DE ARC DE TRIOMPHE TE PARIJS. aan- Door Neuf- Chateau bedacht Door Napoleon begonnen Maar door geen van belden voltooid --jF? - M-' schouwd. Morreen, die van z'n leven wel eens in Parijs geweest is, kent de Are de Triomphe, aan het einde der Champs Elysées, op de Place de l'Etoile als het ware van aangezicht tot aangezicht. Het is een monument niet alleen, dat je als behoorlijk toerist, gezien moet hebben, maar dat Je niet kunt missen te zien, ook al dringt het zich niet op in ma jestueuze hoogte als de Eifel toren. De Are de Triomphe te ParUs is mis schien wel het bekendste bouwwerk der wereld en toch valt er uit zijn ge schiedenis genoeg te vertellen, dat den lezer onbekend zal zijn. Het eerste plan tot oprichting van deze permanente eerepoort werd ge maakt doorneen. niet door Napo leon, maar door Frangois de Neufcha- teau, die tusschen 1797 en 1799 een tweetal malen minister was. Op den eersten Brumaire van het jaar VII der Fransche revolutie werd een prijsvraag uitgeschreven voor bouwkundige ont werpen, maar deze bleef zonder gevol gen door den slechten toestand van 's rijks schatkist. Op 18 Februari 1806 vatte Napoleon echter het terzijde gelegde plan weer op en aangezien zijn positie wel eenigszins verschilde van die van een minister, voegde hij bij het plan tevens kort en goed het besluit tot uitvoering. Na ein- delooze discussies werd het Einde der Champs Elysées als de meest geschikte plaats aangewezen, en de architect Chalgrln. geassisteerd door zijn collega Raymond deden op 15 Augustus 1806 den eersten steen van de trotsche poort leggen. De kosten waren begroot op meer dan 9 millioen franken. Het schoot in den beginne niet erg op met den bouw en toen Napoleon op 2 April 1819 zijn intocht in de hoofdstad moest houden met zijn Oostenrijksche bruid Marie Louise, was het werk nog lang niet voltooid. Met, hout en zeildoek completeerde men het gedeelte dat reeds stond, waardoor de Parijzenaars voor het eerst den indruk kregen hoe het lang verbelde bouwwerk er voltooid uit zou zien. Nog eens vier jaar later en nog is de Are de Triomphe niet klaar. Door Haarlemmer Halletjes KEM EATKBDAGAVONDPRAATJ* „Waar gaan we heen?" vroeg de Zwart, toen wij afscheid genomen had den van de familie Brinkman en Klin ker den motor opdraaide. „Natuurlijk naar Utrecht", zei onze bestuurder. Ik zei niemendal. Veel liever was ik te Abkou gebleven, in de nabij heid van de schattige Ada, maar dat kon nu niet. Op den eersten dag van ons vacantiereisje mocht ik toch de kame raden niet in den steek laten. Later och. dan zouden wij verder zien. Ik had cr al voor gezorgd, dat ik ieder oogen- bilk een voorwendsel had om de familie Brinkman een tweede bezoek te brengen. Abkoude is een vrij uitgestrekt dorp, maar onze Ford had het goed in den sfln. „Wordt het geen tijd, onzen wagen eens een naam te geven?" Wie het voorstelde, weet ik niet meer, maar het denkbeeld viel algemeen in den smaak. Het is zoo vervélend, altijd maar weer te spreken van de auto, den motor of den wagen. Hij hoorde toch by ons reisgezelschap en je noemt een van vrienden toch ook niet Dinges. Maar hoe moest die naam zijn! Klinker stelde Vulcanus voor, maar dat vonden wij te geweldig voor een klem Fordje; de Zwart had de onhebbelijkheid Ada in overweging te nemen, „naar het liefste meisje van ae wereld en van Abkou". zei hij er bij. Als ik naar mijn gemoed te werk gegaan was. zou ik hem een klap op zUn gezicht gegeven hebben. Verbeeld je. een ma chine die rammelt en rommelt en naar benzine ruikt. Ada te noemen maar ik had vel gezien, dat dc Zwart een knip oogje gaf naar Klinker, het was er om te doen mij op te bitten. Ik liep er niet Jn. Ten slotte werd de naam aangeno men die door mij voorgesteld werd; de gebeurtenissen van 1814 dreigde zelfs een geheele stopzetting der werkzaam heden, toen alles wat Napoleon betrof werd verworpen. Er gebeurde inderdaad langen tijd niets, tot op 9 October 1823 Lodewyk de Achttiende decreteerde, dat de triomipoort zou worden voltooid als een glorierijk getuigenis van den oorlog tegen Spanje. Eindelijk en ten laatste op 30 Juli 1836, dus 30 jaar na de eerste steenlegging werd het monument plech tig ingewijd. De "irc de Triomphe verheft zich tot een hoogte van 491/2 Meter, is 44,8 Meter breed en 22.2 Meter diep. Zij draagt in bas-relief voorstellingen die herinneren aan de begrafenis van den generaal Narceau, den slag bij Aboukir, het gevecht op de Pont d'Arcole, de inneming van Alexandrië, de veldslag bij Austerlitz en bij Gemmapes. Verder in hout relief symbolische beeldhouw werken, die het vertrek, de zegepraal, de volhard-ng en de vrede voorstellen. Op 9 November 1920 werd een wet uit gevaardigd waarin word vastgesteld dat het stoffelijk overschot van een onbe kend soldaat, tijdens den Europeeschen oorlog Op het veld van eer gevallen, plechtig onder de Are de Triomphe ter aarde zou worden besteld. GESLOTEN KAMERS. Engeland is het land van de spook geschiedenissen. Overal worden verha len verteld, van kamers die altijd afge sloten blijven en waarvan de deuren slechts door enkele ingewijden mogen geopend worden. Zulk een kamer is er ook in Castle Glamis, in Forfarshire. Wat dat ver trek bevat is en blijft een mysterie, be halve voor den eigenaar. Lord Strath- more, zijn erfgenaam en den rentmees ter van de bezitting. Een van de vele pogingen om te we ten te komen wat in die kamerte vin den is, werd eenige jaren geleden ge daan gedurende een tijdelijke afwezig heid van Lord Strathmore. Eenige gas ten gingen elke kamer van het kasteel Volante, de vliegende. Den volgenden dag zouden we den naam <op den wagen schilderen, het begon nu al te sche meren. Helaas, onze beste bedoelingen stuiten gewoonlijk op de grillen des Noodlots ar. Nauwelijks hadden wij in koor uitgeroe pen: „Volante zal het zijn! Hiep, hiep, hoera!" met een kracht van longen, waar de koeien in de wei over het wa ter wakker van werden, of de wagen stond stil en wou niet verder. We spra ken Volante om beurten toe. ik als peet vader eerst: „och lieve Volante, toe breng ons nog wat verder!" op vrïende- lÜk-overredenden toon, de Zwart gema tigd maar pvactisch, zoo als een goeden boekhouder past: „Volante, je werk is nog niet afgeloopen, we moeten van avond in Utrecht, zijn" en Klinker op krachtige manier: „Volante, geen kunsten, versta je, vooruit en zoo gauw als de bliksem!" maar geen van deze methodes had het gewenschte resultaat. Volante stond als een paal en bleet staan. Het hielp niemendal, of Simson de vijf en zeventig redenen van haar verzet een voor een onderzocht. Hij kon hei niet vinden en gaf ten slotte den strijd op. Dus hielden we krijgsraad. Mijn denk beeld om den wagen te laten staan en het beste logement in de buurt op te zoeken, werd door myn kameraden- een parig verworpen. „Dan gaat in den nacht de een of ander er met Volante vandoor, dank je wel." Dat was natuur lijk Klinker. De Zwart was er tegen om dat slapen in een hótel zooveel geld zon kosten „en we hebben nog geen cent ontvangen." Dat was een toespeling op het mislukken van onzen prentkaarthan- del. waar we immers op reis van leven zouden! Moesten we den eersten dag ons kapitaaltje al aanspreken? „Dan stel ik voor om onder den bloo- tcn hemel te overnachten." Daar gingen binnen, die zij konden vinden en hingen een handdoek uit elk venster. Zij kon den echter, hoe zij ook zochten, de ge heime kamer niet ontdekken. Juist wa ren zij bezig met elkaar de zaak te be spreken en middelen te beramen om tóch achter het geheim te komen, toen Lord Strathmore onverwachts terug keerde. Een zeer onaangename scène volgde. En na dezen keer werd, voor zoover bekend, geen weloverlegde poging meer gedaan om te ontdekken welk ver trek in het kasteel nu eigenlijk de veel besproken „geheime kamer" is en wat zij bevat. Natuurlijk bestaan hierover vele theo rieën. Gezegd wordt o.a. dat in de kamer een groot aantal gebalsemde lyken liggen in de afschrikwekkendste houdingen. Volgens een andere veronderstelling zou in deze kamer eens kaart gespeeld zyn door een der voorouders van de tegenwoordige bewoners Graaf Fat ie en een geheimzinnigen vreemdeling die, naar geloofd wordt, een booze geest was en naar aanleiding van wat er dier. avond gebeurde zou de deur voor altijd verzegeld zijn. Nog een theorie veronderstelt dat de kamer een monster bevat, half mensch en half dier en dat van een fabelaohti- gen leeftijd zou zijn. Wat hiervan waar mag zyn kan niet worden vastgesteld maar er is zeker iets zeer „unheimisch" aan het geheele kasteel en Op zekere nachten van het jaar worden er vreemde dingen geziei en vreemde geluiden gehoord, die door geen natuurwet kunnen verklaard worden. Ook Cullaby Castle, in Norihumoer- land, had een verzegelde kamer. De vrouw van den eigenaar, die haar nieuwsgierigheid niet langer kon be dwingen, liet het vertrek gedurende de afwezigheid van haar man openbreken Er was niets in de kamer, tenminste niets zichtbaars maar van dat oogen- blik af wordt des nachts de stilte in het kasteel verbroken door vreemde en angstaanjagende geluiden Tenslotte wordt melding gemaakt van een beruchte kamer in een groot huls in Berkeley Square, Londen. Gedurende vele jaren bleef dit vertrek gesloten omdat het iets gruwelijks bevatte da: schade kon toebrengen aan lichaam en geest. Vóórdat de kamer afgesloten werd vond men er op een avond een dienstbode in, liggend op den grond en zóó zeer overmand door schrik, dat zi; sprakeloos en bewegingloos was. Zi, stierf kort daarop, zonder aan iemand te hebben kunnen zeggen, wat zij gezien had. Iemand die de vermetelheid had ge had, één nacht in de verschrikkingska mer door te brengen vond men den vol genden morgen, zittend in zijn bed en met een nog rookende revolver in dp rechterhand. Hij was dood. Van twee matrozen die in een over moedige bui in het beruchte vertrek ge tracht hadden te slapen, werd de een gedood bij een poging om uit öe kamer te ontsnappen; de ander werd en bleef krankzinnig. Engeland is het land der spookge schiedenissen HET VERMISTE TESTAMENT. Toen de wereldvermaarde Engelsche circus-clown Little Tich overleden was, nu een aantal maanden geleden, meld- den zich uit alle deelen der wereld erf genamen, ten totale van twintig perso nen aan. Little Tich heeft bij zijn leven een groot fortuin verdiend en de nabe staanden rekenden al op een aardig rendement. Maar hoe men ook zocht en snuffelde in de papieren en het meubilair van het sterfhuis, nergens kon men ook maar iets ontdekken, dat op een testament van den beroemden clown leelc. En even- ihin vond men eenig bewijs van bezit bij een bank of dergelijke. Men zoekt tot den huidlgen dag nog steeds door, doch zonder veel hoop en de bloedverwanten zijn langzamerhand de wanhoop nabij. Dit zijn zei, op de teleurgestelde erfenistrekkers doelende, een Londensch advocaat de eenige Engelschen. die Little Tich niet aan het lachen heeft ge. bracht. Alle zakelijk initiatief moet aange moedigd worden zegt een schrijver. Maar dezer dagen hoorden wij van een man die een juwelierswinkel had ge opend. Hy kreeg voor dit initiatief een jaar gevangenisstraf. de kameraden mee accoord. Het was een prachtige zomeravond, de sterren ston den aan den hemel, er stond geen wind, de lucht was zoel alsof het mid den op den dag was en dan: we vonden er ook iets avontuurlijks in. want nie mand van ons had ooit in de open lucht geslapen. Onze eerste zorg was den wagen op den berm van den weg'te zetten, zoodat niemand er tegen aanrijden kon. Toen besloten wij den omtrek te verkennen en een geschikte slaapplaats te zoeken voor den nacht. Wij stedelingen weten dat zoo niet. maar buiten wordt het eigen lijk nooit donker. In het begin ziet het er- zóó uit: als z\vai*te duisternis. maar binnen een kwartier begin je den omtrek hoe langer hoe beter te onder scheiden, alsof de sterren de vriende lijkheid hebben voortdurend meer licht te geven en geen half uur latei- hadden wy de omgeving volkomen verkend. Wij waren vlak by een hek, waarop met groote letters geschilderd stond: MON REPOS, hetgeen zooals iedereen weet Myn Rust bcteekent, een bijzonder toe passelijke naam als je van plan bent in de open lucht tc gaan slapen. Het was de naam van een vrij groot landhuis, dat blijkbaar op dit oogenblik niet be woond werd. Voor een van de ramen hing een groot- papier met de woorden TIJDELIJK AFWEZIG, zooals we kon den lezen bij het licht van een paar lu cifers. die wij afstaken. ..Een vriendelijke uitnoodlglng voor inbrekers die hierlangs komen" zei de Zwart, practisch als altoos. Vlak naast het huis stond oen klein gebouwtje, blijkbaar een garage, met een DE NIEUWE STIJL. Er is gaandeweg een nieuwe stijl ont staan in de literaire producten, die speciaal de z.g. onderhoudende lectuur in week- en maandbladen vormen. Een vermoeiende stijl, een beetje, vtoral bij systematisch gebruik. En nietwaar,, alles wat waard is gebruikt te worden, ver dient dat het ook systematisch wordt toegepast. Maar misschien zal een voorbeeld helpen: Ik zei Karei van Stuiteren, ter wijl hij zich in een luien stoel liet zak ken, een diepe zucht van tevredenheid slaakte en zijn vrouw glimlachend toe knikte, ben blij, dat ik terug ben. Je antwoordde mevrouw van Stuiteren, terwijl ze zich naar de thee tafel begaf, om een kop thee voor hem in te schenken, bent een heelen tijd weg geweest. Het zei Karei weer, terwijl hy de brandende luoifer, waarmee hy juist zijn cigaret wilde aansteken, tusschen de opgeheven vingers hield, lijkt jaren. Zoo fluisterde zijn vrouw, terwijl zij het kopje thee voor hem op het ta feltje zette, leek het mij ook. Heusch riep Karei verheugd uit. heur handen in de zijne nemende en haar strak aanziende, waar? Je ging zyn vrouw voort, terwijl zij haar rechterhand uit de zijne los maakte en liefkoozend over zijn haar streek moet niet meer zoo lang weg gaan. Dat zei Karei vastberaden, ter wijl hij opstond en haar teeder op het voorhoofd kuste, waarbij zijn gestalte zich hoog oprichtte en zij hem met traanomfloerste oogen aanzag beloof ik je. GENEESKUNDIG ONDER- ZOEK VAN EGYPTISCHE MUMMIES. Om den gezondheidstoestand van de oude Egyptenaren te onderzoeken die, zooals bekend is, een hoog ontwikkelde geneeskunde bezaten heeft Dr. Sach van de Heidelbergsche universiteit, 30.000 Egyptische mummies onderzocht- met behulp van Röntgenstralen. Voor eerst werden misvormingen en beende- renbreuken opgezocht en gevonden: soms bleken kunstmatige ledematen te zyn aangebracht. Tot in de vroegste tijden werden blaassteenen in de mum mies gevonden, terwijl steenen in de le ver van het jaar 3200 voor Christus af verschenen. In de oudste perioden van de Egyptische geschiedenis waren slech te tanden en kiezen zeer zeldzaam en kwamen deze bij de armere bevolking in 't geheel niet voor. Ook hier blykt. dat ontaarding der tanden het voort schrijden der beschaving begeleidt, want de tanden van 500 Egyptenaren van de hoogste maatschappelijke klas sen, waarvan de mummies in de nabij heid van Gizeh uitgegraven werden, vertoonden bijna in dezelfde mate de vorming van tandsteen en caries als de moderne Europeanen. Beweerd wordt dat een Italiaan on breekbaar aardewerk uitgevonden heeft, Ze gaan er nu echte antieke vazen van maken. overstekend dak. Toen Klinker even aan de deur ramme fc'e ging die open. Wij staken een paar lucifers aan en zagen, dat de auto er uit was. maai- de ruimte diende overigens voor berging van aller lei dingen: een ladder, een strijkplank, wat touw en dergelijke huishoudelijke benoodigdheden meer. De familie was dus blijkbaar met de auto uit. De Zwart, die het toch blijkbaar op het overnach ten onder den blooten hemel niet zoo bijzonder begrepen had. stelde voor van de garage onze slaapzaal te maken, maar Klinker en ik wezen dat af. Bui ten zouden we slapen, de garage kon dienen in geval van regen of slecht weer. Onze overjassen werden uit den wa gen gehaald, een paar gevulde koeken te Amsterdam gekocht, dienden tot avondeten en toen zaten wy nog een halfuurtje onder het overstekende dak van de garage te praten bij wijze van spreken, want telkens kwamen er gapin gen in "t gesprek, die wij door ons eigen gegaap aanvulden. Het was een lange dag geweest, wy hadden al heelwat on dervonden en verlangden naar rust. „Maf ze", zei Klinker op een oogen blik, legde zijn jas op het gras neer. DE VROOLIJKE KANT Een fabrikant verklaarde: „Wanneer de vrouwen haar japonnen een paar centimeter langer droegen zouden de fa brikanten van dameskleeding er wel bi) varen." En wanneer de vrouwen haar japon nen een paar jaar langer droegen zou den de mannen er wel bij varen. Dienstmeisje: O, mevrouw! Ik moet me vergist hebben met de schakelaars. De radio is zoo gloeiend warm dat ik er wel op koken kan en het electrisch broodrooster speelt een fox-trot! Een kleeding-deskundige heeft uitge rekend dat twintig jaar geleden de vrouwenkleeding tien a twintig maal zooveel woog als tegenwoordig. Maar de rekeningen er voor zijn even zwaar gebleven! Student: Ik heb een encyclopaedie gekocht. Daarin kun je alles vinden wat je wilt weten. Hospita: Kijkt u dan eens even na wanneer ik de kamerhuur van u krijg! Mevrouw (tot dienstmeisje dat haar dienst presenteert): Ik heb mijn vorig meisje moeten ontslaan omdat zy mijn japonnen droeg terwijl ik ziek was. Zoo iets zal jy toch hoop ik niet doen? Dienstbode: Dan zou ik eerst uw gar derobe even moeten zien! Moeder: Foei Nelly, hoe kun je nu zoo onbeleefd zijn tegen tante te zeggen dat zij dom is. Ga gauw naar haar toe en zeg dat het je spijt. Nelly (gehoorzaam): Tante, het spijt me dat u dom bent! Mevrouw: Als je je werk niet beter kunt doen. Marie, zal ik een ander meisje moeten nemen. Dienstbode: O ja, asjeblieft mevrouw. Ik kan er best wat hulp bij gebruiken! Patroon: Smit, gisteren heb je mij gevraagd om je schoonmoeder te gaan begraven en vandaag heb ik haar zien wandelen Smit: Zeker meneer. Maar ik heb' ook niet gezegd dat ik naar haar begrafenis ging. Ik heb gezegd dat ik graag naar haar begrafenis zou willen gaan! Hij: Ik zou voor je kunnen sterven! Zij: Dat zeg je nu altijd, maar je doet het nooit. Reiziger: Wat zijn de prijzen voor de kamers hier? Hotelhouder: Gelijkvloers vijf gulden, eerste verdieping vier gulden en tweede verdieping drie gulden. Reiziger: 'Goed, ik kom terug als u nog een paar verdiepingen hebt bijge bouwd. Wilt gij reken kunstenaar zijn? In een gezelschap wou het gesprek niet recht vlotten, niettegenstaande de pogingen van den gastheer, A. Tenslotte stelde deze voor een reken- kunstje te laten zien, hetgeen met applaus werd begroet. Hij nam pa pier en potlood en verzocht een der gasten een willekeurig getal van vier cijfers op te schrijven. Mijnheer B. schreef 4321. „Ik zal nu op dit stukje papier zei A. vervolgens, „het resultaat zet ten, dat wij straks bij het optellen zullen verkrijgen, als twee andere heeren hierna nog twee willekeurige getallen van vier cijfers onder het eerste zetten en ook ik er nog twee willekeurige getallen bijvoeg." Mijnheer A. legde het papier met de uitkomst opgevouwen op tafel. Geen wonder, dat men zeer nieuws gierig was, of het experiment zou ge lukken. B. had dus geschreven4321 Mijnheer C. schreef: 5829 Nu schreef A. zelf: 4170 Daarop Mijnheer D.: 3256 Dan weer A. zelf: 6743 ..Hetgeen samen wordt: 24319 ,fZoo, dames en heeren," zei A. „Kijkt U nu maar eens wat op mijn papiertje staat." Men vouwde het papier, dat nog steeds midden op ta fel lag open enwerkelijk, er stond het zelfde getal: 24319. Hoe kon A. dat resultaat weten? 't Is heel eenvoudig. Toen B. het eerste getal 4321 opgeschreven had en het aan A. gaf, trok deze er in gedachten dadelijk 2 van af en zette deze 2 vóór het opgegeven getal. Dus 4321 2 - 4319 2 ervoor 24319 Dit was dus de uitkomst, die op het aparte papiertje geschreven werd. Het papier met het eerste ge tal (4321) werd aan C. gegeven, die er zooals wij zeiden het getal 5829 onder plaatste. A. kreeg het nu weer zelf en deed alsof hij er een geheel willekeurig getal van vier cijfers onder zette. Maar in werkelijkheid schreef hij onder die 5829 een getal, waarvan de cijfers bij het vorige opgeteld een uitkomst van vier negens gaf. Dus C. 5829 A. 4170 9999 Vandaar het derde getal van 4170 op het lijstje. .Nu kwam Mijnheer D. aan de beurt, die bij de drie getallen 3256 voegde. Wéér zette A. hieronder een schijn baar willekeurig getal, dat echter op geteld bij dat van Mijnheer D. weer vier negens gaf. Dus D. schreef.3256 en A:6743 9999 Uit de vijf getallen samen ópge- teld, kwam nu het getal 24319. .Doet men dus als Mijnheer A. dan kan men overal voor rekenkunste- ?iaa,r doorgaati. Men behoeft slechts 2 van ieder willekeurig getal van vier cijfers af te trekken en dit voor het dan verkregen getal te zetten, om de goede uitkomst te verkrijgen. Tenoijl het papier rondgaat moet men er dan nog slechts aan denken onder het tweede en vierde getal een derde en vijfde te plaatsen, dat op geteld vier negens lot resultaat geeft. Wat is het beste te. doen. wanneer je wijn gemorst hebt op een kanten kleed je? vraagt iemand ons. Zwijgend luisteren. Er zijn plannen om radio dienstbaar te maken aan de campagne tegen bac teriën. Het moeilijke lijkt ons, dat je nooit met zekerheid weet, of bavteriën naar de radio zitten te luisteren. Profiteeren werkelijk veel menschen van de adviezen van doctoren? vraagt een dagbladschrijver. Nou. toch in ieder geval alle dokters. Verkoopster, in een fotografiewinkel: Cliënte: Ik wou een vergrooting v< - Wat is er van uw dienst, mevrouw? mezelf hebben. (Passing Show). strekte zich daarop uit en was binnen een paar minuten in diepe rust, want hij snurkte met een diep. zwaar geluid. „Net Volante", zei de Zwart, toen wij op onze beurt een gemakkelijk plekje had den uitgezocht, maar hij was ook al heel gauw onder zeil gegaan en snurkte ook. maar op een andere manier. Ik vond op het oogenblik een nieuwe Hollandsen spreekwoord uit: „zeg mij hoe gij snurkt en ik zal u zeggen wie gij zijt." Klinker snurkte luid en zwaar, als een sterk en krachtig man, met nu en dan een groo- ten uithaal; de Zwart snorkte beschei den, maar regelmatig, den eenen keer niet luider dan den anderen, kortom als een man van de administratie die hecht aan orde en preciesheid. Ik zelf kon, hoe vermoeid ik mij ook gevoelde, voorloopig nog niet slapen. De herinnering aan de lieve Ada liet mij niet los. Eerst de kennismaking, toen de prettige uren in het huis van haar ouders doorgebracht ik had naast haar aan tafel gezeten en voor myn ge voel een ongelukkig figuur gemaakt, want hoewel ik anders zoo verlegen niet ben. was het dezen keer alsof mijn tong werd vastgehouden. Zij zei ook niet veel en excuseerde zich daarvoor, omdat haar voet nog al pijn deed. Maar haar tegenwoordigheid alleen was al een groot genot, dit was, dat gevoelde Ik, liefde op het eerste gezicht. Maar hoe was haar meening over mij! Mocht ik hopen? Het was waar: toen wij wegreden, had zij voor het raam gestaan en ons vroolijk nagewuifd en daarbij mij aange keken, dacht ik. Of was dat maar in beelding geweest? Deed zij niets meer en niets anders, dan wat ieder meisje dat door drie jongelui uit een onaangename moeilijkheid was gered, jegens alle drie gedaan zou hebben? Ik wou het niet ge- looven neen. die glimlach om haar aanbiddelijk mondje, dat bevallige ge baar van haar rechterhand ze \va-i ren voor mij en niet voor ons allen be stemd. En toch, als ik mij eens vergiste! Als zij eens niets om mij gaf! Het zou toch wel een wonder wezen, wanneer een meisje als zij, een engel van schoon heid en beminnelijkheid, zich zoo maar op eens aangetrokken had gevoeld tot iemand als, ik wat was ik, wie was ik. om zooveel aanmatiging ie mogen hebben! Zoo peinsde ik voort, beurtelings vol hoop en vol vrees. Ik moest haar weer zien, ik zou haar weerzien. Als het kor. morgen. Hoe verder wij en Volante uit de buurt raakten, des te kleiner werd de kans. En toch had ik mijn maatregelen zoo goed genomen. Maar nu eindelij:; voelde ik, dat de slaap mij overmande strekte mij uit op mijn overjas en legde het hoofd op myn zakdoek. Juist op dat oogenblik verbeeldde is mij. dat er eer. regendruppel op myn neus viel. Omhoog kijkende zag ik dat de hemel niet hel dor meer was, er waren nog wel stenen maar gedeeltelijk was de lucht bewoil;:. Daarover nadenkende viel ik in ecu die pen slaap. Plotseling werd ik heftig aan mUn arm getrokken. „Sta op, het- regent- Het was Klinker, die al overeind was en nu bezig met de Zwart op te porren. F: viel een malsche regen, een echte milde zomerbui, die je in een paar minuten doornat maakt. Tuimelend van slaa; zochten wy op den tast naar de deur van onze garage, om daar te gaan schuilen. „Wie heeft er nog droge lucifers?" vroeg Klinker, toen wij aenmaal binnen waren, „de mijne zijn totaal verregend." Gelukkig waren de mijne droog geble ven, we staken er een aan en hadden al dadelijk het geluk een blaker in een hoek te zien staan, zoodat wy b ij het kaarslicht een geschikt plekje konden zoeken om onze gestoorde nachtrust te yervolgen. Achter ecu houten afschel*

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1928 | | pagina 18