EEN ANECDOTE VAN CONAN DOYLE. De beroemde Engelsche schrijver Sir Arthur Conan Doyle, de geestelijke va der van Sherlock Holmes, dendetectiv vertelt een aardige geschiedenis van zijn eerste bezoek aan Amerika. Het was in den tijd dat de avonturen van Sherlock Holmes de grootste popu lariteit genoten en dat de schrijver en zijn werk op de geheele wereld bespro ken werden. Conan Doyle kwam t< Boston aan en nam bij den stationsuit gang een rytuig om naar het ge bouw te gaan, waar hij een le zing zou houden. Toen hij op zijn bestemming was aangekomen,sprak de koetsier hem tot zijn stomme verbazing met "den naam aan. Wat Conan Doyle kent u my? Dat was al erg eenvoudig meneer zei de koetsier, Ik ken u niet maar tijdens de rit heb ik ontdekt wie u zijn moest. De lapels van uw jas z'en er wal vettig uit door de vele journalirtenhan den die er by uw aankomst te New York naar gegrepen hebben. Uw haar ls ge knipt naar den stijl van Philadelphia, uw hoed toont onmiskenbare teekenen van te zijn afgewaaid in de winderige stad Chicago Op uw rechterschoen heeft u een kluit modder zooals alleen in Buffalo wordt gevonden, de geur van Utica sigaren hangt aan uw klee ding en uw slecht geborstelde overjas wyst op een reis met den nachttrein uit Albany. Jawel zei Conan Doyle maar mijn naam. Of antwoordde de koetsier di* staat voluit op uw handkoffer ge schreven. IK ROOK NIET MEER Ik schaf de volgende week het rooken af, zegt Maurice LaneNorcott m „The Humorist". Ik heb daartoe het va-te be sluit genomen. Ik gooi al mijn cigaretten het raam uit en ga mijn leven beteren. Ik weet alleen nog niet, welken dag ik er mee beginnen zal. Ik denk: Dinsdag. Et geloof dat de menschen het ophou den met rooken over 't algemeen veel moeiiyker vinden dan het is. Er ls mets moeilijks aan. Wat moeilyk is dat ls het ophouden met weer te beginnen. Toch Is het wel prettig om weer te beginnen; het is wel waard dat je nu en clan eens ophoudt. Dóór maak ik me dus niet druk over. Ik zal niet zoo ln ééns ophouden. Dat zou dwaasheid zyn. Ik zal het juist heel langzaam doen. Ik denk dat ik a.s. Vrij dag eens een pyp opsteek. Maar zou dat eigeniyk wel verstandig zijn? Zou het dan weer niet erg moe!iyk zijn, geen twééde pijp op te steken? D: geloof het wel. Ik zal iels anders moe- Ion bedenken. II; zal beter doen met aan een vertrouwd vriend te vragen, iets 3n myn thee te doen, zonder dat ik het weet. Er zijn van die middelen. Iemand doet wat m je thee. je drinkt die argeloos open, je kunt geen tabak meer zien. Jo schuwt in je verdere leven cigaretten, sigaren en pijpen als het ergste vergift,i Hm! zou het waar zijn? Ik betwijfel het eigenlijk wel een beetje. Laat lk nu eens goed nadenken. Wat voor verderfeiyks schuilt er nu eigen iyk ln die door de dokters zoo gesmade cigaretten? Waarom moeten we ons ge nezen van de gewoonte, ze te rooken Ja, natuuriyk: ik weet wel, dat ze vol nicotine zitten en als we er te veel van rooken, kunnen we niet erg hard loopen. Maar waarom zouden we erg hard loo pen als we er niet tegen kunnen? Bovendien: in dezen tijd hoef je niet hard te loopen. Als je haast hebt kim je alt yd een taxi nemen. Ik voor my geloof eigeniyk niet dat cigaretten half zoo slecht voor ons zyn als da dokters zeggen, zy maken mis schien dat je hart wat sneller gaat klop pen, maar er zyn zooveel dingen die dat doen. Als ik plotseling word opgeschrikt door de telefoonbel, gaat myn hart óók sneller kloppen. Zeg ik daarvoor myn abonnement op de telefoon op? Of adviseeren de dokters my om de telefoon af te schaffen? Immers neen! Het is een onomstooteiyk feit, dat dokters niet consequent zyn. En als ze dat niet zyn, moeten we dan nog wel wat geven om hetgeen ze ons zeggen? Nog wat: ik geloof niet dat cigaretten wèrkeiyk het hart sneller doen kloppen. Zij zyn daarvoor veel te kalmeerend, omdat de tabak zoo zorgvuldig gemengd is dat hun zachtheid en heerlUke geur ze by iedereen bemind maakt. Dat heb ik honderden malen in advertenties ge lezen. Neen, als ik het goed beschoyw, moet ik zeggen dat het groots dwaasheid zou zyn myzelf te berooven van die gezonde, aangename cigaretten. Ik heb iets kal- meerends noodig. Niemand heeft daar aan meer behoefte dan juist ik. Ik weet nu, wat ik wil. Myn besluit is genomen. Ik ga een groote doos cigaretten koopen! LINDBERGH'S BESCHEIDENHEID. De oceaanheid Lindbergh Ir zooals mor weet. een voor beeld van be scheidenheid. Toen hy lie' manuscript var zyn boek: „Wi. (doelende or Lindbergh ej zyn vliegtuig) had afgelever aan den ultge ver en deze Ik' had doorgcle zen, kwam b tot het beslui, er wat by te maken. Lindbergh had geschreven: Ik ben geboren te Detroit (Michigan) op 4 Fe bruari 1902. De uitgever maakte hiervan; Ver scheidene steden beweren dat ik bin nen haar muren het daglicht heb aan schouwd, maar om eeriyk te bitlven Jegens Detroit, moet ik bekennen, dat deze stad daar in de eerste plaats aan spraken ap kan maken. De waarheid is dat ik een maand te Detroit heb ge leefd, waarna myn ouders my meena men naar LittlefalJ. Dit dorp heeft dus het recht te beweren dat Detroit slechl formeel mijn geboorteplaats ls, naar dat myn wieg dan langsten tijd ln Littlefall heeft gestaan, Lindbei'gh\ kreeg de proeven van zi.in boek, las deze ontboezeming, nam een blauw potlood ter hand, sc.irapte het heele verhaal door en sch.eef in de marge: Ik ben geboren te Detroit (Mi chigan) op 4 Februari 1002. WIE GAAT ER MEE NAAR MARS? A'M Een stad op Mars. Teekening van do Geneefsche spiritiste Hélène Smith, die in 1890 beweerde in verbinding te staan met den Marsbewoner Astané. MIJN EERSTE PARACHUTE-SPRONG. Beschrijving door een Amsrikaansch vlieger Wat is op het oogenbllk de sterkste vorm van sensatie? Waarschyniyk het springen uit eei: vliegtuig op een paar duizend meter hoogte met geen ander midcl om behou den op de veilige aarde neer te komen dan een soort van groote paraplu, die op het juiste moment haar plicht moet doen. Ik moet eeriyk zeggen, dat ik het per- sooniyk niet graag zou doen. dal para chute springen dat tegenwoordig zelfs tot de verplichte proeven behoort voor leer ling-vliegere in het Amerikaansche leger. Al zyn die valschermen dan ook veel be ter geconstrueerd en betrouwbaarder in hun functie dan vroeger, het biyft toch altijd nog een groot risico, dat niet ver minderd wordt door de kans dat je, wan neer het valscherm goed zyn werk doet, op het dak van een huis belandt of in een boom, of in liet water. En is het niet een paar jaar geleden gebeurd, dat een Ame rikaansche vlieger tydens een parachute daling in een onweer terechtkwam en drie kwartier in de lucht heen cn weer gesmeten werd, voor hy eenlge tientallen kilometers van de vooraf berekende plek op den grond kwam? Er wordt nu overwogen om een van twee dingen te doen, ter meerdere veilig heid in het luchtverkeer. Of iedere pas-» sagier moet by het vertrek een parachute op zyn rug' b'.nden, die hem dan natuur iyk, zooals een zwemvest op een stoom schip, door de maatschappy in bruikleen v el's trekt wordt, of er moet boven aan 't vliegtuig een soort van monstervalscherm vastgemaakt worden, dat vliegmachine en Inzittenden tezamen kan dragen en ln veilige zweefvlucht naar de aarde terug voeren. Het eerste heeft het bezwaar dat- je toch wel een'lge oefening mag hebben, voor Je behooriyk met een parachute kunt omgaan, het tweede is waardeloos wan neer het vliegtuig ln brand mccht raken. De Amerikaansche luitenant Herbert Cramer heeft aan The Wide World Ma gazine verteld, welke sensaties hy onder ging, toen hy voor het eerst een para chutesprong maakte. Het vliegtuig, dat hem meevoerde, was op een hoogte van byna 2000 Meter toen dc piloot hem het teeken gaf, dat hij nu kon springenI Ik keek den vlieger, luitenant Friet aan, bewoog myn droge lippen tot eer. klankloos afscheid cn dwong mezelf tot een glimlach, die wel bleekjes moet ge weest zyn. Toen zwaaide ik myn rech terbeen over den rand van de romp, hield me zoo vcor een cogenblik in evenwicht en met alle macht, zooals inü voorgeschreven was, sprong ik van het vliegtuig weg. Ik had verwacht dat ik onmiddellijk als een baksteen zou vallen, maar In plaats daarvan schoot ik als een pro jectiel yoort in horizontale lichting terwyi ik diep beneden mij het vliegveld zag. De geweldige snelheid die 'net vlieg tuig had op het oogenblik van mfu sprong was hier natuurlijk de oorzaak van. Zoo dreef ik als het ware mee mei het toestel dat ongeveer 20 Meter boven my was. Dit leek eindeloos te duren, in werkeiykheid was het natuurlijk slechts zeer kort, maar ik zag toch de naar bo ven gewende gezichten van myn vrien- den Op het vliegveld, het roode dak van het hospitaal en de motor ambulance, voortrennende naar de plek waar myn daling verwacht werd. Zou? die ambu lance straks werk krijgen vroeg ik mij met een huivering af. Toen voelde ik mijn hoofd vooroverbuigen, myn lichaam volgde en het volgend oogen blik maakte ik een serie heftige salto mortales. Myn val was nu begonnen, daar was geen twyfcl aan. Eiken keer dat myn gezicht naar beneden gericht was, zag ik hoe de aarde als het ware in een dronken ren naar my toeschoot met verbysterende snelheid. De gedach te hoeveel seconden mijn val zou duren, flitste door mijn hoofd. Zou ik wel tijd hebben om den ling te pakken en hei koord los te trekken, dat de parachute in werking moest stellen. En als dat luk te, zou het valscherm dan genoeg tijc. hebben om zich te ontplooien? Tweeduizend Meter was niet zoo erg hoog. Ik had er spilt van dat ,!k niet ge wacht had tot wy op 3000 Meter waren. Dat zou meer tyd gelaten hebben. Toen moet ik wanhopig naar de ring hebben gegrepen. Ik vond hem en rukte er aan. Ik tuimelde en wentelde om in de lucht, zag een oogenblik bet vliegtuig hoog boven me, maar de parachute was nog altyd niet open en ik viel.viel. Zou het ding weigeren? Zou ik na eenige seconden met een vrecseiyken slap op den grond neerkomen, om weer een paar Meter in dc lucht terug te kaatsen en als een vormlooze massa te worden opgenomen? Op dat oogenbllk hoorde ik een geluid als een kanonschot boven myn hoofd, gevolgd door een gillend fluiten. Een ge_ weldige kracht rukte myn linkerbeen in de hoogte, zoodat. ik een moment vreesde, dat hy uit het lid getrokken was. Plotseling werd myn val gestuit, het valscherm had zich geopend. Ik haa nu het gevoel of ik rustig op een schom mel zat, die mij zacht wiegend door de lucht voerde. Het groote zyden scherm zwaa'de my zachtjes heen en weer en de lucht floot een vrlendeiyk liedje Daar zweefde ik op een 800 Meter hoogte terwijl ver beneden my de zie kenauto nog alt'Jd mijn onzekere route bleef volgen. Zoo vertelt luitenant Herbert Cramer van zyn eerste parachutcdaling. Mars en de Marsianen aangenomen dat die werkelijk bestaan hebben zich altyd in de byzondeve belangstelling dei- aardbewoners mogen verheugen. Geen der andere planeten heeft ooit zoozeer de geesten der geleerden en n'.et-ge- leerden aan 't werk gezet; over geen der andere planeten ook is zóóveel gefanta seerd. Hiervoor zijn verschillende rédenen. In ae eerste plaats Ls de afstand tus- schen de aarde en Mars geringer dar. die tusschen de aarde on de andere pla neten (de kleinste afstand van de aarde tot Mars is toch altyd nog 70 millloen ELM.!). De Mars'oewoners alwéér: óls ze er zyn! zijn dus onze naaste buren. Dan vertoont Mars treffende punten van overeenkomst met de aarde: de dagen duren er bijna even lang als onzt dagen. (De omloopstyd van Mars om de zon duurt bijna 687 van onze dagen, zoodat een Marsjaar nagenoeg twee maal zoo lang duurt als een aardejaar) Verder zijn er op Mars ook jaargetijden en is er een dampkring en het staat zoo goed als vast dat er water aanwezig Ls en niet alleen water maar zeer wa schijnlijk ook sneeuw en ijs. Sommige geleerden gaan verder en nemen aan dat er ook plantengroei is. Maar als dit alles min of meer vaststaat, waarom zouden we dan niet nóg een stap verder gaan en op Mars levende wezens veron derstellen die overeenkomst vertoonen met den mensch die op dit ons tranen dal in raadselen roudwandeit? Artisten hebben veel voor op gewone menschen; zy hebben hun fantasie die geen beletsels of hinderpalen kent en zoo heeft de Amerikaansche beeldhou wer Victor Kahili alch een voorstelling van een Marsbewoner gemaakt, waarvan wy onzen lezers hierby een afbeelding aanbieden Het zou interessant zijn van den kunstenaar zelf te vernemen, waarom Een Marsbewoner, zooals de Ameri; kaansche beeldhouwer Victor Kahili zich dien voorstelt. hij zijn Marsianen Oomamru heeft hij hem gedoopt zulke geweldige coren heeft gegeven en zulk een enor- men naar het hoogcre strevenden haar dos. Waarom die scheefstaande, half dichte oogen, die op de helft plotseling afgebroken wenkbrauwen en dat rare. kleine neusje? De diklipplge. open mond getuigt niet van veel intelligentie er. voor ons spreekt uit het- heele wonder- ïyke gelaat eerder misdadigheid dan groote verstandeiyke begaafdheid. (Als verklaring voor de groote ooren zou mis schien kunnen gelden dat de yiere dampkring op Mars het ge'.u'd niet zoo goed voortplant als de aardschc damp kring) Bepaald mooi is Oomaruru in ieder geval niet. al geven wij gaarne toe dat over den smaak niet te twisten valt. Misschien beantwoordt deze gefanta seerde Marsiasn jilist wel aan het ideaal van schoonheid dat de bewoners van Mars zich gevormd hebben. Herhaaldelijk heeft de vraag omtrent de bewoondheid van Mars, zoo vertelt Dr. G. C. A. Valewink in een aardig boekje: „Bewoonde werelden", de menschenwereld in opschudding ge bracht. In 1920, in Januari en Februari, vingen marconisten met hun toestellen geheimzinnige signalen op. die men be schouwde als van niet-aardschen oor sprong. Zy moesten van Mars komen! De Marconisten werden bij hun opne mingen gehinderd door lettercombina ties. waarin vaak de S Cn 't Morsestel-1 se!» voorkwam. Zoowel in Londen als in New-York deed zirh hetzelfde verschijn- j scl en wel gelijktijdig voor met 1 volkomen gelyke intensiteit. De bron moest dus op grooten afstand liggen. Prof. W. H. Pickering te Mandeville. Jamaïca, meende de bron op Mars te moeten zoeken. Hy meende zelfs levens teekenen op Mars te hebben waarge nomen. In 1920 deed een Amerikaansche offi cier-vlieger, kapitein Collins, het voor stel een projectiel naar Mars af te schieten. Hy ging daarby zelfs zoo ver dat hij zich beschikbaar stelde ln het projectiel de reis te doen. Hij was na tuurlijk geïnspireerd door Jules Verne's „Reis naar de Maan", die op een derge lijke wijze werd ondernomen. De kapi tein is intusschen nog niet vertrokken! De bekende uitvinder Thomas Alva Edison vond het denkbeeld van signalen uitgaande van Maxs, niet verwerpelijk. Op 28 April 1920 heeft een Amerikaan, Dr. Frederic Milliner gepoogd met Mars In vc-rbinding te komen. Hij wendde electrische golven van 15000 tot 16000 M. aan. Gedurende ver scheidene uren kon hy alles verstaan wat in de wereld geseind werd. HU kwam in verbinding met Beviyn, Mexico en alle groote stations. Tegen 2 uur 's nachts, toen alles stil was, ging hij werken met golven van 300.000 M. lengte Maar het blééf absoluut stil. Mars gaf geen antwoord! Fantastische plannen zyn ontworpen. Jaren geleden is al voorgesteld, 9 groote, holle spiegels neer te zetten en kleinere daartusschen met sterke lam pen in hun brandpunten, zoodat elk als het ware een groot zoeklicht was. De spiegels moesten dan zóó geplaatst worden dat ze de hoekpunten vormen van de bekende figuur van Pythagoras, Intelligente wezens op Mars zouden deze figuur herkennen als uitdrukking van het theorema van den rechthoekigen driehoek. Van dit plan werd evenwel tenslotte afgezien omdat men berekende dat elke spiegel ongeveer de grootte zou moeten hebben vanonze provincie Utrecht! Mars-enthousiasten ontvangen niet altyd de door hen gewenschte mede werking van de autoriteiten. Zo> wera onlangs door een Parysch telegraafkan toor een telegram voor Mars geweigerd dat door een dame werd aangeboden, omdat de autoriteiten er niet van over tuigd waren ('t was wel het minste wat zy zeggen konden!) dat het telegram Mars zou bereiken en gesteld dót het op Mars aankwam, dan was het toch nog zeer twyfelaehtig of de Marsianen wel Fransch zouden verstaan! Sommige plannen die uitgedacht zyn om met Mars in verbinding te komen zouden aanleiding kunnen geven tot on aangename verwikkelingen. BIJ voor beeld het plan, om geweldig groote vuurpeilen naar de veelbesproken pla neet af te schieten. In de eerste plaats ls de vraag gewettigd: Wat zou je er aan hebben? En ten tweede: gesteld eens dat de vuurpijlen werkeiyk Mars ..raakten", dan zou ongetwijfeld deze nieuwe en grootscheepsche vorm van brandstichting niet vriendeiyk door de Marslanen worden opgenomen, zyn zy werk el ijk zoo intelligent als sommige aardsche geleerden denken, dan zou het wel eens kunnen gebeuren dat zij zee: onaangename tegenmaatregelen zouden nemen. Wie weet voor welke vreeseïyke verrassingen wij dan nog kwamen te staan! Met behulp van kijkers is Mars her haaldelijk „bespied". Details kunnen slechts onvolkomen gezien worden in gewone kykers en dan is er aanleiding tot verschil van ineening ten opzichte van de ware oorzaken en van de ware natuur er van. Groote kijkers zullen ons daarom veel kunnen leeren. Tot dusver is de grootste kijker de Hooker-lelescoop te Mount Wilson, waarvan de spiegel een doorsnede van 2 M. heeft. Er is nu een plan gemaakt door F. G. Pease voor het bouwen van een telescoop met een spiegel van 8 M. doorsnede, waarvan de kosten geraamd worden op 12 millloen dollar. Is deze telescoop eenmaal gereed en wordt hij in dienst gestold van d? Mars-observatie dan zullen we heel wat meer van onzen naasten buur te weten kunnen komen. Moge het Amerikaan sche plan dus spoedig tot uitvoer kun nen komen 1 Tot slot willen wy nog melding maken van een merkwaardige poging, door de Engelsche bladen gemeld. Een suor.- densch advocaat, Dr. L. Mansfield Ro binson. heeft- in den nacht van kortsten afstand een telegram voor Mars aange boden aan het Rugbystation en dit heeft het. met golven van groote lengte, uitgezonden. Als „waarschuwing" ol roepletters ging vooraf 'n driemaal her haalde drievoudige M. Of het telegram ter bestemder plaatse is aangekomen ls volstrekt niet zeker, hoewel Dr. Robin son na 3 minuten en 45 seconden twee malen de letter M. teruggezonden kreeg, welk feit door ongeloovigen wordt toegeschreven aaneen ondeugend heidje van een of ander aardsch station. In den laatsten tijd is er ernstige twyfel ontstaan of radiogolven de aarde wel kunnen verlaten; het schynt n.l. wel zeker dat op een nog onbekende hoogte in onze atmosfeer een laag aan wezig is. waardoor de golven, tengevolge van een soort reflexie. worden terug- gfkaató'.. Pogingen om langs draaa'.oo- zen weg met Mars in verbinding te ko men. zouden dus alle schipbreuk moeten kjden, EEN WERELDKLOK. Een Duitsch uitvinder stelt zich voor een klok te maken die voor de geheele wereld den tyd zal aangeven. Uit het een of ander centraal punt zouden de tikken van deze klok dadelijk draadloos naar alle deelen der beschaafde wereld worden overgebracht, zoodat overal de zelfde tyd zou gelden. De klokken in de geheele beschaafde wereld zouden dan, tot op een honderd duizendste van een seconde nauwkeurig, denzelfden tijd aanwyzen en de uitvin der stelt zich voor. ook van de televisie gebruik te maken om de „gelijktijdig heid" van alle andere klokken met de moederklok te bewerken. Onnoodig te zeggen dat dit alles nog maar theorie is. De Duitsche uitvinder is nog niet zoover! Maar wat niet is, kan komen. EEN AARDIGHEID MET KAARTEN. Het aantal kunstjes met speelkaarten is buitengewoon groot en de meeste lezers .zullen er wel een of meerden kennen, waarmede zy af en toe hun vrienden vermaken ofvervelen, wanneer deze zc al meer gezien hebben en hier beleefdheidshalve niet vuor uit willen komen. Wy hebben echter nog een aardig heid met kaarten (een kunst kun je het moeilyk noemen) die slechts zeer weinig bekend is en die willen wy hier even uitleggen. Leg naast elkaar een aas, een twee, een drie en een vier, onverschillig van welke kleuren. Leg onder de aas een twee, onder de twee een vier, onder de drie een zes, onder de vier een acht. Tel vervolgens elke onderste kaart bU de erboven liggende op en plaats de kaan die de som aangeeft op de onderste. Begin dus: twee plus aas is drie, dar. drie plus aas is vier, vier plufc aas ls vijf cn zoo door tot er een heer op het onderste stapeltje ligt. Nu volgt het. tweede paai' op dezelfde manier, twee plus vier is zes enz. Dan komt men aan twee plus vrouw. Dit is aas en men gaat dan nog op denzelfden voet met dit stapeltje voort tot ook hier de heer uit komt. Daarna hetzelfde met het derde stel en tenslotte met het vierde. Wan neer de laatste heer Op het laatste on derste stapeltje ligt is ook juist het ge heele spel verbruikt. Alle kaarten moe ten met het beeld open liggen. Nu volgt het tweede deel. Men neemt het vierde stapeltje onder en daaronder het vierde boven, dan het derde onder, derde boven enz. Men keert nu het ge heele pak om en legt gewoon afnemend de dertien bovenste kaarten blind peer. Vervolgens gaat men hierop kaarten leggen, telkens een overslaande, dus op de tweede, vierde, zesde enz. tot twaalf de. Dan slaat men de dertiende dus weer over en legt de volgende kaart op de eerste, derde, vijfde enz. tot en met de dertiende. Men heeft nu 13 stapel tjes van elk twee kaarten. Nu slaat men er telkens twee over, dus legt er een op de derde, zesde enz. ook weer net zoo lang tot er ook een op de dertiende ligt en tenslotte doet men heb nog een keer met er drie over te slaan. De volgorde van het neerleggen in deze laatste serie wordt dus vierde, achtste, twaalfde, derde, zevende, elfde, tweede, zesde, tiende, eerste, vy'fde, negende, dertien de. Nu heeft men 13 hoopjes van vier kaarten elk. Men noodigt de kykers uit, onverschillig welk hoopje om te keeren en zij zullen tot him verbazing zien dat de vier azen, de vier zevens, de vier boe ren, kortom alle gelijkwaardige kaarten byeen liggen. Hoe sneller men dit „neer leggen met overslaan" doet hoe minder het systeem doorgrond zal worden en derhalve hoe meer succes men heeft. Laat intusschen de 'hoopjes niet dooreen gooien want er is nog een derde afdeeling. Hiervoor neemt men de hoopjes, zooals ze liggen en dus ook blind op, zoodat de azen bovenop liggen. Vervolgens spelt men de waarden der kaarten, bij elke letter een kaart blind neerleggende en de kaart voor de laatste letter omkeerende Aldus: a. a. s, aas (keer de s kaart om) t, w, e, e, twee. (keer de laatste e kaart om)later ook b, o, e, r, boer. Op de r van heer keert men tevens de laatste kaart van het pak. want de verzamelde letters van de kaartwaarden tellen precies 52. Probeer het eens. Goochelaarshandig heid komt er niet by te pas. maar wij weten uit ervaring dat het succes oogst. -EN SCHRANDERE HOND Een hond die gestolen was, uit zijn gevangenschap was ontsnapt en door een dorpsdokter in Engeland was in huls genomen ls aan zijn eigenaar, een Hollandsch professor, teruggegeven door een merkwaardige samenlbop van omstandigheden. De professor sprak een rede uit in een Hollandsch draadloos uitzendstatlon en deze rede werd o.m. ontvangen ten huize van den Engelschen dorpsdokter. Toen de hond de stem van zijn meester, uit den geluidshoorn hoorde komen toonde hij teekenen van groots opge wondenheid. De dokter' stelde zich met den professor in verbinding en was spoedig in staa.t den hond aan zyn rechtmatlgen eigenaar terug te geven. IN DE BRIEVENBUS. Een Londensch brievenbesteller heelt verteld, wat hy al zoo in de aoo. hem gehcMe brievenbussen in den loop der jaren had gevonden. Op één avond was zijn oogst, .een handschoen, twee kasboekjes, een >p§.?- vouwen zakdoek en een ledige porte\- monnaie. De laatste was waarschijnlijk: in de bus geworpen door een zakkenrol ler, die zich eerst van den inhoud liad meester gemaakt. Nu en dan vindt hij een rinz: c!a menschen stoken dikwijls de hand in de sleuf om zich te overtuigen dat een brief workelijk in de bus is gevallen sn dan kan het by het terugtrekken van do hand gebeuren, dat een eenigszins lo; zittende ring, wanneer hy met den rand van de sleuf Ia aanraking komt. van den vinger wordt getrokken. Het was een goede dag voor den brievenbesteller toen ren dame hem met 20 pond beloond voor het vinden en teruggeven van haar kostbaren ring, die een waarde had van. 100 pond. Talryk zyn de boeken die in de bus sen worden gevonden. Vaak breng; iemand een brief naar de post die ligt in een boel: en in verstrooidheid worden dan boek en brief door de sleuf gewor pen. Eens vond de brievenbesteller do preek in de bus, die een dominé den aanstaanden Zondag v'ilde houden! Menschen die aangenomen en be taald worden voor het rondbrengen van circulaires schynen hun geld dikwijls al zeeir gemakkeiyk te verdienen. Vaak gebeurt het, dat honderden gelyk- err geiykvormige circulaires in de brieven bussen gevonden worden. In verkie zingsdagen gaan duizenden strooibiljet ten denzelfden weg. Hulssleutels, lorgnetten, tabakszak ken behooren ook al tot de voorwerpen, die in de brievenbussen verdwenen. Het. wordt met de verstrooidheid van het publiek elk jaar erger, meent de brie venbesteller, wiens ervaringen we hier mededeelen. Twintig jaar geleden was het een groote bijzonderheid als hij iets in de bus vond. dat er niet in hoorde. Zyn eigenaard-gste vondst was wel: een theeserviesaan stukken! Zeer waarschijnlijk had een dienstbode het ongeluk gehad, het servies van een blad te laten vallen en had zy op deze wijze, de stukken „verstoken", als de bekende Cornells van Hieronymus van Alphen, die een glas gebroken had en geen raad wist. Eens, toen de brievenbesteller zijn hand in de bus stak om er de poststuk- uit te halen, werd hy door een rat in den vinger gebeten, die daarna snel een goed heenkomen zocht. Muizen en kleine vogels vinden ook al hun weg door de gleuf. Zou die brievenbesteller gelyk hebben? Worden we nonchalanter? Denken we minder dan vroeger by wat we doen? Een goed onderwerp voor den Zater dagavond om eens te bepeinzen' FLETCHEREN. Het „Fletcheren", de eetgewoonte die eens werd aanbevolen door Gladstone en John D. Rockefeller, ls nu voor het eerst gedurende een geslacht aan een proef onderworpen geweest. Gelyk zoo vele met groot enthousiasme ontvangen ideeën, waarvan verwacht werd dat zij de wereld een groot eind vooruit zouden brengen, ls ook het „Fletcheren" een mislukking gebleken. Horace Fletcher schreef de meeste ziekten, die het menschdom kastyden, toe aan te haastig eten. Hij ging van het standpunt uit dat de mensch alleen moet eten in een kalme gemoedsstem ming en dat het verder absoluut nnoa- zakeiyic was over elke hap 45 maal te kauwen. tt Dr. Harold G. O. Holck. hoogleeraar in de physiologie aan de Universiteit van Chicago besloot het „Fletcheren" aan een ernstige proef te onderwerpen. Gedurende twee en een half jaar at hy op de gewone manier; daarna paste hij anderhalf jaar de methode van Fletcher met groote volharding en nauwkeurigheid toe, waarna hij weer een half jaar „gewoon" at. Hy hield nauwkeurig aanteekening van zyn erva ringen. Dr. Holck kwam tot de conclusie dat, vergeleken met de twee perioden, waar in hy op de door Fletcher afgekeurde wyze at, hy gedurende de Fletcher- periode 30 pond ln gewicht was vermin derd. Zyn spieren hadden bovendien minder weerstandsvermogen en hij maakt bij het typen veel meer fouten dan anders. De bloeddruk bleef on veranderd, evenais zyn pols, zijn tem peratuur en zyn behoefte pan slaap. Het eenige voordeel dat hy constateerde was een grootere bekwaamheid in het oplossen van schaakproblemen. Maar het verrassendste resultaat was dat hy minder voedsel tot zich kon ne men. Dit verklaart hy door het feit dat zyn mond en kaak vermoeid raakten en hy daardoor zyn eetlust verloor. John D. Rockefeller daarentegen, die op 89-jarigen leef tyd nog iederen dag golf speelt, past het Fletcher-systeem op gematigde wyze toe en schrijft er zyn goede gezondheid en zijn lang leven aan toe. DE VROOLIJKE KANT Opent jouw vrouw a.l je brieven? Alleen die, waar „vertrouwelyk" op Wanneer ga JU nu eens een vlieg- tochtje maken? Niet vóór de wet van de zwaarte kracht ingetrokken is! Me\Touw: Je bent de eerste bedelaar, dien ik dezen winter zie. Bedelaar: Ja mevrouw, ik ben altyd bekend geweest om mijn werklust en ondernemingsgeest. Gevangene (die juist door den bewaar der naar zijn cc', is gebracht): Denk er om. ik wi! hier niet, van die lui ontvan gen die demonstraties geven met stof zuigers! Dame (tot vriendin)Nee, ik ben niet zoo byzonder ingenomen met die spre kende films. Je kunt er niet bU spreken. Advocaat (tot verdachte)He' kruisverhoor scheen u niet byzonder vermoeien. Had u wel eens meer zool verhoor ondergaan? Verdachte: Ik heb zes kinderen! Ik ben nu dertien jaar getrouwd ei ik breng iederen avond met mijn yrou thuis door. Dót is de ware liefde! Nee, dat ls Jicht! Hoe lang kende jy je man vo: jullie trouwden? Ik kende hem heelemaal n'.et! L dócht alleen dat ik h».)n kende! Automobilist: Jullie voetgangers Icopen soms over den weg alsof de straat van jullie was! Voetganger: En jullie .vuomobi- listen zitten soms in den wagen alsof hij van jullie was!

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1928 | | pagina 16