HUISVLIJT.
X
RAADSELS
DE VERLOREN SMARAGD
Er was eens een prinses, die 't eenige
kind van haar ouders was. Haar va
der was een wijs en rechtvaardig vorst,
die door geheel zijn volk hoog geacht
en geëerd werd. Haar moeder echter
was. zoo lang het de prinses heugde, zie
kelijk en maar zelden kon zij dan ook
aan de feesten, welke van tijd tot tijd
gevierd werden, deelnemen. Ook zij was
bi) het volk zeer geliefd, daar zij een
vriendelijk en medelijdend karakter had
en altijd voor zoover het in haar ver
mogen was, aan armen en zieken hulp
verleende. Zij wist ook zelf zoo goed,
wat het zeggen wilde ziek te zijn! Van
hot leed, dat een voortdurend ziekbed in
een familie brengt, werd ook de jonge
prinses Puramella niets gespaard. Zij
merkte maar al te dikwijls hoe bedrukt
de menschen om haar heen altijd waren,
niettegenstaande de schoone feesten.
De koning had zich eindelijk, tenge
volge van het verergeren der ziekte van
de koningin, met zijn familie op een
heerlijk landgoed gevestigd. Hij hoopte
dat zijn vrouw daar nog genezing zou
kunnen vinden en werkelijk, eerst scheen
het of de lunht van de reine en hooge
dennenbosschon haar goed deed. maar
dit duurde maar heel kort. De arme
vrouw had geen kracht meer om zich te
gen het voortschrijden van haar kwaal
te verzetten en zoo kwam het, dat er
voor het prinsesje een zeer droevigen
tijd aanbrak.
Dagelijks zat het meisje urenlang aan
het ziekbed van haar moeder en dan
trachtte zi) door het vertellen van wat
*U in den tuin wel allemaal gezien had,
den tijd te korten. Ook vertelde zij veel
van de arme menschen in het nabUzUn-
de dorp, dat zi) dikwijls bezocht om ken.
nis to nemen van den nood in de arme
houthakkersgezinnen. Met een zwakke
stem had de koningin dan allerlei goede
raadgevingen uitgesproken welke de
prinses zoo goed mogelijk naleefde.
Op zekeren dag was het groote leed
over de koninklijke familie gekomen....
de vorstin had voor altijd de oogen ge
sloten. Vooral Puramelia was ontroost
baar over dit verlies. Nu had zij nie
mand meer waarmede zij kon praten over
alle dingen, welke haar meisjesgeest be
zighielden. De koningin had haar doch
tertje nog kort voor haar dood een paar.
Jen halssnoer geschonken, waaraan een
hcl-groeno smaragd hing.
..Draag altijd deze ketting met den
steen, opdat Je altijd de herinnering
aan mij zult bewaren als ik er niet meer
ben," had zij treurig gezegd.
En nu liep het prinsesje weenend
door hot oneindig groote park met zijn
vele vijvers. Ergens aan den oever van
een vijver zocht zij haar lievelings
plekje op en zette zich neer. Achter haar
verhieven zich de eeuwenoude boo men
en op den achtergrond zag men de
omtrekken van het koninklijk slot. Hier
was de prinses eiken dag gekomen
cok toen haar moeder nog leefde en
liad zU de visschen in het water voedsel
toegeworpen. Maar nu kon zij nergens
onder aan denken, dan aan haar moeder
en telkens weer vulden haar oogen zich
met tranen. Zij zag niet dat er ver
scheidene visschen voor haar in het wa
ter spartelden, die ongeduldig afwach
ten of zU nog voedsel zouden ontvangen.
Eindelijk sprong er zelfs eentje hoog bo.
ven et water uit. zcodit hij kletsend .n
het 11..erugvlel. Nu we... de prinses op
merkzaam en snel greep zij in haar beu-
geltaschje een sneedje brood, dat zU ln
kleine stukjes brak en in het water
wierp. De visschen schoten snel toe en
trachtten alle een stukje te bemachtigen
Om de lippen der prinses verscheen voor
het eerst weer sedert vele uren een
glimlachje. Maar plotseling verstarde
dat, Zij had ln het water haar spiegel
beeld gezien en ontdekte dat haar
paarlcn halsnoer met den smaragd ver
dwenen was Bleek van schrik begon
de prinses met bevende handen door het
gias te woelen. O, haar halssnoer
moeders aandenken was weg. Waar was
het nu? O, o, het was vreeselUk, het
meisje weende en zocht maar vond het
niet. De visschen in het water hadden
zeker medelUden met haar. want zU ble
ven op hun plaats, inplaats van zooals
anders na het voederen weg te zwem
men. Het meisje zag dit en in haar wan
hoop fluisterde zU:
„O. lieve visschen. kunnen jullie mij
niet helpen. Ik heb jullie in mijn groot
ste verdriet toch ook niet vergeten! Weet,
Je niet waar mUn halsketting geble
ven is?"
En zU lette op de bewegingen der vis
schen. ZU knielde neer aan den oever om
te zien of de smaragd misschien in het
water gevallen was.
Daar zag zU opeens hoe een groote
visch steeds maar heen en weer zwom
alsof hU haar beduiden wilde, dat zij er
gens anders moest zoeken. De prinses
stond op en strak naai- den visch kU-
kend liep zU langs den oever in de rich
ting. welke ook de visch nam, die snel
wegzwom. Na een paar passen reeds hield
de visch stil en de prinses volgde zijn
voorbeeld. Do visch had steeds aan de
oppervlakte gezwommen en naderde nu
den oever. Ook het meisje kwam ann
het uiterste randje en zocht nu Uverig in
het gras. Maar niets vond zU- Toen zag
ze hoe de visch telkens onderdook en
weer bovenkwam, maar zU begreep niet
dadelUk wat dit beteekende, maar ten
slotte ontblootte zU toch haar arm en
tastte in het water tot zU den ondiepen
bodem vond. ZU voelde links en rechts
en eindeUjk meende zU tegenstand te
voelen. ZU hield iets vast maar kon het
door den snellen stroom niet dadelUk
oplichten. ZU trok en tTok en opeens liet
het voorwerp den bodem los. Het was
haar paarlensnoer. Het meisje slaakte
een ware vreugdenkreet!
Ach, zU zou het verlies van dit snoei-,
waaraan zooveel herinneringen voor
haar verbonden waren, misschien niet
overleefd hebben. Maar nu snelde zij
vroolUk naar huis en vertelde haar va
der in een adem wat er gebeurd. Ook de
koning was ten zeerste verbaasd en gaf
de order, dat do visschen in de vUvers
van het slotpark nimmer gevangen
mochten worden. En Puramelia ging el-
ken dag de diertjes voederen, welke haar
voor zooveel hartelecd bespaard hadden.
Hebben we de vorige week een lUstje
gemaakt met schuine hoeken (wie van
Jullie is 't goed gelukt?) nu gaan we
eens een ander model in elkaar zetten.
Voor de boven- en onderzUde maken
we 2 plankjes van 1.5 en 1.8 c.M. breed
(Zie fig. 1) Do lengte bepalen jullie zelf
maar, daar die afhangt van de grootte
van Je plaat. De plankje voor de zykan-
ten worden boven 1.5 c.M. en onder 1.8
c.M. breed. Denk er om, dat je den bin
nenkant van je lijst rechthoekig houdt.
De schuine kant komt dus aan de bui
tenzede. Heb je de vier kanten pasklaar
gemaakt, dan kan je ze op tafel netjes
tegen elkaar aanleggen en alles goed
sluitend maken. We verbinden ze aan
elkaar op dezelfde manier als bU 't vo
rige lUstje. We timmeren op de rechtop
staande plankjes andere, die 1/2 c.M.
smaller zijn, van boven 1.5 en beneden
1.8 c.M. uitsteken (zie fig. 2). Hebben
we de beide zUkanten zoover klaar, dan
kunnen we de boven- en de onderzUde
aan de uitstekende deelen timmeren.
Aan den achterkant brengen we nu bo
ven en onder nog 2 plankjes aan, die 1/2
c.M. smaller zijn en precies passen tus-
schen de andere. We hebben nu weer een
gleuf gekregen, waar 't glas en de plaat
ln gelegd kunnen worden. De vorige
week heb ik vergeten te vertellen, dat 't
s goed schoon gemaakt moet worden
met benzine of spiritus. Op 't lUstje
kunnen we nog een kleine versiering
aanbrengen, zooals fig. 3 aangeeft. Met
beits en was wordt 't geheel afgewerkt,
't Model ligt weder in de Groote Hout
straat 93.
Bloemhofstraat 29rd S.
/f
A
\Jf(P Ufa
i
EEN KRUIWAGEN.
Nu de avonden langer gaan worden
wat op zUn tijd ook wel weer gezellig is
zullen jullie zeker niet boos zUn als
we weer eens een knutsel-werkje ter
hand nemen. WU hebben hier op het
oog een kruiwagen, welke we van dik
karton kunnen maken zonder al te veel
moeilijkheden. Vader of moeder zal mis
schien we! een paar centen willen geven
om in den boekhandel een paar stukken
stevig karton te koopen. Als de kruiwa
gen nu dienen moet voor het poppen-
huishouden van je zusje dan kan her
werk echter ook van een paar oude
briefkaarten gemaakt worden.
De zUkant van de kar kan men natuur -
1 Uk zoo groot maken als men zelf wil.
Men kan den zUkant zoo uitsnUden, dat
de handgrepen en het stuk waarin later
de as van het wiel moet komen uit één
stuk zUn, zoodat zU aan den zUkant
vastzitten.
De bodem en de voor- en achterzUden
kan men ook gemakkeluk zelf afmeten.
Men neemt dan desnoods ongeveer de
verhoudingen van de teekening. Deze
drie deelen kan men ook uit één stuk
maken, door de voor- en achterzijde om
te buigen. Het wiel wordt natuurlUk uit
één stuk gesneden en als men een
groote wagen maakt van een houten
as voorzien of als men een klein wa
gentje maakt van een os welke uit
een stevig stukje Uzerdraad bestaat. Het
wiel moet precies knellend passen op
de as, anders valt het bU het ryden tel
kens schuin om. De as moet dus mee
draaien.
Om nu de verschillende deelen van
den wagen aan elkaar te bevestigen, kan
men ze b.v. met sterk touw naaien, maar
ook als men tenminste een beetje han
dig is lymen. BU het UJmen moet men
echter als volgt te werk gaan. Men
neemt een stukje sterk pakpapier en
vouwt dat in de lengte om. Als het dan
met lUm ingesmeerd is. wordt de eene
helft van het papier b.v. aan den zUkant
en de andere helft op den bodem ge
plakt. Dit moet men zoowel aan den bin
nen- als aan den buitenkant van den
wagen doen, dus zoo dat alles goed ste
vig zit. Men kan dan de handvaten nog
versterken door er aan den binnenkant
dunne latten tegen aan te lUmen.
DRIE DAGEN NAAR
DE KAAG.
Net zat ik te overpeinzen, dat ik, als
het zoo doorging niet veel aan mUn
vacantie zou hebben, toen er gebeld werd
en Dick de Wilde een oogenblik later
binnentrad. Ik vroeg hem, waarom hU
zoo opeens aan kwam waaien.
„Ja, zie je," zei Dick, „ik heb je wat
te vertellen" Ik wilde Juist zeggen, dat
ik dat wel begreep, want dat hU anders
niet gekomen was, toen hU vervolgde:
„Jan en ik zUn op de gedachte gekomen
met z'n allon, of liever gezegd met z'n
vieren, Lies, Jan JU en ik eens een paar
dagen met de motorboot van m'n vader,
die ik voor dat doel gebruiken mag. naar
„de Kaag" te gaan en vandaar uit aller,
lei tochtjes te maken. Hoe zou je dat
vinden?"
„Eenlg natuurlUk!" riep ik uit. „Ik zal
direct toestemming gaan vragen."
Die toestemming kreeg ik na lang
aarzelen van belde kanten, pa en ma
waren het er niet over eens. totdat ma
eindelUk den knoop doorhakte met de
beslissing, dat ik wel mocht, als ik maar
voorzichtig was en allerlei raadgevingen
meer
's Avonds ging ik nog naar Lies toe om
te hooren, hoe die er over dacht, en met
een. toon ik binnenkwam, merkte ik dat
al. want ik werd, zoo lang als ik was te
gen den muur aangedrukt, zoo had ze
me in haar blUdschap te pakken. Nu
gingen we een lUstje maken van alles,
wat we mee moesten i -men en om ne
gen uur, toen ik aanstalten maakte, om
te vertrekken, was het heele zaakje ge
reed.
Morgen was het Dinsdag en Woens
dag zouden wc vertrekken," zalig ge
woon
Dinsdagavond duurde het erg lang,
voordat ik ln slaap viel en 's nachts
droomde ik van scheepsrampen en aller
lei dingen meer. Zoo kwam het dan ook,
dat ik 's morgens natuurlUk weer de
helft van mUn spulletjes büna vergeten
had, zoo slaperig was ik nog! Gelukkig
inspecteerde moeder m'n slaapkamertje
nog eens en kwam met de gevonden
voorwerpen aandragen. Op 't laatst
er was haast geen plaats meer in m'n
citv-bag kwam vader nog met een blik
bisquit aan, voor op reis. dat den eer
sten dag den besten al leeg was.
Daar werd drio keer gefloten voor de
deur. Dat was Lies, om me af te halen.
Die sjouwde ook met een valiesje en
haar mantelzakken puilden vervaarlijk
uit van de appels, die ze er in de haast
in had gepropt. Zoo vertrokken we be
pakt en bezakt en werden bU de jacht
haven al door de jongens opgewacht,
die ons naar binnen brachten, en Dick
wees ons. waar de bagage neergelegd
moest worden. Een oogenblikje later ver
trokken we.
We hadden een prettig tochtje naar
de Kaag. Schitterend was het in de om
streken van do Ringvaart.
In een weiland dicht bU een boerderU
zouden we ons kamp opslaan. De boot
werd vastgelegd en we stapten op de
boerderU af, waar we eerst kennis maak
ten met den boer en z'n vrouw en daarna
eens rond gingen kUken. Daarna gingen
we weer naar de boot terug om de tent
op te slaan. Spoedig stonden de 6 per
soonstent voor Lies en mU wel veel te
groot voor ons tweeën, maar in de ruim
te. die over was, borgen we het kook-
toestel, enz. en de twee persoonstent
voor Dick en Jan, overeind. Om de
bedden in orde te maken moesten we
stroo halen bU den boer, wat de twee
jongens voor ons deden. De eerste nacht
werd natuurlUk veel gepraat, zoodat er
van slapen niet veel kwam. 's Morgens
gmgen we allemaal zwemmen, waarna
we aan den waterkant ons brood opaten.
Daarna gingen do jongens visschen ter
wijl wU het middageten klaarmaakten.
Na gegeten te hebben de Jongens
brachten tusschcn twee haakjes een fUn
vrachtje visch mee, gingen wé een zalig
tochtje met de motorboot maken. Daar
na dronken wc in het „Kaaghotel" thee,
wat wel gootwater leek en Lies deed be
weren dat ze het thuis in alle gevallen
toch nog beter deed, en tegen zessen
keerden we weer naar onze tenten terug.
's Avonds stoomden we naar Warmond,
waar we tot ongeveer tien uur veel te
laat bij een tante van Lies bleven, en
gingen langs een omweg weer naar huls
of liever gezegd naar onze tenten terug.
Overdag was hot al broeierig geweest
en we hadden, al tegen elkaar gezegd:
„Als dat maar geen onweer wordt van
nacht-"
..Nou, als het al te erg wordt," had de
borr gezegd, ..dan komen jui'ie maar bij
mij binnen, hoor Juffers!" Maar wc be
weerden. dat dat natuurlUk niet nood'ig
was. Doch 's nachts zyn we wel bU den
boer in huis gevlucht! Het was noodweer
Lies en ik lagen dicht naast elkaar een
heel eind van het tentzeil af, want wc
waren doodsbang, dat we er één van bei
den tegen aan zouden stooten, zoodat het
hard zou beginnen in te regenen.
Daar werd op eens van buiten geroe
pen: „Doe eens gauw open! Ik ben drUf-
nat!" En daar trad Jan binnen, een re
genjas over z'n pyama aangetrokken.
„Zeg, zouden we niet bU den boer bin
nengaan?" vroeg die. „Dick staat ook al
te wachten."
Nu alleen wilden we niet blUven lig
gen, en dus gingen we maar mee naar
binnen, waar de boer en z'n vrouw met
den knecht en de meid al aan de tafel
zaten.
We kregen een kop sterke koffie met
een flink brok koek met boter en gin
gen daarna naar den stal waar de hooi
berg was. In het hooi slapen was fUn
had ik wel eens gehoord. Nu zou ik het
ondervinden. We wikkelden ons Ieder in
een deken, die Dick naderhand nog ge
haald had. Dat lag fUn, en in minder
dan geen tUd sliepen we al, trots on
weer en regen. En ik werd niet eerder
wakker, dan toen het zonnetje mU vlak
in m'n gezicht scheen, en ik de andoren
wakker porde.
Met spUt bedacht ik me, dat het den
laatsten dag was, maar we hadden toch
heerlijk genoten. Het was mooi weer en
om elf uur werd de terugtocht aanvaard.
We zouden over Amsterdam terug ko
men. Daar aangekomen vertrouwden we
den motorboot toe aan een man, een boo
tenverhuurder blUkbaar, met. een dik
ken pruim achter z'n kiezen. Onderweg
naar een restaurant kwamen we m'n
oom tegen, die ons inviteerde met hem
mee naar huis te gaan, waar we aten en
den verderen middag bleven. Om 5 uur
vertrokken we, ieder beladen met een
pak brood, dat we van tante hadden
meegekregen. Om half zeven lagen we
weer in de jachthaven en toen gauw
naar huis.
Prettiger dagen dan deze drie heb ik
m'n heele vacantie niet gehad.
Ingezonden door:
M. J. E. NIESTEN,
Lourens Oosterstraat 5,
oud 14 jaar.
POSTZEGELRUBRIEK
/JC
JOC
r
7°
/Je
J0C
,V"
/0C.
Ja e.
/0C
Sc
Ufc
In 1909 werd een hulpzegel uitgegeven,
die geheel afwijkt van de bestaande ty
pen. Het grootste deel van de zegel be
staat uit een breeden, bewerkten rand
met bladmotieven, die in 't midden een
kleinej-uimte open laat, waarin een ge
schaduwde 5 met daarboven en bene
den de landsnaam en .,5 cent". Ze ver
scheen doorstoken en geperforeerd. We
krUgen dus 5 oent (rood). Grootte van 't
vakje 2.3 bU 3.2 c.M.
In 1911 zag de zoogenaamde kroon-
serie 't licht. Dit zUn enkele zegels van
voorgaande series, waarop in rood een
kroon gedrukt is en een nieuwe waarde,
zoodat we krijgen: 1/2 cent op 1 c. (1890
—92 grUs) 1/2 cent op 2 c. (1890—92)
oranjebruin), 15 cent op 25 c. (1893
blauw), 20 cent op 30 c. (1893 bruin)
en 30 cent op f 2.30 (1899 violet).
Grootte van de vakjes 2.8 tij 2.3 c.M..
utigezenderd voor de laatste, dat 3.6 bij
2.7 c.M. Is.
Ook twee portzegel9 kregen zoo'n op
druk n.l. 10 cent op 30 c. en 10 cent Ojj
50 c. (beide 188889 lila). Grootte van
dc vakjes 2 8 bU 2.3 c.M.
Weer krUgen we eenige hulpzegels in
1912 in geheel afwUkend type (zie fig. 3)
nl. 1/2 cent (violet), 2 1/2 cent (groen),
5 cent (rood) en 121/2 cent (blauw)
Grootte van de vakjes 3,5 bij 2.8 c.M. Zie
voor de indeeling 't schetsje.
Nieuwe deelnemers:
283. Johan AugusUjn, Engelszstr. 23.
284. Matje Ladru. Borskistraat 19.
285. Henk Wesseling, Hofmeyerstr. 3.
286. Jan Roers, Bakkerstraat 36 rood.
287. Kees v. Bilderbeek, v. Berestein-
straat 20.
Nieuwe deelnemers kunnen zich bU mU
opgeven; liefst schriftelUk met duide-
lijken naam en adres.
Bloemhof straat 29rd. S.
(Deze raadsels zUn ingezonden door
Jangens en Meisjes die Onze Jeugd
lezen.)
Iedere maand worden onder de beste
oplossers vier boeken verloot.
AFDEELING I
(LeeftUd 16 Jaar en ouder.)
1. (Ingez. door Condor
Eenmaal r en driemaal d,
Tweemaal a en eenmaal e,
Eenmaal w en tweemaal o, welk Be-
tuwsch dorpje schrUft men zoo?
2. (Ingez. door Alva.)
Zet onder elkaar:
een rivier in Nederland,
een rivier in Zwitserland,
een rivier in België,
een rivier in Duitschland.
een rivier in HongarUe.
een rivier in Rusland,
Do beginletters moeten een stad in
Spanje noemen.
3. (Ingez. door Sering.)
Neem uit de volgende Rubriekertjes-
namen telkens een letter, welke letters
met elkaar een nieuwen Rubriekertjes-
naam vormen.
Darwintulp, Ploris V, Alba, Gymnast,
HebatJe, Attalanto, Sering, Roodborstje,
Berliner Bol, Spirea, Appeltje, Vaders
Hulp.
4. (Ingez. door Huishen.)
MUn geheel is een man, dJe een mooie
zaak heeft. Het geheel bestaat uit 13
letters.
1 11 10 is speelgoed.
5 6 7 8 is een lichaamsdeel
4 2 3 is een herkauwer
4 12 13 is een voertuig.
9 10 is een lengtemaat
5 2 10 is een dierenverblUfplaats.
5. (Ingez. door Zwemstertje.) Verbor
genheden.
a. Welk beroep oefent Dora Ostuc uit?
b. Welke plaats in Amerika is Loes
Selang?
c. Welke plaats in Amerika is Ton
Bos?
d. Welk Spaansch gebergte is Ada
Nevarries?
6. (Ingez. door Tromp) Verborgen
vruchten.
a. Deze rivier is de Arno, Otto.
b. De plaatsjes Hummelo en Ulft lig
gen in Gelderland.
c. Bep ruim je je speelgoed op?
d. Het schip lag voor anker, straks zou
de kapitein van boord gaan.
e. Dit boek is beschadigd.
f. HU gaf me een schop, «er ik er op
verdacht was.
g. Speel Je verban? Aan wie is dc
beurt?
AFDEELING II
(LeeftUd 9 jaar en jonger.)
1. (Ingez. door Huishen.)
De boer rijdt met mUn 1ste naar mUn
2de, waar mUn geheel hem wacht. Wat
is dit?
2. (Ingez. door A. B. C.)
Ik ben een spreekwoord van 20 letters.
1 19 20 wordt aangelegd.
2 3 4 is een blceiwUze.
18 19 5 12 heeft geen ouders meer.
6 10 is een maat.
7 16 20 15 17 is een getal
8 16 9 is een groot grasveld.
10 11 16 12 is een verkorte meisjes
naam.
14 13 15 17 is ook een verkorte meis
jesnaam.
3. (Ingez. door Marietje.)
Ik ben in veie h ishoudingen en be
sta uit 10 lette/s.
1 2 3 4 is overal
5 6 6 10 is niet zoet.
8 7 9 10 is een roofvogel.
4. (Ingez. door Jan v. d. H.)
Ik ben een dorp aan zee en besta uiö
8 letters.
Wanneer veel menschen samen zUn,
spreekt men van een 8 2 3 4
Amsterdam ligt aan het 7.
Vele letters vormen samen eer. 6 2 3 4 5
Als het koud is, is de wind dikwUIa
1 2 3 4 5.
5. (Ingez. door Klimop).
Ik ben een aardig rUmpje, dat bU on9
aan den wand hangt en uit 23 letters be
staat of 4 woorden. Het 1ste woord be
vat 12 letters en nu het herfst wordt,
moeten we dat in huis zoeken.
Het 2de woord is de tegenwoordige
tUd van een werkwoord en bestaat uit 4
letters.
Het derde woord beteekent niet en
bestaat uit 4 letters.
Het vierde woord beteekent iets dal)
nooit stil staat en uit 3 letters bestaat.
6. (Ingez, door Cyclainc.)
Ladderraadsel
Op deze 6 sporten moeten 6 woordjes
van drie letters geplaatst worden en wel
zoo, dat £e beginletters den naam vor
men van een straat in Haarlem. De mld-
denletter van alle woorden is een o.
Op de lste sport komt den naam van
iemand, die goed kan koken.
Op de 2de sport een kleedingstuk.
Op de 3de sport een woordje, dat een
bevestiging beteekent.
Op de 4de sport een naam, die zoo
wel van een meisje als van een Jongen
kan zUn.
Op de 5de sport een houten verblUf-*
plaats voor dieren.
Op de 6de sport speelgoed.
Raadseloplossingen
De raadseloplossingen der vorige week
zUn:
AFDEELING I
1. Gelöermalsen.
2. Beter een goede buur dan een verréi
vriend.
3. a. een schoen, b. kaas, c. herbergen,
d. valsch geld.
4. Tilburgertje.
5. Orchidee.
6. Ostende.
AFDEELING II
1. SchilderU.
2. Haastrecht.
3. Verwulft.
4. Herfst.
5. Onze Jeugd.
6. RoomMoorroom.
Goede raadseloplossingen ontvangen
van:
De kleine Koerier 6 Ineke Zaalberg 5
Vogeltje 5 Kolibri 6 Koolmees 6 Hansje
Teddybeer 5 De kleine Bakker 5 Hebatja
5 Mechanicus 6 Waterrat 6
Berliner Bol 6 Wilgenroosje 6 Vadera
Hulp 6 De kleine Vogelvriend G Dc klei
ne Violist 6 Pukkie 6 Bart zonder barst
5 Condor 6 Orchidee 2 Jeane d'Arc G
Miep 6 Amico 6 Zangvogeltje 6 Plet Hein
6 Korstjesknager 5 Roodwangetje 6 Don
Frederik 6 Tilburgertje G De Schipperin
5 Heliante 6 Groenling 6 Floris V 6 Ver
keersagent je 6 Vèrsprir.ger G Hardlooper
6 Zwemstertje 6 Krielkip 4 Bloemenfeo
3 Boterbloempje 4 Sultan Elbrahim 2
Boschwachter 6 Teekenaarster 5 Donap-
peltje 6 Franschmannetje 6 Duiven-
vriend 6 Moeders Hulp 6 Kleine Ulbo G-
Koekoek 6 Roodborstje G Darwintulp 3
Poppenmoedcrtje 6 De kleine Gymnast
6 Sering 6 Papavertje G Baby Peggy G
Zevenster 6 Alba 6 De kleine Bakkrr 0
Hansje Teddybeer 0 Heb iijc 5 Jullua
Cesar 5 Gee Is ter 6 Attalanta 6 Do klc.no
Lord 6 KnageiUntje 6