TWEEDE KAMER. GRATIS ONGEVALLEN VERZEKERING VAN HAARLEM'S DAGBLAD FLITSEN VERZEKERINGSVOORWAARDEN. FEUILLETON. Het hysterie van Heath Hover HAARLEM'S DAGBLAD WOENSDAG 5 DEC. 1928 4 December. Critiek op den minister van Onderwijs. Wat er had moeten komen aan ontwerpen. Onderwijs in het Friesch. De nieuwe spelling. VAN HAARLEM'S DAGBLAD No. 1359 BONBONS PRESENTEEREN Moeder vraagt of Jan tje den gasten even bon bons wil presenteeren Jantje informeert fluis.- I tonend of hij er zelf ook een mag of twee I waarom niet meer dan I een gaat rond intusschen zorgvuldig sijn eigen keuze stellend op een groote bonbon met nougat mevrouw Kommer neemt een kleintje met een amandel erop kijkt belangstellend naar herinnert zich dat tante ziet hoe tante de groote trekt zich terug om de mevrouw v. Stuiteren die bedankt begrijp; niet dat er zulke men- schen zijn Martha van nougat houdit en probeert haar aandacht te vestigen op wat anders met nougat neemt, die hij zelf had uitgekozen op-een=Tia ..grootste zoeken (Nadruk verbodenJ Van een nieuw tooneelstuk spreekt *nen wel als krijgende „geen goede pers". In de spreekwijze voortgaande moet men zeggen, dat de ministers, wier be grootingen in deze week behandeld zul len worden „geen goede Kamer" hebben de heeren v. d- Vegte en Waszink. Maar er is tocli onderscheid. Wanneer men mr. v. d. Vegte critiseert met den wanhoplgen uitroep: „laat maar alle hope varen", dan is de critiek scherp, omdat men weet, dat mr. v. d. Vegte zoowel volgens zijn gezondheid als zijn intellec- tueele en karakter-eigenschappen in staat is om een departement te lelden. Maar wanneer men critiek heeft op mr. Waszink en die critiek was niet malsch! dan vergeet toch b.v. mr. Oud niet,.dat mr. Waszink nimmer ge dacht heeft minister te zullen worden, dat hij In politieke kringen niet thuis was, dat hij maanden en maanden lang zijn functie wegens ziekte niet heeft kunnen waarnemen: er is iets persoonlijk-vriendelijks in de critiek. De critiek was niet malsch! De heer Albarda sprak van traagheid bij den minister om iets te doen. Wanneer hij nog iets deed t.a.v. den leerplicht dan was het onder den drang van de Ka- merDe heer Oud zag den minister, „als voor zijn taak in geen enkel opzicht be rekend". De heer Duymaer van Twist maar de generaal ging in zijn veront waardiging over de schreef sprak van ..onwellevendheid, als nog nooit in de Kamer voorgekomen", van onbetame lijkheidomdat de minister des gene raals breedvoerige nota over de oprich ting van een leerstoel in de Homoeopa thic beantwoord had met een verwijzing naar adviezen ter griffie van hocg-we- tensch appelijke colleges. De heeren Zljl- stra, Tilanus en Moller die den mi nister toch nog wel voor goede dingen dankten, hadden ook critiek.De laatste sprak, evenals de heeren Oud en Al barda over den invloed van den minister van Financiën op dien van Onderwijs.Zy zagen dien invloed als veel te sterk. En spraken het uit, dat wanneer de minis ter, die voor de grootste volksbelangen heeft te zorgen, dien invloed als te sterk gevoelt, hij dan had moeten heengaan, zijn ontslag had moeten nemen. Groote volksbelangen! Wanneer men ging opmaken het lystje van wat men noodzakelijk achtte en wat was uitgebleven, dan kwam men tot een aanzienlijke opsomming. Mej. Westerman was het meest waa-r- deerend. En had weinig wenschen. Zij erkende dat de minister had te rekenen met de zoo hoog noodige zuinigheid. Het bleek, dat de pacificatie veel geld gekost had en mej. Westerman schreef veel van de uitgaven op rekening van de seholensplitsing bij diet bijzonder onderwijs. Hiertegen kwamen natuurlijk de reohtsche afgevaardigden in het ge weer. De heeren Moller en Zijlstra de den letten op de kleine openbare scho len. maar ook op het wetje dat het op richten van overbodige, kleine bijzon dere scholen tegengaat. Het was op nieuw eon grief van mr. Oud, toen hij klaagde over het uitblijven van een wetsontwerp, dat dit wetje, hetwelk elk jaar moet verlengd worden ver-alge- meent tot definitieven vorm. Groote volksbelangen behartigt de minister van Onderwijs. Parallelle klachten. Parallel liepen de wenschen naar een opruimen van den chaos bij het Middelbaar Onderwijs, naar meer der zorg voor de blinden, naar een com missie ter bestudeering van de moge lijkheden voor onderwijs in het Friesch, welke laatste wensoh het allereerst dooi den Fries Albarda werd in het debat geworpen. Maar Dr. Moller vroeg ook zulk een commissie voor het Oost- NederFrankisoh, dat in Limburg wordt gesproken en voor de taal, die in Zeeuwsoh Vlaanderen de huisgezinnen bijeenhoudt. Eensgezind was men ook ten aanzien van maatregelen voor de van soliool gekomen rijpere jeugd. Dc- heer Tilanus wil hier alleen subsidie schenken aan vereenig in gen, die dergelijke scholen en cursussen willen slachten en onderhouden, financieel gelijkstelling vraagt hij hier niet. De heer Albarda voerde een warm pleidooi voor uitzetting van het onder wijs. omdat de vermeerdering van ken nis den arbeiders, bij het steeds voort gaand mechaniseeren en tayloriseeren van het bedrijfsleven, in de avonduren tot geestelijk leven kan brengen. De heer Moller verdedigde de nieuwe spelling en verwierp de meening, alsof <ie nieuwe spelling fouten zou willen goed praten. Hij kan er maar niet mede instemmen, dat de regeering de spelling van de Vries en te Winkel wil aanhou- (Een verhaal van duistere krachten) uit het Engelsch van BERTRAM MITFORD 41) Wil ik je eens wat zeggen. Helston, zei een van de beide mannen. Dit is geen weg om in den regentijd te ge bruiken. Het water zal hier als door oen buis doorschieten. Ik ben al een of ■tweemaal ternauwernood aan den dood ontsnapt op een dergelijke plaats. Ja. er is heel duidelijk een hooge waterlijn. De andere volgde zijn opwaartschen blik. Er was niet meer te zien dan een paar stukjes en wat droeg gras, zeker twintig vcet boven hun hoofd. Genade Helston. wat heb jij een scherp cog! En je bent in dit terrein neg heelemaal onbekend! Ja! Ik heb een scherp oog. zooals je zegt Coaters. voor kleinigheden, ant woordde He'.ston Varne. Ik wilde wel dr.t err. iicele'ooel van de mysteriën, die ik meest en nog moet helpen op helderen niet zoo vcor de hand lager. r.'.i deze gevolgtrekking. En aan den den. „Wanneer hier de dames en hee ren" riep de taalgeleerde Dr. Moller uit „proefwerk moesten maken in de spelling van de Vries en te Winkel, dan zouden zij er niet veel van terecht bren gen". De heer Schaper pleitte voor een middenweg. Mej. Westerman sprak over de open bare school als brengend verdraagzaam heid. Hiertegen merkten Dr. Moller en de heer Zijlstra op, dat christelijke scho len. die geen verdraagzaamheid leeren, noodzakelijke verandering moeten on dergaan. De heer Zijlstra had natuurlijk be zwaar tegen des ministers houding te genover zijn initiatief wetsontwerpje. De heer Tilanus vroeg wegneming van het stopwetje voor het midd. onderwijs en het Nijverheidsonderwijs. Maar dan wilde hij toch ook niet den eisch stel len, dat de regeering maar elke nieuwe school zou moeten subsidieeren: zij moet de koorden van de beurs in handen hou den. De Frlesche kwestie gaf laat op den middag nog aanleiding tot een warm debat. Dat kwam omdat de heer Scha per dien drang naar het Friesch noemde belachelijk en funest. „Men zal er nog toe komen, om in Amsterdam Friesche scholen te stichten" zei hij. Wat ver dienste is er in om het Friesch te hand haven. De heer Schaper noemde dat een Marr.mouth-cultuur, hij sprak van het Friesch als van een antiquiteit en een blamage voor de Volkenbondsgedachte. Hiertegen opponeerden de heeren Bak ker, Leenstra en v. d. Heide, Het Friesch is geen dialect, zeiden zij, het is geen antiquiteit, maar een levende taal. En daarom waard bestudeerd te wor den. Ver wierpen zij de gedachte van zich, dat de menschen van de Friesche taalbeweging zich zouden willen afschei den van Holland. De middag werd besloten met een warm pleidooi voor een wettelijke rege ling van het bewaarschool-onderwijs door mej. Groeneweg. Avondvergadering. De Waterstaat. Geen toezeg gingen, behalve wat de reor ganisatie aangaat. De minister van Waterstaat aan het woord, om 24 sprekers te bedienen: de minister heeft de heeren- een klein beetje vcor het lapje gehouden. Zoo wilde hij gaarne erkennen, dat de heer v. d. Heuvel, wat het koeien-vervoer aangaat, beter op de hoogte was, dan hij. En nu ja, het water is wel de grootste vijand van den mensch, maar aldus do minister „het zou er toch gek uit zien, als er geen water was". Veel toezeggingen deed de minister niet. Haast alles was in overweging.Of in onderzoek Een voorbeeld van beantwoording? De heer Weitkamp klaagde over een „slccm" ministerie. „Ach" antwoordde de minister „er zijn Kamerleden, die zoo hard willen loopen, dat ik 't met mijn lange beenen niet kan bijhouden. Ik hoop. dat de heer Weitkamp het vol gend jaar wat vriendelijker kijkt". De wegneming van tollen? De minister Iaat zich door lawaai niet van de wijs brengen. Ik heb de Muïdertol ook op geruimd. zoncer mil aan lawaai te storen. Maar waarom zoo vroeg hij moet ik nu alles in eens doen? Kan ik in enkele jaren wegr.rmen. wat hon derden jaren heeft bestaan? Eerst moet de wegen wet (reeds ingediend) worden aangenomen, dan kunnen de tollen systematisch worden opgeruimd. De Kamer sprak over treuzelen de minister betoogde, dac er Uidens zijn bewind heel wat is gedaan. Maar har der werken, dan hard werken, is niet, mogelijk. „Ik kan ook niet tooveren" riep de minister uit. Toen mevr. van ItallieVan Embder. over parallelwegen en natuurschoon sprak, heeft de minister zich afge vraagd wat die rede was: „een rede of een gedicht" en hij was tot de con clusie gekomen: die rede was ook een gedicht Mevr. van Itallie klaagde ook over het onaangenaam vele toeteren hier te lande. De minister zal de rede aan de desbetreffende commissie overleggen. Het autobus-vraagstuk achtte de mi nister var. zijn kant zeer soepel be handeld. Sprekend waren wel zijn cijfers Van 3C0 beroepen had hij in 21 geval len het advies van den Raad van State gevolgd. Van deze 21 gevallen waren er 7 overeenkomstig de uitspraken van de Gedeputeerde Staten. Dit alles om te anderen kant wou ik dat ook weer niet, omdat er dan niets sportiefs meer aan zou zijn. Maa.r wat ik zeggen wou, er komt wat aan don anderen kant aan. We zullen het zoo dadelijk zien; ik hoop maar niet, dat. het een troep van die beroerde lastkameelen zijn, want dan weet de hemel alleen, hoe we elkaar zullen moeten passeeren. Wat zeg je? Wel. Je oor schijnt al even scherp te zijn als Je oog. Ik heb nog niets gehoord. Nee. dat dacht ik wel. En -toen, na een minuut stilte: ach, ja, het zijn kameelen. Nu werden de geluiden duidelijk hoor baar. de klank van diepe stemmen en het ratelen van de rol'ende steenen en weldra kwam om den bccht van den weg een karakteristieke en schilderach tige groeo in het gezicht. Het waren een tien of twaalftal man nen. De aanvoerder van den troep be reed een moeien kameel, maar de overi gen waren te voet. Een tweede kameel, met bagage beladen, sloot den stoet. Het waren forsche, koperkleurige man nen met scherpe profielen, gitzwarte baarden en gitzwarte haarlokken over beide schouders. Ze waren gekleed in losse witte gewaden en op het hoofd droegen ze groete witte tulbanden, ge wonden om de kegelvormige „kuita" en ze waren gewapend met de onvermij delijke vlijmscherpe „Tulwar", terwü'- bestrUden het klagen over 's ministers gebrek aan onbewogenheid. Over het Amsterdam—Rijn-kanaal, zeide de minister niets, nu het wets ontwerp ln aantocht is. De reorganisatie van den Waterstaat is nu toch heusch in aantocht. De minister deelde mede, dat hij een di recteur-generaal zal benoemen, die hem ten spoedigste over de reorganisatie van den Waterstaat zal hebben te adviseeren, die zelve voor de reorganisatie moet ge voelen en aan wiens advies de minister zeer veel, zelfs doorslaande waarde za. hechten. De artikelen-behandeling leverde ook niets op. danoverwegen. De afdeeling „Waterstaat" van de be grooting werd precies te middernach: afgehandeld. De Eerste Kamer nam vanavond zon der slag of stoot een aantal kleine ont- werpjes aan. die in de laatste weken de Tweede Kamer had doorgehamerd. Daarbij hoorde het ontwerp tot het weren van de kersenvlieg bij invoer. Ook onteigeningen vcvr verbetering van den Rijksweg van de Haagsche Schouw naar de Noord-Hollandsche grens. INTIMUS. INGEZONDEN MEDEDEELINGEN a 60 cent* per regel. Stofzuigerhuis MAERTENS BAR TEL JORIS STRAAT 16 TELEFOON NO. 10756 Apex Eleclrische Waschmachines f 275. DE ROOFMOORD TE ROTTERDAM. DIEFSTAL NIET HET MOTIEF VAN DE MISDAAD? Het onderzoek naar den moord op den heer Lans te Rotterdam, dat door de politie met onverminderde kracht wordt voortgezet, schijnt thans inderdaad tot een spoedig resultaat te zullen leiden, schrijft de Tel. Gisterenmorgen heeft een langdurige bespreking plaatsgevonden tusschen den Officier van Justitie en de leiders van. het onderzoek, commissaris Dijkstra en inspecteur Hermans. Als resultaat van deze bespreking zijn belangrijke besluiten genomen en het is niet uitgesloten, dat als gevolg daarvan binnenkort een arrestatie geschieden zal. Er zijn verschillende gegevens, die nog onderzocht moeten worden, hetgeen gisterenmiddag zou gesclrieden. Het wordt meer en meer waarschijnlijk, dat deze oplossing een geheel andere zal zijn, dan aanvankelijk verwacht werd. Meer en meer heeft bij de politie, vol gens het blad, het vermoeden post ge vat, dat men hier met een moord om nog andere beweegredenen te doen heeft, dan uitsluitend het stelen van geld. Het wegnemen van dit geld, zou, in dien dit vermoeden juist bleek te zijn, dan alleen geschied zün, om de ware beweegredenen te camoufleeren en de politie op een dwaalspoor te leiden. SPITSBERGEN. Zoo bekend wordt deze archipel, wel ke, voor een deel boven den tachtigsten Noorder breedtegraad ligt, door vier groote eilanden gevormd, die hem onge veer den vorm van een onregelmatigen vierhoek geven. Van deze vier wordt eigenlijk alleen het groote West-Spits bergen bewoond, ornaat het steenkolen- lagen heeft. Aan zijn Westkust bevindt zich de Kings-Bay. Als een schildwacht staat aan den N-.-ord-Westhoek van West-Spitsbergen, het treurige beroem de Deneneiland, vanwaar men het oog heeft op de geweldige ijsvelden van de Fooizee. die zich in onafzienbare wijten naar het Noorden uitstrekken. •Van het Deneneiland steeg den llen Juli 1897 de „Adelaar" op. de luchtbal lon. waarmede de ongelukkige Zweed André de Noordpool hoopte te berei ken. Van dit oog en te. ik is het lot van den koenen luchtreiziger een geheim geble ven en zal het eeuwig blijven. Door de z.g.n. Oxfordexpeditie werd ongeveer ze ven jaar bewezen, dat het binneneiland van dit greote Westelijk eiland tegen het vermoeden van de wetenschappelijke mannen in. niet volkomen met ijs is be dekt, zooals dit met Groenland het ge val is. Hoe het er uitziet in het binnen ste gedeelte van Noord-Ocstland. het grootste eiland na het Westelijke en waartegenover het in den laatsten tijd zoo vaak genoemde Foyn-eiland ligt, weet niemand. Men kent slechts en dan slechts heel weinig de randen van deze troostlooze, geheel verlaten landen, welke door de Hinlopensstraat van West-Spitsbergen Is gescheiden. Zoo als reeds uit zijn naam valt op te ma ken, ls Spitsbergen een bergachtig land. door zeven zeer groote fjorden op bui tengewoon zonderlinge wijze doorsneden. Als hoogste punt geldt de ietwat 1800 Meter hooge Newton-top. twee of drie van hen ook geweren had den. Toen ze de blanken in het oog kregen, maakten ze halt, en hun gezichten druk ten aillerminst vriendschappelijke ge voelens uit. Eerder achterdocht en een (combinatie van godsdienst-afkeer en rassenhaat. Hoe ter wereld moeten we elkaar nu voorbij en wie van ons zal het eerst cp zij moeten gaan? overpeinsde Coates op* zachten toon. Helston zei niets. Hy was geheel in beslag genomen door het boeiende exoti sche tafereel. Salaam, Broeders! zei Coates in de Hlndce-taal. Deze „tangi" is wel wat al te smal voor twee troepen. Ls er op den weg dien gy hebt afgelegd op kor ten afstand geen plek. waar het wat breeder is? De vijandelijke uitdrukking op d? bruine gezichten scheen nog toe te nemen. Of op den vreg dien gij afkomt' klonk het uit meer dan één mond Maar de man op den kameel zei niets, misschien omdat hij de taal van be dienden. van slaven niet verstond, of. cmdat hij om zijn waardigheid op te houden, deed, alsof dit het geval was. Maar hij zag er niet inschikkelijk uit. Er was maar juist krap aan ruimte om elkaar te passeeren en dan nog al leen maar als een der partijen een heel Elke weekabonné Tan Haarlem's Dagblad is, zoo lang zijn abonnement duurt, dit blad verschijnt en de Directie van „Haarlem'sDagblad" de verzekering doet duren, verzekerd tegen de geldelijke gevolgen van onge vallen, op de volgende voorwaarden: Artikel z. Als verzekerden worden beschouwd alle per week betalende geabonneerdendie aan de volgende vereisebten voldoen a. gedurende minstens twee weken als geabonneerde in de registers van „Haarlem's Dagblad" z:jn Ingeschreven j b. tusschen i3 en 60 jaar oud zijn; c. niet lijden aan ziekten of gebreken, welke voor hen het gevaar voor ongevallen vcrgroolen, en volkomen het gebruik hebben van buone lede maten en zintuigen. Art. s. Ooder ongeluk, als ln deze voorwaarden bedeeld, wordt verstaan de uitsluitende cn reebt- strceksche oorzaak van een lichamelijk letsel (waar onder ook te water geraken verstaan wordt), den ver zekerde, onafhankelijk van rijn eigen wil overkomen, en waarvan bet bewijs geleverd worde dat zulks door van buiten af toegebracht geweid werd veroorzaakt, met het gevolg hierna In Artikel 3 aangeduid. Art. 3. De uitkecrlngen bedragen: 600 GULDEN, indien bet ongeluk (vallende binnen de grenzen van de voorwaarden) de ecnige cn rechlstrecksche oorzaak is van de levenslange on geschiktheid van den verzekerde, waaronder be grepen wordt de amputatie van twee ledematen, hetzij beide voeten of beide handen, dan wel één voet en één hand, boven den enkel of den pols, oi onherstelbaar gezichtsverlies uit beide oogen (totale blindheid), eeu en ander binnen tien dagen na den datum van bet ongeval; 600 GULDEN, indien het ongeluk (vallende binnen de grenzen van de voorwaarden) de ecnige en recht- streeksche oorzaak is van den dood van deu ver zekerden geabonneerde, hetzij onmiddellijk of uiterlijk binnen driemaal 14 uren na het ongeval; 400 GULDEN, indien het ongeluk (vallende binnen de grenzen van de voorwaarden) de eenige en rechl- strceksche oorzaak is van de amputatie van écu hand of één voet boven den pols of enkel, of van het onherstelbaar gezichtsverlies uit één oog (totale blindheid van dat oog), een en ander bin nen xo dagen na den datum van het ongeval; 230 GULDEN, indien bet ongeluk (vallende binnen de grenzen van de voorwaarden) de eenige en recht- streeksche oorzaak is van de amputatie van beide leden van een duim, binnen tien dagen na den datura van het ongeval; 150 GULDEN, indien het ongeluk (vallende blnDen de grenzen van de voorwaarden) de eenige en reebt- streeksche oorzaak is van de amputatie vau alle leden van een wijsvinger binnen tien dageo Da den datum van bet ongeval; 50 GULDEN, indien het ongeluk (vallende biunen de greuzen van de voorwaarden), de eenige en reebt- st.-eeksrhe oorzaak is van de amputatie van alle leden van een anderen vinger, binnen tien dagen na den datum van het ongeval; 100 GULDEN, indien het ongeluk (vallende binnen de grenzen van de voorwaarden) de eenige en recht- slreeksche oorzaak is van dc breuk van een boven- en/of onderarm of van de breuk van een boven- en'of onderbeen; terwijl onverminderd dc bepaling der voorlaatste alinea van artikel 6, krachtens deze verzekering ulle ultkecringen op het hoofd van één persoon verzekerd en om welke redenen ook te doen, te zanten nooit meer dan f 600.kunnen bedragen, onder bepaling, dat ingeval reeds bij het plaats grijpen van een ongeluk, dc bovcugcnocmclc ledematen van bet lichaam mochten worden gescheidendoor snijding, wringing, scheuring, knelling, als anderszins, dat verlies met amputatie zal worden gelijkgesteld. Verder onder bepaling, dat het verlies van vóór bet ongeluk reeds onbruikbare, gebrekkige of verminkte ledematen geen aanspraak geeft op, en niet Id aan merking komt bij overlijden. Hetzelfde geldt voor het geval dat reeds vóór het ongeluk ledematen gemist Heeft een ongeval het verlies van meerdere vingers van een band tengevolge, dan gaat de volle te verleenen uitkeering in geen geval het bedrag te boven dat voor het verlies van de gebeele band is vastgesteld. eind de helling opscharrelde. Maar Varne Coates, resident van Barhnager, tijdelijk met verlof in de grensstad. Ma- sa ran voor de Makhor-jacht, was een opvliegend maai en het strookte vooral niet met zyn opvattingen om voor in boorlingen het veld te ruimen, wie ze dan toch ook zijn mochten. En nu zag het er in alle ernst naar uit. alsof hij daar toch toe zou moeten komen. Kom eens hier, Gholan Ali, riep hy over zijn schouder tegen den syce. Kom eens met die lui praten. Het lijkt wel, cf ze mij niet verstaan. De man kwam naar voren en het ontging Helston niet. dat zyn stem, terwijl hij praatte, eerbiedig, om niet te zeggen, onderdanig klonk. Het gelaat van den ruiter was strak als een masker. Hy sprak met diepe stem een paar woor den in het Pushtu. Heer, het in de „sirdar" van Gu- larzai, vertaalde de syce. Zijn naam is Allah-din-Khan. Hy kent den Heer niet en dit ls zijn land. De Heer. zegt hij. behoort niet tot dit gouvernement, maar is een vreemdeling. Verder naar beneden den „tangi" terug, is een uitwijkplaats, waar we elkaar gemakkelijk voorbij kunnen. Dat zij, die het dal opkomen, plaats maken voor hen die het dal af komen. zijn woorden van dsn Sirdar! Helston merkte dat zijn neef op het punt was in woede uit ie barsten en hij was zich bewust, dai de toestand 1 Eén ongeval geeft nimmer recht op meer dan één 1 uitkcerir.g, met dien verstande, dat indien hetzelfde ongeval zoowel breuk als verlies van een boven- of ouderarm of been, tengevolge beeft, de uitkeeriDg voor verlies zal worden verleend. critiek was. Hij zag ook, dat de uit drukking op de bruine gezichten tegen over hem er een van woeste vastbera denheid was. maar er lag niets beleedi- gends of uitdagends in. Dat. scheen een mogelijkheid in te houden de situa/tie te redden. Zyn vlugge geest zag een uit weg. Het was wel een grappige uit weg, maar het was er toch een. Kijks eens hier, Gholan Ali, zei hij in het hindustani, dat hij volkomen meester was, wanneer wy sportlieden een meeningsvercchil hebben, gooien we een munt in de lucht en spreken af dat de beslissing ervan zal afhangen, of de beeltenis van den koning naar boven ligt of niet. De Gularzai's zyn sport- menschen evenals wy. Dus zullen we erom dobbelen, wie uit den weg zal gaan. Hij haalde een Toepy te voorschijn en bestudeerde het gezicht van het opper hoofd, toen hem het voorstel gedaan werd. De ander knikte even en sprak een paar woorden tot zijn volgelingen. Die drongen naar voren. Wat zegt de Sirdar? vroeg Helston. De beeltenis van den Koning of de an dere munt? De beeltenis van den koning, was het antwoord Gord! Laat een van hen het munt stuk opgooien! zei Helston. Een rijzige man met een haviksneus kwam naar voren, nam de roepij aan Gedurende den termijn, waarin de verzekerde lijdende is aan de gevolgen van eea ongeluk, ral de verzekering tijdelijk buiten kracht lijn met betrekking tot elk nieuw ongeluk, dat den verzekerde mocht treffen. en gooide hem op. Het muntstuk kwam met een helderen zilverklank neer. sprong nog eens op en bleef liggen. De beeltenis des kenings lag onder. -— Munt! Wij hebben gewonnen, zei Helston opkijkend. Maar als ze liever twee tegen drie doen, doen we het nog eens over. Maar de Sirdar schudde het hoofd. Het is een kinderspelletje, zei hij maareen proef is een proef en een woord een woord! Daar houden we ons aan! En tot groote geruststelling van ten minste twee van de tegenpartij, wendde hij zijn kameel en ging terug, den „tangi" op. gevolgd dcor zyn mannen. Wel, de drommel zal my haten! was alles wat Coates kon uitbrengen. Nee. dat zaJ hij niet, hoop ik. Maar uit dit perikel zyn we verlost! antwoordde zyn neef kalmpjes. Maar het was wel een mal geval nietwaar? Stel je voor dat je cm het recht van den weg gaat dobbelen, midden Ir. den schoot de: aarde, cm zoo maar eer.s te zeggen! In elk geval is Allah-din Khan een sportief man. Denk je dat? Schort je oordeel nor even op. je bent hem nog riet voorbij! Het antwoord hield een waarschuwing in. die ir. de gegeven omstandigheden alles bahalve geruststellend was! XWordt vervolgd.)] Art. 4. De nitkoerlng Ingeval van overlijden ge schiedt aan de echtgenoote, of bij ontstentenis daarvan aan <le erfgenamen van den gedooden abonné. Uitkeoringen wegens verlies van ledematen, vlogers of oogen geschieden aan den abonné zei ven. In geval recht op schadeloosstelling ontstaat, ral de uitkeering geschieden binnen tien dagen nadat de noodige inlichtingen verkregen zijn en het persoon lijk letsel, en de oorzaak en het gevolg daarvan, bewezen zijn ten geuoege der Directie van „Haar lem'9 Dagblad". Art. 5. Kene uitkeering tal niet verschuldigd zijn bij dood of verlies van ledematen 0/ oogen, of breuk van ledematen, direct of indirect, veroorzaakt: a. door eenige ziekte, kwaal of voorbeschiktbcid van den verzekerde; b. door eenige heelkundige operatie of door uitputting als gevolg daarvan (tenzij die operatie noodzakelijk was wegens letsel, waartegen verzekerd is); c. door cene bevalling of zwangerschap, ook al mocht de dood veroorzaakt zijn door een ongeluk; ■I. door zonnesteek, of terwijl de verzekerde onder den invloed van overprikkeling of somnambulisme was, of door bedwelroeudc dranken of krankzinnigheid minder in staat dan gewoonlijk om zorg voor zich zélvcn te dragen; e. door zelfverminking, zelfmoord of poging daartoe, hetzij willekeurig of niet, onverschillig of de ge abonneerde al dan niet goed bij zinnen was; in duel, of gedurende de voorbereiding tot of deel neming aan wedstrijden of bij vlieg- of luchtvaart- tochten, of bij baden, zwemmen, automobielrijden, motorwiclrijden of wielrijden; g. door grove nalatigheid of grove onvoorzichtigheid, of door vechten, of aanvallen tegen den persoon van verzekerde, of in buitenlandschen oorlog of binnen- Inndschc beroerten. Het verdwijnen, verdrinken of door gas of gassen verstikken van den verzekerde wordt ten opzichte van deze verzekering aangemerkt als te zijn veroorzaakt door grove nalatigheid of grove onvoorzichtigheid, tenzij ten genoege van de Directie van Haarlem 's Dag blad bet bcwiis van het tegendeel wordt bijgebracht. De verzekering geldt echter wel voorgevallen waarbij het ongeluk veroorzaakt werd tengevolge van recht- matice zelfverdediging, of wel bij poging tot redding van personen, of tot afwending van dreigende gevaren. Onder bepaling, dat indien een abonné in staat van krankzinnigheid of verstandsverbijstering zal raken, of zich buiten Europa mocht begeven (behalve indien hij van ecne Enropeesche haven naar een andere Euro- pcesche haven reist in een schip met vast dek in tijd van vrede) of indien hij zicb in krijgsdienst te land of Ie water begeeft en evenzeer van den dag af waarop hij ophoudt zijn abonnementsprijs van Haarlem's Dagblad tc betalen of deze courant ophoudt te verschijnen, of de Directie van Haarlem's Dagblad de verzekering doet eindigen, alsdan deze verzekering voor hem geheel zal vervallen en krachteloos worden. Van de verzekering rijn uitdrukkelijk uitgesloten: allen die zich met de bereiding, het verwerken of.proef nemingen met buskruit, schietkatoen, nitroglycerine, dynamiet, napbta, acetylcengas. of andere lieht- ontplofbato of licht-ontvlambare stoffen bezig houden, of daarbij desbewust tegenwoordig zijn. Evenmin geldt deze verzekering voor mijnwerkers, acrobaten, circusrijders en dergclïjken. Zeevisschers. zeevarenden en personeel van den Loondienst zijl) in de verzekering begrepen, co wel, wat betreft ongevallen aan den wal, voor alle uitkce- ringen. Verlies van ledematen wordt ook aan boord gedekt, doch op uitkeering bij overlijden kan voor hen uitsluitend aanspraak worden gemaakt indien het onceval dat bet overlijden tengevolge heeft, aan den wal plaats had. Indien de gevolgen van een ongeluk door ziekelijke omstandigheden, waarin de verzekerde verkeerde op het oogenblik dat het ongeval plaats bad, vergroot worden, wordt eventueel geen hooge^ schadeloosstel ling betaald, dan die, welke volgens net oordeel van den geneeskundigen adviseur van Haarlem's Dag blad" zonde hebben moeien zijn uitgekeerd aan een norinaai persoon door hetzelfde ongeluk getroffen. j Art. 6. Ingeval een geabonneerde een ongeluk over- komt moeten in alle gevallen alle bijzonderheden daaromtrent en omtrent het bekomen letsel, zoo spoedig mogelijk schriftelijk gemeld worden aan de Directie vaa Haarlem'sDagblad "teHaarlem enlsdlenxoodanloe kennisgeving niet binnen driemaal 24 uur na het ongeluk Is geschied, don zal geenerlel uitkeering verschuldigd zijn. Indien de getroffene zeevarende Is, moet de kennis, geving van bet overlijden geschieden binnen drie dage» ua het bekend worden van bet ongeluk aan de belang* hebbenden. Zoo spoedig mogelijk na het ongeluk, moet de hnlp van een bevoegd geneeskundige worden ingeroepen en de verzekerde is gehouden onder geneeskundige behan deling te blijven en do voorschriften van den geneesheer onafgebroken op tc volgen totdat bij volkomen hersteld ls. In leder geval moet den geneesheer van „Haarlem'» Dagblad" toegestaan worden den verwonde te onder, zoeken wanneer en zoo dikwijls zulks billijkerwijze geéischt kan worden, en „Haarlem's Dagblad" heeft eveneens vrijheid om zoodanige genees- en heelkundige hulp tc verstrekken als het noodig acht. Jilk bewijs hetwelk de Directie van „Haarlem's Dagblad" van tijd tot tijd zou kunnen eischen betref, fende ecnig ongeluk of verwonding op grond waarvan; een eisch werd ingesteld, zal haar zoo spoedig mogelijk nadat hiertoe het schriftelijk verzoek gedaan werd, gegeven moeten worden. Ingeval van cenig ongeluk met doodelijkea afloop moet biervan aan dc Directie van Haarlem's Dagblad te Haarlem schriftelijk worden kennis gegeven, on. middellijk nadat het ongeluk aan belanghebbendea bekend zal zijn geworden. Het niet nakomen van een of meer der ha dit artikel genoemde verplichtingen, zal elke aanspraak op uit* keeriug voor belanghebbenden verloren doen gaan. Alleen na overlegging van het nauwkeurig door hem en den behandelenden geneesheer Ingevulde aanvrage- formulier tot uitkeering, cn ingeval van overlijden, van de doodactc, kan de belanghebbends aanspraak maken op dc behandeling zijner vordering. De overgelegde stukken blijven het eigendom van „Haarlem's Dag blad". De kosten der geéiscble verklaringen komen tea laste van dengene, die de uitkeering aanvraagt. Alle bedragen, die krachtens deze verzekering ver schuldigd zijn, zullen betaalbaar zijn ten kantore vaa „Haarlem's Dagblad", slccbts na ontvangst van eene door de(n) rechthcbbende(n) geteekende quitantic, terwijl de verzekering bij uitbetaling van een bedrag van meer dan twee honderd en vijftig gulden zal ver- vallen. Van geen som, die verschuldigd ls, zal Interest be taald worden, ook niet in gevallen, waarin die ander» volgens de wet verschuldigd zou zijn; terwijl de ver plichting tot uitbetaling van eeoig bedrag ophoudt, wanneer bet niet binnen een maand nadat bet is toe gestaan geworden, is ingevorderd. Art. 7. Alle geschillen uit de voorwaarden voort vloeiende. zullen beslist worden door drie scheidslieden, Nederlanders, bij onverdeelde keuze door partijen te benoemen. Bij weigering of bij gebreke van overeen- stemming geschiedt de benoeming der drie scheids* liedcu door den Kantonrechter te Haarlem. Partijen zijn aan de uitspraak der scheidslieden onder worpen als aan een vonnis in het hoogste ressort en zullen elk haar eigen kosten dragen benevens de helft van het honorarium der scheidslieden. Art. 8. Bezwaring of vervreemding van dc rechten, voor een geabonneerde uit deze verzekering voort vloeiende, beclt geen rechtsgevolg. Alzoo zal het ont vangbewijs van den verzekerde ot, bij overlijden, van de echtrenoote ot erfgenamen van den verzekerde in ieder geval volledige kwijting ten gevolge hebben. Met bet oog op de vaststelling der identiteit van den verzekerde, moet deze bij elke verandering van woon plaats, beroep of naam. hetzij door huwelijk ot anders zins. daarvan ten spoedigste opgave doen aan de Directie van „Haarlem's Dagblad" te Haarlem.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1928 | | pagina 6