Cadum £1 BUITENLANDSCH OVERZICHT H. D. VERTELLINGEN Zeep EEN REDE VAN DR. BENESJ. Bij kleine Kinderen GEMENGD NIEUWS INGEZONDEN. is een zuiverende verfrisschende zeep,die nieuw leven aan de huid èeeft. FEUILLETON HAARLEM'S DAGBLAD VRIJDAG 5 OCT. 1928 VIERDE BLAD Optimistische klank. Doch gerechtvaardigd t. a. v. de ont wapening?, T BELANGRIJKSTE NIEUWS. De minister van buitenl. zaken dr. Be nesj de groote kenner yan ontwapenings kwesties, en de welwillende ij veraar daan-oor sprak in het huis van afge vaardigden te Praag over buitenland- BChe politieke quaesties. HU gaf daarbij ais zyn meening te kennen, dat het vraagstuk inzake de be perking der bewapening zün oplossing naderde, welke men slechts tijdelijk kon tegenhouden. „Wij wachten op de groote daad". Zulk een daad kon slechts dan duurzame gevolgen hebben, wanneer men rich langs een volkomen officieelen weg en na een grondige voorbereiding door de besluiten, genomen met het oog op de Europeesche politiek, liet leiden. De. toebereidselen voor de ontwapenings conferentie naderden hun einde en het zou, na de oplossing der schadevergoe- dingsquaestie en de ontruiming van den linker Rijnoever, het juiste tijdstip zUn voor het houden dier conferentie. Door een overeenkomst zou voor een reeks van jaren 't ontwapeningsprogram zoodanig kunnen worden uitgevoerd, dat met de tegenwoordige omstandigheden rekening wordt gehouden. Na afloop van den aan- vankelyk vastgestelden terpiijn zou men tot een tweede etappe overgaan. De ontwapening zou dus by etappen moeten worden geregeld, hetgeen met het oog op den omvang en het belang van het probleem ook niet anders moge lijk is. Wanneer de zeemogendheden en de Ver. Staten eenmaal omtrent de ontwa pening ter zee tot overeenstemming zyn gekomen, zullen de moeilijkheden voor de ontwapening te land kleiner worden en kan een overeenkomst in den geest der Europeesche politiek tot stand ko men. Dr. Benesj ziet de toekomst klaarblij kelijk nogal helder in. Zyn zienswijze is algemeen gewaardeerd in Volkenbonds kringen. Wij betwijfelen echter ten sterk ste of de oplossing van de puzzle dei- ontwapening zoo klaar en eenvoudig voor de hand ligt, als Benesj met woor den. niets dan woorden, uiteenzet. Men luistere maar eens naar het jongste kra keel tusschen Frankrijk, Engeland en Amerika! Trouwens zal de groote idee der ontwapening niet altUd stranden op ae machtspositie die het titanenlanü (wat goud en dollars en petroleum be treft) ae Vereenigde Staten, inneemt? F. A. Onder Komitadsjis! Een bloedbad- Naar de „Wreane" uit Sofia meddlt, heeft eergisteravond een aanhanger van den vermoorden generaal Prologerof, Simeon Touef genaamd, in een restau rant in het centrum der stad verschei dene schoten gelost op den leider der Komitadsjis Cyril Drangon en dezen tkxxïelyk gewond. Drie komitadsjis, die INGEZONDEN MEDEDEELINGEN a 60 Cts. per regeL eenphima fèunébri êand VERKRIJGBAAR BIJ ALLE ERKENDE RIJWIELHANDELAREN 21 Drangon vergezelden, vermoordden daar op Touef. Deze bloedige excessen zijn een uitvloeisel van den strijd tusschen de beide groepen van het Maoedonisdh comité, welke ontbrand is na den dood van Protogerof. De order om Drangon te vermoorden zou van de aanhangers van Protogerof gegeven zyn. Het congres der Engelsche Arbeiders partij. Op het congres der Arbeiderspartij te Birmingham zeïcte Ramsay MacDonald in antwoord op een aanval en op de be schuldiging. dat t program der party de onvervalschte afgrijselykheden („unmi tigated horrorsvan den vrijhandel op leverde, het volgende volgens het Hbld.: „De politiek van onze party is niet die der liberalen, maar wanneer goede ren worden ingevoerd', die onder een 'uit zuigingsstelsel zyn geproduceerd, onder voorwaarden waartegen wij niet zonder loonsverlaging kunnen concurreeren, is het redmiddel daartegen niet tarieven of safeguarding, maar een algemeen in voerverbod. Het zou de plioht een er Ar- beidersregeering zyn, een internationale conferentie byeen te roepen, om te ma ken dat in het buitenland de levens standaard tot onze hoogte werd opge voerd. Daar waar in het buitenland pro- tectiepolitiek is toegepast, heeft ze vraagstukken ais die, welke ons thans het hoofd bi-eken, niet opgelost". Philip Snowden, ex-kanselier van ce Schatkist, heeft op het congres de mid delen aangegeven, waardoor een even- tueele Arbeidersregeering aan de noodige gelden zou kunnen komen om haar pro gram uit te voeren. Hij zeide, dat van de zestig verschillende punten op het program er zeker 2/3 regeeringssteun zouden vereischen. De staking bij den Hamburgschen scheepsbouw. Uit Hamburg wordt gemeld, dat de groote Duitsche scheepswerf Blohm und Voss de stakende arbeiders heeft ont slagen. Hierdoor worden ca. 11.000 man getroffen. Ook de directies van andere Duitsche werven zullen waarschijnlijk tot een massa-ontslag overgaan. De eerste gevolgen van de staking zyn reeds merkbaar. De reparaties aan bin nenkomende schepen moeten aan bui- tenlandsche werven worden opgedra gen. 'n Surplus van 55 millioen. In den loop der beraadslagingen in de Kamercommissie van financiën deed Poincaré opmerken, dat de begrooting van 1929, die door de diensten der mi nisteries is opgesteld, een surplus in de ontvangsten van 55 millioen aantoont, en dat de tot dusver door de commissie ingevoelde wijzigingen een besparing van 20 millioen hebben opgeleverd. Hij voegde er aan toe, dat de regeer in g er op staat, dat het evenwicht niet in ge vaar wordt gebracht en dat de begroo ting vóór 31 December wordt aangeno men. Wanneer om een of andere reden niet aan deze voorwaarde wordt voldaan, zou de regeering aftreden. Op de opmerking van Malvy, den voorzitter, dat nog niet alle begrootin gen zyn onderzocht. o.a. die van oorlog en marine niet, antwoordde Poincaré, dat de grens der beperking dezer twee begrootingen is bereikt en dat elke ver meerdering der uitgaven, voortvloeiend uit de besluiten der commissie, gecom penseerd moet worden door het creëerec van nieuwe inkomsten zonder verhooging der belastingen. CAROL KRIJGT VISITE. WEER EEN ROEMEENSCHE LIEFDESROMAN? Naar de correspondent van de „Festi Na.plo" te Grosswaröein meldt, is prins Nicolaas van Roemenië de oom van ko ning Michael en een der regenten van het rijk. to gezelschap van een dame tot aristocratische kringen rit Boekarest ge vlucht. Men neemt aan, dat Prins Ni colaas met deze dame te Par U's vertoeft bij zyn ouderen broeder, ex-kroonprins Carol. De Tel. méldt nog: De twee andere regenten en de re geering doen alle moeite om een liefdes roman van prins Nicolaas geheim te houden. Men tracht het te doen voor komen. of de prins een vacantiereis maakt. Er zjjn koeriers naar Parijs gezonden en de koningin-weduwe Maria heeft in een brief haar tweeden zoon gesmeek: naar Boekarest terug te keeren. Deze brief bleef echter onbeantwoord. Ook moet de koningin-weduwe een brief hebben gericht tot ex-kroonprins Carol met het verzoek, zijn broeder te over reden, naar Roemenië terug te keeren. KORT EN BONDIG. De buitenl andsche concessie in Sjanghai is met afgrijzen vervuld door de ontdekking der politie, dat een En gelsche verpleegster en een Engelsch koopman op straat zyn doodgeschoten. Men gelooft dat de beweegreden van de misdaad diefstal of wraak is, in ver band met den inval bij een bende Chi- neezen. die zich aan ontvoeringspraktij ken hadden schuldig gemaakt. Van deze Ohineezen werden twee gedood en 3 gearresteerd. Maarschalk PfLsoedski is in War schau uit Boekarest weder aangeko men. De „Nacion" publiceert een lang mani fest van Primo de Rivera, waarin hU een overzicht geeft van het door het tegenwoordige regime bereikte werk, en voorts datgene, wat hy in de volgende vyf jaren denkt te verwezenlijken, uit eengezet. Op een massa-bijeenkomst der stakers werd besloten, het werk te Adelaide on middellijk te hervatten. Aan de „Matin" wordt uit Rijssel ge meld: De textielstaking in het Noord - Fransche industriegebied verloopt snel. Zelfs in de centra als Houplinnes en HiUèmes, waar de communisten sterke posities innemen, is het aantal stakers snel afnemende. INGEZONDEN MEDEDEELINGEN a 60 Cts. per regel. moet men de ontstoken of smettendedeelen met Purol inwrijven en de huidplooien droog houden door ze te bepoederen met i'urol-poeder. Purol in doozen van 30 en 60 ct., tube 80 ct. Purol-poeder in bussen van 60 ct. en 1 gld. 9 Verkrijgbaar bij Apoth. en Drogisten TEGEN LUIDRUCHTIGE MOTOREN. (Van onzen Londenschen correspondent) Al verscheidene jaren lang hebben medici hier, die een studie maken van de uitwerking van geraas op menschelij- ke trommelvliezen en zenuwen, ge waarschuwd tegen den nadeeligen in vloed van de herrie der moderne stad. Volgens de genoemde deskundigen, loopt de schade, die lawaai veroorzaakt als een gevolg van verminderd orcductie- of werkvermogen der menschen. elk jaar in vele miliioenen. Vooral sedert de mo; tor allerwege heeft getriomfeerd is het volume van het geraas even enorm als ondragelijk geworden en daarmee een verschijnsel dat in ziin effect de beste sappen van ae maatschappij dreigt te verdrogen. Zoo ongeveer luidden de vei: klaringen. Het schijnt dat het aldus ver spreide zaad nu in officieele hersenen vrucht heeft gedragen. Want het is juist bekend gemaakt dat de regeering heeft besloten stappen te ondernemen die den hinder van luidruchtige motorvoertui gen moeten verzachten, niet alleen in Londen maar in geheel Engeland. De minister voor Vervoer heeft bereids met den Home Secretary over de zaak ge sproken. En het Home Office heeft nu de komst van wetsbepalingen tegen te veel geraas aangekondigd met een me- dedeeling, waarin de wat opvallende waarheid wordt verkondigd, dat de toe name van straatgerucht hoofdzakelijk voortvloeit uit het verhoogde motorver-, keer en het daarmee gepsard gaande misbruik van horens en toeters in veler: lei vormen. Hoe de autoriteiten zich voorstellen het kwaad te keeren is als nog niet duidelijk en staat waarschyn- lyk ook die autoriteiten noe niet klaar voor den geest. Zij gaan voor het doel met de groote organisaties van automo bilisten en vrachtrijders overleggen. En wanneer de bepalingen zyn gemaakt zal de politie het nog drukker krijgen dan zy het reeds heeft. Voor zoover ik het kan nagaan is dit het eerste voorbeeld van nationale wetgeving op dit gebied ZIJN VROUW IN EEN AFGROND GEDUWD. Voor de eerste zitting van het pro ces tegen den industrieel Treiber, die er van beschuldigd wordt, zijn vrouw in een afgrond te hebben geduwd ten einde de verzekeringssom van 600.000 mark machtig te worden, bestond var. de zU- de van het publiek groote belangstel ling. Voor den ingang van het gerechts gebouw moesten zes politie-agenten wor den geposteerd, aangezien anders de toegang tot de tribune zou zijn gefor ceerd. Voorts meldt de Tel.: Op de vraag van den president, of me vrouw Treiber by haar val niet om hulp had geroepen, antwoordt verdachte: „Neen, zy is verdwenen zonder eenig ge luid te geven!" Hij verklaarde voorts, van t ongeluk zoo geschrokken te zijn, da hy geen woord kon uitbrengen en daar om eerst later de beide vrouwen, die zUn richting uitkwamen, opmerkzaam heeft gemaakt op hetgeen was geschied. Wat de kwestie der verzekering be treft, zegt verdachte, dat hU deze heeft gesloten, omdat hij zyn vrouw niet on verzorgd wilde achterlaten en voorts om, indien hij voldoende lang bleef le ven, voor ziclizelf wat geld te bezitten. Na haar dood, aldus deelde Treiber verder mede. kwam Ruphani bU hem en vroeg, of hij van het overlijden van me vrouw Treiber reeds mededeeling aan de verzekeringsmaatschappy had gedaan. Toen verdachte dit ontkennend beant woordde, bood de agent zich aan, daar voor alsnog te zorgen. Verdachte ontkent met beslistheid, dat hU op te grooten voet heeft geleefd. Vervolgens ondervroeg de president hem over zijn relaties met ec:. zekere juffrouw Hoyer. Verdachte verklaart hierover het volgende: „Ik was inderdaad zeer goed met haar bevriend. Zy had haar betrekking opgeaegd en ik heb haar geld gegeven, om een reis naar Swinemünde te maken. Dat was in 1926. Toen ik van mijn reis uit de Alpen terugkeerde, heb ik haar geschreven en haar ook een keer ont moet. Maar zoolang mijn vrouw leefde, heb ik nimmer met juffrouw Hoyer er over gesproken haar te zullen trou wen." Later is tusschen het meisje en ver dachte een verkoeling ingetreden en tenslotte heeft hy de connectie met haar beëindigd. Voor den Inhoud dezer rubriek stcli Je Redactie zich niet verantwoordelijk Van ingezonden stukken, gcplaatsl of niet geplaatst, wordt de kopie der nzender niet teruggegeven. M. de R. Met belangstelling nam ik kennis ran uw artikel .Ambachtsschool", voor al van het eerste gedeelte, de inleiding van den heer Blijenburg. op ae bekende Amsterdamsche vergadering gehouden. Daarin wordt nL nu eens juist uitge drukt wat men met de bekorting van den cursusduur van 3-jarige scholen be oogt. Verhinderen dat oud-leerlingen hooger op gaan. Duidelijker kan 't niet. Maar is t niet bedroevend, dat met dat d-oel. 't onder wijs verslechterd moet worden? Opzettclyk mindare ontwikkeling van het volkskind. Ik begrijp er niets van. Heeft de pa troon dan liever domme leerlingen, dan flink ontwikkelde? Want dat al die oud leerlingen hooger op gaan, is natuur lijk niet denkbaar. Maar hoe komt het, dat die oud-leer lingen hooger op gaan. Waar wonen die architecten, die jongens van de Am bachtsschool o.- kantoor nemen, enkel en alleen om ze hooger op te brengen? Hoe heeten die phüantropen? Neen, M. de R. alleen dan, wanneer er behoefte is, aan bedoelde oud-leerlingen, vinden zij een plaats. En naarmate die behoefte minder wordt, zullen er meer jongens voor het handwerk overblijven, 't Ge volg is dan alleen, dat de handwerks man op wat hooger ontwikkelingspeil komt te staan. Is daar iets op tegen? En als er te weinig jongens voor de praktijk overblyve-."an zou dat kunnen zijn, omdat de Ambachtsscholen te wei nig jongens afleveren. Er zouden dus te weinig scholen zijn. Wat verder 't reorganiseer en ran het teekenonderwys betreft, vrees ik. dat dat alleen zal bettekenen, irslcchteren. Als dat de bedoeling aai den heer Blyenburg is. en 't kan haast niet an ders zUn, dan zou ook daar neg wel f een en ander over te zeggen zijn. Om niet te veel van uw plaatsruimte ts vrager., wil ik 't echter hierbU laten. G.-anne ben ik bereid, daarover met den heer Blyenburg van gedachten te wisse len. Vriendelijk dank voor de afgestane plaatsruimte, M. de R. A. RAUWERDA, Leeraar Ambachtsschool, Haarlem. (Nadruk verboden; auteursrecht voorbehoudon.) Twee zielen door H. F. DE GROOT Felicie sloeg haar man gade. terwijl hij rich aan de ontbijttafel zette en z'n krant opnam. Ze kende al deze gesten. De manier waarop hü rin ei opensloeg, waarop hy z'n thee dronk, al lezende Zooals ze precies wist hoe hii zoo dade lijk zou opstaan, z'n krant opvouwen, by zich steken, haar juist onder heï haar op 't voorhoofd kussen en zeggen „Tot vanmiddag". Voor het eerst, sinds langen tijd. sloes 2e hem gade zonder dat z'n zoo bekende, zoo overbekend© gesten en manieren haar irriteerden. Onder de brieven, die de morgenpost haar gebracht had, was de eene dien ze verwachtte, de orlef waarin de woorden stonden die haar voor altyd weglokten van al dit bekend* Voor "t laatst zag ze hoe Ito ontbeet Voor 't laatst zou hij haar kussen, eer hij naar kantoor ging. Bij z'n thuis komst zou ze er niet meer ziin. Wonderlijk, dacht ze. dat hij nu boo kalm daar zit en niets vermoedt. En ik.dat ik thee schenk en straks hem zal zien weggaanalsof het niet de allerlaatste maal was. Maar het wonder- lUkst was oyel dat zij. the gesnakt had naar dit uur als naar een bevrijding, nu beklemd was en melancholiek. Mijn hemel, ze hadden toch zes jaar naast elkaar geleefd. En de eerste jaren wa ren gelukkig geweest. Toen ging hot sooals nu eenmaal blilkbaar de meeste huwelijken gingen. Vervreemding, ver koeling, zonder veel ruzies, zonder groo te oorzaken.. Hoe onverschillig hij geworden was! Zou hij nog wel iets van de oude tee- derheid voor haar voelen? Zou hU zich zelfs nog wel herinneren hoe teeder hU vroeger geweest was? En zou hy nooit beseffen dat een jonge vrouw dit leven niet kon dragen? Hy vouwde z'n krant, op en stak die bij zich. Dan stond hij op. haar keel was dichtgeknepen. Na alles en in weerwil van alles was hij toch Ralph van wier. ze eens zooveel gehouden had. die eens zoo dol op haar was geweest. Hij kuste haar op het voorhoofd, vlak onder het haar. „Tot vanmiddag". En zy vergat te antwoorden. Toen hU weg was ging ze naar de slaapkamer en begon te pakken. Haar gedachten werkten koortsachtig. Uit voorbij. Het leek onwaarschijnlijk als een droom. Dan rees het beeld van den ander voor haar op. die was niet on verschillig. Maar terwijl ze pakte kon ze niet ontkomen aan kwellende gedachten di<-- zich drongen tusschen haar practische overwegingen wat ze mee sou nemen en haar bittere gedachten over Ralph's vervreemding. Was het niet ook wel haar schuld geweest? Ze had fouten ge. maakt. Wel. iedereen deed dat. Maar zoo zwaar hoefde men dat toch niet op te nemen? Toch. als ze zich meer moeite bad gegeven, als ze zelf teeder* der was geweest? Ach. het was nu tc laat en zelfs als ze nog zou willen. bU hem was alles voorbil. Toen de koffer was gepakt opende rus een kast om na te r.:en of daar nog iets hing cat ze mee moes: nemen. Op eens hield ze een jas van Ralph In haar hand. De grijzedat was het pak cat hU zooveel droeg. En o Deens her innerde ze rich dat hU gisteren iets ge zegd had van een knoop die er 'was af gesprongen. Daarom had hii t vandaag niet aan. Ze glimlachte wat triest, haalde haar naaimandje en zotte zich neer om don knoop aan te naaien Toen. terwijl ze de jas weer wilde opliangen. viel plot seling iets uit een ran de binnenzak, ken. Ze raapte liet od en hield een go. scheurde en gele enveloppe in haar hand. Een brief? Dan herkende se het handschrift. Het was van haar zelf. Een oude biief.... ex viel een portretje uit waarop ze samen stonden, een kiekje, gemaakt ln hun verlovingstijd. En zo herlas den brief, dien ze jaren geleden had geschreven, haar eersten liefdes brief aan hem. Een sluier van tranen kwam voor haar oogen en een warmte leek haar hart to doorstroomen. Ralph, die zoo nuchter en koel leek, droog haar eersten brief aan hem en dat portretje bU rich, dag aan dag. Dan was hU dus nog niet zoo ge heel van haar vervreemd.... dan.... Een half uur later had ze haar be sluit genomen. Ze pakte den koffer weer uit. En toen ze het laatste goed er uit nam fluisterde ze in zichzelf: ,JUJ hoeft het nooit te weten". Dien avond ontving ze hem met een glimlach, een kus, als jarjn geleden. En terwijl ze tegenover elkander aan tafel sa ten, trachtte ze haar oude stem. haar oude gesten terug te vinden Zijn oogen hingen verwonderd aan haar veranderd gelaat. Langzaam aan begon iets op te helderen in zijn strakken blik. En toen re later samen bil het vuur baten, haalde ze den brief voor den dag en het fototje. „Dat viel uit Je saktoen !k een knoop aan Je Jas wilde zetten", zei ze en tranen vulden haar oogen. „Ralph, lieveling, ik dacht dat je niets meer om me gaf Hij keek naar den brief, minuten lang. Toen wendde hU rich plotseling om, nam haar ln zUn armen en bedekte haar gezicht met kussen. Toen zij later orders aan de meid gaf. sloop hij de trappen op. naar zijn ka mer. Hij haalde onder het bed een hut koffer te voorschijn en begon die haas. tig uit. te pakken. En toen hii het laat» ste stuk goed er uit nam. mompelde hU )n zichzelf: „Ze hoeft het nooit te we ten". DE BAUNE OP 'T SPOOR. 'T SCHIP OP WEG NAAR CHINA. Aneta verneemt, dat blijkens de na dere berichten, inzake de „Baune", het Noorsohe stoomschip, de koe ra, die het schip gekozen heeft, bewijst, dat het schip niet naar Port Arthur maar naar Oliina vaart. Men heeft, de Britschc auto riteiten reeds gewaarschuwd om maat regelen te treffen om het schip in de Ohineesche wateren op te vangen en te escorteeren, even tueel tot zijn kolen- voorraad uitgeput is. De munitie en de wapenen in de lading zyn naar alle waarschijnlijkheid bestemd voor een der Ohineesche generaals. OOGST VERNIELD. GROOTE BRAND IN EEN LIMBURGSCH KLOOSTER. Wociudajnacht is bü de paters van het trapplsten-St.-Paulkloostcr tc Arcen tL.) Klein Vink. met veel uitgebreide bezittingen, een hevige brand uitgebro ken meldt de N. R. Ct. Om ruim één uur weid de brandweer van Venlo te hulp geroepen om met 500 meter slang te komen. Toen de zware motorspuit in de nabijheid kwam, geraakte zij in een moeras, hetgeen vertraging gaf in het water geven. De stallen en hooischuren alsmede de hooizolders, gingen alle in vlammen op. zoo ook veel landbouwge reedschappen. De geheele hooi- en ko renoogst, die juist was binnengebracht, is verloren. Het vee, ongeveer 60 koelen, 10 paarden en een 100 varkens, is gered. Het klooster ligt in de nabijheid van uitgestrekte bosschen. Aan de andere zUde van den weg liggen talrijke hooi bergen, die dank zU de richting van den wind onaangetast gebleven zijn. De oorzaak van den brand is tot nog toe onbekend. INGEZONDEN MEDEDEELINGEN a 60 Cts. per regeL Dr. H.MANNING'S SUPPOSITORIA (Zetpillen teqen aambeien.) Een hard stuk zeep.dat tot het laatste vliesje Gebruikt kan worden ct De Geschiedenis van Lois Reddle Naar het Engelsch van EDGAR WALLACE. 28) Lois was niet zco onbarmhartig haar er op te wijzen dat. de jongen in kwes tie om en bij de vijf en dertig was. „Dis vrouw kan Selwyn evenmin uit staan als ik haar. Zy bezit een hart als een keisteen, zij is...." ..Mynheer Mackenzie zal een droe vigs plaatsvervanger voor Selwyn we zen. maar zullen wij he» beven roepen?" herhaalde Lois haar voorstel. „Gil of hij komt", klonk het beknopte antwoord. In veel opzichten was mijnheer Mackenzie een ondr-rhoudcr.der gast dar. Lizzv verwacht had. Ten eerste luisterde hij zeer oplettend na:.r haar beschrijving van het huis van ds Morons er. hun deen en laten, var.t Lizzy had zich op geworpen tot degene d:e dit onderwerp met gezag behandelde, zich slechts nu en dan cm bevestiging tot Lois wen dende. „Zijden gordijnen? Waarachtig!" sprak mijnheer Mackenzie, diep onder den in druk. „En satijnen ook", ging Lizzy onver vaard voort. „Tenminste, zy' gelijken op satijn. En overal zilveren beslag. En echt marmer in de badkamer. Heb ik geen gelijk, Lois? En een zilveren haard in den salon". Da oude Mackenzie zuchtte er van. „Het moet heerlijk zijn in zulk een omgeving te wor.en", zeide hij, „hoewel ik nooit een man of een vrouw benijd. En is de gravin een aardige dame?" „Dat kan ik niet bepaald zeggen", zeide Lizzy. „Zy is héél goed. op één ding na. Zij is een sléchte moeder, doch een goede hoedster, indien gij my be- grij.pt." „Heeft zij kleine kindertjes?" vroeg mijnheer Mackenzie vol belangstelling. „Zoo héél jong is hy niet", legde Lizzy voorzichtig uit, „hy is een jonge man ln wat men zou kunnen noemen den bloei der jeugd. Neon. hij gaat niet meer op school", gaf zU op die ongeluk kige vraag ten antwoord. „Hy is een zeer merkwaardig man. Selwyn uil too- neelspeler worden, en waarom zijn moe der hem zïjr. zin r.iet geeft is my een raadsel". De oi:de Mackenzie zuchtte opnieuw. „Het is een slecht leven, het leven aan het toon--". Ik heb dat meermalen aan u jonge dames gezegd, meen ik; al mijn zorgen en mijn verdriet, dagteekenen uit de jaren, toen ik nog-aan het too- neel verbonden was". En verstrooid ging hij voort: „Zy was een vroolijk meisje, met een prachtig figuur en een gezicht als... als een...."' „Engel?" hielp Lizzy hem op weg. haar vork omhoog gestoken houden de. .Madonna" was het woord waarnaar ik zocht. Het is my nog steeds een on- begrijpelyk iets, dat zy ooit haar oogen liet vallen op my, om er niet van te spreken dat zij myn nederig aanzoek aannam. Doch het spreekt vanzelf dat ik destyds in zeer goeden doen was. Een paar van myn opera's comique werden opgevoerd, ik had een aanzienlijke som gèlds verdiend, die ik gelukkig in hui zen belegd had, want zij was een weinig buiten. ja, buitensporig. Misschien was het myn schuld." Er heerschte een langdurige stilte, gedurende welke hy in zijn oude herin neringen opging, zijn kin op 'jn borst gezonken, zijn oogen op het tafellaken gevestigd. „Ja. het was mijn schuld. Ec zeide tot mijn ouden vriend Shad dies, toen hU mij ried echtscheiding aan te vragen..,." „Shaddles?" sprak Lizzy hem na ..Ken* u dien ouden... dien heer waar lijk?" Mackenzie zag haar verrast aan „Wel, mijnheer Shaddles is mijn rechtskundige raadsman. Dal aerklaart hoe mij het fortuintje overkwam u mijn kamers te kunnen verhuren. MÜnhee- Shaddies beval u myn huls aan, weet i nog wel?" „Shaddles! Goede Hemel!" riep Lizzy uit, haar bord wegschuivende. .Had ik dat geweten, dan had ik nooit in mijn bed kunnen slapen, geloof ik!" .HU is een goed mensch. een oprecht mensch en een vriend", merkte mijn heer Mackenzie bedaard aan. ,-En hy" is een leelijke oude vrek", sprak Lizzy ondanks een waarschuwen den blik van Lois. „Hij is eenigszins op de penning", gaf mijnheer Mackenzie toe. „Maai- ach, sommige rechtskundigen worden zoo. Zijn vader was net eender". „Heeft hU ooit een vader gehad?" vroeg Lizzy met geveinsde verbazing. „Zyn vader en zyn vaders vader wa ren eender. Doch de Shaddles zyn be kwame rechtskundigen en rentmeesters en zy hebben groote vermogens beheerd. Sedert vele honderden jaren zijn 255 de raadslieden ran de familie Moror. ..Kent gy de Morons dan?" vroeg Lois. Hij weifelde. „Ik kan niet zeggen da: !k hen ken. Ik weet het een en ander van hen. Der. ouden graaf, den vader var. den tegen- woordigen knaap, heb ik éénmaal ge zien. Hy woonde vele jaren in het bui tenland, en was welnu, ik zal hem niet slecht noemen, doch ir. ieder geval leidde hy een vroolijk leventje Hy leef de er maar op los. Willie, zyn oudste zoon. wis een knap jongman, doch hij stierf. Selwyn, de jongste zoon uit dc tweede a-rouw, moe: de knaap zUn van wien gjj gesproken hebt". Zelfs Lizzy geraakte onder den indruk van de bekendheid van den ouden mar. met den stamboom van ae Morons. „Het is een buitenkansje voor dc fa milie, dat deze flinke jongen, Selwyn, er is; hoewel, indien mevrouw de gravin een dochter bezeten had, deze ln den ti tel zou zUn opgevolgd, want de Morons zUn een van die geslachten, waarin by ontstentenis van mannelijk oir, de vrouw in den titel opvolgt." Toen de tafel opgeruimd was, haalde hy zijn viool en bleef een half uurtje spelen, en Lizzy, wier eerbied voor den musicus aanzleniyk toegenomen scheen, verwaardigde zich zelfs tot luisteren. De avond ging veel te snel voorby, en te tien uur koek Lois op haar horloge en wisselden de belde meisjes blikken. Met een huivering stond Lizzy op. „Terug naar het huis des noodlots". riep zy dramatisch uit. „En de hemel zij gedankt, dat het de laatste avond ra da: wy daar slapen zullen!" zy kon moeilyk gissen dat noch LoLs Reddle, r.och zy. ooit weer een voet in dat huis des noodlots zouden zetten! HOOFDSTUK XVTIÏ. Te vyf uur dien middag weid ln dc Telsbury-gevangcnls een geweldig slaan met deuren en rammelen met sleutels vernomen. Het uur a-oor den avond maaltijd was voorby. De hoofdbewaar ster had haar laatste ronde volbracht. Waschlokalen. keukens en werkinrich tingen waxen door de a-erantwoordel ijke beambten gesloten, de vyf hallen, die stervormig, allen op de groote midden- hal uitkwamen, waren verlaten, behalve door de dienstdoende bewaarster tuin haar werktafel, aan welke zy dc b" leven zat te lezen, die voor dc gevangenen be zorgd waren en hun den volgenden morgen uitgereikt zouden worden, zy deed dit met het wisse oog en dc ge oefende hand van iemand die dit werk verstaat, en gebruikte haar blauw pot lood voor het doorkrassen van zooda nige passages die minder wenschelijk geacht werden door de gevangenen te worden gelezen. Daarmede oezlg zynde. hoorde »y e*n dof geluid en opziende zag zy dat het roode schyfje over een var. de gaat jes in het schellenbord neergevallen was. Zy legde haar potlood neer. liep door de hal, en voor een cel blijvende stilstaan, stak zy den sleutel ln het slot en maakte de dc-ur open. (Wordt vervolgd-).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1928 | | pagina 13