TWEEDE KAMER.
GRATIS ONGEVALLEN VERZEKERING VAN HAARLEM'S DAGBLAD
FLITSEN
VERZEKERINGSVOORWAARDEN.
FEUILLETON.
Het hysterie van Heath Hover
HAARLEM'S DAGBLAD WOENSDAG 5 DEC. 1928
4 December.
Critiek op den minister van Onderwijs. Wat er had
moeten komen aan ontwerpen. Onderwijs in het
Friesch. De nieuwe spelling.
VAN HAARLEM'S DAGBLAD No. 1359
BONBONS PRESENTEEREN
Moeder vraagt of Jan
tje den gasten even bon
bons wil presenteeren
Jantje informeert fluis.-
I tonend of hij er zelf ook
een mag of twee
I waarom niet meer dan
I een
gaat rond intusschen
zorgvuldig sijn eigen
keuze stellend op een
groote bonbon met
nougat
mevrouw Kommer
neemt een kleintje met
een amandel erop
kijkt belangstellend naar herinnert zich dat tante ziet hoe tante de groote trekt zich terug om de
mevrouw v. Stuiteren
die bedankt begrijp;
niet dat er zulke men-
schen zijn
Martha van nougat
houdit en probeert haar
aandacht te vestigen op
wat anders
met nougat neemt, die
hij zelf had uitgekozen
op-een=Tia ..grootste
zoeken
(Nadruk verbodenJ
Van een nieuw tooneelstuk spreekt
*nen wel als krijgende „geen goede pers".
In de spreekwijze voortgaande moet
men zeggen, dat de ministers, wier be
grootingen in deze week behandeld zul
len worden „geen goede Kamer" hebben
de heeren v. d- Vegte en Waszink.
Maar er is tocli onderscheid. Wanneer
men mr. v. d. Vegte critiseert met den
wanhoplgen uitroep: „laat maar alle hope
varen", dan is de critiek scherp, omdat
men weet, dat mr. v. d. Vegte zoowel
volgens zijn gezondheid als zijn intellec-
tueele en karakter-eigenschappen in
staat is om een departement te lelden.
Maar wanneer men critiek heeft op mr.
Waszink en die critiek was niet
malsch! dan vergeet toch b.v. mr.
Oud niet,.dat mr. Waszink nimmer ge
dacht heeft minister te zullen worden,
dat hij In politieke kringen niet thuis
was, dat hij maanden en maanden
lang zijn functie wegens ziekte niet
heeft kunnen waarnemen: er is iets
persoonlijk-vriendelijks in de critiek.
De critiek was niet malsch! De heer
Albarda sprak van traagheid bij den
minister om iets te doen. Wanneer hij
nog iets deed t.a.v. den leerplicht
dan was het onder den drang van de Ka-
merDe heer Oud zag den minister, „als
voor zijn taak in geen enkel opzicht be
rekend". De heer Duymaer van Twist
maar de generaal ging in zijn veront
waardiging over de schreef sprak van
..onwellevendheid, als nog nooit in de
Kamer voorgekomen", van onbetame
lijkheidomdat de minister des gene
raals breedvoerige nota over de oprich
ting van een leerstoel in de Homoeopa
thic beantwoord had met een verwijzing
naar adviezen ter griffie van hocg-we-
tensch appelijke colleges. De heeren Zljl-
stra, Tilanus en Moller die den mi
nister toch nog wel voor goede dingen
dankten, hadden ook critiek.De laatste
sprak, evenals de heeren Oud en Al
barda over den invloed van den minister
van Financiën op dien van Onderwijs.Zy
zagen dien invloed als veel te sterk. En
spraken het uit, dat wanneer de minis
ter, die voor de grootste volksbelangen
heeft te zorgen, dien invloed als te sterk
gevoelt, hij dan had moeten heengaan,
zijn ontslag had moeten nemen.
Groote volksbelangen!
Wanneer men ging opmaken het
lystje van wat men noodzakelijk achtte
en wat was uitgebleven, dan kwam men
tot een aanzienlijke opsomming.
Mej. Westerman was het meest waa-r-
deerend. En had weinig wenschen. Zij
erkende dat de minister had te rekenen
met de zoo hoog noodige zuinigheid.
Het bleek, dat de pacificatie veel geld
gekost had en mej. Westerman schreef
veel van de uitgaven op rekening van
de seholensplitsing bij diet bijzonder
onderwijs. Hiertegen kwamen natuurlijk
de reohtsche afgevaardigden in het ge
weer. De heeren Moller en Zijlstra de
den letten op de kleine openbare scho
len. maar ook op het wetje dat het op
richten van overbodige, kleine bijzon
dere scholen tegengaat. Het was op
nieuw eon grief van mr. Oud, toen hij
klaagde over het uitblijven van een
wetsontwerp, dat dit wetje, hetwelk elk
jaar moet verlengd worden ver-alge-
meent tot definitieven vorm.
Groote volksbelangen behartigt de
minister van Onderwijs. Parallelle
klachten. Parallel liepen de wenschen
naar een opruimen van den chaos bij
het Middelbaar Onderwijs, naar meer
der zorg voor de blinden, naar een com
missie ter bestudeering van de moge
lijkheden voor onderwijs in het Friesch,
welke laatste wensoh het allereerst dooi
den Fries Albarda werd in het debat
geworpen. Maar Dr. Moller vroeg
ook zulk een commissie voor het Oost-
NederFrankisoh, dat in Limburg wordt
gesproken en voor de taal, die in
Zeeuwsoh Vlaanderen de huisgezinnen
bijeenhoudt. Eensgezind was men ook
ten aanzien van maatregelen voor de
van soliool gekomen rijpere jeugd. Dc-
heer Tilanus wil hier alleen subsidie
schenken aan vereenig in gen, die
dergelijke scholen en cursussen willen
slachten en onderhouden, financieel
gelijkstelling vraagt hij hier niet.
De heer Albarda voerde een warm
pleidooi voor uitzetting van het onder
wijs. omdat de vermeerdering van ken
nis den arbeiders, bij het steeds voort
gaand mechaniseeren en tayloriseeren
van het bedrijfsleven, in de avonduren
tot geestelijk leven kan brengen.
De heer Moller verdedigde de nieuwe
spelling en verwierp de meening, alsof
<ie nieuwe spelling fouten zou willen
goed praten. Hij kan er maar niet mede
instemmen, dat de regeering de spelling
van de Vries en te Winkel wil aanhou-
(Een verhaal van duistere krachten)
uit het Engelsch van
BERTRAM MITFORD
41)
Wil ik je eens wat zeggen. Helston,
zei een van de beide mannen. Dit
is geen weg om in den regentijd te ge
bruiken. Het water zal hier als door
oen buis doorschieten. Ik ben al een of
■tweemaal ternauwernood aan den dood
ontsnapt op een dergelijke plaats.
Ja. er is heel duidelijk een hooge
waterlijn.
De andere volgde zijn opwaartschen
blik. Er was niet meer te zien dan een
paar stukjes en wat droeg gras, zeker
twintig vcet boven hun hoofd.
Genade Helston. wat heb jij een
scherp cog! En je bent in dit terrein
neg heelemaal onbekend!
Ja! Ik heb een scherp oog. zooals
je zegt Coaters. voor kleinigheden, ant
woordde He'.ston Varne. Ik wilde wel
dr.t err. iicele'ooel van de mysteriën, die
ik meest en nog moet helpen op
helderen niet zoo vcor de hand lager.
r.'.i deze gevolgtrekking. En aan den
den. „Wanneer hier de dames en hee
ren" riep de taalgeleerde Dr. Moller
uit „proefwerk moesten maken in de
spelling van de Vries en te Winkel, dan
zouden zij er niet veel van terecht bren
gen". De heer Schaper pleitte voor een
middenweg.
Mej. Westerman sprak over de open
bare school als brengend verdraagzaam
heid. Hiertegen merkten Dr. Moller en
de heer Zijlstra op, dat christelijke scho
len. die geen verdraagzaamheid leeren,
noodzakelijke verandering moeten on
dergaan.
De heer Zijlstra had natuurlijk be
zwaar tegen des ministers houding te
genover zijn initiatief wetsontwerpje.
De heer Tilanus vroeg wegneming van
het stopwetje voor het midd. onderwijs
en het Nijverheidsonderwijs. Maar dan
wilde hij toch ook niet den eisch stel
len, dat de regeering maar elke nieuwe
school zou moeten subsidieeren: zij moet
de koorden van de beurs in handen hou
den.
De Frlesche kwestie gaf laat op den
middag nog aanleiding tot een warm
debat. Dat kwam omdat de heer Scha
per dien drang naar het Friesch noemde
belachelijk en funest. „Men zal er nog
toe komen, om in Amsterdam Friesche
scholen te stichten" zei hij. Wat ver
dienste is er in om het Friesch te hand
haven. De heer Schaper noemde dat een
Marr.mouth-cultuur, hij sprak van het
Friesch als van een antiquiteit en een
blamage voor de Volkenbondsgedachte.
Hiertegen opponeerden de heeren Bak
ker, Leenstra en v. d. Heide, Het Friesch
is geen dialect, zeiden zij, het is
geen antiquiteit, maar een levende taal.
En daarom waard bestudeerd te wor
den. Ver wierpen zij de gedachte van
zich, dat de menschen van de Friesche
taalbeweging zich zouden willen afschei
den van Holland.
De middag werd besloten met een
warm pleidooi voor een wettelijke rege
ling van het bewaarschool-onderwijs
door mej. Groeneweg.
Avondvergadering. De
Waterstaat. Geen toezeg
gingen, behalve wat de reor
ganisatie aangaat.
De minister van Waterstaat aan het
woord, om 24 sprekers te bedienen:
de minister heeft de heeren- een klein
beetje vcor het lapje gehouden. Zoo
wilde hij gaarne erkennen, dat de heer
v. d. Heuvel, wat het koeien-vervoer
aangaat, beter op de hoogte was, dan
hij. En nu ja, het water is wel de grootste
vijand van den mensch, maar aldus
do minister „het zou er toch gek uit
zien, als er geen water was".
Veel toezeggingen deed de minister
niet.
Haast alles was in overweging.Of
in onderzoek
Een voorbeeld van beantwoording?
De heer Weitkamp klaagde over een
„slccm" ministerie. „Ach" antwoordde
de minister „er zijn Kamerleden, die
zoo hard willen loopen, dat ik 't met
mijn lange beenen niet kan bijhouden.
Ik hoop. dat de heer Weitkamp het vol
gend jaar wat vriendelijker kijkt".
De wegneming van tollen? De minister
Iaat zich door lawaai niet van de wijs
brengen. Ik heb de Muïdertol ook op
geruimd. zoncer mil aan lawaai te
storen. Maar waarom zoo vroeg hij
moet ik nu alles in eens doen? Kan
ik in enkele jaren wegr.rmen. wat hon
derden jaren heeft bestaan? Eerst moet
de wegen wet (reeds ingediend) worden
aangenomen, dan kunnen de tollen
systematisch worden opgeruimd.
De Kamer sprak over treuzelen de
minister betoogde, dac er Uidens zijn
bewind heel wat is gedaan. Maar har
der werken, dan hard werken, is niet,
mogelijk. „Ik kan ook niet tooveren"
riep de minister uit.
Toen mevr. van ItallieVan Embder.
over parallelwegen en natuurschoon
sprak, heeft de minister zich afge
vraagd wat die rede was: „een rede
of een gedicht" en hij was tot de con
clusie gekomen: die rede was ook een
gedicht
Mevr. van Itallie klaagde ook over
het onaangenaam vele toeteren hier te
lande. De minister zal de rede aan de
desbetreffende commissie overleggen.
Het autobus-vraagstuk achtte de mi
nister var. zijn kant zeer soepel be
handeld. Sprekend waren wel zijn cijfers
Van 3C0 beroepen had hij in 21 geval
len het advies van den Raad van State
gevolgd. Van deze 21 gevallen waren er
7 overeenkomstig de uitspraken van de
Gedeputeerde Staten. Dit alles om te
anderen kant wou ik dat ook weer niet,
omdat er dan niets sportiefs meer aan
zou zijn. Maa.r wat ik zeggen wou, er
komt wat aan don anderen kant aan.
We zullen het zoo dadelijk zien; ik
hoop maar niet, dat. het een troep van
die beroerde lastkameelen zijn, want dan
weet de hemel alleen, hoe we elkaar
zullen moeten passeeren.
Wat zeg je? Wel. Je oor schijnt
al even scherp te zijn als Je oog. Ik
heb nog niets gehoord.
Nee. dat dacht ik wel. En -toen,
na een minuut stilte: ach, ja, het
zijn kameelen.
Nu werden de geluiden duidelijk hoor
baar. de klank van diepe stemmen en
het ratelen van de rol'ende steenen
en weldra kwam om den bccht van den
weg een karakteristieke en schilderach
tige groeo in het gezicht.
Het waren een tien of twaalftal man
nen. De aanvoerder van den troep be
reed een moeien kameel, maar de overi
gen waren te voet. Een tweede kameel,
met bagage beladen, sloot den stoet.
Het waren forsche, koperkleurige man
nen met scherpe profielen, gitzwarte
baarden en gitzwarte haarlokken over
beide schouders. Ze waren gekleed in
losse witte gewaden en op het hoofd
droegen ze groete witte tulbanden, ge
wonden om de kegelvormige „kuita" en
ze waren gewapend met de onvermij
delijke vlijmscherpe „Tulwar", terwü'-
bestrUden het klagen over 's ministers
gebrek aan onbewogenheid.
Over het Amsterdam—Rijn-kanaal,
zeide de minister niets, nu het wets
ontwerp ln aantocht is.
De reorganisatie van den Waterstaat
is nu toch heusch in aantocht. De
minister deelde mede, dat hij een di
recteur-generaal zal benoemen, die hem
ten spoedigste over de reorganisatie van
den Waterstaat zal hebben te adviseeren,
die zelve voor de reorganisatie moet ge
voelen en aan wiens advies de minister
zeer veel, zelfs doorslaande waarde za.
hechten.
De artikelen-behandeling leverde ook
niets op. danoverwegen.
De afdeeling „Waterstaat" van de be
grooting werd precies te middernach:
afgehandeld.
De Eerste Kamer nam vanavond zon
der slag of stoot een aantal kleine ont-
werpjes aan. die in de laatste weken
de Tweede Kamer had doorgehamerd.
Daarbij hoorde het ontwerp tot het
weren van de kersenvlieg bij invoer. Ook
onteigeningen vcvr verbetering van den
Rijksweg van de Haagsche Schouw naar
de Noord-Hollandsche grens.
INTIMUS.
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN
a 60 cent* per regel.
Stofzuigerhuis MAERTENS
BAR TEL JORIS STRAAT 16
TELEFOON NO. 10756
Apex Eleclrische Waschmachines f 275.
DE ROOFMOORD TE
ROTTERDAM.
DIEFSTAL NIET HET MOTIEF
VAN DE MISDAAD?
Het onderzoek naar den moord op den
heer Lans te Rotterdam, dat door de
politie met onverminderde kracht wordt
voortgezet, schijnt thans inderdaad tot
een spoedig resultaat te zullen leiden,
schrijft de Tel. Gisterenmorgen heeft een
langdurige bespreking plaatsgevonden
tusschen den Officier van Justitie en de
leiders van. het onderzoek, commissaris
Dijkstra en inspecteur Hermans.
Als resultaat van deze bespreking zijn
belangrijke besluiten genomen en het is
niet uitgesloten, dat als gevolg daarvan
binnenkort een arrestatie geschieden zal.
Er zijn verschillende gegevens, die
nog onderzocht moeten worden, hetgeen
gisterenmiddag zou gesclrieden. Het wordt
meer en meer waarschijnlijk, dat deze
oplossing een geheel andere zal zijn, dan
aanvankelijk verwacht werd.
Meer en meer heeft bij de politie, vol
gens het blad, het vermoeden post ge
vat, dat men hier met een moord om
nog andere beweegredenen te doen heeft,
dan uitsluitend het stelen van geld.
Het wegnemen van dit geld, zou, in
dien dit vermoeden juist bleek te zijn,
dan alleen geschied zün, om de ware
beweegredenen te camoufleeren en de
politie op een dwaalspoor te leiden.
SPITSBERGEN.
Zoo bekend wordt deze archipel, wel
ke, voor een deel boven den tachtigsten
Noorder breedtegraad ligt, door vier
groote eilanden gevormd, die hem onge
veer den vorm van een onregelmatigen
vierhoek geven. Van deze vier wordt
eigenlijk alleen het groote West-Spits
bergen bewoond, ornaat het steenkolen-
lagen heeft. Aan zijn Westkust bevindt
zich de Kings-Bay. Als een schildwacht
staat aan den N-.-ord-Westhoek van
West-Spitsbergen, het treurige beroem
de Deneneiland, vanwaar men het oog
heeft op de geweldige ijsvelden van de
Fooizee. die zich in onafzienbare wijten
naar het Noorden uitstrekken.
•Van het Deneneiland steeg den llen
Juli 1897 de „Adelaar" op. de luchtbal
lon. waarmede de ongelukkige Zweed
André de Noordpool hoopte te berei
ken. Van dit oog en te. ik is het lot van den
koenen luchtreiziger een geheim geble
ven en zal het eeuwig blijven. Door de
z.g.n. Oxfordexpeditie werd ongeveer ze
ven jaar bewezen, dat het binneneiland
van dit greote Westelijk eiland tegen
het vermoeden van de wetenschappelijke
mannen in. niet volkomen met ijs is be
dekt, zooals dit met Groenland het ge
val is. Hoe het er uitziet in het binnen
ste gedeelte van Noord-Ocstland. het
grootste eiland na het Westelijke en
waartegenover het in den laatsten tijd
zoo vaak genoemde Foyn-eiland ligt,
weet niemand. Men kent slechts en
dan slechts heel weinig de randen
van deze troostlooze, geheel verlaten
landen, welke door de Hinlopensstraat
van West-Spitsbergen Is gescheiden. Zoo
als reeds uit zijn naam valt op te ma
ken, ls Spitsbergen een bergachtig land.
door zeven zeer groote fjorden op bui
tengewoon zonderlinge wijze doorsneden.
Als hoogste punt geldt de ietwat 1800
Meter hooge Newton-top.
twee of drie van hen ook geweren had
den.
Toen ze de blanken in het oog kregen,
maakten ze halt, en hun gezichten druk
ten aillerminst vriendschappelijke ge
voelens uit. Eerder achterdocht en een
(combinatie van godsdienst-afkeer en
rassenhaat.
Hoe ter wereld moeten we elkaar
nu voorbij en wie van ons zal het eerst
cp zij moeten gaan? overpeinsde Coates
op* zachten toon.
Helston zei niets. Hy was geheel in
beslag genomen door het boeiende exoti
sche tafereel.
Salaam, Broeders! zei Coates in de
Hlndce-taal. Deze „tangi" is wel wat
al te smal voor twee troepen. Ls er op
den weg dien gy hebt afgelegd op kor
ten afstand geen plek. waar het wat
breeder is?
De vijandelijke uitdrukking op d?
bruine gezichten scheen nog toe te
nemen.
Of op den vreg dien gij afkomt'
klonk het uit meer dan één mond
Maar de man op den kameel zei niets,
misschien omdat hij de taal van be
dienden. van slaven niet verstond, of.
cmdat hij om zijn waardigheid op te
houden, deed, alsof dit het geval was.
Maar hij zag er niet inschikkelijk uit.
Er was maar juist krap aan ruimte
om elkaar te passeeren en dan nog al
leen maar als een der partijen een heel
Elke weekabonné Tan Haarlem's Dagblad is, zoo
lang zijn abonnement duurt, dit blad verschijnt en de
Directie van „Haarlem'sDagblad" de verzekering doet
duren, verzekerd tegen de geldelijke gevolgen van onge
vallen, op de volgende voorwaarden:
Artikel z. Als verzekerden worden beschouwd alle
per week betalende geabonneerdendie aan de volgende
vereisebten voldoen
a. gedurende minstens twee weken als geabonneerde
in de registers van „Haarlem's Dagblad" z:jn
Ingeschreven j
b. tusschen i3 en 60 jaar oud zijn;
c. niet lijden aan ziekten of gebreken, welke voor
hen het gevaar voor ongevallen vcrgroolen, en
volkomen het gebruik hebben van buone lede
maten en zintuigen.
Art. s. Ooder ongeluk, als ln deze voorwaarden
bedeeld, wordt verstaan de uitsluitende cn reebt-
strceksche oorzaak van een lichamelijk letsel (waar
onder ook te water geraken verstaan wordt), den ver
zekerde, onafhankelijk van rijn eigen wil overkomen,
en waarvan bet bewijs geleverd worde dat zulks door
van buiten af toegebracht geweid werd veroorzaakt,
met het gevolg hierna In Artikel 3 aangeduid.
Art. 3. De uitkecrlngen bedragen:
600 GULDEN, indien bet ongeluk (vallende binnen
de grenzen van de voorwaarden) de ecnige cn
rechlstrecksche oorzaak is van de levenslange on
geschiktheid van den verzekerde, waaronder be
grepen wordt de amputatie van twee ledematen,
hetzij beide voeten of beide handen, dan wel één
voet en één hand, boven den enkel of den pols,
oi onherstelbaar gezichtsverlies uit beide oogen
(totale blindheid), eeu en ander binnen tien dagen
na den datum van bet ongeval;
600 GULDEN, indien het ongeluk (vallende binnen de
grenzen van de voorwaarden) de ecnige en recht-
streeksche oorzaak is van den dood van deu ver
zekerden geabonneerde, hetzij onmiddellijk of
uiterlijk binnen driemaal 14 uren na het ongeval;
400 GULDEN, indien het ongeluk (vallende binnen de
grenzen van de voorwaarden) de eenige en rechl-
strceksche oorzaak is van de amputatie van écu
hand of één voet boven den pols of enkel, of van
het onherstelbaar gezichtsverlies uit één oog
(totale blindheid van dat oog), een en ander bin
nen xo dagen na den datum van het ongeval;
230 GULDEN, indien bet ongeluk (vallende binnen de
grenzen van de voorwaarden) de eenige en recht-
streeksche oorzaak is van de amputatie van beide
leden van een duim, binnen tien dagen na den
datura van het ongeval;
150 GULDEN, indien het ongeluk (vallende blnDen de
grenzen van de voorwaarden) de eenige en reebt-
streeksche oorzaak is van de amputatie vau alle
leden van een wijsvinger binnen tien dageo Da den
datum van bet ongeval;
50 GULDEN, indien het ongeluk (vallende biunen de
greuzen van de voorwaarden), de eenige en reebt-
st.-eeksrhe oorzaak is van de amputatie van alle
leden van een anderen vinger, binnen tien dagen
na den datum van het ongeval;
100 GULDEN, indien het ongeluk (vallende binnen de
grenzen van de voorwaarden) de eenige en recht-
slreeksche oorzaak is van dc breuk van een boven-
en/of onderarm of van de breuk van een boven-
en'of onderbeen;
terwijl onverminderd dc bepaling der voorlaatste
alinea van artikel 6, krachtens deze verzekering
ulle ultkecringen op het hoofd van één persoon
verzekerd en om welke redenen ook te doen, te
zanten nooit meer dan f 600.kunnen bedragen,
onder bepaling, dat ingeval reeds bij het plaats
grijpen van een ongeluk, dc bovcugcnocmclc ledematen
van bet lichaam mochten worden gescheidendoor
snijding, wringing, scheuring, knelling, als anderszins,
dat verlies met amputatie zal worden gelijkgesteld.
Verder onder bepaling, dat het verlies van vóór bet
ongeluk reeds onbruikbare, gebrekkige of verminkte
ledematen geen aanspraak geeft op, en niet Id aan
merking komt bij overlijden. Hetzelfde geldt voor het
geval dat reeds vóór het ongeluk ledematen gemist
Heeft een ongeval het verlies van meerdere vingers
van een band tengevolge, dan gaat de volle te verleenen
uitkeering in geen geval het bedrag te boven dat voor
het verlies van de gebeele band is vastgesteld.
eind de helling opscharrelde. Maar
Varne Coates, resident van Barhnager,
tijdelijk met verlof in de grensstad. Ma-
sa ran voor de Makhor-jacht, was een
opvliegend maai en het strookte vooral
niet met zyn opvattingen om voor in
boorlingen het veld te ruimen, wie ze
dan toch ook zijn mochten. En nu zag
het er in alle ernst naar uit. alsof hij
daar toch toe zou moeten komen.
Kom eens hier, Gholan Ali, riep
hy over zijn schouder tegen den syce.
Kom eens met die lui praten. Het
lijkt wel, cf ze mij niet verstaan.
De man kwam naar voren en het
ontging Helston niet. dat zyn stem,
terwijl hij praatte, eerbiedig, om niet te
zeggen, onderdanig klonk. Het gelaat
van den ruiter was strak als een masker.
Hy sprak met diepe stem een paar woor
den in het Pushtu.
Heer, het in de „sirdar" van Gu-
larzai, vertaalde de syce. Zijn naam is
Allah-din-Khan. Hy kent den Heer niet
en dit ls zijn land. De Heer. zegt hij.
behoort niet tot dit gouvernement, maar
is een vreemdeling. Verder naar beneden
den „tangi" terug, is een uitwijkplaats,
waar we elkaar gemakkelijk voorbij
kunnen. Dat zij, die het dal opkomen,
plaats maken voor hen die het dal af
komen. zijn woorden van dsn Sirdar!
Helston merkte dat zijn neef op het
punt was in woede uit ie barsten en
hij was zich bewust, dai de toestand
1 Eén ongeval geeft nimmer recht op meer dan één 1
uitkcerir.g, met dien verstande, dat indien hetzelfde
ongeval zoowel breuk als verlies van een boven- of
ouderarm of been, tengevolge beeft, de uitkeeriDg voor
verlies zal worden verleend.
critiek was. Hij zag ook, dat de uit
drukking op de bruine gezichten tegen
over hem er een van woeste vastbera
denheid was. maar er lag niets beleedi-
gends of uitdagends in. Dat. scheen een
mogelijkheid in te houden de situa/tie te
redden. Zyn vlugge geest zag een uit
weg. Het was wel een grappige uit
weg, maar het was er toch een.
Kijks eens hier, Gholan Ali, zei hij
in het hindustani, dat hij volkomen
meester was, wanneer wy sportlieden
een meeningsvercchil hebben, gooien
we een munt in de lucht en spreken af
dat de beslissing ervan zal afhangen,
of de beeltenis van den koning naar boven
ligt of niet. De Gularzai's zyn sport-
menschen evenals wy. Dus zullen we
erom dobbelen, wie uit den weg zal
gaan.
Hij haalde een Toepy te voorschijn en
bestudeerde het gezicht van het opper
hoofd, toen hem het voorstel gedaan
werd. De ander knikte even en sprak
een paar woorden tot zijn volgelingen.
Die drongen naar voren.
Wat zegt de Sirdar? vroeg Helston.
De beeltenis van den Koning of de an
dere munt?
De beeltenis van den koning, was het
antwoord
Gord! Laat een van hen het munt
stuk opgooien! zei Helston.
Een rijzige man met een haviksneus
kwam naar voren, nam de roepij aan
Gedurende den termijn, waarin de verzekerde lijdende
is aan de gevolgen van eea ongeluk, ral de verzekering
tijdelijk buiten kracht lijn met betrekking tot elk nieuw
ongeluk, dat den verzekerde mocht treffen.
en gooide hem op. Het muntstuk kwam
met een helderen zilverklank neer.
sprong nog eens op en bleef liggen. De
beeltenis des kenings lag onder.
-— Munt! Wij hebben gewonnen, zei
Helston opkijkend. Maar als ze liever
twee tegen drie doen, doen we het nog
eens over.
Maar de Sirdar schudde het hoofd.
Het is een kinderspelletje, zei hij
maareen proef is een proef en een
woord een woord! Daar houden we ons
aan!
En tot groote geruststelling van ten
minste twee van de tegenpartij, wendde
hij zijn kameel en ging terug, den „tangi"
op. gevolgd dcor zyn mannen.
Wel, de drommel zal my haten!
was alles wat Coates kon uitbrengen.
Nee. dat zaJ hij niet, hoop ik.
Maar uit dit perikel zyn we verlost!
antwoordde zyn neef kalmpjes. Maar
het was wel een mal geval nietwaar?
Stel je voor dat je cm het recht van
den weg gaat dobbelen, midden Ir. den
schoot de: aarde, cm zoo maar eer.s te
zeggen! In elk geval is Allah-din Khan
een sportief man.
Denk je dat? Schort je oordeel nor
even op. je bent hem nog riet voorbij!
Het antwoord hield een waarschuwing
in. die ir. de gegeven omstandigheden
alles bahalve geruststellend was!
XWordt vervolgd.)]
Art. 4. De nitkoerlng Ingeval van overlijden ge
schiedt aan de echtgenoote, of bij ontstentenis daarvan
aan <le erfgenamen van den gedooden abonné.
Uitkeoringen wegens verlies van ledematen, vlogers
of oogen geschieden aan den abonné zei ven.
In geval recht op schadeloosstelling ontstaat, ral de
uitkeering geschieden binnen tien dagen nadat de
noodige inlichtingen verkregen zijn en het persoon
lijk letsel, en de oorzaak en het gevolg daarvan,
bewezen zijn ten geuoege der Directie van „Haar
lem'9 Dagblad".
Art. 5. Kene uitkeering tal niet verschuldigd zijn
bij dood of verlies van ledematen 0/ oogen, of breuk
van ledematen, direct of indirect, veroorzaakt:
a. door eenige ziekte, kwaal of voorbeschiktbcid van
den verzekerde;
b. door eenige heelkundige operatie of door uitputting
als gevolg daarvan (tenzij die operatie noodzakelijk
was wegens letsel, waartegen verzekerd is);
c. door cene bevalling of zwangerschap, ook al mocht
de dood veroorzaakt zijn door een ongeluk;
■I. door zonnesteek, of terwijl de verzekerde onder den
invloed van overprikkeling of somnambulisme was,
of door bedwelroeudc dranken of krankzinnigheid
minder in staat dan gewoonlijk om zorg voor zich
zélvcn te dragen;
e. door zelfverminking, zelfmoord of poging daartoe,
hetzij willekeurig of niet, onverschillig of de ge
abonneerde al dan niet goed bij zinnen was;
in duel, of gedurende de voorbereiding tot of deel
neming aan wedstrijden of bij vlieg- of luchtvaart-
tochten, of bij baden, zwemmen, automobielrijden,
motorwiclrijden of wielrijden;
g. door grove nalatigheid of grove onvoorzichtigheid,
of door vechten, of aanvallen tegen den persoon van
verzekerde, of in buitenlandschen oorlog of binnen-
Inndschc beroerten.
Het verdwijnen, verdrinken of door gas of gassen
verstikken van den verzekerde wordt ten opzichte van
deze verzekering aangemerkt als te zijn veroorzaakt
door grove nalatigheid of grove onvoorzichtigheid,
tenzij ten genoege van de Directie van Haarlem 's Dag
blad bet bcwiis van het tegendeel wordt bijgebracht.
De verzekering geldt echter wel voorgevallen waarbij
het ongeluk veroorzaakt werd tengevolge van recht-
matice zelfverdediging, of wel bij poging tot redding
van personen, of tot afwending van dreigende gevaren.
Onder bepaling, dat indien een abonné in staat van
krankzinnigheid of verstandsverbijstering zal raken,
of zich buiten Europa mocht begeven (behalve indien
hij van ecne Enropeesche haven naar een andere Euro-
pcesche haven reist in een schip met vast dek in tijd
van vrede) of indien hij zicb in krijgsdienst te land of
Ie water begeeft en evenzeer van den dag af waarop hij
ophoudt zijn abonnementsprijs van Haarlem's Dagblad
tc betalen of deze courant ophoudt te verschijnen, of
de Directie van Haarlem's Dagblad de verzekering doet
eindigen, alsdan deze verzekering voor hem geheel zal
vervallen en krachteloos worden.
Van de verzekering rijn uitdrukkelijk uitgesloten:
allen die zich met de bereiding, het verwerken of.proef
nemingen met buskruit, schietkatoen, nitroglycerine,
dynamiet, napbta, acetylcengas. of andere lieht-
ontplofbato of licht-ontvlambare stoffen bezig houden,
of daarbij desbewust tegenwoordig zijn.
Evenmin geldt deze verzekering voor mijnwerkers,
acrobaten, circusrijders en dergclïjken.
Zeevisschers. zeevarenden en personeel van den
Loondienst zijl) in de verzekering begrepen, co wel,
wat betreft ongevallen aan den wal, voor alle uitkce-
ringen. Verlies van ledematen wordt ook aan boord
gedekt, doch op uitkeering bij overlijden kan voor hen
uitsluitend aanspraak worden gemaakt indien het
onceval dat bet overlijden tengevolge heeft, aan den
wal plaats had.
Indien de gevolgen van een ongeluk door ziekelijke
omstandigheden, waarin de verzekerde verkeerde op
het oogenblik dat het ongeval plaats bad, vergroot
worden, wordt eventueel geen hooge^ schadeloosstel
ling betaald, dan die, welke volgens net oordeel van
den geneeskundigen adviseur van Haarlem's Dag
blad" zonde hebben moeien zijn uitgekeerd aan een
norinaai persoon door hetzelfde ongeluk getroffen. j
Art. 6. Ingeval een geabonneerde een ongeluk over-
komt moeten in alle gevallen alle bijzonderheden
daaromtrent en omtrent het bekomen letsel, zoo spoedig
mogelijk schriftelijk gemeld worden aan de Directie vaa
Haarlem'sDagblad "teHaarlem enlsdlenxoodanloe
kennisgeving niet binnen driemaal 24 uur na het
ongeluk Is geschied, don zal geenerlel uitkeering
verschuldigd zijn.
Indien de getroffene zeevarende Is, moet de kennis,
geving van bet overlijden geschieden binnen drie dage»
ua het bekend worden van bet ongeluk aan de belang*
hebbenden.
Zoo spoedig mogelijk na het ongeluk, moet de hnlp
van een bevoegd geneeskundige worden ingeroepen en
de verzekerde is gehouden onder geneeskundige behan
deling te blijven en do voorschriften van den geneesheer
onafgebroken op tc volgen totdat bij volkomen hersteld
ls.
In leder geval moet den geneesheer van „Haarlem'»
Dagblad" toegestaan worden den verwonde te onder,
zoeken wanneer en zoo dikwijls zulks billijkerwijze
geéischt kan worden, en „Haarlem's Dagblad" heeft
eveneens vrijheid om zoodanige genees- en heelkundige
hulp tc verstrekken als het noodig acht.
Jilk bewijs hetwelk de Directie van „Haarlem's
Dagblad" van tijd tot tijd zou kunnen eischen betref,
fende ecnig ongeluk of verwonding op grond waarvan;
een eisch werd ingesteld, zal haar zoo spoedig mogelijk
nadat hiertoe het schriftelijk verzoek gedaan werd,
gegeven moeten worden.
Ingeval van cenig ongeluk met doodelijkea afloop
moet biervan aan dc Directie van Haarlem's Dagblad
te Haarlem schriftelijk worden kennis gegeven, on.
middellijk nadat het ongeluk aan belanghebbendea
bekend zal zijn geworden.
Het niet nakomen van een of meer der ha dit artikel
genoemde verplichtingen, zal elke aanspraak op uit*
keeriug voor belanghebbenden verloren doen gaan.
Alleen na overlegging van het nauwkeurig door hem
en den behandelenden geneesheer Ingevulde aanvrage-
formulier tot uitkeering, cn ingeval van overlijden, van
de doodactc, kan de belanghebbends aanspraak maken
op dc behandeling zijner vordering. De overgelegde
stukken blijven het eigendom van „Haarlem's Dag
blad". De kosten der geéiscble verklaringen komen tea
laste van dengene, die de uitkeering aanvraagt.
Alle bedragen, die krachtens deze verzekering ver
schuldigd zijn, zullen betaalbaar zijn ten kantore vaa
„Haarlem's Dagblad", slccbts na ontvangst van eene
door de(n) rechthcbbende(n) geteekende quitantic,
terwijl de verzekering bij uitbetaling van een bedrag
van meer dan twee honderd en vijftig gulden zal ver-
vallen.
Van geen som, die verschuldigd ls, zal Interest be
taald worden, ook niet in gevallen, waarin die ander»
volgens de wet verschuldigd zou zijn; terwijl de ver
plichting tot uitbetaling van eeoig bedrag ophoudt,
wanneer bet niet binnen een maand nadat bet is toe
gestaan geworden, is ingevorderd.
Art. 7. Alle geschillen uit de voorwaarden voort
vloeiende. zullen beslist worden door drie scheidslieden,
Nederlanders, bij onverdeelde keuze door partijen te
benoemen. Bij weigering of bij gebreke van overeen-
stemming geschiedt de benoeming der drie scheids*
liedcu door den Kantonrechter te Haarlem.
Partijen zijn aan de uitspraak der scheidslieden onder
worpen als aan een vonnis in het hoogste ressort en
zullen elk haar eigen kosten dragen benevens de helft
van het honorarium der scheidslieden.
Art. 8. Bezwaring of vervreemding van dc rechten,
voor een geabonneerde uit deze verzekering voort
vloeiende, beclt geen rechtsgevolg. Alzoo zal het ont
vangbewijs van den verzekerde ot, bij overlijden, van
de echtrenoote ot erfgenamen van den verzekerde in
ieder geval volledige kwijting ten gevolge hebben.
Met bet oog op de vaststelling der identiteit van den
verzekerde, moet deze bij elke verandering van woon
plaats, beroep of naam. hetzij door huwelijk ot anders
zins. daarvan ten spoedigste opgave doen aan de
Directie van „Haarlem's Dagblad" te Haarlem.