Cadum
£1
BUITENLANDSCH OVERZICHT
H. D. VERTELLINGEN
Zeep
EEN REDE VAN DR. BENESJ.
Bij kleine Kinderen
GEMENGD NIEUWS
INGEZONDEN.
is een zuiverende
verfrisschende
zeep,die nieuw
leven aan de
huid èeeft.
FEUILLETON
HAARLEM'S DAGBLAD VRIJDAG 5 OCT. 1928
VIERDE BLAD
Optimistische klank.
Doch gerechtvaardigd t. a. v. de ont
wapening?,
T BELANGRIJKSTE NIEUWS.
De minister van buitenl. zaken dr. Be
nesj de groote kenner yan ontwapenings
kwesties, en de welwillende ij veraar
daan-oor sprak in het huis van afge
vaardigden te Praag over buitenland-
BChe politieke quaesties.
HU gaf daarbij ais zyn meening te
kennen, dat het vraagstuk inzake de be
perking der bewapening zün oplossing
naderde, welke men slechts tijdelijk kon
tegenhouden. „Wij wachten op de groote
daad". Zulk een daad kon slechts dan
duurzame gevolgen hebben, wanneer men
rich langs een volkomen officieelen weg
en na een grondige voorbereiding door
de besluiten, genomen met het oog op de
Europeesche politiek, liet leiden.
De. toebereidselen voor de ontwapenings
conferentie naderden hun einde en het
zou, na de oplossing der schadevergoe-
dingsquaestie en de ontruiming van den
linker Rijnoever, het juiste tijdstip zUn
voor het houden dier conferentie. Door
een overeenkomst zou voor een reeks van
jaren 't ontwapeningsprogram zoodanig
kunnen worden uitgevoerd, dat met de
tegenwoordige omstandigheden rekening
wordt gehouden. Na afloop van den aan-
vankelyk vastgestelden terpiijn zou men
tot een tweede etappe overgaan.
De ontwapening zou dus by etappen
moeten worden geregeld, hetgeen met
het oog op den omvang en het belang
van het probleem ook niet anders moge
lijk is.
Wanneer de zeemogendheden en de
Ver. Staten eenmaal omtrent de ontwa
pening ter zee tot overeenstemming zyn
gekomen, zullen de moeilijkheden voor
de ontwapening te land kleiner worden
en kan een overeenkomst in den geest
der Europeesche politiek tot stand ko
men.
Dr. Benesj ziet de toekomst klaarblij
kelijk nogal helder in. Zyn zienswijze is
algemeen gewaardeerd in Volkenbonds
kringen. Wij betwijfelen echter ten sterk
ste of de oplossing van de puzzle dei-
ontwapening zoo klaar en eenvoudig
voor de hand ligt, als Benesj met woor
den. niets dan woorden, uiteenzet. Men
luistere maar eens naar het jongste kra
keel tusschen Frankrijk, Engeland en
Amerika! Trouwens zal de groote idee
der ontwapening niet altUd stranden op
ae machtspositie die het titanenlanü
(wat goud en dollars en petroleum be
treft) ae Vereenigde Staten, inneemt?
F. A.
Onder Komitadsjis!
Een bloedbad-
Naar de „Wreane" uit Sofia meddlt,
heeft eergisteravond een aanhanger van
den vermoorden generaal Prologerof,
Simeon Touef genaamd, in een restau
rant in het centrum der stad verschei
dene schoten gelost op den leider der
Komitadsjis Cyril Drangon en dezen
tkxxïelyk gewond. Drie komitadsjis, die
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN
a 60 Cts. per regeL
eenphima
fèunébri
êand
VERKRIJGBAAR BIJ
ALLE ERKENDE
RIJWIELHANDELAREN
21
Drangon vergezelden, vermoordden daar
op Touef. Deze bloedige excessen zijn
een uitvloeisel van den strijd tusschen
de beide groepen van het Maoedonisdh
comité, welke ontbrand is na den dood
van Protogerof. De order om Drangon te
vermoorden zou van de aanhangers van
Protogerof gegeven zyn.
Het congres der
Engelsche Arbeiders
partij.
Op het congres der Arbeiderspartij te
Birmingham zeïcte Ramsay MacDonald
in antwoord op een aanval en op de be
schuldiging. dat t program der party de
onvervalschte afgrijselykheden („unmi
tigated horrorsvan den vrijhandel op
leverde, het volgende volgens het Hbld.:
„De politiek van onze party is niet
die der liberalen, maar wanneer goede
ren worden ingevoerd', die onder een 'uit
zuigingsstelsel zyn geproduceerd, onder
voorwaarden waartegen wij niet zonder
loonsverlaging kunnen concurreeren, is
het redmiddel daartegen niet tarieven of
safeguarding, maar een algemeen in
voerverbod. Het zou de plioht een er Ar-
beidersregeering zyn, een internationale
conferentie byeen te roepen, om te ma
ken dat in het buitenland de levens
standaard tot onze hoogte werd opge
voerd. Daar waar in het buitenland pro-
tectiepolitiek is toegepast, heeft ze
vraagstukken ais die, welke ons thans
het hoofd bi-eken, niet opgelost".
Philip Snowden, ex-kanselier van ce
Schatkist, heeft op het congres de mid
delen aangegeven, waardoor een even-
tueele Arbeidersregeering aan de noodige
gelden zou kunnen komen om haar pro
gram uit te voeren. Hij zeide, dat van
de zestig verschillende punten op het
program er zeker 2/3 regeeringssteun
zouden vereischen.
De staking bij den
Hamburgschen
scheepsbouw.
Uit Hamburg wordt gemeld, dat de
groote Duitsche scheepswerf Blohm und
Voss de stakende arbeiders heeft ont
slagen. Hierdoor worden ca. 11.000 man
getroffen.
Ook de directies van andere Duitsche
werven zullen waarschijnlijk tot een
massa-ontslag overgaan.
De eerste gevolgen van de staking zyn
reeds merkbaar. De reparaties aan bin
nenkomende schepen moeten aan bui-
tenlandsche werven worden opgedra
gen.
'n Surplus van 55
millioen.
In den loop der beraadslagingen in
de Kamercommissie van financiën deed
Poincaré opmerken, dat de begrooting
van 1929, die door de diensten der mi
nisteries is opgesteld, een surplus in de
ontvangsten van 55 millioen aantoont,
en dat de tot dusver door de commissie
ingevoelde wijzigingen een besparing
van 20 millioen hebben opgeleverd. Hij
voegde er aan toe, dat de regeer in g er
op staat, dat het evenwicht niet in ge
vaar wordt gebracht en dat de begroo
ting vóór 31 December wordt aangeno
men. Wanneer om een of andere reden
niet aan deze voorwaarde wordt voldaan,
zou de regeering aftreden.
Op de opmerking van Malvy, den
voorzitter, dat nog niet alle begrootin
gen zyn onderzocht. o.a. die van oorlog
en marine niet, antwoordde Poincaré,
dat de grens der beperking dezer twee
begrootingen is bereikt en dat elke ver
meerdering der uitgaven, voortvloeiend
uit de besluiten der commissie, gecom
penseerd moet worden door het creëerec
van nieuwe inkomsten zonder verhooging
der belastingen.
CAROL KRIJGT VISITE.
WEER EEN ROEMEENSCHE
LIEFDESROMAN?
Naar de correspondent van de „Festi
Na.plo" te Grosswaröein meldt, is prins
Nicolaas van Roemenië de oom van ko
ning Michael en een der regenten van
het rijk. to gezelschap van een dame tot
aristocratische kringen rit Boekarest ge
vlucht. Men neemt aan, dat Prins Ni
colaas met deze dame te Par U's vertoeft
bij zyn ouderen broeder, ex-kroonprins
Carol.
De Tel. méldt nog:
De twee andere regenten en de re
geering doen alle moeite om een liefdes
roman van prins Nicolaas geheim te
houden. Men tracht het te doen voor
komen. of de prins een vacantiereis
maakt.
Er zjjn koeriers naar Parijs gezonden
en de koningin-weduwe Maria heeft in
een brief haar tweeden zoon gesmeek:
naar Boekarest terug te keeren. Deze
brief bleef echter onbeantwoord. Ook
moet de koningin-weduwe een brief
hebben gericht tot ex-kroonprins Carol
met het verzoek, zijn broeder te over
reden, naar Roemenië terug te keeren.
KORT EN BONDIG.
De buitenl andsche concessie in
Sjanghai is met afgrijzen vervuld door
de ontdekking der politie, dat een En
gelsche verpleegster en een Engelsch
koopman op straat zyn doodgeschoten.
Men gelooft dat de beweegreden van de
misdaad diefstal of wraak is, in ver
band met den inval bij een bende Chi-
neezen. die zich aan ontvoeringspraktij
ken hadden schuldig gemaakt. Van deze
Ohineezen werden twee gedood en 3
gearresteerd.
Maarschalk PfLsoedski is in War
schau uit Boekarest weder aangeko
men.
De „Nacion" publiceert een lang mani
fest van Primo de Rivera, waarin hU
een overzicht geeft van het door het
tegenwoordige regime bereikte werk, en
voorts datgene, wat hy in de volgende
vyf jaren denkt te verwezenlijken, uit
eengezet.
Op een massa-bijeenkomst der stakers
werd besloten, het werk te Adelaide on
middellijk te hervatten.
Aan de „Matin" wordt uit Rijssel ge
meld: De textielstaking in het Noord -
Fransche industriegebied verloopt snel.
Zelfs in de centra als Houplinnes en
HiUèmes, waar de communisten sterke
posities innemen, is het aantal stakers
snel afnemende.
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN
a 60 Cts. per regel.
moet men de ontstoken of smettendedeelen
met Purol inwrijven en de huidplooien
droog houden door ze te bepoederen met
i'urol-poeder. Purol in doozen van 30 en
60 ct., tube 80 ct. Purol-poeder in bussen
van 60 ct. en 1 gld. 9
Verkrijgbaar bij Apoth. en Drogisten
TEGEN LUIDRUCHTIGE
MOTOREN.
(Van onzen Londenschen correspondent)
Al verscheidene jaren lang hebben
medici hier, die een studie maken van
de uitwerking van geraas op menschelij-
ke trommelvliezen en zenuwen, ge
waarschuwd tegen den nadeeligen in
vloed van de herrie der moderne stad.
Volgens de genoemde deskundigen, loopt
de schade, die lawaai veroorzaakt als
een gevolg van verminderd orcductie-
of werkvermogen der menschen. elk jaar
in vele miliioenen. Vooral sedert de mo;
tor allerwege heeft getriomfeerd is het
volume van het geraas even enorm als
ondragelijk geworden en daarmee een
verschijnsel dat in ziin effect de beste
sappen van ae maatschappij dreigt te
verdrogen. Zoo ongeveer luidden de vei:
klaringen. Het schijnt dat het aldus ver
spreide zaad nu in officieele hersenen
vrucht heeft gedragen. Want het is juist
bekend gemaakt dat de regeering heeft
besloten stappen te ondernemen die den
hinder van luidruchtige motorvoertui
gen moeten verzachten, niet alleen in
Londen maar in geheel Engeland. De
minister voor Vervoer heeft bereids met
den Home Secretary over de zaak ge
sproken. En het Home Office heeft nu
de komst van wetsbepalingen tegen te
veel geraas aangekondigd met een me-
dedeeling, waarin de wat opvallende
waarheid wordt verkondigd, dat de toe
name van straatgerucht hoofdzakelijk
voortvloeit uit het verhoogde motorver-,
keer en het daarmee gepsard gaande
misbruik van horens en toeters in veler:
lei vormen. Hoe de autoriteiten zich
voorstellen het kwaad te keeren is als
nog niet duidelijk en staat waarschyn-
lyk ook die autoriteiten noe niet klaar
voor den geest. Zij gaan voor het doel
met de groote organisaties van automo
bilisten en vrachtrijders overleggen. En
wanneer de bepalingen zyn gemaakt zal
de politie het nog drukker krijgen dan
zy het reeds heeft. Voor zoover ik het
kan nagaan is dit het eerste voorbeeld
van nationale wetgeving op dit gebied
ZIJN VROUW IN EEN
AFGROND GEDUWD.
Voor de eerste zitting van het pro
ces tegen den industrieel Treiber, die er
van beschuldigd wordt, zijn vrouw in
een afgrond te hebben geduwd ten einde
de verzekeringssom van 600.000 mark
machtig te worden, bestond var. de zU-
de van het publiek groote belangstel
ling. Voor den ingang van het gerechts
gebouw moesten zes politie-agenten wor
den geposteerd, aangezien anders de
toegang tot de tribune zou zijn gefor
ceerd.
Voorts meldt de Tel.:
Op de vraag van den president, of me
vrouw Treiber by haar val niet om hulp
had geroepen, antwoordt verdachte:
„Neen, zy is verdwenen zonder eenig ge
luid te geven!" Hij verklaarde voorts,
van t ongeluk zoo geschrokken te zijn, da
hy geen woord kon uitbrengen en daar
om eerst later de beide vrouwen, die
zUn richting uitkwamen, opmerkzaam
heeft gemaakt op hetgeen was geschied.
Wat de kwestie der verzekering be
treft, zegt verdachte, dat hU deze heeft
gesloten, omdat hij zyn vrouw niet on
verzorgd wilde achterlaten en voorts
om, indien hij voldoende lang bleef le
ven, voor ziclizelf wat geld te bezitten.
Na haar dood, aldus deelde Treiber
verder mede. kwam Ruphani bU hem en
vroeg, of hij van het overlijden van me
vrouw Treiber reeds mededeeling aan de
verzekeringsmaatschappy had gedaan.
Toen verdachte dit ontkennend beant
woordde, bood de agent zich aan, daar
voor alsnog te zorgen.
Verdachte ontkent met beslistheid,
dat hU op te grooten voet heeft geleefd.
Vervolgens ondervroeg de president
hem over zijn relaties met ec:. zekere
juffrouw Hoyer. Verdachte verklaart
hierover het volgende:
„Ik was inderdaad zeer goed met
haar bevriend. Zy had haar betrekking
opgeaegd en ik heb haar geld gegeven,
om een reis naar Swinemünde te maken.
Dat was in 1926. Toen ik van mijn reis
uit de Alpen terugkeerde, heb ik haar
geschreven en haar ook een keer ont
moet. Maar zoolang mijn vrouw leefde,
heb ik nimmer met juffrouw Hoyer er
over gesproken haar te zullen trou
wen."
Later is tusschen het meisje en ver
dachte een verkoeling ingetreden en
tenslotte heeft hy de connectie met haar
beëindigd.
Voor den Inhoud dezer rubriek stcli
Je Redactie zich niet verantwoordelijk
Van ingezonden stukken, gcplaatsl
of niet geplaatst, wordt de kopie der
nzender niet teruggegeven.
M. de R.
Met belangstelling nam ik kennis
ran uw artikel .Ambachtsschool", voor
al van het eerste gedeelte, de inleiding
van den heer Blijenburg. op ae bekende
Amsterdamsche vergadering gehouden.
Daarin wordt nL nu eens juist uitge
drukt wat men met de bekorting van
den cursusduur van 3-jarige scholen be
oogt.
Verhinderen dat oud-leerlingen hooger
op gaan.
Duidelijker kan 't niet. Maar is t niet
bedroevend, dat met dat d-oel. 't onder
wijs verslechterd moet worden?
Opzettclyk mindare ontwikkeling van
het volkskind.
Ik begrijp er niets van. Heeft de pa
troon dan liever domme leerlingen, dan
flink ontwikkelde? Want dat al die oud
leerlingen hooger op gaan, is natuur
lijk niet denkbaar.
Maar hoe komt het, dat die oud-leer
lingen hooger op gaan. Waar wonen die
architecten, die jongens van de Am
bachtsschool o.- kantoor nemen, enkel
en alleen om ze hooger op te brengen?
Hoe heeten die phüantropen? Neen, M.
de R. alleen dan, wanneer er behoefte
is, aan bedoelde oud-leerlingen, vinden
zij een plaats. En naarmate die behoefte
minder wordt, zullen er meer jongens
voor het handwerk overblijven, 't Ge
volg is dan alleen, dat de handwerks
man op wat hooger ontwikkelingspeil
komt te staan. Is daar iets op tegen?
En als er te weinig jongens voor de
praktijk overblyve-."an zou dat kunnen
zijn, omdat de Ambachtsscholen te wei
nig jongens afleveren. Er zouden dus te
weinig scholen zijn.
Wat verder 't reorganiseer en ran het
teekenonderwys betreft, vrees ik. dat
dat alleen zal bettekenen, irslcchteren.
Als dat de bedoeling aai den heer
Blyenburg is. en 't kan haast niet an
ders zUn, dan zou ook daar neg wel f
een en ander over te zeggen zijn. Om
niet te veel van uw plaatsruimte ts
vrager., wil ik 't echter hierbU laten.
G.-anne ben ik bereid, daarover met den
heer Blyenburg van gedachten te wisse
len.
Vriendelijk dank voor de afgestane
plaatsruimte, M. de R.
A. RAUWERDA,
Leeraar Ambachtsschool, Haarlem.
(Nadruk verboden; auteursrecht voorbehoudon.)
Twee zielen
door H. F. DE GROOT
Felicie sloeg haar man gade. terwijl hij
rich aan de ontbijttafel zette en z'n
krant opnam. Ze kende al deze gesten.
De manier waarop hü rin ei opensloeg,
waarop hy z'n thee dronk, al lezende
Zooals ze precies wist hoe hii zoo dade
lijk zou opstaan, z'n krant opvouwen,
by zich steken, haar juist onder heï
haar op 't voorhoofd kussen en zeggen
„Tot vanmiddag".
Voor het eerst, sinds langen tijd. sloes
2e hem gade zonder dat z'n zoo bekende,
zoo overbekend© gesten en manieren
haar irriteerden. Onder de brieven, die
de morgenpost haar gebracht had, was
de eene dien ze verwachtte, de orlef
waarin de woorden stonden die haar
voor altyd weglokten van al dit bekend*
Voor "t laatst zag ze hoe Ito ontbeet
Voor 't laatst zou hij haar kussen, eer
hij naar kantoor ging. Bij z'n thuis
komst zou ze er niet meer ziin.
Wonderlijk, dacht ze. dat hij nu boo
kalm daar zit en niets vermoedt. En
ik.dat ik thee schenk en straks hem
zal zien weggaanalsof het niet de
allerlaatste maal was. Maar het wonder-
lUkst was oyel dat zij. the gesnakt had
naar dit uur als naar een bevrijding,
nu beklemd was en melancholiek. Mijn
hemel, ze hadden toch zes jaar naast
elkaar geleefd. En de eerste jaren wa
ren gelukkig geweest. Toen ging hot
sooals nu eenmaal blilkbaar de meeste
huwelijken gingen. Vervreemding, ver
koeling, zonder veel ruzies, zonder groo
te oorzaken..
Hoe onverschillig hij geworden was!
Zou hij nog wel iets van de oude tee-
derheid voor haar voelen? Zou hU zich
zelfs nog wel herinneren hoe teeder hU
vroeger geweest was? En zou hy nooit
beseffen dat een jonge vrouw dit leven
niet kon dragen?
Hy vouwde z'n krant, op en stak die
bij zich.
Dan stond hij op. haar keel was
dichtgeknepen. Na alles en in weerwil
van alles was hij toch Ralph van wier.
ze eens zooveel gehouden had. die eens
zoo dol op haar was geweest.
Hij kuste haar op het voorhoofd, vlak
onder het haar.
„Tot vanmiddag".
En zy vergat te antwoorden.
Toen hU weg was ging ze naar de
slaapkamer en begon te pakken. Haar
gedachten werkten koortsachtig. Uit
voorbij. Het leek onwaarschijnlijk als
een droom. Dan rees het beeld van den
ander voor haar op. die was niet on
verschillig.
Maar terwijl ze pakte kon ze niet
ontkomen aan kwellende gedachten di<--
zich drongen tusschen haar practische
overwegingen wat ze mee sou nemen en
haar bittere gedachten over Ralph's
vervreemding. Was het niet ook wel
haar schuld geweest? Ze had fouten ge.
maakt. Wel. iedereen deed dat. Maar
zoo zwaar hoefde men dat toch niet op
te nemen? Toch. als ze zich meer
moeite bad gegeven, als ze zelf teeder*
der was geweest? Ach. het was nu tc
laat en zelfs als ze nog zou willen. bU
hem was alles voorbil.
Toen de koffer was gepakt opende rus
een kast om na te r.:en of daar nog
iets hing cat ze mee moes: nemen. Op
eens hield ze een jas van Ralph In haar
hand. De grijzedat was het pak
cat hU zooveel droeg. En o Deens her
innerde ze rich dat hU gisteren iets ge
zegd had van een knoop die er 'was af
gesprongen. Daarom had hii t vandaag
niet aan.
Ze glimlachte wat triest, haalde haar
naaimandje en zotte zich neer om don
knoop aan te naaien Toen. terwijl ze
de jas weer wilde opliangen. viel plot
seling iets uit een ran de binnenzak,
ken. Ze raapte liet od en hield een go.
scheurde en gele enveloppe in haar
hand. Een brief? Dan herkende se het
handschrift. Het was van haar zelf. Een
oude biief.... ex viel een portretje uit
waarop ze samen stonden, een kiekje,
gemaakt ln hun verlovingstijd. En zo
herlas den brief, dien ze jaren geleden
had geschreven, haar eersten liefdes
brief aan hem.
Een sluier van tranen kwam voor haar
oogen en een warmte leek haar hart to
doorstroomen. Ralph, die zoo nuchter en
koel leek, droog haar eersten brief aan
hem en dat portretje bU rich, dag aan
dag. Dan was hU dus nog niet zoo ge
heel van haar vervreemd.... dan....
Een half uur later had ze haar be
sluit genomen. Ze pakte den koffer
weer uit. En toen ze het laatste goed
er uit nam fluisterde ze in zichzelf: ,JUJ
hoeft het nooit te weten".
Dien avond ontving ze hem met een
glimlach, een kus, als jarjn geleden. En
terwijl ze tegenover elkander aan tafel
sa ten, trachtte ze haar oude stem. haar
oude gesten terug te vinden Zijn oogen
hingen verwonderd aan haar veranderd
gelaat. Langzaam aan begon iets op te
helderen in zijn strakken blik.
En toen re later samen bil het vuur
baten, haalde ze den brief voor den dag
en het fototje.
„Dat viel uit Je saktoen !k een
knoop aan Je Jas wilde zetten", zei ze
en tranen vulden haar oogen. „Ralph,
lieveling, ik dacht dat je niets meer om
me gaf
Hij keek naar den brief, minuten lang.
Toen wendde hU rich plotseling om,
nam haar ln zUn armen en bedekte
haar gezicht met kussen.
Toen zij later orders aan de meid gaf.
sloop hij de trappen op. naar zijn ka
mer. Hij haalde onder het bed een hut
koffer te voorschijn en begon die haas.
tig uit. te pakken. En toen hii het laat»
ste stuk goed er uit nam. mompelde hU
)n zichzelf: „Ze hoeft het nooit te we
ten".
DE BAUNE OP 'T SPOOR.
'T SCHIP OP WEG NAAR
CHINA.
Aneta verneemt, dat blijkens de na
dere berichten, inzake de „Baune", het
Noorsohe stoomschip, de koe ra, die het
schip gekozen heeft, bewijst, dat het
schip niet naar Port Arthur maar naar
Oliina vaart. Men heeft, de Britschc auto
riteiten reeds gewaarschuwd om maat
regelen te treffen om het schip in de
Ohineesche wateren op te vangen en te
escorteeren, even tueel tot zijn kolen-
voorraad uitgeput is. De munitie en de
wapenen in de lading zyn naar alle
waarschijnlijkheid bestemd voor een der
Ohineesche generaals.
OOGST VERNIELD.
GROOTE BRAND IN EEN
LIMBURGSCH KLOOSTER.
Wociudajnacht is bü de paters van
het trapplsten-St.-Paulkloostcr tc Arcen
tL.) Klein Vink. met veel uitgebreide
bezittingen, een hevige brand uitgebro
ken meldt de N. R. Ct. Om ruim één
uur weid de brandweer van Venlo te
hulp geroepen om met 500 meter slang te
komen. Toen de zware motorspuit in de
nabijheid kwam, geraakte zij in een
moeras, hetgeen vertraging gaf in het
water geven. De stallen en hooischuren
alsmede de hooizolders, gingen alle in
vlammen op. zoo ook veel landbouwge
reedschappen. De geheele hooi- en ko
renoogst, die juist was binnengebracht,
is verloren. Het vee, ongeveer 60 koelen,
10 paarden en een 100 varkens, is gered.
Het klooster ligt in de nabijheid van
uitgestrekte bosschen. Aan de andere
zUde van den weg liggen talrijke hooi
bergen, die dank zU de richting van den
wind onaangetast gebleven zijn.
De oorzaak van den brand is tot nog
toe onbekend.
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN
a 60 Cts. per regeL
Dr. H.MANNING'S
SUPPOSITORIA
(Zetpillen teqen aambeien.)
Een hard stuk
zeep.dat tot het
laatste vliesje
Gebruikt kan
worden
ct
De Geschiedenis van
Lois Reddle
Naar het Engelsch van
EDGAR WALLACE.
28)
Lois was niet zco onbarmhartig haar
er op te wijzen dat. de jongen in kwes
tie om en bij de vijf en dertig was.
„Dis vrouw kan Selwyn evenmin uit
staan als ik haar. Zy bezit een hart als
een keisteen, zij is...."
..Mynheer Mackenzie zal een droe
vigs plaatsvervanger voor Selwyn we
zen. maar zullen wij he» beven roepen?"
herhaalde Lois haar voorstel.
„Gil of hij komt", klonk het beknopte
antwoord.
In veel opzichten was mijnheer
Mackenzie een ondr-rhoudcr.der gast dar.
Lizzv verwacht had. Ten eerste luisterde
hij zeer oplettend na:.r haar beschrijving
van het huis van ds Morons er. hun
deen en laten, var.t Lizzy had zich op
geworpen tot degene d:e dit onderwerp
met gezag behandelde, zich slechts nu
en dan cm bevestiging tot Lois wen
dende.
„Zijden gordijnen? Waarachtig!" sprak
mijnheer Mackenzie, diep onder den in
druk.
„En satijnen ook", ging Lizzy onver
vaard voort. „Tenminste, zy' gelijken op
satijn. En overal zilveren beslag. En
echt marmer in de badkamer. Heb ik
geen gelijk, Lois? En een zilveren haard
in den salon".
Da oude Mackenzie zuchtte er van.
„Het moet heerlijk zijn in zulk een
omgeving te wor.en", zeide hij, „hoewel
ik nooit een man of een vrouw benijd.
En is de gravin een aardige dame?"
„Dat kan ik niet bepaald zeggen",
zeide Lizzy. „Zy is héél goed. op één
ding na. Zij is een sléchte moeder, doch
een goede hoedster, indien gij my be-
grij.pt."
„Heeft zij kleine kindertjes?" vroeg
mijnheer Mackenzie vol belangstelling.
„Zoo héél jong is hy niet", legde
Lizzy voorzichtig uit, „hy is een jonge
man ln wat men zou kunnen noemen
den bloei der jeugd. Neon. hij gaat niet
meer op school", gaf zU op die ongeluk
kige vraag ten antwoord. „Hy is een
zeer merkwaardig man. Selwyn uil too-
neelspeler worden, en waarom zijn moe
der hem zïjr. zin r.iet geeft is my een
raadsel".
De oi:de Mackenzie zuchtte opnieuw.
„Het is een slecht leven, het leven aan
het toon--". Ik heb dat meermalen aan
u jonge dames gezegd, meen ik; al mijn
zorgen en mijn verdriet, dagteekenen
uit de jaren, toen ik nog-aan het too-
neel verbonden was". En verstrooid ging
hij voort: „Zy was een vroolijk meisje,
met een prachtig figuur en een gezicht
als... als een...."'
„Engel?" hielp Lizzy hem op weg.
haar vork omhoog gestoken houden
de.
.Madonna" was het woord waarnaar
ik zocht. Het is my nog steeds een on-
begrijpelyk iets, dat zy ooit haar oogen
liet vallen op my, om er niet van te
spreken dat zij myn nederig aanzoek
aannam. Doch het spreekt vanzelf dat
ik destyds in zeer goeden doen was. Een
paar van myn opera's comique werden
opgevoerd, ik had een aanzienlijke som
gèlds verdiend, die ik gelukkig in hui
zen belegd had, want zij was een weinig
buiten. ja, buitensporig. Misschien was
het myn schuld."
Er heerschte een langdurige stilte,
gedurende welke hy in zijn oude herin
neringen opging, zijn kin op 'jn borst
gezonken, zijn oogen op het tafellaken
gevestigd.
„Ja. het was mijn schuld. Ec zeide tot
mijn ouden vriend Shad dies, toen hU mij
ried echtscheiding aan te vragen..,."
„Shaddles?" sprak Lizzy hem na
..Ken* u dien ouden... dien heer waar
lijk?"
Mackenzie zag haar verrast aan
„Wel, mijnheer Shaddles is mijn
rechtskundige raadsman. Dal aerklaart
hoe mij het fortuintje overkwam u mijn
kamers te kunnen verhuren. MÜnhee-
Shaddies beval u myn huls aan, weet i
nog wel?"
„Shaddles! Goede Hemel!" riep
Lizzy uit, haar bord wegschuivende.
.Had ik dat geweten, dan had ik nooit
in mijn bed kunnen slapen, geloof ik!"
.HU is een goed mensch. een oprecht
mensch en een vriend", merkte mijn
heer Mackenzie bedaard aan.
,-En hy" is een leelijke oude vrek",
sprak Lizzy ondanks een waarschuwen
den blik van Lois.
„Hij is eenigszins op de penning", gaf
mijnheer Mackenzie toe. „Maai- ach,
sommige rechtskundigen worden zoo.
Zijn vader was net eender".
„Heeft hU ooit een vader gehad?"
vroeg Lizzy met geveinsde verbazing.
„Zyn vader en zyn vaders vader wa
ren eender. Doch de Shaddles zyn be
kwame rechtskundigen en rentmeesters
en zy hebben groote vermogens beheerd.
Sedert vele honderden jaren zijn 255 de
raadslieden ran de familie Moror.
..Kent gy de Morons dan?" vroeg
Lois.
Hij weifelde.
„Ik kan niet zeggen da: !k hen ken.
Ik weet het een en ander van hen. Der.
ouden graaf, den vader var. den tegen-
woordigen knaap, heb ik éénmaal ge
zien. Hy woonde vele jaren in het bui
tenland, en was welnu, ik zal hem
niet slecht noemen, doch ir. ieder geval
leidde hy een vroolijk leventje Hy leef
de er maar op los. Willie, zyn oudste
zoon. wis een knap jongman, doch hij
stierf. Selwyn, de jongste zoon uit dc
tweede a-rouw, moe: de knaap zUn van
wien gjj gesproken hebt".
Zelfs Lizzy geraakte onder den indruk
van de bekendheid van den ouden mar.
met den stamboom van ae Morons.
„Het is een buitenkansje voor dc fa
milie, dat deze flinke jongen, Selwyn, er
is; hoewel, indien mevrouw de gravin
een dochter bezeten had, deze ln den ti
tel zou zUn opgevolgd, want de Morons
zUn een van die geslachten, waarin by
ontstentenis van mannelijk oir, de vrouw
in den titel opvolgt."
Toen de tafel opgeruimd was, haalde
hy zijn viool en bleef een half uurtje
spelen, en Lizzy, wier eerbied voor den
musicus aanzleniyk toegenomen scheen,
verwaardigde zich zelfs tot luisteren.
De avond ging veel te snel voorby, en
te tien uur koek Lois op haar horloge en
wisselden de belde meisjes blikken. Met
een huivering stond Lizzy op.
„Terug naar het huis des noodlots".
riep zy dramatisch uit. „En de hemel zij
gedankt, dat het de laatste avond ra
da: wy daar slapen zullen!"
zy kon moeilyk gissen dat noch LoLs
Reddle, r.och zy. ooit weer een voet
in dat huis des noodlots zouden zetten!
HOOFDSTUK XVTIÏ.
Te vyf uur dien middag weid ln dc
Telsbury-gevangcnls een geweldig slaan
met deuren en rammelen met sleutels
vernomen. Het uur a-oor den avond
maaltijd was voorby. De hoofdbewaar
ster had haar laatste ronde volbracht.
Waschlokalen. keukens en werkinrich
tingen waxen door de a-erantwoordel ijke
beambten gesloten, de vyf hallen, die
stervormig, allen op de groote midden-
hal uitkwamen, waren verlaten, behalve
door de dienstdoende bewaarster tuin
haar werktafel, aan welke zy dc b" leven
zat te lezen, die voor dc gevangenen be
zorgd waren en hun den volgenden
morgen uitgereikt zouden worden, zy
deed dit met het wisse oog en dc ge
oefende hand van iemand die dit werk
verstaat, en gebruikte haar blauw pot
lood voor het doorkrassen van zooda
nige passages die minder wenschelijk
geacht werden door de gevangenen te
worden gelezen.
Daarmede oezlg zynde. hoorde »y
e*n dof geluid en opziende zag zy dat
het roode schyfje over een var. de gaat
jes in het schellenbord neergevallen was.
Zy legde haar potlood neer. liep door de
hal, en voor een cel blijvende stilstaan,
stak zy den sleutel ln het slot en maakte
de dc-ur open.
(Wordt vervolgd-).