Een dag Nieuwmarkt. DE ZATERDAGAVOND1 BUVOElOiSEl van iAAllIMfè PAdiKLAi1 voor de onver- geble- (waar Waar men ook op de Nieuw- markt gaat of staat: telkens rijzen zij voor In de schaduw van het Sint Anthony's Poorthuijs De geschiedenis van „De Waag" !s ti - lezer de bovenste foto op deze pagina beschouwt. I een halven slag naar rechts of naar links, met bedachtzame U rit» tlfniallpn mppi nf minifpr vi/ittn f.: _:_u 1.1j Al dan wordt u de tientallen meei of minder witte tenten daken gewaar, die tezamen een u.igestrekt complex op de Amsterdamsche Nieuwmarkt vormen Uezamenlijk, en met eenige welwillendheid bezien, zou dit gestel van fragriele tent huisjes van-boven-gezien, de vergelijking kunnen doorstaan met het bovenaanzicht van een groot aantal bijenkorven. Want wij weten dat onder het dunne linnen, dat zich als een onregelmatig veld voor ons uitstrekt, een krioelende, levende- massa oevindt, die sliept, ijvert en sjouwt, die zoemt en in-en-uitksuipt, zooas de biien dat doen. Als u van het hooge dak van een aangrenzend gebouw zoo op de tenten neerziet, dan denkr u aan één of anderen legen- darischen reus, die straks zal komen om één van zijn plompe voeten op de bonte kraam beneden hem te zetten, om zoo als de jongen met zijn klomp het mierennest aan zijn voe ten plat te trappen, of men vraagt zich af met de fantasie die ons soms wel eens allen eigen is wanneer het gigan tische monster zal komen dal lust heeft om met één van zijn grove vingers eens in een spleet of een kier van zoo'n tcin te peuteren, of misschien wel een heele groote slip van dat heele linnen dak met een ruk op te trekken, teneinde uit te vinden wat die machtig interessante, kleine, nijvere 1 menschjes toch eigenlijk daar uitvoeren. Maar helaas, er gebeurt niets; wij leven in de twintigste eeuw der romantische realiteit, waar in reuzen vervangen zijn door enorme kracht- instailaties en waarin de sheherezades ge remplageerd werden door telefoons en lu d- sprekers. eens door Couperus met zooveel fijnen smaak ..sprakeblommen" genaamd. Er gebeurt inderdaad niets. Het tafereel d'ep onder onze voeten, blijft rustig. Het is een typische plek in het pano rama dat zich voor ons in Am- ste'damsche kleuren dat wil nu zeggen in wazige en nevelachtige halltinten. uitstrekt. De Waag ligt hier als een verweerde burcht, die schuchter zich voelt in deze moderne stad. Zij schijnt verlegen met haar eigen wel eerbiedwaard'geschoonheid. 'tls geen wonder dat hier rondom, de kooplui samenschoolden. Hier hangt nog ie s van die ouderwetsche sfeer die der oud Hollandsche messe ge weest moet zijn. l)e markt Die vroe ger in hoogen ece stond, vroeger, toen er nog geen Kalverstraat, nog geen Bijenkorf of Bonnetrie en nog geen Fransche bazar was. Te merkwaardiger is het, dat juist, ondanks die winkel palei- langstelling mai kt schier flauwd is ven waardigheid. Zij is zich van haar typische schoonhe d waar schijnlijk niet bewust. Maar z e toch* eens hoe mooi d e felle glimmende, gemeen-goedkoope kleurijes het hier doen; zij zijn als spattend vuurwerk op klaarlichten dag. En zoo ziet ook de jeugdige Zeedijker het, die in extase, langs het forsche. markante lichaam van de koopvrouw omhooe staart en zich bijna olind kijk! op dezen primitie - en blikkerlichtenden sterren hemel, die hem minstens meer waard is dan ons het balie' Russe. En wij gaan verder. Verbazen ons over de geestdrift van deko pviouw die stotjes 'rachi te verkoopen. en een niet te s'elpen, klaterenden woordenvloed uitspat over de hoofden van n vijftal vrouwen, die met oijna beate opgeheven ge aten luiste ren. onderwijl tusschen duim en w svinger de kwaliteit van de stores werktuigelijk beproevende., en dan zonder te koopen verder gaan, oin elders weer intens te cenieten van de elo quentie deskoopmans, die horloges, bretels, das sen en „kit" verkoopt Veel koopen doen zij niet, deze vrouwen Zij behooren lot het publiek dat voor de gezelligheid de markt be- maar door het trillen van één wenkbrauw, zijn tu ijfel of w elwihei d- heid verraad, plotseling te bespringen en te lokken bin nen het bereik van 's koop- mans directe hypnose Een voor ons kolos geheel overeen met die van andere Poorthuuzcn. - Dc poort heelt inderdaad als verdediger van de stad eenige malen diens" gedaan, 'lot aan het begin van de zeventiende eeuw loopt de periode waar van men met weet, welke functie het Poort- huns erin heeft bekleed, doch in 1617 doet de Hoofdwacht er de intr«de in de boven vertrekken, terwijl de binnenruimte als Waag dienst ging doen. welke o.ficleel in 161S werd geopend. In de volgende decen nia vinden tal van gilden onderdak in (de sedert dien aldus genaamde) Waag. Onder anderen lezen wij uit de oude chronieken dat het Sint Lucas schildersgilde en het metselaarsgilde er hun home hadden ge- zen, de be de kermis zelfs sneef de, daar heeft de doodgewone lorrenmarkt stand gehouden) dat zij een gezellig, lawaaiig, haast feestelijk cachet heeft bewaard, van ouderwetsche genoeglijk heid, waarboven de oude waag zoo volmaakt in stijl, domineert. Mij dunkt dat die brokkelige steenklomp wel buitengewoon gesteld zal zijn op al die tentjes en kramen, die zoo om hem heen gekropen zijn en die 's avonds, in het felle licht der acytheleen lampen en het schreeuwende gewoel der Amster dammers, wel op een felle branding moeten lijken, die tegen zijn grauwe muren oprolt Inmiddels hebben wij het hooge dak, vanwaar wij neerschouw den op de pittoreske Nieuwmarkt, verlaten, om ons te begeven in die Amsterdamsche brand ng zelve. Gelijk met ons betreden drie Marker typen het roezemoezige plein. De oude man loopt voorop. Achter hem, in zijn voetstappen, de oude vrouw, en daarachter precies in 'een rechte lijn de jonge dochter. Zij is. in den letterlnken zin, de verpersoonliiking van een be kende Engelsche ,,mop", die (met een variant) zegt: „She is following"her fathers footsteps". (Zij volgt de voetstappen haars vaders). Als Pa met een breede bocht de trottoir afzeilt, zeilt Ma precies in zijn kielzog en de jonge dochter trippelt in hetzelfde spoor. Zorgvuldig bewaren zij onderling een af stand van omstreeks een meier, 't Is een potsierlijk gezicht, deze spoortje-spelende Marker en Markerinnen. 't Is ze aan te zien dat de straten van hun eiland niet breed zijn. De zwij gende, afdalende reeks glijdt verder door de druk e, als drie Marker botters, die, achter mekaar aan, scherp bij den wind hoog-gestevend, over het water hnb leien, en vrdwijnt einde lijk tusschen de menigte. Onder het witte tentendak* dat over de Nieuwmarkt is gesoannen, krioelen de menschen tusschen de houten schragen door, die onder een stapeling van kakel bonte lappen bedolven ligg-'n. Deze semi-openlucht verkooping onderscheidt zich nu juist niet door de rust die de winkels van de Kalverstraat kenmerkt. Het veelvuldig gebruik en de voortdurende training hebben het volkje, dat hier zijn broodje pleegt te verd:enen, de beschikking doen verkrijgen over niet te evenaren stembanden. Vooral de dames heb oen overslaan de, jodelende en snijdende spreekorganen, die en masse een koor van zingende zagen en ontstemde saxophones ver achter zich laten. Toch ontbreekt het der Nieuwmarkt niet aan „stille gevallen'Ziet u maar eens dat verfomfaaide, zeer oude vrouwtje, dat in contempla'ie verzonken is voor een stalletje met haring en versche zalm. Dit sloofje is weggeloopen uit één van Spe-mhoffs liederenbundels; her tuurt met afwezige bikken naar de hartiee heerlijkheden die hier zoo pjquant uit dagend ten toon gespreid zijn Waarschmlijk heelf zij op dit oogenblik abso uur geen andere idealen dan versche zalm Haar partner in dit real'Stisch wereldto >neel voor het décor van de oude Waag. is een man van ha ir b-eftijd, met ver wtteide oogen en een tragi ch -ouwvallig lichaam. Hij houd' bij de staart e-n haring tusschen duim en wijsvinger, doch vóór hij de rafelige vis h in zijn opengesperden mond laat zakken, fixeert hij ha*r eenige seconden Waarom? Wellicht is dit zijn on'bijt, z n lunch en zijn diner Vlak naast hem staat de juffrouw met de mo'entjes. Zij draagt den stok met de draaiende papieren veelkleurigheid, zooals een pauw zijn staart torst. Waaiervormig omhoog. Zij blijft op één punt staan, maar af en toe wendt zij het bovenlichaam zoekt, voor wie dit negotie-dorado bios- coop, tooneel, en praatstoel in éénen is. Straks gaan zij haar dorst lessen bij het gemeentelijke fonteintje, dat in de scha duwen van de oude Waag staat, of zij wippen aan bij den zuur-of appelenkar, de foyers van dezen openluchtschouw burgOok die appel-en bananen- en vooral de bloemenkarren ziin weeMerige momenten in dit levendige, maar toch grauwe stadstafereel. Grauw van al de donkere mannen- en vrouwenkleeren, grauw van de zwarte schaduwen on der de dikke tentzeilen, grauw van den zonloo zen najaarsdag. De oranje, de roestbruine, de sneeuwwitte en de bijnapurperroodeherfst- chrysanten zijn, ondanks de verroeste blikken bussen waarin zij staan, meer dan vorstelijke bouquetten in dit weinig romantische en nogal armetierige milieu; zie hoe die k eurenchaos daar aan den wallen kant zich weer spiegelt in het drab- bige K water van de gracht, waar de Nieuwmarkt aan geplempt is. De plas, die elders groen en goor is, begint hier op het palet van een modernen schilder te gelijken. Onderwijl schreeuwen de kooplui zich schor. Zij gesticuleeren en dansen en springen achter de schragen als marionetlen, die door een grillige hand bewogen worden. Zij doen gezamenlijk een stormloop zonder achter hun ba rière vandaan te ko men op de massa, die in de smalle paden tusschen de kramen, schuifelend zich voortbeweegt. Als zij met hun zwaar geschut een bres in de weekere deelen van 's menschen stand vastigheid hebben geschoten, vallen zij aan met de knetterende mitrailleurs hunner overredings kunst. Of zij bidden, zij smeken, en vooral, zij vleien u, om vooral toch eens te kiiken (verplicht immers tot niets) om desnoods eens te probeeren, te proeven, te ondervin den. Zij gooien de lasso's hunner koopmans - talen ten om uw hals en s'euren u grijns lachend tot voor hun winkel; zij spieden met ha viksoogen naar de gezichten, die zwakheid ««koop lust verraden, hun getrainde men- schenkennis ligt op de loer om ieder argeloos slachtoffer dat onbekende nieuwigheid was het Nïeuwmarktsche instituut, ge- heeten: de heete-boonen-ketel (staat niet in Van Dalen). Dit is een allergenoeglijkste ijzeren pot van formidabelen omvang, waaronder een gezellig turfvuur smeult. Reeds op een afstand komt de eigenaardige lucht van den turfsmook u tegemoet, prikkelt uw reukorganen en lokt u naar den gezegden heete- boonen-ketei. Daarin pruttelt en sputtert een biei-achtige massa die bestaat uit kokend water, peper, zout en groene erwten De worst en de kluif ontbreken aan dezen spijze, anders zou zij gewis nog populairder zijn. Toch wor- graagte a doen niet iarrr onzer Via den dwalen wij branding pers. koop- \X weer op den kenburcht.de genlijk gehee- Anthony's 'oort- de zwijgende heerscher van de Nieuwmarkt. dendekoppen ,,heeteboonen"met 4 of 5 cent per kop gekochtzij onder voor het fameuze oor varende voorvaderen.! heete-boonen-ketel verder door deze van kooplui, koo- waar,en stranden on verzettelij Waag, ofei- ten Sint huijs, u op, de vaste, stevige contouren van den ouden toren. En wij meenden er daarom wèl aan te doen de levensoeschrijving van het Sint Anthony's Poorthuijs hier weer te geven: Zijn eersten steen werd gelegd op den 2Ssten van de maand April, in het jaar 1588. Het Sint Anthony's Poorthuijs was ooispronkelijk oedoeld als onderdeel van de wallen, die ter verdediging van de stad waren opgeworpen. In zooverre komt de jeugd van den sieenen von den.Nog later - vin den wij ge noteerd - werd het chirurgijnsch gilde er in geves tigd. wat wederom tot gevolg had, dat ook het anatomisch onderwijs binnen de toen al eerbied waardige, oude muren, plaats ging vinden. In het jaar 179S trekken de verschillende gilden uit het Sint Anthony's Poorthuijs hoewel het anatomisch onderwijs er gevest gd blij t tot 1S69. Na 1795 blijft het gebruik van het gebouw voor langen tijd bijna uitsluitend voor militaire doelein den gereserveerd. Onder arderen is er een schermzaal in gevestigd. In 1S6S doet een deel der ruimte nog eens dienst als archief, verschil lende vertrekken worden aan particulieren, in den loop van de 19de eeuw. verhuurd, korten tijd zetelt ook de brandweer in het oer oude huis, tot in het begin van deze eeuw de gemeentedienst er zich meester van maakt, om er één van zijn afdeelingen te vestigen. En zoo is het tot op heden gebleven. Er zijn heel wat stormen over dit oude hoofd gevlogen. Trillioenen woorden en nog eens trilliocnen woorden zijn door de dikke, tot nu onvergankelijke muren weerkaatst ge worden. Veel smook uit Hollandsche pijpen heeft de dikke, eiken binten bruin gekleurd....... Inmiddels is hef avond geworden De hcete booncn ketel zweeft in een rossigen gloed. De Waag is somber en zwart geworden, en heeft zich gehuld in dc vroege duisternis. Maar nu flitsen de acytheleen lampen op; de herfstchrysan- ten worden papieren kunstbloemen. De boomen worden tn dit felle, witte licht tooneelboomen, en dc tentjes niet de schragen tooneeldecor. De kooplui doen een laatsten aanval op de mcnschenmenïgte, die, nu het kil wordt, zich minder koopgtaag toont. De vrouwen zakken langzaam al kletsende af naar huis. De scherpe, donkere profielen van de kooplui, hun donkere, siimme mas kers, zijn als clownsfratsen, die opduiken en weer verdwijnen in het lamplicht. Maar lang houden de toovenaars van de Nieuwmarkt hun publiek niet meer vast. De boonen-ketel eri de zuurtentjes blijven staan voor „den Zecditk", wiens be woners en bezoekers altijd na-dorst en -honger hebben. De koopwaar wordt ingepakt, en daarmee verdwijnen de kleu ren en het lawaai. Waarlijk, dit feest gaat uit als een nacht kaars. De stemmen zijn schor en het plein is smerig; bezaaid met vodden en rommel.—... Zoo gezellig als het op den dag in het volle licht was, zoo naargeestig is het er nu. Als de groote menschen het veld hebben geruimd, als de koffers in een vloek en een zucht gepakt zijn, als de schragen als houten skeletten in het" magere kunstlicht staan, strijken de jeugdige bewoonsters en bewoners van den Zeedijk en diens contreie, als een troep hongerige spreeuwen, op de zielige overblijfselen van de „Markt" neer. 't Is fameus met hoeveel snelheid en met hoeveel handigheid zij den chaos, die de branding op de Nieuw markt heeft achtergelaten, weten ie doorwrochten. Rappe handen halen alles ondersteboven en graaien met een ijver dien zij voor nuttiger arbeid nimmer te demon streerden plegen door het afval van de straatnegotie. Er ziin er die een plan de campagne opmaken. Die be raadslagen hoe zij het best eenige vierkante meters vuil nis kunnen exploiteeren. Dit is het laafste. Wij trekken ons nu graag terug van dit podium aan den voet van het Sint Anthony's Poorthuijs, waarop zich. jaar in, jaar uit, met groote regelmaat dezelfde tafereelen afspelen. 't Is kil geworden. De wind steekt op, jaagt witte papier- fiarden voor zich uit. De Nieuwmarkt heeft niets roman tisch meer. Zij is als een groote prullcmand, een vuilnis bak. Wij trekken ons nu gaarne terug. F. A. 17 NOVEMBER 192Sgj

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1928 | | pagina 15