LON CHANEY, DE MAN MET DE DUIZEND
MASKERS.
H.D.VERTELLING
Hjj speelt zonder armen of beenen.
De kameleon onder de filmartisten.
Zijn eenige constante karaktereigen
schap.
Vijf van de „duizend maskers" van Lon Chaney.
Men vertelt:
Ergens in de buurt van de HoTlywood-
sche studio's maakten de twee mannen,
die ieder een snorren-mode gecreëerd
hebben, namelijk Charlie Chaplin en
Douglas Fairbanks, eens een wandeling.
Charlie zeurde over de .ribben van
Adam" zooals hij sedert zijn echtschei
dingsproces de vrouwen betitelt
Doug verveelde zich. Toen waagde een
groote bruine tor het, het pad der hee-
ren te kruisen. Doug wilde het beest
dcod trappen, maar Charlie hield hem
terug: „Niet doen, dat is misschien
„Lon Chaney in een nieuwe vermom
ming".
Dit fraaie verhaal, dat wel uit de duim
vol originaliteit van een der lustig fan-
taseerertde pers-nieuwtjes-schrijvers dor
Metro-Goldwyn zal zijn gezogen typeert
den man met de duizend maskers, Lon
Chaney, en getuigt van de bewondering
die zelfs artiesten als Chaplin hebben
voor zijn knappe wijze van grimeeren.
Deze moderne Proteus, die telkens
weer in een andere gedaante, als een
ander type op 't witte doek opduikt mo
ge dan niet tot de eerste-rangs film
kunstenaars gerekend worden, in 't uit
beelden van een bepaalden persoon is
hij hun meester. Want zoo goed als een
kameleon groen wordt wanneer je hem
op een groen blad zet, rood als je hem
een xooden lap voor de oogen houdt, wit
op een wit tafellaken en zwart als hij
over je Zondagsche pak huppelt, zoo
kan Chaney als Mr. Chaney uit Culver
City verdwijnen en weer voor den dag
komen als clown of bankdirecteur, als
korporaal of banneling, als detective
of boef, als Chinees of Engelschman,
als lamme, gebochelde, blinde of inva
lide, al naar de directie van de Metro-
Goldwyn bet wil tot welzijn van haar
kas, tot „leerlnghe" van de andere film
sterren en tot „vermaack" van het pu
bliek, dat telkens weer benieuwd blijkt of
het Chaney wel dadelijk zal herken
nen wanneer hij weer na een prachtige
gedaanteverwisseing op 't witte doek
verschijnt.
Lon Chaney's levensloop ken ik niet.
bovendien is de periode, verloopen tus-
schen geboorte en laatste rolprent van
de meeste filmartiesten zoo onbelang
rijk of zoo gefantaseerd door voor
noemde duimzuigers, dat het mal zou
zyn daarvoor telkens den copiejongen,
den zetter, den opmaker, den drukker
en den bezorger extra lasten te be
zorgen. Chaney zou volgens zoo'n le
vensbericht natuurlijk bij zekere miss
Smith tea- bewaarschool zijn gegaan, ge
zichten getrokken hebben achter den
(rug van de juffrouw hetgeen zijn la
tere roem reeds voorspelde middel
matige rapportcijfers gehaald hebben en
van huis weggeloopen zijn omdat hij zoo
dolgraag bij de film wilde komen.
Maar zoo iets zou te ongeloofwaardig
zijn. Want Lon Chaney heeft een flin-
ken, zij het niet mooien. kop, de trek
ken staan er. scherp in, de oogen zijn
helder en open. Dit is de kop van
iemand die het leven gezien heeft van
ale kanten, die allerlei ontberingen
heeft doorstaan, die misschien wel als
hobo gezworven heeft door het Westen
van Uncle Sam's rijk, en niet van een
jochie dat regelrecht van school met
Pa's hulp en dollars in de studio's is ge
komen, waar men hem ontdekte.
Een film-rubriek-schrijver gedraagt
zich tegenover de sterren der aarde zoo
als de astronoom tegenover de sten-en
des hemels. Beiden turen door een
dampkring heen al is die bij eerstge
noemde wel te zien, vooral wanneer er
veel mannelijk publiek in de bioscoop
zit, en bij den laatste niet beiden
gaan der sterren loop na, zien er soms
verdwijnen maar dit visten zij al
vooruit zien ze schitteren, weten
welke van de eerste grootte zijn. bepa
len op een enkele hun aandacht en heb
ben veel belangstelling voor sterren die
zich telkens weer anders vertoonen.
Lon Chaney is zeker de meest ver
anderlijke filmspeler ter wereld. Zijn
vrij gewone gezicht leent zich nogal voor
grimeeren en in 't werken met schmink
en valscli haar is hij technisch knapper
dan wie cok.
De eeiste film waarin hij opviel was
„Buiten de wet" met Prlscilla Dean In
de hoofdrol, hierin was hij een boef.
evenals in „De verwoesting van San
Francisco", die ook in misdadigers'-
kringen speelde. Doch de aandacht der
wereld wc.- op hem gevestigd door zijn
geweldig knappe uitbeelding van den
gebochelden Quasimodo in „De klokken
luider van Nótre Dame", terwijl ook in
het „enge" filmwerk „Het spook van de
Opera" Lon Chaney zich tot een totaal
bijzonder figuur gemaakt had en een
kop schminkte zóó expressief als men
alleen nog maar in een enkele goede
Duitsche film had gezien. Zijn kop in
„Londen na Middernacht" gelijkt hier
wel iets op, is nog vreeselijker met de
gemeene oogen en grijnzenden mond.
Maar in dezelfde film vertoont hij zich
nog anders, zonder grime met een lorg
net als detective, och de man met de
duizend maskers kan van zijn kop ma
ken wat hij wil.
In „De man zonder armen" speelde hij
met zijn voeten, in „West of Zanzibar'
is hij een verlamde, die in een wa
gentje gereden wordt en in „The road to
Mandalay" schminkte hij zijn halve
lichaam om er als een magere, taaie
ricksha-looper uit te zien. Heel goed is
ook zijn grime in „De verworpeling" een
film die in Siberië speelt, terwijl men
z-ijn clown-koppen vindt in „De man
die de klappen krijgt" en in „Lach.
clown, lach!", en andere creaties kent
uit ,.De Zeemanskroeg van Singapore",
„Eerst de Jantjes". ..Mr. Wu" en nog
enkele andere films.
C. G. B.
GEVALLEN GROOTHEID.
Er is zoo op het eerste gezicht wei
nig belangrijks in het bericht uit Chi-
cago. dat twee employés van een der
groote warenhuizen in die stad, George,
uit de afdeeling heerenkieeding en Ale ka
uit de afdeeling sportcostumes, binnen
kort in het huwelijk zullen treden.
Wat deze aankondiging pikant, maakt,
is de verdere mededeeling dat George's
volledige naam luidt prins George Rotis.
los, en dat hij nog een achterneef is van
den vermoorden Czaar van Rusland ter
wijl Aleka volledig heet Grootvorstin
Aleka Galitzine en een dochter is van
grootvorst Paul Galitzine van Rusland.
De beide jongelieden zijn na de revo
lutie met achterlating van vrijwel al
hun aarósche bezittingen uit Rusland
gevludht en zochten een schuilplaats in
Londen waar zij een paar jaar konden
blijven bestaan. tot de honger hen
dwong, him fortuin in Amerika te zoe
ken. Zoo vonden zij hun baantjes in het
warenhuis te Chicago, vaar zij nu, arm
aan bezittingen, maar rijk in hoop op
de toekomst samen het leven verder zul
len doorgaan. En wanneer hun verlof
van drie dagen voor het huwelijk en het
huwelijksreisje, om is, zullen zij weer
achter hun toonbank staan, om voor het
aagelijksch brood te werken.
DE ORDE VAN HET
SCHEERMES.
De minister van Buitenlandsche Za
ken van Zweden Eliel Lofgrèn heeft een
nieuwe ridderorde gesticht, zij het on
gewild.
De Zweedsche regeering had hem op
gedragen een onderscheiding uit te rei
ken aan een zulks waardig gekeurde
Aan het einde van den feestmaaltijd, die
aan de plechtigheid voorafging, stond
de minister op en reikte met eenige wel
gekozen woorden een leeren etui aan
den gedecoreerde over. Deze opende het
doosje, sloeg er een enkelen blik in en
sloot het weer haastig, hetgeen op de
aanwezigen een treffenden indruk van
bescheidenheid maakte. Hij werd luide
toegejuicht.
Toen de minister den volgenden och
tend toilet maakte en. na zich te heb-
oen ingezeept, het doosje dat zijn
scheergerei moest bevatten, opende
vertoonde zich voor zijn verbaasde oogen
in plaats van een scheermes een prach
tige medaille van goud en email, voor''
zien van een zijden 15nt.
En toen begreep hy dat hU by vergis
sing den vorigen dag zijn eigen scheer
mes in plaats van dit eerbewijs als de
coratie had uitgereikt.
Lon Chaney zooals hU In 't dagelijk-
sche leven is.
EEN HUWELIJKSRECORD
Mevrouw Alice Yocum, te Cedar Ra
pids (Amerika) die, naar Amerikaansche
bladen mededeelen, nu een trouwring
draagt van haar 14en echtgenoot in 13
jaar heeft zeker in dit opzicht een record
geslagen, maar toch is dit nog geen
wereld-record. Dit wordt op het oogen-
blik gehouden door Clemente Ruiz, een
schoone en bekoorlijke dame te Santa
Barbara Callfornië, die op twintigjari
gen leeftijd er reeds op kan bogen der
tien echtgenooten te hebben gehad ln
de korte spanne tijds van 3 jaar.
Eenige jaren geleden was Clemente
nog een „argeloos kind", een van de
vele kinderen uit een arm Spaansch ge
zin in Santa Barbara en zij was ais
gezegd zeer schoon
Haar eerste echtgenoot was Graaf
Tolfskow, een rijk, zestigjarig man, een
charmeur met hoffelijke manieren,
Maar Clemente had spoedig genoeg van
haar bejaarden man en na eenige wei
nige huwelijksweken scheidde zy van
hem.
Toen kwam de knappe baron Bandry
haar het hof maken. Zij stemde er in
toe zyn vrouw te worden, maar
hem reeds in den steek gedurende da
wittebroodsweken en vond spoedig een
plaatsvervanger in John Wilbur, den
zoon van een rijk inwoner van Pliiia
delphia. Deze had ook al heel gauw af
gedaan en de schoone Clemente ging er
vandoor met John Harper. die te Cin
cinnati woonde en natuurlijk even-
eens veel geld had.
Maar standvastigheid behoort niet tot
Clemente's deugden. Zij huwde verder
om beurten een zakenman, den eigenaar
van een ranch in Texas, een juwelier,
een trommelslager, een barbier enz
enz. (zij werd blijkbaar steeds minder
kieskeurig) totdat het aantal van haar
achtereenvolgens in den steek gelaten
echtgenooten 13 bedroeg.
Er is hier alle aanleiding voor ae
vraag': Wie volgt?
't Geval George
door WILLY VAN DER TAK.
„Vuv vuv vuv vuv —vloekt!"
rei George heel ongekuischt En zweeg
toen. Want hij besefte, dat hii niet ver
der vloeken kon zonder te stotteren, en
niet verder stotteren zonder te vloeken.
Met een somberen blik in ziin hemels,
blauwe oogen staarde hij voor zich uit
en zijn hand graaide nerveus door z'n
beige lokkenpracht.
Maar aangezien George's voorvaderen
altijd roemrucht waren geweest vanwe
ge hun krachtdadige besluiten en George
oen waardige laatste telg van zijn ge
slacht was, liet hij na eenige minuten
van overpeinzing ziin vuist met krach*,
naast de tafel neerdalen (dat was na.
tuurlijk een vergissing) en snelde met
een uitdrukking van vastberadenheid
op ziju gelaat de trappen af. de voordeur
uit en de straat od. Anderhalf uur later
belde hij met vaste hand aan een on
opvallend huis in de stad. waarop een
verfomfaaid bordje aankondigde, dat er
een specialist woonde. Nog een minuut
later zat hij niet een gelaat, waarop de
:oelbloedighe:d eenige graden minder
koel was geworden, en handen, waarvan
de vastberadenheid overgegaan was in
zenuwachtig gebaren in een niet al te
gemakkelijker, stoel tegenover den man,
die zich zoo weinig bescheiden met den
naam van specialist tooide.
„Ja?" zei het wetenschappelijke won-
derproduct.
„Ik kik kik kik kik", zei
George.
„U zei?"
„Wou wouw wouw
„Zing het maar", zei de specialist.
„Zis, zis zis zis?" vroeg George
verbluft.
De specialist verklaarde zich nader.
Hij was een goedaardig uitziend man
met door de mot verteerde bakkebaar.
den en een schellevisch-blik „Veel
menschen die moeilijk hun gedachten
onder woorden kunnen brengen, verge
ten, dat de zangkunst niet alleen als
middel tot luchting van een overvol ge
moed, maar ook als toevluchtsoord voor
hulpelooze stotteraars haar toepassing
vindt".
Het leek George nog zoo'n gek idee
niet toe Hij peinsde even. wierp toen
zijn hoofd achterover, sloot ziin oogen
cn barstte los in een melodieuze bas.
„Ich hab' mein Herz in Heidelberg
verloren In einer lauen Sommer-
nacht
„Ik twijfel er geen seconde aan", ze:
de specialist, terwijl hij naar zijn ooren
greep. ..'t Zal alleen wel niet in Heidel-
berg geweest zijn. Enfin, ga door".
„Ajn 't she sweet. Sée her coming
down the street Now I ask you very
confidentially: Ain 't she sweet" legde
George nader uit.
„Aha!" zei de specialist. ..'t Schijnt
een aardig kind te zijn. is ze dat?" toen
George snel een foto te voorschijn
haalde.
„Yes, sir, that "s my baby No. sir,
don 't say may be beaamde George.
„Ja. ja, ik snap 't al, zei de specia
list haastig. Zijn ooren waren nogal ge
voelig. „En wat is uw verlangen nu
eigenlijk Nee", zei hij artgsióg, toen
hij zag dat George al weer adtam. schep
te, .schrijft u het maar op een stukje
papier.
Wat George deed.
„Aha", zei de specialist na ernstige
bestudeering van het document, „u
wenscht die jonge dame uw hand, hart
en huis aan te bieden, maar als u 't
probeert, zeggen uw stembanden dat ze
't wat staat daar? vec-ver-nou.
enfin".
George knikte.
„Een niet ongewoon geval. Wel eens
meer by de hand gehad. Mijn raad aan
alle jongelieden, d'.e geen kans zien om
zich in het gewone leven anders te ge
dragen dan spuitwater-syphons, met als
directe ooisaak verlegenheid en als in
direct gevolg stotteren, is. om minstens
drie maal per dag te trachten een ge
regeld gesprek te voeren met vreemden".
En met dezen raad werd George de
meedbogenlooze wereld ingestuurd, na-
dst de specialist hem eerst voor een
niet onbelangrijk gwicht aan geki lich
ter had gemaakt.
George zat ln den trein naar huis.
Het bloed van zijn voorvaderen ver
loochende zich cok nu ndat in hem. en
hij wildé r.et een koen besluit nemen en
zijn eenigen medereiziger aanspreken,
om daarmee zijn eerste dagelijksch ge
sprek achter do kiezen te hebben, toen
de man zelf geluid gaf.
De re-gug-gug-gug-gug-geerimg heeft
de bub-bub-bub-boel weer eens lil-lil-
lil-lil—leelijk op stus-stiüs-stelten gezet-,
vuv-vuv-vuv-vindt u niet?"
De ongelukkige George tegenover hem
verbleekte en keek als een in he: nauw
gedreven everzwijn om zich heen. Op
een dergelijke vraag kon hij toch niet
met „JuJ-Juj juj-JuJ-Ja, antwoorden?
Zijn stilzwijgen scheen den man te
ergeren. „Ik vroe-vroe-vroe-vroeg u een
bub-bub-bub-bub-beleefde vra-vraag!"
zei hU nijdig. „Bent u aud-cud-dud-
doof?"
George wist maar één redmid
del. HU deed zUn mond open. wees in
de gapende spelonk en stootte een zeer
zonderling soort geluid uit- De man
begreep hem.
„Stus-stus-stus-stom?" zei hU. „Pup-
pup-pup-pardon. Het moet- vuv-vuv-vuv-
verschrikkelljk zUn om niet gug-gug-goed
te kunnen pup-pupEn zag van
liet woord af. Aan het volgende station
stapte George haastig in een andere
coupé over.
Nauwelijks had hU zich met een zucht
van verlichting in een hoek neerge
vleid, of een zeer zonderling uitgedost
individu heesch zich naar binnen. Het
was een imposant uitziend persoon, ge
kleed in pyjama's, bruine laarzen en een
regenjas. In zijn hand had hU een
hooge hoed. HU knikte George zoo
vriendelijk toe. dat deze, hoewel lichte
lijk verbaasd, besloot een gesprek met
hem aan te knoopen. Per slot van reke
ning. vond hU. maken kleeren den man
toch niet en onder die lila en geel ge
streepte pyjama scheen een warm hart
te kloppen.
„Mum-mum-mum-mooi weer", zzi
hij.
„Blij, dat u 't zoo apprecieert. Ik heb
het speciaal besteld."
George keek een beetje bevreemd op
maar hield moedig stand.
„Als ik 't wuw-wuw-weer bestellen
kuk-kuk-kon.begon hij.
„Dat begrUp ik. Maar dat kan niet
ieder sterveling. Speciaal voor mU weg
gelegd. Ik ben de keizer van Abessynié.
ziet u. Maar vertelt u 't niet verder,
ziet u. Ik reis incognito. Zoo lastig al
dat eerbetoon."
George bekeek den keizer van Abes-
syrüë achterdochtig. Het begon lang
zamerhand in hem te dagen, dat de
man gek was, ontsnapt uit een krank
zinnigen-gesticht waarschijnlijk. Ter
sluiks keek hij op zijn horloge: tien mi
nuten nog. Hij heeft later nooit begre
pen, dat hU die tien minuten overleefd
heeft, want de keizer bekogelde hem met
de meest verbluffende verhalen van zijn
keizerschap, terwijl George langzaam
terug deinsde naar den anderen hoek
van de coupé. Helaas echter volgde de
keizer hem in het vuur van zyn verha
len met overeenkomstige snelheid op dc
andere bank, zoodat er voor George niets
anders opzat dan een opgewekte galop
over de banken te organiseeren. tot de
trein stil hield, toen hij net voor de der
de maal op zijn oorspronkelijke zitplaats
gearriveerd was. De keizer wuifde hem
minzaam na, toen hij haastig op het
perron sprong en zUn voorhoofd droog
legde, dat totaal blank stond.
Toch vond George dat de resultaten,
de omstandigheden in aanmerking geno
men, nog niet zoo slecht waren geweest.
Twee gesprekken van de drie, die z'n da-
gelUks menu vormden, waren achter den
rug. En plotseling kwam er een stout
moedig idee bU hem op. Waarom niet
meteen de koe bU de horens gevat en
haar de vraag, die bU hem al weken lang
op overkoken stond, voorgelegd?
Het zou een waardig besluit van den
emotievollen dag zUn. En George belde
aan, vroeg haar te spreken, kreeg haai
te spreken en begon.
„Ik.kik kik zweeg wan
hopig en verbleekte, tot hem plotseling
als een lichtende straal de raad van den
specialist te binnen schoot. Waarom zou
hU het ook nu niet zingen? Veel toepas-
selUker ook nog. En hy zette de slui
zen van gemoed en keelgat wagenwUd
open en barstte los:
..Rose Marie, I love you I'm always
dreaming of you
Rosemarie bloosde en keek bedeesd
naar haar schoenneuzen. George sloeg
I teeder een arm ergens om haar heen en
kweelde:
..Oh tell me. oh tell me, oh tell me
The secret you will tell me I will keep...'
Enfin. hU was onweerstaanbaar er
j Rcee Marie was een gemakkelijke prooi
Alleen pa maakte neg eenige bezwaren,
maar George's bas ruischte hem zoo
hartveroverend tegemoet met de woor
den:
„We '11 have a new room, a blue room,
for two room Where every day is
holiday. dat de hardvochtige verte
genwoordiger der ouderlyke macht z'r
hart zoo week voelde worden als aard-
appelpurée. tersluiks een traan weg
pinkte en zich bescheiden uit de voeten
maakte, toen Georga fluisterend ver
volgde:
„With nothing but kisses For mister
and mistress...."
BIOGRAPHIEEN IN
EEN NOTEDOP
JOSEPH HAYDN.
Joseph Haydn was Oostenrijker. liU
werd in Rohrau 31 Maart 1732 geboren.
ZUn vader verdiende als wagenmaker de
niet zeer overvloedige kost voor een
groot aantal kinderen. HU speelde
hartstochtelUk harp en Haydn's moeder
zong daarbij.
Ook de jonge Hayön deed spoedig
aan muziek. als vUf-jarige kreeu
hU les van zUn neef, den schoolmeester
Franek, die hem de schoone kunst bU-
bracht met een niet zuinig gebruik van
de plak. waarvoor de componist hem
later heel dankbaar was, omdat zijn
vorderingen zoo groot waren, dat de
keizerlUke dompakelmeester Von Reutter
na drie jaar den jongen koorknaap deed
worden in de St. Stephanusdom te Wee-
nen. Helaas, toen Joseph „den baard ln
de keel kreeg" zette men hem zonder
pardon op straat. Zyn kost moest hij
verdienen met les geven en het spelen
in orkesten, 's Nachts studeerde hU op
een wormstekig klavier op zUn rolder
kamertje. Dat waren zUn gelukkigs:?
uren. De Italiaan Porpora legde by hem
de verdere theoretische grondslagen,
voel leerde hU uit Ph. Emanuel Bach's
muziek Uit dien tyd stammen zijn
eerste symphonieën en sonaten.
Een uitstekende leerschool voor de
kennis van het dirigeeren cn de instru
mentatie en een verbetering van zUn po
sitie was zijn kapelmeesterschap van de
Hofkapel van den vorst Paul Anton
Esterhazy te Elsenstadt. later van diens
zoon en kleinzoon, die Haydn van 1761 tot
1700 diende.
Voor de symphonieën en de oratoria
was echter het belangrUkste Haydn's
verbluf in Engeland van 1791 tot '02 en
van 1794 tot '95. Hij maakte er kennis
met de Engelsche teksten van Llndley
en Thomson, die hij te Weenen door Van
Swlcten, een medicus van Hollandse!:?
afkomst heeft laten vertalen, waarna
hU er „Die Schöpfung" en „Die Jahrcs-
zelten" bU componeerde. Do tekst van
het eerste vertoont invloeden van Mil
ton. De eerste uitvoeringen van deze
oratoria werden gegeven respectieve! Uk
op 29 April 1798 en 24 April 1801. Het
opmerkclyke is, dat Haydn deze werken,
die al zijn vorige overtroffen schiep op
een leeftUd, waarop de meesten reeds
lang het hoogtepunt gepasseerd zUn. De
meester, eere-doctor aan de Universi
teit van Oxford, alom bekend en be
roemd had 'n onbekommorden ouden dag.
hU,stierf 31 Mei 1809 in de niuziekstad
Weenen. ZUn vrouw, een ware Xantippe,
die hU eigenlijk uit goedhartigheid ge
trouwd had is er in 40 jaar niet ln ge
slaagd zUn goed humeur blijvend to
verstoren. De grootte van zUn produc
tiviteit kunnen wy niet beter aantooncn,
dan door het noemen van eenige getal
len, veel van zUn werk mag met bat
volste recht klassiek heeten, vooral de
kamermuziek. Haydn schreef 125 sym
phonieën, 77 strijkkwartetten. 20 piano
concerten, 38 trio's. 24 opera's cn talloo-
ze sonaten, liederen, viool- en violon
celconcerten, behalve drie oratoria.
Een ontdekkingsreiziger beweert een
volksstam ontdekt te hebben die het
daglicht schuwt en zich overdag in
donkere hoeken schuil houdt. De vraag
is gestold, of dit misschien een neder
zetting van ontsnapte scheidsrechters Is.
den. Toen ben ik van mijn fiets gevallen
en heb mijn voet bezeerd. Nu kan ik
niet verder. Die mannen willen geld van
mU hebben."
„Hoe zit dat?" vroeg Klinker barsch
aan den grooten kerel. „Rooverij op
klaarlichten dag. hé?"
De man keek hem nUdig aan. Zijn eene
oog loenschte verschrikkelijk, maar hy
hield zich zichtbaar in en zei met een
zachte stem, die een vreemd contrast
maakte met zijn ongunstig-voorkomen:
„de juffrouw hoeft niet bang te wezen;
wij doen geen kwaad. We zyn drie ge-
sjochte jongens en hebben alleen maar
om een kleine ondersteuning gevraagd.
Mag dat niet eens?"
„Bedelarij is verboden," zei ik.
„Ze ei^chten tien gulden," zei het
meisje. .Die heb ik niet bU mij."
Ik zal jelui een goeien raaa geven,"
zei Klinker. „Een. twee, drie, opgemar
cheerd, of er gebeuren hier andere din
gen." En vooruit stappende totdat hij
den langen kerel bijna raakte, hield hy
hem zyn vuist onder den neus. De man
werd rood van boosheid, de twee ande
ren bromden. Een paar stappen achter
uit gaande, praatten ze zachtjes met
elkaar, zoodat wU het niet konden hoo-
ren; teen keerden ze zich om en ver
dwenen in een boschje. Maar op het
laatste oogen blik draaide de grootste
van de drie zich nog eens om en keek
KI nker valsch aan,
„Dank u hartelUk," zei het meisje, ,.lk
was zóó geschrokken, ik wist geen raad."
„Nou ja," zei vriend S.mson, „die nu
hei gevaar voorbij was opeens verle
gen scheen te worden, ,,'t Heeft niets te
beduiden. Dat soort van kerels durft
toch niet te vechten."
.Maar de juffrouw heeft zich bezeerd,"
Zei ik. „Kan u verder fietsen? Waar
moet u heen?"
„Ik ga naar Amsterdam. Wel bedankt
voor uw hulp." ZU deed een paar stap
pen en wou weer op haar zadel gaan
zitten, maar gaf meteen een kreet van
pijn. „MUn rechtervoet is zoo pUnlijk."
Wij keken elkaar aan. BlU'kbaar was
het meisje niet in slaat om verder te
gaan. Wat moesten wU doen!
„Is u ver van huis?' vroeg de Zwart.
„Ik woon te Abkoude," zei ze en pro
beerde opnieuw op haar fiets te stappen.
Maar tegelyk verbleekte zü van pyr. en
zcu gevallen zijn, wanneer ik haar niet
bijtijds gegrepen had. Toen kreeg ik
een idee. „U kan onmogelijk r.aar Am
sterdam rijden. WU hebcen enzen wagen
hier vlak bU en wij gaan naar Utrecht.
Laten wy u even in onzen wagen naar
huls brengen."
Het meisje aarzelde en ik begreep wel.
dat zU maar niet aadelyk er voor te
vinden was, om zich aan drie onbeken
den toe te vertrouwen. Ik stelde ons dus
in den vorm aan haar voor. „Gaat u even
mee cm onzen auto te zien, hij is niet
heel riïooi, maar wij zullen u veilig bij
uw familie brengen."
Zy verzette zich nog, maar heel zwak
jes. ,.ïk breng misschien uw plannen in
de war
„Heelsmaal niet." zei de Zwart. „Wij
gaan toch over Abkoude."
Opeens nam zy een kloek besluit, blljk-
baar inziende dat mijn voorstel voor haar
de eenige mogelijkheid was. „Dan heel
graag," zei ze.
Klinker ging vooruit om dc-n wagen op
te draaien. Ik nam haar fiets, de Zwart
en ik gaven haar ieder een arm vcor
steun en zoo. op den gezonden Enker
voet hippende, legde zij den afstand naar
onzen wagen af. want het laantje was
niet breed genoeg om er aiet den auto in
te rUden. Het ging niet gemakkelijk,
maar wU kwamen er toch. Wy hielpen
haar instappen, hingen met een flink
touw de fiets aan onzen wagen en zet
ten onzen tocht voort, in de richting
van Abkoude.
Nooit heb ik zoo'n lief meisje gezien.
Zy had een klein neusje, een
paar helderblauwe oogen. een mondje
als een kers en glanzend blond haar. niet
van dat gewone blond, dat ordinaire, dat
op asch lijkt, maar iets heel buitenge
woons. dat ik vóór of na dien dag nooit
meer gezien heb. Zij was gekleed in een
keurig wit zomer-Japcnr.etje er. had eer.
paar kleine voetjes kortom haar ge-
heele verschijning was verrukkelijk.
Klinker draaide haar daar hU aan het
stuurwiel zat, pardoas zyn breeden rug
tce en ik r.am het hem byna kwalijk, al
kon de goeie kerel er natuurlijk niets
aan doen. Ik zat naast haar en deed wat
ik kon, cm haar op haar gemak te zet
ten. Het duurde geen vijf minuten of zij
was over haar schrik heen en verleide
dat zU Ada Brinkman heette en dal
haar familie stil leefde in Abkoude.
Ach, dat ritje vergeet ik van myn le
ven niet. Zij zat zoo onbevangen te ver
tellen: hoe zU was komen aanrijden,
hoe opeens de drie kerels achter de
bcomen vandaan waren gesprongen, zoo
dat zU van haar fiets was gevallen, en
haar voet verstuikt .iad, zoodat zU mei
eens wigloopen kon. „Ze eischten ge:a,
tien gulden, en ik had ze niet. Ik wist
mij geen raad, ik gilde en teen kwam u
met uw vrienden. Ik ben u zóó dank
baar. En uw vriend, mUnheer Klinker, is
zeker heel sterk. Hij ke:-k den greoten
kerel zoo boos a.~n. Die werd heelemaal
bang!"
„Ja, Klinker is sterk," zei ik, maar ik
vond die loftuitingen op Simson niet
heel prettig. Nu Ja, als Je eenmaal zoo
sterk bent, is het gemakkelU'k genoeg om
dapper op te treden.
„Hier woon ik," zei Ada (och, wat een
lieve naam is dat!). Klinker stopte voor
een aardige kleine villa. Een oude heer
die juist voor net raam stond en heel
verwonderd keek. kwam haastig naar
buiten en hielp haar uitstappen. Klin
ker wou dadelyk verder gaan. maar
daar kon niet van komen. Haar vader
vroeg ens binnen en putte zich met zijn
vrouw, een allerliefste dame met grijs
haar, uit in dankbetuigingen. Wy moes
ten blijven eten. Hij wou van geen
weigering hoeren.
Wy bleven. Eorst te acht uur stap
ten we weer in den wagen, niet den
kende welke avonturen ons dien nacht
nog wachtten. Al wuivende verdwenen
wij om den hoek. My was het, toen ik
Ada niet moer zag, alsof de wereld leeg
geworden was.
F. TER LAAN FIDELIO.
De uitslag van onze prysvraag ln de
Haarlemmer Halletjes van Zaterdag
10 November was Abkoude. De opgaaf
was niet moeilijk, zoodat dan ook verre
weg de meeste inzsnüers die hebben
aangegeven. Men herinnert zich, dat de
vraag was: de plaats, waar de reizigers
uit Amsterdam komende, heengingen,
bestaat uit 3 lettergrepen: de eerste is
een verkorte jongensnaam, de twee
laatste geven een verkoelenden indruk
ln dagen van zomerhitte." Eén van oc
inzenders vond de vraag zóó eenvoudig,
dat hij ten antwoord gaf: „Deze oplos
sing iykt n:y eerlyk gezegd feitelijk te
gemakkelijk om geed tc zyn." Een op
merking. waarin eenige critlek gelegen
is voor den opgever. Ik wil niet ontken
nen, dat de vraag dezen keer weinig van
de scherpzinnigheid van mijn lezers (die
groot ls), heeft gevorderd. BlUkbaar ligt
ln de opmerking een aansporing om
wat meer van hun denkvermogen te
vergen. Dit neemt evenwel niet weg. dat
verschillende Inzenders toch nog andere
oplossingen hebben gevonden, die inder
daad min of meer reden van bestaan
hebben. Eén inzender geeft op Korten-
hoef; dat is dus Kor. een verkort»,
jongensnaam en ten Hoef. waarin hij
een verkoelenden indruk vond. omdat er
bU een hofstede altUd wei boomen rijn
en ook wel een verfrlsschlng te bekomen
is. Een dame meende, dat het Rens-
wouce moest zUn, een plaatsje in de
provincie Utrecht: Rens als verkorting
van Laurens en woude. omdat het
daar zoet is te rusten in dagen van
zomerhitte. Een andere inzendster
vond het woord Corversbosch en nog
weer een andere had Nol-in-'t-Bosch.
als lk mU niet vergis een uitspanning by
Renkurn. Eén van de inzenders heeft
HerwUnen in den Tielerwaard als op
lossing aangewezen, omdat Her een ver
korting van Herman is en wijnen in
warme dagen een verkoelenden indruk
maken. Of die laatste conclusie nu wel
Juist is, zou ik durven betwijrelen. Jan
GU'zenvaart is nog weer een andere op
lossing cn de laatste is Koog Zaandijk,
omdat Ko een goede Jongensnaam is
en de Zaan een verfrisschenden indruk
geeft. Zoodat men ziet, dat er ook nog
andere oplossingen mogelijk zUn dan
Abkoude. Evenwel: Abkoude ls het en
onder c'e zec-r talrijke inzendingen
meest worden geloot om ae pryswinners
aan te wijzen. Wy hebben al de briefjes
dicht gevouwen cn er eerst één uitgeno
men, waaraan de eerste prUs en toen
twee waaraan twee tweede prijzen wor
den toegekend. Zoo viel door het lot dc
eerste prUs te beurt aan:
Mej. Sipkes, Zandvoort Bad, Zand-
voortschelaan 4;
en dc twee tweede prijzen aan: den
Heer J. H. Visser. Slachthuisstraat
83 zwart en den Heer M. Smits, Zand
pad, Middelharnis.
Aan Mej. Sipkes is ƒ5.— toegezonden
om daarvoor een boek naar keuzo tc
koopen en aan de heeren Visser en
Smits elk ƒ2.50 voor hetzelfde doel.
Voor de volgende week schrijven wU
een nieuwe prijsvraag uit. De laatste
werd te gemakkelUk gevonden. Nu doen
wy een beroep op de verbeeldingskracht
van onze lezers.
Aan het slot van het verhaal van
heden schrijft tor Laan: „WU stapten ln
den wagen, niet denkende welke avontu
ren ons dien nacht nog wachtten." Wel
nu. dc prijsvraag voor dc volgende
weck is:
Wat overkwam onze reizigers dien
nacht?
Natuurlijk verwachten wU niet. dat
iemand het precies zal raden, maar wij
loven voor het aardigste antwoord, ook
al komt dat niet met de werkelijkheid
overeen, weer twee prUzen uit:
Een bock ter waarde van 5.— als
eersten prijs en een idem, ter waarde
van 2.CO. als tweeden prijs
Inzendingen mogen niet greoier zijn
dan vyitlg regels druks en moeten
Dinsdagavond 2D Nov. In ons bezit zUn,
aan het adres van Fidel.o, Groote
Houtstraat 93.