H. D. VERTELLINGEN STADSNIEUWS FLITSEN FEUILLETON. Het Mysterie van Heath Hover HAARLEM'S DAGBLAD DONDERDAG 22 NOV. 1928 (Nadruk verbodan; auteur*recht roorbehouden.) Oorspronkelijke novelle door HANS DE LA KIVE BOX. Tegen het felle rood van den onbe- wolkten avondhemel lijnde zwart cn massaal het silhouet van het vierkante landhuis. Reginald keek er naar, terwijl hij om beurten zijn sliknatte voeten om hoog hief, welke beweging onmiddellijk gevolgd werd door een soppend geluid Tan gesmolten sneeuw. Kil water drup pelde uit de hooge boomen naar omlaag, terwijl af en toe heele kwakken grijze sneeuw naar beneden ploften en weg smolten in de modder. Dat was de schaduwzijde van een flinke sneeuwbui, dat vervloekte dooiweer. Een mensch moest kapitalist zijn, zooveel schoenen hls jo dan per dag aan kon. En Reginald bezat slechts één paar, en dat paar zou over enkele dagen z'Jh tweeden verjaardag vieren! Menschen met natte en koude voeten en dito handen hebben doorgaans één groot verlangen; cn dat is warmte en gezelligheid. Rijke menschen verlangen natuurlijk nog veel meer, zooals gloeien de chocolade of een. wijngroc en lek kere vilten pantoffels, doch menschen als het soort van Reginald zijn al te vreden met een dok, dat niet lekt en een beetje hitte van een potkachel of zoo. Dit groeiende verlangen was dan ook oorzaak, dat de Jongeman het bosch verliet en zijn steeds langer wordende schaduw volgde, den rijweg over, naar den achterkant van het huis. Het is opvallend hoe snel in Novem ber de avond valt. Nauwelijks vijf uur in den namiddag, werd het opmerkelijk kouder en donkerder. Reginald greep de ijzige stangen van het hek om het huls en floepte er over heen. Hij zakte tot zijn knieën in de vuile sneeuw met rotte bladeren en haastig begon hij door de pap te schuifelen. Achter het huls bleef hij staan en op dat oogenblik spitste hU zijn koude ooren. Enkele zoete geluiden kwamen uit het huis cn echoden weg over de sombere bcomen boven zijn hoofd. Hij zag een lange, verticale streep en begreep dat dit een kier tusschen twee zware overgordijnen moest zijn. Even vergat hi) zOn honger en al de andere ellende en sluipend als een roofdier kruiste hij het grindpad, en bleef vlak achter het venster staan. De tonen wa ren nu helderder en hij wist dat het een piano was. Een knorrend geluid borrel de op uit zUn leege maag. Hij vloekte zachtjes en drukte zijn hand tegen zijn lichaam. Toen keek hij nieuwsgierig door de kier en voor de tweede maal vergat hij honger cn el lende. liet was een groot, prachtig ge meubeld vertrek met een glimmenden parketvloer. De kamer leek wel op een zaal uit een Middelecuwsch kasteel en kostbare schilderijen en sieraden hingen aan de wanden. In een der hoeken stond een mahoniehouten vleugel met op slaande deksel en daar naast een sta tige schemerlamp met roze zijden kop. Voor de vleugel, op een tabouret, zat een meisje, een heel Jong meisje nog. Zij was blond en het roze licht toover- de vele tinten op heur haar. Zij droeg een $it kleedje, dat romantisch afstak tegen de donkerte achter haar. En haar fijne, slanke handen gleden liefkoozend over de toetsen. Reginald luisterde in verrukking en hield de adem in. in langen tijd had hij dergelijke wonderlijke muziek niet ge hoord. Slechts klanken van jankende café-orgels en tingeltangels van nacht- cabarets waren dessert geweest voor ziln hongerige ooren, die na het zwalken heel den dag behoefte hadden nan ontspan ning, al was het dan ook ruwe ontspan ning. Maar met deze klanken kwam een afmattende weemoed in zijn ziel. Hij sloot zijn moede oogen en bleef zwij gend luisteren in de grootste extase. Her inneringen aan betere tijden, aan zijn ouders en aan een eigen bed passeer den zün hersenen als een versnelde film, zy martelden hem doch de zoete muziek, geboren onder die blanke meis jeshanden. was sterker en deden hem droomend glimlachen. Reginald wist niets van klassieke mu ziek af, maar voor het eerst in zijn zwerversleven leerde hU begrijpen, dat er nog iets anders bestaat dan rauwe dansmuziek. HU voelde zijn gemoed vol- loopcn en zonder dat hij het tegen kon gaan druppelden brandende tranen over zijn blauwkoude wangen. Zijn adem wa semde op het glas, doch hy lette er niet op. Alleen zün ooren vingen iederen klank op. Hij voelde geen behoefte om te we ten te komen, wie de maker van deze muziek was. Wat zou het hem kunnen schelen of die wondere wals van een modern kunstenaar of van Johannes Brahms was? Hy wist, dat hy deze ge legenheid misschien nimmer meer zou krygen en gulzig hoopte hy op meer. op meer. De laatste tonen stierven weg in het schemerdonkere vertrek. Angstig opende hij zijn oogen en staarde hy naar het meisje, in stilte bad hij om een herha ling; het gebed van een verstootene. „Meer...." fluisterden zijn bevende lip pen. Plotseling keek het meisje op van de muziek. Een deur werd geopend en een jongeman, gekleed in een keurig donker pak, kwam lachend op haar toe. Ky nam haar even in zUn armen en kuste haar voorzichtig. Toen nam hij een stoel, zet te zich naast haar voor den vleugel en nam een felgekleurd boekje uit een standaard. Vol hoop keek Reginald toe. Hy had wel eens gehoord van de mo gelijkheid, dat twee menschen één wUs- je op één piano konden spelen Vier handen gingen langzaam in ae hoogte. De zwerver zag, hoe zy beiden luid lachten. En het volgende oogenblik kwamen de handen op de toetsen, met een harden tik. zy sprongen omhoog, vielen weer neer, woest, vurig en zon der tempo. Klanken van een nieuwe „schlager-fox-trot" denderden op te gen de ouderwetsche meubelen. De zwerver draaide zich om, als een straathond die betrapt wordt op het leegfrommelen van een vuilnisbak. Met gebogen hoofd strompelde hU door de modderige sneeuw en de bruine blade ren naar het hek. Een wilde haat tegen denander, die zijn zoetste verlangens wreed verbroken had, waarde in hem en kouder, ellen diger en hopeloozer vervolgde hü zijn tocht door den vallenden nacht. JUSHNY EN ZIJN „BLAUE VOGEL". Zoo is hij dan nu weer voor de vijfde maal in ons land, de leider van het Russische klelnkunst-theater „Der Biaue Vogel". Het is merkwaardig, hoe groot de rol van het toeval is, in den levensloop van vele kunstenaars. Daar staat in Rus land in 1920 een acteur op de planken een karakterspeler, die zich in de meest verschillende rollen thuis voelt en af en toe wel eens proeven neemt met klein te oneel. De storm der revolutie komt en onze acteur wordt plotseling vrij onzacht op Duitschen bodem geworpen, maar. wat hij dacht, dat het einde van zijn loop baan zou zUn, was het begin. Er onstond een klein theater in een der voorsteden van Berlijn en daar kwam de blauwe wondervogel uit het ei. In een stemmingsvol gedecoreerd zaaltje werden de eerste theaterminiaturen voor het voetlicht gebracht, combinaties van woorden, kleuren en klanken, van vor men en rhythmen tot een geheel van fUnzinnlge schoonheid. Directeur Jushny heeft kans gezien, een troepje getrouwen om zich te verzamelen, dat bewees geknipt te zün voor dc verwezenlijking van z(jn ideeën. HU zelf was steeds de leiden de geest, bewerker van de stof. Regis seur en conferencier is Jushny, maar ook theaterdirecteur duszakenman met al de zorgen en beslommeringen aan dit riskante beroep verbonden. Op het nieuwe programma, dat „Der Blaue Vogel" ons Maandag in den Stads schouwburg brengt, komen o.a. voor een oud soldatenlied naar een gedicht van LJermontoff, een volksliedje uit de re volutiejaren met decors van prof. E. Stern, een Zwitsersch tafereeltje met „beweegbare houten poppetjes", een oud verhaal van Iwan de Verschrikkelijke, naar een tekst van A. Tolstoi, volks typen in „Kaukaslsche Vruchtenven- ters", terwyi 't niet uitgesloten is, dat enkele der oude succesnummers nog maals zullen worden opgevoerd. KANTONGERECHT. Eén klaartje? Ze waren met z'n allen per auto naar Zandvoort geweest, de Amsterdamsche koopman, zijn vrouw en een paar men den, die ze opgedaan hadden in een café bi de Warmoesstraat te Amsterdam. In Amsterdam had L. H,. de koopman en bestuurder, één glaasje „klare" gedron, ken. de anderen hadden al meer op. De avond werd in Zandvoort gepasseerd. Op de terugreis in Haarlem legden ze nog eens aan. de vrienden dronken een potje bier en een glaasje klare. L. H. nam alleen maar sodawater zonder iets er in. Helaas, even buiten onze stad, op de Amsterdamsche Vaart, by den spoorovergang, reed hun auto in eens dwars over den weg en kwam daardoor in botsing met den wagen van J. v. d. H., die met zijn verloofde en zijn aan staande schoonouders een bioreoopje gepakt had in Amsterdam en nu het plan had zUn aanstaande familie naar Haarlem terug te brengen en zelf door te gaan naar zijn woonplaats IJmuiden De lieele familie kwam met den schrik vry en kwam uit den auto om zich over haast echter weer terug te trekken, aan gezien zij de volle laag kreeg van L. H., wiens auto een heele slag omgedraaid was. en wiens echtgenoote bewusteloos in den wagen lag. L. H. schold hen uit voor wat leeiyk is. en verweet hun ooi: voor den kantonrechter nog, dat zij hun lichten niet gedoofd hadden. Dat had hij wel gedaan. De familie merkte op dat zij hun licïu ten gedoofd hadden, dat L. H te wag gelen stond en dat hij het nummer van hun auto wel drie maal achter elkaar opschreef. Bovendien rook hij naar ster, ken drank, zoodat de schoonzoon en zijn aanstaande familie in volkomen ho mogeniteit getuigden, dat L. H. onder den invloed was geweest. Hy was reelat op hen afgereden, wat de schoonzoon nog tot zijn verloofde had doen zeggen: „Wat moet die man van my?". Verdachte L. H. ontkende van den rechten weg afgeweken te zijn. schreef de schuld aan den schoonzoon toe. en zei, aat hU als hij om half ne, gen één glaasje klare gebruikt, daarvan om over twaalven geen invloed onder vindt. De kantonrechter meende, dat do invloed van de buitenlucht er moge lijk debet aan was. De vrienden van verdachte en zijn vrouw bevestigden, dat L H. het by één klaartje gelaten laad en verder niets dan sodawater dronk. HU was dus niet onder den invloed en had recht gereden. Een paar agenten, die later by het ongeval gekomen waren, kregen daaren tegen weer een tegenovergestelden In druk. De kantonrechter liet nu de twee kasteleins halen, by wie even voor twaalven nog iets gebruikt was. En zoowaar bevestigden beide caféhouders dat verdachte niet naar drank rook. niet waggelde en niet anders dan een kogel, fleschje besteld had. Niettemin achtte het O.M. bewezen, dat verdachte naar links was gereden zonder noodzaak, en toch onder- den in vloed was. Tientallen malen heeft spr. al moeten zeggen, dat iemand in dien toestand achter het stuurrad niet thuis hoort. Omdat hy groote gevaren van zulk optreden voorziet vroeg hij een boe, te van honderd gulden of twintig dagen met ontzegging van de bevoegdheid tot het besturen van een motorrijtuig voor 6 maanden. De kantonrechter veran derde honderd in twintig en sprak ver der recht conform den eisch. SCHOUWBURG JANSWEG. Het Holl. Tooneel: Vier dagen uit het leven van ccn onfatsoenlijk meisje. De voorstelling van het bekende blij spel onder regie van Louis de Vries: „Vier dagen uit het leven van een on- fatsoeniyk meisje" werd gisteren door het Hoïlandsch Tooneel in den schouw burg Jansweg herhaald, voor een vry talryk opgekomen publiek. De ..4 dagen" werden in een vlot tem po gespeeld. Annie Follender „het on- fatsoenlyk meisje" leefde hen snel en te enthousiast. Te enthousiast soms. In- dertyd heeft de heer J. B. Schuil uitvoe rig over deze vertooning geschreven, wy kunnen er dus nu kort over zyn, en vol staan met een compliment aan Louis de Vries, die van Vorst Ebersmark een ver- rulckeiyke caricatuur had gemaakt, dat telkens deed denken aan Seroff's verba zingwekkende grime en spel, by de Rus sen. Voorwaar de Vries' creatie van het kleine rolletje in dit stuk is Yoortrcf- feiyk! BUURTVEREENIGING DE VIJFHOEK In de dezer dagen gehouden bestuurs vergadering dezer vereeniging is beslo ten. het St. Nicolaasfeest te houden op 5 December. Des middags zullen de kinderen in tegenwoordigheid van den goeden Sint worden onthaald, terwyi des avonds het feest voor leden en donateurs wordt voortgezet. Evenals verleden jaar zal ook dit jaar Sint Nicolaas in hoogst eigen persoon een bezoek brengen aan huis bij de leden en donateurs. VAN HAARLEM'S DAGBLAD No. 1349 HET ZAKMES Vader geeft zyn pogingen om het touwtje te ontwarren op en zoekt naar zijn zalf/nes zoekt achtereenvolgens in al zyn zakken vindt 't tenslotte in den zak waar in hy oorspronkelijk had gezocht verward in een sleutelbos slaagt erin het te bevrijden, doch niet zonder het pakje te laten val len scheurt een nagel in de inspan, ning om het mes open te krijgen grypt juist op tijd om te beletten dart het pakje opnieuw valt. maar verliest het mes slaagt er niet zonder moeite in het weer te bemachtigen opent het mes, snijdt het touwtje door en stopt hert mes weer in zyn zak vindt aan den anderen karnt een soortgelyken knoop en herhaalt de geheele manoeuvre .(Nadruk verboden.) INGEZONDEN MEDEDEELINGEN a 60 Cent» per regel. Stofzuigerhuis MAERTENS BARTELJORISSTR AAT 16 TELEFOON 10756 HOBBY VLOERWRIJVERS F125. HET PROVINCIAAL WEGENPLAN. Met spoed wordt gewerkt. DE OPHEFFING VAN TOLLEN. Aan het antwoord van Ged. Staten op het verslag der afdeelingen van de Provinciale Staten van Noordholland betreffende de rekening over 1927 en de beji'ooting voor 1929 van het Wegen, fonds ontleenen wii: Het college beijvert zich het tempo van den aanleg en verbetering zooveel mogelijk te versnellen, doch is daarbij ook afhankelijk van de medewerking van anderen Voor de verbetering van de pont veren naby de Hembrug is op de ontwerp- begrooting van het Departement van Waterstaat voor den dienst 1929 een bedrag van 200.000 uitgetrokken. Vol, gens de toelichting zal deze verbetering bestaan in de vervanging van het hand- kabelpontveer door een veer met vrij- varende stoomnonten. De Minister wenscht alvorens de verbetering ter hand te nemen echter den uitslag af te wachten van het overlee dat met de plaatselijke belanghebbenden wordt ge: pleegd omtrent de toekenning van een aan hun belang evenredige bijdrage in de kosten der verbetering en in de uit doe verbetering voortvloeiende hoogere exploitatiekosten. Het zal van de omstandigheden af hangen. welk gedeelte van het geraam, de bedrag van 1.500.000 van het Prov. Wegenfonds ten koste zal worden ge legd aan den aankoop van terreinen en gebouwen en hoeveel besteed zal wor den aan de uitvoering van de werken. Indien de verhouding tusschen bei? de posten wordt aangehouden zooals die is vastgelegd in de voorstellen die tot grondslag hebben gediend voor het besluit der Staten van 2 December 1925 zal voor aankoop 300-000 besteed wor den en voor uitvoering van werken 1.200-000. De uitkeering aan de provincie Noord Holland uit de opbrengst der rykswe- genbelasting en der riiwielbelasting over 1927 heeft 736-672.02 bedragen. Door Gedeputeerde Staten wordrt aan de opheffing der nog in deze provincie overgebleven tollen alle aandacht ge- wyd. Zoo zal de overneming van den weg tusschen Diemerbrug en Weesp en van daar naar 's-Graveland, waarom trent de Staten eerlang een voorstel zal bereiken, gepaard gaan met de ophef fing der tollen bii het Bülmerhek, op de Vec'ntbrug te Weesp en bii de Uiter. meersche Schans ALLIANCE FRANsAISE. La Légèreté Francaise. De Fransche dichter Francois Porché, die voor zyn verzamelde werken den Grand Prix van de Académie Francaise heeft verkregen, hield Woensdagavond voor de leden der afdeeling Haarlem der Alliance Francaise een causerie over „La Légèreté Francaise". Men zou kunnen zeggen dat de heer Porché het levend voorbeeld was, zooal niet van de „légèreté" der Franschen dan toch van de uithuizigheid die als een onderdeel of althans een gevolg van die verschrikkelyke Fransche luchthar tigheid kan beschouwd worden want juist op zyn verjaardag, 21 November, waarmede de voorzitter, de heer Sau- veur, hem hartelijk gelukwenschte, trad hU, ver van huis en haard, op als con férencier! Maar wU willen dit optreden in den vreemde op een voor den heer Porché zoo gedenkwaardigen datum lie ver beschouwen als een bewys van het groote plichtgevoel en de liefde voor zijn vaderland, welke hem dwong tot getui gen, ook op dezen dag en die de Fransch- man onder zijn uiterlijk gebrek aan ernst verbergt. Na een inleiding, waarin de spreker dc aandacht vestigde op nog steeds be staande vooroordeelen ook in de krin gen der intsllectueelen tusschen de verschillende volken en op het wensche- lyke dat er éénheid kome onder de vol ken van Europa, hetgeen heel iets an ders is dan eenvormigheid, kwam de heer Porché op de luchthartigheid, het gebrek aan emst, die aan het Fransche volk door de eeuwen heen, buiten Frank rijk. van alle zyden is verweten, zóó dik wijls, dat zij er zelf niet meer aan ge- looven. Reeds de Romeinen ontdekten bij de Galliërs een „légèreté", een neiging tot blague en de Franschen waren dus al zoo misdadig-luchthartigvóór zy Franschen waren. Want de tegenwoor dige Franschen zyn een zeer gemêleerd volk. Het schynt dus meer een aard rijkskundige quaestie te zUn, schertste spr., een quaestie van bodem en lucht! Zeker, de Fransche geschiedenis is vol van voorbeelden van luchthartig heid, van lichtzinnigheid als u 't zoo noemen wilt-, maar voor wie het goed begrijpt zyn dit alle staaltjes van bra voure, van „panache". Men denke aan Cyrano, aan de drie Muskieters. Zyn deugden en zyn ondeugden wil de Franschman toonen; hij heeft behoefte aan „la galérie". Men moet den afkeer van zwoar-op- de-handschheid, die den Franschman kenmerkt, niet verwan-en met overdre ven luchthartigheid. Pascal, in zyn Lettres Provinciales behandelde ernstige onderwerpen, maar la Francaise", met luchtigen, fynen geest. Er is een groote nationale eenheid in Frankrijk, dat blykt altijd in de ure der beproeving. Dat is toch waariyk geen bewys van luchthartigheid! De bewering betreffende de légèreté Francaise is dan ook waarlijk niet houd baar. De Fransche bourgeois, de Fran sche boer, luchthartig? Het mocht watt Praat maar eens een kwartier met een Normandischen boer over een ernstig onderwerp en u zult anders oordeelen. De Fransche „lichtzinnigheid" moet aldus uitgelegd woden: zy is een gevolg van de gunstige omstandigheden waar onder de Franschman leeft in zijn schoon vaderland, waar de zon veel schynt en waar de bodem vruchtbaar is. Zij is een algemeene eigenschap, die men ook vindt bij den ernstige, bij den zwaarmoedige. Zij is een gevolg van het feit dat de Franschman nooit de hoop verliest en altyd vol vertrouwen is. Hij is van een onverwoestbaar optimisme; wat er ook gebeurt, hy gelooft niet in een droevig einde. Nadert een catastrophe ,de Fransch man glimlacht, maar onmiddeliyk vóór de catastrophe zet hü de tanden op el kaar en is niemand ernstiger dan hy. Hy vecht, hij worstelt. En na de cata strophe vormt zich dadelyk wéér de glimlach om zyn bleeke lippen. „Dat is", zoo eindigde de heer Porché zijn boeiende, logisch-opgebouwde en in schoonen vorm gegoten conférence, „dat is onze légèreté Francaise", onze groote zwakheid!" Luid en lang aangehouden applaus klonk na deze rede. De heer Sauveur sprak een hartelyk dankwoord voor de prachtige propa ganda die de inleider voor Frankriji had gemaakt en wenschte hem tot weer ziens. DE AUTO-ZENDING. In ons land bestaat de Vereeniging voor Evangelisatie: „De Auto-zending". Het hoofdkantoor is in Soest gevestigd. Teneinde meer bekendheid aan het bestaan dezer vereeniging in Haarlem en omstreken te geven, zullen op Vrij dag 23 Nov. een drietal samenkomsten gehouden worden in de kerk der Broe dergemeente aan de Parklaan. 5 en 6.30 uur: kindersamenkomsten met lichtbeelden: De negerhut en met de Zendings-auto op reis. 8 uur: Samenkomst voor volwassenen met lichtbeelden: Bunyan's Christen- reize naar de eeuwigheid. De opening zal gehouden worden door Ds. H. E. Beker, van Haarlem, de slui ting door ds. Y. van der Zee, te Am sterdam. Het Christelijk gemengd koor zal enkele liederen ten gehoore brengen. UITGAAN. Een Zomerzotheid. Wegens het succes en om te voldoen aan de vele aanvragen heeft het bestuur der Kon. Letterl. Ver. „J. J. Cremer" besloten een reprise te geven van Een Zomerzotheid, het naar het veel gelezen boek van Cissy van Marxveldt door Dom. de Gruyter bewerkte biyspel in 8 tafe- reelen. Deze voorstelling zal plaats vin den op Vrydag 30 November in den Stadsschouwburg, zy zal voor het pu bliek toegankelijk worden gesteld tegen populaire prijzen. (Een verhaal van duistere krachten) uit hot Engelsch van BERTRAM MTTFORD SO) Die laatste was inmiddels bezig aan den lUve te ondervinden, wat het be- teekent, in het land der buitenste duisternis verzeild geraakt te zUn. Zelfs niet het zwakste lichtstraaltje drong er in zUn gevangenis door. HU wachtte, of zUn oogen zich soms aan die duister nis konden wennen, in de hoop. dat er dan een flauwe lichtbron zichtbaar ssou worden, een rooster of een ventilator of de hemel weet, wat. Maar dat gebeurde niet. Als de deur in den wand vast- gemetseld geweest was. zou ze het licht niet. beter hebben kunnen afsluiten. Maar Varne was niet bang. HU was ongewapend, maar dat feit baarde hem geen zrarg. de eenlge gedachte, die zUn hersens bezig hield was. wat is zUn bedoeling? HU stak een waslucifer aan en keek om zich heen. HU stond ongeveer op het midden van dc steencn trap. Dc muren van het gewelf glinsterden van het vocht in het onzekere licht. Nashby had de plaats heel goed beschreven. Varne stak een nieuwe lucifer aan. Ja. Het metselwerk was stevig en massief hard en onaantastbaar-. Maar onder de hand zat hy daar mooi opgesloten in dien somberen kerker en dat nog wel midden op den dag. Het begon werke- lyk interessant te worden, maar ver duiveld koud. Toen oordeelde hy. dat, nu hy hier toch eenmaal was, hy er voor dezelfde moeite eens goed rond kon neuzen. Hy klom voorzichtig de rest van de steenen treden af. Maar hy had slechts een be perkte voorraad waslucifers en daarmeee moest- hU zuinig omspringen. Toch slaag de hy erin. vloer en muren nauwkeurig te onderzoeken en te constateeren dat Nashby's beschrijving juist geweest was. Hy klom de treden weer op. HU ont dekte nu dat de zware deur aan de bin- nenzUde geheel glad was, zonder kruk en zonder sleutelgat, zoodat iemand, die erin opgesloten zat eindeloos kon roepen of schreeuwen, zender gehoord te worden; de deur paste zonder een naad in haar opening. Langzamerhand begon nu toch een vaag gevoel van on rust Varne te bekruipen. Bovendien werd hU hoe langer hoe kouder in deze Us- ke'.der. Stel Je voor, dat Mervyn hem doorzien had en hem daar expres had opgesloten met het plan om hem daar te laten tct kou en gebrek een eind aan zijn leven zouden hebben gemaakt. En wat nog het ergste van alles was, hy had niemand verteld, waar hU heen ging. Zelfs Nashby zou hem de eerste paar dagen niet missen. Hij vond. dat hy maar eens moest kloppen en met dat doel haalde hy het haixiste voorwerp te voorschyn, dat hy by zich had, een groot zakmes. Het geklop daarvan moest aan de andere zUde hoorbaar zyn, meen de hij. Ook schreeuwde hy verschei dene malen zoo hard hy kon. maar zoo wel het kloppen als het roepen bleven zonder resultaat. Toen begon hy woe dend te worden. Als hy een revolver bU zich had gehad, zou hy zich gerech tigd gevoeld hebben, het slot stuk te schieten, als hy tenminste had kunnen uitvinden, waar het zat. Het was nu geen grapje meer. En dan die ver vloekte kou! Dit zou een jammerlijk einde zyn van zyn schitterend begonnen carrière, vond Halston Varne niet zonder zelfbeklag, terwyi hU daar klappertandend in de duisternis zat. Maar hy trachtte zich te troosten met de gedachte, dat hü niet beter verdiende, omdat hy zich op zoo'n or.noozele m3n:er liet vangen. De reliefioore duisternis van zijn om- gering begon hem meer en meer te de- primeeren en hU moest zichzelf bekennen dat zyn zenuwen geheel van streek raakten. HU zat bepaald al uren in dit vreeselijke gewelf! Hy zou het nog maar eens probeeren. Met het handvat van zijn zakmes hamerde hy uit alle macht. En hij schreeuwde, maar zijn krachtige stem klonk beverig en schor in zyn eigen wanhopige ooren. Een oogenblik hield hij op om te luisteren en toen ging de deur langzaam open. Mervyn stond naar hem te kyken met een onderzoe kenden, lichtelijk geamuseerden blik. Heisbon Varne wankelde byna het ge zegende daglicht te gemoet. HOOFDSTUK XI. Een nieuw licht. De beide mannen stonden elkaar aan te ky'ken en de uitdrukking van him gezicht was een studie waard. Wel mynheer Varne, begon Mervyn Ik hoop dat uw onderzoek bevredigen de resultaten heeft gehad. Dat schikt nogal, dank u wel, zei de ander, die op den schertsenden rtoon inging, hoewel hij in werkelijkheid alles behalve plezierig gestemd was. Het is daar beneden nogal koud zoo als u mis schien weet. Ja, dat weet ik inderdaad. Ik was juist vol bewondering voor uw weten schappelijke belangstelling in oude steenen, zooals myn nicht ze noemt, dat u er toe bracht, daar al dien tyd in de kou door te brengen. Er toe bracht! Als ik er had kun nen uitkomen, was ik er heusch niet zoo lang blijven zitten. Inderdaad. Die deur kan van den binnenkant niet worden opengemaakt. Het zou een gevaarlijk plekje zyn, om opgesloten te zitten, terwyi niemand er iets van wist. Er scheen een verborgen beteekenis in die woorden te zitten, tenminste zoo voelde Helston Varne het op dit oogen blik. Kom. nu moest u maar liever een whiskey-soda nemen, of tenminste een flinken slok port-, dan wordt u weer goed warm, ging Mervyn op de kalmste toon ter wereld voort en zich bukkend by het buffet, haalde hy beide dran ken te voorschyn. Ditmaal wees Varne het aanbod niet van de hand. De weldadige warmte, het gezegende daglicht verjoegen geleidelijk zyn erger nis en wrok. Maar nog niet geheel, want hij zei. al was het dan op half schertsenden, toon: Eigenlijk moest ik u een compliment maken, dat u een grap zoo tot het einde kunt volhouden, mijnheer Mervyn. Maar bij een ander had zooiets wel eens verkeerd kunnen afloopen. Als ik me niet vergis, kan zooiets aanleiding geven tot een ver volging wegens wederrechtelijke vry- heidsberooring. Wie heeft u dan opgesloten? vroeg Mervyn met een lachend gezicht. Zat ik daar dan niet opgesloten? Niet door mU, en behalve my is er heusch niemand binnen geweest, ant woordde Mervyn. Probeer die kruk maar eens. Ik denk er niet over, was het ge- moedelijk-gegeven antwoord van Varne. wien het te binnen schoot, hoe belang- ryk het was, dat hy de rol van oud- heidvorscher nog een poosje volhield. Ik geloof dat ik er schoon genoeg van heb. Ik blijf maar liever uit de buurt. Zooals u wilt, kijk dan maar eens hier. Mervyn ging naar de deur en draaide aan de kruk er zat geen sleutel in het slot en deed de deur toen op een kier open. Laat u dat maar. mynheer Mervyn, antwoordde de ander met een jorialen lach. Ik heb het heelemaal niet zoo gemeend. En ik kan ook wel tegen een grapje. Maakt u zich daar maar niet ongerust over. Ik dacht u een plezier te doen door u niet te storen bij uw onderzoe kingen. zei Mervyn, maar het blijkt dat ik u te lang alleen heb gelaten. Ik hoop dat u het my niet kwalijk neemt En als u nu zin hebt om mee te gaan koffiedrinken, ben ik tot uw dienst. Varne keek naar de kiok. Het was byna twee uur. Toen hy zyn kerker betreden had. was het half een geweest. Ander half uur had hij dus daar in de koude en duisternis doorgebracht en he; leek hem wel tien keer zoo lang. Zyn ont stemming werd bij deze gedachte weer opgewekt, en hy was op het punt te weigeren, toen een nieuw geluid zyn oor trof, de heldere, zachte, warma stem van een meisje. (Wordt RrvolgiX

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1928 | | pagina 6