HAARLEM'S DAGBLAD DINSDAG 13 NOV. 1928 LETTEREN EN KUNST. DANSAVOND. NIRVA DEL RIO. Hot was voor de Spaansche danseres Nirva del Rio een nadeel, dat wij kort geleden Jodjana en La Argentina hier hebben zien dansen, want het was onmogelijk voor ons niet telkens in ver gelijkingen te treden, in Cnanfc Hir.dou met Jodjana, en met haar groote voor gangster. wanneer zij Spaansche dan sen danste. Toen Nirva del Rio daar ge hurkt neeraat vóór den aanvang van Chant Hindou dachten wy even aan Jodjana in zijn Vishnu en Siwa en wij voelden onmiddellijk het verschil. Rij Nirva del Rio alles uiterlijkheid, een dansen zonder dat zij innerlijk ontroerd werd, een nabootsen van Oostersche ge baren zonder den dans waarlijk te be leven. bU Jodjana een dansen van bin nen uit, den dans verheven tot ©eredienst, een stijging soms tot het hoogste. 2!j de Spaansche dansen werd de ver gelijking nog pijnlijker, omdat wü Nirva del Rio In eenige van dezelfde dansen zagen als La Argentina. Nirva del Rio miste do fUnc gratie, de rythmiek, net gepassionneerde, maar vooral de woeste vaart van La Argentina. De Spaansche dansen kregen by 'haar iet-s gemoede- ïyks. iets zwaars, iets hoekigs, ja soms zeifs even iets plomps. By La Argentina fluisterden, zongen, klaagden en juich ten de castagnetten met het dansende lichaam mee. by Nirva del Rio klonken ze hard cn koud als klepperende klep pers van een Hollandschen straatjongen. La Argentina weet ook zonder castag netten haar dansen te begeleiden met haar vingers en haar voeten en die be geleiding werd soms tot muziek; Nirva del Rio zagen wy wel met haar vingers knippen, maar wU hoorden bijna niets cn in het voetengestamp was niet de wilde cadans en het rhytme van La Argentina La Argentina fascineerde reeds enkel met haar houding en haar expressief gezicht, zoodra zy opkwam! Zij was van haar eerste verschijning af: de kunstenares! Nirva del Rio is een knappe vrouw met een mooi figuur, die in bijzonder smaakvolle costuums danst, maar wier dansen ons warm noch koud maakt, ons niet meesleept of opwindt. Wy kyken er naar, geïnteresseerd, zon der dat wil den dans zooals by een Lr. Argentina als iets heel moois on dergaan. Misschien zal men zeggen, dat er iets onbillijks is in deze vergelijking met een der allergrootsten. Maar ook als ik te rugdenk aan de Spaansche dansen van Violette Faucheux cn meer nog aan die van Nina Kirsanowa, beiden danseres sen van het ensemble van Anna Paw- lowa, dan durf ilc toch wel met zekerheid zeggen, dat Nirva del Rio geen groote danseres is. Zy mist het élan en het vuur, dc passie, het temperament voor de Spaansche dansen. O zeker, wij heb ben enkele dansen zeer kunnen waar- dceren en haar costuums prachtig bilvoorbecld dat lichtblauw kleed in den Moorschen dans waren telkens weer een weelde voor het oog. De Egyptische dans was mooi van gebaar, styivol en sterk van rythmiek en in do zeer knap uitgevoerde dansen de la frayeur was waarlijk het obsedeerende van den angst. Deze dans boeide zoer en was voor mij hot hoogtepunt van den avond. De begeleiding van Lucas Mcrena een dame was by lange na niet zoo muzikaal als van Perez, die La Argen tina accompagneerde, zy speelde slor dig. met voortdurend aard attoucne- ment, zonder eenige poëzie, wat wel het meest uitkwam in haar twee korte soil tusschen dc dansnummers van Nirva del Rio. Er waren niet veel menschen voor dezen dansavond opgekomen, maar de weinigen, die er waren, toonden zich zoer dankbaar. Nirva del Rio werd vele malen teruggeroepen en moest op het aandringen van het publiek haar laat- sten dans herhalen. Te Haarlem heeft zy dan ook een beslist succes behaald. J. B. SCHUIL. HET TOONEEL ALLIANCE FRAN5AISE. LA DOUBLE INCONSTANCE door Marivaux. Dc afdeeling Haarlem van dc „Al» liancc Frant;aisc" biedt haar leden dit jaar wel ccn zeer gevarieerd cn mooi programma aan- Op Donderdag 15 November wacht ons in den Stads» schouwburg ccn voorstelling door L a Petite Scène, ccn gezelschap uit Parijs, dat aanvankelijk uitsluitend uit amateurs bestond, maar zich thans voornamelijk toelegt op het spelen van stukken, welke door vroegere genera» tics gaarne werden gezien, doch waar» van het tegenwoordige geslacht hoog» stens nog maar dc titels of dc namen der schrijvers kent. Het is geen wonder, dat La Petite Scène daarbij ook ccn keuze heeft ge» daan uit dc blijspelen van Marivaux, den schrijver, aan wiens bijzondere nu en dan wat gezochte geestigheid het woord „marivaudagc" tc danken is. In dc opvoering van ,-Le Jeu dc TAmour et du Hus'ard" door Het Ver» ccnigd Toonecl hebben wij kort gclc» den nog gezien, welk ccn charme er in dat stuk van dartele spcclschheid ■verscholen lag. ..La double Inconstancc." het blijspel, waarmee La Petite Scène hier Donder» dag komt. heeft dezelfde eigenschap» pen. welke wij ook in ,.Lc Jeu dc l'Amour et du Hasard" van dezen schrijver hebben gesavoureerd. Van een Molière staat Marivaux even ver af als een Frans Hals van ccn Watteau. Hef is bi|j Marivaux alles lichtheid, be» valligheid. spcclsch vernuft, het blijft enkel .-spel", zonder dat wij ook maar iets van ccn poging tot karakterbcel» ding of zedenschildering bemerken. Het is louter Fransohe geest en gr3tie. riic bii alle personen even zeer aan» vezig zijn. zc mogen dan verschijnen onder den naam van prins, knecht. arlequin. boerenmeisje of kamenier. De arlequin. de prins, dc Lisetto, dc Silvia, de Flaminia uit .,La double In» Constance", zc zijn gemodelleerd niet naar dc werkelijkheid maar naar de arlequins, dc prinsen, dc Liscttes en dc Silvia's, die men in het begin der achttiende eeuw geregeld op het lts liaansche toonecl zag. Het is alles meer sprookje dan wcr kelijkhcid- Prinsen, die boerenmeisjes in hun paleis opsluiten om cr heel braaf mcc tc trouwen cn den weg naar het hart van dc eenvoudige deerne trachten te vinden mot behulp van een handig kameniertje. dat de goede Silvia haar Arlequin afhandig moet maken door hem in haar de kamc< nier te doen verlicvcn. bestonden er in den tijd van Marivaux ail even min of misschien nog minder dan in deze dagen. Vergeleken bij de men schen van vlccsch cn bloed, die Mo> lière schiep, zijn deze Flaminias cn Arlequins cn Silvia's eigenlijk wassen beelden! En zc spreken ook niet als bij Molière ccn eigen taal, ma: allen zonder onderscheid dc taal van Marivaux. Doch die taal is gccs; tig, bekoorlijk, 'vol gratie, beschaafd cn nooit grof, in het korti. zij is- in den besten zin van het woord Fransch! Volkomen Fransch is Marivaux ook in het spel met dc liefde. In dit op zicht veel meer dan Molière, bij wicn do liefde in zijn stukken doorgaans slechts een ondergeschikt clement was, cr meestal in gebracht voor de intri» ge en slechts zelden als stuwkracht voor de handeling zijner personen. Bij Marivaux is dc liefde het stramien, waarop hij van het eerste toonecl af tot aan het slot voortborduurt. La double Inconstancc is ccn „jeu d'amour", spcclsch. galant, vernuftig, geestig, aristocratisch en amusant. Maar ook louter cn alleen .spel". Het is niet de liefde, die wondt, pijn doet of doodt, evenmin dc liefde, die ons opstuwt tot zwijmelend geluk, het is niet d'amour passionncl". het is de galante liefde. zooals ze „beoefend" werd door de fijne exquise Watteau. figuurtjes, die 3llcn gelijk zijn, ze mo» gen dan kamenier, boerenmeisje, arle quin of prins hectcn. Met belangstelling zien wij dc op» voering van dit blijspel van Marivaux dat gevolgd wordt door Lc médecin volant van Molière door La Petite Scène in onzen Stadsschouwburg tc» gemoct. J. B. SCHUIL. HET TOONEEL TE AMSTERDAM. NIEUW NEDERLANDSCH TOONEEL. „De Getemde Feeks" van Shakespeare. Het is bekend, dat Willem Royaards meermalen heeft gezegd, dat Louis Saai- bom eens zyn opvolger zou worden. Zoo ooit, dan heeft Saalborn met zijn op voering van Dc Getemde Feeks bewezen dat Royaards goed heeft voorspeld; want dit is een Shakespeare-vertooning. zoo tintelend van geest, zoo ryk van kleur, zoo rap van tempo, zoo licht en tegelijk zoo breed van spel, zoo boelend en vol leven, als wy na Royaards niet meer hebben gezien. Een voorstelling, waarop wij als Nederlanders trotsch mogen zijn! In deze opvoering zagen wy den leer ling van Royaards, den prachtlievenden regisseur, die den renaissance-tyd nader stond dan één tooneelleider ooit in ons land. Dit is wel het meest verblijdende in deze grootsche opvoering van De Getemde Feeks, dat wy er voortdurend naast Shakespeare ook den geest van Royaards in herkenden Was het niet Cor van der Lugt Mel- sert, die eens bij de oprichting van het Hofstad Tooneel gezegd heeft, dat Shakespeare. Mollière en Vendel, reeds zoo lang dood waren en zóó veel gespeeld, dat zij nu eens plaats moesten maken voor de levenden? Wy weten, dat Oor van der Lugt al lang op deze dwa ling terug is gekomen, maar toch dach ten wy bij de opvoering van „De Getemde Feeks" onwillekeurig even aan dit woord van dezen theaterman! Als of Shakespeare ooit kon sterven en ge noeg gespeeld kan worden! Hoe vaal en doodsch lykt al het moderne bij dit van leven sprankelend, geniale, eeuwige werk van Shakespeare! In dezen tijd van bioscoop en radio, van het moderne, jachtende leven, waar in alles naar verandering en vernieuwing schijnt te roepen, staat. Shakespeare nog ongeschokt daar en blijkt even boeiend en levend als altijd. Zelden hebben wy in de laatste jaren een stampvolle zaal zoo hartelijk zien meeleven en met zulk een innerlijk en onverflauwd pleizier de handeling op het tooneel zien volgen als by de voorstelling van De Getemde Feeks, welke wy in het Paleis voor Volksviyt te Amsterdam Zaterdag by- woonden. Hoe geniaal is toch dit werk in al zyn vrooiyke kluchtigheid! Met welk een magistrale meesterschap is die eerste ontmoeting van Petruccio met Katharina gesc lire ven en welk een ge legenheid tot grootsch samenspel biedt dat tooneel aan tooneelkunstenaars van talent! Met halve krachten ls in een werk van Shakespeare niets te doen; het eischt spelers met fantasie en van het breede, groote gebaar. Maar zoo gespeeld als door Saalborn en Magda Janssens. wordt het dan ook een lust voor oog en zinnen. Zoo als Magda Janssens opkwam, breed en vechtklaar als een pantser schip, afgewacht door haar tegenstan der, die daar stond als een fort op een rots met al zyn kanonnen tot afweer gereed, konden wU een heroïschen strijd tusschen man en vrouw van groote af meting verwachten en Sm':bom en Mag da Janssens hebben ons allerminst te leurgesteld. Het werd grandioos in dat forsche. krachtige spel. waarin men en dat was het zeer mooie tcch als ondergrond de ontluikende liefde voelde Toen Petruccio en Katharina na dit eerste verkenningsgevecht het tooneel verlieten, barstte de zaal In een zoo frenetiek applaus los. dat het wel scheen, of er geen eind aan zou komen. Het was de eerste groote triomf van het tooneel-genie op dezen avond. Met ver langen zag men uit naar elke nieuwe ontmoeting van deze twee strijdenden en met klimmende vreugde volgde het publiek het temmen van de feeks, alsof dit blijspel eerst in 1928 instede van ruim 300 jaar geleden geschreven ware. In grootschen stijl geeft Saalborn De Getemde Feeks, licht en kleurrijk en voortdurend in voortref fel Ijken blijspel- toon. Zoowel in spel als in aankleeding! Vlug volgen de verschillende talereelen al'e gespeeld in zonnige decors, waarin de fraaie costuums uit den tyd van de vroeg-renaissance het prachtig „doen' elkander op en er is aldoor frisch leven en zonnig licht op het too neel. Ik wil thans niet uitvoerig het spel der verschillende personen bespreken, doch daarmee liever wachten tot na de voorstelling die het Nieuw Nederlandsch Tooneel van De Getemde Feeks in onzen stadsschouwburg op Dinsdag 20 Novem ber zal geven. Maar ik wil reeds nu met vreugde het Haarlemsche publiek op wekken deze blyde toon eel gebeurtenis hier mee te vieren. Het zal een avond van groote en tegelijk van zonnige, joyeuse tooneelkunst zyn, een avond van triomf voor de artlsten, die door Royaards zijn ingeleid in de schoonheid van Shakespeare, vam Saalborn. Magda Janssens, Osca.r Tourniaire - uitmuntend Shakespeare-speler, ook thans weer in de rol van den ouden verliefden Gremio Johan Gobau, Bart Kreeft, Elias van Praag, maar van Louis Saalborn toch het meest, omdat hij als leider en speler er de ziel van is. Het belooft de groote vond van dit tooneelseizoen te worden. J. B. SCHUIL. MUZIEK. HAARLEM'S OPERETTEKOOR „EXCELSIOR". „De Geisha". Er behoort een flinke dosis moed toe voor een vereeniging als Excelsior, om bij de onzekerheid of het publiek be langstelling zal betoonen voor de uitvoe ring, een veelomvattend werk als de op voering van Sydney Jones' opera te on dernemen. De opvoering had ditmaal plaats in het gebouw „Bloemhof" dat den laatsten tyd een gunstige verande ring onderging die haar voor concert zaal veel beter geschikt maakte. Hoeveel prettiger zag nu alles er uit in vergely- king met een vorige opvoering. Niet al leen was het in de zaai nu een prettiger zyn dan voorheen, maar ook op het po d'ium kreeg alles een heel ander, veel beter aanzien. Aanvankelijk moest men even wennen aan de kunstbelichting, waarvoor de groote toestellen ter zijde van het podium waren opgesteld. Maar toch was in zekeren zin l>ekoorlyk de naiceteit dezer opstelling en wij moesten even denken aan Shakespeare's Midzo- mernachtsdroom bij 't tooneel van den als leeuw vermomden man. 't Was hier als wilde men zeggen: „mooi hè? die Mimosa, mooi die Molly, die Lady Con stance, die Julette, die Nami; eigenlijk zijn het goede bekenden: de dames Harms, Van Waard, de Lange, ter Horst, Scheffer, maar wy bekunstlichten ze omdat we zelf vinden dat ze er daar door nóg liever uitzien". Nu, de man van het kunstlicht had gelyk, hij deed ook zijn werk als een echt amateur, in dien zin wel te verstaan dat hy van de aanhoudende kleurenverandering niet genoeg kon krijgen waardoor wy zelf ten leste niet recht meer wisten of we waak ten of droomden. Op het tooneel misten we nu de lieve zonnige stem van Jopie Keizer, die om ambtsbezigheden niet langer aan het gezelschap kon verbonden blijven. Mej. Harms volgde haar op en wij kunnen van haar zang en haar spel veel goede dingen zeggen. De stem heeft een groo- ten omvang en ook in de laagte klank volle tonen. Opvallend was, hoe goed haar spel zich aanpaste bij dat def ove rigen, die al reeds gelegenheid hadden zich in de partij in te leven. Reginald Farfax en de markies Imarie, resp. ge speeld-gezongen door W. A. Hensen en P. Sieenkist, waren als Engelschman en als Japanner karakteristiek uitgebeeld: maar ook de heele schaar volgelingen en verwanten (Ratana, Takami. Cunning- kam, Bronville, Whunsi) vonden in de heeren die ook een vorig maal deze per sonen uitbeeldden, een goed en rolvast vertolker. Regisseur N. Groeneveld had er soms kinderwerk aan, al kwam eT een enkel maal een moment als scheen ieder der spelers tegen den ander te zeggen: wie wacht er nu eigenlijk en waar wacht hy op? Dan is 't heel even een teer om den boel weer aan den gang te krijgen. By de weigerende gehakt molen is één enkele handbeweging meestal afdoende; hier echter heeft, in zoo'n oogenblik de regisseur te beschik ken over veldheertalenten; met één blik heeft hy 't tooneel te overzien, de kan sen te berekenen, de gevolgen van een verkeerd geplaatst bevel te beseffen en dan in te grijpen. Dit ging alles zóó handig dat meestal het publiek er wei nig van merkte. Daarom mag het werk van den onzichtbare, van wiens takt zooveel afhangt, hier wel extra worden gereleveerd. Maar ook was slagvaardig als altijd. Jan Overhuis. Nu had by niet als de vorige maal alles met de viool in de hand te beheeren, hij had nu de hulp van een groep menschen die met hem het geannonceerde orkest vertegenwoor digden en dit op prijzenswaardige wyze deden. Alleen hunkerden we naar den klank van de blaasinstrumenten, waar van de invalling der partyen nog te veel aan onze verbeelding werd overgelaten. Maar men ziet alweer met hoe weinig middelen men zich redt. als het werk maar goed is. En dit was het in zóó velerlei opzicht, dat wy moeten vol staan met een algemeen woord van waardeering en gelukwenseh aan dames en de heeren. den leider en den regisseur, den man die het kapwerk be zorgde en voor wïen in de Geisha voet angels liggen en klemmen als in geen andere opera. Aan hem ook een groot deel van den dank. dat alles er zoo smakelijk cn tot in de puntjes verzorgd uitzag. G. J. KALT. ARBEIDERS-MAND OLIXECLUB APOLLO". De uitvoering die het muziekgezel schap gaf in de zaal van het gebouw „Zang en Vriendschap" stond in geen enkel opzicht achter by die van het vo rige jaar. toen het, evenals nu, met me dewerking van Apollo's „voorschool", het clubje ..Jong Apollo" zijn concert gaf. In herinnering zy gebracht, hoe het ons toen opviel, dat nergens in de uitgevoerde stukken de draagkracht van den toon der mandoline werd overschat en hoe hiermee werd rekening gehou den by de keuze der stukken, die zich bepaalde tot uitsluitend voor mando line geschreven werken. Aan dit begin sel, het karakter van het instrument geen geweld aan te doen, werd ook nu weer streng de hand gehouden. De bekwame leider Joh. B. Kok, die zooals men weet een uitgebreide verza meling goed geschreven stukken voor mandoline-orkest in het licht gaf, deed ook nu weer uit die collectie het een en ander uitvoeren: een aardig walsie, door „Jong Apollo" met accuratesse gespeeld, en waarin de telkens terugkeerende „maat rust" een leuk effect maakte; een pittige marsch van Béka; en voor het groote gezelschap een Rhapsodie, van dien aard evenwel dat hierin toch nog de gezonde vorm A.B.A. viel te onder kennen; voorts nog een goed geschre ven stuk van iX'lman. Ook nu weer werd dit alles in mooie nuanceering voorgedragen. Een der programma-nummers hield voor ons een extra verrassing in, het was aangeduid door drie vraagteekens. Deze drie die m.i. moesten bedui den: een muzikale verrassing? zou 't de moeite zyn er naar te luisteren? zou men 't een volgenden keer moeten her halen? werden later door my omgezet in drie!Want de verrassing was, dat het jongste meisje van het beginclubje met begeleiding van guitaar (de heer Kok is een uitstekend guitaarspeler) twee stukken voordroeg, dat zij uitstekend de waarde van Kok's onderricht demon streerde: dat men ingespannen luisterde; en ten leste: dat men het rekende tot een aardige vondst, in het programma een prettige afwisseling te brengen. Hiertoe werkte overigens zeer mee mej. Jet Bon. Zy bracht ons, in uitste kende dictie en met fraai mezzogeluid, mooie verzen; oorspronkelijke van Cha- rivarius. vertaalde van Adama van Scheltema: verzen om de schoonheid zelve; liederen met tendenz. Maar in alles was te waardeeren een zich-inle- ven in de stof en het vermogen, het innerlijk doorleefde naar buiten uit te dragen. Zy droeg zeer by. de waarde dezer mooie, rustige avonden van „Apol lo" tot het volle karaat te brengen. G. J. KALT. DE LEDENCONCERTEN DER H.O.V. Een Schubert-concert. De ledenconcerten der H. O. V. zul len deze maand gehouden worden op Donderdag 15 November, soliste Berthe Sereen, zang, op Donderdag 22 Novem ber, en op Donderdag 29 November, so list Jos. dc Clercq, viool. Het. programma voor het eerste concert vermeldt een eerste uitvoering van „Shéhérazade" van Maurice Ravel, voorts de Symphonie in ré mineur van Oésar Franck en het Concerto op. 34 van Albert Roussel. Op het laatste concert zal de Akademische Festouverture van Brahms en de vijfde Symphonie van Tschaükowsky gespeeld •worden. Het concert van 22 November is gewijd aan Schubert. Als solist treedt op Jac. van Kempen, zang. Het pro gramma luidt.: Ouverture „Die Zauber- harfe" uit Rosamunde, Liederen voor tenor met pianobegeleiding a. Am Mee- re, b. Nahe des Geliebten, c. Lied eines Sohiffers an die Dioscuren, d. Ganymed Voorts worden voor de pauze gespeeld 7 Deutsche Tanze. Na de pauze de Liederen voor tenor met pianobegeleiding. Im Abendroth, Ar Silvia, Abend.stem, en Die Alimaoht. Tenslotte de Unvollendete Symphonie. Dit herdenkingsconcert zal ongetwij feld groote belangstelling trekken. „PARIJS". Een film van H. C. Verkruysen. De heer H. C. Verkruysen, oud-direc teur van de vroegere School voor Kunstnijverheid alhier, heeft een film vervaardigd, die de stad Parijs tot on derwerp heeft, en die een leiddraad be- doelt te zijn voor: in de eerste plaats jongelui die nog school gaan. De maker van dit werk heeft bovendien een 2 a 3 honderd lichtbeelden vervaardigd over hetzelfde onderwerp, die aanvullend werk kunnen verrichten. De film werd Maandagavond voor eenige genoodigden (voornamelijk vertegenwoordigers uit de onderwyswereld) in het studio van de Multifilm, Spaame, vertoond. Vooraf zette de heer Verkruysen uiteen welke motieven hem geleid hebben tot het maken van dit werk. In de eerste plaats heeft zijn belangstelling voor de Fran- sche hoofdstad hem daartoe genoopt, doch in de tweede plaats, de wetenschap dat Parijs eigenlijk de eenige wereld stad is die haar grootsch verleden in haar overweldigende, koninklijke archi tectuur heeft bewaard. Nadat de heer Verkruysen den heer J. C. Mol van „Multifilm" had bedankt voor de zor gen die aan zijn werk zyn besteed, werd met de vertooning er van begonnen. Het eerste deel geeft een schitterende idee van het Parysche verkeer, dat als een al tyd wentelend rad is, van een over weldigend groot mechanisme. Het twee de deel is uit historisch oogpunt zeer belangrijk: Het Louvre, in de phasen van zUn historische^ groei, via Lescot, Lemercier, Visconti en Dufuel, de tuinaanleg van le Nötre. en de waarlijk koninkiyke stedenbouw rondom en van de Place de l'Etoile en de Place de la Concorde. Het derde deel is gewyd aan de Seine, die niet maar zoo een rivier is in Parijs, doch een levend oud deel van de stad, het eiland Cité, de oor sprong van Parys, en het oostelyker gelegen eiland St. Louis. Een aanzien- ïyk deel van dit bedryf is gewyd aan de machtige Selne-bruggen, aan de on vergankelijke monumenten op Cité en St.. Louis. Notre Dame, Conciergerie enz. enz. Buitengewoon knap is het vierde deel. waar wy de zwoegende mensch- heid in zien (welk een contrast met de vorige fragmenten!) de Hallen. Werke lijk: Hier is de heer Verkruysen er in geslaagd, de ziel van de Parysche Hal len te vatten en vast te leggen. Uit tal' van karakteristieke episodetjes biykt dat het oog van een kunstenaar hier voor ons heeft gezien. In de twee laat ste deelen zyn de Parysche parken en Montmartre verwerkt. Mont Martre met de Sacré Coeur als domineerend middelpunt natuurlyk. De heer Verkruy sen riep voor de vertooning de clemen tie zyner toeschouwers in. voor wat be treft de volledigheid der film. Een film van 6 deelen over Parys kan niet vol ledig zyn. Hoe zouden wij dan in enkele regels druks een volledig beeld kunnen geven van het t-och wel zeer uitgebreide werk van den heer Verkruysen? Met opzet hebben wy daarom volstaan met een sobere opsomming. Ons commen taar ten slotte moge het belangrykste deel dezer beschouwing zijn: Deze film is ondanks de 6 deelen en ondanks de conventioneele manier waarop zij is op genomen, ongemeen belangwekkend, en niet, wat by dergelyke werken byna al tijd het geval is: vervelend. Hier leeft iets in, van een grootsch verleden, van strijd, van schoonheid, van eeuwenoude cultuur. Hier leeft eindelijk: Fransche geest! Op de jeugd moet dit werk niet alleen een groote aantrekkingskracht uitoefenen, doch ook een uitstekenden invloed 1 A. STADSNIEUWS" „DOOR INSPANNING UITSPANNING". Cabaretavond. Ook de Tooneelvere en iging „Door Inspanning Uitspanning", bekend onder den afkortingsnaam „D.I.U.", heeft de goede gewoonte aangenomen haar leden, behalve eenige tooneelvoorstellingen, met eigen krachten, ook nu en dan eens een avond aan te bieden, gewyd aan varieerende amusementskunst en aan den dans. Hiermede toont D.I.U, een vereeniging te zyn, die met haar tyd medegaat.. Zoo waren Zaterdagavond tal van leden van D.I.U. vereenigd in de groote Gemeentelijke Concertzaal voor het bij wonen van een door het bestuur geor gamseerden variété- en cabaret-avond, die goede kunst van allerlei genre te genieten gaf. Nadat de bekende prestidigitateur Antonini, die dezen keer ook als con férencier optrad, de bijeenkomst met een kleine introductie en een paar goede moppen had geopend, bracht de heer Charles Mol, leeraar voor piano en orgel hier ter stede, eenige pianonum mers op zeer verdienstelijke wyze ten gehoore. Hy kreeg telkens een luid ap plaus dat zijn correct en geacheveerd spel zeer zeker verdiende. Toen kwam Jan Hahn, de Amster- damsche cabaretier, met zyn nieuwste liedjes de aanwezigen verheugen. Wij hadden dezen heer Hahn nog nooit ge hoord en kunnen constateeren dat de kennismaking van zeer aangenomen aard was. Een goede, prettige stem paart Jan Hahn aan een aangename voor dracht en beschaafd optreden. Er valt nog wel iets te verbeteren aan zyn uit spraak van vreemde woorden, maar ove rigens gelooven wy dat deze cabaretier, by voortgezette studie en als hü nog flink aan zyn verdere ontwikkeling werkt, op den duur een der eerste plaat sen in de Nederlandsche cabaretwereld zal kunnen innemen. Antonini's goochelbekwaamheid heb ben wy al zoo vaak geroemd en zijn geestig, onderhoudend praatje er by al zoo dikwyls geprezen, dat wy wel vol staan kunnen met te zeggen dat hy ook nu weer met zyn trucs, waarbij ver schillende nieuwe, een overweldigend succes had. En last not least: Geert Dils, de min streel met de luit, de oude Theorbe Luit. De kunstenaar met de grijze haren en de jonge oogen won al dadelijk met- zijn „Lentelied" de harten en deed nog vele andere liedjes vol Vlaamschen en Engelschen humor volgen, afgewisseld door een enkel nummer van emstigen aard. Ook zyn succes was groot en welver diend. Daarna werd er ruimte in de zaal ge maakt en volgde nog een geanimeerd bal met attracties. Het was een zeer aardige avond, vol afwisseling. TEHUIS VOOR ZEELIEDEN. Te Antwerpen? Namens het voorloopig bestuur van de Nederlandsche Zeemanscentrale schrijft men ons dat. op verzoek van dat bestuur twee predikanten van verschil lende kerken, beker.d met den evan gelisatie-arbeid een bezoek hebben ge bracht aan Antwerpen, tot het instellen van een onderzoek naar de wensche- lijkheid en mogelijkheid van een „In stuif" voor de Hollandsche zeevaren den aldaar, zooals Engeland, Duitsch- land en de Noorsche landen reeds lang in verschillende wereldhavens hebben. Het Hollandsche Huis, dat vroeger te Antwerpen bestond, moest wegens geld gebrek gesloten worden. De predikanten zijn teruggekomen met de overtuiging dat stichting van een Hollandsch Tehuis voor Zeelieden te Antwerpen en wel zoo spoedig mo gelijk dringend noodzakelijk is. De Nederlandsche Consul te Antwer pen, de heer A. Ruys, zeide zyn volle medewerking toe. Gehoopt wordt dat door de medewer king van regeering, reeders en vele be langstellenden spoedig tot stichting van een Tehuis, niet alleen te Antwerpen maar ook te Londen, kan worden over gegaan. BAZAR „LUCTOR ET EMERGO". De Zeeuwsche Gemengde Zangver- eeniging „Luctor et Emergo" opgericht 21 December 1927 zal Vrijdag 16 en Za terdag 17 November een bazar houden m „Het Blauwe Kruis" aan de Oude Groenmarkt. De opbrengst is bestemd voor het aansch.3ffer, van muziek enz. De bazar belooft zeer veel aantrekke lijks tc bevatten. o.a. een grabbelton, touwtrekken, raadsels en andere attrac ties. waarvoor door een lid zeer mooie prijzen zyn beschikbaar gesteld. Ook is er een spiegelhuis. dat natuurlijk zeer in den smaak zal vallen. Een flinke jazz band zal zorgen voor het muzikale ge deelte. vcorfcs is er geegenheid tot thee- en koffiedrinken. De jonge Z-eeuwsche zang^erecnlging verwacht van dezen bazar veel succes. Hy is geopend Vrij dags van 1.30 tot 5 uur en van 611 uur. Zaterdags is de openstelling een half uur later. INGEZONDEN MEDEDEELINGEN a 60 cents per regel. men SPLENDICOI FEESTAVOND DER „FIDELE RHEILaNDER". Nog steeds telt onze stad een groot aantal Duitsche meisjes, die hier Si dienstbetrekking zyn. Zy, die in het buitenland wonen voelen begrijpelijker wijs de behoefte om zich te vereenigen en gezelligheid onder landgenooten te zoeken. Er is in Haarlem ook een vrij groot aantal mannelijke Duitschers. Zoo kwam het vanzelf tot Duitsche dans avondjes en Duitsche vereenigings- avonden. Zoo ontstond ook de Deutsche Verein „Der Fidele Rheinlander", die Zaterdag haar één-jarig bestaan vierde. Dat die vereeniging zich niet op een eng nationaal standpunt stelt, bleek wel uit de versiering in de groote zaal van Olympia. en de zUzaal, die door slooping van een muur er mee vereenigd is. Die versiering was werkelijk inter nationaal, bestond uit een collectie van alle mogelijke vlaggen, wat kleurig en gezellig was. Toch verloochenen de Fidele Rheinlander hun Heimatland niet, integendeel. De voorzitter, de heer Walter Voltz noemde juist in zyn ope ningsrede het „Deutschtum", den grond slag. waarop de vereeniging rust. Dat mag nooit verloren gaan, en hy ge looft. dat vele andere vereenigingen te gronde gingen omdat zy grondslagen als deze misten. Daarom bracht hy een „Hoch" uit op de vereeniging en het vaderland, waarmee allen instemden. Jammer was, dat de vereeniging geen nachtpermissie kon krijgen, en om half twaalf het feest sluiten moest. Daarom moest veel uitgesteld worden, wat vol gens het plan zou zijn uitgevoerd. Er zouden een humorist, een luitspeler en een violist opgetreden zyn. Nu moest het blijven bij een cithersolo van den heer A. Fritz, die met een Tiroler- maxsch, een eigen compositie, veel suc-< ces had. De heer R. Jansen, die deel uitmaakt van de „Palace Band" speelde de ouverture „Vineta-klokken" en „Orpheus in der Unterwelt" als soli op zyn ac cordeon. Hij bespeelt het Instrument werkelijk meesterlijk, het was „recht wunderbar". De aanwezigen hebben zich met dan sen goed geamuseerd, en zien met ver langen het „Weihnachtsfest", tege-< moet, dat „etwas Groszartiges" belooft te worden. De Palace Band onder leiding van! den heer Sanberg zorgde voor de dans-i muziek. Het was een „gemüthliche"! avond. FEESTAVOND KANTOOR BEDIENDEN. De afdeeling Haarlem van de Ned. Vereeniging tot het oprichten en in stand houden van herstellingsoorden voor handels- en kantoorbedienden, handelsreizigers en handelsagenten, heeft Zaterdagavond in het gebouw van den Haarl. Kegelbond op waardige wyze haar tien-jarig bestaan gevierd. De band „Ever Fun", die op het ryk met planten versierde podium had plaats genomen, heeft zeer veel tot de gezel ligheid bijgedragen. Te half negen opende de voorzitter de heer W. P. Zoetemeijer het feest met een welkomstrede Hij memoreerde in het kort den levensloop van de af deeling Haarlem. Zij begon met 26 leden maar reeds na eenige weken groeide dit aantal tot 32. Ook waren er toen 33 begunstigers en 4 donateurs. Aan het eind van hetzelfde jaar waren die cijfers resp. 67, 15 en 6. Zoo groeide de afdeeling steeds, zoodat de afdeeling op het oogenblik 171 leden. 91 begunsti gers en 5 donateurs telt. A'. deze per sonen brengen jaarlijks f 600 op. Toch - vond spreker het eigenaardig, dat zich nog geen enkele handelsreiziger heeft aangesloten. Met een woord van opwek king speciaal tot /laatstger.oefde cate gorie eindigde de heer Zoetemeijer. De heer J. M. H. Boomkens heeft zich voor de afdeeling zeer verdienstelijk gemaakt, daar hy van de oprichting af penningmeester is. Vervolgens werd met. de afwerking van het programma een begin gemaakt. De heer C. Vosshard, vlot conférencier als h4j is, had dadelijk contact met de aanwezigen. Zijn gezelschap „The Jolly Follies" trad den gelieelen avond op Dit bekende cabaretgezelschap had als steeds veel succes. Het zingen en mu- siceeren zyn byzonder verdienstelijk, Het gezelschap droeg fraaie costuums, die door de mooie kleurenbelichting oog bekorend waren. Na een geanimeerde verloting werd nog eenigen tyd gezellig gedanst. HERDENKINGSAVOND Wy vestigen de aandacht op den herdenkingsavond van de afdeeling Haarlem van de Ned. Verg. tot Afschaf fing van alcoholhoudende dranken, op Woensdag 14 Nov. in den Schouwburg- Jansweg, ter gelegenheid van haar 85- jarig bestaan. Dien avond werken mede de heer R. Grin, le concertmeester der H. O. V., viool, terwijl zyn echtgenoote mevr. Minny Grin—Gerke voor de begeleiding zal zorgen. Verder zal optreden de Vlaamsche Minstreel Geert Dils. met zyn liederen van luim en leute, die zich zelf bege leidt met zyn Theorie-luit. Onder zijn leiding zal optreden een dansgroep van de afdeeling N. B. A. S. Amsterdam, welke reidansen zal opvoeren. De heer P. Voogd te Haarlem, zal een korte rede uitspreken: 't strijkje „Dver Fun" zal voor den aanvang en tijdens de pauze eenige nummers ten gehocs* brengen.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1928 | | pagina 10