DE ZATERDAGAVOND VISSCHEN OP DE KAAG BIJVOEGSEL VAN HAARLEM'S DAGBLAD Een bedrijf dat drie geslachten oud is ZATERDAG 24 NOVEMBER VIJFDE BLAD 1 - K rP de Kagerplassen vailen lange schichtige zonne stralen die af en toe door de wolken breken. Hetdorp de Kaag op het kleine eiland aan de Ringvaart ligt als een, aan de Noordzijde afgeknabbelde koek; meestal is deze kust van het dorpje in de leizijde van den wind gele gen. Hier breken dus immer de colven tegen de rietbussels en in de kreekjes van het eiland. En er kan wat water staan op de plas! Daar weten de mooiweervaarders van den zomer en hun lichte jachtjes in den regel niet veel van. Wij staan op het erf van de Nieuwkoopen, de twee oude broers Üome Jacob en Vader Nieuwkoop, en diens beide zonen; Dirk de oudste en de leider 'van het moderne visscherijbedrijf en zijn jongere broer, ook werkzaam in de zaak die drie geslachten oud is. Oome [acob (niet te verwarren met wijlen den beroemden die iedere zeiler kende) en zijn broer, zijn ruige, grijze en donker bruin verbrande kerels. Koppen als doorgebrande pijpen, en stekelige kleine oogjes, met lichtjes er in. Ja waarlijk, kleine pittige lichtjes die uit het donker van de oogholten U tegemoet schitteren. Dat is een kenmerk van Hollanders die altijd de zon in het water veelvoudig weerkaatst zien. Dirk, de zoon. de stuwende en ook de inteilectueele kracht van het bedrijf zal ons straks haarfijn uitleggen het verschil tusschen een aal en een paling, tusschen een zegen, een fuik, een lijn en een keernet, tusschen een snoek, een karper, een baars, een voorn en een snoek baars. Dirk is een athleet; een blondeHollander met lichtblauwe oogen, althans dezen indruk geven zij, en een radde tong. Het gezin zat bijeen in de voorkamer van het huis op de Kaag. Terwijl Dirk en z'n broer van het visscherijbedrijf vertelden (de Oude zweeg maar omdat oud en jong in dergelijke zaken gesprek ken immers altijd botsen) amuseert de Vader zich met de baby in de wieg, die hij afwisselend een kleine karper, een snoekbaars of een paling noemde en waarvan hij dus machtig veel bleek te houden. Deze pagina biedt maar weinig ruimte. En hoe wel ik U nog veel meer zou kunnen vertellen van het Nieuwkoopsche gezin, dat met haar stoere werkkracht, zijn humor en zijn vierkante grappigheid zooveel stof tot praten verschaft, moet ik U verzoeken eerst uw aandacht te bepalen tot de techniek van het visscherijbedrijf zooals dat naar oude gewoonten, op de mooie vischrijke Kagerplassen geschiedt. De zegenvisscherij, waar wij U eerst een en ander van zullen vertellen wordt gemeenlijk, volgens de door de wet gestelde norm, van 10 October tot half Maart beoefend. De Nieuwkoopen hebben echter verlof om reeds den eersten September met de uitoefening van dit bedrijf te beginnen. De zegen is 250 meter lang en 13 Hollandsche ellen diep. Het is een strook dus met een lengte van 250 meter en een breedte van ongeveer 13 el. Om te beginnen moet de zegen geschoten worden. Dit geschiedt met twee roeibooten die kaapstanders in primitieven en miniatuur vorm aan boord hebben en door middel waarvan de lijnen van het net gevierd worden. Een 100 meter uit den kant wordt dit net dus uitgezet. Daarna roeien de visschers weer naar den kant, waardoor het als een gordijn, loodrecht naar beneden in een halven cirkel (met als basis de wal) komt te hangen. Aan de uiteinden van den bovenkant, zoowel als aan den onderkant van het net zijn touwen, de zoogenaamde simmen, bevestigd Haalt men van den kant af deze simmen in, en trekt men aan de ondersimmen sneller dan aan de bovenste dan krijgt het net den vorm van een zak die naar den kant getrokken wordt, en die (daar de onderste zoom van het net nog eenige centimeters door den modder getrokken wordt) een bijkans onontkoombare val is voor de visschen die zich in den halven cirkel tusschen wal en net bevinden. Snoek, baars, brasem karper, zeelt, snoekbaars, zijn de meest voorkomende soorten die worden opgehaald. Dat inhalen van het net men ziet hoe het geschiedt opeen der foto's op deze pagina is een fraai gezicht. De sterke kerels trekken met regelmatigen cadans het zware net uit het zwarte Kaagwater, en door den vetten modder. Trouwens zoo aan den buitenkant gezien heeft het bedrijf heel veel moois. Het is drie geslachten oud. Het gaat rustig zijn gang. Het is vol stoerheid, en schijnt in zijn welbewust rege matig tempo iets te hebben meegekregen van de stemming van het oude meer. van de sfeer van het oude Kaageiland dat door zijn isolatie zooveel persoonlijks, zooveel eigens heeft behouden. Eén der belangrijkste factoren voor het behoud van een goeden vischstand op liet meer, is het werk van de Nederland-che Heidemaatschappij, die zoowel snoekbaars als karper bij tien duizenden doet uitzetten. Verleden jaar nog heeft Dirk Nieuwkoop voor de helft voor rekening der Maatschappij en voor de helft voor eigen rekening 20.000 jonge karpers uitgezet Hierbij zij echter opgemerkt dat deze visch in de Nederlandsche wateren niet voortteelt. De winst bestaat dus in den groei van den visch, die eerst als hij een bepaalde maat heeft bereikt gevangen mag worden. Thans is de maat voor karper op 35 c.M. gesteld die voor snoekbaars op 40 c.M., die voor brasem op 25 c.M. en die voor voorn op 15 c.M. Vroeger was de maat voor brasem 18 c.M. Op aanraden van de Nieuwkoopen is daar verandering in gebracht. In Woubruggc was namelijk een rage ontstaan voor kleine visch vooral brasem en voorn die echter niet om den vleeze doch voor de schubben werden gevangen die men be hoefde voor den handel in valscheparelmoer. Bij dui zenden en nog eens duizenden werden de vischjes gevangen, geschr-.pten weer in het water gegooid. Aan deze roofvangst is gelukkig door bet veranderen van de maat paal aalfuik weer begonnen. Eind April begin Mei gaan de voorns paaien, en de aai komt op de kuit van de voorn af. De visscher zet fuiken dus als het goed zacht weer is bij de plaatsen waar de voorn kuit pleegt te schieten. Dan volgt de visscherij met de ge- m. wone stelfuiken, waarbij aal en paling geslachtofferd worden. Tenslotte vindt in Juli de keerne' visscherij plaats, uitsluitend 4$\ in de ringvaart. Een rechtopgaand net wordt dwais over het het water gezet, het sluit de vaart dus weer als 't ware door T.f-1 s middel van het loodrechte gordijn af. Onderaan is net keer -/• K net van zware kettingen voorzien, zoodat er geen ruimte tusschen den bodem en het net is. Aan weerskanten blijft het plus minus drie meter uit den walkant. Aan de uiteinden iHn van het net staan de zoogenaamde gewone en stuitfuiken De naar de Oceanen optrekkende paling zwemt langs de hinderpaal, het keernet, en komt omdat hij nooi' terug gaat, maar altijd vooruit tastend langs het keernet. in de eerste of stuitfuiken terecht. De kans dat er veel paling de netten ontzwemt is er niet. omdat de visch de naasten weg kiest. Deze visscherij vindt ernstige stagnatie niet alleen dooi het scheepvaartverkeer, waarvoor de netten naluur- lijk gevierd moeten worden, doch ook door het stoomgemaal in Spaarndam dat als et veel regen is gevallen full speed be liÜÊ&te gint te werken. De trek in het water is dan zoo sterk dat de •7^, zware .pols dikke ket tingen waarmee het keernet rerxw»»rd -vf isneenschui- nen lijn,tot aandeop tot wanneer het duister wordt, en dan !s er 's-nachts In hel seizoen nog een wacht noodig bij'de keernetten. En zoo is er altijd werk voor deze vereelte handen. Tijdens den terugkeer hadden wij nog de gelegenheid om het Kagerland op te nemen. Het is hier nog alles bij het oude gebleven. De vergezichten tusschen de oude woningen door op de grijze woelige plas. zijn dezelfde gebleven. De huisjes staan nog even oud en bestorven tegen elkaar geleund als vroeger. Ook de menschen zijn dezelfde gebleven. In't bijzonder lannetje. jannetje is als wijlen Oome Jacob een beroemdheid, een cutiositeit. Niemand kent haar anders dan oud, grijs, mei staalharde oogen, te lang van lijf voor het kleine kruideniers winkeltje, waar iedereen die de Kaag bezeilt zijn inkoopea wel eens gedaan heett, waar vele zeiiets wel eens een bakkie ko fie geslurpt hebben. lannetje is adrem, Jannetja is merkwaardig Eens brachten twee Haarlemsche zeilers, die haar geregeld plachten te bezoeken, een vreemdeling mee, een stadsmcnsch, een deftig heer nogal op leeftijd, die niet vertrouwd was met de sfeer van het Kaageiland. Toen hij met de twee vrienden van lannetje het kruidenierswinkeltje betrad werd hij door de oude grijze vrouw verwelkomt met een: ,Zoo schat ben je daar eindelijk! Waarom heb je me zoo lang laten wachten Het deftige stadsche heertje, dat zooals gezegd niet vertrouwd was met de sfeer van de Kaag, beging een blunder. Hij werd woedend. En eischte zooiets als genoegdoening! Zoo heeft de Kaag, voor lien die er thuis zijn vee! schoons, veel liefs en veel vertrouwelijks. Doch wat wist men van het oude van geslacht op geslacht overgegane visscherijbeerijf Van de zegen, de keernetten de fuiken Van het stoere handwerk dat uitgeoefend wordt op de plassen en op het stille vergeten eiland? en perk ge steld. Toch gaat de vischstand er niet op vooruit. De reden? In de eerste plaats is er t moderne scheep vaart verkeer. De pleiziervaard ers vooral doen meer kwaad dan men wel oppervlakkig zou denken In Maarten April als de visch gaat kuit schieten in vuil- boschjes en riet bussels aan de kanten, richten de pleizier- vaarders onbewust veel schade aan. Als ze op een landtongetje kampeeren is na verloop van een week zoo'n heelen rietkant afgetakeldMen kan er zeker van zijn dat dit heel wat verstooring brengt in de ontwikkeling van de jonge visschen. Een 80 jaar geleden was er bijna geen vaart. Als het keernet (waar we het straks over zullen hebbeni één of twee keer per nacht gevierd moest worden was het veel, thans kan het ge beuren dat er 100 a 140 schepen per nacht door de ringvaart trekken. Dan moet de wacht het net 100 140 keer laten zakken Voigens Dirk Nieuwkoop is de hengelsport voorts uiterst na- deelig voor den vischstand, immers deze heeft een zeer belang rijken omvang aangenomen mede door den vrijen Zaterdagmiddag. Meermalen staan aan de oevers van de Ringvaart vele tientallen hengelaars. Feitelijk begaan deze, volgens onzen zegsman, twee onrechtvaardigheden. In de eerste plaats mogen zij langer (van 1 juni tot Maart) vrij visschen in het water dat door Nieuwkoop en zijn collega's voor veel geld gepacht is, in de tweede plaats mogen zij meenemen wat beneden de maat is. Wat de beroeps- visscher weg moet gooien, is geoorloo de vangst voor den hengelaar. Van Nieuwkoop is van meening dat de hengel sport vooral voor den stand van snoek uiterst nadeelig is. Bovendien wordt er een onrechtvaardigheid begaan tegen die arme drommels de peueraars, die voor hun armoedig bedrijf zich een acte en een vergunning moeten verschaffen bij den pachter van het vischwater. Dirk Nieuwkoop wil niet klagen. Hij heeft nog dikwijls in één trek 500 S00 pond visch, de keeren dat er 1000 pond in één slag gehaald wordt zijn zeld zamer. Oome Jacob herinnert zich echter nog trekken van 10.000 pond in éénen, met de zegen. Dat is voorwaar geen kleinigheid. Doch toen was ook de rechtspositie van den visscher een andere. De man van de Kaag werkte voor een pachter, die twee of drie cent per pond betaalde. Was de vangst eens erg groot dan zei hij rustig: Jullie een goeie dag, wij ook een goeie dag, en hij gaf maar een cent per pond. Dit is afgeloopen. Dirk Nieuwkoop heeft zich vrijgevochten. Hij is nu zelf pachter van aanzienlijke perceelen water, is in het klein begonnen voor Haarlemsche en Leidsche hotels te werken. Thans heeft zijn handel zich tot het buitenland uitgebreid. Vertellen wij U nu iets van de paling en aal visscherij. (Want als U dacht dat aal en paling het zelfde was, dan heeft U het mis.) Deze visscherij is zeer wisselvallig, want de aal en paling zijn mysterieuze visschen die uiterst gevoelig zijn voor de maan Zonder bepaald maanziek te zijn, vertoonen zij een bijkans sentimenteele gevoeligheid voor de verschillende kwartieren. Zoowel bij volle, als bij heelemaal geen maan, is het slecht palingvïsschen en zelfs overbodig paling te visschen. Men moet juist de tusschen phase waarnemen. Of de lucht bewolkt is ©f niet. dat alles doet er niets toe. Vlak na volle maan is de tijd het gunstigst In het voorjaar, als er noch met keernet noch met de fuiken gewerkt wordt beoefent men de lijn- en dobbervisscherij. Er worden een 100 lijnen uitgezet, door middel waarvan heel wat aal gevangen wordt In het voorjaar laat de paling zich niet vangen. Dfe trekt In Juli naar de Oceanen. Zij slreven allen naar één richting, nemen den kortsten weg naar de sluizen en de zee. Op die tocht moet de palingvisscher er bij zijn. Als in het voorjaar de zegenvisscherij gesloten is worden de lijnen en fuiken voor deaat en palingvlsscherij in orde gemaakt. Als de lijnvisscherij op aal achter den rug is, i* de vangst met de éénvleugelige pervlakte van het water wijzen. De pa ling zwemt dan na tuurlijk rustig onder het keernet door. Dit is de ruwe schets van het visscherijbe drijf op de Kagerplassen zooals dat door de Nieuwkoopen drie ge slachtenlang werd uitge oefend. De laatste van hen hebben ontegenzeggelijk dit bedrijf groot gemaakt. Er staat een nieuw huis op het oude eiland, er is een palingrookerij die men schetsend rooksalon noemt er is welvaart. Er gaat in dit bedrijf meer om dan men wel zou denken. Het water dat deze visschers in handen hebben is zeer uitgestrekt en de duizen den ponden visch vinden in alle richtingen hun bestemming. Wij citeeren een waarschuwing uit den mond van Dirk NieuwkoopOp sommige plekken in de Norrenmeer staat nog maar 10 c.M. water, vanwege het vuilnis der gemeente Sassenheim, dat daar gestort is en voortdurend bijgestort wordt. Als dat zoo hier en daar door gaat zullen de mooiste onzer plassen verwoest worden. Het water stinkt, de vischstand en de sfeer die der natuur was wordt door en door bedorven. Nieuwkoop heeft schriftelijk, telefonisch en telegrafisch geprotesteerd zonder succes. Is een andere oplossing hier mogelijk Als wij de Kaag verlaten zijn de twee ouden, lacob en vader Nieuwkoop en de zonen Dirk en zijn broer, bezig met het boeten der netten. Hun verweerde koppen zijn gebogen over de roodbruine ge taande zegen die onder handen is. Thans worden alleen maar de kapotte plek ken gerepareerd, 's-winters laat men een groote nieuwe strook in het net bij breien op de fabriek in Friesland Zoo ondergaat de 250 meter lange zegen geleidelijk een algeheele en kostbare vernieuwing. Kostbaar, als U beseft, dat het geheele net bij aan schaffing f 2000.— kost Ook dat netten boeten op het erf is een rustig-fraai schouwspel, 't Is merk waardig hoe decoratief die Kager- menschen zijn Zij staan zoover van de nervositeit, de jacht die den modernen mensch beheerscht. Hun bewegingen zijn zoo rustig en gaaf hun kalme werken is zoo sierlijk en werkt kalmeerend op den haastigen toeschouwer. Zij herinneren ons aan Herman de Man's boeren in het Wassende Water, wier ziels - emoties stroomen onder het ijsdak van de rivier. Onzicht baar voor de buitenwereld. Zij werken rustig voort aan de reparatie van de zegen. De houten pen waarmede zij het taaie getaande touw ver werken, kruipt regelmatig door de mazen. De oude bruine han den gaan gestaag op en neer. Zij wrochten van 's morgens vroeg,

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1928 | | pagina 17