LON CHANEY, DE MAN MET DE DUIZEND MASKERS. H.D.VERTELLING Hjj speelt zonder armen of beenen. De kameleon onder de filmartisten. Zijn eenige constante karaktereigen schap. Vijf van de „duizend maskers" van Lon Chaney. Men vertelt: Ergens in de buurt van de HoTlywood- sche studio's maakten de twee mannen, die ieder een snorren-mode gecreëerd hebben, namelijk Charlie Chaplin en Douglas Fairbanks, eens een wandeling. Charlie zeurde over de .ribben van Adam" zooals hij sedert zijn echtschei dingsproces de vrouwen betitelt Doug verveelde zich. Toen waagde een groote bruine tor het, het pad der hee- ren te kruisen. Doug wilde het beest dcod trappen, maar Charlie hield hem terug: „Niet doen, dat is misschien „Lon Chaney in een nieuwe vermom ming". Dit fraaie verhaal, dat wel uit de duim vol originaliteit van een der lustig fan- taseerertde pers-nieuwtjes-schrijvers dor Metro-Goldwyn zal zijn gezogen typeert den man met de duizend maskers, Lon Chaney, en getuigt van de bewondering die zelfs artiesten als Chaplin hebben voor zijn knappe wijze van grimeeren. Deze moderne Proteus, die telkens weer in een andere gedaante, als een ander type op 't witte doek opduikt mo ge dan niet tot de eerste-rangs film kunstenaars gerekend worden, in 't uit beelden van een bepaalden persoon is hij hun meester. Want zoo goed als een kameleon groen wordt wanneer je hem op een groen blad zet, rood als je hem een xooden lap voor de oogen houdt, wit op een wit tafellaken en zwart als hij over je Zondagsche pak huppelt, zoo kan Chaney als Mr. Chaney uit Culver City verdwijnen en weer voor den dag komen als clown of bankdirecteur, als korporaal of banneling, als detective of boef, als Chinees of Engelschman, als lamme, gebochelde, blinde of inva lide, al naar de directie van de Metro- Goldwyn bet wil tot welzijn van haar kas, tot „leerlnghe" van de andere film sterren en tot „vermaack" van het pu bliek, dat telkens weer benieuwd blijkt of het Chaney wel dadelijk zal herken nen wanneer hij weer na een prachtige gedaanteverwisseing op 't witte doek verschijnt. Lon Chaney's levensloop ken ik niet. bovendien is de periode, verloopen tus- schen geboorte en laatste rolprent van de meeste filmartiesten zoo onbelang rijk of zoo gefantaseerd door voor noemde duimzuigers, dat het mal zou zyn daarvoor telkens den copiejongen, den zetter, den opmaker, den drukker en den bezorger extra lasten te be zorgen. Chaney zou volgens zoo'n le vensbericht natuurlijk bij zekere miss Smith tea- bewaarschool zijn gegaan, ge zichten getrokken hebben achter den (rug van de juffrouw hetgeen zijn la tere roem reeds voorspelde middel matige rapportcijfers gehaald hebben en van huis weggeloopen zijn omdat hij zoo dolgraag bij de film wilde komen. Maar zoo iets zou te ongeloofwaardig zijn. Want Lon Chaney heeft een flin- ken, zij het niet mooien. kop, de trek ken staan er. scherp in, de oogen zijn helder en open. Dit is de kop van iemand die het leven gezien heeft van ale kanten, die allerlei ontberingen heeft doorstaan, die misschien wel als hobo gezworven heeft door het Westen van Uncle Sam's rijk, en niet van een jochie dat regelrecht van school met Pa's hulp en dollars in de studio's is ge komen, waar men hem ontdekte. Een film-rubriek-schrijver gedraagt zich tegenover de sterren der aarde zoo als de astronoom tegenover de sten-en des hemels. Beiden turen door een dampkring heen al is die bij eerstge noemde wel te zien, vooral wanneer er veel mannelijk publiek in de bioscoop zit, en bij den laatste niet beiden gaan der sterren loop na, zien er soms verdwijnen maar dit visten zij al vooruit zien ze schitteren, weten welke van de eerste grootte zijn. bepa len op een enkele hun aandacht en heb ben veel belangstelling voor sterren die zich telkens weer anders vertoonen. Lon Chaney is zeker de meest ver anderlijke filmspeler ter wereld. Zijn vrij gewone gezicht leent zich nogal voor grimeeren en in 't werken met schmink en valscli haar is hij technisch knapper dan wie cok. De eeiste film waarin hij opviel was „Buiten de wet" met Prlscilla Dean In de hoofdrol, hierin was hij een boef. evenals in „De verwoesting van San Francisco", die ook in misdadigers'- kringen speelde. Doch de aandacht der wereld wc.- op hem gevestigd door zijn geweldig knappe uitbeelding van den gebochelden Quasimodo in „De klokken luider van Nótre Dame", terwijl ook in het „enge" filmwerk „Het spook van de Opera" Lon Chaney zich tot een totaal bijzonder figuur gemaakt had en een kop schminkte zóó expressief als men alleen nog maar in een enkele goede Duitsche film had gezien. Zijn kop in „Londen na Middernacht" gelijkt hier wel iets op, is nog vreeselijker met de gemeene oogen en grijnzenden mond. Maar in dezelfde film vertoont hij zich nog anders, zonder grime met een lorg net als detective, och de man met de duizend maskers kan van zijn kop ma ken wat hij wil. In „De man zonder armen" speelde hij met zijn voeten, in „West of Zanzibar' is hij een verlamde, die in een wa gentje gereden wordt en in „The road to Mandalay" schminkte hij zijn halve lichaam om er als een magere, taaie ricksha-looper uit te zien. Heel goed is ook zijn grime in „De verworpeling" een film die in Siberië speelt, terwijl men z-ijn clown-koppen vindt in „De man die de klappen krijgt" en in „Lach. clown, lach!", en andere creaties kent uit ,.De Zeemanskroeg van Singapore", „Eerst de Jantjes". ..Mr. Wu" en nog enkele andere films. C. G. B. GEVALLEN GROOTHEID. Er is zoo op het eerste gezicht wei nig belangrijks in het bericht uit Chi- cago. dat twee employés van een der groote warenhuizen in die stad, George, uit de afdeeling heerenkieeding en Ale ka uit de afdeeling sportcostumes, binnen kort in het huwelijk zullen treden. Wat deze aankondiging pikant, maakt, is de verdere mededeeling dat George's volledige naam luidt prins George Rotis. los, en dat hij nog een achterneef is van den vermoorden Czaar van Rusland ter wijl Aleka volledig heet Grootvorstin Aleka Galitzine en een dochter is van grootvorst Paul Galitzine van Rusland. De beide jongelieden zijn na de revo lutie met achterlating van vrijwel al hun aarósche bezittingen uit Rusland gevludht en zochten een schuilplaats in Londen waar zij een paar jaar konden blijven bestaan. tot de honger hen dwong, him fortuin in Amerika te zoe ken. Zoo vonden zij hun baantjes in het warenhuis te Chicago, vaar zij nu, arm aan bezittingen, maar rijk in hoop op de toekomst samen het leven verder zul len doorgaan. En wanneer hun verlof van drie dagen voor het huwelijk en het huwelijksreisje, om is, zullen zij weer achter hun toonbank staan, om voor het aagelijksch brood te werken. DE ORDE VAN HET SCHEERMES. De minister van Buitenlandsche Za ken van Zweden Eliel Lofgrèn heeft een nieuwe ridderorde gesticht, zij het on gewild. De Zweedsche regeering had hem op gedragen een onderscheiding uit te rei ken aan een zulks waardig gekeurde Aan het einde van den feestmaaltijd, die aan de plechtigheid voorafging, stond de minister op en reikte met eenige wel gekozen woorden een leeren etui aan den gedecoreerde over. Deze opende het doosje, sloeg er een enkelen blik in en sloot het weer haastig, hetgeen op de aanwezigen een treffenden indruk van bescheidenheid maakte. Hij werd luide toegejuicht. Toen de minister den volgenden och tend toilet maakte en. na zich te heb- oen ingezeept, het doosje dat zijn scheergerei moest bevatten, opende vertoonde zich voor zijn verbaasde oogen in plaats van een scheermes een prach tige medaille van goud en email, voor'' zien van een zijden 15nt. En toen begreep hy dat hU by vergis sing den vorigen dag zijn eigen scheer mes in plaats van dit eerbewijs als de coratie had uitgereikt. Lon Chaney zooals hU In 't dagelijk- sche leven is. EEN HUWELIJKSRECORD Mevrouw Alice Yocum, te Cedar Ra pids (Amerika) die, naar Amerikaansche bladen mededeelen, nu een trouwring draagt van haar 14en echtgenoot in 13 jaar heeft zeker in dit opzicht een record geslagen, maar toch is dit nog geen wereld-record. Dit wordt op het oogen- blik gehouden door Clemente Ruiz, een schoone en bekoorlijke dame te Santa Barbara Callfornië, die op twintigjari gen leeftijd er reeds op kan bogen der tien echtgenooten te hebben gehad ln de korte spanne tijds van 3 jaar. Eenige jaren geleden was Clemente nog een „argeloos kind", een van de vele kinderen uit een arm Spaansch ge zin in Santa Barbara en zij was ais gezegd zeer schoon Haar eerste echtgenoot was Graaf Tolfskow, een rijk, zestigjarig man, een charmeur met hoffelijke manieren, Maar Clemente had spoedig genoeg van haar bejaarden man en na eenige wei nige huwelijksweken scheidde zy van hem. Toen kwam de knappe baron Bandry haar het hof maken. Zij stemde er in toe zyn vrouw te worden, maar hem reeds in den steek gedurende da wittebroodsweken en vond spoedig een plaatsvervanger in John Wilbur, den zoon van een rijk inwoner van Pliiia delphia. Deze had ook al heel gauw af gedaan en de schoone Clemente ging er vandoor met John Harper. die te Cin cinnati woonde en natuurlijk even- eens veel geld had. Maar standvastigheid behoort niet tot Clemente's deugden. Zij huwde verder om beurten een zakenman, den eigenaar van een ranch in Texas, een juwelier, een trommelslager, een barbier enz enz. (zij werd blijkbaar steeds minder kieskeurig) totdat het aantal van haar achtereenvolgens in den steek gelaten echtgenooten 13 bedroeg. Er is hier alle aanleiding voor ae vraag': Wie volgt? 't Geval George door WILLY VAN DER TAK. „Vuv vuv vuv vuv —vloekt!" rei George heel ongekuischt En zweeg toen. Want hij besefte, dat hii niet ver der vloeken kon zonder te stotteren, en niet verder stotteren zonder te vloeken. Met een somberen blik in ziin hemels, blauwe oogen staarde hij voor zich uit en zijn hand graaide nerveus door z'n beige lokkenpracht. Maar aangezien George's voorvaderen altijd roemrucht waren geweest vanwe ge hun krachtdadige besluiten en George oen waardige laatste telg van zijn ge slacht was, liet hij na eenige minuten van overpeinzing ziin vuist met krach*, naast de tafel neerdalen (dat was na. tuurlijk een vergissing) en snelde met een uitdrukking van vastberadenheid op ziju gelaat de trappen af. de voordeur uit en de straat od. Anderhalf uur later belde hij met vaste hand aan een on opvallend huis in de stad. waarop een verfomfaaid bordje aankondigde, dat er een specialist woonde. Nog een minuut later zat hij niet een gelaat, waarop de :oelbloedighe:d eenige graden minder koel was geworden, en handen, waarvan de vastberadenheid overgegaan was in zenuwachtig gebaren in een niet al te gemakkelijker, stoel tegenover den man, die zich zoo weinig bescheiden met den naam van specialist tooide. „Ja?" zei het wetenschappelijke won- derproduct. „Ik kik kik kik kik", zei George. „U zei?" „Wou wouw wouw „Zing het maar", zei de specialist. „Zis, zis zis zis?" vroeg George verbluft. De specialist verklaarde zich nader. Hij was een goedaardig uitziend man met door de mot verteerde bakkebaar. den en een schellevisch-blik „Veel menschen die moeilijk hun gedachten onder woorden kunnen brengen, verge ten, dat de zangkunst niet alleen als middel tot luchting van een overvol ge moed, maar ook als toevluchtsoord voor hulpelooze stotteraars haar toepassing vindt". Het leek George nog zoo'n gek idee niet toe Hij peinsde even. wierp toen zijn hoofd achterover, sloot ziin oogen cn barstte los in een melodieuze bas. „Ich hab' mein Herz in Heidelberg verloren In einer lauen Sommer- nacht „Ik twijfel er geen seconde aan", ze: de specialist, terwijl hij naar zijn ooren greep. ..'t Zal alleen wel niet in Heidel- berg geweest zijn. Enfin, ga door". „Ajn 't she sweet. Sée her coming down the street Now I ask you very confidentially: Ain 't she sweet" legde George nader uit. „Aha!" zei de specialist. ..'t Schijnt een aardig kind te zijn. is ze dat?" toen George snel een foto te voorschijn haalde. „Yes, sir, that "s my baby No. sir, don 't say may be beaamde George. „Ja. ja, ik snap 't al, zei de specia list haastig. Zijn ooren waren nogal ge voelig. „En wat is uw verlangen nu eigenlijk Nee", zei hij artgsióg, toen hij zag dat George al weer adtam. schep te, .schrijft u het maar op een stukje papier. Wat George deed. „Aha", zei de specialist na ernstige bestudeering van het document, „u wenscht die jonge dame uw hand, hart en huis aan te bieden, maar als u 't probeert, zeggen uw stembanden dat ze 't wat staat daar? vec-ver-nou. enfin". George knikte. „Een niet ongewoon geval. Wel eens meer by de hand gehad. Mijn raad aan alle jongelieden, d'.e geen kans zien om zich in het gewone leven anders te ge dragen dan spuitwater-syphons, met als directe ooisaak verlegenheid en als in direct gevolg stotteren, is. om minstens drie maal per dag te trachten een ge regeld gesprek te voeren met vreemden". En met dezen raad werd George de meedbogenlooze wereld ingestuurd, na- dst de specialist hem eerst voor een niet onbelangrijk gwicht aan geki lich ter had gemaakt. George zat ln den trein naar huis. Het bloed van zijn voorvaderen ver loochende zich cok nu ndat in hem. en hij wildé r.et een koen besluit nemen en zijn eenigen medereiziger aanspreken, om daarmee zijn eerste dagelijksch ge sprek achter do kiezen te hebben, toen de man zelf geluid gaf. De re-gug-gug-gug-gug-geerimg heeft de bub-bub-bub-boel weer eens lil-lil- lil-lil—leelijk op stus-stiüs-stelten gezet-, vuv-vuv-vuv-vindt u niet?" De ongelukkige George tegenover hem verbleekte en keek als een in he: nauw gedreven everzwijn om zich heen. Op een dergelijke vraag kon hij toch niet met „JuJ-Juj juj-JuJ-Ja, antwoorden? Zijn stilzwijgen scheen den man te ergeren. „Ik vroe-vroe-vroe-vroeg u een bub-bub-bub-bub-beleefde vra-vraag!" zei hU nijdig. „Bent u aud-cud-dud- doof?" George wist maar één redmid del. HU deed zUn mond open. wees in de gapende spelonk en stootte een zeer zonderling soort geluid uit- De man begreep hem. „Stus-stus-stus-stom?" zei hU. „Pup- pup-pup-pardon. Het moet- vuv-vuv-vuv- verschrikkelljk zUn om niet gug-gug-goed te kunnen pup-pupEn zag van liet woord af. Aan het volgende station stapte George haastig in een andere coupé over. Nauwelijks had hU zich met een zucht van verlichting in een hoek neerge vleid, of een zeer zonderling uitgedost individu heesch zich naar binnen. Het was een imposant uitziend persoon, ge kleed in pyjama's, bruine laarzen en een regenjas. In zijn hand had hU een hooge hoed. HU knikte George zoo vriendelijk toe. dat deze, hoewel lichte lijk verbaasd, besloot een gesprek met hem aan te knoopen. Per slot van reke ning. vond hU. maken kleeren den man toch niet en onder die lila en geel ge streepte pyjama scheen een warm hart te kloppen. „Mum-mum-mum-mooi weer", zzi hij. „Blij, dat u 't zoo apprecieert. Ik heb het speciaal besteld." George keek een beetje bevreemd op maar hield moedig stand. „Als ik 't wuw-wuw-weer bestellen kuk-kuk-kon.begon hij. „Dat begrUp ik. Maar dat kan niet ieder sterveling. Speciaal voor mU weg gelegd. Ik ben de keizer van Abessynié. ziet u. Maar vertelt u 't niet verder, ziet u. Ik reis incognito. Zoo lastig al dat eerbetoon." George bekeek den keizer van Abes- syrüë achterdochtig. Het begon lang zamerhand in hem te dagen, dat de man gek was, ontsnapt uit een krank zinnigen-gesticht waarschijnlijk. Ter sluiks keek hij op zijn horloge: tien mi nuten nog. Hij heeft later nooit begre pen, dat hU die tien minuten overleefd heeft, want de keizer bekogelde hem met de meest verbluffende verhalen van zijn keizerschap, terwijl George langzaam terug deinsde naar den anderen hoek van de coupé. Helaas echter volgde de keizer hem in het vuur van zyn verha len met overeenkomstige snelheid op dc andere bank, zoodat er voor George niets anders opzat dan een opgewekte galop over de banken te organiseeren. tot de trein stil hield, toen hij net voor de der de maal op zijn oorspronkelijke zitplaats gearriveerd was. De keizer wuifde hem minzaam na, toen hij haastig op het perron sprong en zUn voorhoofd droog legde, dat totaal blank stond. Toch vond George dat de resultaten, de omstandigheden in aanmerking geno men, nog niet zoo slecht waren geweest. Twee gesprekken van de drie, die z'n da- gelUks menu vormden, waren achter den rug. En plotseling kwam er een stout moedig idee bU hem op. Waarom niet meteen de koe bU de horens gevat en haar de vraag, die bU hem al weken lang op overkoken stond, voorgelegd? Het zou een waardig besluit van den emotievollen dag zUn. En George belde aan, vroeg haar te spreken, kreeg haai te spreken en begon. „Ik.kik kik zweeg wan hopig en verbleekte, tot hem plotseling als een lichtende straal de raad van den specialist te binnen schoot. Waarom zou hU het ook nu niet zingen? Veel toepas- selUker ook nog. En hy zette de slui zen van gemoed en keelgat wagenwUd open en barstte los: ..Rose Marie, I love you I'm always dreaming of you Rosemarie bloosde en keek bedeesd naar haar schoenneuzen. George sloeg I teeder een arm ergens om haar heen en kweelde: ..Oh tell me. oh tell me, oh tell me The secret you will tell me I will keep...' Enfin. hU was onweerstaanbaar er j Rcee Marie was een gemakkelijke prooi Alleen pa maakte neg eenige bezwaren, maar George's bas ruischte hem zoo hartveroverend tegemoet met de woor den: „We '11 have a new room, a blue room, for two room Where every day is holiday. dat de hardvochtige verte genwoordiger der ouderlyke macht z'r hart zoo week voelde worden als aard- appelpurée. tersluiks een traan weg pinkte en zich bescheiden uit de voeten maakte, toen Georga fluisterend ver volgde: „With nothing but kisses For mister and mistress...." BIOGRAPHIEEN IN EEN NOTEDOP JOSEPH HAYDN. Joseph Haydn was Oostenrijker. liU werd in Rohrau 31 Maart 1732 geboren. ZUn vader verdiende als wagenmaker de niet zeer overvloedige kost voor een groot aantal kinderen. HU speelde hartstochtelUk harp en Haydn's moeder zong daarbij. Ook de jonge Hayön deed spoedig aan muziek. als vUf-jarige kreeu hU les van zUn neef, den schoolmeester Franek, die hem de schoone kunst bU- bracht met een niet zuinig gebruik van de plak. waarvoor de componist hem later heel dankbaar was, omdat zijn vorderingen zoo groot waren, dat de keizerlUke dompakelmeester Von Reutter na drie jaar den jongen koorknaap deed worden in de St. Stephanusdom te Wee- nen. Helaas, toen Joseph „den baard ln de keel kreeg" zette men hem zonder pardon op straat. Zyn kost moest hij verdienen met les geven en het spelen in orkesten, 's Nachts studeerde hU op een wormstekig klavier op zUn rolder kamertje. Dat waren zUn gelukkigs:? uren. De Italiaan Porpora legde by hem de verdere theoretische grondslagen, voel leerde hU uit Ph. Emanuel Bach's muziek Uit dien tyd stammen zijn eerste symphonieën en sonaten. Een uitstekende leerschool voor de kennis van het dirigeeren cn de instru mentatie en een verbetering van zUn po sitie was zijn kapelmeesterschap van de Hofkapel van den vorst Paul Anton Esterhazy te Elsenstadt. later van diens zoon en kleinzoon, die Haydn van 1761 tot 1700 diende. Voor de symphonieën en de oratoria was echter het belangrUkste Haydn's verbluf in Engeland van 1791 tot '02 en van 1794 tot '95. Hij maakte er kennis met de Engelsche teksten van Llndley en Thomson, die hij te Weenen door Van Swlcten, een medicus van Hollandse!:? afkomst heeft laten vertalen, waarna hU er „Die Schöpfung" en „Die Jahrcs- zelten" bU componeerde. Do tekst van het eerste vertoont invloeden van Mil ton. De eerste uitvoeringen van deze oratoria werden gegeven respectieve! Uk op 29 April 1798 en 24 April 1801. Het opmerkclyke is, dat Haydn deze werken, die al zijn vorige overtroffen schiep op een leeftUd, waarop de meesten reeds lang het hoogtepunt gepasseerd zUn. De meester, eere-doctor aan de Universi teit van Oxford, alom bekend en be roemd had 'n onbekommorden ouden dag. hU,stierf 31 Mei 1809 in de niuziekstad Weenen. ZUn vrouw, een ware Xantippe, die hU eigenlijk uit goedhartigheid ge trouwd had is er in 40 jaar niet ln ge slaagd zUn goed humeur blijvend to verstoren. De grootte van zUn produc tiviteit kunnen wy niet beter aantooncn, dan door het noemen van eenige getal len, veel van zUn werk mag met bat volste recht klassiek heeten, vooral de kamermuziek. Haydn schreef 125 sym phonieën, 77 strijkkwartetten. 20 piano concerten, 38 trio's. 24 opera's cn talloo- ze sonaten, liederen, viool- en violon celconcerten, behalve drie oratoria. Een ontdekkingsreiziger beweert een volksstam ontdekt te hebben die het daglicht schuwt en zich overdag in donkere hoeken schuil houdt. De vraag is gestold, of dit misschien een neder zetting van ontsnapte scheidsrechters Is. den. Toen ben ik van mijn fiets gevallen en heb mijn voet bezeerd. Nu kan ik niet verder. Die mannen willen geld van mU hebben." „Hoe zit dat?" vroeg Klinker barsch aan den grooten kerel. „Rooverij op klaarlichten dag. hé?" De man keek hem nUdig aan. Zijn eene oog loenschte verschrikkelijk, maar hy hield zich zichtbaar in en zei met een zachte stem, die een vreemd contrast maakte met zijn ongunstig-voorkomen: „de juffrouw hoeft niet bang te wezen; wij doen geen kwaad. We zyn drie ge- sjochte jongens en hebben alleen maar om een kleine ondersteuning gevraagd. Mag dat niet eens?" „Bedelarij is verboden," zei ik. „Ze ei^chten tien gulden," zei het meisje. .Die heb ik niet bU mij." Ik zal jelui een goeien raaa geven," zei Klinker. „Een. twee, drie, opgemar cheerd, of er gebeuren hier andere din gen." En vooruit stappende totdat hij den langen kerel bijna raakte, hield hy hem zyn vuist onder den neus. De man werd rood van boosheid, de twee ande ren bromden. Een paar stappen achter uit gaande, praatten ze zachtjes met elkaar, zoodat wU het niet konden hoo- ren; teen keerden ze zich om en ver dwenen in een boschje. Maar op het laatste oogen blik draaide de grootste van de drie zich nog eens om en keek KI nker valsch aan, „Dank u hartelUk," zei het meisje, ,.lk was zóó geschrokken, ik wist geen raad." „Nou ja," zei vriend S.mson, „die nu hei gevaar voorbij was opeens verle gen scheen te worden, ,,'t Heeft niets te beduiden. Dat soort van kerels durft toch niet te vechten." .Maar de juffrouw heeft zich bezeerd," Zei ik. „Kan u verder fietsen? Waar moet u heen?" „Ik ga naar Amsterdam. Wel bedankt voor uw hulp." ZU deed een paar stap pen en wou weer op haar zadel gaan zitten, maar gaf meteen een kreet van pijn. „MUn rechtervoet is zoo pUnlijk." Wij keken elkaar aan. BlU'kbaar was het meisje niet in slaat om verder te gaan. Wat moesten wU doen! „Is u ver van huis?' vroeg de Zwart. „Ik woon te Abkoude," zei ze en pro beerde opnieuw op haar fiets te stappen. Maar tegelyk verbleekte zü van pyr. en zcu gevallen zijn, wanneer ik haar niet bijtijds gegrepen had. Toen kreeg ik een idee. „U kan onmogelijk r.aar Am sterdam rijden. WU hebcen enzen wagen hier vlak bU en wij gaan naar Utrecht. Laten wy u even in onzen wagen naar huls brengen." Het meisje aarzelde en ik begreep wel. dat zU maar niet aadelyk er voor te vinden was, om zich aan drie onbeken den toe te vertrouwen. Ik stelde ons dus in den vorm aan haar voor. „Gaat u even mee cm onzen auto te zien, hij is niet heel riïooi, maar wij zullen u veilig bij uw familie brengen." Zy verzette zich nog, maar heel zwak jes. ,.ïk breng misschien uw plannen in de war „Heelsmaal niet." zei de Zwart. „Wij gaan toch over Abkoude." Opeens nam zy een kloek besluit, blljk- baar inziende dat mijn voorstel voor haar de eenige mogelijkheid was. „Dan heel graag," zei ze. Klinker ging vooruit om dc-n wagen op te draaien. Ik nam haar fiets, de Zwart en ik gaven haar ieder een arm vcor steun en zoo. op den gezonden Enker voet hippende, legde zij den afstand naar onzen wagen af. want het laantje was niet breed genoeg om er aiet den auto in te rUden. Het ging niet gemakkelijk, maar wU kwamen er toch. Wy hielpen haar instappen, hingen met een flink touw de fiets aan onzen wagen en zet ten onzen tocht voort, in de richting van Abkoude. Nooit heb ik zoo'n lief meisje gezien. Zy had een klein neusje, een paar helderblauwe oogen. een mondje als een kers en glanzend blond haar. niet van dat gewone blond, dat ordinaire, dat op asch lijkt, maar iets heel buitenge woons. dat ik vóór of na dien dag nooit meer gezien heb. Zij was gekleed in een keurig wit zomer-Japcnr.etje er. had eer. paar kleine voetjes kortom haar ge- heele verschijning was verrukkelijk. Klinker draaide haar daar hU aan het stuurwiel zat, pardoas zyn breeden rug tce en ik r.am het hem byna kwalijk, al kon de goeie kerel er natuurlijk niets aan doen. Ik zat naast haar en deed wat ik kon, cm haar op haar gemak te zet ten. Het duurde geen vijf minuten of zij was over haar schrik heen en verleide dat zU Ada Brinkman heette en dal haar familie stil leefde in Abkoude. Ach, dat ritje vergeet ik van myn le ven niet. Zij zat zoo onbevangen te ver tellen: hoe zU was komen aanrijden, hoe opeens de drie kerels achter de bcomen vandaan waren gesprongen, zoo dat zU van haar fiets was gevallen, en haar voet verstuikt .iad, zoodat zU mei eens wigloopen kon. „Ze eischten ge:a, tien gulden, en ik had ze niet. Ik wist mij geen raad, ik gilde en teen kwam u met uw vrienden. Ik ben u zóó dank baar. En uw vriend, mUnheer Klinker, is zeker heel sterk. Hij ke:-k den greoten kerel zoo boos a.~n. Die werd heelemaal bang!" „Ja, Klinker is sterk," zei ik, maar ik vond die loftuitingen op Simson niet heel prettig. Nu Ja, als Je eenmaal zoo sterk bent, is het gemakkelU'k genoeg om dapper op te treden. „Hier woon ik," zei Ada (och, wat een lieve naam is dat!). Klinker stopte voor een aardige kleine villa. Een oude heer die juist voor net raam stond en heel verwonderd keek. kwam haastig naar buiten en hielp haar uitstappen. Klin ker wou dadelyk verder gaan. maar daar kon niet van komen. Haar vader vroeg ens binnen en putte zich met zijn vrouw, een allerliefste dame met grijs haar, uit in dankbetuigingen. Wy moes ten blijven eten. Hij wou van geen weigering hoeren. Wy bleven. Eorst te acht uur stap ten we weer in den wagen, niet den kende welke avonturen ons dien nacht nog wachtten. Al wuivende verdwenen wij om den hoek. My was het, toen ik Ada niet moer zag, alsof de wereld leeg geworden was. F. TER LAAN FIDELIO. De uitslag van onze prysvraag ln de Haarlemmer Halletjes van Zaterdag 10 November was Abkoude. De opgaaf was niet moeilijk, zoodat dan ook verre weg de meeste inzsnüers die hebben aangegeven. Men herinnert zich, dat de vraag was: de plaats, waar de reizigers uit Amsterdam komende, heengingen, bestaat uit 3 lettergrepen: de eerste is een verkorte jongensnaam, de twee laatste geven een verkoelenden indruk ln dagen van zomerhitte." Eén van oc inzenders vond de vraag zóó eenvoudig, dat hij ten antwoord gaf: „Deze oplos sing iykt n:y eerlyk gezegd feitelijk te gemakkelijk om geed tc zyn." Een op merking. waarin eenige critlek gelegen is voor den opgever. Ik wil niet ontken nen, dat de vraag dezen keer weinig van de scherpzinnigheid van mijn lezers (die groot ls), heeft gevorderd. BlUkbaar ligt ln de opmerking een aansporing om wat meer van hun denkvermogen te vergen. Dit neemt evenwel niet weg. dat verschillende Inzenders toch nog andere oplossingen hebben gevonden, die inder daad min of meer reden van bestaan hebben. Eén inzender geeft op Korten- hoef; dat is dus Kor. een verkort», jongensnaam en ten Hoef. waarin hij een verkoelenden indruk vond. omdat er bU een hofstede altUd wei boomen rijn en ook wel een verfrlsschlng te bekomen is. Een dame meende, dat het Rens- wouce moest zUn, een plaatsje in de provincie Utrecht: Rens als verkorting van Laurens en woude. omdat het daar zoet is te rusten in dagen van zomerhitte. Een andere inzendster vond het woord Corversbosch en nog weer een andere had Nol-in-'t-Bosch. als lk mU niet vergis een uitspanning by Renkurn. Eén van de inzenders heeft HerwUnen in den Tielerwaard als op lossing aangewezen, omdat Her een ver korting van Herman is en wijnen in warme dagen een verkoelenden indruk maken. Of die laatste conclusie nu wel Juist is, zou ik durven betwijrelen. Jan GU'zenvaart is nog weer een andere op lossing cn de laatste is Koog Zaandijk, omdat Ko een goede Jongensnaam is en de Zaan een verfrisschenden indruk geeft. Zoodat men ziet, dat er ook nog andere oplossingen mogelijk zUn dan Abkoude. Evenwel: Abkoude ls het en onder c'e zec-r talrijke inzendingen meest worden geloot om ae pryswinners aan te wijzen. Wy hebben al de briefjes dicht gevouwen cn er eerst één uitgeno men, waaraan de eerste prUs en toen twee waaraan twee tweede prijzen wor den toegekend. Zoo viel door het lot dc eerste prUs te beurt aan: Mej. Sipkes, Zandvoort Bad, Zand- voortschelaan 4; en dc twee tweede prijzen aan: den Heer J. H. Visser. Slachthuisstraat 83 zwart en den Heer M. Smits, Zand pad, Middelharnis. Aan Mej. Sipkes is ƒ5.— toegezonden om daarvoor een boek naar keuzo tc koopen en aan de heeren Visser en Smits elk ƒ2.50 voor hetzelfde doel. Voor de volgende week schrijven wU een nieuwe prijsvraag uit. De laatste werd te gemakkelUk gevonden. Nu doen wy een beroep op de verbeeldingskracht van onze lezers. Aan het slot van het verhaal van heden schrijft tor Laan: „WU stapten ln den wagen, niet denkende welke avontu ren ons dien nacht nog wachtten." Wel nu. dc prijsvraag voor dc volgende weck is: Wat overkwam onze reizigers dien nacht? Natuurlijk verwachten wU niet. dat iemand het precies zal raden, maar wij loven voor het aardigste antwoord, ook al komt dat niet met de werkelijkheid overeen, weer twee prUzen uit: Een bock ter waarde van 5.— als eersten prijs en een idem, ter waarde van 2.CO. als tweeden prijs Inzendingen mogen niet greoier zijn dan vyitlg regels druks en moeten Dinsdagavond 2D Nov. In ons bezit zUn, aan het adres van Fidel.o, Groote Houtstraat 93.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1928 | | pagina 17