A. E® G®
H. D. VERTELLINGEN
FLITSEN
HetMysterie van Heath Hover
"XAR7_EM'S DAGBLAD WOENSDAG 24 OCT. 1928
EEN NATIONALE OMWENTELING.
Waar Poincaré met dictatorsplannen rondloopt.
EEN HOLLANDSCH KOFFIE-UURTJE.
(Van onzen Parljschen Correspondent)
Onze Raymond, onze nationale Ray
mond, Raymond Poincaré loopt met dic
tatorsplannen rond, en zint op een na
tionale omwenteling. Laat me u dadelijk
geruststellen met de verklaring aat ce
heer Poincaré, die vrijwel oppermachtig
Is er niet aan denkt om de RepuDliex
onderste boven te werpen of een aanslag
te doen op den bestaanden regeer in gs-
vorm, dat hij een veel te serieus en op
recht man is om sommige buurlui te lmi.
teeren en dat hij een te goed dienaar is
"an de Vrijheid om de menschen in nun
overtuiging te knevelen. Maar Poincaré
is oppermachtig.... gelukkig. En hij
werkt aan een nationale omwenteling,
d. w. z. aan een totale omwenteling in
het leven van de Pranschen. Waarin die
omwenteling dan bestaat? In de ver
vanging van een Fransch déjeuner door
een Hollandsch koffiedrlnk-uurtje.
U denkt aan een mop, aan een flauw
mopje, 't Is groote ernst.
't Pranschc leven is zoo ingedeeld: heel
licht ontbijt, werken van 9 tot 12. aan
gaan déjeuneeren, het hoofdmaal ge
bruiken, werken van 2 tot 7, dineeren.
Het déjeuner is het vornaamste oogen-
bllk in het bestaan van de menschen.
Var. twaalf tot twee staat het leven stop.
Die rust van twee uren op het midden
van den dag is in Frankrijk even onont
beerlijk geworden als nachtrust. Het is
méér dan een nationale gewoonte, het is
een stuk van het leven. En nu komt Ray
mond Poincaré die dat alles wil veran
deren. Hij zelf is misschien de eenige
Franschman die zich niet twee uur rust
gunt (die zich trouwens ook niet aan
den 8-urigen werkdag stoort), die con
stant doorwerkt van 's ochtends vroeg
tot in het holst van den nacht. Zeker,
dat wil hij niet van alle Franschen
eischen, maar wèl dat de 8-urige werk
dag zoo wordt gewijzigd, dat die twee
uren worden gevonden op het begin en
het einde van den werkdag.
De Minister, wiens groote helderziend
heid men hier weer andermaal moet be
wonderen, heeft zich met zijn wensen ge
wend tot den Conseil National Econo-
mique, en daar is men sedert enkele we
ken bezig aan de bestudeering van dit
plan. En hoe meer men vordert met de
bestudeering van dit probleem hoe meer
men tot de overtuiging komt, dat Poin
caré een meer dan lumlneusen inval
heeft gehad om dit voor te stellen. Voor
de Nederlanders, die al sedert men-
schenheugenls het systeem van den con
stanten werkdag hebben ingevoerd lijk;
het niets nieuws. Iedereen neemt zijn
boterhammen voor twaalf uur mee en
men denkt er niet eens over na. Maar
daarom is 't juist wel eens aardig om na
te gaan welke enorme vcordeelen dit sy
steem biedt en hoe een zoo scnynoaar
eenvoudige quaestie enorme economi
sche gevolgen heeft.
Met groote welwillendheid heeft men
ons inlichtingen dienaangaande ver
strekt. De Conseil National Econonuque
hééft zich niet alleen de medewerking
verschaft van «industrieelen, bedrijfslei
ders, werkgevers uit alle categorieën, om
hun opninie daaromtrent te vernemen,
maar ook van doktoren teneinde na te
gaan wat de voordeelen zouden zijn van
zóo'n ingrijpende verandering m het
nationale leven en in de gewoonten van
een volk. Het rapport is in alle deelen
overtuigend voor de stelling van den
Minister-President. Zonder nog te tel
len dat 's middags, na een min or meer
copieus maal overal veel minder actief
wordt gewerkt dan in de ochtenduren,
kon de voorzitter van den Conseil, de
heer Joseph Vassivière ons andere fei
ten noemen.
Gedurende zes maanden van het Jaar.
zelfs met de invoering van den zomer
tijd, is men overal verplicht om tus-
schen 8 en 10 uur 's ochtends en 's mid
dags van 6 tot 7 kunstlicht te gebrui
ken voor de uitoefening van onverschil
lig welk bedrijf. Met een constanten
werkdag, waaruit niet de twee beste en
meest heldere uren van den dag woe
den uitgeschakeld maakt men dus een
economie van twee uur per dag. Voor
de verwarming idem. Men kan niet van
12 tot 2 de kachels laten uitgaan en
toch. profiteert niemand er van. Is dit
reeds een enorme besparing voor één
onderneming, dan begrijpt men wat een
belangrijke economie dat wordt voor
héél een natie, gerekend over zes maan
den van het jaar. De technische com
missie kwam tot een bedrag van 330
duizend ton steenkool economie.
De besparing vcor den werknemer is
niet minder aanzienlijk. Gemiddeld ge
rekend zou het al een economie van 3
francs per hoofd, per dag zijn aan
transportkosten. En nu komt de enorme
besparing voor die millioenen die ge
dwongen zijn om tusschen 12 en 2 hun
maaltijd in een restaurant te nemen om
dat ze te ver van hun werk afwonen.
Daarbij mag niet vergeten worden dat
één warme maaltijd altijd goedkoopei
moet uitkomen hetgeen op het geheel
een besparing geeft welke in ac mil-
liarden loopt. De constante werkdag, een
uur later beginnend en een uur eeraei
eindigend met slechts een pauze van een
kwartier is dus niet, zooals men op net
eerste gezicht zou zeggen een simpele
verchuiving van de werkuren maar een
economie welke zich aan alle kanten
laat voelen enwelke niet anders
dan een baisse van den levensstandaard
kan bewerkstelligen.
De diverse medici, geraadpleegd, heb
ben een rapport uitgebracht dat nog
overtuigender het nut van het plan-
Poincaré aantoont. Vooral voor den
stadsbewoner is de constante werkdag,
waar men toch den 8-urigen werkdag zal
blijven eerbiedigen, een enorm voordeel.
De overweging van twee uur „versche"
lucht vervalt voor hem geheel, een ste
viger ontbijt dan een stuk droog brood
en een kop koffie, en één warm maal per
dag. het minder werken bij kunstlicht,
het voorkomen 'van in haast toebereide
en tusschen twee jachten verorberde
maaltijden, het onthouden van wijn op
het midden van den dag. onvoldoende
nachtrust worden vermeden en de tijd
om zich aan eigen liefhebberijen, hetzij
physiek hetzij intellectueel te geven
wordt er door verlengd.
Toen de commissie van onderzoek -zich
eerst tot werkgevers en werknemers
wendde om hun opinie te vragen stuit
te zo natuurlijk op verzet. Maar toen
men aan de menschen de voordeelen
begon op te sommen, voordeelen waar
tegen de nadeelen niet opwegen, toon
den de meesten wel animo om zoo'n
ingrijpende wijziging in hun bedrijf in
te voeren, wijziging welke voor beide
partijen trouwens voordeelig is. Maar
groot zal de oppositie toch wel blijven
en men zou slechts tot deze aanzienlijke
verbetering kunnen komen wanneer ie
mand het voorbeeld gaf. Maar wie?
Raymond Poincaré is oppermachtig.
Gelukkig.... zeggen we andermaal. En
nu schijnt 't inderdaad in de bedoeling
van den minister te liggen om deze
nationale omwenteling in de gebruiken
van héél het Fransche volk het eerst in
te voeren op de ministeries. Gaat hij tot
dezen dictatorialen, maar gezegenden
maatregel over. dan kunnen de besturen
van departementen, gemeenten etc. al
niet anders doen dan het voorbeeld vol
gen. En van zelf komen dan ook de
groote bankinstellingen etc. Maar om
tot zoo'n groote nationale besparing te
komen heeft men een man van zijn
beteckenis ook noodig,
HENRY A. TH, LESTURGEON,
Parijs, October.
STADSNIEUWS
NOG EEN WEEK VLAMMENDE
VLEUGELS.
De film Vlammende Vleugels die deze
week in Cinema Palace draait, heeft
zoo'n succes, trekt zoo vele kijkers, dat
de directie besloten heeft de film een
week te proiongeeren. De film is dit,
mede dank zij de muzikale illustratie,
dan ook wel waard.
FAILLISSEMENTEN.
Door de Haarlemsche rechtbank zijn
in staat van faillissement verklaard:
1. II. W. Hartman, rijwielhersteller
wonende te Hillegom. Holstraat 7; cu
rator mr. F. J. Gerritsen alhier;
2. R. F. Taems. betonarbeider, woner-
de te Heemstede, Bomecriraat 37, cu
rator mr. A. Bruch, alhier.
3. A. G. Memelink, te Haarlem, han
delende onder den naam Haarlemsen.'
Pluimvee en Krachtvoeder fabriek.
Curator mr. L. G. van Dam, alhier.
Rechter-Oommlssaris mr. J. H, Smits
te Amsterdam.
Opgeheven werden de faillissementen
van
1. Mevrouw C. J. van der Zon, pen
sionhoudster te Haarlem, Duvenvoo'.•de-
straat 18; curator mr. P. Tideman. al
hier;
2. G. M. Veldhuis Jr., aannemer ce
Haarlem, Gierstraat 54, curator mr. me.;.
E. A. Wagemaker, alhier
„URIEL ACOSTA".
FILMAVOND INST. VOOR
ARB. ONTWIKKELING.
In de Gemeentelijke Concertzaal had
gisterenavond een voorstelling van en
kele films plaats, welke was georgani
seerd door de Haarlemsche afdeeling
van het Instituut voor arbeidersontwik
keling en den Haarlemschen Bestuur-
dersbond. Het publiek dat de geheele
zaal vulde werd eerst toegesproken door
den heer Braakenburg, voorzitter van
den H. B. B. die een propagandaspeech
i^itsprak over het nut van organisatie
en geestelijke ontwikkeling van de ar
beidende klasse.
Toen draaide eerst Aaf jes uitsteknde rol-
prentje van het Arbeiders Sportfeest te
Haarlem met Paschen, een film die doet
zien dat van een gewonen optocht iets
moois is op te nemen, als de man aan
de camera er maar oog voor heeft. De
tegenstelling met de Philips-film die
soms wel wat droog en technisch niet
volmaakt is, viel op. Een klein teeken
filmpje volgde.
Hoofdfilm was „Uriël Acosta", „een
historisch-dramatische film met zeer
bijzondere kwaliteiten". Het bevreemdt
ons, dat de filmdienst van het Instituut
geen betere keuze had kunnen doen,
vergissen wij ons niet, dan is de film al
vrij oud, en hy toont de gebreken daar
van. Zoo zijn de pruiken en baarden
mooi in de „permanent wave" en het
spel van enkele personen, o.a. van Acosta
zelve is erg theatraal. Maar anderen
spelen weer goed en er zijn verscheidene
heel mooie opnemingen met bewonde
renswaardige belichting.
NUTSLEZING PER RADIO.
Evenals in vorige jaren zal de Maat
schappij tot nut van 't Algemeen, een
serie lezingen per radio geven en wel
op de Vrijdagavonden, te beginnen Vrij
dag 26 October telkens van 8.50 tot
9.35.
Ditmaal zullen een twaalftal lezingen
tot gezamenlijk onderwerp hebben ..de
Vereenigde Staten van Amerika".
Dr. N. B. Tenhaeff te 's Gravenhage
zal in vier avonden de grondleggers van
de Vereenigde Staten behandelen. De
twee eerste avonden zullen zijn gewijd
aan de Kolonisten-periode, ds twee
volgende aan de leidinggevende figuren
die de „kolonie" hebben gevoerd naar
het Amerika van den tegenwoordigen
tijd.
Daarna zal Mr. Marius Levenbach te
Amsterdam vier avonden geven over de
Sociaal-economische toestanden van het
tegenwoordig Amerika.
Vervolgens spreekt Dr. J. L. Snethlage
te Oyen (N.-Br.) twee avonden oyer
onderwijs en opvoeding in de Vereenigde
Staten en tenslotte zal Prof. Dr. M. C.
van Mourik Broekman te Breda in twee
avonden een beeld trachten te ontwer
pen van het geestelijk leven.
Een belangrijke steun voor het volgen
van deze zoo niet lichte, dan toch voor
lederen beschaafden leek begrijpelijke le
zingen zijn de geïllustreerde korte uit
treksels, die het Nut telkens tijdig van
te voren zal toezenden aan lederen be
langstellende, die daartoe zijn adres op
geeft en f 1 voor toezendingskosten
stort per postwissel of per giro aan de
Maatschappij tot nut van 't algemeen,
Centraal Station Kamer 58, Amsterdam,
rijksgiro no". 58082.
DE ST. NICOLAAS- OF
KORALENBRUG.
NIETS NIEUWS
Ons gemeentebestuur heeft zooals
wij reeds medegedeeld hebben het
voornemen de Koralensteeg tusschen
Houtmarkt en Spaarnwouderstraat te
verbreeden en dan een brug over het
Spaarne te bouwen, die aansluiting geelt
op den Koudenhorn. Daardoor zal een
flinke verkeersweg verkregen worden
tusschen de Koudenhorn en de Amster-
damsche Poort.
Snuffelende in oude documenten
blijkt ons. dat vroeger daar ter plaatse
reeds een brug geweest is. Namelijk de
St. Nicolaas of Koralenbrug.
Juist 125 jaar geleden heeft de ge
meenteraad besloten om die brug weg
te breken.
Nu is er behoefte om de brug weer te
bouwen.
Niets nieuws onder de zon...
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN
a 60 Cts. per regel.
VAMPYR.
STOFZUIGERS
VAN HAARLEM'S DAGBLAD No. 1326
ZAKDOEKEN
Verkoopbureau:
GROOTE HOUT8TR.
Telefoon 15497
Lientje roept dat er geen
zakdoeken meer in haar
la zijn, mag zij er een
van moeder nemen?
het debat over de vraag
waar al haar zakdoeken
gebleven zijn, leidt niet
tot een resultaat
leent er een van moeder
en vindt later een van
haar eigen in de mouw
van haar jurk
ontdekt er daarna nog
een onder de eetkamer
tafel
en een in de elastiek van I
haar broekie
herinnert zich dat zij er
een heeft gebruikt als
laken toen zii de pop
naar bed bracht
vindt er nog een, die op i
onverklaarbare wijze in I
moeders werkmandje is I
geraakt
twee uur later zijn aüe
zakdoeken, inclusief de
geleende, weer verdwenen
en vraagt een nieuwe te
leen.
(Nadruk verboden.)
(Nadruk verboden; auteursrecht voorbehouden.)
De Waakhond
door C. HAFKAMP.
15
10
Mijn oom Flip, de kunsthandelaar, Is
een bijzonder mensch. Hij is de man
van de tegenstrijdigheden. Vroeger was
hy zoo arm als Job en nu is hij zoo rijk
als Ford; destijds, was hij zoo mager als
een talhout en nu is hij zoo vet als een
vetgemest varken. Voorheen had hy
alty'd een humeurig zuur snuit, thans
hangt er immer een breede glimlach
over zijn opgewekt gezicht. In den tijd
toen hij de gelijke Jobs was, zette hij
dag en nacht de deuren wijd open; nu
heeft hij op iedere deur minstens drie
knippen en twee Lipssloten. Deze ge
hechtheid aan zijn moeilijk verworven
financieelen staat, werd oorzaak, dat
oom Flip het plots noodzakelijk oor
deelde om een extra versterking toe te
voegen aan zijn tallooze sloten en gren
dels, in den vorm van een waakhond.
Hoewel oom Flip een patente kerel is en
er best met hem is om te gaan, heeft
hij een groote kwaal: hij is ontzettend
eigenwijs .en wijkt geen haarbreedte af
van een eens soms zeer eigenwijs
genomen besluit. Wat den aan te schaf
fen waakhond betreft, bijvoorbeeld,
moest hij hebben, een bijna fantastisch
grooten Dultschen herder, met een don
kere vlek op zijn kop en een lichte vlek
links op zijn rug. Verder moest hij zijn
valsch, waaksch, trouw, intelligent, ge
hoorzaam alleen aan hem natuurlijk
zindelijk, mocht niet verharen, moest,
leeren zijn pooten af te vegen op de
deurmat, en nog een stuk of wat eigen
schappen hebben die mij ontschoten
zijn. Om dit in een hondenhuid gewik
kelde vervolmaakte product der schep
ping te vinden had hij een advertentie
geplaatst, waarin wijselijk niet alle
eisphen waren vermeld. Met een aantal
daarop gekomen brieven in zijn zak.
toog oom Flip op weg en ik meende mij
deze gelegenheid niet te mogen laten
ontglippen, om één der eersten te zijn,
die met den nieuwen wonderhond zou
kennis maken. Onderweg liep het ge
sprek voornamelijk over den nieuwen
waakhond en ik polste oom Flip eens
hoe hij zoo'n valschen waakhond thuis
wilde krijgen. Een zelfvoldane glimlach
trok over oom Flip's gelaat: maar mijn
beste jongen, die neem ik mee natuur
lijk. Een hond bijt mij nooit. Ik heb slag
om met honden om te gaan. De gevaar
lijkste hond wordt zoodra hij bij mij ls
als een lam. Och, kunst is het niet.
Iedereen kan honden dresseeren. Je
spreekt een hond aan, kalm en rustig,
zoodat hij je meerderheid voelt. En in
geen geval bang voor een hond zijn. Ik
zal je laten zien, hoe je met honden
moet omgaan!
Ik ken mijn oom Flip en daarom oor
deelde ik het beter hem maar niet te
gen te spreken. We zouden zien.
Daar kwamen we bij het eerste adres.
De verkooper bleek een gepensioneerde
veldwachter. Uit een akelig naargeestig
hok loensten twee woeste hondenoogen
ons aan. Het dier gromde zachtjes.
Oom stak van wal: Zoo, wilt u my dat
mormel verkoopen. Kom, kom, meneer,
ik ben geen boertje. Is me dat een beest:
een lobbes is het een lobbes. En wat
een kop, zijn oogen staan verkeerd, zijn
ooren hangen te veel naar voren, zijn
tanden staan niet goed. En kost dar
ding nog geld ook, of betaalt u toe? De
veldwachter was nijdig over deze cri-
tielc beijverde zich de goede kwali
teiten op te sommen: een pracht hond,
een waker, een hond die je om een
boodschap kon sturen. Cesar ga een;
staan! Kijk, wat een pooten meneer
Een leeuw gewoon.
Maar oom Flip had zijn ideaal no<
niet gevonden: Meneer de veldwachter,
het spijt me voor u, maar zoo'n stumper
kan ik niet gebruiken: zijn borst hangt
veel te laag en zijn staart is te dik en
die vlek op zijn rug zit ook op de ver
keerde plaats. Nèe, dat is geen hond,
dat is geen ras. Ik dank u! De verblufte
veldwachter staarde verbaasd oom Flip
na, die al weer naar een volgenden can-
didaat stevende. Ook hier had oom Flip
veel aan te merken, de schouders waren
te smal, hij was verarmd, had geen
stamboom. En we sjouwden verder naar
den derden, die een kees, en den vier
den die een poedel bleek, en dus buiten
beschouwing bleven. De vyfde hond
was weer een herder en bleek eigendom
van een kamerverhuurster, die last had
met haar „menschen" zooals zij ons
vertelde omdat de hond valsch was.
Zooiets beviel oom Flip wel en daarom
gingen wij naar een klein achter-plaats
je. waar aan een groote ijzeren ketting
een stevige hond ons aanblafte. Op een
eerbiedigen afstand bleven wy staan.
Oom Flip monsterde met een kenners
blik het hondenbeest. Zoo. zoo, is 'em
dat! Gaat nogal. Toen kwamen de ge
bruikelijke informaties. Was hij ras
echt.' Had hij een stamboom? Jammer
dat hy zoo hoog op zijn bsenen stond-
Oom Flip ging een stapje naderbij. De
hond blafte niet meer, gromde zoo nu
en dan alleen nog maar. En toen kwa
men de opmerkingen weer: Die vlek op
zijn kop hoort eigenlijk niet op die
plaats en aan zyn neus hapert ook nog
wel iets. Is hij wel voldoende gehoor
zaam?
De kamerverhuurster zond een stort
vloed van woorden over onze hoofden,
betreffende des honds goede hoedanig
heden. Belangstellend informeerde oom
verder naar den prijs, 't Scheen mij toe,
dat de koop slagen zou. Oom bekeek den
hond nog eens wat beter. Waagde zich.
nog wat nader! Plots schoot de hond
vooruit oom Flip nam een achter-
waartschen sprong slechts een stuk
lucht werd fijn gemalen tusschen twee
rijen groote wolfstanden.
Dit incident bracht een ommekeer in
den gang van zaken. Oom Flip begon
met alle welsprekendheid waarover hij
beschikken kon het dier af te breken
figuurlijk gesproken natuurlijk zoo
erg, dat de kamerverhuurster zich be
gon te schamen, dat zij zoo een minder
waardig beest nog te koop had durven
aanbieden.
We stapten naar het zesde adres, waar
oom Flip meewarig zijn schoudere op-
haalde voor een ruw-harigen fox-terrier,
maar de zevende leek weer 'beter. Een
pracht hond, groot, volgens oom goed
gevlekt, waaksch volgens den eigenaar,
en valsch volgens den hond zelf, want
hij liet voortdurend een paar rijen tan
den zien, waar een olifant respect voor
zou krijgen. Oom Flip begon met zijn
dressuur-proeven: Max zoo heette de
hond ga liggen! Max keek hem aan,
haalde zijn schouders op, en krulde min.
achtend zijn bovenlip. Oom Flip zette
zijn stem uit: Max, ga liggen!
Met de welbewuste kalmte van iemand,
die volkomen zeker is van zijn zaak,
keerde Max zich statig om, met het
einde van zijn rug in de richting van
oom Flip en plaatste met zwierigen zwaai,
zijn staart in de hoogte.
Men weet nooit welke woeste natuur
driften er in een lijdzame menschenziel
kunnen sluimeren, maar op oom Flip
had deze geste een uitwerking als een
roode lap op een woesten stier. Hij
ziedde van toom. En toch boekte deze
hond door dit banale gebaar een succes,
waarop nog geen sterveling op vier
beenen zich beroemen kan. Oom Flip
was sprakeloos! Eerst werd hij bleek al»
een lijk, toen kleurden zich zijn koonen
met het felste pioenrood dat men zich
denken kan. Hij snakte naar adem,
opende en sloot zijn mond zonder een
woord uit te spreken. Maar eindelijk
perste hij met veel moeite enkele woor
den tusschen zijn lippen, die alles be
halve vleiend voor den hond waren. Difc
was Max te veel. Woest keerde hy zich
om, deed een sprong en greep nog juist
het ondergedeelte van oom's pantalon.
Oom Flip rukte en sjorde en met een
zwaren plof kwam zyn vet buikje in on
zachte aanraking met onzen aardbol.
In den bek van Max troonde triomfan
telijk een stuk broekspijp.
Naar den achtsten candidaat zyn wij
niet meer geweest. Oom Flip had be
sloten het zonder waakhond te stellen.
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN
a 60 Cts. per regel.
Stofzuigerhuis MAERTENS
BARTEL J OR1SSTR A AT 16
telefoon no. 10756
Verkoop, Verbuur, Inruüen, Reparaties
FEUILLETON.
.(Een verhaal van duistere krachten)
uit het Engelsch van
BERTRAM MITFORD
Het kon nooit als bcerdcrii bedoeld
zijn geweest, alleen al. omdat het mid
den in de dichte bosschen stond; ook
waren er geen bijgebouwen en open om.
•heinde plaatsen, die men gewoonlijk bij
een boerderij aantreft. Sommige men
schen beweerden, dat het als weduwem
goed bedeeld geweest was. anderen
echter meenden, dat het een rid
dergoed op zichzelf geweest was, zooals
al gezegd is was het laag gelegen, de
sohoorsteenen staken niet uit boven
den duiker, die den waterstand regelde
van den grooten. driehoekigen vijver,
waar hot ongeluk gebeurd was. Het be.
vend zich aan den open kant van de
letter* V, die gevormd werd door het
water en de dicht naar den oever af
dalende eikcnbosschen, die het omzoom
den In den zonicr leek het een ver-
rukkollfc. schilderachtig plekje, zooals
hot daar genesteld lag in het hart. van
de onv.ihgen.de bosschen. maar in de
donkere maanden, als hst wolkenfloers
grijs en somber neerhing en geen geluid
de naargeestige stilte van de vochtige
atmosfeer verbrak, dan dat van het
druipende water in het natgeregende
bosch. was de indruk, dien liet huis op
de voorbijgangers maakte, het toppunt
van trieste verlatenheid. Dan scheen het
zijn sinistere reputatie geheel waardig,
want volgens de publieke opinie in ds
3treek was Heath Hover een huis, waar
het duchtig spookte. Zijn tegen woord i.
ge bewoner werd den volgenden morgen
later dan gewoonlijk wakker en niet in
de beste stemming. Hij had een slechten
nacht gehad, hetzij tengevolge van de
opwinding over het vreemde nachtelijke
avontuur, hetzij door het griezelige ver
schijnsel van de open deur. want, hoe
hy het ook probeerde, hü kon zichzelf
toch niet heelsmaal overtuigen, dat dat
enkel gezichtsbedrog geweest was. Het
had uren ged-uurd. voordat hij vast sliep
ei. toen de slaap eindelijk kwam. bracht
hy hem vreemde, maar pijnlijk-duidelij
ke droomen. Een keer had hij kunnen
zweren, dat zijn slaapkamerdeur open
ging, toen, dat de geheimzinnige vreem»
deling, dien hij gered had. naast zijn
bed stond en zich met een slinkschen
onderzoekenden blik over hem hsenboog.
En zijn vingers hadden naar het wapen
onder ziin kussen getast. Maar neen. er
was niets geweest De maan verlichtte
de kamer voldoende, om iets. wat er zich
in zou bewegen, zichtbaar te maken.
Toch bleef hü gekweld door een obsc-
deerenöe vrees voor het een of andere
dreigende gevaar, vcor iets dat hij lang
begraven en vergeten dacht, en dat
plotseling weer opgestaan was. om hem
te vervolgen en te bedreigen in de
schuilplaats, die hij ver van de wereld
gevonden had. En dat ..zeker iets" stond
op de een of andere manier in de
nauwste betrekking tot den on verwach
ten gast
Maar wat deze laatste betrof, sliep
hij werkelyk zco vreedzaam? Door een
on verklaarbaren impuls gedreven besloet
Mervyn. zich daar eens van te gaan
vergewissen cn hij zou juist opstaan,
toen er een onweerstaanbare slaperig
heid over hem kwam en hy weer t3=
rugvlel in zijn kussen en nu tot den
morgen rustig doorsliep.
De late zon was juist als een roods
bal aan het opkomen boven de boomtop
pen De grond was bedekt met een wit
sneeuwkleed, de donkere dennen en de
naakte eikentakken waren gefeston
neerd met sneeuwpatronen en de ruiten
vertoonden het fijne kantwerk dat een
harde vorst erop tooveren kan.
Mervyn huiverde en vroeg zich af, of
hij misschien ook kou had gevat bij
zijn nachtelijken tocht. Hij kleedde zich
vlug aan en ging naar beneden, deed
geruischloos de deur van de zitkamer
open r.n keek naar binnen.
D& kamer lag nog in het half duister,
de gordijnen waren neg neer. Zyn gast
sliep blijkbaar neg, want hij lag doodstil
op den divan met de deken over zyn
hoofd getrokken. Even geruischloos als
hij haar geopend had deed Mervyn de
deur weer dicht en ging terug.
Toen. door dc keukendeur, want hij wil
de de voordeur met haar zware sloten
en grendels niet open doen, om zijn gast
niet ■wakker te maken, ging hij naar bui
ten.
De buitenlucht had een opwekkende
uitwerking op hem. De zon was nu hoo,
ger geklommen en tooverde uit de fijne
sneeuwdeeltjes op den grond en in de
boomen milliarden diamant-facetten te
voorschijn. Werktuigelijk klom hij de
steile treden van het paadje op. dat naar
den dam leidde. Daar lag het iis. als een
Zilverwitte driehoek, waarvan de top
hoek wegschemerde in de bosschen. Het
wak was nu dicht gevroren en met
sneeuw overs toven en byna niet te zien.
Maar hy ging toch dien kant maar
eens uit.
Lieve hemel, het was een raadsel, dat
de man aan den bevriezingsdood was
ontsnapt een wonder, dat hij juist
op het uiterste nippertje wakker was
geschrikt om hem te hulp te komen, zei
hij bij zichzelf, terwijl hy op den oever
stond en nu bij daglicht de plek nog
eens goed opnam. De ladder lag er neg.
waar hij haar had gelaten, maar was
nu in het ijs vastgevroren on er was geen
beweging in te krijgen. Dan moest zij
vooreerst maar blijven waar zij was! Als
oude Joe verscheen die was tusschen
twee haakjes laat vanmorgen, zouden zv
hem samen wel los krijgen; het ys was
vannacht nog een paar centimeters dik=
ker gevroren en droeg dus beter.
Mervyn keerde op zyn schreden terug
langs het boschpad. Terwijl hij voortliep
bleef hij maar steeds piekeren over het
vreemde, onheilspellende gevoel dat de
komst van zyn onbekenden gast by hem
gewekt had.
In het heldere, opwekkende morgen
licht leek het hem louter fantasie, louter
angstige verbeelding. Aan dien man
mankeerde waarschynlyk niets; zijn ver
schijning en zijn manieren waren aller,
minst ongunstig. Hij zou probeeren hem
over te halen een paar dagen te blyven
en hem de eenzaamheid te helpen ver
drijven. Waarom niet? Hy was werkelijk
op weg om zich veel te veel met zich
zelf bezig te houden; tot die conclusie
was hU den avond tevoren ook al geko*
men.
Zco peinzend kwam hy by den dam
en keek neer op zUn woning. De gordij
nen van de woonkamer waren nog neer.
zyn gast nam het er blijkbaar eens van
en dat kon niemand hem kwalijk ne
men na zyn avontuur van den afgeloo.
pen nacht.
Toen Mervyn beneden aan het pad ge
komen was verscheen de oude Joe. Deze
wiens achternaam Sayers was, deed het
werk buitenshuis, was tuin.man, hoewel
er niet veel te tuinieren was. verrichtte
alle voorkomende karweitjes, was om
iort te gaan, een Manusje van alles. De
sude Judy, die e:ger.lyk Judith heette,
deed het werk in huis. ze kookte ea
had eigenlijk de functie van meid-alleen.
Joe was een oude buitenman, geneigd
oot een kortaffe knorrigheid, behalve
als hy een extra glas bier op had. En
Joe kon een aardig kwantum bier ver
werken. voor hy aan het ..extra glas"
toe was! Dan werd hy vertrouwelijk, om
niet te zeggen dierbaar.
Een koud morgentje Joe!, begroet
te zyn meester hem
Warm is anders, was het laconieke
antwoord.
Is die meneer in de woonkamer al
wakker?
Een meneer in de woonkamer? dien
heb ik nog heelemaal niet gezien.
Wel, de gordijnen zyn nog neer. Tk
dacht, dat Judy hem misschien wakker
gemaakt had; die wist ook niet dat er
iemand was.
Zij is vandaag thuis gebleven. Met
rlieumasiek. Het is een allemachtig
koude morgen.
Dit oude stel menschen werkte alleen
overdag vcor hem. Voor geen geld ter
wereld zciaden zy te bewegen zijn ge
weest op op Heath Hover te blijven, als
de zon onder was.
(Wordt vervolgd.)