X - JLOVEt HA/m FM'S DAGBLAD H. D. VERTELLINGEN BURGERLIJKE STAND MARKTNIEUWS. HET BEHEER VAN DE VISSCHERSHAVEN TE IJMUIDEN, DE NIEUWE DRANKWET FEUILLETON Anthony Marston Dolende Ridder WOENSDAG 5 DEC. 1928 DERDE BLAD (Nadruk verboden; auteursrecht voorbehouden.) Overproductie door VAND. ('n Sinterklaasvertelling.) „Hallo! Wat zeg je? Je lijkt wel ra zend, om dat nou juist aan mij te vra gen! Hoe kom je er by, vraag Frits of Kees, maar mij niet 'k moet van dat rare gedoe niets hebben!" „Ach Els, doe t nou, jy hebt voor 'n meisje zoo'n zware stem en je kunt je 'i beste aanstellen". „Nóg iets?" „Ja, Frits en Kees kunnen niet die sinterklazen al ergens anders; jy bent d« eenige van onzen „uitgebreiden" ken nissenkring, in dit gehucht, die over blijft". „•k Begrijp je, Ja, zooiets als; de laat ste stroohalm, of SO.S." „Doe het nou Els, dan ben je een schat". „k Hou niet van schatten, of 't moet met geld te maken hebben". „Grappig ben je". „Jij zal nog zoo grappig zijn, als je centenloos bent, vlak voor sint, als je bovendien in een gat als dit woont, een uitgebreiden kennissenkring hebt. „En ook nog last hebt van een lichte ihersenverweeking". „Dat slaat nou weer als wijlen de kanariepiet van Hans Martin als een tang op Dirk, die was óók van ijzer". „Wie, Dirk?" „Nee, die lantaarnpaal. Ben je soms bezig aan de „vlotte dialoog" .van een modern tooneelstuk, Mad, of hang je aan de telephoon? Zit je er soms bij, wacht dan even, dan haa-1 ik ook een stoel en kunnen we door babbelen". „Je wordt beslist onhebbelijk". „En oud ja, ik weet het, maar dat is 's menschen lot. In ieder geval, m'n lieve vriendin, moeder van drie bloeien van kinderen, die allemaal nog aan Sinterklaas gelooven, ik ben in een, wat de telephoonjuffrouw zou noemen; R(udolf), OCtto), Tiante) stemming, k. heb de P(troleum), E(lectriciteit), S(teenkool), T(ricot) in en kom, niet als Sinterklaas je kleinen vermaken. Bo vendien zou ik niet weten, waar ik *t geld vandaan moest halen, om het snuit- werk van een eventueelen zwarten Piet van chocolade te voorzien!" De moeder van de drie kinderen, aan den anderen kant van de lijn vond den knecht niet noodig, en anders wat roet, dat ging toch óók? Maar de Sinterklaas in spé meende roet genoeg in 't eten te gooien, door niet te komen en belde af. Clrineezen, da's moderne opvoeding, dat laat de kinderen gelooven aan Sin terklaas. Die man is al zoo lang dood. Dat noem je de macht, die strekt tot over 't graf! Mad is toch overigens verstandig, maar dit, en dan haar te wagen, net nou ze geen sou had, stom van d'r, ze wist 't toch! Maar misschien dacht ze er haar een plezier mee te doen! Mooi plezier, ver draaid, als jezelf niets had'om te geven, als je al die menschen zag, die voor elkaar leuke dingen hadden! Zij zeker, erbij zitten en krijgen van den over vloed en niets kunnen terug doen! Nee, 't was maar goed geweest dat- ze botweg iedere Sint-viering geweigerd Jiad! Toch wel jammer voor de jongens, ze zouden er zich zoo op verheugd heb ben. Enfin, dan moest Mad maar 't leugen tje verzinnen, dat de oude man den trein gemist had. 't Was natuurlijk een foef van Mad geweest om op 'n slimme manier haar arme sloeber, toch op hun feest te krijgen en haar te overladen met cadeaux. Ze wilde niet klaploopen! En dan die aanstellerij: voor Sint spelen. Ze zag zich al met een baard! Ze had nog al dat verkleed goed in haar kast. Uit den tyd neg, dat Vader vcor hen als Sint optrad! 't Was toch altijd wel eenig, ze zou 't eens voor den dag halen! Ze deed haar kast open.... Vroolijk kwamen de hoog opgestapel de doozen haar begroeten. Blij, dat ze een uitweg zagen uit hun nauwe begrenzing van de kast, waarin alles opgepropt lag, stortten ze zich op Els. Ze vielen open. en lintjes en stukken kant daalden neer op haar, als was ze Lindbergh zelf die met confetti werd be strooid! Een regen van knoopjes, spelden en naalden verborg zich in haar bobbed hair en verspreidde zich over den grond. Wild sloeg ze de deur weer dicht en door -den slag gingen nog meer lappen en doozen ten gronde en weigerde de deur zich te sluiten. Als 'n getergde leeuw zonk ze tus- schen de ruïne, als toonbeeld van el lende. „Hoe komt die rommel erbij om op 'n oogenblik, dat je haast niet kan van er gernis, je kamer tot zóó'n stal te maken? En 't ergste is, als je weet dat zooiets je eigen schuld is, dat je deze aardbe ving had kunnen voorkomen door 'n „beurt." Maar wiè denkt er aan 'n beurt zoo lang de kastdeur elles veilig verbergt? Veilig, tot opu zekere hoogte, want had niet eens, een fijngevoelige, peada- gogisch aangelegde vriendin, haar kast „per ongeluk" opengedaan, op T. oogenblik dat er veel vrienden waren, „tot leerlngh en de vermaeck". En dat alléén, omdat zy (Els) toen oreerde over „netheid, een vrouwelijke deugd"? Met 'n argeloos; ,,'k dacht, dat hier je kopjes in stonden had de vriendin ge poogd de deur weer in 'n normalen stand te forceeren. Dat was natuurlijk niet gelukt, en de heele vriendenschaar had geholpen, 't onheil te herstellen. 't Was min geweest, dim, en deze „gentle hint" had géén opvoedkundige waarde gehad. Als 'n martelares begon ze de knoop jes en haakjes en kluwtjes wol en draadjes en lapjes en weer knoopjes en lintjes en stukken kant te sorteeren en in de doozen te leggen. „lederen dag, in alle opzichten ga ik vooruit" couéede ze „en over 20 jaar- kan ik al m'n kasten opendoen zónder dat het noodig is, dat ik een helm draag." En ze ruimde op en vond dingen, waarvan ze 't bestaan niet meer wist. Toen kreeg ze de geest, van die rom meltjes zou ze leuke dingen kunnen maken voor Mad en de kinders. Die overvloed van nutteloosheden kon ze omtooveren tot Sinterklaas cadeaux. En tien minuten later verknipte ze een ouwe baljurk tot een poppe-dito, frommelde ze lappen ineen tot een bal, waaromheen ze pluche deed. 'N ouwe, rooie vilthoed was nèt groot genoeg voor 'n paar slof jes voor de kleine van Mad. Ze knutselde dozijnen dingetjes bij elkaar en filosofeerde in dien tusschen- tijd over 't nut van rommel bewaren en de opwekkende kracht die uitgaat van opruimen. „Laat 'n doos vallen en je humeur zal er niet op vooruit gaan, bezie de in nerlijke werkelijkhed ivan de dingen en kom weer tot je zelf!" mijmerde ze, ter wijl ze een slappe pop in elkaar prutste voor de baby. Na twee dagen zwoegen had ze 'n mand vol „cadeaux" en plakte ze met 'n gèrust geweten (en lijm) een baard aan. Het lange sleepgewaad van den bis schop zat haar als gegoten en ze liep met haar neus in den wind, vanwege de kamferlucht. Haar rokken optillend, zeulende met de mand, strompelde ze over 't dorp- sche modderpaadje naar het huis van Mad. „Wat zou 't een verrassing zijn, als j de oude man toch kwam". Ze slipte de achterdeur binnen, druk te de cartonnen mijter stevig op 't hoofd en klopte aan de kamerdeur, waarachter de Sinterklaasversjes van de kleintjes klonken. Met 'n milden glimlach op 't gelaat trad ze binnen en staarde in 't even zachte gelaat v&n n even goede, even oude Sint, die Mad nog ergens opge schommeld had. De rest is niet "te beschrijven. Dit was overproductie, en heilige concurrentie. En Mads kinderen vielen, ondanks al les, niet van hun geloof aan Sint, maar gelooven sindsdien aan 't bestaan van twee heiligen, die hun zaligheden bren gen. VELSEN Geboorten: M. v. d. VisVuyst d. C. PuntSmit z. J. C. BreetGroot z. J. M. van Loon—v. Hoef d. S. Tyssen— Boschma z. G. D. van der DuinSwier z. C. Kolk- Steffers d. M. Smitvan Hesselingen z. S. Vriesev. d. Wal d. M. Anepool de Vries d. Q. v. d. ZonOlivier d. E. MantjeCalar.dt- z. Overleden: Johanna de Zwart, 65 j.. Elisabeth Johanna Lagendijk, 4 m.. c. v. G. L. Langendijk; Jacob Gerrit Es- senberg, 3 j., zoon van J. G. Essenberg. HEEMSTEDE Ondertrouwd: J. C. v. Meeuwen en G. Sanders: J. H. Mahler en J. J. Heinhuis. Getrouwd: J. L. Heeremans en D.M. van Rooöen. Bevallen: J. BotbijlBronsema z. M. Medenblik—de Ridder d. F. M. Bontje- Goossens z. J. C. van NesCasterman r. PURMEREND, 4 Dec. COÖP. CENTRALE EIERVEILIN'G Aanvoer: 6132 eendeneieren per 100 f 6.60—f 6.70. 30.034 kippeneieren, per 70 KG. f 11.80. 65—66 KG. f 10.30—f 11.10; 63—64 KG f 10.50—f 10.90; 60—62 KG. f 9.80- f 10.50; 58—59 KG. 9.80—I" 10.20; 56—57 KG. f 8.60—f 9.50; 53—55 KG. f S.10— f 8.80; 50—52 KG. f 6.40—f 7.70; 47—49 f 6.10—f 6.50. Bij Koninklijke Boodschap van 8 Sep tember 1928 werd aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal een ontwerp van wet aangeboden tot aanwijzing van den tak van Rijksdienst, omvattende de Visschershaven te IJmuiden. voor een beheer als bedoeld in artikel 83 de: Comptabiliteitswet. Wat beteekent dit ontwerp en waar mede houdt het verband? De Visschers haven te IJmuiden werd by de wet van 22 Juni 1914 aangewezen als Staatsbe drijf in den zin der wet van 16 Februari 1912, de z.g.n. Bedrijvenwet. Deze laat ste wet komt met 1 Januari 1929 te ver vallen, aangezien in den loop van dit jaar een nieuwe Bedrijvenwet tot stand is gekomen. In het algemeen wordt by die bedrijven vallende onder de Bedrij venwet afgeweken van de regelen waar aan de Ryksbegrooting en de Rijksreke ning zijn onderworpen. Nu wordt in de Bedrijvenwet zelve niet bepaald welke bedrijven onder deze wet vallen, doch dit geschiedt via artikel 83 der Comp tabiliteitswet en zoo gaat dan voor de IJmuiöensche Visschershaven de wet van 22 Juni 1914 vervallen, de oude Be drijvenwet wordt vervangen en het thans ingediende ontwerp brengt dit bedrijf onder de nieuwe Bedrijvenwet. welke met 1 Januari a.s. in werking treedt. De actie, welke van reederszijde in IJmuiden is uitgegaan tegen dit ontwerp van September jl. gaat. dan ook niet tegen dit ontwerp ais zoodanig, doch be paaldelijk tegen artikel 2. Trouwens, een actie tegen het voornemen om dit bedrijf te brengen onder de nieuwe Bedrijven wet ware misplaatst, aangezien het Staatsvisschershavenbedrijf reeds onder de thans vigeerende Bedrijvenwet valt en daartegen geen bezwaren naar voren zijn gebracht. Artikel 2 van het thans ingediende wetsontwerp bepaalt: ..Voor het gebruik van de by het Staatsvisschershavenbe drijf in beheer zijnde Rijkswerken er: -inrichtingen, alsmede voor de door dit bedrijf bewezen diensten, worden ter tegemoetkoming in de kosten van die werken, inrichtingen en diensten ten be hoeve van het bedrijf rechten geheven. Wij behouden ons voor de regeling van d'-e heffingen bij algemeenen maatregel van bestuur vast te stellen". Men lette daarbij vooral op het woord: „worden", voor de woorden: ter tege moetkoming. Waar tegen wordt thans actie gevoerd? tegen het feit. dat. in dien dit ontwerp tot wet verheven zal zijn: ..de havenkommen en de boorden" van de Staatsvisschershaven onderwor pen zullen zijn aan rechten. Van ree derszijde wenscht men dan ook artikel 2 van het wetsontwerp zoo gewijzigd te Zien, dat „de havenkommen en de boor den daarvan uitdrukkelijk zullen zijn uitgezonderd". Het gaat daarbij om een beginsel kwestie en om een kwestie van meer dere of mindere bedrijfslasten. De wet van 22 Juii 1899, houdende afschaffing van de rechten die de Staat heft voor het gebruik van wegen, kanalen, havens, sluizen en bruggen, bepaalt in artikel 1, dat met ingang van 1 Mei 1900 de hef fing van rechten, dié, onder welke be naming ook. door den Staat geheven worden voor het gebruik van wegen, kanalen, havens, sluizen en bruggen af- reschaft wordt. Bij de behandeling van dit ontwerp is wel voldoende komen vas' te staan, dat ook voor de IJmuidensche Visschershaven geen rechten in welker, vorm ook. geheven zullen worden. Wat is er intusschen gebeurd? In IJmuiden is het een gewoonte geworden om vcor het gebruik van de inrichtingen aan oen wal hooge vergoedingen te vragen, die men. ten onrechte, -wel „havengelden" noemt. Deze vergoedingen zyn zoo hoog dat de kosten der inrichtingen, met een renteuitkeering ad 5 pet., daaruit ge dekt kunnen werden en dan nog een bedrag overblijft, hetwelk voor de kos'en verbonden aan de haven, besteed wordt Dat surplus heeft dus het karakter van ..havengeld" en de betaling daarvan is in strijd met het beginsel" van öe wet van 22 Juli 1899. Daartegen komt men van reederszijde in verzet. Het thans in gediende wetsontwerp wil een sanctie verleenen aan een geleidelijk gegroei- der. toestand, die onjuist is. waarbij het wel merkwaardig is tevens vast te leg gen, dat tot nu toe alle in IJmuiden geheven rechten een wettelyken grond slag missen. aangezien deze berusten op Ministerieele beschikkingen, alzoo in strijd zijn met de Grondwet. Hoe staat het verder met de flnan- cieele positie van de Staatsvisschersha ven? Sedert 1908 leverde de exploitatie der inrichtingen aan den wal steeds winst op. welke winsten tusschen 1912 tot en met 1919 zoo hoog waren dat ba- halve de volle kosten voor de haven nog een zeer aanzienlijk bedrag in de schat kist vloeide. De ..vrije haven" is bekos tigd uit de te hooge retributies. Dat de inrichtingen tot stand gebracht, ten be hoeve van reedevs, vischh andelaren en visscherybedryf voor zoover de kosten betreft, voor rekening komen dezer be langhebbenden, is volkomc-n logisch Daarbij dient het dan te blijven, nog daargelaten, dat de IJmuiderhaven geen uitsluitend IJmuidensch object is. Verre van dat. Behalve aanvoeren van in IJmuiden gestationneerde vaartuigen, blijkt uit de officieele cijfers duidelijk, dat deze haven wordt aangedaan door 'n aanzienlijk percentage vreemde sche pen, waaronder eenerziids schepen van andere nationaliteit, doch anderzijds vaartuigen uit ürk. Volendam, Bun schoten. Katwijk enz. Het belang is breeder dan men aanvankelijk zou den ken. Zoo is het ook gesteld met de be- teekenis van het voorzieningsgebied. Al moge IJmuiden een groot percentage visch in ons land afzetten, men vcrlieze niet uit het oog, dat ook ons achterland een groot afzetgebied vormt, Uit dit oogpunt bekeken mag van het Rijk zeer zeker ook gevraagd worden, dat het kos teloos een haven ter beschikking stelt, even goed als datzelfde Ryk kosteloos ter beschikking stelt alle andere wegen en verkeersmiddelen van het Rijk, zoo wel te water, als te land. Artikel 2 van het ingediende wetsont werp zal dan ook gewijzigd moeten wor den. omdat het in strijd is met het. al gemeen geldend beginsel, omdat het niet in overeenstemming is met het al gemeen nationaal belang bij het vissche- riibedrijf betrokken en omdat het voor dit bedrijf onbillijk js en te drukkend. MOLLERUS. Grijpt sterk in het economische leven in. Het Is de bedoeling van de regeering om het nieuwe ontwerp voor een Drank wet zoo spoedig mogelijk en wel in de eerstkomende zittingsperiode van de Tweede Kamer te doen behandelen. Dit ontwerp heeft groote belangstel ling getrokken. Zulks behoeft niemand te verwonderen, als men nagaat, dat dit wetsontwerp diep ingrijpt in het eco nomisch leven van duizenden vergun ninghouders en verlofhouders niet al leen. maar ook van vele winkeliers. Het is niet de bedoeling de huidige Drankwet te wijzigen, doch om eerf ge heel nieuwe wet in het leven te roepen Bij Koninklijke Boodschap van 9 Juni 1927 werd het nieuwe ontwerp voor een Drankwet bij de Tweede Kamer der Staten-Generaal ingediend. Het doel er van is dr.eledig: le. De Drankwet moet op eenige pun ten aan een technische herziening on derworpen worden. 2e. De veranderingen in onze samen leving vorderen noodwendig eenige vcr- ruim-ng van de grondslagen der wet. 3e. Overeenkomstig de toezegging ir. de verklaring door den Kabinetsforma teur in Maart 1926 afgelegd, wordt eer. voorstel tot invoering van de Plaatse lijke keuze gedaan. De huidige Drankwet berust op der. grondslag: het maxanum-vergunnings- stelsel. Het nieuwe ontwerp is op den zelfden grondslag opgebouwd. Dit kan ook moeilijk anders, daar het betrekke lijke nut van dit stelsel vrijwel algemeen erkend wordt, terwijl een beter en prac- tisch uitvoerbaar stelsel nog niet is ge vonden. Naast dit maximum-vergunningstelsel wordt in het wetsontwerp het stelsel van Plaatselijke Keuze ingevoerd. Dl: is wel een van de belangrijkste punter, in het ontwerp. Reeds in 1904 werd in de Drankwet aan de Koningin de bevoegdheid gege ven, ééns in de vijf jaren op voorstel van den gemeenteraad voor een ge meente een verlaging van het maximum der vergunningen vast te stellen en te bepalen, dat alle na 1 Mei 1904 door Burgemeester en Wethouders verleende vergunningen vervallen en nieuwe niet verleend mogen worden. Zoo kan in 1930 weer een voorstel tot verlaging van het maximum gedaan worden. Het nieuwe ontwerp neemt deze be palingen over, maar voegt er aan toe, dat dergelijk voorstel aan de Koningin voor zoover het betreft het doen vervallen van verleende vergunningen en het niet verleenen van nieuwe ver gunningen ook kan worden gedaan door ten minste 1/15 deel van de kie zers voor den Gemeenteraad, mits dat voorstel heeft verworven de meerderheid van de stemmen van alle kiezers en 3 4 van hen, die aan de stemming over he: voorstel hebben deelgenomen. Volgens het ontwerp zal de Plaatse lijke Keuze alleen kunnen treffen de vergunningen, ook Societeits- en hotel vergunningen, verleend na 1 Mei 1904. Vergunningen van ouderen datum kan men niet vervallen verklaren, zonder schadevergoeding. De regeering heeft daartegen thans bezwaar met het oog op den financieelen toestand des lands. De Plaatselijke keuze, zooals deze wordt voorgesteld, kan alleen doen ver vallen vergunningen voor den verkoop van sterken drank in het klein, d.w.z. tot 10 liter, verkoop van bier, wijn en andere niet sterke dranken. Den vergunninghouders, wier vergun ningen vervallen tengevolge van de plaatselijke keuze, wordt van rechts wege een drankverlbf A aangeboden, d.i. een verlof voor den verkoop van zwak-alcoholischen drank in het klein, waaronder wordt verstaan bier, wijn, vruchtenwijn on andere alcoholhouden den drank, die voor minder dan 15 volumen-procenten uit alcohol bestaat. De verlof houders zullen volgens het ontwerp een jaarlijksch verlofrecht van f 25 moeten betalen. Hierdoor zal eenige rem worden gelegd op de neiging overal bierhuis te houden. Hier valt een voor deeltje te boeken voor het rijk en de gemeente. De opbrengst van dit verlof- recht komt namelijk voor de helft ten goede aan het rijk en voor de andere- helft aan de gemeente. Het vergunnings recht daarentegen komt geheel ten bate van de gemeenten. Hierin brengt het onderwerp geen verandering. Alleen de grondslag voor het vergunningsrecht wordt belangrijk gewijzigd. Deze grond slag: huurwaarde van de lokaliteit in verband met den omvang van het be drijf, heeft, met aan de verwachtingen beantwoord. Schatting kan niet anders dan naar zuiver persoonlijk inzicht plaats hebben. Voortaan zal de omvang van den kleinhandel in sterken drank grondslag zijn. Daarvoor zullen inslag en uitslagregisters door de vergunning houders moeten worden bijgehouden. Voor de groote hotels is deze regeling niet nadeelig. Veel sterke drank wordt daar niet verkocht, terwijl toch een ver gunning niet gemist kan worden en zelfs ce waarde var. het geheele bedrijf ver hoogt ver buiten evenredigheid tot den omzet. Hiermede zal echter bij de nieuwe regeling geen rekening meer worden gehouden. Behalve de regeling van het verlofs- recht worden ook neg andere belang rijke veranderingen voorgesteld ten aan zien van de verloven. Reeds in 1904 werd de verkoop van alcoholhoudenden drank anderen dan sterken drank voor gebruik ter plaatse (zoogenaamde bier huizen) onder ccntróle gebracht, ten einde den clan des tier. er. kleinhandel in sterken drank beter te kunnen tegen gaan. De bierhuizen waren en zijn bij voortduring gelegenheden, waar de wet ontdoken wordt. De Minister wijst nu op de verande ring in het maatschappelijk leven. Door allerlei invloeden is het gebruik van bier en van goeökoope wijr.en In sommige groepen der bevolking toege nomen. Onderzoekingen door de in spectie in vele gelegenheden, waar het ordelijke publiek niet komt. en die bij de politie beter bekend zijn, hebben ge leerd. dat met r.ame het bier zoowel ten opzichte van het alcoholisme als van de aantasting van de goede zeden een rol is gaan spelen, die or.der zekere omstandigheden gevaarlijk is en waar op de wetgever bedacht moet zijn. De maatregelen, die in het nieuwe ontwerp voor een Drankwet worden voorgesteld, komen op het volgende neer: De verkoop van alcoholhoudenöen niet sterken drank (in hei ontwerp genaamd ,,zwak alcoholische drank") wordt ge bonden aan een verlof, onverschillig of die verkoop geschiedt voor gebruik ter plaatse of voor gebruik elders. In over eenstemming met betgeen voor den kleinhandel in sterken drank is bepaald, wordt een grens gesteld aan de hoe veelheid, die niet zonder verlof verkocht mag worden. Die grens is bepaald op 10 liter, waardoor de verkoop bij flesch- Jes voor gebruik op straat er mede onder valt. De verloven worden gebonden aan een maximum, dat gelijk is gesteld aan het wettelijk maximum der vergunningen, maar bij Kon. Besluit op voorstel van den gemeenteraad, kan worden ver laagd. Er zal dus terstond een grens zijn, die voor latei geleidelijk kan worden Ingekrompen. Geen verlof wordt verclscht voor de slijterijen, winkels, pakhuizen enz., waar in alléén dranken in gesloten flesschen of kruiken worden verkocht. De tegen woordige verkoop van wijn in groente-, kruideniers en andere winkels zal dus niet meer vrij zijn. Wanneer het verlof wordt gevraagd voor een lokaliteit, waarin een andere winkelnering wordt uitgeoefend moeten de burgemeester en wethouders het verlof weigeren. Voor groentewinkels, kruidenierswinkels enz. zal dus geen drankverlof verleend mogen worden, zoodat de verkoop van wijnen in die winkels niet meer geoorloofd zal zijn. De Minister wijst, er op, dat in de laatste jaren zich in allerlei winkels als kruideniers-, groentewinkels c d. een verkoop van goedkoope soorten wijn heeft ontwikkeld, waardoor deze dran ken op in het oogvallende wijze onder het publiek worden gebracht. Hier schuilt het gevaar dat nu nog ge weerd kan worden. Zooals ik in den aan hef reeds schreef, grijpt het ontwerp voor een nieuwe Drankwet diep in het economisch leven niet alleen van de vergunning- en verlofhouders, maar ook van vele winkeliers. Het ontwerp zal dan ook niet dan na veel strijd het Staatsblad bereiken. Hoe men echter ook over het r.ieuwe ontwerp voor een Drankwet moge den ken. het zal. wordt het tot wet ver heven. ontegenzeggelijk vele verbete ringen brengen en vele misstanden op heffen d:e aan vele personen en ge meenten ja. aan de geheele maatschap pij ten goede zuilen komen. Amersfoort. A. OVER. INGEZONDEN MEDEDEELINGEN a 60 Ct*. PER REGEL. CIGARETTES zijn heerlijk van smaak en geheel onschadelijk! (Een verhaal uit den tyd van den Spaanschen Successie-Oorlog.) Naar het Engelschvan MORICE GERARD. 21) ik ben uwe Genade dankbaar voor deze beslissing. Om de waarheid te zeg gen: Mark Fagan is een slimmer kerel dan ik zelf! Dan rest mij niets anders dan u een goede reis te wenschen, en den he mel bescherming voor u af te smeeken. Meld u zoo spoedig mogelijk bij my als u terug bent. Marston salueerde en verliet de raad zaal. Een half uur later waren hij en Mark den Dcnau weer overgestoken en op weg naar hun bestemming. Ze hadden voor een dag of dr:e proviand bij zich. Hun paarden waren frisch. Ze kozen hun weg zoo dat ze na der tig myl gereden te hebben een omweg konden nemen die ce kans van aanra king met den vijand sterk verminderde. Op voorstel van Mark gunden ze vóór ze deze route namen, hun paarden een korte rust en voederden ze. De avond was reeds gevallen en Mark verwijder de zich van den heuvel waarop zij rust ten om het boschrijke voorterrein in de laagte geruischloos te verkennen. De oude woualooper had moccassins ener zyn rijlaarzen aangetrokken Anthony zette zich aan een kant van een pad en at een hartige avondboter ham. Juist was hij daarmee klaar, toen zijn dienaar weer uit de duisternis kwam opduiken. De paarden schrokken even en trappelden, maar Fagan wist ze direct weer tot rust te krijgen. Daarop fluistei-de hij tot zijn meester: Een man of twaalf liggen te sla pen in een bivak aan den voet van den heuvel; ze liggen Ln hun jassen gerold zonder tenten; de paarden zijn in een boomgaard vlakbij vastgebonden. Er loopt een smal riviertje langs; er bran ded lichten op een brug waar we over heen moeten om san den overkant (e komen. De oevers zijn steil en het wa ter schijnt diep en stroomt sr.el. Hoeveel man slaan op wacht? Vier. sir. Twee aan ieöeren kant van de brug. Kon je ook ontdekken hoe ze be wapend zijn? Ze hebben musketten, maar ze zul len ook wel dolken hebben, maar dat kan ik niet zien. Als we ze verrassen, kunnen we ons er wel doorheen slaan. Maar hun paar den zijn misschien frisch cn de onze zijn het niet meer; in dat geval zullen te ons achterhalen. Mark liet een geluid hooren dat zijn heer deed vermoeden, dat hij een idee had. Vooruit er mee, Mark. zei Anthony. Ais u er geen bezwaar tegen hebt om mijn paard ie nemen tot wij aan de brug zijn, zie 'k er wel een gat in. Wat had je dan gedacht? Laat u dat maar aan mij over, sir: ik zal een kleine ccmeöie opvoeren; dat is alles. Prachtig, maar twee zwaarden zyn toch beter dan een. Er zullen t-vee zwaarden zijn; ik cal opstijgen juist als Moonstone zijn voorpcote-n op de brug zet: u moet mijn oaard zoover achter u laten loopen als de teugel toelaat.. Goed: zal ik direct gaan? Neen sir: geeft u me een paar minuten. U kent er.zen ouden kreet nog? Als u dien hoort kom dan zoo lang zaam als u kunt den heuvel naar be neden: als u hem den tweeden keer hoort: galop: vertrouw op de voorzie nigheid en op uw goed zwaard. Fagan wachtte niet op antwoord: hij twijfelde niet aan de toestemming van zijn meester en verdween als een schim Inmiddels besteeg Marstor. zijn paard, maar het auurce nog bijna een kwartier voor het gehuil van een nachtuil door de lucht klonk. Marston begon langzaam den heuvel af te dalen. Vóór hem was het vage schijnsel van de lantaarns op de brug: daar orienteerde h:j zich op; terwijl hij gespannen luisterde ol zich in het bivak ook jets bewoog. )m zijn rechterhand hield hij zijn getrokken zwaard; in zijn linker de teugels van de beide paarden. Spoedig hoorde hij het ruischen van het snel-stroomence water in ri-e rivier; verder was er geen ander geluid dan he: spelen van den nachtwind in het ge bladerte. De nachtuil huilde wéér. Op dat mo ment was Anthony een meter of dertig van het. riviertje verwijderd. Het paar dengetrappel was onhoorbaar door het krachtige ruischen van het water; de wachtposten waren half in slaap, ver moeid door een langen marsch bij het begin van den dag. Juist toen Marstor. de galop er in zette, hoorde hij een scherpen doordrin genden kreet, die uit de richting kwam van een groep boomer.. Direct daarop hoorde hij angstig gehinnik en daverend gestamp van paarden die in verschil lende richtingen wegrenden. Marston had Mark's stem in den kreet herkend en begreep nu wat hij voor kunstje had uitgehaald. Fagan had de touwen waarmee de paarden vastgebon. dei: waren, doorgesneden en een angst aanjagende schreeuw aangeheven om ze op de vlucht te jagen. Daardoor zou aandacht van de brug worden afgeleid en een vervolging bovendien onmoge lijk gemaakt. De beide mannen zouden waarschijnlijk ongehinderd de brug kun nen passeeren. Anthony gaf zyn paard de sporen en galoppeerde naar de brug: de beide schildwachten trachtten hem tegen te houden, maar werden door de aanstor mende mannen en caarden in het water gedrongen. Op eens gingen de lichten op de brug uit; geen seconde later werd het paard dat Anthony aar. den teugel had door zijn eigenaar bestegen; An thony Het den teugel los en galoppeerde „ventre a tone" vooruit. Mark rende achter zijn meester aan; er was op liet smalle boschpad slechts ruimte voor één ruiter. De wachters aan den anderen kant van de brug waren op de vlucht ge gaan; in het donker niet anders den kend dan dat de brug door 'n overmacht werd bestormd. Toen de beide mannen ccn heuvel aan de andere zijde van de rivier op reden. hoorden zij achter zich dc menge ling van geluiden van het ontwaakte bivak. Ze hoorden geschreeuw en scho ten die in het wilde werden afgevuurd en niemand deerden. Moonstone galop peerde door tot h'j bijna den top be reikt had: toen hield Anthony hem in en wachtte op Mark. Dat heb je hardlg ingepikt. Mark. -- Het is niet de eerste maal in mijn leven dat ik paarden van anderen heb „losgemaakt", lachte de dienaar. En daarop reder, ze z'J aan zij nog tien mijl door en gingen toen bivakkee- ren. HOOFDSTUK XVL Dc ..Drïc Duiven". Twee dagen later kwamen Marston cn zijn dienaar vermoeid en met afge jakkerde paarden in het kamp van Prins Eugenius aan. Dc Prins ontving hen nog ln een ka merjapon zoodra bij de mededecling van hun aankomst had gekregen. Eugenius stond op en wees zijn bezoe ker met ccn handgebaar ccn stoel; zijn oogen schitterden toen hij de boodschap ontving en het verhaal van hun avon tuurlijken tocht hoorde: dat zou ook een kolfje naar zijn hand zijn geweest! Hij drukte zijn volle tevredenheid uit. Als u of uw dienaar ooit van dienst wenschen te veranderen, behoeft u zich maar tot mij tc v.enden. Wij zouden ons zeer verbeugen zoo'n groot veldheer te mogen dienen. De Prins boog; hU wist dat het compli ment gemeend was. (Wordt vervolgd.),

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1928 | | pagina 9