EEN ANECDOTE VAN
CONAN DOYLE.
De beroemde Engelsche schrijver Sir
Arthur Conan Doyle, de geestelijke va
der van Sherlock Holmes, dendetectiv
vertelt een aardige geschiedenis van zijn
eerste bezoek aan Amerika.
Het was in den tijd dat de avonturen
van Sherlock Holmes de grootste popu
lariteit genoten en dat de schrijver en
zijn werk op de geheele wereld bespro
ken werden. Conan Doyle kwam t<
Boston aan en nam bij den stationsuit
gang een rytuig
om naar het ge
bouw te gaan,
waar hij een le
zing zou houden.
Toen hij op zijn
bestemming was
aangekomen,sprak
de koetsier hem
tot zijn stomme
verbazing met "den
naam aan.
Wat
Conan Doyle
kent u my?
Dat was al erg eenvoudig meneer
zei de koetsier, Ik ken u niet maar
tijdens de rit heb ik ontdekt wie u zijn
moest. De lapels van uw jas z'en er wal
vettig uit door de vele journalirtenhan
den die er by uw aankomst te New York
naar gegrepen hebben. Uw haar ls ge
knipt naar den stijl van Philadelphia,
uw hoed toont onmiskenbare teekenen
van te zijn afgewaaid in de winderige
stad Chicago Op uw rechterschoen
heeft u een kluit modder zooals alleen
in Buffalo wordt gevonden, de geur
van Utica sigaren hangt aan uw klee
ding en uw slecht geborstelde overjas
wyst op een reis met den nachttrein uit
Albany.
Jawel zei Conan Doyle maar
mijn naam.
Of antwoordde de koetsier di*
staat voluit op uw handkoffer ge
schreven.
IK ROOK NIET MEER
Ik schaf de volgende week het rooken
af, zegt Maurice LaneNorcott m „The
Humorist". Ik heb daartoe het va-te be
sluit genomen. Ik gooi al mijn cigaretten
het raam uit en ga mijn leven beteren.
Ik weet alleen nog niet, welken dag ik
er mee beginnen zal. Ik denk: Dinsdag.
Et geloof dat de menschen het ophou
den met rooken over 't algemeen veel
moeiiyker vinden dan het is. Er ls mets
moeilijks aan. Wat moeilyk is dat ls het
ophouden met weer te beginnen. Toch
Is het wel prettig om weer te beginnen;
het is wel waard dat je nu en clan eens
ophoudt. Dóór maak ik me dus niet
druk over.
Ik zal niet zoo ln ééns ophouden. Dat
zou dwaasheid zyn. Ik zal het juist heel
langzaam doen. Ik denk dat ik a.s. Vrij
dag eens een pyp opsteek.
Maar zou dat eigeniyk wel verstandig
zijn? Zou het dan weer niet erg moe!iyk
zijn, geen twééde pijp op te steken? D:
geloof het wel. Ik zal iels anders moe-
Ion bedenken.
II; zal beter doen met aan een vertrouwd
vriend te vragen, iets 3n myn thee te
doen, zonder dat ik het weet. Er zijn
van die middelen. Iemand doet wat m
je thee. je drinkt die argeloos open,
je kunt geen tabak meer zien. Jo
schuwt in je verdere leven cigaretten,
sigaren en pijpen als het ergste vergift,i
Hm! zou het waar zijn? Ik betwijfel het
eigenlijk wel een beetje.
Laat lk nu eens goed nadenken. Wat
voor verderfeiyks schuilt er nu eigen
iyk ln die door de dokters zoo gesmade
cigaretten? Waarom moeten we ons ge
nezen van de gewoonte, ze te rooken
Ja, natuuriyk: ik weet wel, dat ze vol
nicotine zitten en als we er te veel van
rooken, kunnen we niet erg hard loopen.
Maar waarom zouden we erg hard loo
pen als we er niet tegen kunnen?
Bovendien: in dezen tijd hoef je niet
hard te loopen. Als je haast hebt kim je
alt yd een taxi nemen.
Ik voor my geloof eigeniyk niet dat
cigaretten half zoo slecht voor ons zyn
als da dokters zeggen, zy maken mis
schien dat je hart wat sneller gaat klop
pen, maar er zyn zooveel dingen die dat
doen. Als ik plotseling word opgeschrikt
door de telefoonbel, gaat myn hart
óók sneller kloppen. Zeg ik daarvoor
myn abonnement op de telefoon op? Of
adviseeren de dokters my om de telefoon
af te schaffen? Immers neen! Het is een
onomstooteiyk feit, dat dokters niet
consequent zyn. En als ze dat niet zyn,
moeten we dan nog wel wat geven om
hetgeen ze ons zeggen?
Nog wat: ik geloof niet dat cigaretten
wèrkeiyk het hart sneller doen kloppen.
Zij zyn daarvoor veel te kalmeerend,
omdat de tabak zoo zorgvuldig gemengd
is dat hun zachtheid en heerlUke geur ze
by iedereen bemind maakt. Dat heb ik
honderden malen in advertenties ge
lezen.
Neen, als ik het goed beschoyw, moet
ik zeggen dat het groots dwaasheid zou
zyn myzelf te berooven van die gezonde,
aangename cigaretten. Ik heb iets kal-
meerends noodig. Niemand heeft daar
aan meer behoefte dan juist ik. Ik weet
nu, wat ik wil. Myn besluit is genomen.
Ik ga een groote doos cigaretten koopen!
LINDBERGH'S
BESCHEIDENHEID.
De oceaanheid
Lindbergh Ir
zooals mor
weet. een voor
beeld van be
scheidenheid.
Toen hy lie'
manuscript var
zyn boek: „Wi.
(doelende or
Lindbergh ej
zyn vliegtuig)
had afgelever
aan den ultge
ver en deze Ik'
had doorgcle
zen, kwam b
tot het beslui,
er wat by te maken.
Lindbergh had geschreven: Ik ben
geboren te Detroit (Michigan) op 4 Fe
bruari 1902.
De uitgever maakte hiervan; Ver
scheidene steden beweren dat ik bin
nen haar muren het daglicht heb aan
schouwd, maar om eeriyk te bitlven
Jegens Detroit, moet ik bekennen, dat
deze stad daar in de eerste plaats aan
spraken ap kan maken. De waarheid is
dat ik een maand te Detroit heb ge
leefd, waarna myn ouders my meena
men naar LittlefalJ. Dit dorp heeft dus
het recht te beweren dat Detroit slechl
formeel mijn geboorteplaats ls, naar
dat myn wieg dan langsten tijd ln
Littlefall heeft gestaan,
Lindbei'gh\ kreeg de proeven van zi.in
boek, las deze ontboezeming, nam een
blauw potlood ter hand, sc.irapte het
heele verhaal door en sch.eef in de
marge: Ik ben geboren te Detroit (Mi
chigan) op 4 Februari 1002.
WIE GAAT ER MEE NAAR MARS?
A'M
Een stad op Mars. Teekening van do Geneefsche spiritiste Hélène Smith, die
in 1890 beweerde in verbinding te staan met den Marsbewoner Astané.
MIJN EERSTE PARACHUTE-SPRONG.
Beschrijving door een Amsrikaansch vlieger
Wat is op het oogenbllk de sterkste
vorm van sensatie?
Waarschyniyk het springen uit eei:
vliegtuig op een paar duizend meter
hoogte met geen ander midcl om behou
den op de veilige aarde neer te komen
dan een soort van groote paraplu, die op
het juiste moment haar plicht moet doen.
Ik moet eeriyk zeggen, dat ik het per-
sooniyk niet graag zou doen. dal para
chute springen dat tegenwoordig zelfs tot
de verplichte proeven behoort voor leer
ling-vliegere in het Amerikaansche leger.
Al zyn die valschermen dan ook veel be
ter geconstrueerd en betrouwbaarder in
hun functie dan vroeger, het biyft toch
altijd nog een groot risico, dat niet ver
minderd wordt door de kans dat je, wan
neer het valscherm goed zyn werk doet,
op het dak van een huis belandt of in een
boom, of in liet water. En is het niet een
paar jaar geleden gebeurd, dat een Ame
rikaansche vlieger tydens een parachute
daling in een onweer terechtkwam en
drie kwartier in de lucht heen cn weer
gesmeten werd, voor hy eenlge tientallen
kilometers van de vooraf berekende plek
op den grond kwam?
Er wordt nu overwogen om een van
twee dingen te doen, ter meerdere veilig
heid in het luchtverkeer. Of iedere pas-»
sagier moet by het vertrek een parachute
op zyn rug' b'.nden, die hem dan natuur
iyk, zooals een zwemvest op een stoom
schip, door de maatschappy in bruikleen
v el's trekt wordt, of er moet boven aan 't
vliegtuig een soort van monstervalscherm
vastgemaakt worden, dat vliegmachine
en Inzittenden tezamen kan dragen en ln
veilige zweefvlucht naar de aarde terug
voeren. Het eerste heeft het bezwaar dat-
je toch wel een'lge oefening mag hebben,
voor Je behooriyk met een parachute kunt
omgaan, het tweede is waardeloos wan
neer het vliegtuig ln brand mccht raken.
De Amerikaansche luitenant Herbert
Cramer heeft aan The Wide World Ma
gazine verteld, welke sensaties hy onder
ging, toen hy voor het eerst een para
chutesprong maakte.
Het vliegtuig, dat hem meevoerde, was
op een hoogte van byna 2000 Meter
toen dc piloot hem het teeken gaf, dat
hij nu kon springenI
Ik keek den vlieger, luitenant Friet
aan, bewoog myn droge lippen tot eer.
klankloos afscheid cn dwong mezelf tot
een glimlach, die wel bleekjes moet ge
weest zyn. Toen zwaaide ik myn rech
terbeen over den rand van de romp,
hield me zoo vcor een cogenblik in
evenwicht en met alle macht, zooals
inü voorgeschreven was, sprong ik van
het vliegtuig weg.
Ik had verwacht dat ik onmiddellijk
als een baksteen zou vallen, maar In
plaats daarvan schoot ik als een pro
jectiel yoort in horizontale lichting
terwyi ik diep beneden mij het vliegveld
zag. De geweldige snelheid die 'net vlieg
tuig had op het oogenblik van mfu
sprong was hier natuurlijk de oorzaak
van. Zoo dreef ik als het ware mee mei
het toestel dat ongeveer 20 Meter boven
my was. Dit leek eindeloos te duren, in
werkeiykheid was het natuurlijk slechts
zeer kort, maar ik zag toch de naar bo
ven gewende gezichten van myn vrien-
den Op het vliegveld, het roode dak van
het hospitaal en de motor ambulance,
voortrennende naar de plek waar myn
daling verwacht werd. Zou? die ambu
lance straks werk krijgen vroeg ik
mij met een huivering af. Toen voelde
ik mijn hoofd vooroverbuigen, myn
lichaam volgde en het volgend oogen
blik maakte ik een serie heftige salto
mortales. Myn val was nu begonnen,
daar was geen twyfcl aan. Eiken keer
dat myn gezicht naar beneden gericht
was, zag ik hoe de aarde als het ware
in een dronken ren naar my toeschoot
met verbysterende snelheid. De gedach
te hoeveel seconden mijn val zou duren,
flitste door mijn hoofd. Zou ik wel tijd
hebben om den ling te pakken en hei
koord los te trekken, dat de parachute
in werking moest stellen. En als dat luk
te, zou het valscherm dan genoeg tijc.
hebben om zich te ontplooien?
Tweeduizend Meter was niet zoo erg
hoog. Ik had er spilt van dat ,!k niet ge
wacht had tot wy op 3000 Meter waren.
Dat zou meer tyd gelaten hebben.
Toen moet ik wanhopig naar de ring
hebben gegrepen. Ik vond hem en rukte
er aan. Ik tuimelde en wentelde om in
de lucht, zag een oogenblik bet vliegtuig
hoog boven me, maar de parachute was
nog altyd niet open en ik viel.viel.
Zou het ding weigeren? Zou ik na
eenige seconden met een vrecseiyken
slap op den grond neerkomen, om weer
een paar Meter in dc lucht terug te
kaatsen en als een vormlooze massa te
worden opgenomen?
Op dat oogenbllk hoorde ik een geluid
als een kanonschot boven myn hoofd,
gevolgd door een gillend fluiten. Een ge_
weldige kracht rukte myn linkerbeen
in de hoogte, zoodat. ik een moment
vreesde, dat hy uit het lid getrokken
was. Plotseling werd myn val gestuit,
het valscherm had zich geopend. Ik haa
nu het gevoel of ik rustig op een schom
mel zat, die mij zacht wiegend door de
lucht voerde. Het groote zyden scherm
zwaa'de my zachtjes heen en weer en
de lucht floot een vrlendeiyk liedje
Daar zweefde ik op een 800 Meter
hoogte terwijl ver beneden my de zie
kenauto nog alt'Jd mijn onzekere route
bleef volgen.
Zoo vertelt luitenant Herbert Cramer
van zyn eerste parachutcdaling.
Mars en de Marsianen aangenomen
dat die werkelijk bestaan hebben zich
altyd in de byzondeve belangstelling dei-
aardbewoners mogen verheugen. Geen
der andere planeten heeft ooit zoozeer
de geesten der geleerden en n'.et-ge-
leerden aan 't werk gezet; over geen der
andere planeten ook is zóóveel gefanta
seerd.
Hiervoor zijn verschillende rédenen.
In ae eerste plaats Ls de afstand tus-
schen de aarde en Mars geringer dar.
die tusschen de aarde on de andere pla
neten (de kleinste afstand van de aarde
tot Mars is toch altyd nog 70 millloen
ELM.!). De Mars'oewoners alwéér: óls
ze er zyn! zijn dus onze naaste buren.
Dan vertoont Mars treffende punten
van overeenkomst met de aarde: de
dagen duren er bijna even lang als onzt
dagen. (De omloopstyd van Mars om
de zon duurt bijna 687 van onze dagen,
zoodat een Marsjaar nagenoeg twee
maal zoo lang duurt als een aardejaar)
Verder zijn er op Mars ook jaargetijden
en is er een dampkring en het staat zoo
goed als vast dat er water aanwezig Ls
en niet alleen water maar zeer wa
schijnlijk ook sneeuw en ijs. Sommige
geleerden gaan verder en nemen aan
dat er ook plantengroei is. Maar als dit
alles min of meer vaststaat, waarom
zouden we dan niet nóg een stap verder
gaan en op Mars levende wezens veron
derstellen die overeenkomst vertoonen
met den mensch die op dit ons tranen
dal in raadselen roudwandeit?
Artisten hebben veel voor op gewone
menschen; zy hebben hun fantasie die
geen beletsels of hinderpalen kent en
zoo heeft de Amerikaansche beeldhou
wer Victor Kahili alch een voorstelling
van een Marsbewoner gemaakt, waarvan
wy onzen lezers hierby een afbeelding
aanbieden
Het zou interessant zijn van den
kunstenaar zelf te vernemen, waarom
Een Marsbewoner, zooals de Ameri;
kaansche beeldhouwer Victor Kahili
zich dien voorstelt.
hij zijn Marsianen Oomamru heeft
hij hem gedoopt zulke geweldige
coren heeft gegeven en zulk een enor-
men naar het hoogcre strevenden haar
dos. Waarom die scheefstaande, half
dichte oogen, die op de helft plotseling
afgebroken wenkbrauwen en dat rare.
kleine neusje? De diklipplge. open mond
getuigt niet van veel intelligentie er.
voor ons spreekt uit het- heele wonder-
ïyke gelaat eerder misdadigheid dan
groote verstandeiyke begaafdheid. (Als
verklaring voor de groote ooren zou mis
schien kunnen gelden dat de yiere
dampkring op Mars het ge'.u'd niet zoo
goed voortplant als de aardschc damp
kring)
Bepaald mooi is Oomaruru in ieder
geval niet. al geven wij gaarne toe dat
over den smaak niet te twisten valt.
Misschien beantwoordt deze gefanta
seerde Marsiasn jilist wel aan het ideaal
van schoonheid dat de bewoners van
Mars zich gevormd hebben.
Herhaaldelijk heeft de vraag omtrent
de bewoondheid van Mars, zoo vertelt
Dr. G. C. A. Valewink in een aardig
boekje: „Bewoonde werelden", de
menschenwereld in opschudding ge
bracht. In 1920, in Januari en Februari,
vingen marconisten met hun toestellen
geheimzinnige signalen op. die men be
schouwde als van niet-aardschen oor
sprong. Zy moesten van Mars komen!
De Marconisten werden bij hun opne
mingen gehinderd door lettercombina
ties. waarin vaak de S Cn 't Morsestel-1
se!» voorkwam. Zoowel in Londen als in
New-York deed zirh hetzelfde verschijn- j
scl en wel gelijktijdig voor met
1 volkomen gelyke intensiteit. De bron
moest dus op grooten afstand liggen.
Prof. W. H. Pickering te Mandeville.
Jamaïca, meende de bron op Mars te
moeten zoeken. Hy meende zelfs levens
teekenen op Mars te hebben waarge
nomen.
In 1920 deed een Amerikaansche offi
cier-vlieger, kapitein Collins, het voor
stel een projectiel naar Mars af te
schieten. Hy ging daarby zelfs zoo ver
dat hij zich beschikbaar stelde ln het
projectiel de reis te doen. Hij was na
tuurlijk geïnspireerd door Jules Verne's
„Reis naar de Maan", die op een derge
lijke wijze werd ondernomen. De kapi
tein is intusschen nog niet vertrokken!
De bekende uitvinder Thomas Alva
Edison vond het denkbeeld van signalen
uitgaande van Maxs, niet verwerpelijk.
Op 28 April 1920 heeft een Amerikaan,
Dr. Frederic Milliner gepoogd met Mars
In vc-rbinding te komen.
Hij wendde electrische golven van
15000 tot 16000 M. aan. Gedurende ver
scheidene uren kon hy alles verstaan
wat in de wereld geseind werd. HU
kwam in verbinding met Beviyn,
Mexico en alle groote stations. Tegen 2
uur 's nachts, toen alles stil was, ging
hij werken met golven van 300.000 M.
lengte Maar het blééf absoluut stil. Mars
gaf geen antwoord!
Fantastische plannen zyn ontworpen.
Jaren geleden is al voorgesteld, 9
groote, holle spiegels neer te zetten en
kleinere daartusschen met sterke lam
pen in hun brandpunten, zoodat elk
als het ware een groot zoeklicht was.
De spiegels moesten dan zóó geplaatst
worden dat ze de hoekpunten vormen
van de bekende figuur van Pythagoras,
Intelligente wezens op Mars zouden deze
figuur herkennen als uitdrukking van
het theorema van den rechthoekigen
driehoek.
Van dit plan werd evenwel tenslotte
afgezien omdat men berekende dat elke
spiegel ongeveer de grootte zou moeten
hebben vanonze provincie Utrecht!
Mars-enthousiasten ontvangen niet
altyd de door hen gewenschte mede
werking van de autoriteiten. Zo> wera
onlangs door een Parysch telegraafkan
toor een telegram voor Mars geweigerd
dat door een dame werd aangeboden,
omdat de autoriteiten er niet van over
tuigd waren ('t was wel het minste wat
zy zeggen konden!) dat het telegram
Mars zou bereiken en gesteld dót het
op Mars aankwam, dan was het toch
nog zeer twyfelaehtig of de Marsianen
wel Fransch zouden verstaan!
Sommige plannen die uitgedacht zyn
om met Mars in verbinding te komen
zouden aanleiding kunnen geven tot on
aangename verwikkelingen. BIJ voor
beeld het plan, om geweldig groote
vuurpeilen naar de veelbesproken pla
neet af te schieten. In de eerste plaats
ls de vraag gewettigd: Wat zou je er
aan hebben? En ten tweede: gesteld
eens dat de vuurpijlen werkeiyk Mars
..raakten", dan zou ongetwijfeld deze
nieuwe en grootscheepsche vorm van
brandstichting niet vriendeiyk door de
Marslanen worden opgenomen, zyn zy
werk el ijk zoo intelligent als sommige
aardsche geleerden denken, dan zou het
wel eens kunnen gebeuren dat zij zee:
onaangename tegenmaatregelen zouden
nemen. Wie weet voor welke vreeseïyke
verrassingen wij dan nog kwamen te
staan!
Met behulp van kijkers is Mars her
haaldelijk „bespied". Details kunnen
slechts onvolkomen gezien worden in
gewone kykers en dan is er aanleiding
tot verschil van ineening ten opzichte
van de ware oorzaken en van de ware
natuur er van. Groote kijkers zullen ons
daarom veel kunnen leeren. Tot dusver
is de grootste kijker de Hooker-lelescoop
te Mount Wilson, waarvan de spiegel
een doorsnede van 2 M. heeft. Er is nu
een plan gemaakt door F. G. Pease voor
het bouwen van een telescoop met een
spiegel van 8 M. doorsnede, waarvan de
kosten geraamd worden op 12 millloen
dollar. Is deze telescoop eenmaal gereed
en wordt hij in dienst gestold van d?
Mars-observatie dan zullen we heel wat
meer van onzen naasten buur te weten
kunnen komen. Moge het Amerikaan
sche plan dus spoedig tot uitvoer kun
nen komen 1
Tot slot willen wy nog melding maken
van een merkwaardige poging, door de
Engelsche bladen gemeld. Een suor.-
densch advocaat, Dr. L. Mansfield Ro
binson. heeft- in den nacht van kortsten
afstand een telegram voor Mars aange
boden aan het Rugbystation en dit
heeft het. met golven van groote lengte,
uitgezonden. Als „waarschuwing" ol
roepletters ging vooraf 'n driemaal her
haalde drievoudige M. Of het telegram
ter bestemder plaatse is aangekomen ls
volstrekt niet zeker, hoewel Dr. Robin
son na 3 minuten en 45 seconden twee
malen de letter M. teruggezonden
kreeg, welk feit door ongeloovigen wordt
toegeschreven aaneen ondeugend
heidje van een of ander aardsch station.
In den laatsten tijd is er ernstige
twyfel ontstaan of radiogolven de aarde
wel kunnen verlaten; het schynt n.l.
wel zeker dat op een nog onbekende
hoogte in onze atmosfeer een laag aan
wezig is. waardoor de golven, tengevolge
van een soort reflexie. worden terug-
gfkaató'.. Pogingen om langs draaa'.oo-
zen weg met Mars in verbinding te ko
men. zouden dus alle schipbreuk moeten
kjden,
EEN WERELDKLOK.
Een Duitsch uitvinder stelt zich voor
een klok te maken die voor de geheele
wereld den tyd zal aangeven. Uit het
een of ander centraal punt zouden de
tikken van deze klok dadelijk draadloos
naar alle deelen der beschaafde wereld
worden overgebracht, zoodat overal de
zelfde tyd zou gelden.
De klokken in de geheele beschaafde
wereld zouden dan, tot op een honderd
duizendste van een seconde nauwkeurig,
denzelfden tijd aanwyzen en de uitvin
der stelt zich voor. ook van de televisie
gebruik te maken om de „gelijktijdig
heid" van alle andere klokken met de
moederklok te bewerken.
Onnoodig te zeggen dat dit alles nog
maar theorie is. De Duitsche uitvinder
is nog niet zoover! Maar wat niet is,
kan komen.
EEN AARDIGHEID MET
KAARTEN.
Het aantal kunstjes met speelkaarten
is buitengewoon groot en de meeste
lezers .zullen er wel een of meerden
kennen, waarmede zy af en toe hun
vrienden vermaken ofvervelen,
wanneer deze zc al meer gezien hebben
en hier beleefdheidshalve niet vuor uit
willen komen.
Wy hebben echter nog een aardig
heid met kaarten (een kunst kun je
het moeilyk noemen) die slechts zeer
weinig bekend is en die willen wy hier
even uitleggen.
Leg naast elkaar een aas, een twee,
een drie en een vier, onverschillig van
welke kleuren. Leg onder de aas een
twee, onder de twee een vier, onder de
drie een zes, onder de vier een acht. Tel
vervolgens elke onderste kaart bU de
erboven liggende op en plaats de kaan
die de som aangeeft op de onderste.
Begin dus: twee plus aas is drie, dar.
drie plus aas is vier, vier plufc aas ls
vijf cn zoo door tot er een heer op het
onderste stapeltje ligt. Nu volgt het.
tweede paai' op dezelfde manier, twee
plus vier is zes enz. Dan komt men aan
twee plus vrouw. Dit is aas en men
gaat dan nog op denzelfden voet met dit
stapeltje voort tot ook hier de heer uit
komt. Daarna hetzelfde met het derde
stel en tenslotte met het vierde. Wan
neer de laatste heer Op het laatste on
derste stapeltje ligt is ook juist het ge
heele spel verbruikt. Alle kaarten moe
ten met het beeld open liggen.
Nu volgt het tweede deel. Men neemt
het vierde stapeltje onder en daaronder
het vierde boven, dan het derde onder,
derde boven enz. Men keert nu het ge
heele pak om en legt gewoon afnemend
de dertien bovenste kaarten blind peer.
Vervolgens gaat men hierop kaarten
leggen, telkens een overslaande, dus op
de tweede, vierde, zesde enz. tot twaalf
de. Dan slaat men de dertiende dus
weer over en legt de volgende kaart op
de eerste, derde, vijfde enz. tot en met
de dertiende. Men heeft nu 13 stapel
tjes van elk twee kaarten. Nu slaat men
er telkens twee over, dus legt er een op
de derde, zesde enz. ook weer net zoo
lang tot er ook een op de dertiende ligt
en tenslotte doet men heb nog een keer
met er drie over te slaan. De volgorde
van het neerleggen in deze laatste serie
wordt dus vierde, achtste, twaalfde,
derde, zevende, elfde, tweede, zesde,
tiende, eerste, vy'fde, negende, dertien
de. Nu heeft men 13 hoopjes van vier
kaarten elk. Men noodigt de kykers uit,
onverschillig welk hoopje om te keeren
en zij zullen tot him verbazing zien dat
de vier azen, de vier zevens, de vier boe
ren, kortom alle gelijkwaardige kaarten
byeen liggen. Hoe sneller men dit „neer
leggen met overslaan" doet hoe minder
het systeem doorgrond zal worden en
derhalve hoe meer succes men heeft. Laat
intusschen de 'hoopjes niet dooreen
gooien want er is nog een derde afdeeling.
Hiervoor neemt men de hoopjes, zooals
ze liggen en dus ook blind op, zoodat de
azen bovenop liggen. Vervolgens spelt
men de waarden der kaarten, bij elke
letter een kaart blind neerleggende en de
kaart voor de laatste letter omkeerende
Aldus: a. a. s, aas (keer de s kaart om)
t, w, e, e, twee. (keer de laatste e kaart
om)later ook b, o, e, r, boer. Op de r van
heer keert men tevens de laatste kaart
van het pak. want de verzamelde letters
van de kaartwaarden tellen precies 52.
Probeer het eens. Goochelaarshandig
heid komt er niet by te pas. maar wij
weten uit ervaring dat het succes oogst.
-EN SCHRANDERE HOND
Een hond die gestolen was, uit zijn
gevangenschap was ontsnapt en door
een dorpsdokter in Engeland was in
huls genomen ls aan zijn eigenaar, een
Hollandsch professor, teruggegeven
door een merkwaardige samenlbop van
omstandigheden.
De professor sprak een rede uit in een
Hollandsch draadloos uitzendstatlon en
deze rede werd o.m. ontvangen ten
huize van den Engelschen dorpsdokter.
Toen de hond de stem van zijn meester,
uit den geluidshoorn hoorde komen
toonde hij teekenen van groots opge
wondenheid. De dokter' stelde zich met
den professor in verbinding en was
spoedig in staa.t den hond aan zyn
rechtmatlgen eigenaar terug te geven.
IN DE BRIEVENBUS.
Een Londensch brievenbesteller heelt
verteld, wat hy al zoo in de aoo. hem
gehcMe brievenbussen in den loop der
jaren had gevonden.
Op één avond was zijn oogst, .een
handschoen, twee kasboekjes, een >p§.?-
vouwen zakdoek en een ledige porte\-
monnaie. De laatste was waarschijnlijk:
in de bus geworpen door een zakkenrol
ler, die zich eerst van den inhoud liad
meester gemaakt.
Nu en dan vindt hij een rinz: c!a
menschen stoken dikwijls de hand in de
sleuf om zich te overtuigen dat een brief
workelijk in de bus is gevallen sn dan
kan het by het terugtrekken van do
hand gebeuren, dat een eenigszins lo;
zittende ring, wanneer hy met den rand
van de sleuf Ia aanraking komt. van
den vinger wordt getrokken. Het was een
goede dag voor den brievenbesteller toen
ren dame hem met 20 pond beloond
voor het vinden en teruggeven van haar
kostbaren ring, die een waarde had van.
100 pond.
Talryk zyn de boeken die in de bus
sen worden gevonden. Vaak breng;
iemand een brief naar de post die ligt
in een boel: en in verstrooidheid worden
dan boek en brief door de sleuf gewor
pen. Eens vond de brievenbesteller do
preek in de bus, die een dominé den
aanstaanden Zondag v'ilde houden!
Menschen die aangenomen en be
taald worden voor het rondbrengen van
circulaires schynen hun geld dikwijls
al zeeir gemakkeiyk te verdienen. Vaak
gebeurt het, dat honderden gelyk- err
geiykvormige circulaires in de brieven
bussen gevonden worden. In verkie
zingsdagen gaan duizenden strooibiljet
ten denzelfden weg.
Hulssleutels, lorgnetten, tabakszak
ken behooren ook al tot de voorwerpen,
die in de brievenbussen verdwenen. Het.
wordt met de verstrooidheid van het
publiek elk jaar erger, meent de brie
venbesteller, wiens ervaringen we hier
mededeelen. Twintig jaar geleden was
het een groote bijzonderheid als hij iets
in de bus vond. dat er niet in hoorde.
Zyn eigenaard-gste vondst was wel:
een theeserviesaan stukken! Zeer
waarschijnlijk had een dienstbode het
ongeluk gehad, het servies van een blad
te laten vallen en had zy op deze wijze,
de stukken „verstoken", als de bekende
Cornells van Hieronymus van Alphen,
die een glas gebroken had en geen raad
wist.
Eens, toen de brievenbesteller zijn
hand in de bus stak om er de poststuk-
uit te halen, werd hy door een rat in
den vinger gebeten, die daarna snel een
goed heenkomen zocht. Muizen en kleine
vogels vinden ook al hun weg door de
gleuf.
Zou die brievenbesteller gelyk hebben?
Worden we nonchalanter? Denken
we minder dan vroeger by wat we doen?
Een goed onderwerp voor den Zater
dagavond om eens te bepeinzen'
FLETCHEREN.
Het „Fletcheren", de eetgewoonte die
eens werd aanbevolen door Gladstone
en John D. Rockefeller, ls nu voor het
eerst gedurende een geslacht aan een
proef onderworpen geweest. Gelyk zoo
vele met groot enthousiasme ontvangen
ideeën, waarvan verwacht werd dat zij
de wereld een groot eind vooruit zouden
brengen, ls ook het „Fletcheren" een
mislukking gebleken.
Horace Fletcher schreef de meeste
ziekten, die het menschdom kastyden,
toe aan te haastig eten. Hij ging van
het standpunt uit dat de mensch alleen
moet eten in een kalme gemoedsstem
ming en dat het verder absoluut nnoa-
zakeiyic was over elke hap 45 maal te
kauwen. tt
Dr. Harold G. O. Holck. hoogleeraar
in de physiologie aan de Universiteit
van Chicago besloot het „Fletcheren"
aan een ernstige proef te onderwerpen.
Gedurende twee en een half jaar at
hy op de gewone manier; daarna paste
hij anderhalf jaar de methode van
Fletcher met groote volharding en
nauwkeurigheid toe, waarna hij weer
een half jaar „gewoon" at. Hy hield
nauwkeurig aanteekening van zyn erva
ringen.
Dr. Holck kwam tot de conclusie dat,
vergeleken met de twee perioden, waar
in hy op de door Fletcher afgekeurde
wyze at, hy gedurende de Fletcher-
periode 30 pond ln gewicht was vermin
derd. Zyn spieren hadden bovendien
minder weerstandsvermogen en hij
maakt bij het typen veel meer fouten
dan anders. De bloeddruk bleef on
veranderd, evenais zyn pols, zijn tem
peratuur en zyn behoefte pan slaap. Het
eenige voordeel dat hy constateerde
was een grootere bekwaamheid in het
oplossen van schaakproblemen.
Maar het verrassendste resultaat was
dat hy minder voedsel tot zich kon ne
men. Dit verklaart hy door het feit dat
zyn mond en kaak vermoeid raakten en
hy daardoor zyn eetlust verloor.
John D. Rockefeller daarentegen, die
op 89-jarigen leef tyd nog iederen dag
golf speelt, past het Fletcher-systeem op
gematigde wyze toe en schrijft er zyn
goede gezondheid en zijn lang leven
aan toe.
DE VROOLIJKE
KANT
Opent jouw vrouw a.l je brieven?
Alleen die, waar „vertrouwelyk" op
Wanneer ga JU nu eens een vlieg-
tochtje maken?
Niet vóór de wet van de zwaarte
kracht ingetrokken is!
Me\Touw: Je bent de eerste bedelaar,
dien ik dezen winter zie.
Bedelaar: Ja mevrouw, ik ben altyd
bekend geweest om mijn werklust en
ondernemingsgeest.
Gevangene (die juist door den bewaar
der naar zijn cc', is gebracht): Denk er
om. ik wi! hier niet, van die lui ontvan
gen die demonstraties geven met stof
zuigers!
Dame (tot vriendin)Nee, ik ben niet
zoo byzonder ingenomen met die spre
kende films. Je kunt er niet bU spreken.
Advocaat (tot verdachte)He'
kruisverhoor scheen u niet byzonder
vermoeien. Had u wel eens meer zool
verhoor ondergaan?
Verdachte: Ik heb zes kinderen!
Ik ben nu dertien jaar getrouwd ei
ik breng iederen avond met mijn yrou
thuis door.
Dót is de ware liefde!
Nee, dat ls Jicht!
Hoe lang kende jy je man vo:
jullie trouwden?
Ik kende hem heelemaal n'.et! L
dócht alleen dat ik h».)n kende!
Automobilist: Jullie voetgangers
Icopen soms over den weg alsof de straat
van jullie was!
Voetganger: En jullie .vuomobi-
listen zitten soms in den wagen alsof hij
van jullie was!