HAARLEM'S DAGBLAD DINSDAG 13 NOV. 1928
LETTEREN EN KUNST.
DANSAVOND.
NIRVA DEL RIO.
Hot was voor de Spaansche danseres
Nirva del Rio een nadeel, dat wij kort
geleden Jodjana en La Argentina hier
hebben zien dansen, want het was
onmogelijk voor ons niet telkens in ver
gelijkingen te treden, in Cnanfc Hir.dou
met Jodjana, en met haar groote voor
gangster. wanneer zij Spaansche dan
sen danste. Toen Nirva del Rio daar ge
hurkt neeraat vóór den aanvang van
Chant Hindou dachten wy even aan
Jodjana in zijn Vishnu en Siwa en wij
voelden onmiddellijk het verschil. Rij
Nirva del Rio alles uiterlijkheid, een
dansen zonder dat zij innerlijk ontroerd
werd, een nabootsen van Oostersche ge
baren zonder den dans waarlijk te be
leven. bU Jodjana een dansen van bin
nen uit, den dans verheven tot ©eredienst,
een stijging soms tot het hoogste.
2!j de Spaansche dansen werd de ver
gelijking nog pijnlijker, omdat wü Nirva
del Rio In eenige van dezelfde dansen
zagen als La Argentina. Nirva del Rio
miste do fUnc gratie, de rythmiek, net
gepassionneerde, maar vooral de woeste
vaart van La Argentina. De Spaansche
dansen kregen by 'haar iet-s gemoede-
ïyks. iets zwaars, iets hoekigs, ja soms
zeifs even iets plomps. By La Argentina
fluisterden, zongen, klaagden en juich
ten de castagnetten met het dansende
lichaam mee. by Nirva del Rio klonken
ze hard cn koud als klepperende klep
pers van een Hollandschen straatjongen.
La Argentina weet ook zonder castag
netten haar dansen te begeleiden met
haar vingers en haar voeten en die be
geleiding werd soms tot muziek; Nirva
del Rio zagen wy wel met haar vingers
knippen, maar wU hoorden bijna niets
cn in het voetengestamp was niet de
wilde cadans en het rhytme van La
Argentina
La Argentina fascineerde reeds enkel
met haar houding en haar expressief
gezicht, zoodra zy opkwam!
Zij was van haar eerste verschijning
af: de kunstenares! Nirva del Rio is een
knappe vrouw met een mooi figuur, die
in bijzonder smaakvolle costuums danst,
maar wier dansen ons warm noch koud
maakt, ons niet meesleept of opwindt.
Wy kyken er naar, geïnteresseerd, zon
der dat wil den dans zooals by een
Lr. Argentina als iets heel moois on
dergaan.
Misschien zal men zeggen, dat er iets
onbillijks is in deze vergelijking met een
der allergrootsten. Maar ook als ik te
rugdenk aan de Spaansche dansen van
Violette Faucheux cn meer nog aan die
van Nina Kirsanowa, beiden danseres
sen van het ensemble van Anna Paw-
lowa, dan durf ilc toch wel met zekerheid
zeggen, dat Nirva del Rio geen groote
danseres is. Zy mist het élan en het
vuur, dc passie, het temperament voor
de Spaansche dansen. O zeker, wij heb
ben enkele dansen zeer kunnen waar-
dceren en haar costuums prachtig
bilvoorbecld dat lichtblauw kleed in den
Moorschen dans waren telkens weer
een weelde voor het oog. De Egyptische
dans was mooi van gebaar, styivol en
sterk van rythmiek en in do zeer knap
uitgevoerde dansen de la frayeur was
waarlijk het obsedeerende van den
angst. Deze dans boeide zoer en was
voor mij hot hoogtepunt van den avond.
De begeleiding van Lucas Mcrena
een dame was by lange na niet zoo
muzikaal als van Perez, die La Argen
tina accompagneerde, zy speelde slor
dig. met voortdurend aard attoucne-
ment, zonder eenige poëzie, wat wel het
meest uitkwam in haar twee korte soil
tusschen dc dansnummers van Nirva del
Rio.
Er waren niet veel menschen voor
dezen dansavond opgekomen, maar de
weinigen, die er waren, toonden zich
zoer dankbaar. Nirva del Rio werd vele
malen teruggeroepen en moest op het
aandringen van het publiek haar laat-
sten dans herhalen. Te Haarlem heeft
zy dan ook een beslist succes behaald.
J. B. SCHUIL.
HET TOONEEL
ALLIANCE FRAN5AISE.
LA DOUBLE INCONSTANCE
door Marivaux.
Dc afdeeling Haarlem van dc „Al»
liancc Frant;aisc" biedt haar leden dit
jaar wel ccn zeer gevarieerd cn mooi
programma aan- Op Donderdag 15
November wacht ons in den Stads»
schouwburg ccn voorstelling door L a
Petite Scène, ccn gezelschap uit
Parijs, dat aanvankelijk uitsluitend uit
amateurs bestond, maar zich thans
voornamelijk toelegt op het spelen van
stukken, welke door vroegere genera»
tics gaarne werden gezien, doch waar»
van het tegenwoordige geslacht hoog»
stens nog maar dc titels of dc namen
der schrijvers kent.
Het is geen wonder, dat La Petite
Scène daarbij ook ccn keuze heeft ge»
daan uit dc blijspelen van Marivaux,
den schrijver, aan wiens bijzondere
nu en dan wat gezochte geestigheid
het woord „marivaudagc" tc danken
is. In dc opvoering van ,-Le Jeu dc
TAmour et du Hus'ard" door Het Ver»
ccnigd Toonecl hebben wij kort gclc»
den nog gezien, welk ccn charme er
in dat stuk van dartele spcclschheid
■verscholen lag.
..La double Inconstancc." het blijspel,
waarmee La Petite Scène hier Donder»
dag komt. heeft dezelfde eigenschap»
pen. welke wij ook in ,.Lc Jeu dc
l'Amour et du Hasard" van dezen
schrijver hebben gesavoureerd. Van
een Molière staat Marivaux even ver
af als een Frans Hals van ccn Watteau.
Hef is bi|j Marivaux alles lichtheid, be»
valligheid. spcclsch vernuft, het blijft
enkel .-spel", zonder dat wij ook maar
iets van ccn poging tot karakterbcel»
ding of zedenschildering bemerken.
Het is louter Fransohe geest en gr3tie.
riic bii alle personen even zeer aan»
vezig zijn. zc mogen dan verschijnen
onder den naam van prins, knecht.
arlequin. boerenmeisje of kamenier.
De arlequin. de prins, dc Lisetto, dc
Silvia, de Flaminia uit .,La double In»
Constance", zc zijn gemodelleerd niet
naar dc werkelijkheid maar naar de
arlequins, dc prinsen, dc Liscttes en
dc Silvia's, die men in het begin der
achttiende eeuw geregeld op het lts
liaansche toonecl zag.
Het is alles meer sprookje dan wcr
kelijkhcid- Prinsen, die boerenmeisjes
in hun paleis opsluiten om cr heel
braaf mcc tc trouwen cn den weg naar
het hart van dc eenvoudige deerne
trachten te vinden mot behulp van een
handig kameniertje. dat de goede
Silvia haar Arlequin afhandig moet
maken door hem in haar de kamc<
nier te doen verlicvcn. bestonden
er in den tijd van Marivaux ail even
min of misschien nog minder dan
in deze dagen. Vergeleken bij de men
schen van vlccsch cn bloed, die Mo>
lière schiep, zijn deze Flaminias cn
Arlequins cn Silvia's eigenlijk wassen
beelden! En zc spreken ook niet als
bij Molière ccn eigen taal, ma:
allen zonder onderscheid dc taal
van Marivaux. Doch die taal is gccs;
tig, bekoorlijk, 'vol gratie, beschaafd
cn nooit grof, in het korti. zij is- in
den besten zin van het woord
Fransch!
Volkomen Fransch is Marivaux ook
in het spel met dc liefde. In dit op
zicht veel meer dan Molière, bij wicn
do liefde in zijn stukken doorgaans
slechts een ondergeschikt clement was,
cr meestal in gebracht voor de intri»
ge en slechts zelden als stuwkracht
voor de handeling zijner personen. Bij
Marivaux is dc liefde het stramien,
waarop hij van het eerste toonecl af
tot aan het slot voortborduurt. La
double Inconstancc is ccn „jeu
d'amour", spcclsch. galant, vernuftig,
geestig, aristocratisch en amusant.
Maar ook louter cn alleen .spel".
Het is niet de liefde, die wondt, pijn
doet of doodt, evenmin dc liefde, die
ons opstuwt tot zwijmelend geluk, het
is niet d'amour passionncl". het is de
galante liefde. zooals ze „beoefend"
werd door de fijne exquise Watteau.
figuurtjes, die 3llcn gelijk zijn, ze mo»
gen dan kamenier, boerenmeisje, arle
quin of prins hectcn.
Met belangstelling zien wij dc op»
voering van dit blijspel van Marivaux
dat gevolgd wordt door Lc médecin
volant van Molière door La Petite
Scène in onzen Stadsschouwburg tc»
gemoct.
J. B. SCHUIL.
HET TOONEEL TE
AMSTERDAM.
NIEUW NEDERLANDSCH
TOONEEL.
„De Getemde Feeks" van
Shakespeare.
Het is bekend, dat Willem Royaards
meermalen heeft gezegd, dat Louis Saai-
bom eens zyn opvolger zou worden. Zoo
ooit, dan heeft Saalborn met zijn op
voering van Dc Getemde Feeks bewezen
dat Royaards goed heeft voorspeld; want
dit is een Shakespeare-vertooning. zoo
tintelend van geest, zoo ryk van kleur,
zoo rap van tempo, zoo licht en tegelijk
zoo breed van spel, zoo boelend en vol
leven, als wy na Royaards niet meer
hebben gezien. Een voorstelling, waarop
wij als Nederlanders trotsch mogen zijn!
In deze opvoering zagen wy den leer
ling van Royaards, den prachtlievenden
regisseur, die den renaissance-tyd nader
stond dan één tooneelleider ooit in ons
land. Dit is wel het meest verblijdende
in deze grootsche opvoering van De
Getemde Feeks, dat wy er voortdurend
naast Shakespeare ook den geest van
Royaards in herkenden
Was het niet Cor van der Lugt Mel-
sert, die eens bij de oprichting van
het Hofstad Tooneel gezegd heeft,
dat Shakespeare. Mollière en Vendel,
reeds zoo lang dood waren en zóó veel
gespeeld, dat zij nu eens plaats moesten
maken voor de levenden? Wy weten, dat
Oor van der Lugt al lang op deze dwa
ling terug is gekomen, maar toch dach
ten wy bij de opvoering van „De
Getemde Feeks" onwillekeurig even aan
dit woord van dezen theaterman! Als
of Shakespeare ooit kon sterven en ge
noeg gespeeld kan worden! Hoe
vaal en doodsch lykt al het moderne
bij dit van leven sprankelend, geniale,
eeuwige werk van Shakespeare!
In dezen tijd van bioscoop en radio,
van het moderne, jachtende leven, waar
in alles naar verandering en vernieuwing
schijnt te roepen, staat. Shakespeare nog
ongeschokt daar en blijkt even boeiend
en levend als altijd. Zelden hebben wy
in de laatste jaren een stampvolle zaal
zoo hartelijk zien meeleven en met zulk
een innerlijk en onverflauwd pleizier
de handeling op het tooneel zien volgen
als by de voorstelling van De Getemde
Feeks, welke wy in het Paleis voor
Volksviyt te Amsterdam Zaterdag by-
woonden. Hoe geniaal is toch dit werk
in al zyn vrooiyke kluchtigheid! Met
welk een magistrale meesterschap is die
eerste ontmoeting van Petruccio met
Katharina gesc lire ven en welk een ge
legenheid tot grootsch samenspel biedt
dat tooneel aan tooneelkunstenaars van
talent!
Met halve krachten ls in een werk van
Shakespeare niets te doen; het eischt
spelers met fantasie en van het breede,
groote gebaar. Maar zoo gespeeld als
door Saalborn en Magda Janssens. wordt
het dan ook een lust voor oog en zinnen.
Zoo als Magda Janssens opkwam,
breed en vechtklaar als een pantser
schip, afgewacht door haar tegenstan
der, die daar stond als een fort op een
rots met al zyn kanonnen tot afweer
gereed, konden wU een heroïschen strijd
tusschen man en vrouw van groote af
meting verwachten en Sm':bom en Mag
da Janssens hebben ons allerminst te
leurgesteld. Het werd grandioos in dat
forsche. krachtige spel. waarin men
en dat was het zeer mooie tcch als
ondergrond de ontluikende liefde
voelde Toen Petruccio en Katharina
na dit eerste verkenningsgevecht het
tooneel verlieten, barstte de zaal In een
zoo frenetiek applaus los. dat het wel
scheen, of er geen eind aan zou komen.
Het was de eerste groote triomf van het
tooneel-genie op dezen avond. Met ver
langen zag men uit naar elke nieuwe
ontmoeting van deze twee strijdenden
en met klimmende vreugde volgde het
publiek het temmen van de feeks, alsof
dit blijspel eerst in 1928 instede van
ruim 300 jaar geleden geschreven ware.
In grootschen stijl geeft Saalborn De
Getemde Feeks, licht en kleurrijk en
voortdurend in voortref fel Ijken blijspel-
toon. Zoowel in spel als in aankleeding!
Vlug volgen de verschillende talereelen
al'e gespeeld in zonnige decors,
waarin de fraaie costuums uit den tyd
van de vroeg-renaissance het prachtig
„doen' elkander op en er is aldoor
frisch leven en zonnig licht op het too
neel.
Ik wil thans niet uitvoerig het spel
der verschillende personen bespreken,
doch daarmee liever wachten tot na de
voorstelling die het Nieuw Nederlandsch
Tooneel van De Getemde Feeks in onzen
stadsschouwburg op Dinsdag 20 Novem
ber zal geven. Maar ik wil reeds nu met
vreugde het Haarlemsche publiek op
wekken deze blyde toon eel gebeurtenis
hier mee te vieren. Het zal een avond
van groote en tegelijk van zonnige,
joyeuse tooneelkunst zyn, een avond van
triomf voor de artlsten, die door
Royaards zijn ingeleid in de schoonheid
van Shakespeare, vam Saalborn. Magda
Janssens, Osca.r Tourniaire - uitmuntend
Shakespeare-speler, ook thans weer in de
rol van den ouden verliefden Gremio
Johan Gobau, Bart Kreeft, Elias van
Praag, maar van Louis Saalborn toch
het meest, omdat hij als leider en speler
er de ziel van is. Het belooft de groote
vond van dit tooneelseizoen te worden.
J. B. SCHUIL.
MUZIEK.
HAARLEM'S OPERETTEKOOR
„EXCELSIOR".
„De Geisha".
Er behoort een flinke dosis moed toe
voor een vereeniging als Excelsior, om
bij de onzekerheid of het publiek be
langstelling zal betoonen voor de uitvoe
ring, een veelomvattend werk als de op
voering van Sydney Jones' opera te on
dernemen. De opvoering had ditmaal
plaats in het gebouw „Bloemhof" dat
den laatsten tyd een gunstige verande
ring onderging die haar voor concert
zaal veel beter geschikt maakte. Hoeveel
prettiger zag nu alles er uit in vergely-
king met een vorige opvoering. Niet al
leen was het in de zaai nu een prettiger
zyn dan voorheen, maar ook op het po
d'ium kreeg alles een heel ander, veel
beter aanzien. Aanvankelijk moest men
even wennen aan de kunstbelichting,
waarvoor de groote toestellen ter zijde
van het podium waren opgesteld. Maar
toch was in zekeren zin l>ekoorlyk de
naiceteit dezer opstelling en wij moesten
even denken aan Shakespeare's Midzo-
mernachtsdroom bij 't tooneel van den
als leeuw vermomden man. 't Was hier
als wilde men zeggen: „mooi hè? die
Mimosa, mooi die Molly, die Lady Con
stance, die Julette, die Nami; eigenlijk
zijn het goede bekenden: de dames
Harms, Van Waard, de Lange, ter Horst,
Scheffer, maar wy bekunstlichten ze
omdat we zelf vinden dat ze er daar
door nóg liever uitzien". Nu, de man
van het kunstlicht had gelyk, hij deed
ook zijn werk als een echt amateur, in
dien zin wel te verstaan dat hy van de
aanhoudende kleurenverandering niet
genoeg kon krijgen waardoor wy zelf ten
leste niet recht meer wisten of we waak
ten of droomden.
Op het tooneel misten we nu de lieve
zonnige stem van Jopie Keizer, die om
ambtsbezigheden niet langer aan het
gezelschap kon verbonden blijven. Mej.
Harms volgde haar op en wij kunnen
van haar zang en haar spel veel goede
dingen zeggen. De stem heeft een groo-
ten omvang en ook in de laagte klank
volle tonen. Opvallend was, hoe goed
haar spel zich aanpaste bij dat def ove
rigen, die al reeds gelegenheid hadden
zich in de partij in te leven. Reginald
Farfax en de markies Imarie, resp. ge
speeld-gezongen door W. A. Hensen en
P. Sieenkist, waren als Engelschman en
als Japanner karakteristiek uitgebeeld:
maar ook de heele schaar volgelingen en
verwanten (Ratana, Takami. Cunning-
kam, Bronville, Whunsi) vonden in de
heeren die ook een vorig maal deze per
sonen uitbeeldden, een goed en rolvast
vertolker. Regisseur N. Groeneveld had
er soms kinderwerk aan, al kwam eT
een enkel maal een moment als scheen
ieder der spelers tegen den ander te
zeggen: wie wacht er nu eigenlijk en
waar wacht hy op? Dan is 't heel even
een teer om den boel weer aan den gang
te krijgen. By de weigerende gehakt
molen is één enkele handbeweging
meestal afdoende; hier echter heeft, in
zoo'n oogenblik de regisseur te beschik
ken over veldheertalenten; met één blik
heeft hy 't tooneel te overzien, de kan
sen te berekenen, de gevolgen van een
verkeerd geplaatst bevel te beseffen en
dan in te grijpen. Dit ging alles zóó
handig dat meestal het publiek er wei
nig van merkte. Daarom mag het werk
van den onzichtbare, van wiens takt
zooveel afhangt, hier wel extra worden
gereleveerd.
Maar ook was slagvaardig als altijd.
Jan Overhuis. Nu had by niet als de
vorige maal alles met de viool in de
hand te beheeren, hij had nu de hulp
van een groep menschen die met hem
het geannonceerde orkest vertegenwoor
digden en dit op prijzenswaardige wyze
deden. Alleen hunkerden we naar den
klank van de blaasinstrumenten, waar
van de invalling der partyen nog te veel
aan onze verbeelding werd overgelaten.
Maar men ziet alweer met hoe weinig
middelen men zich redt. als het werk
maar goed is. En dit was het in zóó
velerlei opzicht, dat wy moeten vol
staan met een algemeen woord van
waardeering en gelukwenseh aan
dames en de heeren. den leider en den
regisseur, den man die het kapwerk be
zorgde en voor wïen in de Geisha voet
angels liggen en klemmen als in geen
andere opera. Aan hem ook een groot
deel van den dank. dat alles er zoo
smakelijk cn tot in de puntjes verzorgd
uitzag.
G. J. KALT.
ARBEIDERS-MAND OLIXECLUB
APOLLO".
De uitvoering die het muziekgezel
schap gaf in de zaal van het gebouw
„Zang en Vriendschap" stond in geen
enkel opzicht achter by die van het vo
rige jaar. toen het, evenals nu, met me
dewerking van Apollo's „voorschool",
het clubje ..Jong Apollo" zijn concert
gaf. In herinnering zy gebracht, hoe
het ons toen opviel, dat nergens in de
uitgevoerde stukken de draagkracht van
den toon der mandoline werd overschat
en hoe hiermee werd rekening gehou
den by de keuze der stukken, die zich
bepaalde tot uitsluitend voor mando
line geschreven werken. Aan dit begin
sel, het karakter van het instrument
geen geweld aan te doen, werd ook nu
weer streng de hand gehouden.
De bekwame leider Joh. B. Kok, die
zooals men weet een uitgebreide verza
meling goed geschreven stukken voor
mandoline-orkest in het licht gaf, deed
ook nu weer uit die collectie het een en
ander uitvoeren: een aardig walsie, door
„Jong Apollo" met accuratesse gespeeld,
en waarin de telkens terugkeerende
„maat rust" een leuk effect maakte; een
pittige marsch van Béka; en voor het
groote gezelschap een Rhapsodie, van
dien aard evenwel dat hierin toch nog
de gezonde vorm A.B.A. viel te onder
kennen; voorts nog een goed geschre
ven stuk van iX'lman. Ook nu weer
werd dit alles in mooie nuanceering
voorgedragen.
Een der programma-nummers hield
voor ons een extra verrassing in, het
was aangeduid door drie vraagteekens.
Deze drie die m.i. moesten bedui
den: een muzikale verrassing? zou 't de
moeite zyn er naar te luisteren? zou
men 't een volgenden keer moeten her
halen? werden later door my omgezet in
drie!Want de verrassing was, dat het
jongste meisje van het beginclubje met
begeleiding van guitaar (de heer Kok
is een uitstekend guitaarspeler) twee
stukken voordroeg, dat zij uitstekend de
waarde van Kok's onderricht demon
streerde: dat men ingespannen luisterde;
en ten leste: dat men het rekende tot
een aardige vondst, in het programma
een prettige afwisseling te brengen.
Hiertoe werkte overigens zeer mee
mej. Jet Bon. Zy bracht ons, in uitste
kende dictie en met fraai mezzogeluid,
mooie verzen; oorspronkelijke van Cha-
rivarius. vertaalde van Adama van
Scheltema: verzen om de schoonheid
zelve; liederen met tendenz. Maar in
alles was te waardeeren een zich-inle-
ven in de stof en het vermogen, het
innerlijk doorleefde naar buiten uit te
dragen. Zy droeg zeer by. de waarde
dezer mooie, rustige avonden van „Apol
lo" tot het volle karaat te brengen.
G. J. KALT.
DE LEDENCONCERTEN DER H.O.V.
Een Schubert-concert.
De ledenconcerten der H. O. V. zul
len deze maand gehouden worden op
Donderdag 15 November, soliste Berthe
Sereen, zang, op Donderdag 22 Novem
ber, en op Donderdag 29 November, so
list Jos. dc Clercq, viool. Het. programma
voor het eerste concert vermeldt een
eerste uitvoering van „Shéhérazade" van
Maurice Ravel, voorts de Symphonie in
ré mineur van Oésar Franck en het
Concerto op. 34 van Albert Roussel. Op
het laatste concert zal de Akademische
Festouverture van Brahms en de vijfde
Symphonie van Tschaükowsky gespeeld
•worden. Het concert van 22 November is
gewijd aan Schubert. Als solist treedt
op Jac. van Kempen, zang. Het pro
gramma luidt.: Ouverture „Die Zauber-
harfe" uit Rosamunde, Liederen voor
tenor met pianobegeleiding a. Am Mee-
re, b. Nahe des Geliebten, c. Lied eines
Sohiffers an die Dioscuren, d. Ganymed
Voorts worden voor de pauze gespeeld
7 Deutsche Tanze.
Na de pauze de Liederen voor tenor
met pianobegeleiding. Im Abendroth, Ar
Silvia, Abend.stem, en Die Alimaoht.
Tenslotte de Unvollendete Symphonie.
Dit herdenkingsconcert zal ongetwij
feld groote belangstelling trekken.
„PARIJS".
Een film van H. C. Verkruysen.
De heer H. C. Verkruysen, oud-direc
teur van de vroegere School voor
Kunstnijverheid alhier, heeft een film
vervaardigd, die de stad Parijs tot on
derwerp heeft, en die een leiddraad be-
doelt te zijn voor: in de eerste plaats
jongelui die nog school gaan. De maker
van dit werk heeft bovendien een 2 a 3
honderd lichtbeelden vervaardigd over
hetzelfde onderwerp, die aanvullend
werk kunnen verrichten. De film werd
Maandagavond voor eenige genoodigden
(voornamelijk vertegenwoordigers uit
de onderwyswereld) in het studio van de
Multifilm, Spaame, vertoond. Vooraf
zette de heer Verkruysen uiteen welke
motieven hem geleid hebben tot het
maken van dit werk. In de eerste plaats
heeft zijn belangstelling voor de Fran-
sche hoofdstad hem daartoe genoopt,
doch in de tweede plaats, de wetenschap
dat Parijs eigenlijk de eenige wereld
stad is die haar grootsch verleden in
haar overweldigende, koninklijke archi
tectuur heeft bewaard. Nadat de heer
Verkruysen den heer J. C. Mol van
„Multifilm" had bedankt voor de zor
gen die aan zijn werk zyn besteed, werd
met de vertooning er van begonnen. Het
eerste deel geeft een schitterende idee
van het Parysche verkeer, dat als een
al tyd wentelend rad is, van een over
weldigend groot mechanisme. Het twee
de deel is uit historisch oogpunt zeer
belangrijk: Het Louvre, in de phasen
van zUn historische^ groei, via Lescot,
Lemercier, Visconti en Dufuel, de
tuinaanleg van le Nötre. en de waarlijk
koninkiyke stedenbouw rondom en van
de Place de l'Etoile en de Place de la
Concorde. Het derde deel is gewyd aan
de Seine, die niet maar zoo een rivier
is in Parijs, doch een levend oud deel
van de stad, het eiland Cité, de oor
sprong van Parys, en het oostelyker
gelegen eiland St. Louis. Een aanzien-
ïyk deel van dit bedryf is gewyd aan
de machtige Selne-bruggen, aan de on
vergankelijke monumenten op Cité en
St.. Louis. Notre Dame, Conciergerie enz.
enz. Buitengewoon knap is het vierde
deel. waar wy de zwoegende mensch-
heid in zien (welk een contrast met de
vorige fragmenten!) de Hallen. Werke
lijk: Hier is de heer Verkruysen er in
geslaagd, de ziel van de Parysche Hal
len te vatten en vast te leggen. Uit tal'
van karakteristieke episodetjes biykt
dat het oog van een kunstenaar hier
voor ons heeft gezien. In de twee laat
ste deelen zyn de Parysche parken en
Montmartre verwerkt. Mont Martre
met de Sacré Coeur als domineerend
middelpunt natuurlyk. De heer Verkruy
sen riep voor de vertooning de clemen
tie zyner toeschouwers in. voor wat be
treft de volledigheid der film. Een film
van 6 deelen over Parys kan niet vol
ledig zyn. Hoe zouden wij dan in enkele
regels druks een volledig beeld kunnen
geven van het t-och wel zeer uitgebreide
werk van den heer Verkruysen? Met
opzet hebben wy daarom volstaan met
een sobere opsomming. Ons commen
taar ten slotte moge het belangrykste
deel dezer beschouwing zijn: Deze film
is ondanks de 6 deelen en ondanks de
conventioneele manier waarop zij is op
genomen, ongemeen belangwekkend, en
niet, wat by dergelyke werken byna al
tijd het geval is: vervelend. Hier leeft
iets in, van een grootsch verleden, van
strijd, van schoonheid, van eeuwenoude
cultuur. Hier leeft eindelijk: Fransche
geest! Op de jeugd moet dit werk niet
alleen een groote aantrekkingskracht
uitoefenen, doch ook een uitstekenden
invloed 1
A.
STADSNIEUWS"
„DOOR INSPANNING
UITSPANNING".
Cabaretavond.
Ook de Tooneelvere en iging „Door
Inspanning Uitspanning", bekend onder
den afkortingsnaam „D.I.U.", heeft de
goede gewoonte aangenomen haar leden,
behalve eenige tooneelvoorstellingen,
met eigen krachten, ook nu en dan eens
een avond aan te bieden, gewyd aan
varieerende amusementskunst en aan
den dans. Hiermede toont D.I.U, een
vereeniging te zyn, die met haar tyd
medegaat..
Zoo waren Zaterdagavond tal van
leden van D.I.U. vereenigd in de groote
Gemeentelijke Concertzaal voor het bij
wonen van een door het bestuur geor
gamseerden variété- en cabaret-avond,
die goede kunst van allerlei genre te
genieten gaf.
Nadat de bekende prestidigitateur
Antonini, die dezen keer ook als con
férencier optrad, de bijeenkomst met
een kleine introductie en een paar goede
moppen had geopend, bracht de heer
Charles Mol, leeraar voor piano en
orgel hier ter stede, eenige pianonum
mers op zeer verdienstelijke wyze ten
gehoore. Hy kreeg telkens een luid ap
plaus dat zijn correct en geacheveerd
spel zeer zeker verdiende.
Toen kwam Jan Hahn, de Amster-
damsche cabaretier, met zyn nieuwste
liedjes de aanwezigen verheugen. Wij
hadden dezen heer Hahn nog nooit ge
hoord en kunnen constateeren dat de
kennismaking van zeer aangenomen
aard was. Een goede, prettige stem paart
Jan Hahn aan een aangename voor
dracht en beschaafd optreden. Er valt
nog wel iets te verbeteren aan zyn uit
spraak van vreemde woorden, maar ove
rigens gelooven wy dat deze cabaretier,
by voortgezette studie en als hü nog
flink aan zyn verdere ontwikkeling
werkt, op den duur een der eerste plaat
sen in de Nederlandsche cabaretwereld
zal kunnen innemen.
Antonini's goochelbekwaamheid heb
ben wy al zoo vaak geroemd en zijn
geestig, onderhoudend praatje er by
al zoo dikwyls geprezen, dat wy wel vol
staan kunnen met te zeggen dat hy
ook nu weer met zyn trucs, waarbij ver
schillende nieuwe, een overweldigend
succes had.
En last not least: Geert Dils, de min
streel met de luit, de oude Theorbe
Luit. De kunstenaar met de grijze haren
en de jonge oogen won al dadelijk met-
zijn „Lentelied" de harten en deed nog
vele andere liedjes vol Vlaamschen en
Engelschen humor volgen, afgewisseld
door een enkel nummer van emstigen
aard.
Ook zyn succes was groot en welver
diend.
Daarna werd er ruimte in de zaal ge
maakt en volgde nog een geanimeerd
bal met attracties.
Het was een zeer aardige avond, vol
afwisseling.
TEHUIS VOOR ZEELIEDEN.
Te Antwerpen?
Namens het voorloopig bestuur van
de Nederlandsche Zeemanscentrale
schrijft men ons dat. op verzoek van dat
bestuur twee predikanten van verschil
lende kerken, beker.d met den evan
gelisatie-arbeid een bezoek hebben ge
bracht aan Antwerpen, tot het instellen
van een onderzoek naar de wensche-
lijkheid en mogelijkheid van een „In
stuif" voor de Hollandsche zeevaren
den aldaar, zooals Engeland, Duitsch-
land en de Noorsche landen reeds lang
in verschillende wereldhavens hebben.
Het Hollandsche Huis, dat vroeger te
Antwerpen bestond, moest wegens geld
gebrek gesloten worden.
De predikanten zijn teruggekomen met
de overtuiging dat stichting van een
Hollandsch Tehuis voor Zeelieden te
Antwerpen en wel zoo spoedig mo
gelijk dringend noodzakelijk is.
De Nederlandsche Consul te Antwer
pen, de heer A. Ruys, zeide zyn volle
medewerking toe.
Gehoopt wordt dat door de medewer
king van regeering, reeders en vele be
langstellenden spoedig tot stichting van
een Tehuis, niet alleen te Antwerpen
maar ook te Londen, kan worden over
gegaan.
BAZAR „LUCTOR ET EMERGO".
De Zeeuwsche Gemengde Zangver-
eeniging „Luctor et Emergo" opgericht
21 December 1927 zal Vrijdag 16 en Za
terdag 17 November een bazar houden
m „Het Blauwe Kruis" aan de Oude
Groenmarkt. De opbrengst is bestemd
voor het aansch.3ffer, van muziek enz.
De bazar belooft zeer veel aantrekke
lijks tc bevatten. o.a. een grabbelton,
touwtrekken, raadsels en andere attrac
ties. waarvoor door een lid zeer mooie
prijzen zyn beschikbaar gesteld. Ook is
er een spiegelhuis. dat natuurlijk zeer in
den smaak zal vallen. Een flinke jazz
band zal zorgen voor het muzikale ge
deelte. vcorfcs is er geegenheid tot thee-
en koffiedrinken. De jonge Z-eeuwsche
zang^erecnlging verwacht van dezen
bazar veel succes. Hy is geopend Vrij
dags van 1.30 tot 5 uur en van 611
uur. Zaterdags is de openstelling een
half uur later.
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN
a 60 cents per regel.
men
SPLENDICOI
FEESTAVOND DER
„FIDELE RHEILaNDER".
Nog steeds telt onze stad een groot
aantal Duitsche meisjes, die hier Si
dienstbetrekking zyn. Zy, die in het
buitenland wonen voelen begrijpelijker
wijs de behoefte om zich te vereenigen
en gezelligheid onder landgenooten te
zoeken. Er is in Haarlem ook een vrij
groot aantal mannelijke Duitschers. Zoo
kwam het vanzelf tot Duitsche dans
avondjes en Duitsche vereenigings-
avonden. Zoo ontstond ook de Deutsche
Verein „Der Fidele Rheinlander", die
Zaterdag haar één-jarig bestaan vierde.
Dat die vereeniging zich niet op een
eng nationaal standpunt stelt, bleek
wel uit de versiering in de groote zaal
van Olympia. en de zUzaal, die door
slooping van een muur er mee vereenigd
is. Die versiering was werkelijk inter
nationaal, bestond uit een collectie van
alle mogelijke vlaggen, wat kleurig en
gezellig was. Toch verloochenen de
Fidele Rheinlander hun Heimatland
niet, integendeel. De voorzitter, de heer
Walter Voltz noemde juist in zyn ope
ningsrede het „Deutschtum", den grond
slag. waarop de vereeniging rust. Dat
mag nooit verloren gaan, en hy ge
looft. dat vele andere vereenigingen te
gronde gingen omdat zy grondslagen als
deze misten. Daarom bracht hy een
„Hoch" uit op de vereeniging en het
vaderland, waarmee allen instemden.
Jammer was, dat de vereeniging geen
nachtpermissie kon krijgen, en om half
twaalf het feest sluiten moest. Daarom
moest veel uitgesteld worden, wat vol
gens het plan zou zijn uitgevoerd. Er
zouden een humorist, een luitspeler en
een violist opgetreden zyn. Nu moest
het blijven bij een cithersolo van den
heer A. Fritz, die met een Tiroler-
maxsch, een eigen compositie, veel suc-<
ces had.
De heer R. Jansen, die deel uitmaakt
van de „Palace Band" speelde de
ouverture „Vineta-klokken" en „Orpheus
in der Unterwelt" als soli op zyn ac
cordeon. Hij bespeelt het Instrument
werkelijk meesterlijk, het was „recht
wunderbar".
De aanwezigen hebben zich met dan
sen goed geamuseerd, en zien met ver
langen het „Weihnachtsfest", tege-<
moet, dat „etwas Groszartiges" belooft
te worden.
De Palace Band onder leiding van!
den heer Sanberg zorgde voor de dans-i
muziek. Het was een „gemüthliche"!
avond.
FEESTAVOND KANTOOR
BEDIENDEN.
De afdeeling Haarlem van de Ned.
Vereeniging tot het oprichten en in
stand houden van herstellingsoorden
voor handels- en kantoorbedienden,
handelsreizigers en handelsagenten,
heeft Zaterdagavond in het gebouw van
den Haarl. Kegelbond op waardige
wyze haar tien-jarig bestaan gevierd.
De band „Ever Fun", die op het ryk
met planten versierde podium had plaats
genomen, heeft zeer veel tot de gezel
ligheid bijgedragen.
Te half negen opende de voorzitter
de heer W. P. Zoetemeijer het feest
met een welkomstrede Hij memoreerde
in het kort den levensloop van de af
deeling Haarlem. Zij begon met 26 leden
maar reeds na eenige weken groeide
dit aantal tot 32. Ook waren er toen
33 begunstigers en 4 donateurs. Aan
het eind van hetzelfde jaar waren die
cijfers resp. 67, 15 en 6. Zoo groeide
de afdeeling steeds, zoodat de afdeeling
op het oogenblik 171 leden. 91 begunsti
gers en 5 donateurs telt. A'. deze per
sonen brengen jaarlijks f 600 op. Toch -
vond spreker het eigenaardig, dat zich
nog geen enkele handelsreiziger heeft
aangesloten. Met een woord van opwek
king speciaal tot /laatstger.oefde cate
gorie eindigde de heer Zoetemeijer.
De heer J. M. H. Boomkens heeft zich
voor de afdeeling zeer verdienstelijk
gemaakt, daar hy van de oprichting af
penningmeester is.
Vervolgens werd met. de afwerking
van het programma een begin gemaakt.
De heer C. Vosshard, vlot conférencier
als h4j is, had dadelijk contact met de
aanwezigen. Zijn gezelschap „The Jolly
Follies" trad den gelieelen avond op
Dit bekende cabaretgezelschap had als
steeds veel succes. Het zingen en mu-
siceeren zyn byzonder verdienstelijk,
Het gezelschap droeg fraaie costuums,
die door de mooie kleurenbelichting oog
bekorend waren.
Na een geanimeerde verloting werd nog
eenigen tyd gezellig gedanst.
HERDENKINGSAVOND
Wy vestigen de aandacht op den
herdenkingsavond van de afdeeling
Haarlem van de Ned. Verg. tot Afschaf
fing van alcoholhoudende dranken, op
Woensdag 14 Nov. in den Schouwburg-
Jansweg, ter gelegenheid van haar 85-
jarig bestaan.
Dien avond werken mede de heer R.
Grin, le concertmeester der H. O. V.,
viool, terwijl zyn echtgenoote mevr.
Minny Grin—Gerke voor de begeleiding
zal zorgen.
Verder zal optreden de Vlaamsche
Minstreel Geert Dils. met zyn liederen
van luim en leute, die zich zelf bege
leidt met zyn Theorie-luit. Onder zijn
leiding zal optreden een dansgroep van
de afdeeling N. B. A. S. Amsterdam,
welke reidansen zal opvoeren.
De heer P. Voogd te Haarlem, zal een
korte rede uitspreken: 't strijkje „Dver
Fun" zal voor den aanvang en tijdens
de pauze eenige nummers ten gehocs*
brengen.