H. D. VERTELLINGEN
STADSNIEUWS
FLITSEN
FEUILLETON.
Het Mysterie van Heath Hover
HAARLEM'S DAGBLAD DONDERDAG 22 NOV. 1928
(Nadruk verbodan; auteur*recht roorbehouden.)
Oorspronkelijke novelle
door
HANS DE LA KIVE BOX.
Tegen het felle rood van den onbe-
wolkten avondhemel lijnde zwart cn
massaal het silhouet van het vierkante
landhuis. Reginald keek er naar, terwijl
hij om beurten zijn sliknatte voeten om
hoog hief, welke beweging onmiddellijk
gevolgd werd door een soppend geluid
Tan gesmolten sneeuw. Kil water drup
pelde uit de hooge boomen naar omlaag,
terwijl af en toe heele kwakken grijze
sneeuw naar beneden ploften en weg
smolten in de modder. Dat was de
schaduwzijde van een flinke sneeuwbui,
dat vervloekte dooiweer. Een mensch
moest kapitalist zijn, zooveel schoenen
hls jo dan per dag aan kon.
En Reginald bezat slechts één paar,
en dat paar zou over enkele dagen z'Jh
tweeden verjaardag vieren!
Menschen met natte en koude voeten
en dito handen hebben doorgaans één
groot verlangen; cn dat is warmte en
gezelligheid. Rijke menschen verlangen
natuurlijk nog veel meer, zooals gloeien
de chocolade of een. wijngroc en lek
kere vilten pantoffels, doch menschen
als het soort van Reginald zijn al te
vreden met een dok, dat niet lekt en een
beetje hitte van een potkachel of zoo.
Dit groeiende verlangen was dan ook
oorzaak, dat de Jongeman het bosch
verliet en zijn steeds langer wordende
schaduw volgde, den rijweg over, naar
den achterkant van het huis.
Het is opvallend hoe snel in Novem
ber de avond valt. Nauwelijks vijf uur in
den namiddag, werd het opmerkelijk
kouder en donkerder. Reginald greep de
ijzige stangen van het hek om het huls
en floepte er over heen. Hij zakte tot
zijn knieën in de vuile sneeuw met rotte
bladeren en haastig begon hij door de
pap te schuifelen. Achter het huls bleef
hij staan en op dat oogenblik spitste hU
zijn koude ooren. Enkele zoete geluiden
kwamen uit het huis cn echoden weg
over de sombere bcomen boven zijn
hoofd.
Hij zag een lange, verticale streep en
begreep dat dit een kier tusschen twee
zware overgordijnen moest zijn. Even
vergat hi) zOn honger en al de andere
ellende en sluipend als een roofdier
kruiste hij het grindpad, en bleef vlak
achter het venster staan. De tonen wa
ren nu helderder en hij wist dat het een
piano was. Een knorrend geluid borrel
de op uit zUn leege maag.
Hij vloekte zachtjes en drukte zijn
hand tegen zijn lichaam. Toen keek hij
nieuwsgierig door de kier en voor de
tweede maal vergat hij honger cn el
lende. liet was een groot, prachtig ge
meubeld vertrek met een glimmenden
parketvloer. De kamer leek wel op een
zaal uit een Middelecuwsch kasteel en
kostbare schilderijen en sieraden hingen
aan de wanden. In een der hoeken stond
een mahoniehouten vleugel met op
slaande deksel en daar naast een sta
tige schemerlamp met roze zijden kop.
Voor de vleugel, op een tabouret, zat
een meisje, een heel Jong meisje nog.
Zij was blond en het roze licht toover-
de vele tinten op heur haar. Zij droeg
een $it kleedje, dat romantisch afstak
tegen de donkerte achter haar. En haar
fijne, slanke handen gleden liefkoozend
over de toetsen.
Reginald luisterde in verrukking en
hield de adem in. in langen tijd had hij
dergelijke wonderlijke muziek niet ge
hoord. Slechts klanken van jankende
café-orgels en tingeltangels van nacht-
cabarets waren dessert geweest voor ziln
hongerige ooren, die na het zwalken heel
den dag behoefte hadden nan ontspan
ning, al was het dan ook ruwe ontspan
ning. Maar met deze klanken kwam een
afmattende weemoed in zijn ziel. Hij
sloot zijn moede oogen en bleef zwij
gend luisteren in de grootste extase. Her
inneringen aan betere tijden, aan zijn
ouders en aan een eigen bed passeer
den zün hersenen als een versnelde
film, zy martelden hem doch de zoete
muziek, geboren onder die blanke meis
jeshanden. was sterker en deden hem
droomend glimlachen.
Reginald wist niets van klassieke mu
ziek af, maar voor het eerst in zijn
zwerversleven leerde hU begrijpen, dat
er nog iets anders bestaat dan rauwe
dansmuziek. HU voelde zijn gemoed vol-
loopcn en zonder dat hij het tegen kon
gaan druppelden brandende tranen over
zijn blauwkoude wangen. Zijn adem wa
semde op het glas, doch hy lette er niet
op. Alleen zün ooren vingen iederen
klank op.
Hij voelde geen behoefte om te we
ten te komen, wie de maker van deze
muziek was. Wat zou het hem kunnen
schelen of die wondere wals van een
modern kunstenaar of van Johannes
Brahms was? Hy wist, dat hy deze ge
legenheid misschien nimmer meer zou
krygen en gulzig hoopte hy op meer.
op meer.
De laatste tonen stierven weg in het
schemerdonkere vertrek. Angstig opende
hij zijn oogen en staarde hy naar het
meisje, in stilte bad hij om een herha
ling; het gebed van een verstootene.
„Meer...." fluisterden zijn bevende lip
pen.
Plotseling keek het meisje op van de
muziek. Een deur werd geopend en een
jongeman, gekleed in een keurig donker
pak, kwam lachend op haar toe. Ky nam
haar even in zUn armen en kuste haar
voorzichtig. Toen nam hij een stoel, zet
te zich naast haar voor den vleugel en
nam een felgekleurd boekje uit een
standaard. Vol hoop keek Reginald toe.
Hy had wel eens gehoord van de mo
gelijkheid, dat twee menschen één wUs-
je op één piano konden spelen
Vier handen gingen langzaam in ae
hoogte. De zwerver zag, hoe zy beiden
luid lachten. En het volgende oogenblik
kwamen de handen op de toetsen, met
een harden tik. zy sprongen omhoog,
vielen weer neer, woest, vurig en zon
der tempo. Klanken van een nieuwe
„schlager-fox-trot" denderden op te
gen de ouderwetsche meubelen.
De zwerver draaide zich om, als een
straathond die betrapt wordt op het
leegfrommelen van een vuilnisbak. Met
gebogen hoofd strompelde hU door de
modderige sneeuw en de bruine blade
ren naar het hek.
Een wilde haat tegen denander, die
zijn zoetste verlangens wreed verbroken
had, waarde in hem en kouder, ellen
diger en hopeloozer vervolgde hü zijn
tocht door den vallenden nacht.
JUSHNY EN ZIJN
„BLAUE VOGEL".
Zoo is hij dan nu weer voor de vijfde
maal in ons land, de leider van het
Russische klelnkunst-theater „Der
Biaue Vogel".
Het is merkwaardig, hoe groot de rol
van het toeval is, in den levensloop van
vele kunstenaars. Daar staat in Rus
land in 1920 een acteur op de planken
een karakterspeler, die zich in de meest
verschillende rollen thuis voelt en af
en toe wel eens proeven neemt met klein
te oneel.
De storm der revolutie komt en onze
acteur wordt plotseling vrij onzacht op
Duitschen bodem geworpen, maar. wat
hij dacht, dat het einde van zijn loop
baan zou zUn, was het begin.
Er onstond een klein theater in een
der voorsteden van Berlijn en daar kwam
de blauwe wondervogel uit het ei.
In een stemmingsvol gedecoreerd zaaltje
werden de eerste theaterminiaturen voor
het voetlicht gebracht, combinaties van
woorden, kleuren en klanken, van vor
men en rhythmen tot een geheel van
fUnzinnlge schoonheid.
Directeur Jushny heeft kans gezien,
een troepje getrouwen om zich te
verzamelen, dat bewees geknipt te zün
voor dc verwezenlijking van z(jn ideeën.
HU zelf was steeds de leiden
de geest, bewerker van de stof. Regis
seur en conferencier is Jushny, maar
ook theaterdirecteur duszakenman
met al de zorgen en beslommeringen
aan dit riskante beroep verbonden.
Op het nieuwe programma, dat „Der
Blaue Vogel" ons Maandag in den Stads
schouwburg brengt, komen o.a. voor een
oud soldatenlied naar een gedicht van
LJermontoff, een volksliedje uit de re
volutiejaren met decors van prof. E.
Stern, een Zwitsersch tafereeltje met
„beweegbare houten poppetjes", een oud
verhaal van Iwan de Verschrikkelijke,
naar een tekst van A. Tolstoi, volks
typen in „Kaukaslsche Vruchtenven-
ters", terwyi 't niet uitgesloten is, dat
enkele der oude succesnummers nog
maals zullen worden opgevoerd.
KANTONGERECHT.
Eén klaartje?
Ze waren met z'n allen per auto naar
Zandvoort geweest, de Amsterdamsche
koopman, zijn vrouw en een paar men
den, die ze opgedaan hadden in een café
bi de Warmoesstraat te Amsterdam. In
Amsterdam had L. H,. de koopman en
bestuurder, één glaasje „klare" gedron,
ken. de anderen hadden al meer op. De
avond werd in Zandvoort gepasseerd.
Op de terugreis in Haarlem legden ze
nog eens aan. de vrienden dronken een
potje bier en een glaasje klare. L. H.
nam alleen maar sodawater zonder iets
er in. Helaas, even buiten onze stad,
op de Amsterdamsche Vaart, by den
spoorovergang, reed hun auto in eens
dwars over den weg en kwam daardoor
in botsing met den wagen van J. v. d.
H., die met zijn verloofde en zijn aan
staande schoonouders een bioreoopje
gepakt had in Amsterdam en nu het
plan had zUn aanstaande familie naar
Haarlem terug te brengen en zelf door
te gaan naar zijn woonplaats IJmuiden
De lieele familie kwam met den schrik
vry en kwam uit den auto om zich over
haast echter weer terug te trekken, aan
gezien zij de volle laag kreeg van L. H.,
wiens auto een heele slag omgedraaid
was. en wiens echtgenoote bewusteloos
in den wagen lag. L. H. schold hen uit
voor wat leeiyk is. en verweet hun ooi:
voor den kantonrechter nog, dat zij
hun lichten niet gedoofd hadden. Dat
had hij wel gedaan.
De familie merkte op dat zij hun licïu
ten gedoofd hadden, dat L. H te wag
gelen stond en dat hij het nummer van
hun auto wel drie maal achter elkaar
opschreef. Bovendien rook hij naar ster,
ken drank, zoodat de schoonzoon en
zijn aanstaande familie in volkomen ho
mogeniteit getuigden, dat L. H. onder
den invloed was geweest.
Hy was reelat op hen afgereden, wat
de schoonzoon nog tot zijn verloofde
had doen zeggen: „Wat moet die man
van my?". Verdachte L. H. ontkende
van den rechten weg afgeweken te zijn.
schreef de schuld aan den schoonzoon
toe. en zei, aat hU als hij om half ne,
gen één glaasje klare gebruikt, daarvan
om over twaalven geen invloed onder
vindt. De kantonrechter meende, dat
do invloed van de buitenlucht er moge
lijk debet aan was. De vrienden van
verdachte en zijn vrouw bevestigden, dat
L H. het by één klaartje gelaten laad
en verder niets dan sodawater dronk.
HU was dus niet onder den invloed en
had recht gereden.
Een paar agenten, die later by het
ongeval gekomen waren, kregen daaren
tegen weer een tegenovergestelden In
druk. De kantonrechter liet nu de twee
kasteleins halen, by wie even voor
twaalven nog iets gebruikt was. En
zoowaar bevestigden beide caféhouders
dat verdachte niet naar drank rook. niet
waggelde en niet anders dan een kogel,
fleschje besteld had.
Niettemin achtte het O.M. bewezen,
dat verdachte naar links was gereden
zonder noodzaak, en toch onder- den in
vloed was. Tientallen malen heeft spr.
al moeten zeggen, dat iemand in dien
toestand achter het stuurrad niet thuis
hoort. Omdat hy groote gevaren van
zulk optreden voorziet vroeg hij een boe,
te van honderd gulden of twintig dagen
met ontzegging van de bevoegdheid tot
het besturen van een motorrijtuig voor
6 maanden. De kantonrechter veran
derde honderd in twintig en sprak ver
der recht conform den eisch.
SCHOUWBURG JANSWEG.
Het Holl. Tooneel: Vier
dagen uit het leven van ccn
onfatsoenlijk meisje.
De voorstelling van het bekende blij
spel onder regie van Louis de Vries:
„Vier dagen uit het leven van een on-
fatsoeniyk meisje" werd gisteren door
het Hoïlandsch Tooneel in den schouw
burg Jansweg herhaald, voor een vry
talryk opgekomen publiek.
De ..4 dagen" werden in een vlot tem
po gespeeld. Annie Follender „het on-
fatsoenlyk meisje" leefde hen snel en te
enthousiast. Te enthousiast soms. In-
dertyd heeft de heer J. B. Schuil uitvoe
rig over deze vertooning geschreven, wy
kunnen er dus nu kort over zyn, en vol
staan met een compliment aan Louis de
Vries, die van Vorst Ebersmark een ver-
rulckeiyke caricatuur had gemaakt, dat
telkens deed denken aan Seroff's verba
zingwekkende grime en spel, by de Rus
sen.
Voorwaar de Vries' creatie van het
kleine rolletje in dit stuk is Yoortrcf-
feiyk!
BUURTVEREENIGING DE VIJFHOEK
In de dezer dagen gehouden bestuurs
vergadering dezer vereeniging is beslo
ten. het St. Nicolaasfeest te houden op
5 December. Des middags zullen de
kinderen in tegenwoordigheid van den
goeden Sint worden onthaald, terwyi
des avonds het feest voor leden en
donateurs wordt voortgezet. Evenals
verleden jaar zal ook dit jaar Sint
Nicolaas in hoogst eigen persoon een
bezoek brengen aan huis bij de leden
en donateurs.
VAN HAARLEM'S DAGBLAD No. 1349
HET ZAKMES
Vader geeft zyn pogingen om het
touwtje te ontwarren op en zoekt
naar zijn zalf/nes
zoekt achtereenvolgens in al zyn
zakken
vindt 't tenslotte in den zak waar
in hy oorspronkelijk had gezocht
verward in een sleutelbos
slaagt erin het te bevrijden, doch
niet zonder het pakje te laten val
len
scheurt een nagel in de inspan,
ning om het mes open te krijgen
grypt juist op tijd om te beletten
dart het pakje opnieuw valt. maar
verliest het mes
slaagt er niet zonder moeite in het
weer te bemachtigen
opent het mes, snijdt het touwtje
door en stopt hert mes weer in
zyn zak
vindt aan den anderen karnt een
soortgelyken knoop en herhaalt de
geheele manoeuvre
.(Nadruk verboden.)
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN
a 60 Cent» per regel.
Stofzuigerhuis MAERTENS
BARTELJORISSTR AAT 16
TELEFOON 10756
HOBBY VLOERWRIJVERS F125.
HET PROVINCIAAL
WEGENPLAN.
Met spoed wordt
gewerkt.
DE OPHEFFING VAN TOLLEN.
Aan het antwoord van Ged. Staten
op het verslag der afdeelingen van de
Provinciale Staten van Noordholland
betreffende de rekening over 1927 en de
beji'ooting voor 1929 van het Wegen,
fonds ontleenen wii:
Het college beijvert zich het tempo
van den aanleg en verbetering zooveel
mogelijk te versnellen, doch is daarbij
ook afhankelijk van de medewerking
van anderen
Voor de verbetering van de pont veren
naby de Hembrug is op de ontwerp-
begrooting van het Departement van
Waterstaat voor den dienst 1929 een
bedrag van 200.000 uitgetrokken. Vol,
gens de toelichting zal deze verbetering
bestaan in de vervanging van het hand-
kabelpontveer door een veer met vrij-
varende stoomnonten. De Minister
wenscht alvorens de verbetering ter
hand te nemen echter den uitslag af te
wachten van het overlee dat met de
plaatselijke belanghebbenden wordt ge:
pleegd omtrent de toekenning van een
aan hun belang evenredige bijdrage in
de kosten der verbetering en in de uit
doe verbetering voortvloeiende hoogere
exploitatiekosten.
Het zal van de omstandigheden af
hangen. welk gedeelte van het geraam,
de bedrag van 1.500.000 van het Prov.
Wegenfonds ten koste zal worden ge
legd aan den aankoop van terreinen en
gebouwen en hoeveel besteed zal wor
den aan de uitvoering van de werken.
Indien de verhouding tusschen bei?
de posten wordt aangehouden zooals
die is vastgelegd in de voorstellen die
tot grondslag hebben gediend voor het
besluit der Staten van 2 December 1925
zal voor aankoop 300-000 besteed wor
den en voor uitvoering van werken
1.200-000.
De uitkeering aan de provincie Noord
Holland uit de opbrengst der rykswe-
genbelasting en der riiwielbelasting over
1927 heeft 736-672.02 bedragen.
Door Gedeputeerde Staten wordrt aan
de opheffing der nog in deze provincie
overgebleven tollen alle aandacht ge-
wyd. Zoo zal de overneming van den
weg tusschen Diemerbrug en Weesp en
van daar naar 's-Graveland, waarom
trent de Staten eerlang een voorstel zal
bereiken, gepaard gaan met de ophef
fing der tollen bii het Bülmerhek, op
de Vec'ntbrug te Weesp en bii de Uiter.
meersche Schans
ALLIANCE FRANsAISE.
La Légèreté Francaise.
De Fransche dichter Francois Porché,
die voor zyn verzamelde werken den
Grand Prix van de Académie Francaise
heeft verkregen, hield Woensdagavond
voor de leden der afdeeling Haarlem der
Alliance Francaise een causerie over „La
Légèreté Francaise".
Men zou kunnen zeggen dat de heer
Porché het levend voorbeeld was, zooal
niet van de „légèreté" der Franschen
dan toch van de uithuizigheid die als
een onderdeel of althans een gevolg van
die verschrikkelyke Fransche luchthar
tigheid kan beschouwd worden want
juist op zyn verjaardag, 21 November,
waarmede de voorzitter, de heer Sau-
veur, hem hartelijk gelukwenschte, trad
hU, ver van huis en haard, op als con
férencier! Maar wU willen dit optreden
in den vreemde op een voor den heer
Porché zoo gedenkwaardigen datum lie
ver beschouwen als een bewys van het
groote plichtgevoel en de liefde voor zijn
vaderland, welke hem dwong tot getui
gen, ook op dezen dag en die de Fransch-
man onder zijn uiterlijk gebrek aan
ernst verbergt.
Na een inleiding, waarin de spreker
dc aandacht vestigde op nog steeds be
staande vooroordeelen ook in de krin
gen der intsllectueelen tusschen de
verschillende volken en op het wensche-
lyke dat er éénheid kome onder de vol
ken van Europa, hetgeen heel iets an
ders is dan eenvormigheid, kwam de
heer Porché op de luchthartigheid, het
gebrek aan emst, die aan het Fransche
volk door de eeuwen heen, buiten Frank
rijk. van alle zyden is verweten, zóó dik
wijls, dat zij er zelf niet meer aan ge-
looven.
Reeds de Romeinen ontdekten bij de
Galliërs een „légèreté", een neiging tot
blague en de Franschen waren dus al
zoo misdadig-luchthartigvóór zy
Franschen waren. Want de tegenwoor
dige Franschen zyn een zeer gemêleerd
volk. Het schynt dus meer een aard
rijkskundige quaestie te zUn, schertste
spr., een quaestie van bodem en lucht!
Zeker, de Fransche geschiedenis is
vol van voorbeelden van luchthartig
heid, van lichtzinnigheid als u 't zoo
noemen wilt-, maar voor wie het goed
begrijpt zyn dit alle staaltjes van bra
voure, van „panache". Men denke aan
Cyrano, aan de drie Muskieters. Zyn
deugden en zyn ondeugden wil de
Franschman toonen; hij heeft behoefte
aan „la galérie".
Men moet den afkeer van zwoar-op-
de-handschheid, die den Franschman
kenmerkt, niet verwan-en met overdre
ven luchthartigheid. Pascal, in zyn
Lettres Provinciales behandelde ernstige
onderwerpen, maar la Francaise",
met luchtigen, fynen geest.
Er is een groote nationale eenheid in
Frankrijk, dat blykt altijd in de ure der
beproeving. Dat is toch waariyk geen
bewys van luchthartigheid!
De bewering betreffende de légèreté
Francaise is dan ook waarlijk niet houd
baar. De Fransche bourgeois, de Fran
sche boer, luchthartig? Het mocht watt
Praat maar eens een kwartier met een
Normandischen boer over een ernstig
onderwerp en u zult anders oordeelen.
De Fransche „lichtzinnigheid" moet
aldus uitgelegd woden: zy is een gevolg
van de gunstige omstandigheden waar
onder de Franschman leeft in zijn
schoon vaderland, waar de zon veel
schynt en waar de bodem vruchtbaar is.
Zij is een algemeene eigenschap, die
men ook vindt bij den ernstige, bij den
zwaarmoedige. Zij is een gevolg van het
feit dat de Franschman nooit de hoop
verliest en altyd vol vertrouwen is. Hij
is van een onverwoestbaar optimisme;
wat er ook gebeurt, hy gelooft niet in
een droevig einde.
Nadert een catastrophe ,de Fransch
man glimlacht, maar onmiddeliyk vóór
de catastrophe zet hü de tanden op el
kaar en is niemand ernstiger dan hy.
Hy vecht, hij worstelt. En na de cata
strophe vormt zich dadelyk wéér de
glimlach om zyn bleeke lippen. „Dat
is", zoo eindigde de heer Porché zijn
boeiende, logisch-opgebouwde en in
schoonen vorm gegoten conférence, „dat
is onze légèreté Francaise", onze groote
zwakheid!"
Luid en lang aangehouden applaus
klonk na deze rede.
De heer Sauveur sprak een hartelyk
dankwoord voor de prachtige propa
ganda die de inleider voor Frankriji had
gemaakt en wenschte hem tot weer
ziens.
DE AUTO-ZENDING.
In ons land bestaat de Vereeniging
voor Evangelisatie: „De Auto-zending".
Het hoofdkantoor is in Soest gevestigd.
Teneinde meer bekendheid aan het
bestaan dezer vereeniging in Haarlem
en omstreken te geven, zullen op Vrij
dag 23 Nov. een drietal samenkomsten
gehouden worden in de kerk der Broe
dergemeente aan de Parklaan.
5 en 6.30 uur: kindersamenkomsten
met lichtbeelden: De negerhut en met
de Zendings-auto op reis.
8 uur: Samenkomst voor volwassenen
met lichtbeelden: Bunyan's Christen-
reize naar de eeuwigheid.
De opening zal gehouden worden door
Ds. H. E. Beker, van Haarlem, de slui
ting door ds. Y. van der Zee, te Am
sterdam.
Het Christelijk gemengd koor zal
enkele liederen ten gehoore brengen.
UITGAAN.
Een Zomerzotheid.
Wegens het succes en om te voldoen
aan de vele aanvragen heeft het bestuur
der Kon. Letterl. Ver. „J. J. Cremer"
besloten een reprise te geven van Een
Zomerzotheid, het naar het veel gelezen
boek van Cissy van Marxveldt door Dom.
de Gruyter bewerkte biyspel in 8 tafe-
reelen. Deze voorstelling zal plaats vin
den op Vrydag 30 November in den
Stadsschouwburg, zy zal voor het pu
bliek toegankelijk worden gesteld tegen
populaire prijzen.
(Een verhaal van duistere krachten)
uit hot Engelsch van
BERTRAM MTTFORD
SO)
Die laatste was inmiddels bezig aan
den lUve te ondervinden, wat het be-
teekent, in het land der buitenste
duisternis verzeild geraakt te zUn. Zelfs
niet het zwakste lichtstraaltje drong er
in zUn gevangenis door. HU wachtte,
of zUn oogen zich soms aan die duister
nis konden wennen, in de hoop. dat er
dan een flauwe lichtbron zichtbaar ssou
worden, een rooster of een ventilator of
de hemel weet, wat. Maar dat gebeurde
niet. Als de deur in den wand vast-
gemetseld geweest was. zou ze het licht
niet. beter hebben kunnen afsluiten.
Maar Varne was niet bang. HU was
ongewapend, maar dat feit baarde hem
geen zrarg. de eenlge gedachte, die zUn
hersens bezig hield was. wat is zUn
bedoeling?
HU stak een waslucifer aan en keek
om zich heen. HU stond ongeveer op
het midden van dc steencn trap. Dc
muren van het gewelf glinsterden van
het vocht in het onzekere licht. Nashby
had de plaats heel goed beschreven.
Varne stak een nieuwe lucifer aan. Ja.
Het metselwerk was stevig en massief
hard en onaantastbaar-. Maar onder
de hand zat hy daar mooi opgesloten
in dien somberen kerker en dat nog wel
midden op den dag. Het begon werke-
lyk interessant te worden, maar ver
duiveld koud.
Toen oordeelde hy. dat, nu hy hier
toch eenmaal was, hy er voor dezelfde
moeite eens goed rond kon neuzen. Hy
klom voorzichtig de rest van de steenen
treden af. Maar hy had slechts een be
perkte voorraad waslucifers en daarmeee
moest- hU zuinig omspringen. Toch slaag
de hy erin. vloer en muren nauwkeurig
te onderzoeken en te constateeren dat
Nashby's beschrijving juist geweest was.
Hy klom de treden weer op. HU ont
dekte nu dat de zware deur aan de bin-
nenzUde geheel glad was, zonder kruk
en zonder sleutelgat, zoodat iemand,
die erin opgesloten zat eindeloos kon
roepen of schreeuwen, zender gehoord
te worden; de deur paste zonder een
naad in haar opening. Langzamerhand
begon nu toch een vaag gevoel van on
rust Varne te bekruipen. Bovendien werd
hU hoe langer hoe kouder in deze Us-
ke'.der. Stel Je voor, dat Mervyn hem
doorzien had en hem daar expres had
opgesloten met het plan om hem daar
te laten tct kou en gebrek een eind aan
zijn leven zouden hebben gemaakt. En
wat nog het ergste van alles was, hy
had niemand verteld, waar hU heen
ging. Zelfs Nashby zou hem de eerste
paar dagen niet missen. Hij vond. dat
hy maar eens moest kloppen en met
dat doel haalde hy het haixiste voorwerp
te voorschyn, dat hy by zich had, een
groot zakmes. Het geklop daarvan moest
aan de andere zUde hoorbaar zyn, meen
de hij. Ook schreeuwde hy verschei
dene malen zoo hard hy kon. maar zoo
wel het kloppen als het roepen bleven
zonder resultaat. Toen begon hy woe
dend te worden. Als hy een revolver
bU zich had gehad, zou hy zich gerech
tigd gevoeld hebben, het slot stuk te
schieten, als hy tenminste had kunnen
uitvinden, waar het zat. Het was nu
geen grapje meer. En dan die ver
vloekte kou!
Dit zou een jammerlijk einde zyn van
zyn schitterend begonnen carrière, vond
Halston Varne niet zonder zelfbeklag,
terwyi hU daar klappertandend in de
duisternis zat. Maar hy trachtte zich
te troosten met de gedachte, dat hü niet
beter verdiende, omdat hy zich op zoo'n
or.noozele m3n:er liet vangen.
De reliefioore duisternis van zijn om-
gering begon hem meer en meer te de-
primeeren en hU moest zichzelf bekennen
dat zyn zenuwen geheel van streek
raakten. HU zat bepaald al uren in dit
vreeselijke gewelf!
Hy zou het nog maar eens probeeren.
Met het handvat van zijn zakmes
hamerde hy uit alle macht. En hij
schreeuwde, maar zijn krachtige stem
klonk beverig en schor in zyn eigen
wanhopige ooren. Een oogenblik hield
hij op om te luisteren en toen ging
de deur langzaam open. Mervyn stond
naar hem te kyken met een onderzoe
kenden, lichtelijk geamuseerden blik.
Heisbon Varne wankelde byna het ge
zegende daglicht te gemoet.
HOOFDSTUK XI.
Een nieuw licht.
De beide mannen stonden elkaar aan
te ky'ken en de uitdrukking van him
gezicht was een studie waard.
Wel mynheer Varne, begon Mervyn
Ik hoop dat uw onderzoek bevredigen
de resultaten heeft gehad.
Dat schikt nogal, dank u wel, zei
de ander, die op den schertsenden rtoon
inging, hoewel hij in werkelijkheid alles
behalve plezierig gestemd was. Het is
daar beneden nogal koud zoo als u mis
schien weet.
Ja, dat weet ik inderdaad. Ik was
juist vol bewondering voor uw weten
schappelijke belangstelling in oude
steenen, zooals myn nicht ze noemt,
dat u er toe bracht, daar al dien tyd
in de kou door te brengen.
Er toe bracht! Als ik er had kun
nen uitkomen, was ik er heusch niet
zoo lang blijven zitten.
Inderdaad. Die deur kan van den
binnenkant niet worden opengemaakt.
Het zou een gevaarlijk plekje zyn, om
opgesloten te zitten, terwyi niemand er
iets van wist.
Er scheen een verborgen beteekenis
in die woorden te zitten, tenminste zoo
voelde Helston Varne het op dit oogen
blik.
Kom. nu moest u maar liever een
whiskey-soda nemen, of tenminste een
flinken slok port-, dan wordt u weer
goed warm, ging Mervyn op de kalmste
toon ter wereld voort en zich bukkend
by het buffet, haalde hy beide dran
ken te voorschyn. Ditmaal wees Varne
het aanbod niet van de hand.
De weldadige warmte, het gezegende
daglicht verjoegen geleidelijk zyn erger
nis en wrok. Maar nog niet geheel,
want hij zei. al was het dan op half
schertsenden, toon: Eigenlijk moest
ik u een compliment maken, dat u een
grap zoo tot het einde kunt volhouden,
mijnheer Mervyn. Maar bij een ander
had zooiets wel eens verkeerd kunnen
afloopen. Als ik me niet vergis, kan
zooiets aanleiding geven tot een ver
volging wegens wederrechtelijke vry-
heidsberooring.
Wie heeft u dan opgesloten? vroeg
Mervyn met een lachend gezicht.
Zat ik daar dan niet opgesloten?
Niet door mU, en behalve my is
er heusch niemand binnen geweest, ant
woordde Mervyn. Probeer die kruk
maar eens.
Ik denk er niet over, was het ge-
moedelijk-gegeven antwoord van Varne.
wien het te binnen schoot, hoe belang-
ryk het was, dat hy de rol van oud-
heidvorscher nog een poosje volhield.
Ik geloof dat ik er schoon genoeg van
heb. Ik blijf maar liever uit de buurt.
Zooals u wilt, kijk dan maar eens
hier. Mervyn ging naar de deur en
draaide aan de kruk er zat geen
sleutel in het slot en deed de deur
toen op een kier open.
Laat u dat maar. mynheer Mervyn,
antwoordde de ander met een jorialen
lach. Ik heb het heelemaal niet zoo
gemeend. En ik kan ook wel tegen een
grapje. Maakt u zich daar maar niet
ongerust over.
Ik dacht u een plezier te doen
door u niet te storen bij uw onderzoe
kingen. zei Mervyn, maar het blijkt
dat ik u te lang alleen heb gelaten.
Ik hoop dat u het my niet kwalijk neemt
En als u nu zin hebt om mee te gaan
koffiedrinken, ben ik tot uw dienst.
Varne keek naar de kiok. Het was byna
twee uur. Toen hy zyn kerker betreden
had. was het half een geweest. Ander
half uur had hij dus daar in de koude
en duisternis doorgebracht en he; leek
hem wel tien keer zoo lang. Zyn ont
stemming werd bij deze gedachte weer
opgewekt, en hy was op het punt te
weigeren, toen een nieuw geluid zyn
oor trof, de heldere, zachte, warma
stem van een meisje.
(Wordt RrvolgiX