DE GELUIDSFILM EN ONS LAND.
H.D. VERTELLING
Zal de geluidsfilm de stomme ver
dringenAls alle Nederlanders
maar vreemde talen kenden. Exploi
tatiemogelijkheden voor ons land zeer
klein.
Er bestaat een verhaal van een blinde
die een lamme als gids in dienst nam en
als tegenprestatie dezen tot vervoermid
del diende, om zoodoende een verkeers
mogelijkheid voor belden te scheppen.
Hieraan moet ik denken, wanneer ik
mijn gedachten laat gaan over de ge
luidsfilm en de stomme rolprent: de
(reeds) sprekende zuigeling en de kleu
ter die nauwelijks op zijn eigen beenen
kan staan en slechts een enkelen keer
een paar pasjes vooruit doet, reiken
elkaar de hand om met dwaze buitelin
gen en wat geluid het grooté publiek,
dat nu nog behagen schept in het op-
groeiende ventje opnieuw te boeien.
Het is wél een vreemd geval. De film
zooals ieder die kent staat nog in zijn
prille jeugd, al zijn er dan ook reeds
klassieke rolprenten en al bewijst men
in Hollywood dat de film nu reeds „ge
schiedenis" heeft, door er een museum
op te richten met een versleten exem
plaar van Charlie's versleten plunje en
zwierige costuums die Rudy Valentino
gedragen heeft. De geluidsfilm spre
kende film noemt men hem hier te
lande algemeen, maar geluidsfilm is
beter waarmee vele jaren geëxperi
menteerd is en die in 1908 bij voorbeeld
reeds opnemingen van Caruso bracht,
krijgt plotseling de belangstelling van
filmkoningen en een Amerikaansch
film-pers-bericht, verkondigt met opge
schroefd enthousiasme, dat de geluids
film de stomme film verdringt, dat er
dit jaar nog enkele gewone rolprenten
gemaakt zullen worden, dat men daarna
uitsluitend films met geconserveerde
muziek en geluiden zal fabriceeren en
dat onder de sterren in Hollywood, die
geen goede stem hebben, een formeele
paniek heerscht.
Welja, dan kunnen alle bioscoop
exploitanten buiten de landen waar
Engelsch de hoofdtaal is hun cinema's,
theaters en palaces sluiten of slechts
reprises brengen van films met Max
Linder, Patty, Mia May, Ham and Bud.
enz.
En omdat zij hun bioscopen niet zoo
maar zullen sluiten én omdat Amerika
niet buiten zijn afzetgebieden in Europa
en Azië kan, is het niet moeilijk in 't
algemeen te concludeeren, hoe het met
de geluidsfilms, voorloopig athans, zal
De wedergeboorte van de geluidsfilm
pleit niet voor den stand der gewone
filmindustrie. Hierbij valt ter eene zijde
vooruitgang te constateeren de films
der avant-garde maar aan den an
deren kant, op het gebied der films die
voor het groote publiek geschikt zijn, is
Stilstand, zoo niet achteruitgang waar te
nemen. De goede Russische films als
Potemkin, Petersburg, Tien Dagen, zijn
zeker van even veel belang in den ont
wikkelingsgang van de film als De Ni-
belungen. De man met de wassen beel
den of Dr. Caligari dit waren, doch wat
van den overkant van den Oceaan kom',
uit Amerika, dat toch het meerendecl
der films produceert, bevat weinig
nieuws al moge het technisch dan ook
soms zeer goed zijn. Doch daa,maast
mag het ons niet bevreemden, dat de
groote film-maatschappijen de geluids
film aanvaarden als een dankbaar ob
ject om tegen elkaar op te concurreer en.
Het nieuwe geraakt er in Amerika
reeds eenigszins van af, in Parijs bleek
het vertoonen van geluidsfilms in de
Cameo-bioscoop geen succes, in Londen
en Berlyn gaat het wel. En in ons land
hebben wij er kennis mee kunnen ma
ken maar meer ook niet op de In
ternationale tentoonstelling op filmge-
hied, de I. T. F., en in het City-theater
in den Haag.
Al maakt Warner Bros. die wat dc ge
luidsfilm betreft met Paramount in re
latie sohynt te staan, ook twee kleine
geluidsfilms per week, en al bouwt Fox
ook groote studio's voor het opnemen
van geluidsfilms, al werkt de Kuechen-
meis ter-Tri Ergon combinatie in
Duitschland (gesteund door voorname
lijk Nederlandsen kapitaal) ook nog zoo
hard, veel vertrouwen in een verdringen
van de stomme film door die met geluid
heb ik niet ten aanzien van Nederland,
totaal niet.
Immers, zoo rendabel als gewone films,
waarvoor als het kostbare werken be
treft Amerika heusch niet onafhanke
lijk is van de rest van de wereld, zal de
geluidsfilm pas worden wanneer Chi-
neeaen, Denen, Kaf f ei-s, Eskimo's,
Maori's Tsjechen, Spanjaarden, Ser
viërs en Arabieren allemaal dezelfde
taal spreken. Verdeelt men nu de ge
luidsfilms in sprekende en andere
rolprenten, dan zullen de eersten slechts
gedraaid kunnen worden in Amerika.
Engeland en enkele andere landen waar
men voornamelijk. Engelsch spreekt, al
leen de laatsten. die dus slechts typi
sche geluiden lawaai van Broadway,
aankomst van den zooveelsten oceaan
vlieger, gezang van vogels, enz. weer
geven, zullen geschikt zijn voor de we
reldmarkt.
Beschouwen vrU nu de mogelijkheid
van het vertoonen van geluidsfilms voor
ons land, aan blijken slechts weekjour-
naals en cultuurfilms in aanmerking te
komen. Een heel enkele speel-geluids-
film zal misschien door een der groote
theaters in een speciale Zondagmorgen-
voorstelling gedraald kunnen worden,
van algemeen belang zal hij voorloopig
niet zijn. Waar om alleen speciale films
en kleinere dingen voor het bypro-
gramma overblijven is het de waag of
men hier te lande wel spoedig geluids
films in de bioscopen te zien en te hoo-
ren zal krijgen. De prijs der speciale
toestellen is van groot belang, de
Movietone- en Vitaphone-instaliaties
kosten tienduizenden dollars, die van
Keuchenmeister—Tri Ergon kost welis
waar veel minder, waarschijnlijk nog
geen duizend gulden, maar het is twij
felachtig, of deze laatste maatschappij
wel zooveel materiaal zal leveren, dat de
exploitatie rendabel kan zijn.
Toch en dit pleit sterk voor den
ondernemingsgeest der Neder! andsche-
bioscoop-exploitanten zit men niet
stil. Er is al eens onderhandeld en mis
schien zal een enkel groot theater in het
volgende seizoen bij wijze van proef
reeds een paar voorstellingen geven.
Krijgt men dan hier ter stede de gele
genheid, zonder al te giroot risico te
loopen, eens met geluidsfilms te wer
ken, dan zullen ook Haarlemsche ex
ploitanten het er op wagen.
Maar vooralsnog wacht men in om
land af. wat er van komen zal; men ziet
duidelijk in, dat de exploitatiemogelijk
heden zeer klein zijn.
C. G. B.
DE FATALE ROZEN.
Uit Polen komt een fantastisch ver
haal, dat door een meester van de
griezelige fictie als Edgar Allan Poe ge
schreven kon zijn, maar dat inderdaad
werkelijkheid is.
In Januari 'van dit jaar stierf, 34 jaar
oud, te Abbazia in Istrië de gravin Feo-
dora Sternowska, in geheimzinnige om
standigheden. Zij was een vtouw van
groote schoonheid, wier broer in den
oorlog gesneuveld was, spoedig gevolgd
in het graf door zijn ontroostbare
ouders. De gravin en haar zuster Leonie
erfden het belangrijk vermogen en een
groot landgoed dn de buurt van
Warschau.
Feodora was verloofd geweest met een
Russisch officier die in den slag bij
Tannenberg den dcod had gevonden en.
getrouw willende blijven aan zijn nage
dachtenis, sloeg Feodora alle verdere
huwelijks-aanzoeken af.
Eenige dagen voor haar dood maakte
zij te Abbazia kennis met een man, die
voorgaf met haar gesneuvelden ver- j
loofde in hetzelfde regiment te hebben
gediend. Zij vroeg hem op de thee en hy
zond haar op dien dag een prachtig
bouquet Maréchal Niel rozen. De kame
nier zette de bloemen in de kamer der
gravin. Te 9 uur dienzelfden avond werd'
het lijk van de gravin in de kamer ge
vonden.
De politie stelde een onderzoek in en
het bleek dat een som gelds en een ver
zameling juweelen verdwenen waren. De
dokter stelde de doodsoorzaak vast als
gevolg van een beroerte. Toen herinner
de de kamenier zich het bouquet rozen
dat in den middag was bezorgd en nn
ook verdwenen was. Hoe de politie ook
speurde, er was geen spoor meer van de
rozen te ontdekken en het geheim van
dit sterfgeval werd niet opgelost.
De zuster Leonie, zeer getroffen door
deze gebeurtenis, trok zich op haar land
goed bij Warschau terug.
Een paar weken geleden liet een
vreemdeling bij de gravin een prachtig
bouquet rozen bezorgen, doch Leonie
had sedert den dood van Feodora een
diepen afkeer van roode rozen en wilde
ze dus niet zien. Zij gaf ze aan haar ka
menier, met de opdracht het bouquet
weg te gooien, maar de kamenier vond
de rozen prachtig en besloot ze zelf in
haar kamer te pronk te zetten. Den vol
genden ochtend vond men het meisje
dood op bed liggen, de rozen waren ver
dwenen, de dokter constateerde een be
roerte.
En nu tracht de Poolsche politie, ge
holpen door de Italiaansche van Abbazia
den sleutel te vinden tot het geheim van
de roode rozen, die, daar is men nu vast
van overtuigd, doodden.
HET GROENE SCHAAP.
U kent ongetwijfeld allen de uitdruk
king „het zwarte schaap van de familie"
en misschien kent u ook het grapje van
den neger, die tegen een zijner rasge-
nooten zei: Rastus? Praat me niet
van Rastus, dat is het witte schaap van
onze familie maar hetgeen hier volgt
gaat over een groen schaap, meerdere
groene schapen zelfs en het is gegrond
op werkelijkheid, niet op een vergelij
kende zegswijze.
Toen de heer Dodd, groot schapen
fokker in het district Bromsgrove, dat
deel uitmaakt van. het Engelsche graaf
schap Worcestershire, onlangs op een
morgen zyn kudde ging inspecteeren.
zag hij iets, dat zyn mond in stomme
verbazing deed openvallen. Toen kneep
hij zich in den arm, om zich te overtui
gen dat hij goed wakker was, hij scherp
te zijn geheugen om overtuigd te wor
den, dat hij onmogelijk dronken kon
zijn, trok een vastberaden gezicht en
stapte af op een troep schapen, die in
plaats van de gebruikelijke groezelig-
witte kleur, een gedecideerd groene tint
vertoonden. De heer Dodd dacht dat
nadere beschouwing wel zou wijzen op
een gezichtsbedrog, maar dit bleek niet
het geval te zijn. Hoe dichter hy de die
ren naderde, hoe groener zij zich aan
zyn verbaasde blikken vertoonden. Is
het mogelijk dat een mensch op slag
kleurenblind kan worden, moet de hee~
Dodd gedacht hebben? Een schaap mag
een enkelen keer zwart zijn, maar nooit
groen. Zouden misschien kwajon/ens
met een pot verf.
De heer Dodd liet de groene exempla
ren uit zijn kudde afzonderen en in een
schuur dry ven om ze daar eens op zijn
gemak te inspecteeren. En toen bleek
dat de dieren in den letterlijken zin zoo
groen als gras waren. Langzaam aan
kwam het geheim aan het licht. De
schapen hadden eenige maanden ver
toefd in een veld, waar versche koren
schoven stonden. Uit deze schoven blies
de wind graszaadjes, die, op de ruggen
der schapen neerdaalden. En in de
zachte, vochtig warme wol der dieren
schoot het gras welig op, tot de scha
pen een geheel groene kleur hadden ge
kregen.
In een boekencatalogus las ik het vol
gende: De Volmaakte Echtgenoot
prijs f4.90.
In alle bescheidenheid acht ik mijn
waarde toch hooger dan dat.
De Telefoon
Flip: Ze zeggen, dat één sigaar ge»
noeg nicotine bevat, om twintig katten
te dooden.
Flop: Maar hoo kunnen twintig
katten één sigaar rooken?
(Lustige Kölner Zeitung.)
door HAS SE ZETTERSTRöM
(Nadruk verboden)
Onze telefoon is natuurlijk tijdens de
herfststormen kapot geweest. Dat heeft
ons heel wat ergernis veroorzaakt.
Maardagmorgen in de vroegte werd er
gebeld. Wy antwoordden: „Hallo."
Een mannenstem zeide:
Is Walters te spreken?
Neen, Waltere is niet te spreken",
antwoordden wU. want er was geen Wal
tere by ons.
Wanneer komt hy? gring de stem
verder.
Dat is onbekend, zeiden wy, want
niemand wist immers, wanneer er een
of andere Waltere zou komen.
Ik zal later nog wel eens opbellen,
zeide de stem.
Voortreffelijk, zeiden wy.
Een uur later was de stem er weer:
Is Waltere thuisgekomen?
Toen maakte de duivel zyn entree ln
ons lijf en wy antwoordden:
Niemand weet. wanneer Walters
komt. Waltere is er gisteravond tus-
schenuitgeknepen.
Wat blieft u? riep de stem in vette
letters. „Walters er lusschen uit?
Ja, hy is met de boot vertrokken.
Maar dat is vreeseiyk! En wat moet
ei- nu met de zaak gebeuren?
Hm, we hebben de boeken nog niet
kunnen nazien. Maar er is zeker een te
kort.
De stem verzocht daarna verontschul
diging, waarop zy discreet afbelde.
Na een paar uur werd er weer gebeld
en dezelfde stem weerklonk:
Hebt u iets van Waltere gehoord?
O, is u het? Ja zeiden wy, wy we
ten nu, dat hy met een dame is ver
trokken, een zangeres!
Myn hemel! Van vrouw en kinde
ren! 1 Wat heeft de kerel in zyn hoofd
gehaald?
Ja, wie zou dat kunnen zeggen?
De liefde! (lrier zuchtten wy).
De stem vroeg nogmaals excuus voor
de storing, die zy had veroorzaakt en
stierf weg. Een uur later was zy er weert)
Hce Is het met Waltere? Hebt u
iets nieuws gehoord?
Ja. nu is hU gearresteerd.
Gearresteerd? Waar dan?
In Brussel. In het Grand Hotel. Hy
zat aan het ontbyt, toen de recher
cheurs binnen kwamen en zeiden „U is
gearresteerd!"
Hebben zij gezegd „U Is gearres
teerd!"
Ja. en toen haalde hy een revolver te
vooisohyn
Hy haalde een revolver te voor
schijn?
Ja, en schoot drie kelners neer.
een schoenpoetser, den directeur en de
rechercheurs.
Wat zegt u? HU schoot?
En vervolgens schoot hy nog een
oberkellner neer. een cassière, een huls
knecht, vier kamermeisjes, een kat, twee
honden, den burgemeester
Menschlief. hou op! Het bloed golf
de door de telefoon.
en een handelaar in ijzerwa
ren, een schoenmaker.
wy hoorden een geluid in het toe
stel, alsof alle draden braken Toen werd
alles stil.
Daarna zijn wy niet meer naar Wal
ters gevraagd.
Dinsdag belde er een vrouw op: Is
dat bij u. waar die kamer tc huur is?
Jawel.
Wat kost zy per maand?
3500 gulden.
3500 gulden? Dan moet het zeker
een heel elegante kamer zyn?
Ja. zy is tamelijk chic.
Afbellen.
Een oogenblik later dezelfde dame:
Is dat by u, waar die kamer te
huur is?
wy veranderden onze stem:
Jawel.
Hoeveel kost zyn per maand?
2.50.
Nu kost zy 2.50 en een oogenblikje
terug 3500 gulden. ik hei-ken u!
De kamer wordt iedere minuut
goedkooper.
Afbellen.
Een oogenblik later een heerenstem:
In het Nieuwsblad staat een adver
tentie- over een kamer. Wat kost die?
15 gulden per maand. Maar dan
moet u natuurlyk zelf pyama, tanden
borstel en haarwater houden. Wij heb
ben huurders gehad, die dat alles v«m
or.s geleend hebben, maar dat ls te
lastig.
Hier vroeg de stem beleedlgd:
Houd u mij voor den gek?
wy antwoordden, stil en schuchter:
Jawel.
Er schynt Iets niet in orde te -yn met
de telefoon. Zij zal gerepareerd moeten
worden.
Vanmorgen vroeg een keukenmei-
denstem:
Asjeblieft, wilt u de Ieege flesschen
by Jansen, Florastraat 111, laten af
halen.
Nee, dat doen we niet.
Doet u dat niet? En waarom niet?
Omdat u met den burgemeester
spreekt en omdat- ik wat andere te doen
heb, dan uw leege flesschen te halen.
Angstig afbellen.
De telefoon is een practlsche in
richting.
Een paar dagen geleden werd er tféër
gebeld. Ik antwoordde „Hallo" en een
stem zeide:
Ben je klaar?
Jawel, antwoordde ik, want ik ben
altyd klaar.
Dan kom ik, zei de onbekende stem,
die aan een vrouw toebehoorde.
Heel graag, zeide ik, want bet kon
immers een mooie vrouw zhn.
Ik breng Ernst mee. zeide de stem.
Ga je gang. zeide ik, wan: ik heb
niets tegen Ernst.
Afbellen.
Eea oogenblik later wordt er weer ge
beld er. dezelfde stem zegt:
Waarom ben je niet gekomen. Hoe
lang moet ik hier wel staan wachten?
De voeten van Ernst bevriezen.
Wryf Ernst de voeten met kamfer -
spiritus in en laat hem 50 kniebuigingen
maken. Dat brengt het bloed aan hei
stroomen en men slaapt er goed na,
zegt Muller.
Wat zeg je? zeide de stem. Moet
ik hier midden op het plein biyven
staan en het kind de voeten met spiritus
inwrijven? En wie is eigenlijk Muller
Ga met Ernst een krantenkiosk in
en wrijf hem daar in. Muller is assistent
in het sanatorium van Wiggers en
schryver van het beroemde boek „Myn
systeem".
Ik begryp geen woord van wat je
zegt. Ben je thuis? Heb Je wat gedron
ken. Je schynt me zoo komiek toe?
Jawel, reide Ik. ik heb drie flesschen
Black and White, twee heele flesschen
Moët et Chandon, vier halve flesschen
whisky en tien pilsener gedronken en
ben in het geheel niet komiek. Nu ga ik
een gebakken tong eten en een flesch
Victoria water drinken.
Dat is ont
zettend! Dat heeft mama oltyd ge
zegd! Ik kom dadelyk thuis! Jk
neem een rytuig!
Je kunt gerust komen, zeide ik, de
jenever staat op (js!
Ik heb verder van deze vrouw niets
gehoord.
Maar haar man heeft misschien iets
te hooren gekregen.
HUWELIJKSLOTERIJ.
Een van de meest gedegen dagbladen
van Hongarije ontving dezer dagen een
zeer origineel voorstel van een jongen
man.
In een advertentio kondigde deze met
vermelding van beroep, naam. leeftyd.
adres en godsdienst aan, dat hy beslo
ten heeft te gaan trouwen en hy ver
zoekt de bewuste krant een loterij op
touw te zetten van 10000 biljetten van
2 pengo elk, die verkocht kunnen wor
den aan vrouwen, die in het huwelijk
wenschen te treden. Hy zelf zou. doo»
met de winnares te trouwen de hoofd
prijs in deze loterij zyn en de krant zou
voor haar moeite 1000 pengo ontvangen.
Helaas heeft het blad zUn voorstel van
de hand gewezen, hetgeen te betreuren
is vanwege zyn vindingrijkheid, om op
deze wijze aan een vrouw niet alleen,
maar ook aan een kapitaaltje van 19000
pengo te komen. Maar misschien is de
jonge man. die overwogen zal hebben,
dat elk huwelyk een lotory is, zoo n#g
het beste af, want vrouwen, die op deze
wyze aan den man trachten te komen,
kunnen niet de be6tc zyn.
De leden van een club voor ge
trouwde wouwen te Londen komen
tweemaal per week te samen om hun
grieven te bespreken.
Deze laatsten zitten intusschen thuis
en passen op de kinderen.
BIOGRAPHIEEN IN
EEN NOTEDOP
HERMANNUS BOERHAAVE.
1668—1738
Boerhaave's beeltenis prijkt op de bin
nenkort uit te geven-postzegels voor het
kind 1928. Dit Jaar ls een jubileumjaar,
zoowel van den geboorte, als den
sterfdag van den groote n geleerde.
260 jaar geleden word Hermann us
Boerhaave op den laatsten van Win
termaand. Oudejaarsdag dus, te Voor
hout geboren. Zijn moeder verloor hy al
vroeg, zyn vader een predikant, die hem
dat ambt ook graag had zien kiezen,
ontviel hem op zyn vyftiende jaar.
Om zyn theologische studiën te kunnen
voortzetten moest Hermannus zoo Jong
als hy was, les geven in landmeetkunde.
Als elf-Jarige had hij al byzontfere ga
ven getoond, hy sprak goed Grieksch en
Latyr.. In 1689, 19 Jaar oud, was hij
doctor in de wijsbegeerte.
Een kwaadaardige ziekte, die hU ge
lukkig te boven kwam, vestigde zyn
aandacht op de geneeskunde. Een twee
de toevallige gebeurtenis, een twistge
sprek op een trekschuit over theologi
sche verschilpunten deed op hem de
verdenking vallen niet zuiver in de loer
te zyn. en deed hem de theologie vaar
wel zeggen, om hem verder te brengen
tot hek. vak. waarin hU zijn gr en
roem zou behalen, de genoesku: "a
zyn promotie in de medlcynen te i
derwUk in 1693 sag Leiden den wc
ren student als geneesheer binnen haar
veste, in 1701 als lector aan de academie
en in 1709 als hoogleeraar. Voor zoover
het er op overschoot besteedde Boer
haave zyn geld, dat hy oanvankeiyi:
met het geven van wiskundelessen moest
verdienen, aan scheikundige proeven.
Hieruit en uit zijn werkzaamheid op hot
gebied van rechtsgeleerdheid en staat
kunde, om niet tc vergeten kroidkur.de
blykt wel welk een universeel genie
Boerhaave was.
Zijn positie verbeterde natuurlijk al
lengs, hy bracht het door zuinigheid tot
een groot vermogen. De stad Leiden is
hem den grootsten dank verschuldigd,
omdat hy haar maakte tot een centrum
van geleerden, studenten, particulieren
en vorsten zelfs, waaronder Czaar Peter
de Groote. die zUn lessen kwamen volgen
en zyn hulp of raad inroepen. Met dat
al b'.ecf Boerhaave de beminnelijke,
hulpvaardige man. die zich tot lijfspreuk
gekozen had „Simplex slgillum verf".
„Eenvoud is het zegel der waarheid".
De vertalingen van zUn werken in de
bekendste talen van Europa verbreidden
zyn roem zoover, dat een brief uit een
ander werelddeel met het adres „Aan
Boerhaave in Europa" goed terecht
kwam. zyn werk „Instutlones Medecae"
werd zelfs in het Arabisch vertaald. De
stad Leiden, die feest vierde, toen hy na
een aanval van Thcumatick In 1722 zyn
lessen hervatte richtte na zyn dood een
gedenkteeken in de Pieterskerk en een
standbeeld voor hem op. Een tweodc
rheumatische aandoening in 1727 nood
zaakte hem het hoogleera&rsambt ln da
schei- en plantkunde twee jaar later
neer te leggen. Geneeskundige lessen
bleef hy geven tot zyn dood. 23 Septem
ber 1738 stierf deze groote vaderlander.
Tydens zyn beheer werd het aantal
planten in den Leidschen kruidtuin uit
gebreid van 3000 tot 6000, zyn verdienste
voor de wetenschap is voornameiyk, dat
hy verband legde tusschen medische en
natuur- en scheikundige wetenschap
pen. HU was de eerste, die geregeld kli
nisch onderwijs gaf. hy stichtte een af-
zonderiyke medische richting.
Tot zUn groot aantal leerlingen be
hoorde OA. Von Halier, terwyi Linnaeus
zeer veel aan hem te danken heeft.
ding lag een groote hoop verech stroo.
Daar spreidde elk voor zich een leger.
„Hoor hoe het giet", zei Klinker met
de tevredenheid van iemand, die zich
veilig voelt, want de regen kletterde op
het dak.
.Hier hadden we mee moeten begin
nen", zei de Zwart, mc-t een ontevreden
gezicht zijn jas uitwringende.
„Och maar, dit ls toch ook een gratis
hötel!"
Hot duurde geen vyf minuten, toen
hadden we ons op het stroo uitgestrekt,
de kaars uitgeblazen; niet zonder af
gunst hoorde ik, dat de twee anderen a'.
dadelijk weer mot hun snurken begon
nen. Ik was koud en rillerig en ik kon
eerst zelfs in het stroo niet warm wor
den, maar eindelijk doorstroomde een
prettige gewaarwording mijn lichaam en
sliep ik in.
Evenwel zouden wij ook nu nog niet
rustig doorslapen. Op eens werd ik wak
ker. Er was een hand op mijn mond
gelegd. Dc stem van Klinker waar
schuwdessss!" om stil te zijn: Ik
begreep, want er v:as niets te zien, dat
hy hetzelfde deed bij dc Zwart. Voor
zichtig gingen wij zitten en luisterden.
De deur van de garage stona open.
De nachtwind woei naar binnen. BU het
licht van een lantaren, die telkens
scheen te worden aangestoken en uit
gedoofd (blijkbaar een electrlsche lan
taarn) zag ik flauw gedaanten van
menschen, die in de garage rondsnuf
felden. Eerst dacht ik, dat de bewoners
ran de villa teruggekom m waren toen
hoorde ik een van de gedaanten schor
fluisteren: „doe die deur dicht", met een
vloek er bovenop. Het waren dus vreem
den. Anders was immers zacht praten
on nood ig geweest. Wie waren die nieuwe
gasten? Menschen die alleen maar on
derdak zochten als wy? I
„Hier is een ladder", fluisterde er een
en ik hoorde een groot voorwerp, dat
verplaatst werd.
Ik wou iets tot Klinker zeggen, maar
hy gaf weer hetzelfde waarschuwings
teek en. bijna onhoorbaar„ssss".
De bezoekers fluisterden nog even on
der elkaar, wat ik niet verstaan kon,
toen deden zij de deur weer open en
vertrokken. Blykbaar namen zij den
ladder mee, want er stootte iets, hout
op hout. Dat moest de ladder wezen, die
de deurpost raakte,
Wy wachtten nog oven. totdat wf)
niets meer hoorden do.n het ruischen
van den wind en hot geluid van den
regen. Toen zei Klinker zacht: „Wat
denken jelui daarover?"
„Inbrekers", zelden de Zwart en ik
even zacht.
„Natuurlyk. Wat zullen wy doen?"
„Alarm maken?"
„Dat zal by dit weer niemand hooren
Er zyn toch al zoo weinig huizen in de
omgeving."
„De politie waarschuwen
„Waar is die te vinden?".
Op deze nuchtere vraag kon niemand
antwoord geven.
„Ik stel voor dat wy er zelf op los
gaan", zei Klinker strijdlustig.
„Gevaariyk" zei ik.
„Hoeveel ziin er?" vroeg de Zwart.
„Drie. Misschien de kerels van van
middag."
„Best mogelijk."
„Wie gaat er mee?" vroeg Simson.
Twee zwegen
„Als het de kerols waren, die vanmid
dag Ada Brinkman lastig gevallen
hebben
Die prik stak. „Ik ga mee. Simson."
„Dan wil ik niet achterblijven", zei
de Zwart.
En stel u nu het avontuur voor.
De houten ladder uit de garage staat
tegen een half open bovenraam van de
tweede verdieping. Daar zijn ze dus in
geklommen. Wij sluipen er heen, Sim
son voorop, dan ik, de Zwart achter
aan. Langzaam klimmen wy naar boven
Af en toe kraakt de ladder, dan staan
wy even stil. ook Simson, maar het
hoeft niet, want het regent en waait nog
luid genoeg. Eindelijk is Simson boven
en stapt pardoes over de vensterbank
heen, ik hoor hem in de kamer vallen.
Het venster is hooger dan wij gedacht
hebben. Ik hoor iemand in kamer iets
sohreeuwen dat ik niet versta, maar het
is Simson niet. Ik grUp het talhout vast
dat ik uit de garage meegenomen heb
en ga mijn kameraad achterna. De
Zwart is mij op de hielen: wU tuimelen
op elkaar de kamer binnen. Daar staat
by den schoorsteenmantel een lange ke
rel, de groote schele van dezen middag,
met groote stukken zilver in zyn han
den, zyn twee kameraden houden een
grooten zak op. In het midden van de
kamer brandt een kleine electrlsche
kroon. Wy kunnen elkaar duidelijk zien.
De groote kerel braakt een zwaren vloek
uit en doet een paar passen naar de ka
merdeur. maar Simson heeft hem be
grepen en is eerder by den knop van het
licht, zoodat de kerel het r.ïet kan uit
draaien. Een oogenblik staan zij tegen
over elkaar, in afwachting duwt het
één seconde, vyf seconden, ik weet het
niet, maar op eens slaat dr lange boei
met zUn rechtervuist een sulzender,
slag naar Simson. Ik geef onwillekeurig
een schreeuw, maar Klinker is al Op zy
gestapt en richt bliksemsnel zyn zware
vuist midden op het gezicht van zyn
vijand. Het bloed spat er uit. Duizelend
grypt de kerel naar zUn neus. vliegt
vooruit cn geeft een hagel van slagen op
onzen vriend, maar die is alweer weg.
den stonn ontweken, bijna valt de lange
inbreker, door de snelheid en de kracht
van zijn eigen aanval, voorover, maar
weet nog staande te biyven. Een gewel
dige slag van Simson, met de rechter
vuist. raakt hem midden op de borst,
hy deinst achteruit, tracht nog staande
te blijven, doet al vallende eenige pas
sen achteruit en valt dan met een smak
op den grond. Klinker heeft den tUd
niet het behaalde voordeel te vervolgen.
Voordat hU zyn vijand kan bereiken, is
deze al weer overeind er blinkt iets
in zUn rechterhand, Tegeiyk gillen de
Zwart en ik als uit één mond: „hy trekt
een mes!" De inbreker rent op onzen
vriend toe. Klinker wacht hem rustig af,
doet even een stap op zU. keert zich dan
een halver, slag om en stopt met een ge
weldigen schop midden voor de borst
den kerel, die op den grond valt en
blijft ligsen.
Intusschen hebben zUn twee makkers,
evenals de Zwart en ik, her verwoede ge
vecht aangestaard: nog altijd Eggen zij
op hun knieën bij den zak, dien zij op
hielden tot berging van den buit. Als
Simson weer wat op aden. gekomen is
roept hU ons toe: „haalt de touwen uit
de garage!" en vat post bij het raam
om te beletten dat dc anderen vluchten,
terwijl ik voor de deur ga staan. Dc
Zwart haalt de touwen cn is daarmede
in een ommezien terug. Wij binden den
langen inbreker stevig, tcrwyl Klinker
zUn kameraden in 't oog houdt. Die zyn
opgestaan en blijven angstig alsof zy
versuft zUn van schrik by elkaar in een
hoek staan. Het kost weinig moeite, hen
onder hot oog van Simson eveneens te
binden.
„Is hU.is hy dood?" vraagt de
Zwart schor, wijzende op den langen
kerel. „Geen nood. hij beweegt zich al
weer!" De inbreker probeer: zich op te
richten, maar de touwen waarmee hy
gebonden is maken dat natuurlijk on-
mogeiyk. Dan schreeuwt hU in zUn woe
de een reeks vloeken en scheldwoorden
aan Simson uit, maar krijgt geen ant
woord.
Het begint te dagen. Regen en wind
zyn bedaard, de eerste stralen van een
vriendelijke morgenzon verlichten
kamer. Wij houden opnieuw krijgsraad.
Ik ga er op uit om de politie te halen
terwijl Klinker en de Zwart de wacht
houden. Binnen een uur zijn de drie In
brekers in veilige bewaring. Wy klop
pen den koffiehuishouder in de buurt
op en nemen een stevig ontbUt voor den
schrik van den nacht. Vooral Simson
wordt met grooten eerbied bediend, wy
doen aangifte van het gebeurde, dc po
litie telefoneert aan de familie die in de
villa woont en tijdelijk in Arhem logeert
Binnen een paar uur is de familie met
haar auto teruggekeerd en hoort ens re
laas van het gebeurde aan. Simson is
de held van den dag. Het blUkt, dut de
groote inbreker een gevaarlijke boef is.
HU heeft goed werk gedaan, maar zegt
toch wanneer wij hem prijzen; „het
eenige gevaarlijke oogenblik was. toen
de kerel met zyn mes op mij afkwam
had ik de Franschc bokskunst, vuisten
gecombineerd met dc voeten gebruiken,
niet geleerd, dan weet lk nog niet, hoe
het afgeloopcn zou zyn."
Dien dag gingen wy niet verder. De
politie had onze verklaringen noodig en
verzocht ons. nog te biyven. wy waren
de gasten van de familie van RUn van
der Weide; bovendien moest onze auto,
onae Volante eens duchtig worden
nagezien.
Nauwelijks was de lunch afgeloopcn.
of lk zei aan de kameraden dat ik een
fiets ging huren om even naar Afckoude
terug te gaan.
..Wat heb je daar tc doen?" vroeg de
Zwart en gaf een knipoogje aan Klinker.
„Even een bezoek brengen by de fa
milie Brinkman, zei ik.
.Heel verstandig", rei Simson, doe
onze groeten aan de familie."
VAN DER LAAN—FIDIJLTO.
ONZE PRIJSVRAAG VAN 17
NOVEMBER
De prysvraag van de vorige weck 17
November betrof de vraag, welke avon
turen de drie vrienden beleefden in '/ui
nacht na den dag, waarop zij Ada
Brinkman hadden bijgestaan, toen zy
door drie kerels om geld lastig werd ge
vallen. Er zyn vele antwoorden ingeko
men. zoodat wy onze lezers niet te hoog
hebben aangeslagen, toen wij veronder
stelden dat hun fantasie zeer c.n'wik-
keld is.
Jammer genoeg, dat wj| ons in de ver
melding van de antwoorden tot die von
de drie prUswinncrs moeten bepalen;
zoo gaame zouden wy er nog mevr heb
ben geplaatst, maar de beschikbar*
plaatsruimte laat dat niet toe. Vele In
zenders hebben terecht ingezien, dat
deze avonturen wel verbond ronden
houden met de drie kerels, die onze
vrienden des middags hadden ontmoef.
De eerste prijs, een boek ter waarde van
f5,--, is ten deel gevallen aan den heer
B. Pools van Popta, Kostveriorcn-
straat SO A te Zandvoort, voor zUn ant
woord.
De tweede en derde pry zen. elk een
boek ter waarde van f2,50, zijn toege
kend re*p, aan den heer W. van D a a
ien, Daccwtostraat 63 te Haarlem voor
zijn vcrvolg-verhaal Haarlemmer Halle
tjes en a an den heer F. W. van Riet
Bloemveldlaan 2 tc Haarlem.
Dc drie bekroonde bijdragen zullen
Dinsdag of Woensdag a.s. geplaatst wor.
den. lieden laat dc ruimte da', niet toe,