der P.E.G.E.M. wilde, dat de
distributie directeuren buiten de leiding
zouden staan. Echter de meerderheid
besliste het anders. Dat de drie distri
butie-directeuren tevens directeuren van
de P.E.G.E.M. waren, heeft aan den
opbouw der P.E.G.E.M. zeker geen goed
gedaan.
Dat de te voeren onderhandelingen
met de Provincie en met de gemeente
Amsterdam ten doel zouden hebben ie
komen tot een regeling ter verkrijging
van stroom tegen goedkooperen prijs.
Is onjuist uitgedrukt. Neemt de Raad
punt 1 van hhet voorstel van B. en W.
aan, dan zal alles op een andere basis
komen. Het staat er zoo mede, dat als
Haarlem bij de Provincie of bij Am
sterdam zal komen tot levering van
stroom, zoowel de Provincie als Amster
dam natuurlijk die stroom niet zullen
willen leveren dan tegen een prijs waar-
ói een zoet winstje is begrepen.
Indien te Haarlem een n.euwe turbine
wordt geplaatst, dan aan de Haarlem
sche Centrale stroom tegen goedkoope
ren prijs dan de Amsterdamsche leve
ren. Een ander punt en een van groot
belang is de veilige bedrijfslevering. Een
vorig jaar was er een oogenbkk, dat d:
beldrijlslevering met meer veilig was.
Stel, dat hier geen nieuwe turbine werd
geplaatst en dat we zouden moeten varen
op het compas van Amsterdam. Heelt
Amsterdam dan de noodige capaciteit
daartoe? Als het te Amsterdam er eens
krap mocht voorstaan en wij dan niet
stroom aan de ingezetenen zouden kun
nen leveren, zouden dan de ingezetenen
niet zeggen met Amsterdam hebben we
niets te maken, immers we hebben een
ejgfin, cei\trale? Ze zouden dan ons ver
antwoordelijk gaan stellen.
Ernstige storing in de
electricitcitsvoorziening
zou niet minder dan een ramp zijn.
Dat mogen we niet risqueeren. Indien
de omstandigheden anders mochten
worden, dan moet de zaak opnieuw on
der de oogen worden gezien. Maar, in
dien hier te Haarlem een goed wer
kende turbine is, dan zal dat bij iedere
combinatie met beide handen aanvaard
worden en dan zal men er zich in ver
heugen dat de capaciteit der Haarlem
sche Centrale is vergroot geworden. In
de vergadering van aandeelhouders der
P.E.GÜM. is besloten om nader te gaan
beraden aangaande de samenwerking
en hoe die te regelen. Ter wille van
een veilige bedrijfslevering is het ge-
wenscht, dat Haarlem gaat beginnen
met het maken van een nieuwe turbine
Dan zullen we groote voordeelen kun
nen gaan behalen.
Nimmer heb ik, besluit spr. een on-
noodlge kapitaalsuitgave gevraagd. Maar
de -uitgave voor deze turbine is een nut
tige en een in alle opzichten wensche-
lijke. De Raad zal een verstandig be
sluit nemen door punt 1 van het voor
stel van B. en W. aan te nemen maar
vooral door punt 2 aan te nemen.
De heer Joosten stelt in de replieken
de vraag: Zijn we nu dan veilig? Spr.
doet verder opmerken, dat indien de
PJ2 G.E.M. uit elkaar valt en er geen
terreicveróeeiing is voor de levering van
eiectrischen stroom, Haarlem in den
knel kan komen. De koppeling op andere
bedrijven gaat een groote veiligheid van
bedrijfslevering stellen.
Niet alleen is de veiligheid gewaar
borgd bij een uitbreiding van een eigen
bedrijf. Bovendien, indien mocht beslo
ten worden tot aanschaffing van een
nieuwe turbine, dan moet nog een Jaar
gewacht worden eer dat die turbine kan
gaan werken. Verder zegt spr. dat de
directeuren der P.E.GE.M. van oordeel
waren, dat plaatsing van een nieuwe
turbine te Amsterdam voldoende ls.
Daaruit concludeert spr. dat bij een
samenwerking dus een nieuwe turbine
te Haarlem overbodig ls. Spr wenscht
zijn voorstel om die redenen te hand
haven.
De heer Roodenburg ls door het
betoog van den wethouder nog niet over
tuigd. dat men niet eerst kan onder
handelen voordat wordt besloten tot het
aanschaffen van een nieuwe turbine.
De heer Peper zegt, dat het Hoog
ovenbedrijf niet is te vergelijken met de
PE.G.E.M Hetgeen de wethouder aan
zUn adres zeide kan spr. dus niet aan
vaarden.
De heer Wolzak is door het krach
tige pleidooi van den wethouder aan
het wankelen gebracht. Echter er is nog
een hiaat in. De wethouder sprak over
een verantwoordelijkheid tegenover het
publiek bij een storing ln de voorziening
van electricitelt. Maar zou men zich wel
hebben kunnen verantwoorden bij een
storing, indien Haarlem was blijven
deelnemen aan de P.E G.E.M.
De heerSligenbe r g zegtdat'tgaat
om lico.votceren van kapitaals-uitgaven
nu reeds. Indien niet mocht worden
besloten tot het aanschaffen van een
nieuwe turbine, dan zal Haarlem moeten
particeeren in de uitgaven voor de
Amsterdamsche centrale en wel een
uitgaaf van 6 millioen. Dan zal Haar
lem moeten betalen 6 ton. Die moet niet
worden betaald indien wordt besloten
tot aanschaffing der turbine voor de
Centrale te Haarlem.
Wat zal er gebeuren indien er een
andere combinatie komt? Er is bepaald
dat bij een liquidatie der P.E.G.E.M. ieder
houdt wat ter plaatse is.
Zijn wij veilig indien de PE.G.E.M.
uit elkaar gaat zeide de heer Joosten.
Die vraag houdt verband met punt 1
van het voorstel en niet met punt 2
Theorethisch is het in te denken, dat
ce Provincie te Haarlem stroom zal wil
len gaan leveren. Maar de gemeente zal
dan niet willen toestaan, dat in haar
straten daarvoor kabels worden gelegd.
De Provincie zal zich dan tot den mi
nister kunnen wenden. Maar het is niet
te verwachten, dat de minister zal toeke
ren een verklaring die van hem ver
langd wordt. Practlseh zal er dus nieti
terecht komen van die stroomlevering
in Haarlem door de Provincie.
Spr. zegt nog. dat. als nu de turbine
niet wordt besteld, ze er in den winter
1929—1930 nog niet zal zijn en nog niet
in werking zal kunnen treden. Spreker
eindigt met nogmaals te bepleiten de
aanschaffing der turbine.
Punt 1 van het voorstel van B. en
W. wordt zonder hoofdelijke stemming
aangenomen.
Het voorstel ran den heer Joosten
komt in stemming. Het wordt verworpen
met 22 stemmen tegen en 13 voor. Vóór
stemden de leden: Meijers. Castricum
Groenendaal. Joosten. De Vos, Keerwolf
Koppen. Scholl. Roodenburg. Mevrouw
Maarschall, Peper. Mej. van Vliet en
Stam.
Tegen punt 2 van het voorstel van
B. en W. verklaart zich den heer Joos
ten; punt 3 wordt aangenomen zonder
hoofdelijke stemming.
PUNT 14.
Voorstel ran B. en W. om voor het
asfalteeren van de Generaal Cronjé
straat en het aanbrengen van eenige
werken te verleenen een crediet van
f 92.000.
De heer Castricum oordeelt, dat
deze asphalteering nog niet noodig
is.
De heer Roodenburg vraagt of de
werkzaamheden tegen St. Nicolaas klaar
kunnen zijn, opdat de winkeliers niet
zullen worden gedupeerd.
De heer Gerritsz verdedigt het
voorstel van B. en W Spr. zegt dat het
werk ook dienstig zal zijn ter bestrij
ding der werkloosheid en dienen zal om
ie grondwerkers werk te verschaffen. He
is de bedoehng. dat de werkzaamheden
tegen St. Nicolaas kl3ar zullen zijn. Maa:
voegt spr. daaraan toe we kunnen maar
niet alleen op de belangen van de win
keliers gaan letten: met die van anderen
moet ook rekening gehouden worden.
Het voorstel van B. en W. wordt aan
genomen.
PUNT 15.
De afdeelingen worden getrokken.
Benoemingen.
PUNT 16.
Benoemd worden:
Tot tijdelijk leeraar in het boekhou
den.. aan de II ogere. Burgerschool B met
5-jarigen cursus voor den cursus 1928-
1929 de heer A. Tol te Amsterdam;
tot tijdelijk leeraar aan de gemeen
telijke Avondschool voor handelsonder-
ijs voor den oursus 1928 1929 de heeren
A. J. Hekkelman en J. W. Schotman;
aan de Gemeentelijke avondschool voor
nijverheidsonderwijs tot tijdelijk leeraar
in de wiskunde de heer R. de Vries te
Beverwijk, ln d? natuurkunde, stoom,
werktuigkunde en materialenleer de
heer A. Hartog te Haarlem, in het
scheepsbouwkundig vakteekenen en de
kennis van scheepsdeelen de herr H.
't Hart te Haarlem, in het eiectro-tech-
nisch vakteekenen en materialenleer de
heer G. I. Klesser te Haarlem en in de
sterk te:eer aan bouwkundigen de heer
M. L. Lindhout te Haariem.
RONDVRAAG.
De heer Gerritsz geeft allereerst
antwoord op eenige reeds eerder gedane
vragen.
Ten aanzien van vragen gedaan door
den heer Van Liemt in de Raadszitting
van 29 Augustus aangaande den vlucht
heuvel aan de zijde van het Kenne-
me.plein recht voor de Kennemeïbrug
verklaart spr.. dat in zake het maken
van dien vluchtheuvel overleg is ge
pleegd tussschen Openbare Werken en
de Politie. De vluchtheuvel op het
Kennemerplein is niet aangelegd voor
een tramhalte en die halte die de Tram-
directie er eigenmachtig had gemaakt is
daar verwijderd.
De heer Peper had in de zitting van
29 Augustus de verkeersregeling p een
gedeelte van de Papen torenvest ter
sparke gebracht, waarin naar zijn mee
ning verandering diende gebracht te
worden. Hem had toen de wethouder
Reinalda doen opmerken, dat B. en W
zullen gaan overwogen wat ter plaatse
moet gebeuren.
De heer Gerritsz antwoordde thans,
dat de verkeersregeling op de Papen-
torenvest geschiedt volgens de Politie
verordening.
Wil men die verkeersregeling anders
gaan maken dan zal eerst art. 103 der
Politieverordening moeten veranderd
worden. Op een vraag van den heer
Van Liemt gedaan ln de zitting van 30
Augustus aangaande het bestellen van
borden, aangevende de maximum-snel
heid waarmede mag gereden worden
door automobilisten, antwoordt spr. dat
de Raad heden verleende het crediet
voor de aanschaffing van die borden.
Verder zegt de wethouder dat nog is
ingekomen een vraag van een lid aan
gaande het vervoer van materialen voor
Openbare Werken naar het noorden der
gemeente. Daarnaar zal een onderzoek
gedaan worden.
Er was voorts geklaagd over den stank
der grachten. De wethouder merkt op,
dat zcoals men zal hebben gemerkt, er
gemalen is.
Ten slotte had de heer Peper nog een
vraag gedaan ter zake van de quaestie
van een waschhuis, waaromtrent eenige
leden een voorstel hadden gedaan, dat
in handen van B. en W. om praeadvles
was gesteld.
Geantwoord wordt, dat ter zake van
een waschhuis het overleg is geopend en
gaande is met het bestuur van een
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN
a 60 Cts. per regel.
Woningbouwverecniging om bij een
nieuw ce bouwen complex woningen ge
legenheid te scheppen tot het maken
van een waschhuis waarvan dan ook
anderen aan bewoners van die woningen
gebruik kunnen maken.
De heer Van Liemt maakt eenige
opmerkingen ter zake van den
Vluchtheuvel op het Kennemer
plein.
en de tramhalte op dat plein
De Trammaatsohappij had die halte
niet eigenmachtig mogen maken. Daar
die maatschappij wel eens meer eigen
machtig handelt, hsd het publiek be
lang gevorderd, dat bijtijds maatrege
len waren genomen en dat met dé Tram
maatschappij overleg wa: gepleegd.
Openbare Werken had voord h* de ajfal-
teering tot stand kwam me*, de Tram-
maatschappij overleg moeien p egen om
trent de plaats waar de tramhalte ko
men zou.
Wat aangaat de verkeersborden, deze
hadden eerder moeten worden aange
schaft. Want geruimen tijd is op meer
dan verantwoordelijke w ijze door de
automobielen gereden. Hadden de bor
den er eerder gestaan, dan had dat
een goede uitwerking gehad en bij een
te hard rijden procesverbaal kunnen op
gemaakt worden.
Dé heer Peper zegt wat aangaat de
verkeersregeling op de Papen torenvest,
dat in ieder geval al een verbetering
zoude zUn indien het zuidelijk deel van
de Papentorenvest een andere bestra
ting kreeg. Indien het waschhuis zal
worden ontworpen in een nieuw 'e bou
wen complex woningen, dan zal er nog
wel eenlgen tijd moeben gewacht wor
den eerdat het er is.
De heer Gerritsz antwoordt dat de
quaestie van de Tramhalte op het Ken
nemerplein nader zal bezien worden.
Wat aangaat het waschhuis herhaalt
spr., dat het de bedoeling is, dat bij den
bouw van een nieuw complex woningen,
lat in voorbereiding is, terrein voor een
waschhuis zal worden gereserveerd.
Naar aanleiding van een vraag ge
daan door den heer De Breuk (onver
staanbaar) deelt de heer Heerkeins
Th ij ssen mede, dat aan Openbare
Werken opdracht is gegeven tot hec
maken van een bestek voor de verbou
wing van het perceel aan den Kamper
singel tot bureau van administratie der
gemeentelijke waterleiding
De heer De Breuk zegt dat wel wat
laat te vinden, daar de Raad reeds in de
zitting van 2 Mei aan B. en W. een cre
diet verleende voor de verbouwing van
genoemd perceel,
Het waschhuis.
De heer Klein zegt, dat wat aangaat
de stichting van het waschhuis nog geen
beginselbesluit ir genomen, Het Ls daar
om ongewenscht dat Openbare Werken
nu al plannen gaat maken. Het zou kun
nen zijn dat het stichten van een wasch
huis in denRaad geen ontstemming vond.
De heer Gerritsz antwoordt dat
alleen met den architect van een te
bouwen complex woningen overleg
gaande is om daarbij terrein te reser
veeren voor een waschhuis. Het is nog
slechts een bespreking. Kosten zijn er
niet aan verbonden.
D heer Klein merkt op. dat de tijd
dat de menschen gratis werkten tot het
verleden behoort. Ter zijner tijd zal de
Wcr.ingbouwvereenir-'- dus komen met
een opgaaf van gemaakte kosten. Is het
de bedoeling dat alléén de bewoners van
dt complex woningen, of de geheele ge
meente van dat waschhuis gebruik zal
kunnen maken. Indien het laatste het
geval is, dan zal de Raad eerst een be
ginselbesluit dienen te nemen.
De heer Gerritsz antwoordt, dat
het de bedoeling is dat niet alleen de be
woners van het complex woningen van
het waschhuis gebruik zullen kunnen
maken, maar ook anderen. Wat aan
gaat de kosten verbonden aan het ma
ken van het plan daarvan, heeft spr.
nog geen ervaring.
De heer V i s s e r vindt het prematuur
om nu terwijl de Raad nog niet een be
ginsel besluit heeft genomen, reeds
plannen te laten maken.
De heer Joosten zegt, dat het voor
stel in zake de stichting van een wasch
huis naar B. en W. op prae-advies is
gegaan. Moeten B en W. ter voorberei
ding van dat prae-advies uitgaven doen,
dan is dat toelaatbaar.
Gevaarlijke toestand.
De heer Kees en vestigt de aandacht
op den gevaarlijken toestand nabij de
Amsterdaimsche Vaart. Bij de Frederik
Helmersstraat hadden reeds twee onge
lukken met doodei ijken afloop plaats.
Heeft dat B. en W. reeds genoopt maat
regelen te nemen?
Het is daar hoogst gevaarlijk. Spr.
had er aan gedacht of het mogelijk is
het fietspad dat daar ln de nabijheid is
dat nu slechts van een kant mag be
reden worden, van twee zijden te laten
berijden en dan verder er een verkeers
agent te plaatsen.
Is dat niet mogelijk dan is misschien
een andere oplossing te vinden en wel
daarin bestaande, dat voor de bebouwde
kom der gemeente van de Amsterdam
sche vaart tot aan de Amsterd s ms che
Poort een maximumsnelheid wordt vast
gesteld. Want er wordt daar zoo snel ge
reden dat het er is gelijk een renbaan.
De Voorzitter antwoordt dat een
en ander nader zal worden overwogen.
De heer Peper zegt dat ln de" Pers
heeft gestaan dat B. en W. voor een
concessie tot het exploiteeren van de
stadsautobuslijnen aan de Brockwny
Bus Maatschappij de voorkeur zouden
geven. Spr. meent daarom goed te doen
met de aandacht te vestigen op de be
zwaren, die in een adres der vakorgan i-
satiën zijn geopperd tegen dio Maat
schappij. Het is noodig dat B. en W,