A. E® G® H. D. VERTELLINGEN FLITSEN HetMysterie van Heath Hover "XAR7_EM'S DAGBLAD WOENSDAG 24 OCT. 1928 EEN NATIONALE OMWENTELING. Waar Poincaré met dictatorsplannen rondloopt. EEN HOLLANDSCH KOFFIE-UURTJE. (Van onzen Parljschen Correspondent) Onze Raymond, onze nationale Ray mond, Raymond Poincaré loopt met dic tatorsplannen rond, en zint op een na tionale omwenteling. Laat me u dadelijk geruststellen met de verklaring aat ce heer Poincaré, die vrijwel oppermachtig Is er niet aan denkt om de RepuDliex onderste boven te werpen of een aanslag te doen op den bestaanden regeer in gs- vorm, dat hij een veel te serieus en op recht man is om sommige buurlui te lmi. teeren en dat hij een te goed dienaar is "an de Vrijheid om de menschen in nun overtuiging te knevelen. Maar Poincaré is oppermachtig.... gelukkig. En hij werkt aan een nationale omwenteling, d. w. z. aan een totale omwenteling in het leven van de Pranschen. Waarin die omwenteling dan bestaat? In de ver vanging van een Fransch déjeuner door een Hollandsch koffiedrlnk-uurtje. U denkt aan een mop, aan een flauw mopje, 't Is groote ernst. 't Pranschc leven is zoo ingedeeld: heel licht ontbijt, werken van 9 tot 12. aan gaan déjeuneeren, het hoofdmaal ge bruiken, werken van 2 tot 7, dineeren. Het déjeuner is het vornaamste oogen- bllk in het bestaan van de menschen. Var. twaalf tot twee staat het leven stop. Die rust van twee uren op het midden van den dag is in Frankrijk even onont beerlijk geworden als nachtrust. Het is méér dan een nationale gewoonte, het is een stuk van het leven. En nu komt Ray mond Poincaré die dat alles wil veran deren. Hij zelf is misschien de eenige Franschman die zich niet twee uur rust gunt (die zich trouwens ook niet aan den 8-urigen werkdag stoort), die con stant doorwerkt van 's ochtends vroeg tot in het holst van den nacht. Zeker, dat wil hij niet van alle Franschen eischen, maar wèl dat de 8-urige werk dag zoo wordt gewijzigd, dat die twee uren worden gevonden op het begin en het einde van den werkdag. De Minister, wiens groote helderziend heid men hier weer andermaal moet be wonderen, heeft zich met zijn wensen ge wend tot den Conseil National Econo- mique, en daar is men sedert enkele we ken bezig aan de bestudeering van dit plan. En hoe meer men vordert met de bestudeering van dit probleem hoe meer men tot de overtuiging komt, dat Poin caré een meer dan lumlneusen inval heeft gehad om dit voor te stellen. Voor de Nederlanders, die al sedert men- schenheugenls het systeem van den con stanten werkdag hebben ingevoerd lijk; het niets nieuws. Iedereen neemt zijn boterhammen voor twaalf uur mee en men denkt er niet eens over na. Maar daarom is 't juist wel eens aardig om na te gaan welke enorme vcordeelen dit sy steem biedt en hoe een zoo scnynoaar eenvoudige quaestie enorme economi sche gevolgen heeft. Met groote welwillendheid heeft men ons inlichtingen dienaangaande ver strekt. De Conseil National Econonuque hééft zich niet alleen de medewerking verschaft van «industrieelen, bedrijfslei ders, werkgevers uit alle categorieën, om hun opninie daaromtrent te vernemen, maar ook van doktoren teneinde na te gaan wat de voordeelen zouden zijn van zóo'n ingrijpende verandering m het nationale leven en in de gewoonten van een volk. Het rapport is in alle deelen overtuigend voor de stelling van den Minister-President. Zonder nog te tel len dat 's middags, na een min or meer copieus maal overal veel minder actief wordt gewerkt dan in de ochtenduren, kon de voorzitter van den Conseil, de heer Joseph Vassivière ons andere fei ten noemen. Gedurende zes maanden van het Jaar. zelfs met de invoering van den zomer tijd, is men overal verplicht om tus- schen 8 en 10 uur 's ochtends en 's mid dags van 6 tot 7 kunstlicht te gebrui ken voor de uitoefening van onverschil lig welk bedrijf. Met een constanten werkdag, waaruit niet de twee beste en meest heldere uren van den dag woe den uitgeschakeld maakt men dus een economie van twee uur per dag. Voor de verwarming idem. Men kan niet van 12 tot 2 de kachels laten uitgaan en toch. profiteert niemand er van. Is dit reeds een enorme besparing voor één onderneming, dan begrijpt men wat een belangrijke economie dat wordt voor héél een natie, gerekend over zes maan den van het jaar. De technische com missie kwam tot een bedrag van 330 duizend ton steenkool economie. De besparing vcor den werknemer is niet minder aanzienlijk. Gemiddeld ge rekend zou het al een economie van 3 francs per hoofd, per dag zijn aan transportkosten. En nu komt de enorme besparing voor die millioenen die ge dwongen zijn om tusschen 12 en 2 hun maaltijd in een restaurant te nemen om dat ze te ver van hun werk afwonen. Daarbij mag niet vergeten worden dat één warme maaltijd altijd goedkoopei moet uitkomen hetgeen op het geheel een besparing geeft welke in ac mil- liarden loopt. De constante werkdag, een uur later beginnend en een uur eeraei eindigend met slechts een pauze van een kwartier is dus niet, zooals men op net eerste gezicht zou zeggen een simpele verchuiving van de werkuren maar een economie welke zich aan alle kanten laat voelen enwelke niet anders dan een baisse van den levensstandaard kan bewerkstelligen. De diverse medici, geraadpleegd, heb ben een rapport uitgebracht dat nog overtuigender het nut van het plan- Poincaré aantoont. Vooral voor den stadsbewoner is de constante werkdag, waar men toch den 8-urigen werkdag zal blijven eerbiedigen, een enorm voordeel. De overweging van twee uur „versche" lucht vervalt voor hem geheel, een ste viger ontbijt dan een stuk droog brood en een kop koffie, en één warm maal per dag. het minder werken bij kunstlicht, het voorkomen 'van in haast toebereide en tusschen twee jachten verorberde maaltijden, het onthouden van wijn op het midden van den dag. onvoldoende nachtrust worden vermeden en de tijd om zich aan eigen liefhebberijen, hetzij physiek hetzij intellectueel te geven wordt er door verlengd. Toen de commissie van onderzoek -zich eerst tot werkgevers en werknemers wendde om hun opinie te vragen stuit te zo natuurlijk op verzet. Maar toen men aan de menschen de voordeelen begon op te sommen, voordeelen waar tegen de nadeelen niet opwegen, toon den de meesten wel animo om zoo'n ingrijpende wijziging in hun bedrijf in te voeren, wijziging welke voor beide partijen trouwens voordeelig is. Maar groot zal de oppositie toch wel blijven en men zou slechts tot deze aanzienlijke verbetering kunnen komen wanneer ie mand het voorbeeld gaf. Maar wie? Raymond Poincaré is oppermachtig. Gelukkig.... zeggen we andermaal. En nu schijnt 't inderdaad in de bedoeling van den minister te liggen om deze nationale omwenteling in de gebruiken van héél het Fransche volk het eerst in te voeren op de ministeries. Gaat hij tot dezen dictatorialen, maar gezegenden maatregel over. dan kunnen de besturen van departementen, gemeenten etc. al niet anders doen dan het voorbeeld vol gen. En van zelf komen dan ook de groote bankinstellingen etc. Maar om tot zoo'n groote nationale besparing te komen heeft men een man van zijn beteckenis ook noodig, HENRY A. TH, LESTURGEON, Parijs, October. STADSNIEUWS NOG EEN WEEK VLAMMENDE VLEUGELS. De film Vlammende Vleugels die deze week in Cinema Palace draait, heeft zoo'n succes, trekt zoo vele kijkers, dat de directie besloten heeft de film een week te proiongeeren. De film is dit, mede dank zij de muzikale illustratie, dan ook wel waard. FAILLISSEMENTEN. Door de Haarlemsche rechtbank zijn in staat van faillissement verklaard: 1. II. W. Hartman, rijwielhersteller wonende te Hillegom. Holstraat 7; cu rator mr. F. J. Gerritsen alhier; 2. R. F. Taems. betonarbeider, woner- de te Heemstede, Bomecriraat 37, cu rator mr. A. Bruch, alhier. 3. A. G. Memelink, te Haarlem, han delende onder den naam Haarlemsen.' Pluimvee en Krachtvoeder fabriek. Curator mr. L. G. van Dam, alhier. Rechter-Oommlssaris mr. J. H, Smits te Amsterdam. Opgeheven werden de faillissementen van 1. Mevrouw C. J. van der Zon, pen sionhoudster te Haarlem, Duvenvoo'.•de- straat 18; curator mr. P. Tideman. al hier; 2. G. M. Veldhuis Jr., aannemer ce Haarlem, Gierstraat 54, curator mr. me.;. E. A. Wagemaker, alhier „URIEL ACOSTA". FILMAVOND INST. VOOR ARB. ONTWIKKELING. In de Gemeentelijke Concertzaal had gisterenavond een voorstelling van en kele films plaats, welke was georgani seerd door de Haarlemsche afdeeling van het Instituut voor arbeidersontwik keling en den Haarlemschen Bestuur- dersbond. Het publiek dat de geheele zaal vulde werd eerst toegesproken door den heer Braakenburg, voorzitter van den H. B. B. die een propagandaspeech i^itsprak over het nut van organisatie en geestelijke ontwikkeling van de ar beidende klasse. Toen draaide eerst Aaf jes uitsteknde rol- prentje van het Arbeiders Sportfeest te Haarlem met Paschen, een film die doet zien dat van een gewonen optocht iets moois is op te nemen, als de man aan de camera er maar oog voor heeft. De tegenstelling met de Philips-film die soms wel wat droog en technisch niet volmaakt is, viel op. Een klein teeken filmpje volgde. Hoofdfilm was „Uriël Acosta", „een historisch-dramatische film met zeer bijzondere kwaliteiten". Het bevreemdt ons, dat de filmdienst van het Instituut geen betere keuze had kunnen doen, vergissen wij ons niet, dan is de film al vrij oud, en hy toont de gebreken daar van. Zoo zijn de pruiken en baarden mooi in de „permanent wave" en het spel van enkele personen, o.a. van Acosta zelve is erg theatraal. Maar anderen spelen weer goed en er zijn verscheidene heel mooie opnemingen met bewonde renswaardige belichting. NUTSLEZING PER RADIO. Evenals in vorige jaren zal de Maat schappij tot nut van 't Algemeen, een serie lezingen per radio geven en wel op de Vrijdagavonden, te beginnen Vrij dag 26 October telkens van 8.50 tot 9.35. Ditmaal zullen een twaalftal lezingen tot gezamenlijk onderwerp hebben ..de Vereenigde Staten van Amerika". Dr. N. B. Tenhaeff te 's Gravenhage zal in vier avonden de grondleggers van de Vereenigde Staten behandelen. De twee eerste avonden zullen zijn gewijd aan de Kolonisten-periode, ds twee volgende aan de leidinggevende figuren die de „kolonie" hebben gevoerd naar het Amerika van den tegenwoordigen tijd. Daarna zal Mr. Marius Levenbach te Amsterdam vier avonden geven over de Sociaal-economische toestanden van het tegenwoordig Amerika. Vervolgens spreekt Dr. J. L. Snethlage te Oyen (N.-Br.) twee avonden oyer onderwijs en opvoeding in de Vereenigde Staten en tenslotte zal Prof. Dr. M. C. van Mourik Broekman te Breda in twee avonden een beeld trachten te ontwer pen van het geestelijk leven. Een belangrijke steun voor het volgen van deze zoo niet lichte, dan toch voor lederen beschaafden leek begrijpelijke le zingen zijn de geïllustreerde korte uit treksels, die het Nut telkens tijdig van te voren zal toezenden aan lederen be langstellende, die daartoe zijn adres op geeft en f 1 voor toezendingskosten stort per postwissel of per giro aan de Maatschappij tot nut van 't algemeen, Centraal Station Kamer 58, Amsterdam, rijksgiro no". 58082. DE ST. NICOLAAS- OF KORALENBRUG. NIETS NIEUWS Ons gemeentebestuur heeft zooals wij reeds medegedeeld hebben het voornemen de Koralensteeg tusschen Houtmarkt en Spaarnwouderstraat te verbreeden en dan een brug over het Spaarne te bouwen, die aansluiting geelt op den Koudenhorn. Daardoor zal een flinke verkeersweg verkregen worden tusschen de Koudenhorn en de Amster- damsche Poort. Snuffelende in oude documenten blijkt ons. dat vroeger daar ter plaatse reeds een brug geweest is. Namelijk de St. Nicolaas of Koralenbrug. Juist 125 jaar geleden heeft de ge meenteraad besloten om die brug weg te breken. Nu is er behoefte om de brug weer te bouwen. Niets nieuws onder de zon... INGEZONDEN MEDEDEELINGEN a 60 Cts. per regel. VAMPYR. STOFZUIGERS VAN HAARLEM'S DAGBLAD No. 1326 ZAKDOEKEN Verkoopbureau: GROOTE HOUT8TR. Telefoon 15497 Lientje roept dat er geen zakdoeken meer in haar la zijn, mag zij er een van moeder nemen? het debat over de vraag waar al haar zakdoeken gebleven zijn, leidt niet tot een resultaat leent er een van moeder en vindt later een van haar eigen in de mouw van haar jurk ontdekt er daarna nog een onder de eetkamer tafel en een in de elastiek van I haar broekie herinnert zich dat zij er een heeft gebruikt als laken toen zii de pop naar bed bracht vindt er nog een, die op i onverklaarbare wijze in I moeders werkmandje is I geraakt twee uur later zijn aüe zakdoeken, inclusief de geleende, weer verdwenen en vraagt een nieuwe te leen. (Nadruk verboden.) (Nadruk verboden; auteursrecht voorbehouden.) De Waakhond door C. HAFKAMP. 15 10 Mijn oom Flip, de kunsthandelaar, Is een bijzonder mensch. Hij is de man van de tegenstrijdigheden. Vroeger was hy zoo arm als Job en nu is hij zoo rijk als Ford; destijds, was hij zoo mager als een talhout en nu is hij zoo vet als een vetgemest varken. Voorheen had hy alty'd een humeurig zuur snuit, thans hangt er immer een breede glimlach over zijn opgewekt gezicht. In den tijd toen hij de gelijke Jobs was, zette hij dag en nacht de deuren wijd open; nu heeft hij op iedere deur minstens drie knippen en twee Lipssloten. Deze ge hechtheid aan zijn moeilijk verworven financieelen staat, werd oorzaak, dat oom Flip het plots noodzakelijk oor deelde om een extra versterking toe te voegen aan zijn tallooze sloten en gren dels, in den vorm van een waakhond. Hoewel oom Flip een patente kerel is en er best met hem is om te gaan, heeft hij een groote kwaal: hij is ontzettend eigenwijs .en wijkt geen haarbreedte af van een eens soms zeer eigenwijs genomen besluit. Wat den aan te schaf fen waakhond betreft, bijvoorbeeld, moest hij hebben, een bijna fantastisch grooten Dultschen herder, met een don kere vlek op zijn kop en een lichte vlek links op zijn rug. Verder moest hij zijn valsch, waaksch, trouw, intelligent, ge hoorzaam alleen aan hem natuurlijk zindelijk, mocht niet verharen, moest, leeren zijn pooten af te vegen op de deurmat, en nog een stuk of wat eigen schappen hebben die mij ontschoten zijn. Om dit in een hondenhuid gewik kelde vervolmaakte product der schep ping te vinden had hij een advertentie geplaatst, waarin wijselijk niet alle eisphen waren vermeld. Met een aantal daarop gekomen brieven in zijn zak. toog oom Flip op weg en ik meende mij deze gelegenheid niet te mogen laten ontglippen, om één der eersten te zijn, die met den nieuwen wonderhond zou kennis maken. Onderweg liep het ge sprek voornamelijk over den nieuwen waakhond en ik polste oom Flip eens hoe hij zoo'n valschen waakhond thuis wilde krijgen. Een zelfvoldane glimlach trok over oom Flip's gelaat: maar mijn beste jongen, die neem ik mee natuur lijk. Een hond bijt mij nooit. Ik heb slag om met honden om te gaan. De gevaar lijkste hond wordt zoodra hij bij mij ls als een lam. Och, kunst is het niet. Iedereen kan honden dresseeren. Je spreekt een hond aan, kalm en rustig, zoodat hij je meerderheid voelt. En in geen geval bang voor een hond zijn. Ik zal je laten zien, hoe je met honden moet omgaan! Ik ken mijn oom Flip en daarom oor deelde ik het beter hem maar niet te gen te spreken. We zouden zien. Daar kwamen we bij het eerste adres. De verkooper bleek een gepensioneerde veldwachter. Uit een akelig naargeestig hok loensten twee woeste hondenoogen ons aan. Het dier gromde zachtjes. Oom stak van wal: Zoo, wilt u my dat mormel verkoopen. Kom, kom, meneer, ik ben geen boertje. Is me dat een beest: een lobbes is het een lobbes. En wat een kop, zijn oogen staan verkeerd, zijn ooren hangen te veel naar voren, zijn tanden staan niet goed. En kost dar ding nog geld ook, of betaalt u toe? De veldwachter was nijdig over deze cri- tielc beijverde zich de goede kwali teiten op te sommen: een pracht hond, een waker, een hond die je om een boodschap kon sturen. Cesar ga een; staan! Kijk, wat een pooten meneer Een leeuw gewoon. Maar oom Flip had zijn ideaal no< niet gevonden: Meneer de veldwachter, het spijt me voor u, maar zoo'n stumper kan ik niet gebruiken: zijn borst hangt veel te laag en zijn staart is te dik en die vlek op zijn rug zit ook op de ver keerde plaats. Nèe, dat is geen hond, dat is geen ras. Ik dank u! De verblufte veldwachter staarde verbaasd oom Flip na, die al weer naar een volgenden can- didaat stevende. Ook hier had oom Flip veel aan te merken, de schouders waren te smal, hij was verarmd, had geen stamboom. En we sjouwden verder naar den derden, die een kees, en den vier den die een poedel bleek, en dus buiten beschouwing bleven. De vyfde hond was weer een herder en bleek eigendom van een kamerverhuurster, die last had met haar „menschen" zooals zij ons vertelde omdat de hond valsch was. Zooiets beviel oom Flip wel en daarom gingen wij naar een klein achter-plaats je. waar aan een groote ijzeren ketting een stevige hond ons aanblafte. Op een eerbiedigen afstand bleven wy staan. Oom Flip monsterde met een kenners blik het hondenbeest. Zoo. zoo, is 'em dat! Gaat nogal. Toen kwamen de ge bruikelijke informaties. Was hij ras echt.' Had hij een stamboom? Jammer dat hy zoo hoog op zijn bsenen stond- Oom Flip ging een stapje naderbij. De hond blafte niet meer, gromde zoo nu en dan alleen nog maar. En toen kwa men de opmerkingen weer: Die vlek op zijn kop hoort eigenlijk niet op die plaats en aan zyn neus hapert ook nog wel iets. Is hij wel voldoende gehoor zaam? De kamerverhuurster zond een stort vloed van woorden over onze hoofden, betreffende des honds goede hoedanig heden. Belangstellend informeerde oom verder naar den prijs, 't Scheen mij toe, dat de koop slagen zou. Oom bekeek den hond nog eens wat beter. Waagde zich. nog wat nader! Plots schoot de hond vooruit oom Flip nam een achter- waartschen sprong slechts een stuk lucht werd fijn gemalen tusschen twee rijen groote wolfstanden. Dit incident bracht een ommekeer in den gang van zaken. Oom Flip begon met alle welsprekendheid waarover hij beschikken kon het dier af te breken figuurlijk gesproken natuurlijk zoo erg, dat de kamerverhuurster zich be gon te schamen, dat zij zoo een minder waardig beest nog te koop had durven aanbieden. We stapten naar het zesde adres, waar oom Flip meewarig zijn schoudere op- haalde voor een ruw-harigen fox-terrier, maar de zevende leek weer 'beter. Een pracht hond, groot, volgens oom goed gevlekt, waaksch volgens den eigenaar, en valsch volgens den hond zelf, want hij liet voortdurend een paar rijen tan den zien, waar een olifant respect voor zou krijgen. Oom Flip begon met zijn dressuur-proeven: Max zoo heette de hond ga liggen! Max keek hem aan, haalde zijn schouders op, en krulde min. achtend zijn bovenlip. Oom Flip zette zijn stem uit: Max, ga liggen! Met de welbewuste kalmte van iemand, die volkomen zeker is van zijn zaak, keerde Max zich statig om, met het einde van zijn rug in de richting van oom Flip en plaatste met zwierigen zwaai, zijn staart in de hoogte. Men weet nooit welke woeste natuur driften er in een lijdzame menschenziel kunnen sluimeren, maar op oom Flip had deze geste een uitwerking als een roode lap op een woesten stier. Hij ziedde van toom. En toch boekte deze hond door dit banale gebaar een succes, waarop nog geen sterveling op vier beenen zich beroemen kan. Oom Flip was sprakeloos! Eerst werd hij bleek al» een lijk, toen kleurden zich zijn koonen met het felste pioenrood dat men zich denken kan. Hij snakte naar adem, opende en sloot zijn mond zonder een woord uit te spreken. Maar eindelijk perste hij met veel moeite enkele woor den tusschen zijn lippen, die alles be halve vleiend voor den hond waren. Difc was Max te veel. Woest keerde hy zich om, deed een sprong en greep nog juist het ondergedeelte van oom's pantalon. Oom Flip rukte en sjorde en met een zwaren plof kwam zyn vet buikje in on zachte aanraking met onzen aardbol. In den bek van Max troonde triomfan telijk een stuk broekspijp. Naar den achtsten candidaat zyn wij niet meer geweest. Oom Flip had be sloten het zonder waakhond te stellen. INGEZONDEN MEDEDEELINGEN a 60 Cts. per regel. Stofzuigerhuis MAERTENS BARTEL J OR1SSTR A AT 16 telefoon no. 10756 Verkoop, Verbuur, Inruüen, Reparaties FEUILLETON. .(Een verhaal van duistere krachten) uit het Engelsch van BERTRAM MITFORD Het kon nooit als bcerdcrii bedoeld zijn geweest, alleen al. omdat het mid den in de dichte bosschen stond; ook waren er geen bijgebouwen en open om. •heinde plaatsen, die men gewoonlijk bij een boerderij aantreft. Sommige men schen beweerden, dat het als weduwem goed bedeeld geweest was. anderen echter meenden, dat het een rid dergoed op zichzelf geweest was, zooals al gezegd is was het laag gelegen, de sohoorsteenen staken niet uit boven den duiker, die den waterstand regelde van den grooten. driehoekigen vijver, waar hot ongeluk gebeurd was. Het be. vend zich aan den open kant van de letter* V, die gevormd werd door het water en de dicht naar den oever af dalende eikcnbosschen, die het omzoom den In den zonicr leek het een ver- rukkollfc. schilderachtig plekje, zooals hot daar genesteld lag in het hart. van de onv.ihgen.de bosschen. maar in de donkere maanden, als hst wolkenfloers grijs en somber neerhing en geen geluid de naargeestige stilte van de vochtige atmosfeer verbrak, dan dat van het druipende water in het natgeregende bosch. was de indruk, dien liet huis op de voorbijgangers maakte, het toppunt van trieste verlatenheid. Dan scheen het zijn sinistere reputatie geheel waardig, want volgens de publieke opinie in ds 3treek was Heath Hover een huis, waar het duchtig spookte. Zijn tegen woord i. ge bewoner werd den volgenden morgen later dan gewoonlijk wakker en niet in de beste stemming. Hij had een slechten nacht gehad, hetzij tengevolge van de opwinding over het vreemde nachtelijke avontuur, hetzij door het griezelige ver schijnsel van de open deur. want, hoe hy het ook probeerde, hü kon zichzelf toch niet heelsmaal overtuigen, dat dat enkel gezichtsbedrog geweest was. Het had uren ged-uurd. voordat hij vast sliep ei. toen de slaap eindelijk kwam. bracht hy hem vreemde, maar pijnlijk-duidelij ke droomen. Een keer had hij kunnen zweren, dat zijn slaapkamerdeur open ging, toen, dat de geheimzinnige vreem» deling, dien hij gered had. naast zijn bed stond en zich met een slinkschen onderzoekenden blik over hem hsenboog. En zijn vingers hadden naar het wapen onder ziin kussen getast. Maar neen. er was niets geweest De maan verlichtte de kamer voldoende, om iets. wat er zich in zou bewegen, zichtbaar te maken. Toch bleef hü gekweld door een obsc- deerenöe vrees voor het een of andere dreigende gevaar, vcor iets dat hij lang begraven en vergeten dacht, en dat plotseling weer opgestaan was. om hem te vervolgen en te bedreigen in de schuilplaats, die hij ver van de wereld gevonden had. En dat ..zeker iets" stond op de een of andere manier in de nauwste betrekking tot den on verwach ten gast Maar wat deze laatste betrof, sliep hij werkelyk zco vreedzaam? Door een on verklaarbaren impuls gedreven besloet Mervyn. zich daar eens van te gaan vergewissen cn hij zou juist opstaan, toen er een onweerstaanbare slaperig heid over hem kwam en hy weer t3= rugvlel in zijn kussen en nu tot den morgen rustig doorsliep. De late zon was juist als een roods bal aan het opkomen boven de boomtop pen De grond was bedekt met een wit sneeuwkleed, de donkere dennen en de naakte eikentakken waren gefeston neerd met sneeuwpatronen en de ruiten vertoonden het fijne kantwerk dat een harde vorst erop tooveren kan. Mervyn huiverde en vroeg zich af, of hij misschien ook kou had gevat bij zijn nachtelijken tocht. Hij kleedde zich vlug aan en ging naar beneden, deed geruischloos de deur van de zitkamer open r.n keek naar binnen. D& kamer lag nog in het half duister, de gordijnen waren neg neer. Zyn gast sliep blijkbaar neg, want hij lag doodstil op den divan met de deken over zyn hoofd getrokken. Even geruischloos als hij haar geopend had deed Mervyn de deur weer dicht en ging terug. Toen. door dc keukendeur, want hij wil de de voordeur met haar zware sloten en grendels niet open doen, om zijn gast niet ■wakker te maken, ging hij naar bui ten. De buitenlucht had een opwekkende uitwerking op hem. De zon was nu hoo, ger geklommen en tooverde uit de fijne sneeuwdeeltjes op den grond en in de boomen milliarden diamant-facetten te voorschijn. Werktuigelijk klom hij de steile treden van het paadje op. dat naar den dam leidde. Daar lag het iis. als een Zilverwitte driehoek, waarvan de top hoek wegschemerde in de bosschen. Het wak was nu dicht gevroren en met sneeuw overs toven en byna niet te zien. Maar hy ging toch dien kant maar eens uit. Lieve hemel, het was een raadsel, dat de man aan den bevriezingsdood was ontsnapt een wonder, dat hij juist op het uiterste nippertje wakker was geschrikt om hem te hulp te komen, zei hij bij zichzelf, terwijl hy op den oever stond en nu bij daglicht de plek nog eens goed opnam. De ladder lag er neg. waar hij haar had gelaten, maar was nu in het ijs vastgevroren on er was geen beweging in te krijgen. Dan moest zij vooreerst maar blijven waar zij was! Als oude Joe verscheen die was tusschen twee haakjes laat vanmorgen, zouden zv hem samen wel los krijgen; het ys was vannacht nog een paar centimeters dik= ker gevroren en droeg dus beter. Mervyn keerde op zyn schreden terug langs het boschpad. Terwijl hij voortliep bleef hij maar steeds piekeren over het vreemde, onheilspellende gevoel dat de komst van zyn onbekenden gast by hem gewekt had. In het heldere, opwekkende morgen licht leek het hem louter fantasie, louter angstige verbeelding. Aan dien man mankeerde waarschynlyk niets; zijn ver schijning en zijn manieren waren aller, minst ongunstig. Hij zou probeeren hem over te halen een paar dagen te blyven en hem de eenzaamheid te helpen ver drijven. Waarom niet? Hy was werkelijk op weg om zich veel te veel met zich zelf bezig te houden; tot die conclusie was hU den avond tevoren ook al geko* men. Zco peinzend kwam hy by den dam en keek neer op zUn woning. De gordij nen van de woonkamer waren nog neer. zyn gast nam het er blijkbaar eens van en dat kon niemand hem kwalijk ne men na zyn avontuur van den afgeloo. pen nacht. Toen Mervyn beneden aan het pad ge komen was verscheen de oude Joe. Deze wiens achternaam Sayers was, deed het werk buitenshuis, was tuin.man, hoewel er niet veel te tuinieren was. verrichtte alle voorkomende karweitjes, was om iort te gaan, een Manusje van alles. De sude Judy, die e:ger.lyk Judith heette, deed het werk in huis. ze kookte ea had eigenlijk de functie van meid-alleen. Joe was een oude buitenman, geneigd oot een kortaffe knorrigheid, behalve als hy een extra glas bier op had. En Joe kon een aardig kwantum bier ver werken. voor hy aan het ..extra glas" toe was! Dan werd hy vertrouwelijk, om niet te zeggen dierbaar. Een koud morgentje Joe!, begroet te zyn meester hem Warm is anders, was het laconieke antwoord. Is die meneer in de woonkamer al wakker? Een meneer in de woonkamer? dien heb ik nog heelemaal niet gezien. Wel, de gordijnen zyn nog neer. Tk dacht, dat Judy hem misschien wakker gemaakt had; die wist ook niet dat er iemand was. Zij is vandaag thuis gebleven. Met rlieumasiek. Het is een allemachtig koude morgen. Dit oude stel menschen werkte alleen overdag vcor hem. Voor geen geld ter wereld zciaden zy te bewegen zijn ge weest op op Heath Hover te blijven, als de zon onder was. (Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1928 | | pagina 6