HUISVLIJT. X RAADSELS DE VERLOREN SMARAGD Er was eens een prinses, die 't eenige kind van haar ouders was. Haar va der was een wijs en rechtvaardig vorst, die door geheel zijn volk hoog geacht en geëerd werd. Haar moeder echter was. zoo lang het de prinses heugde, zie kelijk en maar zelden kon zij dan ook aan de feesten, welke van tijd tot tijd gevierd werden, deelnemen. Ook zij was bi) het volk zeer geliefd, daar zij een vriendelijk en medelijdend karakter had en altijd voor zoover het in haar ver mogen was, aan armen en zieken hulp verleende. Zij wist ook zelf zoo goed, wat het zeggen wilde ziek te zijn! Van hot leed, dat een voortdurend ziekbed in een familie brengt, werd ook de jonge prinses Puramella niets gespaard. Zij merkte maar al te dikwijls hoe bedrukt de menschen om haar heen altijd waren, niettegenstaande de schoone feesten. De koning had zich eindelijk, tenge volge van het verergeren der ziekte van de koningin, met zijn familie op een heerlijk landgoed gevestigd. Hij hoopte dat zijn vrouw daar nog genezing zou kunnen vinden en werkelijk, eerst scheen het of de lunht van de reine en hooge dennenbosschon haar goed deed. maar dit duurde maar heel kort. De arme vrouw had geen kracht meer om zich te gen het voortschrijden van haar kwaal te verzetten en zoo kwam het, dat er voor het prinsesje een zeer droevigen tijd aanbrak. Dagelijks zat het meisje urenlang aan het ziekbed van haar moeder en dan trachtte zi) door het vertellen van wat *U in den tuin wel allemaal gezien had, den tijd te korten. Ook vertelde zij veel van de arme menschen in het nabUzUn- de dorp, dat zi) dikwijls bezocht om ken. nis to nemen van den nood in de arme houthakkersgezinnen. Met een zwakke stem had de koningin dan allerlei goede raadgevingen uitgesproken welke de prinses zoo goed mogelijk naleefde. Op zekeren dag was het groote leed over de koninklijke familie gekomen.... de vorstin had voor altijd de oogen ge sloten. Vooral Puramelia was ontroost baar over dit verlies. Nu had zij nie mand meer waarmede zij kon praten over alle dingen, welke haar meisjesgeest be zighielden. De koningin had haar doch tertje nog kort voor haar dood een paar. Jen halssnoer geschonken, waaraan een hcl-groeno smaragd hing. ..Draag altijd deze ketting met den steen, opdat Je altijd de herinnering aan mij zult bewaren als ik er niet meer ben," had zij treurig gezegd. En nu liep het prinsesje weenend door hot oneindig groote park met zijn vele vijvers. Ergens aan den oever van een vijver zocht zij haar lievelings plekje op en zette zich neer. Achter haar verhieven zich de eeuwenoude boo men en op den achtergrond zag men de omtrekken van het koninklijk slot. Hier was de prinses eiken dag gekomen cok toen haar moeder nog leefde en liad zU de visschen in het water voedsel toegeworpen. Maar nu kon zij nergens onder aan denken, dan aan haar moeder en telkens weer vulden haar oogen zich met tranen. Zij zag niet dat er ver scheidene visschen voor haar in het wa ter spartelden, die ongeduldig afwach ten of zU nog voedsel zouden ontvangen. Eindelijk sprong er zelfs eentje hoog bo. ven et water uit. zcodit hij kletsend .n het 11..erugvlel. Nu we... de prinses op merkzaam en snel greep zij in haar beu- geltaschje een sneedje brood, dat zU ln kleine stukjes brak en in het water wierp. De visschen schoten snel toe en trachtten alle een stukje te bemachtigen Om de lippen der prinses verscheen voor het eerst weer sedert vele uren een glimlachje. Maar plotseling verstarde dat, Zij had ln het water haar spiegel beeld gezien en ontdekte dat haar paarlcn halsnoer met den smaragd ver dwenen was Bleek van schrik begon de prinses met bevende handen door het gias te woelen. O, haar halssnoer moeders aandenken was weg. Waar was het nu? O, o, het was vreeselUk, het meisje weende en zocht maar vond het niet. De visschen in het water hadden zeker medelUden met haar. want zU ble ven op hun plaats, inplaats van zooals anders na het voederen weg te zwem men. Het meisje zag dit en in haar wan hoop fluisterde zU: „O. lieve visschen. kunnen jullie mij niet helpen. Ik heb jullie in mijn groot ste verdriet toch ook niet vergeten! Weet, Je niet waar mUn halsketting geble ven is?" En zU lette op de bewegingen der vis schen. ZU knielde neer aan den oever om te zien of de smaragd misschien in het water gevallen was. Daar zag zU opeens hoe een groote visch steeds maar heen en weer zwom alsof hU haar beduiden wilde, dat zij er gens anders moest zoeken. De prinses stond op en strak naai- den visch kU- kend liep zU langs den oever in de rich ting. welke ook de visch nam, die snel wegzwom. Na een paar passen reeds hield de visch stil en de prinses volgde zijn voorbeeld. Do visch had steeds aan de oppervlakte gezwommen en naderde nu den oever. Ook het meisje kwam ann het uiterste randje en zocht nu Uverig in het gras. Maar niets vond zU- Toen zag ze hoe de visch telkens onderdook en weer bovenkwam, maar zU begreep niet dadelUk wat dit beteekende, maar ten slotte ontblootte zU toch haar arm en tastte in het water tot zU den ondiepen bodem vond. ZU voelde links en rechts en eindeUjk meende zU tegenstand te voelen. ZU hield iets vast maar kon het door den snellen stroom niet dadelUk oplichten. ZU trok en tTok en opeens liet het voorwerp den bodem los. Het was haar paarlensnoer. Het meisje slaakte een ware vreugdenkreet! Ach, zU zou het verlies van dit snoei-, waaraan zooveel herinneringen voor haar verbonden waren, misschien niet overleefd hebben. Maar nu snelde zij vroolUk naar huis en vertelde haar va der in een adem wat er gebeurd. Ook de koning was ten zeerste verbaasd en gaf de order, dat do visschen in de vUvers van het slotpark nimmer gevangen mochten worden. En Puramelia ging el- ken dag de diertjes voederen, welke haar voor zooveel hartelecd bespaard hadden. Hebben we de vorige week een lUstje gemaakt met schuine hoeken (wie van Jullie is 't goed gelukt?) nu gaan we eens een ander model in elkaar zetten. Voor de boven- en onderzUde maken we 2 plankjes van 1.5 en 1.8 c.M. breed (Zie fig. 1) Do lengte bepalen jullie zelf maar, daar die afhangt van de grootte van Je plaat. De plankje voor de zykan- ten worden boven 1.5 c.M. en onder 1.8 c.M. breed. Denk er om, dat je den bin nenkant van je lijst rechthoekig houdt. De schuine kant komt dus aan de bui tenzede. Heb je de vier kanten pasklaar gemaakt, dan kan je ze op tafel netjes tegen elkaar aanleggen en alles goed sluitend maken. We verbinden ze aan elkaar op dezelfde manier als bU 't vo rige lUstje. We timmeren op de rechtop staande plankjes andere, die 1/2 c.M. smaller zijn, van boven 1.5 en beneden 1.8 c.M. uitsteken (zie fig. 2). Hebben we de beide zUkanten zoover klaar, dan kunnen we de boven- en de onderzUde aan de uitstekende deelen timmeren. Aan den achterkant brengen we nu bo ven en onder nog 2 plankjes aan, die 1/2 c.M. smaller zijn en precies passen tus- schen de andere. We hebben nu weer een gleuf gekregen, waar 't glas en de plaat ln gelegd kunnen worden. De vorige week heb ik vergeten te vertellen, dat 't s goed schoon gemaakt moet worden met benzine of spiritus. Op 't lUstje kunnen we nog een kleine versiering aanbrengen, zooals fig. 3 aangeeft. Met beits en was wordt 't geheel afgewerkt, 't Model ligt weder in de Groote Hout straat 93. Bloemhofstraat 29rd S. /f A \Jf(P Ufa i EEN KRUIWAGEN. Nu de avonden langer gaan worden wat op zUn tijd ook wel weer gezellig is zullen jullie zeker niet boos zUn als we weer eens een knutsel-werkje ter hand nemen. WU hebben hier op het oog een kruiwagen, welke we van dik karton kunnen maken zonder al te veel moeilijkheden. Vader of moeder zal mis schien we! een paar centen willen geven om in den boekhandel een paar stukken stevig karton te koopen. Als de kruiwa gen nu dienen moet voor het poppen- huishouden van je zusje dan kan her werk echter ook van een paar oude briefkaarten gemaakt worden. De zUkant van de kar kan men natuur - 1 Uk zoo groot maken als men zelf wil. Men kan den zUkant zoo uitsnUden, dat de handgrepen en het stuk waarin later de as van het wiel moet komen uit één stuk zUn, zoodat zU aan den zUkant vastzitten. De bodem en de voor- en achterzUden kan men ook gemakkeluk zelf afmeten. Men neemt dan desnoods ongeveer de verhoudingen van de teekening. Deze drie deelen kan men ook uit één stuk maken, door de voor- en achterzijde om te buigen. Het wiel wordt natuurlUk uit één stuk gesneden en als men een groote wagen maakt van een houten as voorzien of als men een klein wa gentje maakt van een os welke uit een stevig stukje Uzerdraad bestaat. Het wiel moet precies knellend passen op de as, anders valt het bU het ryden tel kens schuin om. De as moet dus mee draaien. Om nu de verschillende deelen van den wagen aan elkaar te bevestigen, kan men ze b.v. met sterk touw naaien, maar ook als men tenminste een beetje han dig is lymen. BU het UJmen moet men echter als volgt te werk gaan. Men neemt een stukje sterk pakpapier en vouwt dat in de lengte om. Als het dan met lUm ingesmeerd is. wordt de eene helft van het papier b.v. aan den zUkant en de andere helft op den bodem ge plakt. Dit moet men zoowel aan den bin nen- als aan den buitenkant van den wagen doen, dus zoo dat alles goed ste vig zit. Men kan dan de handvaten nog versterken door er aan den binnenkant dunne latten tegen aan te lUmen. DRIE DAGEN NAAR DE KAAG. Net zat ik te overpeinzen, dat ik, als het zoo doorging niet veel aan mUn vacantie zou hebben, toen er gebeld werd en Dick de Wilde een oogenblik later binnentrad. Ik vroeg hem, waarom hU zoo opeens aan kwam waaien. „Ja, zie je," zei Dick, „ik heb je wat te vertellen" Ik wilde Juist zeggen, dat ik dat wel begreep, want dat hU anders niet gekomen was, toen hU vervolgde: „Jan en ik zUn op de gedachte gekomen met z'n allon, of liever gezegd met z'n vieren, Lies, Jan JU en ik eens een paar dagen met de motorboot van m'n vader, die ik voor dat doel gebruiken mag. naar „de Kaag" te gaan en vandaar uit aller, lei tochtjes te maken. Hoe zou je dat vinden?" „Eenlg natuurlUk!" riep ik uit. „Ik zal direct toestemming gaan vragen." Die toestemming kreeg ik na lang aarzelen van belde kanten, pa en ma waren het er niet over eens. totdat ma eindelUk den knoop doorhakte met de beslissing, dat ik wel mocht, als ik maar voorzichtig was en allerlei raadgevingen meer 's Avonds ging ik nog naar Lies toe om te hooren, hoe die er over dacht, en met een. toon ik binnenkwam, merkte ik dat al. want ik werd, zoo lang als ik was te gen den muur aangedrukt, zoo had ze me in haar blUdschap te pakken. Nu gingen we een lUstje maken van alles, wat we mee moesten i -men en om ne gen uur, toen ik aanstalten maakte, om te vertrekken, was het heele zaakje ge reed. Morgen was het Dinsdag en Woens dag zouden wc vertrekken," zalig ge woon Dinsdagavond duurde het erg lang, voordat ik ln slaap viel en 's nachts droomde ik van scheepsrampen en aller lei dingen meer. Zoo kwam het dan ook, dat ik 's morgens natuurlUk weer de helft van mUn spulletjes büna vergeten had, zoo slaperig was ik nog! Gelukkig inspecteerde moeder m'n slaapkamertje nog eens en kwam met de gevonden voorwerpen aandragen. Op 't laatst er was haast geen plaats meer in m'n citv-bag kwam vader nog met een blik bisquit aan, voor op reis. dat den eer sten dag den besten al leeg was. Daar werd drio keer gefloten voor de deur. Dat was Lies, om me af te halen. Die sjouwde ook met een valiesje en haar mantelzakken puilden vervaarlijk uit van de appels, die ze er in de haast in had gepropt. Zoo vertrokken we be pakt en bezakt en werden bU de jacht haven al door de jongens opgewacht, die ons naar binnen brachten, en Dick wees ons. waar de bagage neergelegd moest worden. Een oogenblikje later ver trokken we. We hadden een prettig tochtje naar de Kaag. Schitterend was het in de om streken van do Ringvaart. In een weiland dicht bU een boerderU zouden we ons kamp opslaan. De boot werd vastgelegd en we stapten op de boerderU af, waar we eerst kennis maak ten met den boer en z'n vrouw en daarna eens rond gingen kUken. Daarna gingen we weer naar de boot terug om de tent op te slaan. Spoedig stonden de 6 per soonstent voor Lies en mU wel veel te groot voor ons tweeën, maar in de ruim te. die over was, borgen we het kook- toestel, enz. en de twee persoonstent voor Dick en Jan, overeind. Om de bedden in orde te maken moesten we stroo halen bU den boer, wat de twee jongens voor ons deden. De eerste nacht werd natuurlUk veel gepraat, zoodat er van slapen niet veel kwam. 's Morgens gmgen we allemaal zwemmen, waarna we aan den waterkant ons brood opaten. Daarna gingen do jongens visschen ter wijl wU het middageten klaarmaakten. Na gegeten te hebben de Jongens brachten tusschcn twee haakjes een fUn vrachtje visch mee, gingen wé een zalig tochtje met de motorboot maken. Daar na dronken wc in het „Kaaghotel" thee, wat wel gootwater leek en Lies deed be weren dat ze het thuis in alle gevallen toch nog beter deed, en tegen zessen keerden we weer naar onze tenten terug. 's Avonds stoomden we naar Warmond, waar we tot ongeveer tien uur veel te laat bij een tante van Lies bleven, en gingen langs een omweg weer naar huls of liever gezegd naar onze tenten terug. Overdag was hot al broeierig geweest en we hadden, al tegen elkaar gezegd: „Als dat maar geen onweer wordt van nacht-" ..Nou, als het al te erg wordt," had de borr gezegd, ..dan komen jui'ie maar bij mij binnen, hoor Juffers!" Maar wc be weerden. dat dat natuurlUk niet nood'ig was. Doch 's nachts zyn we wel bU den boer in huis gevlucht! Het was noodweer Lies en ik lagen dicht naast elkaar een heel eind van het tentzeil af, want wc waren doodsbang, dat we er één van bei den tegen aan zouden stooten, zoodat het hard zou beginnen in te regenen. Daar werd op eens van buiten geroe pen: „Doe eens gauw open! Ik ben drUf- nat!" En daar trad Jan binnen, een re genjas over z'n pyama aangetrokken. „Zeg, zouden we niet bU den boer bin nengaan?" vroeg die. „Dick staat ook al te wachten." Nu alleen wilden we niet blUven lig gen, en dus gingen we maar mee naar binnen, waar de boer en z'n vrouw met den knecht en de meid al aan de tafel zaten. We kregen een kop sterke koffie met een flink brok koek met boter en gin gen daarna naar den stal waar de hooi berg was. In het hooi slapen was fUn had ik wel eens gehoord. Nu zou ik het ondervinden. We wikkelden ons Ieder in een deken, die Dick naderhand nog ge haald had. Dat lag fUn, en in minder dan geen tUd sliepen we al, trots on weer en regen. En ik werd niet eerder wakker, dan toen het zonnetje mU vlak in m'n gezicht scheen, en ik de andoren wakker porde. Met spUt bedacht ik me, dat het den laatsten dag was, maar we hadden toch heerlijk genoten. Het was mooi weer en om elf uur werd de terugtocht aanvaard. We zouden over Amsterdam terug ko men. Daar aangekomen vertrouwden we den motorboot toe aan een man, een boo tenverhuurder blUkbaar, met. een dik ken pruim achter z'n kiezen. Onderweg naar een restaurant kwamen we m'n oom tegen, die ons inviteerde met hem mee naar huis te gaan, waar we aten en den verderen middag bleven. Om 5 uur vertrokken we, ieder beladen met een pak brood, dat we van tante hadden meegekregen. Om half zeven lagen we weer in de jachthaven en toen gauw naar huis. Prettiger dagen dan deze drie heb ik m'n heele vacantie niet gehad. Ingezonden door: M. J. E. NIESTEN, Lourens Oosterstraat 5, oud 14 jaar. POSTZEGELRUBRIEK /JC JOC r 7° /Je J0C ,V" /0C. Ja e. /0C Sc Ufc In 1909 werd een hulpzegel uitgegeven, die geheel afwijkt van de bestaande ty pen. Het grootste deel van de zegel be staat uit een breeden, bewerkten rand met bladmotieven, die in 't midden een kleinej-uimte open laat, waarin een ge schaduwde 5 met daarboven en bene den de landsnaam en .,5 cent". Ze ver scheen doorstoken en geperforeerd. We krUgen dus 5 oent (rood). Grootte van 't vakje 2.3 bU 3.2 c.M. In 1911 zag de zoogenaamde kroon- serie 't licht. Dit zUn enkele zegels van voorgaande series, waarop in rood een kroon gedrukt is en een nieuwe waarde, zoodat we krijgen: 1/2 cent op 1 c. (1890 —92 grUs) 1/2 cent op 2 c. (1890—92) oranjebruin), 15 cent op 25 c. (1893 blauw), 20 cent op 30 c. (1893 bruin) en 30 cent op f 2.30 (1899 violet). Grootte van de vakjes 2.8 tij 2.3 c.M.. utigezenderd voor de laatste, dat 3.6 bij 2.7 c.M. Is. Ook twee portzegel9 kregen zoo'n op druk n.l. 10 cent op 30 c. en 10 cent Ojj 50 c. (beide 188889 lila). Grootte van dc vakjes 2 8 bU 2.3 c.M. Weer krUgen we eenige hulpzegels in 1912 in geheel afwUkend type (zie fig. 3) nl. 1/2 cent (violet), 2 1/2 cent (groen), 5 cent (rood) en 121/2 cent (blauw) Grootte van de vakjes 3,5 bij 2.8 c.M. Zie voor de indeeling 't schetsje. Nieuwe deelnemers: 283. Johan AugusUjn, Engelszstr. 23. 284. Matje Ladru. Borskistraat 19. 285. Henk Wesseling, Hofmeyerstr. 3. 286. Jan Roers, Bakkerstraat 36 rood. 287. Kees v. Bilderbeek, v. Berestein- straat 20. Nieuwe deelnemers kunnen zich bU mU opgeven; liefst schriftelUk met duide- lijken naam en adres. Bloemhof straat 29rd. S. (Deze raadsels zUn ingezonden door Jangens en Meisjes die Onze Jeugd lezen.) Iedere maand worden onder de beste oplossers vier boeken verloot. AFDEELING I (LeeftUd 16 Jaar en ouder.) 1. (Ingez. door Condor Eenmaal r en driemaal d, Tweemaal a en eenmaal e, Eenmaal w en tweemaal o, welk Be- tuwsch dorpje schrUft men zoo? 2. (Ingez. door Alva.) Zet onder elkaar: een rivier in Nederland, een rivier in Zwitserland, een rivier in België, een rivier in Duitschland. een rivier in HongarUe. een rivier in Rusland, Do beginletters moeten een stad in Spanje noemen. 3. (Ingez. door Sering.) Neem uit de volgende Rubriekertjes- namen telkens een letter, welke letters met elkaar een nieuwen Rubriekertjes- naam vormen. Darwintulp, Ploris V, Alba, Gymnast, HebatJe, Attalanto, Sering, Roodborstje, Berliner Bol, Spirea, Appeltje, Vaders Hulp. 4. (Ingez. door Huishen.) MUn geheel is een man, dJe een mooie zaak heeft. Het geheel bestaat uit 13 letters. 1 11 10 is speelgoed. 5 6 7 8 is een lichaamsdeel 4 2 3 is een herkauwer 4 12 13 is een voertuig. 9 10 is een lengtemaat 5 2 10 is een dierenverblUfplaats. 5. (Ingez. door Zwemstertje.) Verbor genheden. a. Welk beroep oefent Dora Ostuc uit? b. Welke plaats in Amerika is Loes Selang? c. Welke plaats in Amerika is Ton Bos? d. Welk Spaansch gebergte is Ada Nevarries? 6. (Ingez. door Tromp) Verborgen vruchten. a. Deze rivier is de Arno, Otto. b. De plaatsjes Hummelo en Ulft lig gen in Gelderland. c. Bep ruim je je speelgoed op? d. Het schip lag voor anker, straks zou de kapitein van boord gaan. e. Dit boek is beschadigd. f. HU gaf me een schop, «er ik er op verdacht was. g. Speel Je verban? Aan wie is dc beurt? AFDEELING II (LeeftUd 9 jaar en jonger.) 1. (Ingez. door Huishen.) De boer rijdt met mUn 1ste naar mUn 2de, waar mUn geheel hem wacht. Wat is dit? 2. (Ingez. door A. B. C.) Ik ben een spreekwoord van 20 letters. 1 19 20 wordt aangelegd. 2 3 4 is een blceiwUze. 18 19 5 12 heeft geen ouders meer. 6 10 is een maat. 7 16 20 15 17 is een getal 8 16 9 is een groot grasveld. 10 11 16 12 is een verkorte meisjes naam. 14 13 15 17 is ook een verkorte meis jesnaam. 3. (Ingez. door Marietje.) Ik ben in veie h ishoudingen en be sta uit 10 lette/s. 1 2 3 4 is overal 5 6 6 10 is niet zoet. 8 7 9 10 is een roofvogel. 4. (Ingez. door Jan v. d. H.) Ik ben een dorp aan zee en besta uiö 8 letters. Wanneer veel menschen samen zUn, spreekt men van een 8 2 3 4 Amsterdam ligt aan het 7. Vele letters vormen samen eer. 6 2 3 4 5 Als het koud is, is de wind dikwUIa 1 2 3 4 5. 5. (Ingez. door Klimop). Ik ben een aardig rUmpje, dat bU on9 aan den wand hangt en uit 23 letters be staat of 4 woorden. Het 1ste woord be vat 12 letters en nu het herfst wordt, moeten we dat in huis zoeken. Het 2de woord is de tegenwoordige tUd van een werkwoord en bestaat uit 4 letters. Het derde woord beteekent niet en bestaat uit 4 letters. Het vierde woord beteekent iets dal) nooit stil staat en uit 3 letters bestaat. 6. (Ingez, door Cyclainc.) Ladderraadsel Op deze 6 sporten moeten 6 woordjes van drie letters geplaatst worden en wel zoo, dat £e beginletters den naam vor men van een straat in Haarlem. De mld- denletter van alle woorden is een o. Op de lste sport komt den naam van iemand, die goed kan koken. Op de 2de sport een kleedingstuk. Op de 3de sport een woordje, dat een bevestiging beteekent. Op de 4de sport een naam, die zoo wel van een meisje als van een Jongen kan zUn. Op de 5de sport een houten verblUf-* plaats voor dieren. Op de 6de sport speelgoed. Raadseloplossingen De raadseloplossingen der vorige week zUn: AFDEELING I 1. Gelöermalsen. 2. Beter een goede buur dan een verréi vriend. 3. a. een schoen, b. kaas, c. herbergen, d. valsch geld. 4. Tilburgertje. 5. Orchidee. 6. Ostende. AFDEELING II 1. SchilderU. 2. Haastrecht. 3. Verwulft. 4. Herfst. 5. Onze Jeugd. 6. RoomMoorroom. Goede raadseloplossingen ontvangen van: De kleine Koerier 6 Ineke Zaalberg 5 Vogeltje 5 Kolibri 6 Koolmees 6 Hansje Teddybeer 5 De kleine Bakker 5 Hebatja 5 Mechanicus 6 Waterrat 6 Berliner Bol 6 Wilgenroosje 6 Vadera Hulp 6 De kleine Vogelvriend G Dc klei ne Violist 6 Pukkie 6 Bart zonder barst 5 Condor 6 Orchidee 2 Jeane d'Arc G Miep 6 Amico 6 Zangvogeltje 6 Plet Hein 6 Korstjesknager 5 Roodwangetje 6 Don Frederik 6 Tilburgertje G De Schipperin 5 Heliante 6 Groenling 6 Floris V 6 Ver keersagent je 6 Vèrsprir.ger G Hardlooper 6 Zwemstertje 6 Krielkip 4 Bloemenfeo 3 Boterbloempje 4 Sultan Elbrahim 2 Boschwachter 6 Teekenaarster 5 Donap- peltje 6 Franschmannetje 6 Duiven- vriend 6 Moeders Hulp 6 Kleine Ulbo G- Koekoek 6 Roodborstje G Darwintulp 3 Poppenmoedcrtje 6 De kleine Gymnast 6 Sering 6 Papavertje G Baby Peggy G Zevenster 6 Alba 6 De kleine Bakkrr 0 Hansje Teddybeer 0 Heb iijc 5 Jullua Cesar 5 Gee Is ter 6 Attalanta 6 Do klc.no Lord 6 KnageiUntje 6

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1928 | | pagina 16