H. D. VERTELUNGEN FEUILLETON. STADSNIEUWS Anti-Rev. Partij HAARLEM'S DASBLAD WOENSDAG 7 NOV. 1928 (Nadruk verboden; auteursrecht voorbehouden.) De Pat door W. W. JACOBS. Voor het open raam van do bibliotheek te een oud landhuis zaten twee mannen peinzend uit te staren over het park, dat zich voor hen uitstrekte. ,,'t Is bijna zoover, Jem", zeide één tenslotte, „vandaag over zes weken zit je de man of vrouw die de witte broodsweken heeft uitgevonden, uit te vloeken". Jem Benson strekte zijn lange beenen voor zich uit en knikte vergenoegd. „Zoo iets kan ik me nou niet inden ken", vervolgde Wilfred Carr geeuwend. „Niets voor mU hoor, ik heb nog nooit genoeg geld voor mezelf alleen gehad, laat staan voor twee. Maar toch ben je een bofferd. Olive is een meisje uit duizenden". „Hoef je mij niet te vertellen", zei de andere kalm. ,JBe is werkelijk buitengewoon. En ze denkt, geloof ik, dat jij één en al deugdzaamheid bent" Hü lachte "har telijk, maar zijn neef bleef ernstig voor zich uit zitten staren. „Weet je, ik geloof vast, als ze uit vond, dat je niet „Niet wat?" vroeg Benson. „Niet bent, zooals je bent", antwoord de Carr grinnekend. „dat ze je de bons zou geven". „Ik zou je aanraden, je onderwerp van gesprek te veranderen", zei Benson kalm, maar met nadruk. „Je geestig heden zün nou gewoonlijk niet zoo erg klesch". Wilfred Carr stond op en zei lang zaam: „Mijn cenige andere onderwerp van gesprek zouden mijn eigen financiën zijn en die twee onderwerpen staan nog al erg met elkaar in verband". Een lange stilte volgde. Benson gooide zijn laatste eindje sigaar uit 't raam en leunde toen weer terug in zijn stoel. „Snap je het?" informeerde Carr ten slotte. Benson weer naar het raam. „Als je soms mijn sigaar achterna wilt? „Ik verdwijn liever door de deux", zei de ander luchtig. „En toch ben ik nog niet klaar. Ik moet binnen veertien dagen twintig duizend pop hebben, an ders kon ik wel eens de nor indraaien". In zijn oogen kwam een uitdrukking van angstige spanning. „Jem, wil je me die twintig duizend pop geven?" „Nee", zei de ander strak. „Ik heb Je geholpen tot ik er eindelijk genoeg van heb. Je moest een beetje minder gul met Je handteekeningen zijn". „Heb je eigenlijk gelijk in", zei Carr langzaam. Even was 't stil, toen ver volgde hij langzaam: „Over hand teekeningen gesproken, ik heb er een stuk of wat voor je te koop. Kijk maar niet zoo minachtend, ze zijn niet van mij". „Van wie dan?", vroeg Benson. „Van jou". „Zoo", zei Benson opstaand, „dus voor een dergelijke schurkenstreek ben je ook al niet bang meer". „Als je 't zoo opvatten wilt, ja. Voor twintig duizend pop kan je ze krijgen. En ik weet iemand, die er dat meteen voor zou geven, om Olive een aardig stukje lectuur te kunnen sturen, t Eerste bod is aan jou. Mag je wel apprecleeren". ..Als die brieven door mij onder tekend zijn. zul Je wel zoo vriendelijk willen zijn ze me te geven", zei Benson langzaam. „Ze zijn van mij", zei Carr losjes. „Eerlijk gekregen van de jonge dame aan wie je ze geschreven hebt. Erg mooi zal Olive ze niet vinden, denk je wel?" Zijn neef werd wit van woede. Met één greep van zijn krachtige handen lichte hij Oarr uit zijn zijn stoel en smeet hem met een smak tegen den vloer. „Hier die brieven!" „Eerst twintig duizend pop", zei Carr bedwongen kalm, terwijl hij opstond met een onheilspellenden blik in zijn oogen. En zoodra Je 't waagt om me nog eens aan te raken, kun je er 't dubbele voor geven. Ik zal je maar een poosje alleen laten om 't zaakje te overdenken". Jem Benson bleef alleen achter. Buiten in het park zag hij Carr loopen, en tot twee maal toe maakte hij een beweging om op te staan, maar be dwong zich en bleef zwijgend zitten staren naar de donkere gestalte, die zich langzaam verwijderde in het maanlicht. Eindelijk kon hij hem niet meer zien. Hij stond op en ging de deur uit en de kamer bleef langen tijd leeg. Toen Mrs. Benson een poos later bin nen kwam was er nog niemand. Zij bleef even peinzend het maan verlichte park in staren, tot ze haar zoon met snelle schreden op het huis zag toe komen. HU keek op toen hfj bij het raam was. „Goeden nacht", zei ze. „Waar is Wil fred?" „Weg", zei Benson. „We hebben ruzie gehad. Hij wilde weer geld van me heb ben en ik heb hem eens flink de waar heid gezegd. Ik denk niet, dat we hem vooreerst terug zullen zien". „Arme Wilfred!" zuchtte Mrs. Benson. „Er is ook altUd wat met hem. Ik hoop dat je niet al te onaardig tegen hem geweest bent". „Niet meer dan hU verdiende", zei haar zoon strak. „Goeden nacht, moe der". Twee menschen liepen langzaam door het park in den stillen geurigen zomer avond, en dwaalden zacht pratend in de richting van de oude, ongebruikte put, die daar büna verborgen lag tus- schen het onkruid. „Laten we hier maar niet ingaan, Olive", zei Benson, terwUl hij staan bleef, en de duisternis voor hem in keek. „Hè, en 't Is Juist mijn lievelings plekje", zei het meisje pruilend. „Ik wou dat je niet zoo dikwijls op den rand van die put zat", zei Benson zacht. „Den één of anderen dag val je er nog in". ,,'k Ben benieuwd wat ik daar beneden zou vinden. Kom, ga mee", en ze liep hem vooruit naar de put. Hij volgde, ging naast haar op den rand zitten en ze glimlachte even toen ze voelde hoe een sterke arm beschermend om haar heen gelegd werd. „Ziezoo, nu gaan we hier eens rustig zitten praten. Heb je al iets van Wil fred gehoord?" „Nee. nog niets". „Zeker weer 't oude zaakje, hè? En tot slot een brief aan jou, met het vriendelijk verzoek om hem te helpen. Ik zou wel eens willen weten, wat hij zonder jou had moeten beginnen", zei zc. terwijl ze zUn arm een drukje gaf. „Als we getrouwd zün, Jem, zal ik er toch eens met hem over praten, 't Is zoo jammer, hij heeft zooveel goede dingen ook". „Nooit iets van gemerkt", zei Benson bitter. Ze keek even verwonderd op en legde toen zwijgend haar hoofd op zUn schouder. Een poos lang zaten ze zoo in liet stille maanlicht, tot Olive plot seling huiverde, en zijn arm vaster om zich heen legde. „Heb je 't wel warm genoeg?" vroeg Benson bezorgd. „Ja", zei ze, „maar er stijgt zoo'n af schuwelijke kille lucht uit die put om hoog". Ze maakte even een beweging van afkeer, en tegelijkertijd klonk er in de diepte van de put een zachte plons. Met een kreet van schrik sprong ze op. „Wat is er?" vroeg hij angstig. „O, mijn armband! Moeder's arm band! Hü moet. in de put zün geval len. „Je armband?", herhaalde Benson dof. „Die diamanten?" „Ja, die ik van moeder heb gekregen. O. we kunnen hem er toch wel weer uit krijgen?" „Je armband", zei Benson nog eens, als versuft. „Jem", zei ze angstig, „Jem", wat is er?" Want hij zag doodsbleek en ze zag dat het hem slechts met büna bovenmen- schélijke inspanning gelukte om zü'n kalmte te herwinnen. .Niets liefste", zei hij met een ge forceerde glimlach. „Ik had net een ge voel, of ik Jou uit mijn armen voelde glippen, de diepte in Zün stem brak. „Maar morgenochtend zal je je armband terug hebben. Jü moet me al leen beloven er met niemand over te spreken, wil Je?" „Waarom niet?", vroeg ze verwon derd. „Om verschillende redenen. Het is een ding van groote waarde, en boven dien „Zou Je er niets voor voelen om hem na te springen?" vroeg ze plagend. „Stil eens even". Zü bukte en raap te een steén op, die ze in de put liet vallen. „Stel je voor dat je die steen was dat Je het water al hooger en hooger voelde komen dat Je probeerde jo vast te klampen aan de kanten en dat je handen geen houvast hadden. O, Jem, wat afschuwelijk Je maakt jezelf maar angstig. Dit is geen plaats voor Jou". Dien avond laat ging hü met een lang touw en een paar haken naar de put. Keer op keer liet hü het touw zakken, tot hü ten slotte bü het op- halen Iets metaalachtigs hoorde klin De Geschiedenis van Lois Reddle 56) Naar het Engelsch van EDGAR WALLACE. „Ik ken één menscii die vanavond ge lukkig geweest zal zün," hernam Mi chael. toen do auto over den weg naar Bayswater voortvloog. „Ik zou wel eens willen weten ol zU een da« vrUaf heeft kunnen krügen." „Wie bedoelt ge?" vroeg het meisje, uit onaangename droomerijen wakker geschrikt. „Mejuffrouw Elizabeth Smith". „Mynheer Dom, is u waarlijk over tuigd dat mijn moeder geen gevaar loopt?" vroeg zü. voor het oogenblik on gevoelig voor alle6 behalve voor de ge varen van de vrouw. „Ik kan er mU geen enkel voorstellen", antwoordde hü- De auto hield voor het huls in Char lotte Street stil. en op hun kloppen trad münheer Mackenzie te voorsohün. „Is Juffrouw Smith met u medege- komen?" vroeg lil], na het meisje ver- twelkomd to hebben. „Lizzy?" vroeg Lois verbaasd. is in het geheel niet bü my geweest. Ik heb haar niet gezien. Waarom vraagt u mü dat?" „Zü is met zün Lordschap naar de boerdery" ,.de Galg" gereden." „Met zün Lordsohap", viel Michael verrast in. „Bedoelt gü Lord Moron?" „Zü vertrokken te acht uur", zeide de oude man, „in een gehuurden auto". Toen de oude man hun dit bericht mededeelde, bevonden Michael en het meisje zich in de kamer van den eerst- genoemden en het tweetal wisselde een blik. Hier deed zich een onvoorziene complicatie voor. „Ik zag geen spoor van een auto, ge huurd of eigen wagen." zeide Michael. En Moron fffft!" Hü floot. „Misschien zün ze verdwaald geraakt" meende Lois en Michael scheen zich bü dat vermoeden neer te leggen. „Indien het u hetzelfde is. juffrouw Reddle, zou ik hier gaarne hun terug komst blijven afwachten." hernam hü. en vervolgens: „U heeft zeker geen lust om Lady Moron te telefoneeren?" Lois voelde een rilling over haar rug. .JJeen, neen, die verschrikkelyke vrouw niet." „Gü tveet. het dus of liever, gü raadt het?" Lois schudde het hoofd. „Ik weet niets. De geheele zaak is my een volslagen mysterie. Zü is zóó verbijsterend, dat ik er krankzinnig van ken tegen den wand van de put. Centi-1 meter voor centimeter haalde hü in eindelijk was het einde bereikt maar inplaats van de armband hing een bos sleutels aan het eind, die hy met een zachte kreet van afschuw van den haak afschudde. Meer dan een uur was hy bezig. Twee maal bleef zijn haak ergens in steken en het kostte hem oneindig veel moeite om hem weer los te krügen. De derde keer zat hy onwrikbaar vast, en hy gaf het op en liet de lyn in de put vallen. Eerst ging hy naar de stallen,'en liep toen langzaam en met gebogen hoofd naar huis. Den volgenden morgen was hü lang voor iedereen wakker. Hü stond op en ging naar beneden buiten gekomen bleef hü even stil staan om de frissche morgenlucht in te ademen. Toen liep hü naar de put, waar twee mannen op hem stonden te wachten. „Heb je alles George?" vroeg hy rus tig. „Ja, meneer", zei de man. .Maar als u 't me niet kwalijk neemt, meneer, u ziet er vanochtend niet al te best uit. Ik wou dat u mü naar beneden liet gaan", gaan". „Geen sprake van", zei Benson onver zettelijk. „Waarachtig, meneer, u ziet eruit als de dood. Als u mü Benson keek hem nydig aan, toen verzachtte zy'n blik. „Nee, een anderen keer misschien, George", zei hü. Hü nam de lus, die aan het ééne eind van het touw was ge maakt en haalde die onder zün armen door, toen ging hü schrülingsopdenrand van de put zitten en staarde even zwü- gend voor zich uit. „Alles in orde, meneer?" vroeg George angstig. „Ja", zei Benson kalm. „Als ik aan 't touw trek, haal je direct op. Zoo. laat maar gaan". Het touw gleed langzaam door hun handen, tot en holle kreet van uit de diepte en een zacht geplas hen waar schuwden, da/t hü het- water bereikt had. 25e vierden nog een klein eindje en wachtten. „Hü is onder gegaan", zei Bob zacht. De ander knikte en pakte het touw wat vlugger beet. Een volle minuut ging voorbü en de twee mannen begonnen al angstig te worden, toen plotseling een geweldige ruk het touw bijna uit hun handen deed schieten. Ze begon nen te hüschen, zwügend, en eindelijk, eindelijk, hoorden ze in de put een hevig geplas, gevolgd door een kreet van onuitsprekelijken afschuw. „Hyschen!" hüsde George. „Wat is hy zwaar hy moet ergens aan vast zit ten". Heel langzaam naderde hun last den rand van de put. Eén laatste krachtige ruk en een afschuwelijk gelaat, het gelaat van een doode met modder in oogen en neusgaten, kwam tevoorschyn. Er achter was het doodsbleeke gezicht van Benson maar het was al te laat, want met een kreet van afgryzen had George het touw uit zijn handen laten glippen. Bob kon het niet meer houden beneden in de put klonk een geweldige plons toen stilte. „O God!" stamelde Bob, terwül hy hulpeloos om de put liep. „Haal een ander touw!" schreeuwde George. „Vooruit!" Hy boog zich over den rand en riep wanhopig, machteloos naar beneden. "Maar er kwam geen antwoord, behalve de echo van zü'n eigen stem. UITGAAN SPAANSCIIE DANSERES. De bekende Spaansche danseres Nirva del Rio zal Zondag 11 November in den Stadsschouwburg optreden. Lucas Moréno zit aan den vleugel. De Fransohe bladen noemen Nirva del Rio de schoonste, de jongste, de elegant ste en tegel ük de besoheidenste onder de Spaansohe danseressen Statenkieskriog Velsen Zaterdagmiddag hield de Centrale KiesvereenLging in den Statenkieskring Velsen te Haarlem een algemeene ver gadering onder voorzitterschap van den heer Chr. van den Heuvel, meldt de Standaard. De jaarverslagen van secre taris en penningmeester werden goed gekeurd. Als afgevaardigden naar het Cen- traien Convent werden benoemd de hee* ren C. van Deventer, J. H. van Arkel, K. Muller, C Leüsen, J. Kastelein en S. van Wyk en als plaatsvervangers de heeren F. K. Bos, J. Biemond en J. Ver* kuyl. De heer Chr van den Heuvel leidde in het voorstel aangaande de candidaat- stelling. Een drukke gedachten wisseling ontstond over de vraag of de stemming moet geschieden in de vergadering der plaatselüke kiesvereenigingen, dan wel in de centrale vergadering van afge vaardigden der kiesvereenigingen. Bij stemming verklaarde de vergadering zich met 13 tegen 12 stemmen vóór he1 voorstel van het Centraal Comité. Ver der verklaarde de vergadering zich voor een lijst van 18 namen, dus te dien aan zien tegen het voorstel van het Cen. traal Comité. By de daarna volgende bespreking van het concept-program van actie werd besloten voor te stellen od het program te plaatsen: afschaffing van den vacci- nedwang. Voorts zal verzocht worden een bepaling op te nemen ter zake van steun aan groote gezinnen. SCHAATSENRIJDEN. KON. NED. SCHAATSENRIJDERS- BOND. Men schrüft uit Den Haag aan de N. R. Ct.: Naar ons ter oore is gekomen, moet het in het voornemen van het bestuur van den Koninklyken Nederlandschen Schaatsenrüdersbond liggen, dit jaar geen hardryders naar Oslo uit te zen den Wel ligt het in de bedoeling 2 of 3 hardrüders ten behoeve van hun trai ning naar Zwitserland (Davos) te la ten gaan. Een van hen zal wel de vooral op den langen afstand zooveel belo vende Heiden zün, die bü de Olympi sche Winterspelen te St. Moritz favo riet voor een der eerste plaatsen in het nummer over 10 K.M. was. Als trainer van de Hollandsche hard rüders te Davos zal de phenomenale Fin Thunbarg, wereldkampioen en Olympisch kampioen, optreden. Thunberg moet toch te Davos wezen, niet voor de wereldkampioenschappen, want die worden 9 en 10 Fabruari a.s. te Oslo verreden, doch o.m. voor het uurrecord, dat hij onder handen hoopt te nemen. De Fin, die zeer goede verwach tingen van Heiden heeft, traint onzen landgenoot niet alleen omdat hy de taak van oefenmeester aanvaard heeft, doch ook om van de kwaliteiten van Heiden bij zijn recordpoging zelf profy't. te kunnen trekekn. Want zooals bekend is, wordt het werelduurrecord met gang- making gereden en in Heiden heeft de Fin een voortreffelyk gangmaker. WAT WILLEM BARENTS SCHREEF. De adjunct-directeur van het, gemeen te-archief te Leiden, mr. J. Verburgt, heeft bü ïnventariseeringswerkzaam- heden op het Leidsche archief een oud handschrift, op Groenland betrekking hebbend, gevonden. De uitvoerige tekst is gedateerd en geteekend: „Scrystum a me Wilhelmus Bernardi. A. D. 1594; zoodat deze vondst derhalve een werk betreft van den bekenden Groenland- vaarder Willem Barents. Het bestaan van het document en gedeeltelijk ook de inhoud ervan was bekend, aldus het Hbld INGEZONDEN MEDEDEELINGEN a 60 Ct». PER REGEL. „De Hollandsche Steden" Het nummer over Haarlem Verschenen is het nummer over Haar lem van de serie: „De Hollandsche Ste den". onafhankelük driemaandelüksch periodiek gewijd aan handel, industrie en kunst. (Uitg. Schoonderbeek. Laren). Dit nummer is uitgegeven met steun en medewerking van de gemeente, de Kamer van Koophandel en Fabrieken, de Middenstandscentrale, de Vereeniging tot Bevordering van het Vreemdelin genverkeer enz. Het frissche omslag toont al dadelük datgene waardoor Haarlem en zyn om geving het meest bekend zün: de bollen velden met op den achtergrond eenige bekende Haarlemsche gebouwen. Het boek wordt geopend met een fraaie afbeelding van ons mooi Stad huis, waarop een algemeene beschouwing over de stad volgt, verlucht met de beeltenissen van den burgemeester, den heer C. Maarschalk en den gemeente secretaris Mr. Th. A. Wesstra. De heer G. van Tienhoven. President- kerkvoogd der Ned. Herv. Kerk te Haar lem schrüft dan, by verschillende afbeel dingen over de Groote of St.-Bavokerk. Daarna volgt een artikel (met een mooi portret van wülen Prof. Lorentz) over liet Teyler-Museum, waarna de heer G. D. Gratama. directeur van het Frans- Halsmuseum. verschillende mededeelin- gen doet over het schoonmaken der Hal- sen. De heer C C. M. van Hees, zegt veel goeds van den schouwburg die door hem bestuurd wordt. En dan volgen tal van artikelen, waarin de verschillende inrichtingen van kunst, industrie en handel in en om Haarlem beschreven worden, bü mooie illustraties, meestal door de leiders of eigenaren dier inrichtingen of bestuurs leden van vereenigingen. Zoo beschrüft de heer C. de Koning Tilly de geschiedenis der „OprechteHaar- lemmcr Olie"; de heer J. C. Mol be handelt de wetenschappelyke film; de heer P J. M. van Tetering schrüft over den handeldry'venden en industrieelen middenstand in stad en streek. Er komen verder voor artikelen van den heer B. D. Ochse over Ie „Polygoon" en de N. V. Nederlansch-Indische Film- Maatschappü en van den heer Robert Peereboom. Hoofdredacteur van Haar lem's Dagblad, over het moderne dag blad. De secretaris van „Vreemdelingen verkeer", de heer P. W. Peereboom, be handelt het hotelwezen te Haarlem; ."ar. J. C. Mollerus de Kamer van Koop handel en Fabrieken en de heer H. J. Voors, secretaris der Alg. Vereen, voor Bloembollencultuur, heeft zü'n artikel „De Haarlemmer Bloembollen" ge noemd. Bijna alle artikelen zün voorzien van de portretten van de schrüvers. Deze uitgave zal zeker belangstelling wekken voor de bloemenstad en haar omgeving. VEREENIGING VAN JONGE LIBERALEN. De eerstvolgende byeenkomst dezer vereeniging heeft plaats op Woensdag 14 Novembei in „de Vereeniging" (Zijl- weg). Mevr. R. de Voogtde Vogel, lid van den Gemeenteraad van Heem stede, zal spreken over: „Nieuwe opvat tingen over het strafstelsel". De jaarlijksche feestavond wordt ge houden Zaterdag 15 December in „De Kroon". Op het programma staan zang, decla matie en eenige kleine cabaret- of tooneelstukjes, terwül een groot deel van dien avond aan den dans zal wor den gewijd. Ook zal een filmavond over Indië worden gegeven, waarschijnlük nog voor Nieuwjaar. Daarna zullen eenige onder linge debatavonden, alsmede een feeste lijke propaganda-avond worden geor ganiseerd, Verder zijn daar de studiekringen, waarin de leden van vele actueele maat schappelijke en politieke kwesties eenigs- zins op de hoogte kunnen komen. Hoe zeer de vereeniging zich in de belang stelling van vele Haarlemsche jonge ren mag verheugen, blijkt o.a. hieruit, dat in de weinige jaren van haar be staan reeds meer dan 100 jongeren tot haar zün toegetreden. NATUUR-HISTORISCHE VEREENI GING. Vry'dagavond heeft in Lion d'Or een byeenkomst van leden van de Haarlem sche afdeeling der Ned. Natuur-histo- rische Vereeniging plaats. De heer D. de Clercq zal een film vertoonen over Gooilust en de heer J. Sybrandi zal spreken over den Plantentuin te Buiten zorg. Ook andere leden zullen nog mede deelingen doen. REVUE: „NOU WAT ZEG JE DAARVAN?" De Revue „Nou wat zeg je daarvan?" welke Zaterdag 27 October met zooveel succes door de ontspanningsvereeniging „Ons Genoegen" werd opgevoerd, wordt opnieuw voor het voetlicht gebracht op Zondag 18 en Maardag 19 Nov, a.s. in den Schouwburg Jansweg. INGEZONDEN MEDEDEELINGEN a 60 Cts. per regel. Dr. H. MANNING'S SUPP051T0RIA (Zetpillen tegen aambeien.) CETRALE BOND VAN TRANSPORTARBEIDERS. Door het bestuur van de afdeeling Haarlem van den Centralen Bond van Transportarbeiders wordt aan de leden per circulaire medegedeeld, dat het ledental der afdeeling gerekend van 1 Januari af tot op heden, met 100 is vooruitgegaan. In verband met het resultaat van dezen stevlgen groei zal op een te houden leden vergadering door het bestuur worden voorgesteld om dit feit te doen herden» ken door het organiseeren van. een feest avond. FAILLISSEMENTEN. Door de Haarlemsche rechtbank zijn in staat van faillissement verklaard: 1. J. P. Dükman, radiohandelaar ta Haarlem; Spaansohevaarfcstraat 88; cu rator Mr. J. van der Vegt alhier. 2. L. A. van der Meer, groentehande laar te Roelof Arendsveen; B. 488; cura tor Mr. J. van der Vegt alhier. 3. A. J. van Rün, handelaar in rij wielen etc. te Heemstede, Sumatrastraat 37; curator Mr. J. van der Vegt alhier; 4. E. J. Karssen, reiziger, wonende te IJmuidenVelserduinweg 177; curator Mr. A. W. Hellema te IJmuiden; Rechter-Commissaris Mr. G. Sluis al hier. Opgeheven werd het faillissement van D. Jongkind, groentehandelaar te Krom menie; curator Mr. F. J. D. Theyse al hier. Geëindigd zün de faillissementen door het verbindend worden der uitdeelings- lyst van: 1. P. N. Jonkheer, vroeger handelaar in oud-yzer, thans bloemistknecht te Hille- gom; curator Mr. J. van der Vegt, al hier; 2. A. M. Zülmans weduwe Limonard te Haarlem, thans te Bovenkarspel;; curator mr. K. A. F. J. Pliester alhier. EEN ONDUIDELIJKE STATISTIEK. WEL MINDER GOEDE RESULTATEN. In ons nummer van Zaterdag schreven wü iets over de Keuring van Waren, in verband met de door het gemeentebe stuur van Haarlem uitgegeven Statis tische gegevens. Nu verzoekt de directeur van den Keuringsdienst voor waren in het, ge bied Haarlem, om het volgende op te nemen; „De mededeeling in de statistische gegevens betreffende den Keuringsdienst zijn verkeerd begrepen en zonder toe lichting ligt die vergissing wel wat voor de hand. Het aantal genomen monsters in de eerste 9 maanden van het jaar bedroeg zooals opgegeven, 2703 van melk, 88 van brood, 167 van vleeschwaren en van ver schillende andere waren 377. Deze cyfers hebben alleen betrekking op de gemeente Haarlem. Voor alle gemeenten waren de cyfers respectievelijk 8227 (melk), 433 (brood), 485 (vleeschwaren) en 1012 (andere waren). De bedoeling van de mededeeling, dat van deze waren geen afgekeurde par tijen voorkwamen is, dat van deze waren geen partüen werden vernietigd of op andere wyze aan den handel onttrok ken. In het algemeen ligt voor de hand dat dit met deze waren zelden gebeurt, daar eventueel de ondeugdelijkheid pas bij een onderzoek op het laboratorium blijkt en na afloop van dit onderzoek de bemonsterde partü niet meer is te achterhalen en meestal reeds is genuttigd. Volstrekt sluit de mededeeling niet in, dat alle leveranciers goede melk, enz. leverden. Ook al wordt de toestand beter, nog steeds valt er wel één en ander aan te merken op de deugdelijk heid. De 78 afgekeurde partüen „andere waren" zün die welke op één of andere wyze uit den handel werden verwy'derd (alleen in Haarlem). Sommige waren hiervan eerst op het laboratorium ge keurd, de meeste echter bleken reeds bij onderzoek door een der keurmeesters onvoldoende. Tot zoover de mededeeling van den directeur Het komt ons noodzakelijk voor om deze statistiek in het vervolg duidelijker op te stellen. Het is niet van belang om te weten hoeveel partüen vernietigd zy'n, maar hoveel monsters niet aan de gestelde voorwaarden vol deden. zou kunnen worden en daarom ben ik zoo verheugd hier te zün." zeide zü glimlachende en stak hem de hand toe. „En ik wist dat gü degene zoudt zün die my te hulp zoudt komen, evengoed als ik weet dat gü degene zult zün, die mij mün moeder zult teruggeven." Hü nam haar hand aan en hield deze vast, terwyl zijn oogen diep in de hare blikten „Ik zal u eens iets zeggen", zeide hy met zachte stem. Zü waren in de ka mer alleen, en zü voelde haar hart kloppen, in gelyke maat met het goed- koope Amerikaansohe klokje op de tafel. „Ik geloof, dat ik het eigenlijk moest verzwügen", ging hij voort, „omdat ik het recht tot spreken niet heb. Doch het is mü alsof zioh nooit weer een gelegen heid zal voordoen, indien ik het u thans niet zeg." Zij had haar oogen voor de zyne neergeslagen, doch thans zag zij hem weer aan. „Ik heb u lief", zeide hy' eenvoudig. „Ik kan niet met u trouwen, en ik zal u ook niet vragen met my te trouwen, en dat is het juist hetgeen deze dwaas heid van my des te dwazer doet schy- nen! Doch ik wilde u doen gelcoven dat, het my' een groot geluk verschaft heeft. voor u werkzaam geweest te zün". „Voor mü?" zeide zü. „Wel, natuur lijk, u heeft buitengewoon voor mü ge werkt." „En ik ben er ruimschoots voor be taald gewonden", klonk het teleurstel lende antwoord. „Doch ik zou het zonder bedenken opnieuw doen en dat voorrecht willen betalen met al het geld dat ik op de wereld bezit." Eensklaps liet hü haar hand los, en toen zij hem lachende aanzag lachte hij eveneens. „Twee liefdesverklaringen in één nacht is méér dan een meisje met rede mag verwachten", liet hü zich ont vallen. „Eén liefdesverklaring", antwoordde zü met zachte 6tem, „en één huwelijks aanzoek iets geheel anders, niet waar?" „Van dergelüke zaken heb ik geen verstand", zeide hy met een zucht, en keek naar het luid tikkende klokje. Michael zag hoe laat het was en fronste de wenkbrauwen. „Ik maak mü over die luidjes een wei nig ongerust; waar kunnen zy in he melsnaam terecht gekomen zün? Vindt gy het niet vervelend, hier alleen te moeten siapen vannacht indien gij alleen zoudt moeten slapen?" Zü schudde het hoofd. „Ik ben omtrent Lizzy niet gerust", zeide zü- „Arme Lord Moron! Ik zou wel eens willen weten wat zyn mosder zou zeggen indien zy het wist". „Waarschijnlyk weet zü het," zeide Michael, Het zelfde oogenblik vernamen zy de stem van Lizzy op het benedenportaal en weldra snelde zü de trap op. Lois liep haar de kamer uit tegemoet en keek over de leuning van de trap naar beneden. „Michael!" riep zy opgetogen, en in een oogwenk stond hij naast haar. „Kijk o, kijk!" zeide zij met gesmoorde stem. En Michael Dorn keek en was stom van verbazing! HOOFDSTUK XXXV. Toen de poorten met kracht waren opengereden en de auto langzamer den weg insloeg, had Lizzy haar metgezel in de schaduw van den muur getrokken. In dat oogenblik kwam een man door de poort gerend en sprong op de treeplank. Weder vertraagde de auto merkbaar zü'n vaart. ..Daar gaat hü" fluisterde Lizzy opge wonden. „Vlug bagagedrager!" Ir. een oogwenk holde zü achter den wagen aan. greep de ijzeren stang van den bagagedrager en heesoh zich op. De auto ging reeds weer tot een snelleren gang over. toen Selwyn Moron haar voorbeeld volgde en toen hy de stang gegrepen had. bewogen zün beenen zich eenigen tyd sneller dan de natuur be doeld had. Op haai- knieën liggende, pakte Lizzy hem vast bü zün kleeding en sleurde heim, ademloos, büna half dood naast zich. .Houd vast?" schreeuwde zij in zyn oor, en deze vermaning was niet over bodig. waut de wagen hotste var de eene zü de naar de andere over den hob- beiigen weg, met een snelheid, die zy niet vermocht te berekenen. .Huizend mülen per uut!" schreeuwde zy" weer en ten teeken van volmaakte instemming knikte hü met het hoofd. Thans hadden zü den grooten weg bereikt. Het hotsen had opgehouden en de snelheid werd nog meer opgevoerd. Lizzy hield zioh met alle kracht aan een yzeren stang vast en had een houding van lijdelykheid aangenomen. Éénmaal reed een motorrüder hen voorbü, in te gengestelde rir'.-.ting en zy meende een glimp van een uniformpet op te van gen. Het was iemand van de politie, doch dit was nauwelijks tot haar door gedrongen of hy was reeds uit het ge zicht. Hun zitplaats was hoogst ongemak kelijk. Zü verplaatsten zich in gedachten naar de gewaarwordingen van een ha ring, die op een braadrooster gelegd is, en begon te overpeinzen of de bagage drager by' haar dezelfde merkteekenen zou achterlaten. (Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1928 | | pagina 10