H. D. VERTELLINGEN GHOBOTRA Vïammgnöe Katchen STADSNIEUWS FLITSEN KOLONIëN VAN DEN ARBEID FEUILLETON. HAARLEM'S DAGBLAD DINSDAG 9 OCTOBER 192S (Nadruk verboden; auteursrecht voorbehouden.) Jacques door C. HAFKAMP. Het kwam Jeacques onbegrijpelijk vcor, dat een man en vrouw, een echt paar, getrouwd uit zuivere, ideëele lief de, in het huwelijk zoo ver van elkaar kenden staan. Er ging letterlijk geen cag voorbij oi' er waren conflicten tus* sc hen hem en Amélie. Dc lucht was als het ware geladen met clectriciteit en ieder oogonblik dreigden er uitbarstin gen. Dat was nu al een paar jaren zoo. Do kinderen leden er toch oól: onder, hoe Amélie dat nu niet snapte. Hij wil, de wel bekennen, dat hil den eersten misstap begaan had. Natuurlijk, hel komt niet te pas, dat een getrouwd man uitgaat met een andeve vrouw. En het beroerdste *was. dat hil voor Amélie niet verborgen had kunnen houden, dat 't niet dn; eerste maal was. maar dat hij wol bijna zes maanden lang zoo op ge zette tijdien met haar was uit geweest Maar dat was nu locli al zoo lang, al b\jna twee jaren geleden. Hij. Jeacques, had t»ch zijn fout erkend, alle betrek kingen met die andere vrouw reeds aco lang verbroken, en op ondubbelzinnige wijze aan Amélie laten blijken, dat hij haar boven alles lief had en op prijs Stelde. V/at had hij zich allemaal niet getroost om zijn misstap ongedaan te maken. Maar ze scheen zich in alles togen hem te verzetten. Overal putte zij venijn uit miskende zijn goede be doelingen. En dat zij de kinderen tegen hem opzette en hem hoonde waar zij bij waren, zoodat hij noodwondig van zijn vaderlijk gezag inboette, dat schrijnde in hem. Nu dezen morgen weer. Om een nietn ge kwestie, een welgemeend maar mis schien niet heelemaal juist uitgedrukt grapje, was de bom weer gebarsten voer zij tegen hem uit en had hem ver, weten wat reeds zoo lang geleden was. Hij had nog getracht den opkomenden storm te bezweren, maar kon zich ten slc.te niet meer bedwingen. Ook hij had zich vergeten, woorden gebruikt, die be ter verzwegen waren en toen de ruzie het hoogtepunt bereikte, was hij weg, geloopen zonder ontbijt en had met een harden slag de deur achter zich in het slot geworpen. Nauwelijks op straat berouwde het hem alweer. Misschien had hii zioh niet tactisch genoeg gedragen. Als hij kal mer en bedaarder was geweest, ware die ruzie wellicht niet zoo hoog geloopen. Hij wierp de schuldvraag op en vonniste bij voorbaat zichzelf, omdat hij goed wilde terug naar de rustige, gezellige, harmonische sfeer van voorheen, van voor twee jaren geleden. 's Middags voor het naar huis gaan, liep hij den bankeuwinhel binnen, kocht wat lekkernijen en bereidde zich voor op den vrede. Amélie was uit met de kinderen en hij benutte hun afwezigheid om in de voorkamer de kamer waar zij vroe ger zulke genoegelijke uren hadden dcor gebracht de tafel te sieren. Op hei helderwitte tafellaken rangschikte hij de lekkernijen. In het midden een groote taart voor haar vcor Amélie. Daaromheen drie kleinere voor elk dei' kinderen. De rollen chocolade en de vruchten verdeelde hii er tussclien. Aan liet einde der tafel plaatste hii een vaas met roode rozen. Voldaan zette hij zich in de aangren zende kamer op de divan en wachtte wachtte steeds langer, met stijgend om geduid. Wat bleef ze nu toch lang uit. Ze wist tcch hoe Iaat hij thuis kwam. Dat was natuurlijk de wraakneming; wat halsstarrig was ze toch. Eindelijk, eindelijk, daar kwamen ze. hoorde den sleutel knarsen in het buitendeur-slot. en het vroolitk gesnap ziiner kinderen. Met een vaart vloog de dein- open cn in jeugdige overmoed draafde zijn jongste de kamer in. Teen het verheugende uitroepen: O moeder, kijk nu eens! Nog kon hij Amélie niet zien, doch voelde ineens in de dreigend-vallende stilte, die op den vrooliiken uitroep volgde, dat zijn offer tevergeefs was. Geen enkel antwoord geen groet volg de bij haar binnentreden. En de kinde, ren. die cnbewust het dreigende voelden, werden stil en deden onwennig. Ook zij groetten hem niet. Bedrijvig hoorde Jeacques ziin vrouw naar de keuken gaan. luidruchtig ram melend met pannen en eetgerei, in to taal negeeren van zijn goedwillendheid. Toen dekte zij in de achterkamer, nuk kig. koppig-zw ijgend. voor het avond, maal. Het wrokte in Jeacques. Ziin geheels innerlijk kwam in ocstand. Met één slag had hij de feest-tafél door elkaar kun nen gooien of kunnen uitbarsten in een machtelcoze grien-partij. Hij bedwong zich doch in zijn binnenste veahardöe iets Onder een drukkende zwijgzaamheid nuttigden zij het avondmaal, terwijl in cle voorkamer de feesttafel scheen ah een helsche bespotting. Dien avond ging Jeacques. voor hel eerst sedert twee jaar. weer naar de andere vrouw. DE STUKGESLAGEN DEUR. FAMILIEDRAMA. Er is een straat in Haarlem, waarin twee families wonen, helaas: dikwijls in oneenigheid. Op den 8en Mei van dit jaar was het al heel erg. Toen had de eene juffrouw de andere Juffrouw uitgescholden en zij had de ander zelfs door het openstaande raampje van de deur in het gelaat gespuwd. Zü ging verder, die eene. Zij betrad de woning van de andere en zij liet een harer afstammelingen de woning van de andere betreden. Al hetgeen stuitte op heftig verzet van de andere, die een stuk yaspijp opnam en daarmede den arm van de afstammelinge hardhandig be werkte. Des avonds kwam de man van de eene thuis, moe van den arbeid van den dag. Onder weg had hU zich de genoegens voorgesteld van een versterkend maal in den gezelligen hulselijken kring. Instede daarvan vend hij een vrouw die over haar zenuwen heen was en die hem de anisdaden van de andere in geuren en kleuren schilderde. De andere had zijn vrouw geslagen, zijn kind gewond Weg waren zijn zoo teer gekoesterde verwachtingen betreffende het goeds maal en de gezelligheid, weg was het beeld van vredige huiselijkheid dat voor zijn geestesoog was verrezen. Ha, die vermaledijde andere! Hij zou zijn belccdigde familie wreken, hij zou voor zijn vrouw en zijn kind „opkomen". Hij nam een hamer en vlcog naar de woning van de buren. Hü vroeg die buren „te spreken". De familie van de andere vreesde echt-er blijkbaar in verband met den hamer, „harde woorden". En zij hielden huh deur gesloten. Dit was te veel voor den man van de eene. Hij hief zijn hamer op en sloeg in het wilde weg op de deur los. Het geviel dat de melkboer-van-de-andere-buurt, die naast de andere woont, juist met zijn wederhelft aan den maaltijd zat. Hoor den melkboer in zijn eenvoudige, onopgesmukte taal vertellen wat er ge beurde: „Wij zaten te eten in de achter kamer en hoorden in eens bommeldebom- meldebom op de deur bij de buren. Wij keken elkaar eens aan en gingen in de voorkamer kijken wat er aan de hand was. Daar zagen wij De H. in de straat staan, met een voorwerp in de hand. Hij verkeerde in een hoogst opgewonden toestand". Inderdaad: in een hoogst opgewonden toestand had de man- van de eene ver keerd. Hij vernielde twee paneelen van de deur en twee ruiten er in. hij ver nielde het slot, hij vernielde de brieven bus. hij vernielde het fraai geëmailleerde naamplaatje. Kortom: hy vernielde alles wat aan de deur vernielbaar was. Dit drama werd Maandag voor den Politierechter nog eens in finesses uit geplozen. De man van de andere had zijn deur natuurlijk laten vernieuwen en wilde daarom f 45.75 van den man van de eene hebben. Maar daze ontkende dat zóóveel onkosten noodig waren geweest en de Politierechter vond dat de man van de andere in gebreke was gebleven aan te toonen dat hij een sohade had .geleden tot het genoemde bedrag. De andere zal f 15 boete moeten be talen (maar zü gaat in hooger beroepi evenals de man .van de eene (die zal berusten). HET GEORGANISEERD OVERLEG. REDE VAN DEN HEER E. W. GOEDHART. Het bestuur der afd. Haarlem van de Algemeene Vereeniging van Gemeente ambtenaren in Nederland had Maandag avond in „De Kroon" een openbare ver gadering belegd, waarop de aföeelings- voorzitter. de heer E. W. Goedhart, een inleiding hield over het onderwerp: „De beteckenis van het huidige overleg voor de Haarlemsche ambtenaren". Tot deze vergadering waren uitgenoo- digd het college van B. en W., de raads leden, de directeuren van gemeentebe drijven en verder alle ambtenaren in dienst der gemeente Haarlem. Behalve het raadslid de heer M. L. A. Klein had geen der uitgenoodigde autoriteiten aan de uitnoodiging gehoor gegeven. Bericht van verhindering was in gekomen van wethouder Mr. J. Gerritsz en den heer J. L. Bouwer, directeur van Den Hout en de Plantsoenen. De spreker begon met uiteen te zet ten dat het- Overleg, zooals het nu is, geen bevrediging schenkt aan minstens 4/5 der organisaties te Haarlem. De heer Goedhart schetste vervolgens den toestand in het verleden. Wilden de ambtenaren toen positieverbetering en wilde de directeur van den betrokken dienst daar niet aan, dan moesten de belanghebbenden alle raadsleden gaan bezoeken. Zoo werd de drang naar overleg sterk onder de ambtenaren en in 1919 werd hier de Commissie van Overleg ge ïnstalleerd door den toenmaligen waar- nemenden burgemeester, den heer Johs. de Breuk. De verwachtingen waren hooggespan nen. Er was een schakel tussehen B. en W. en de organisaties. Het meerendeel van de adviezen der Commissie werd door B. en W. overgenomen. Het G. O. werkte 'in zijn eerste stadium bevredi gend. Tal van onderwerpen werden be handeld en vele verzoeken ingewilligd. Ook de spoedig ingestelde Personeel commissie deed goed werk. Zij deed dienst als vergaarbak en als filter te vens: alle zaken de ambtenaren raken de, konden voor die commissie gebracht worden en vaak werd by de objeotieve besprekingen in deze commissie de ne derlaag geleden óf door den directeur van een bedrijf öf door een organisatie-? vertegenwoordiger. Deze Personeel-c om- missie noemde spr. het glanspunt van het Overleg. Men noemde haar wel de Promotie-commissie maar deze benamin; was onjuist en onverdiend. Men kon geen mooier instituut wenschen o.m. ook omdat die Commissie een breede be- \oegdheid had. In 1922 werd Mr. Bomans als voorzit ter van het G. O. vervangen door den heer M. A. Reinalda. Spr. bracht Mr. Bomains hulde voor alles wat door hem voor de ambtenaren is gedaan en zeide overtuigd te zijn dat de meesten der ambtenaren zullen wen schen dat Mr. Bomans nog eens weer voorzitter van het G. O. zal worden. Onder wethouder Reinalda vergader den het G. O. en de Personeelscommis sie veel minder. Onder zijn leiding kwam de reorganisatie tot stand, die in 1925 haar beslag kreeg. Het overleg heeft meer de foeteekenis gekregen van een overleg van bindend karakter. Daarnaast zouden dan de Dienstcommissies wor den ingesteld. Spr. vreesde toen het verdwijnen van de Personeelcommissie. Op den duur bleek de reorganisatie practisch geen beteekenis voor de amb tenaren te hebben. Na 1923 kwamen geen voorstellen meer aan de orde be treffende de medezeggingschap voor de ambtenaren. De Personeelcommissie werd buiten werking gesteld ondanks haar vruchtbaar werk. Maar gemeend werd dat die commissie niet meer paste in het kader van heb, G. O., na de reor ganisatie. Alles werd verschoven tot na die reor ganisatie. Nu is het, aldus spr., 1928 en wy zijn nog geen stap verder. Nu wordt alles verschoven naar de Personeelfor- matie. Deze zal in 1929 worden ingevoerd (Spr. denkt dat het wel 193C zal wor den) en dan zullen sedert 1924 ambte naren gewacht hebben op een vaste aan stelling of bevordering. De Dienstcommissies komen niet tot haar recht (zü be teekenen niets voor de ambtenaren en er zijn er nog maar 4 van de 25) en hoe moet het gaan met de behartiging der belangen van ambtena ren aan takken van dienst, waar geen Dienstcommissie is? Het is overigens spr.'s meening dat de organisaties niet vrij uitgaan als alles niet gaat zooals het moet in het G. O. Zij zijn te slap. Er zyn nu gevallen van ongelijkwaar dige salarieering voor gelijkwaardigen arbeid. De organisaties hadden daarmede niet accoQrd mogen gaan. De fout van het G. O. is en blijft dat er geen centraal punt is, geen Perso neelcommissie. Gevallen van onbillijk ontslag, als die zich zouden voordoen, kunnen nergens in ter sprake gebracht worden. VAN HAARLEM'S DAGBLAD No. 1314 ETENSTIJD Jantje begint zich leeg informeert bij moeder te voelen in den omtrek wanneer het klaar zal van zijn maag wou dat I zirn en wat zij zullen het eten klaar was krijgen moeder heeft het te druk om vragen te beantwoor den en Jantje stelt zelf een schuchter onderzoek in vraagt of hij nu niet wat kan krijgen en wat is er voor dessert wordt de keuken uitgezonden tracht uit het zilver op stoot bij ongeluk tegen de te maken wat er zal ko men en ziet de mogelijk heid van appeltaart tafel, waardoor de melk omvalt en besluit om moeder maar niet lastig te vallen. reept dat hij zoo'n hom gev heeft, mag hij niet wat brood met jam ne men? besluit dat zwijgen toe stemmen knabbelt etenstijd. beteekent rustig (Nadruk verboden.) Bovendien brengen B. en W. niet meer de zaken die er thuis hooren, in het G. O.: zaken rakende Aibeids- en Dienst voorwaarden. Door de reorganisatie is het G. O. dood-gereorganiseerd. Wat moet nu gedaan worden? Er zal meer kracht moeten uitgaan van de organisaties. Spr. critiseerde ook nog de opgelegde geheimhouding. Deze ontwricht het werk van de organisaties. Als de meerderheid van B. en W. wisten hoe het Overleg thans 'werkt, zouden zij er wel spoedig verandering in brengen. Mr. Gerritsz is nu voorzatter van het G. O. Spr's indruk is dat deze aan de organisaties het volle pand geeft. Het G. O. kan weer beter worden. Vóór alles zal noodig zijn de weder-in-werking-stel ling van de Personeelscommissie. Dan zal veel gewonnen zijn. Overwogen zal moeten worden door de organisaties of zy een daartoe strekkend voorstel zullen indienen. Er moet weer een G. O. komen dat aan redelijke eischen voldoet. Van de gelegenheid tot gedachtenwis- seling werd gebruik gemaakt door den heer M. L, A, Klein, lid van den ge meenteraad, die zeide niet te zullen spreken namens zijn raadsfractie, wel met medeweten van die fractie. Spr. vestigde er de aandacht op dat in de dagen toen Mr. Bomans voorzitter van het G. O. was, de tegenwoordige Bisschop van Haarlem het Haarlemsche G. O. het beste noemde. Voorts wees spr. er op dat voor het Politiepersoneel geen plaats is in het G. O., zooals het thans is. Wat de geheimhouding betreft: in ver schillende plaatsen wordt die zóó opge vat dat men rnededeelingen mag doen aan de leden van het bestuur, natuurlyk aan den voorzitter en ook aan de leden vergadering. Aan B. en V/. moet worden duidelijk gemaakt dat het in het G. O. niet goed gaat. Het is daarvoor nu de geschikte tijd. De heer Goedhart deelde nog mede dat door een der organisaties aan B. en W. is gevraagd om verbetering van het G. O. De heer Klein zeide nog dat Haarlem, thans de vijfde stad van Nederland, nog altijd een verouderd Ambtenarenregle ment heeft. Hier ligt ook voor de orga nisaties een dankbare taak. Niets meer aan de orde zijnde sloot de heer Goedhart de goed bezochte bijeen komst met een opwekkend woord. INGEZONDEN MEDEDEELINGEN a fifl Os. per repel. EEN HEERLIJKE CHOCOLADEPASTEI 2 I op brood of beschuit ja Prijs per flaconf.1.- INDISCH BRONBEEK. ONTSTOLEN EERETEEKENEN ..Het Nieuws v. d. Dag v. N.I.", die den stoot gaf tot de oprichting van „In disch Bronbeek" bracht een bezoek aan de instelling in Gang Solitude te Mr. Comèlis en verhaalt daarvan in zijn blad o.a. dit: „In de eenzaamheid wonen zij daar. de oude krijgers. Zij hebbsh solitude ge zochten gevonden. „Vreedzaam liggen de huisjes, rondom en terzijde van het grasveld, dat den trotschen naam „Plein" draagt, het is bij negenen en al warm, de oudjes zijn binnen. „Maar zij weten van onze komst, ko men naar buiten en brengen het mili tair saluut aan den majoor, die hun va der is, die hun nooden en bezwaren kent, onder wien sommigen nog gediend heb- oen. En zij brengen hunne bescheiden wen schen voor, de oud-soldaten, b.v,: Of zij een keukentje mogen bijbouwen Het is aandoenlijk om daar op „In disch Bronbeek" rond te wandelen, de kleine, o zoo kleine huisjes te zi:n, zoo ontbloot van alles wat wij, ondankbaren., noodig en onontbeerlijk vinden. Wij stonden voor het huisje van Ma- sidin, drager oa. van de Kraton-medaille van 1873,.... een ouden heer van bij de tachtig jaar. Niet de oudste, er is er nog een die ouder is, die rechter op gaat, met vierkanter schouders en die nog dagelijks, ondanks beginnend oedeem, in zyn moestuin arbeidt. Ook die veteraan is gerechtigd tot het dra gen der Kraton-medaille, en van zooveel andere eereteekenen, met gespen en al. Maar men heeft ze hem ontstolen.... en de oude heer geneert zich voor ziin kale tuniek. Waarop een onzer belooft hem aan een nieuw stol te helpen, en de doffe oogen van den hoog-bejaarden krijger. Rid jan heet-ie, glanzen op van trotsche vreugde. In het algemeen wonen de Europee- sehe oudstrijders op Indisch Bronbeek, de inlanders leven er. De eersten zijn correct, beleefd, dank baar..., de laatsten kinderlijk-vertrou wend. rekenend op „den kap'tein", met iets van de insouciance van den soldaat, die zijn plicht doet, en voor wien dus gezorgd wordt. Zij kwamen naar den heer De V. toe. keurig van houding en manieren, en ver zochten ,,'n woordje" Ja, wat hadden jelui? Of zy een bedehuis mochten heb ben, een langgar. naast die bron. zij wil den het zelf wel bouwen, als zij de mate rialen kregen. Dit duidt niet op Communisme, niet op „Indonesisme", niet op een verwaand- oproerig ..Intellectualisme". Ziehier een paar dozijn oude krijgers, bijr.a aan het INGEZONDEN MEDEDEELINGEN a 60 Cts. per regel. Stofzuigerhuis MAERTENS BARTELJORÏSSTRAAT 16 TELEFOON NO. 10756 APEX STOFZUIGERS F 90.. einde hunner eervolle loopbaan, arm (ach God, zoo aim! Masidin houdt f 8.50 per maand over voor zyn levens onderhoud!) die niet om meer geld vragen maar om een huis des gebeds. Wij hebben die brave menschen eer biedig de hand gedrukt. En de heer De V. beloofde hun de vervulling van hun nen wensch." ZIJN BELOFTE NIET GEHOUDEN. BIJ STAKING VAN STEEN BAKKERS. „Voor de steenbakkerij van de firma Ter Windt, te Heukelum bij Leerdam, duurt de staking nog steeds voort, meldt Het Volk. Eenigen tijd geleden verklaar, de de directie den arbeiders, die in wo ningen van de steenfabriek wonen, uit hun huis te zullen zetten, indien zij niet aan het werk gingen. Ongeveer tegelij kertijd dreigde het fabrieksterrein te overstroomen en door bemiddeling van den burgemeester van Heukelum werden toen onderhandelingen gevoerd, ten ein de van ae arbeiders gedaan te krijgen, dat zij de werkzaamheden, noodig om de overstrooming te voorkomen, zouden verrichten. Deze onderhandelingen leid den tot uitvoering van dit werk, waarbij ae fabrikant aan den burgemeester be loofde. dat de arbeiders niet uit hun wo ningen zouden worden gezet. Thans zyn de hulpwerkzaamheden af- geloopen en de arbeiders weigerden om verder aan het werk te blijven, zooals de fabrikant waarschijnlijk had gehoopt. De staking vond dus gewoon voortgang. De firma Ter Windt heeft nu toch aan de stakers aangezegd, dat zy de fabrieks- woningen moeten verlaten. De burgemeester van Heukelum is, zoo als van zelf spreekt, over deze woord breuk zeer verontwaardigd". NA DE STAKING. Door drie stakers van de Mij. de Schelde, die door den kantonrechter te Middelburg wegens „hinderlijk volgen" tot één dag hechtenis zijn veroordeeld, is appèl aangeteekend. De ambtenaar van het O. M. heeft eveneens tegen het von nis geappelleerd. P.g. Van Spanning, de leider van de Scbeldestaking, die zich deze week ver oordeeld zag tot twee dagen hechtenis, heeft tegen dit vonnis ook hooger beroep aangeteekend. Roman door PAUL OSKAR HÖCKER Uit' het Dultsch vertaald door HERMINE VAN GEERTEN 43) Katarina was door het succes van haar mceizamen arbeid boven de groote (menigte uitgekomen; hü daarentegen probeerde door een huwelijk-om-'t-geld zich een naar buiten schitterend leven te era: keren, dat innerlijk-voos zou zyn. Neen. neen, neen.... Hü was op den verkeerden weg. Hardop zuchtte hij. De kokette jonge vrouw had hem vanmor gen zijn lust in eerlijken arbeid willen bedorven, teen ze beweerde dat een man van stand en ontwikkeling niet in een or.dorjcsohlkte positie thuis hoorde. Maar hij verlangde niet den man van de wereld uit te hangen zeker niet op kosten van anderen. En nog minder wil de hü zich ran het geld van zyn vrouw laten onderhouden. De gloeiende vlarn- or.cn sloegen hem uit. Het was ten slotte niet eens het geld van mevrouw Rett berg. die niet van zoo bijstcr-aanzien- 3£-;e afkomst was. Het was het geld van Laar overleden man! Hce vaak had ze d'ien overleden man niet nog in zijn graf bespot, terwijl ze zich over het huwelijk wool ijk maakte. Wat voor een levensopvatting had ze er in het algemeen steeds op na gehouden. Wgs haar reputatie eigenlijk niet heel ongunstig? Nu nog afgezien van het geldmoest hij zich aan zoo'n vrouw binden? Het beeld -van K&tchen dook plotseling voor hom op.... Hii sprong op. Het gesprek In den trein naar Frank fort schoot hem binnen. Was hot niet Mr. Harcourt geweest die hem verteld had van het pijnlijke incident in de concertzaal van het Kurhaus? De „Kur- director" had voor mevrouw Rettberg openlijk en met opzet het hoofd omge draaid. Deze aanzienlijke, tactvolle, wel gemanierde man zou iets dergelijks nooit gedaan hebben als het niet moest die nen om te zorgen dat werkelijke Ladies niet in aanraking zouden komen met dames van ongunstige faam. Hij moest het fijne ervan weten. Het beste was dat hij bij den „Kur- director". oud-hoofdofficier, die hü bij verschillende officiers-bijeenkomsten al laad ontmeet, zijn opwachting ging ma ken en ongezocht loet gesprek op dit voorval bracht Een uur later, op het punt het Kur haus binnen te stappen, werd hy aan gesproken coor Ritmeester von Fre esc, den leider van den tenniswedstrijd, een officier waar hü eenigszins bevriend mee Deze vertelde hem dat de „Kurdirec- tor" een autotocht maakte en pas des avonds zou terugkomen. Uit het gesprek dat zich tussehen de beide manaien ontspon bleek echter dat ook von Freese hem de gewenschte in lichtingen kon geven. En Viktor vernaim tot zijn ontzetting dat de reputatie van mevrouw Rettberg veel slechter was en niet zonder reden dan fay ooit vermoed had. Het had von Freese al de grootste moeite gekost haar aan de ten nismatches te laten deelnemen, maar tij dens den wedstrijd waren dingen uit haar vroeger leven bekend geworden, die de Jonge weduwe maatschappelijk eenvoudig onmogelijk maakten. Daarom laad von Freese haar ook geen invitatie voor het groote diner merr kunnen be zorgen. En dat de ..Kurdïrector" Von Glaswrtz haar openlijk had genegeerd, sprak vanzelf, vooi-al daar de ontmoe ting had plaats gehad toen hij bij het feestconcert de echtgenoote van ten Mi nister van Eeredienst naar haar zetel leidde. ..Neen", besloot von Freese zyn rnededeelingen, „erg goed stond het ko kette vrouwtje nooit aangeschreven, maar ze werd geduld, maar nu kan nie mand, die op zyn naana en zijn standing prijs stelt, zich meer met haar vertoo- r>;n. Ze zal hier wel spoedig met do Noorderzon vandaan trekken". ,Jk heb vanochtend gehoord dat ze haar villa verhuurt of verkoopt en naar het buitenland1 trekf', zei Viktor op aa- kelüken toon. De Ritmeester werd uit een ander groepje gewenkt en nam met een hand druk afscheid van Viktor. Hy was noch boos. noch geschrokken. Hij had een gevoel van walging, alsof een griezelig, glibberig dier tegen hem aangekropen was. Met .een paar glazen wijn, met wat liefkoozlngen, wat sentimenteele praat jes laad ze geprobeerd hem blindelings in don val te laten loopen. Met haar geld, of 'beter rygt het geld van den overleden man, dién ze steeds bespot had. had! ze zijn naam, zijn eer. zijn lot willen koopen Toen hy thuis kwam berichtte de oude Ulrich hem. dat er al verscheiden kee- ren van den Amselberg voor hem gete lefoneerd was en dat zoo juist de boy van mevrouw Rettberg een briefje voor hem had afgegeven; het lag boven op zün schrijftafel. Viktor wilde de poort doorgaan, toen de oude man er eenigszins aarzelend bijvoegde: ..En daarna was de commis saris ook laier". „Wat voor commissaris?" „De commissaris van politie. Over dien leerjongen, Max Krause. Die is met een kapotte oorschelp thuis gekomen en aiu konat gisteren de vader, dié Rijaaschip- per is. thuis en merkt dat. En die is di rect naar mevrouw hier geloopen en heeft vreeseiijk opgespeeld en gezegd dat hij schadevergoeding wou en zou heb ben en weet ik wait meerMevrouw heeft geprobeerd hem aan zyn verstand te brengen dat de kwajongen dat niet op het werk bij ons heeft opgedaan en de vader loopt naar de politie en nou zijn ze de zaak aan het uitzoeken. En of u nu zelf wil komen. Want uw naam is er ook by genoemd, mijnheer Viktor". „Goed, Ulrich". Nadenkend bleef hij een poosje staan. Hy voelde aoiet den minsten lust om den brief te lezen die Fulvia Rettberg door den boy had laten brengen. Het was hem of hij deze afdwaling van zijia geest plotseling van zich had afgeschud. Hy was boven deze heele zaak uit-geko- men. Het sloeg juist twee uur. Dafc hy zoo vroeg nogal zwaren wijn gedronken had, wreekte zich nu. Het liefste was hij een poosje gaan liggen om te slapen. Maar hij beschouwde het toch als zyn plicht om aan de uitnoodiging om bij de poli tie te komen, zoo gauw mogelijk te vol doen. Hij ging dus het lauis niet binnen, maar liep direct door naar het gemeen tehuis. Daar vond hy den Burgemeester, den commissaris uit Wiesbaden, den veld wachter, en den gemeentebode, die in bonte collectie de staatsmacht represen teerden. In ö- arrestantencel zat. Vader Kraoise kabaal te maken. Wegens zijn brutaal optreden had de Burgemeester hem daar vcor een paar uurtjes laten deponeeren. Toen hij vrijgelaten werd, verlangde hij direct papier, pen en inkt, om een Macht in te dieneaa. De getuigen waren allemaal al ge hoord, behalve hij, Viktor werd niet zoo gauw uit de zaak wijs. Een leerjongen, Max Krause genaamd, had dus gepro beerd op de belendende kweekerij in te breken en was door Mr. Gabb gesnapt en afgeraioseld. Alles wat het personeel betrof, werd door den heer Rispeter be handeld. Wat had hij, Viktor, eigenlijk met de zaak te maken? De commissaris maakte een eenigs zins minachtende beweging in de rich ting van sehmper Krause. ,,Die meneer a at iets van aanzetten door u „Ja. meneer antwoordde deze vrij postig. „Mijn jongen is het kind van fat soenlijke menschen, verstaat u?" „Ik denk, dat uw lieve zoon eeia in- braakje geprobeerd heeft?" ..Maar u hebt hem opgestookt". ..Ik?" Viktor lachte. ..Beweert uw zoon dat? Hy wendde zich ernstig tot den commissaris: ..Heeft die jongen die onzin hier zitten te vertellen?" „Hier niet. Maar toen ze hem op de kweekerij gep?.kt hebben". De ambtenaar bood Viktor een stoel aan. „Kent- u den leerjongen Max Krause?" -Ik zcu hem eerst eens moeten zien. We hebben twaalf van die laeeren cp het e r recia rondloop cn". .'Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1928 | | pagina 6