n nieuwe
v Japon
HAARLEM'S DAGBLAD
EEN HONDERDJARIGE.
LETTEREN EN KUNST.
FEUILLETON.
D e Geschiedenis van
Lois Reddle
WOENSDAG 17 OCT. 1928
DERDE BLAD
(HET FEEST VAN DE KONINKLIJKE MILITAIRE ACADEMIE.)
Wanneer ik vanavond mijn naam on
der de kritiek van „Het Proces Mary
Dugan" heb gezet, zal ik blijde mijn pen
neerleggen en dan zal ik mijn geest
geheel instellen voor het feest, dat wij
4 dagen lang gaan vieren, het feest van
het 100-jarig bestaan van de K M. A
Met vreugde zal ik morgen optrekken
naar Breda om als reünist de jaren te
herdenken, toen wij als cadet op het
oude kasteel woonden, jong, overmoe
dig, zorgeloos en gelukkig!
Kilacadmon!
Wij, oud cadets, spreken dezen naam
steeds met gevoelens van dankbaarheid
uit en wij denken met een zekere „Sehn.
sucht" terug aan de jaren, toen wij er
.gevangen" zaten. Gevangen en toch
gelukkig, hoe is hetmogelijk, zult gij
misschien vragen. Maar vergeet niet,
dat wij nog geen 20 jaar oud waren, dat
wij nog gouden toekomst-droomen
droomden en dat er in het woord ka
meraadschap voor ons nog een klank
lag, die wij er later nooit meer in heb
ben gehoord.
Wanneer ik in mijn gedachten mijn
cadettentijd de revue laat passeeren,
verwondert het mij zelf wel eens, dat ik
met zulk dankbare gevoelens aan de K.
M. A. terugdenk. Was het leven tus-
schen die wallen dan zoo'n vreugdevol
bestaan? Provoost, politiekamer, zieken
zaal... ze hebben elkaar in mijn ca-
dettenleven met een zekere regelmaat
afgewisseld en zelfs als wij niet onder
den druk van straf verkeerden, was het
nog allesbehalve, wat je noemt een
„vrij bestaan". Des morgens om half 6
al van je legerstee getrommeld, om 6
- uur op de harde banken in een leerzaal,
half of heelemaal slapend over
een studieboek gebogen, en verder heel
den langen dag meestal onder het
spionneerend oog van een surveillee-
rend sergeant een leven van ge
bondenheid, waarin de exercitie en de
velddienst buiten eigenlijk nog je groot
ste genoegens waren! Alleen des Zon
dags mocht je van. 12 tot 4 en van 5 tot
10 de poort uit zonder geleide als vrij
man, tenminste als je niet toevallig
gesnapt was voor rooken op een corri
dor, voor maffen in een les, voor lachen
in het gelid of voor het niet dragen van
een „stropdas" onder den kraag van je
mouwvest. Want er heerschte in mijn
tijd op de K. M. A. nog een systeem
van geen pardon, men strafte er zon
der genade!
Heb ik niet eens vier dagen in de
provoost moeten zuchten enkel en al
leen,omdat ik op een guren winterdag
vóór den aanvang van een les de on
voorzichtigheid had op te merken, dat
het „koud in Rusland" was, hetgeen de
burgerleeraar, die den bijnaam droeg
van den „Rus" als een persoonlijke be-
leediging opvatte? Ik heb de' straten
van Breda op de Zondagen slechts tpel
weinig mogen bewandelen, al was het
met mij dan ook nog niet zoo erg ge
steld als met den cadet, die aan het ein
de van zijn studietijd een verzoek in
diende aan den gouverneur om op een
Zondag ook eens een wandeling door
Breda's straten te mogen maken, daar
hij voor zijn officiers-examen de stad
waar hij 4 jaar had gewoond, ook wel
eens wilde leeren kennen. Het is waar.
dat deze „jonker" niet onder de „heilige
boontjes" gerekend mocht worden, maar
het feit is teekenend voor de toestanden,
welke vroeger heerschten op de K. M. A.
Nu is dat alles heel anders! De cadéts
van tegenwoordig genieten onder de ver.
standige leiding van den generaal-ma-
joor van Everdingen veel meer vrijheid
cn zij zouden zich zeker allerminst kun
nen schikken in een leven, zooals wij er
35 jaar geleden hebben geleid! En toch
vraag ik mij af, of zij later met dezelfde
warme gevoelens aan hun academietijd
zullen terugdenken als wij, die er tus-
schen de „Walletjes" waren opgesloten.
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN
a 60 Cts. per regel.
Eerst
kijken
AMSTERDAM UTRECHT
Nieuwendijk 225-229 Oude Gracht 151
Want wat het leven daax op het oude
kasteel in ons jonge leven zulk een glans
gaf, dat was die band van kameraad
schap, die ons aan elkander bond. Het
zou in mijn tijd onmogelijk zijn geweest,
dat twee cadets elkander bij een familie
ontmoetten en daar.aan elkander
moesten worden voorgesteld, zooals eenl-
ge jaren geleden ln Breda gebeurde. Wi)
kenden elkaar allen, wy voelden ons
gezamenlyk één als lid van het cadet
ten-corps. Wat wisten wy van intriges,
van afgunst, van zucht naar promotie,
van maatschappelijke zorgen? Wij had
den allen dezelfde belangen, dezelfde
illusies, wij droomden dezelfde droomen,
wy droegen den generaalstaf gelijkelijk
in onzen ransel, wy meenden allen, dat
heel de wereld draaide om dat oude ge
bouw, dat wy Kilacadmon noemden
Jong als wij waren, droegen
wij met trots onze uniform met de „lis"
en de M. A. met een kroon! En er
vriendschap, die wij op de academie
sloten, die was zoo meenden wij toen
een vriendschap voor het heele ver
dere leven'
Nu zullen wij als reünist weer op de
oude academie k"omenHet leven heelt
ons geleerd, dat zelfs de hechtste vriend,
schapsbanden dikwijls niet tegen den
tijd bestand zijn! En dat de werkelijk
heid heel anders is dan wij ons diein
onze jonge jaren hebben gedroomd.
Maar als wij over het Kasteelplein zijn
gegaan en onder de bekende poort van
de K. M. A. door zijn geloopen, dan zal
de herinnering aan al het oude terug
komen, de glans van vroegere dagen
zal terugkeeren en wij zullen ons weer
jong voelen als weleer. Onze wandeling
door het oude gebouw zal een pelgrims
tocht zijn. Wij zullen de „hokken" weer
opzoeken, waar wij geslapen hebben, de
plaatsen, waar wij na de velddienst
oefeningen op de Woensdagen .snert
met 'n kluif' aten, wij zullen weer ,,'n
walletje pakken" wellicht met den
vriend, met wien wij eeuwige vriendschap
sloten, ja, misschien zullen wij ons zelfs
nog eens laten opsluiten in de provoost,
waar wij in strenge afzondering vroeger
onze zonden moesten overdenken. Wij
zullen -terugdenken aan de velen, die
eens onze kameraden waren, maar voor
altijd zijn heengegaan! En wij zullen in
de handdrukken van de anderen, die
gebleven zijn, weer iets terugvoelen van
den tijd, toen wij daar gezamenlijk jong
en onbezorgd en gelukkig waren! Wij
zullen weer 4 dagen „kameraden" zijn!
Is het wonder dat ik met vreugde naar
het feest van onze K. M. A. verlang?
Het honderdjarige Kilacadmon heil!
J. B. SCHUIL.
KERSTELLINGSOORD-VEREENI-
GING SPOORWEGPERSONEEL.
Laten wij geen flauwe toespelingen
maken op den naam van de „Harree"-
band, die zich Zaterdagavond in Bloem-
hoff deed hooren, want de acht jongelui
die de band vormden, hebben zich daar,
óp den Liefdadigheids-cabaretavond van
ds Herstellingsoord-vereeniging 1835—
1905 voor Spoorwegpersoneel, dapper
geweerd en vroolyke, goede muziek ge
fabriceerd. Muziek, die er stemming in
bracht en die drie uur lang deed blij
ven onder de zeer vele oude en jonge
menschen die naar Bloemhof gekomen
waren om een avond gezellig uit te zijn
en tevens bij te dragen voor het goede
doel.
Maar niet alleen deze ijverige band
heeft zich doen hooren. Daar was tus-
sch'en de nummers in een ander or
kestje dat ook de zaal tot in de verste
hoeken vulde met klanken. Een „He" en
een „She" zongen bij de piano, goed,
opgewekt, de „Girls of the Band", vier
jonge dames, droegen ook aardige lied
jes voor en vier blazers, vormende het
„Harree-quartet" bliezen er lustig op los.
Een aardig nummer was ook het optre
den, of opvouwen, van mr. Bosani, die
op verschillende manieren zijn beenen
om zijn heupen kronkelde, zich oprolde,
en tot slot verdween in een kleine,
nauwe ton. r
Er was voorts een tombola, telkens
daverde gulle laoh, de stemming was
opperbest en het voornaamste was, dat.
de penningmeester zich vergenoegd in
de handen kon wrijven en ook een glun
der gezicht kon zetten, wat penning
meesters niet al te vaak beschoren is.
NED. BOEKEN IN BELGIë.
In het Vlaamsohe huis te Aalst (Bel
gië) wordt een tentoonstelling van het
Nederiandsche boek gehouden, meldt
de N. R. Ct. Bij de Noord-Nederland-
sche uitgevers die werk inzonden, wor
den de firma's Erven Bohn en Tjeenk
Willink uit Haarlem genoemd.
HET TOONEEL.
ALIDA TARTAUD EN WILLEM
VAN DER VEER IN
„DE MEDAILLES VAN EEN
OUDE VROUW".
In het vorige seizoen heeft de Ita-
liaansche tragedienne Emma Grama-
tica ons voor het eerst „De Medailles
van een Oude Vrouw" gebracht. Daarna
heeft mevrouw de Boervan Rijk in de
zomermaanden het oude vrouwtje in het
stuk van James M. Barrie gespeeld cn
thans staat naast Willem van der Veer,
die de rol van den Schotschen Hooglan
der vervult, Alida Tartaud—Klein. Wij
hebben mevrcr w de Boer niet in „De
Medailles van een Oude Vrouw" gezien
en een vergelijking met het spel van
Emma Gramatica is niet wel doenlijk,
omdat de Italiaansche actrice een taal
sprak, welke wy niet verstonden en net
stuk bovendien in een zoo verkorte
editie gaf, dat het werk van Barrie ons
gisteren een heel ander toeleek.
En waarom trouwens te vergelijken,
wanneer wij kunnen zeggen, dat me
vrouw Tartaud als juffrouw Dowey
het oude werkstertje, dat in haar ver
langen naar de koestering van
wat kinderliefde een soldaat aan
het front voor haar zoon laat
doorgaan en dezen ruwen maar
vereenzaamden man door haar
groote liefde en teederheid ook als
kind voor haar weet te winnen om hem
dan later weer door den dood te moeten
verliezen voortreffelijk is. Mevrouw
Tartaud maakt van dat oude vrouwtje
iets prachtigs! Zij speelt dit naar liefde
hunkerend vrouwtje met een zoo roe
rende zachtheid, zoo teer en gevoelig
en daarby ook wanneer het noodig
is met een zoo fijnen, pittigen humor,
dat je van dit vrouwtje wel houden
moét en zelfs geheel gaat vergeten, dat
deze oorlogsgeschiedenis van Barrie
toch eigenlijk wel wat over-gevoelig is.
Maar knap geschreven is zij toch ook!
Om. een tooneel te schrijven van meer
dan een uur lang enkel tusschen twee
personen, waarin een oud vrouwtje lang
zaam aan met tal van fijne trekjes 't hart
van een ruwen frontsoldaat weet te ver
teederen en in te pftlmen, een tooneel,
dat ook maar geen minuut verveelt, ja
van het begin tot het eind boeit, daar
voor moet men een tooneelschrijver van
ras zijn, Maar laten wij ook bekennen,
dat dit tooneel moeilijk beter en fijner
kan worden gespeeld dan door Alida
Tartaud en Willem van der Veer! Het
was in één woord subliem! Een voortdu
rend genot was het dit spel te volgen en
te zien, op hoe superieure wijze mevrouw
Tartaud de verschillende overgangen
nam en hoe rijk aan afwisseling en
nuanceering dit spel was. Een meester
stukje van voordracht weid het verhaal
van Uncle Ben en ontroerend mooi was
mevrouw Tartaud in dat verrukkelijk
gespeelde tooneeltje van haar gefanta
seerd moederschap. En welk een wijding
gaf zij aan het laatste bedrijf, dat zij
geheel met haar stil spel te vullen heeft.
Was het niet als een „eeredienst" voor
den geliefden doode, dat inpakken van
al die kostbare dingen, welke haar nog
waren overgebleven.
Maar beter tegenspel dan van Willem
van der Veer had zy moeilijk kunnen
venvachten. Het leek wel, of deze rol
voor hem geschreven was. Van der Veer
bracht door zijn forsche breede figuur
en zijn zware, donkere stem ook dooi
de contrastwerking alles mee. Eerst het
onverschillige, wat ruw-geamuseerde,
daarna het verteederde, kinderlijke van
dezen frontsoldaat, Van der Veer gaf het
ons in wel zeer mooi, overtuigend spel.
De drie vriendinnen van juffrouw
Dowey werden gespeeld door de dames
Marie van Westerhoven, Julia Cuypers
en Betty Brusse—Strauss. Marie van
Westerhoven ras-actrice als zij is
maakte van de rol van juffrouw Hug-
gerty een juweeltje. Frits Tartaud had
zich tevreden gesteld met dominé Wil
kinson en zorgde daardoor dat ook dit
bijrolletje volkomen tot zijn recht kwam.
De opvoering van „De Medailles van
een Oude Vrouw" werd voor mevrouw
Tartaud en Willem van der Veer niet
minder dan een triomf! Het publiek
was enthousiast over dit prachtige spelj
en het werd niet moe deze twee artis-
ten toe te juichen. Het doek moest dan
ook ontelbare malen omhoog. De heer
Van Hees heeft dadelijk beslag gelegd
op dit stuk voor de derde volksvoorstel
ling op Maandag 30 October en hy heeft
er goed aan gedaan. Ik weet wel zeker,
dat hy daarmee velen een zeer groote
vreugde bereidt! Want tooneelspel, zoo.
als mevrouw Tartaud en Willem van dei-
Veer ons Zondag gaven, krijgen wij
slechts zelden te genieten.
J. B. SCHUIL.
JACOB VAN LENNEP.
Zenuw-Patiënten, vroolijk
spel ln 3 bedrijven door
GERARD NTELEN.
De heer Gerard Nielen is pas goed
gelukkig, als hy een bulderbassenden
neurasüienicus op het tooneel kan bren
gen. Ik geloof, dat als het aan hem lag,
hy ae planken voor de helft met zenuw
patiënten zou bevolken. Ik herinner my
geen klucht van hem. of een nijdasserige,
opvliegende zenuwiyder speelde er een
hoofdrol in.
In zijn nieuw „vroolijk spel", dat gis
teren by Jacob van Lennep zijn eerste
opvoering genoot, heeft Nielen zyn hart
kunnen ophalen, wy krygen niet één,
maar een tooneel vol zenuwpatiënten.
O, het is minder erg dan u zich dat mis
schien voorstelt. De familie Tromp doet
maar „alsof" om papa Tromp, die met
zijn ongemotiveerde driftbuien het le
ven van al zyn verwanten bederft, van
zyn ingebeelde neurasthenie te genezen.
Met zoo'n opdracht is de heer Nielen
eerst recht in zyn element. Hy laat er
op los razen, dat het 'n lieve lust is. De
huize Tromp wordt met die geneesme
thode je ware dolhuis.
Of het middel helpen zal? Erg veel
vertrouwen had ik er niet in. Papa
Tromp was op het laatst nog een even
opgewonden heer als in het begin en als
de zoo door hem geambieerde raadzetel
niet toevallig vry gekomen was of
misschien is het beter te zeggen, als de
heer Nielen het geen tyd had gevonden
een eind aan zyn stuk te maken zou
den wij dezen zenuwpatiënt ongeneeseltjk
hebben verklaard.
Dat de heer N -i slag heeft voor
dilettanten te schryven, heeft hy ook nu
weer met zyn „Zenuwpatiënten" bewe
zen. Vooral het eerste bedrijf zit aardig
in elkaar en is vlot geschreven. Daar zit
schot en gang in en het is een lang niet
cm verdiens tel ijk exposé voor een klucht,
ja het had het met wat tempering
misschien voor een blystel kunnen
worden. Maar zoo hoog gaan de aspi
raties van den heer Nielen niet. "Dj is
tevreden, wanneer hy het publiek maar
harbelyk en onschuldig doet lachen en
hij stevent daarom met n regelrecht
naar de klucht toe.
Eigenlyk is het jammer, dat Nielen er
ziel! 0ok in zyn kluchtspelmiddelen
wel wat heel erg gemakkelyk afmaakt.
My dunkt, dat met wat goeden wil en
ernst Nielen zyn stuk ook wel op wat
hooger plan had kunnen brengen. Het
blyft nu met dien bulderbasenden
Tromp en zyn mal-doende familie den
heelen avond aldoor wel wat hetzelfde!
En Tromp wordt allerminst door zyn
omgeving maar enkel op 1-ast en door
den wil van Nielen genezen. Nielen be-
wyst nu en dan zooals in I dat
hij nog beter kan. Hy weet zijn bedryven
aardig te sluiten en hy heeft den kluclit-
speltoon herhaaldelijk goed te pakken.
Als geheel is zyn klucht volstrekt niets
minder dan zoovele kluchten, die uit
Duitschland zyn geïmporteerd en hier
bij herhaling worden gespeeld.
Een kleine opmerking! Zou zelfs een
man als Tromp zoo geweldig in de klem
zitten om 699 gulden 95 cent? Dan is het
met zijn rentenierschap wel heel dun ge
steld! Dat getal mag wel met minstens
tien worden vermenigvuldigd. En zou
het niet een verbetering van het stuk
beduiden, wanneer de familie wat min
der zichtbaar pleizier had in het geval,
doch meer in spanning het resultaat van
de kuur op den patiënt volgde. Zooals
nu, is het wel heel erg komedie!
Zoo'n goedige klucht biedt een ver-
eeniging als Jacob van Den-nep niet veel
moeilijkheden. Zooals zulk een klucht-
spelsohryver er maar een beetje op los
schrijft, zoo kunnen de spelers er ook
maar wat op los spelen. Gelachen wordt
er toch en het succes is verzekerd, als
men maar voor een vlot tempo zorgt. En
dat vlotte tempo was er!
De heer A. Snoeks, debuteerde giste
ren in de rol van den nydasserigen
Tromp bij Van Lennep. Met een speler
als Snoeks leek het geval Tromp vrij wel
heelemaal ongeneeslijk. Snoeks maakte
er zoowat 'n dolle van en buidel-baste,
dat de coulisses er van stonden te tril
len. Met wat tempering in zyn spel en
stem zou hy den auteur waarschijnlijk
een dienst bewijzen. De heer Henk Bak
ker heeft indertijd in De Brompot van
Broedélet bewezen, dat zoo'n neurasthe-
nicus ook wel met nuanoeering en niet
als een halve wildeman gespeeld kan
worden. De heer Snoeks liet zioh wel
wat te veel op zyn temperament gaan,
hetgeen op den duur wat erg ver
moeiend voor hem zoowel als voor ons
werd. Dat hij een speler is. die het
tooneel vult, hebben de leden van Van
Lennep gisteren kunnen zien. Verreweg
het best vond ik Snoeks in het derde
bedrijf, wanneer hij in angst en beven
zit voor zyn kas. Toen toonde hy, dat
met minder geweldige middelen ook aar
dige effecten zijn te bereiken. De heer
Snoeks lijkt my meer geschikt voor het
dramatische dan het komische en ik ben
er wel zeker van, dat hy mits onder
stevige leiding heel veel by Van Len
nep kaai bereiken.
De andere dames en heeren hadden
een vry gemakkelijke taak. Mevrouw
Groeneweg speelde als mama Tromp niet
zichz 'f. maar gaf de geposeerde, be
schaafde, oudere dame in haar spel, en
d3t heel verdienste!ijk. Mevrouw Van
den Berg had blijkbaar haar vreugde
er aan, dat Jacqueline van haar hart
geen moordkuil maakte.
Zulke rollen zyn haar toevertrouwd en
het publiek toont altyö weer zyn plezier,
als mevrouw van den Berg zich in zoo'n
rol van haar beste speelster-zyde kan
laten kennen. Mevrouw Tuninga speelde
de verloofde Lies vloten jong en mevrouw
Bouwmeester kreeg haar beste kans. toer.
zy als de „freule" Tromp de angsten op
het lijf mocht jagen.
De heeren in de familie Tromp leken
my over het algemeen wat sty ver aan
gelegd dan de dames. De heer Van den
Berg gaf ons het meest losse, ongedwon
gen spel te zien. De heer Tuninga be
wees in zyn aardig gespeelden accoun
tant, dat zyn talent meer in de richting
van type-rollen gaat dan In die van
den jeune amoureux. De heer Van Zand
bergen, aan wiens mooi gespeelden boer
in ,De Schande" ik nog met genoegen
terugdenk, heeft wel eens een gelukkiger
avond dan gisteren gehad. De heer Kruyt
beleefde wel genoegen van het kleine
rolletje van den ontslagen tuchthuisboef,
die geen boef was.
Gerard Nielen en Jacob van Lennep
kunnen tevreden zyn, dat zy elkander
weer gevonden hebben. Het publiek
heeft zich vooral in de eerste twee be
drijven kostelijk, geamuseerd. Het laat
ste bedryf met zyn vele herhalingen, viel
blijkbaar wat lang, Heel een avond met
louter zenuwpatiënten te doen te hebben
is op den duur wel wat al te vermoeiend.
J. B. SCHUIL.
De Koekoek, tooneelspel in
3 bedryven van Jan Fa-
bricius.
Wat artistieke leiding voor dilettanten
waard is. heb ik zelden overtuigender
gedemonstreerd gezien dan Dinsdag by
de opvoering van Fabricius' De Koekoek
door de Haarlemsche Arbeiders-Tooneel-
vereeniging „Vooruitgang". Het leek wel.
of er een geheel nieuwe geest in Voor
uitgang was gevaren, of het een andere
vereeniging geworden was. Ook al had
den wij niet geweten, dat mevrouw San
dersHerzberg de regie had gevoerd,
dan zouden wy aan heel de opvoering
toch wel omniddellyk hebben gezien, dat
een artist van het vak hier leiding had
gegeven. Vooral in het eerste bedryf!
Wat slóót dat samenspel in elkaar, wat
werd de dialoog door allen rap en raak
van elkaar overgenomen, in welk een
vlot tempo zonder ook maai- een mo
ment van hapering werd er gespeeld.
Het was een voorbeeld van flink slui
tend ensemble spel en dat by een
vereeniging, waarin juist vroeger het sa
menspel nog al eens wat had overge
laten.
En dan, welk een kranig individueel
spel hebben wy ook gezien. Wat, me
vrouw Sanders van enkelen dezer dilet
tanten heeft gemaakt, is waarlijk ver
rassend. Ik roem in de eerste plaats
Aalke Aaikes. Wy meenden, dat deze
rol indertijd by Van Lennep op een voor
een dilettante onovertrefbare wyze was
gespeeld, maar het spel van de vertolk
ster van deze boerenvrouw by Vooruit
gang ging hier nog ver boven uit. Hoe
strak, yzig-koud en overheerschend was
deze figuur in het eerste bedrijf. Dat
•was wel volkomen de sterke, wilskrach
tige vrouw, die zegt: „Knap, die my de
lijn uit handen trektI" Haar stem klonk
als van metaal en het afgebeten zeg
gen was kortweg voortreffelijk. En daar
naast wist zy toch ook zooals in het
begin van I en in haar gesprekken met
Klaus een teerheid in haar spel te bren
gen, die wel sterk trof. Het snydende
lachen, telkens als er gezinspeeld werd
op haar zoon, was niet te verbeteren en
heel het spel zonder iets te veel of te
weinig boeide ongemeen. Men begreep
soms niet hier met een dilettante te doen
te hebben. En dat was toch de zelfde
speelster, wier spel by vorige opvoerin
gen nauwelyks eenogen indruk op ons
had gemaakt.
Ook in het tweede bedryf hield zy de
figuur mooi vast en het verhaal van de
verwisseling der kinderen deed zij heel
knap. De haat priemde uit haar oogen,
telkens wanneer zij naar haar aange
nomen zoon keek.
In het slot van II dat zy te theatraal
speelde bleef zy by me]. Cor Visser
achter, maar in III gaf zy zoo iets goeds,
als wy nog zelden op het dilettaaiten-
tooneel hebben gezien. Het was waarlijk,
of daar een stervende vrouw voor óns
zat, of het leven uit haar gezicht weg
trok! En hoe voortreffelijk ook die
zwakke, gebroken stem! Dat was geen
dilettanten-spel meer! Hulde aan me
vrouw Sanders, die zoo iets heeft weten
te bereiken!
Aalke Aikes overtrof wel verre haar
omgeving, al gaven ook de anderen spel.
dat gezien mocht worden. Zoo stond d<:
uitbeelding van den dorpsdokter in I
op een zeer respectabel niveau, En de
notaris gaf hem in het groote gesprek
daarin uitstekend tegenspel! In II en
III wist Jan Glijstra zyn spel niet voort-
durend op die zelfde hoogte te houden,
maar de rol eischt ook zoo veel, dat \vU
an een dt'ri'.nnt haast geen ie
creatie van dezen dokter kunnen ver
wachten. '1 kunnen wy ook van dezen
speler zeggen, dat hy dank zy me
vrouw Sanders ver boven zijn kracht
gespeeld heeft! Er. de voorzitter van
Vooruitgang toonde ln de rol van den
notaris al evenzeer van ds lessen der
regisseuse te hebben geprofiteerd, zyn
spei en dictie waren veel krachtiger dan
wy van hem gewoon zyn cn hy traineer
de nu geer. moment, wat hU vroeger
nog al eens placht te deen.
Met de jongere krachten sal mevrouw
Sanders meer moeite hebben gehad
Ook met hen heeft zy reeds heel veel
bereikt, maar de rollen in ,De Koekoek"
verlangen van de spelers en speelsters
de volle maat. aan welken eisch dilet
tanten maar zelden zullen kunnen vol
doen. Het was aan het spel van Vogel
tien. Frye en Jurn Aaikes zeer goed te
zien, dat mevrouw Sanders leiding had
gegeven. Vogeltien bijvoorbeeld ging
wel In de richting, die de regisseuse
blijkbaar gewild heeft, maar men zag
aan haar spel te veel, dat het alles was
aangeleerd.
Frya had uitstekende momenten
haar binnenkomst In II was al byzon-
der goed zU speelde los en beschaard,
maar de boerendochter met den stevigen
wil kon ik toch moeiiyk in haar zien.
zy deed ook in haar kleeding
meer aan een stadsmeisje denken.
Jurn was meer de boer en ook hy deed
zeer goede dingen, maar het spel bleef
toch wat te voorzichtig. In zyn krach
tige dictie bereikte hy meer dan in zyn
spel.
Verreweg de moeilijkste rol in De
Koekoek is Klaus Beck. Tot nu toe heb
ben wij dezen Jongen man, die het nood
lot lachend ln het gezicht ziet en flui
tend langs den rand van den afgrond Jh
gaat, nog niet gezien, zooals wy ons dien w
denken. Ook by Vooruitgang niet, De
dilettant, die hem speelde, toonde wel
degeiyk, dat hy wat kan, maar een crea
tie van deze ontzagiyk moeiiyke rol
werd het toch niet. Het was alles te
zwaar, te gewichtig en te sterk aangezet
voor dezen levensgenieter. Ik stel my
het spel van dezen Jongen man. die ln
Brussel en Parys overal bekend is en
omniddellyk na den dood van zyn moe
der 'opgewekt zyn laatste vroolljka le
vensweek tegemoet gaat, veel lichter en
ironischer voor.
Ik wilde mUn opmerking^ Vooruit
gang niet sparen, omdat ik de opvoering
daar veel te goed voor vond. Hoe
beter voorstelling immers hoe seriouser
de kritiek kan zijn. Nooit verdiende
Vooruitgang beter zyn naam dan
Dinsdagavond. De voorstelling van Do
Koekoek beteekent misschien een mijl
paal in de geschiedenis van deze ar i-
ders-tooneelvereen igine. Laat Vooruit
gang mevrouw Sanders in eere houden.
J. B. SCHUIL.
GEVONDEN DIEREN EN VOOR
WERPEN.
Teug te bekomen bij: Bureau van
politic Smcdcstraat 9, bruine koop»
mansbeurs; Ruijgrok, Voorhelmplein 37
rood, ceintuur; Roosen. Dicdcrikstraat
7. zwarte hond (pincher), v. Dcurscn»
God. Oudegracht 107, grijs hondje;
Plicster, Oostzancnlaan 15, Heemstede,
gouden hangertje; Bros, Eikenstraat 1,
ijzeren katrol; Brcdcrodc, Donkcro
Spaarnc 6. rieten koffertje; De Graaf.
R:ppcrdapark 43. haarkam; Kennel Eau#
na. Parklaan zwartwit katje, gebracht
door v. d- Drift. Spaarnwoudcrstr. 100a;
Rcdekcr, Houtmarkt 13, witte kinder*
muts; Baars. Dr. Schacpmanstr. 9, pad#
vindersmes; Bronstring. Grcbberstraat
32. zakmes; v. d. Berg. Kloosterstraat
11.bruine kindcrportcmonnaic met in#
houd; Altena, Santpoorterstraat 55 rd-.
bruine kindcrportcmonnaic met inhoud;
Koclemij. Lange Raamstraat 8. bruine
damesportemonnaic met inhoud; Prins,
F.mostraat 3. rijwiclbelastingmerk;
Koorn. Ripperdastccg 2a, rijwielbelas#
tingmerk; Groote Houtstraat 89, dax
mesrijwiel; Lieshout. Voorzorgstraat
41, 20 spaar/egels; dc Bruin. Kruis#
tochtstraat 40. blauwwit schoentje; Er*
wicli. Gr. Houtstraat 93. sleutel; Van
Poctcren. Kerkhofstraat 12 zw„ acte»
tasch, inh. belastingbiljetten; Kruijcr,
Ziekenhuis St. Joannes dc Deo M. v.
Heemskerkstraat, koortsthermomctcr.
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN
i 60 Ct». por regel.
Naar het Engelsch van
EDGAR WALLACE.
38)
Hij liep met onvaste schreden naar de
poort door welke zy binnengekomen was
en die open stond, waarna hij haar met
moeite sloot. Zy was met menschelyke
zwakheden voldoende bekend om op te
merken, dat hy méér gedronken had
don goed voor hem was, want hij liep
waggelend, en toen hii, naar het huis
terugkeerende, ook haar zag en een
groet wilde ihtstooten, werd hii door den
liik overvallen
.Dekker geslapen, beste meid?" riep
hy. „Heeft die oude heks u uw lunch
gebracht?"
„Doctor" zy sprak door den kier,
waarop zy het venster geopend had
mag ik niet beneden komen? Zy heeft
mij hier opgesloten"
„Zyt gy opgesloten?" Deze medsdee-
ling scheen hem eenigszins te vermtu
ken, wamt hy schudde van *en lach.
..Wel, wel, verbeeldt u eens! Opgeslo
ten! Hy moet banc vjdot n zyn, myn
bcric. Maak u niet ongerust, ge zyt vei-
jig, Ik zal u oppassen, Ge hebt toch
niet weer stemmen gehoord? En ook
niemand gezien die u achtervolgt, wel?
Over een dag of twee zult ge geheel
hersteld zyn".
Deze woorden vervulden haar met on
gerustheid. Reeds éénmaal eerder, aan
de lunch waarby zij kennis met hem ge
maakt had had hy eveneens gesproken
over geheimzinnige stemmen, en perso=
nen, die haar volgden. Hield hij haar
voor krankzinnig? Dit denkbeeld deed
haar het bloed verstijven Naar de deur
gaande, wachtte zy of hij de trap zou
beklimmen, doch er kwam van beneden
geen geluid behalve dat van een ge
dempt geschuifel, en kort daarop weid
er aan het ondereinde van haar deur
gesnuffeld en hoorde zii een dof ge
brom.
„Bati, Bati, hitherao! Kom hier, jy
zwarte soor!"
Zy hoorde het dier de trap afrennen,
het toebrengen van een slag en een fel
gejank. Later, zag zy de honden er
waren er twee op het erf. Groote,
zwarte dieren, grooter dan Elzassers.
doch hun fijnen bouw missende, zy
snuffelden in het rond, belust op af
val. Een van hen zag haar, gromde en
toonde zijn slagtanden; zijn haren ston
den recht overeind en zij trok zich haas
tig uit zyn gezicht terug. Zy klopte
opnieuw op de deur, stampte op den
vloer, doch men schonk haar niet de
geringste aandacht, en hoewel zij de
stem van den doctor hoorde en hem
iets toeriep, deed hij alsof zy er niet
was. Haar toestand was gevaarlijk, en
zy begon een flauw vermoeden te kry
gen van de aanleiding van de drastische
handelwijze van Dom.
Waar zy zich bevond, kon zy niet
nagaan. Wat zy van het haar omrin
gende landschap kon zien, verschafte
haar geen aanwyzing; en, behalve dat
de vensters op het Noorden uitzagen,
kon zij zich niet verder oriënteeren.
In de namiddag bracht de vrouw haar
thee slappe kost, waarby vergele
ken de brouwsels van Lizzy Smith een
lekkerny waren.
„Ik sta er op, dat ge die deur open
laat", zeide het meisje.
„Indien ik dat deed, zouden zy u aan
stukken scheuren", antwoordde de
vrouw. ..Tegenover vreemden zyn zy
niet te houden. Hoor Bati nu eens!"
Buiten de deur werd een gesnuffel
en een gebrom hoorbaar.
„Ga weg, jy Juldi!" schreeuwde zy
in haar zonderling mengelmoes van
Engelsch en Hindostansch.
Het meisje plaatste zich recht tegen
over haar.
„Ik ben niet bevreesd voor honden",
zeide zy, en trad naar de deur.
Zy was nog niet halverwege, of de
vrouw had haar ingehaald, en, haar by
den arm grijpende, draaide zy haar
rond.
„Ge zult blijven waar ge zyt, en doen
wat u gezegd wordt of ge zult er voor
boeten", beet de vrouw haar dreigend
toe.
..Waar is de doctor? Ik wil hem spre
ken".
„Er valt hier geen doctor te spre
ken. Hy is naar het dorp gegaan om te
drinken".
zy schopte de honden, die door de
half geopende deur trachtten biimen te
komen, weg, deed de deur weer op slot,
en gedurende een half uur bleef Lois
voor haar onaangeroerd maal zitten,
pogende na te denken. Het licht aan
den horizon begon te verbleeken, toen
het tweede dramatische voorval van dien
dag plaats greep.
Lois stond by het raam, staarde naar
de droefgeestige omgeving en dacht aan
Michael Dorn. Thans was hy de eenige
geworden, op wien zU haar hoop ge
vestigd had. Michael Dom zou haar niet
aan haar lot overiaten; waar zU ook
was, hy zou haar weten te vinden.
Waarom zij dit dacht, wist zy zelve niet.
Waarom hy zyn tyd en zyn gedachten
zou besteden aan haar, was vooralsnog
een onoplosbaar raadseL Doch hy' werkte
voor haar deed zyn best voor haar,
nu. Het was geen vertroostend denk
beeld; zij vergat byna haar tranen.
Toen hoorde zy beneden 4e krijschen-
de stem van het manwyf.
JEk zeide je die borden te wasschen,
niet waar? Wat je doet Is my hetzelfde;
wanneer ik je iets beveel dan heb Je te
gehoorzamen, jy gevangenis-product".
„Waarom wordt ik hier vastgehou
den?". Deze stem klonk vriendeiyk en
zacht. Lois trilde by het hooren daar
van. „Hij zeide my dat
..Het komt er niets op aan wat hy je
zeide," gilde de andere. „Wasoh die
borden, en daarna kun je den vloer
schrobben; en ben je daarmee niet bin
nen een half uur gereed, dan sluit ik je
op in den kelder bij de ratten, of hits
de honden op je af, opdat zy je aan
stukken zullen scheuren! Hier Bati!
Mali!"
De honden begonnen te janken en
rammelden aan him kettingen.
„Ik doe het niet" weer die zachte
stem „ik doe het niet!"
Een zweepslag!
„Neem dat dan! Bezorg my last en
ik zal je met de zweep tot bloedens toe
afranselen. Ha! Wou je? Wou je?"
Het scheen dat er een worsteling ont
staan was, en haar hals uitstrekkende,
zag het ontstelde meisje een zwakke
vrouw struikelen en op den grond tul-
melen, de wreede zweep opheffen en
neerkomen
„Houd op!" riep Lois met heesche
stem, en toen in dat oogenblik de oude
heks zich over de gestruikelde vrouw
boog en haar buiten het gezicht sleepte,
weigerden de knieën van Lois haar ver
der te dragen en viel zij bezwijmd op
den vloer.
HOOFDSTUK XXV.
Lois moest, naar zy meende, byna ter
stond het bewustrijn herkregen hebben,
hoewel zy byna een half uur op den
grond gelegen had, alvorens een bewe
ging te maken, cn, misse!yk en huive
rig. sleepte zy zich met moeite naar het
bed. Zy gevoeldV zich ziek en ellendig,
en hield de haruVm voor de oogen om
dat afschuwelijke tooneel te verjagen.
De opgeheven zweep
zy ging op het béd liggen, haar aan
gezicht in de kromming van haar arm,
en trachtte uit den warboel van haar
gedachten "n gezonde en logische verkla
ring te scheppen, doch steeds keerden
haar gedachten terug tot Michael Dorn.
met zyn droefgeestig gelaat en zyn tot
in de ziel dringende oogen. Waarom
zijn beeltenis altyd voor haar verward
brein moest oprijzen en weer verdwijnen,
begreep zij niet. doch het was een feit,
dat zy zich telkens vol vertrouwen aan
hem vastklampte. Wie was die andere
gevangene? In hoeverre had de gra
vin de hand in hetgeen haar thans over
komen was? Was het waar, zooals Mi
chael Dorn had laten doorschemeren,
dat het wegzakkende balcon en dat
voorval met dien auto, gc.m toevallig
heden, doch vooropgezette pogingen om
haar te dooden geweest waren?
CWordt vervolgd,)'