mm~m POSTZEGELRUBRIEK HUISVLIJT RUILRUBRIEK RAADSELS Raadseloplossingen DE KINDEREN GERRITSEN. Er iecfdr eens ccn rijke vrouw. Zii wconde in een groot cn deftig huis en iedereen in dr omgeving hield van haa want zij was een goede vrouw, die haa: rijkdipni niet alleen voor zich behield maar met kwistige hand ronddeelde, daar waar gebrek en nood heerschte. Als zij hoorde, dat er hier of daar een man ziek geworden was. zoodat hij niet wer ken kon en zijn familie onderhouden, dan liet zij dadelijk inspannen om het huis van den zieke to bezoeken en zich persoonlijk van de omstandigheden op do hoogte te stellen. En als er gebrek was hielp zij zoo goed. dat de menschen "verder niets behoefden te ontberen. Zij was dus een weldoenster in den waren zin van het woord. Nu gebeurde het eens in December. Het Kerstfeest stond als het waire voor de deur en de rijke vrouw had het druk ker dan ooit, want er heerschte veel ellende en veel gebrek en overal wilde zij haar hulp brengen. Zij wilde het niet alleen, maar zij moest het doen omdat haar goede hart haar tot de weldaden dreef. Zij wilde zoo graag dat het Kerst- fee;-: voor alle menschen vroolijk en goed zou zijn, opdat het ook in werke lijkheid een echt feest zou zijn. Al dagen van tc voren was zij tel kens naar de stad gereden om inkoopen te doen en ook heden maakte zij zich v.ccr gereed voor hetzelfde deel, omdat zij dacht nog het een en ander te moe ten knopen. Het had al gesneeuwd en het vriezen was ook al begonnen en daarom liet zij niet haar rijtuig maar haar slede inspannen. Onderweg zag zij ergens een armelijk gekleed meisje en dadelijk vroeg zij aan haar koetsier o." hij misschien wist, wie dat meisje v;v. De koetsier knikte cn sprak: „Dat is het oudste docht je van den boschwachter Gerritsen, die al sedert den herfst ziek te bed ligt. De menschen zijn zeer arm en het beetje onder steuning, dat zij genieten is by lange na niet voldoende om in hun onder houd ts voorzien. De kinderen moeten dus ook zoo veel mogelijk mee helpen verdienen."' ..Boschwachter Gerritsen? Dat heb nog hcelemaal niet gehoord, dat hy ziek is," antwoordde de rijke vrouw, „hoeveel kinderen heeft hij wel?" „Zijn vrouw leeft ook nog. Zij hebben drie kinderen," vertelde de koetsier. „Dat meisje, dat wij zooeven gezien hebben is de oudste. zy is dertien jaar; dan is er een jongen van tien jaar en dan is er nog een meisje, dat zoo onge veer vijf .jaar zal zijn." „Nu, het is maar goed, dat ik dat nu juist nog hoor," dacht de goede vrouw, „misschien kan ik nu nog wel iets voor hen doen." Licht gleed de slede voort over de be sneeuwde wegen. De vrouw zat in diep nadenken verzonken en sprak geen en kel woord. In de stad gekomen, werden de verschillende boodschappen snel af gedaan en na een enkel uur reeds keerde men onder het gerinkel der bellen, welke aan het tuig van het paard hingen, we der huiswaarts. „Wij zullen een omweg maken om langs het huisje van Gerritsen te gaan," riep de vrouw den koetsier toe. De koetsier het den zweep knallen en h<paard draafde vroolijk het bosch in om cenigen tijd later stil tc houden voor het kleine huisje van boschwachter Gemtson. Dadelijk verschenen er een paar kindergezichten achter de venster ramen. „Kom eens even buiten," riep de rijke vrouw en wenkte de kleintjes vrien delijk om bij haar te komen. De oudste vatte snel moed en trad voor de huisdeur. „Wel meisje, je weet toch zeker wel wie ik ben en waar ik woon," vroeg de vrouw. Het- meisje knikte verlegen van Ja en daarop sprak de weldoenster verder: „Welnu, kom dan den avond voor Kerstmis met je broertje en Je zusje eens by mij op bezoek, wil je?" „O. ja zeker Mevrouw," haastte het kind zich tc antwoorden. Op hetzelfde oogenblik trok de koetsier reeds weer de teugels aan en zette de slede zich weer snel in beweging. Het meisje zag nog hoe de rijke vrouw haar een knikje gaf en daarna verdween de be zoekster weldra uit het gezicht. Toen zij weder de huiskamer betrad, vertelde zij natuurlijk dadelijk aan haar ouders wat de rijke dame haar gezegd had. Verbaasd hoorden de boschwachter en zijn vrouw de boodschap aan en de andere kinderen lieten reeds een luide Vreugdekreet, hoor en. Zij hadden na tuurlijk bijna geen geduld om af te wachten tot de avond voor Kerstmis gekomen zou zijn. Thuis gekomen had de rijke vrouw dadelijk een paar van haar bedienden bij zich geroepen en hen opdracht ge geven om leder voor zich een paar men schen te bezoeken om hen uit te roodi- gen op den avond voor Kerstmis in haar huis te komen. Oud en jong, riJK en arm werden uitgenoodigdwie nog cenigszins loopen kon, moest komen. Het uur voor het bezoek werd vastge steld op zeven uur. Don volgenden morgen togen de be dienden op 't pad en brachten de bood schap in vele huizen. En eindelijk was de lang verwachte en in spanning tegemoet geziene dag, inspannen en volladen met pakjes en doezen. Als de wind ging het nu va.n langs, om alles te bezorgen aan de adressen van de oude en zieke men schen, die niet des avonds komen kon den. Overal waar zij verscheen werd de rijke vrouw met vreugde ontvangen, want zij liet het niet alleen bij de ge schenken maai- had voor een ieder ook een vriendelijk en bemoedigend woordje klaar. De vrouw wist hoe zij de men schen met liaa* giften gelukkig moest maken In-plaats van hen te beleedigen. Het was een zwaai- en vermoeiend werk voor de goede vrouw, om in het groote derp al die behoeftigen te bezoeken, maar zij bracht haar taak ten einde met een opgewekt gemoed. In den tijd dat zij in het dorp ver toefde, hadden de bedienden in haar huis een grooten kerstboom opgetooid en In de beide grootste kamers twee lange tafels gedekt. Voor al de kinde ren, die komen zouden was een ge schenk aanwezig, dat op keurige wijze met een takje hulst versierd werd. Toen de rijke wouw terugkeerde van naar tocht, waren de toebereidselen in het huis bijna gereed en had zij alleen nog maar to zorgen voor het uitzoeken van al de pakjes, want natuurlijk moest ieder het zijne hebben. Zij had nog order gegeven dat de kinderen om vijf uur moesten komen en de grootere menschen eerst om zeven. En dodelijk bij het slaan van vijf verschenen reeds de eerste kleintjes. zy werden eerst in een kamer gebracht waar zij zich te goed konden doen aan thee en gebak. De kinderen van bosch- wachber Gerritsen kwamen het laatst van allen. Schuchter betraden ook zy de kamer waarin de andere kinderen reeds eenigen tyd byeen waren en slechts met moeite waren zy te bewe gen ook iets van het lekkere gebak te gebruiken. Toen alle kinderen gereed waren, kwamen de bedienden om hen lachend in een groote ry te plaatsen. En nu ging het voomaarts op een groo te gesloten deur toe, maar niet zoodra waren de beide eerste kinderen den drempel genaderd of de deur opende zich en vertoonde voor de verbaasde blikken der kleintjes het schouwspel van een prachtig versierde kamer, waar in het midden een kolossale kerstboom stond, versierd met honderden lich tende kaarsjes. Vlak by de deur stond de goede, rijke vrouw. Zy lachte de kin deren vriendeiyk toe en sprak: „Zoo. lieve kinderen, ik ben blij dal jullie allemaal gekomen bent, maar nu moeten wij voor dat jullie de ver schillende geschenken in ontvangst komt nemen toch eerst eens een paar mooie Kerstliedjes zingen." De ryke vrouw zette zich voor de piano en een oogenblik later klonk het plechtig door de kamers: „Stille Nacht, Heilige Nacht!" Eerst waren de kinde ren natuurlyk nog wat verlegen, maar weldra lieten zij hun stemmen helder klinken. Men kon aan de gezichten der bedienden zien hoe mooi zij het kinder gezang vonden en ook de goede vrouw zelf toonde zich zeer ingenomen. Na dit eers-te mooie lied, volgden nog eenige andere bekende Kerstwijsjes en toen ook deze uitgezongen waren, kon den de kin-deren eindeiyk vol vreugde op hun plaatsen afstuiven om de daar voor hen klaar liggende geschenken in bezit te nemen. Nu hadden jullie de kreten van vreug de en pret eens moeten hooren. De een was nog meer verrast dan de ander-. Allemaal ontvingen zy naast nuttigte zaken, zcoals kleedingstukken, een aar dig stuk speelgoed. Er heerschte weldra een ongedwongen vroolyke stemming in de kamer en de vrouw des huizes vooral genoot. Slechts drie kinderen waren er, die niet zoo luidruchtig gestemd waren. De kinderen Gerritsen. De ryke vrouw zag het en verbaasd vroeg zij het oudste meisje of zy teleurgesteld was over het feestavondje. „O, neen. mevrouw," antwoordde zij, „dat niet. Wy zyn opgetogen over al het moois, maar het is zoo jammer dat vader ziek is en moeder er ook niets van kan zien." „Kom, kom," troostte nu de vrouw, terwijl zij het meisje liefkozend over het haai- streek, „maak maar gerust pret met de andere kinderen, want ik ben er wel byna zeker van, dat het Kerstmannetje ook by je ouders ge weest is. Verheugd keken de kinderen nu naar haar op en werkelyk vergaten zij hun verdriet en speelden voor de verdere uren van het feest dapper met de andere kinderen mee. Toen het uur van gaan gekomen was, werd eerst nog een mooi kerstlied gezongen. Alle kinderen kwa men afscheid nemen van hun weldoen ster en dan verlieten zy zwaar beladen het gastvrye huis. Maar wie schetst de verbazing van de drie kinderen Gerritsen, toen deze thuis gekomen de deur openden en daar eveneens een mooien brandenden Kerstboom zagen. Ende takken van den boom hingen vol met geschenken voor vader en moeder De ryke vrouw had dus geiyk gehad. Het Kerstmannetje had vader en moeder ook niet vergeten I DANZIG III. jyf 'f/ j yyi s-m t /as» V/ i Hiijf fl4T. S/o //O "/'f *"/T vf 'f/ /f» j m S /a av. Nog verschenen in 1920- eenige op drukken op Duitsche zegels, n.l. 1 Mark op 30 pf. (rood en zwart op lichtgeel) 11/4 Mark op 3 pf. (bruin), 2 Mark op 35 pf. (roodbruin), 3 Mark op 71/2 pf. (oranje), 5 Mark op 2 pf. (grUs) en 10 Mark op 71/2 pf. (oranje). Grootte van de vakjes 2.8 by 2.3 c.M. Voor dc vliegpost verschenen in 1920 drie Duitsche zegels met opdruk, n.l. 40 op 40 pf. (rood opdruk vlieg machine), 60 op 40 pf. (idem) en 1 Mark op 40 pf. (rood opdruk ge vleugelde posthoorn). Grootte van de vakjes 2 8 bij 2.3 c.M. De laatste Duitsche zegel met op druk „Danzig" was de 4 Mark (zwart en rood), die eveneens in 1920 ver scheen. Grootte van 't vakje 2.8 by 2.3 c.M. In 1921 verscheen een serie in ge heel nieuwe teekening. In 't midden is een koggeschip afgebeeld, waar om heen „Frele Stadt Danzig". De waarde staat in do bovenhoeken, terwijl onder aan vermeld is „15-XI-1920". De mar kenwaarden zyn in groot formaat. De perforatie der zegels is in zoogenaam de zaagtanding. De waarden zyn: 5 pfennig (bruin en lila), 10 pfennig (oranje en zwart), 25 pfennig (groen en rood), 40 pfennig (rood), 80 pfen nig (ultramarijn). Grootte van de vakjes 2.9 by 2.5 c.M. 1 Mark (karmyn en zwart), 2 Mark (blauw en donker groen), 3 mark (zwart en groen), 5 Mark (blauwzwart en rood), 10 Mark (donkergroen en lichtbruin. Grootte van de vakjes 3.6 bij 3 c.M. Enkele waarden van deze serie n.l. 25—40 en 80 pf. komen ook voor in gewone tan ding. Zie voor de indeeling "t schetsje. De Novemberzending van Groepen I (Fylslaanbuurt), VI (Spaarnebuurt), X (Leidsche kwartier), Xin (Zyhveg- buurt) en XVIII (Transvaalbmirt) heb ik nog niet terug. Zorgt er voor zoo vlug mogeiyk door te zenden, daar an ders de Decemberzending vervalt. De extrazending Nederland is deze week in omloop gebracht. De volgorde der deelnemers van deze zending ia door loting bepaald. S. Rustenburge rlaan 23. HANGLAMP (Vervolg.) De derde zyde van de lamp stelt voor reelen uit de eerste kanten liggen in tafereel met de afwerking der lamp. „Goudvoetje" uit t verhaal van „Vrouw de tydingzaal ter overname. s- Holle". De teekeningea van de tafe- Volgende week krijgen we 'i laatste Rustenburgerlaan 23, HET DORP. Nu komt het kasteel, zooals de vorige week afgesproken was. Het lykt naar onze meening wel wat Op 'n oude roof ridder-burcht.. De dikke muren en de torens wijzen er op. dat het gebouw reeds 'lit de vroege middeleeuwen da teert. aardig jaartje oud zijn. Op onderstaan de paat vindt men een paar van deze boomen. Natuurlijk niet genoeg om den geheelen weg te beplanten, maar met kalkeerpapier moeten er net zooveel by gemaakt worden als men noodlg heeft. De boomen kunnen naar verkiezing Deze plaat wordt natuurlijk weer pre cies eender behandeld als de vorige. Het kasteel krygt een plaatsje achter de dorpsstraat, waarmede het echter ver bonden wordt door een smal laantje, dat uitkomt in de poort, welke wij de vo rige week gegeven hebben. Denk er aan, als je de muren van het kasteel* gaat be schilderen, dat je er voor zorgt dat men „de sporen van den ouderdom" k,an zien. De muren zyn rose-rood maar overal besmeurd met groen mos of gryzen uit slag. Ook moeten er zwarte en donkere strepen door loopen, kortom, het geheel moet min of meer „teekenen van ver val" toonen. groene of bruine bladeren krygen. Zijn ze groen, dat is het zomer en neem je bruin, dan is het natuurlyk herfst. Dan komt er nog een stuk voor den slotmuur. Deze muur meet rondom het kasteel gemaakt worden en wel zoo, dat er voor het kasteel een flink erf open biyft. Ook hier komt weer kalkeer papier te pas om net zoo veel stukken muur te maken als men denkt noodig te hebben. Tegeiyk geven wy nog een nlaatje van een houten hekje. Dit kan ook eenige malen gekalkeerd wordm en kan dan dienst doen om b.v. een of ander weiland of een „particulieren tuin" te De weg welke van de dorpsstraat naax omheggen. Zoo n stukje hek komt na- het kasteel voert, is aan weerszijden be- j tuiniyk altyd wel eens van pas bij de plant met boomen, n.l. populieren, diel verdere inrichting van het dorp. evenals het kasteel zelf al een I TURNSTERTJE, Djambistr. 4, Haar lem N. heeft 45 karnemelkzeeppl. (Bloemenvelden). Deze wou ze graag ruilen voor Kamerpl. van Verkade. Ruil- tyd 's middags van 34 en 's avonds van 8—9. RUBRIEKERTJES-LIJST. 638 Ina v. der Spoel, Zomerkade 117, oud 11 jaar. 639. Antonia Schrander, Brouwersstr. 56, oud 9 jaar. 640. Annie Koetsier, oud 11 jaar, Kre- lagestraat 13. Annie mag Woensdag by my een verrassing komen halen. DE WEDSTRIJD. Kakatoe oud? kalenderschild. Mechani cus, oud 9 jaar kalenderschild. Waterrat, oud 7 jaar. Het boertje, oud 10 jaar ka lenderschild. Bugeljudini, oud 12 jaar. kalenderschild. L. Hartsuyker, and? kalenderschild. Puckie, oud 13 jaar, ka lenderschild. Lilian, oud 12 Jaar, opstel. Libra, oud 14 jaar, opstel. Goudkopje, oud 12 jaar, opstel, Roetkopjc, oud? op stel. Arretje Nof, oud? opstel. Tee- kenaarster, oud 14 jaar, kalenderschild, en opstel. (Deze raadsels zyn Ingezonden door Jongens en Meisjes die Onze Jeugd lezen.) Iedere maand worden onder de beste oplossers vier boeken verloot. AFDEELING I (Lseftyd 15 Jaar en ouder.) 1. (Ingez. door Wenda. )Strikvragen. a. Welke worst wordt niet gegeten? b. Welk bier wordt, niet gedronken? c. Met welke maat wordt niet ge meten? d. Wie loopt zonder boenen? e. (Ingez. door Appeltje,) Met zyn vieren hadden zc een werk stuk verricht, Toen het klaar xvas, werden ze er uit gelicht. f. Kleine kinderen gebruiken vaak een leesteeken om moeder te roepen. Welk? g. (Ingez. door Eikeltje.) Schrijf op een getal van 9 cijfers, waarvan de som 45 is. Trek het omge keerde getal eraf. Dan moet de som der cijfers van het verschil weer 45 zyn. Welke is die aftrekking? 2. (Ingez. door den kleinen Metse laar.) Ik ben een ware berymde spreuk van 59 letters. 1 2 3 Is onmisbaar voor ieder mensch. 34 4 5 6 is een jongensnaam. 35 36 37 is een lichaamsdeel. 18 19 20 21 is een ander woord voor dikwyis. 24 25 26 27 17 is een verkorte jon gensnaam. Buurvrouwen houden graag een 10 11 12 13 14 15 16 28 29 30 50 is een stad in België. 46 47 40 41 39 is een vak op school. 22 23 48 49 is een verscheurend dier. 7 8 51 52 53 ls een vreuw. 38 9 44 45 doet ons groeien, 31 53 54 55 56 57 58 59 zijn lastige insecten. 54 32 33 42 is niet kort. 41 42 43 44 45 doet men op het land. 50 48 47 9 ls een kleverige stof. 3. (Ingez. door Attalanta). Mijn lste bederft vaak een uitgaans- dagje. Myn 2de is een ander woord voor vesting. Zet tusschen mijn lste en myn 2ae een s en ge krijgt een stad in Zuid-Duitschland. 4. (Ingez. door Piet Hein.) Ik ben een RubrJekertJe van 17 let tel-s, I 13 3 8 7 dient voor verwarming. 10 6 en 9 2 14 3 is versterkend. 12 16 17 15 ls een meisjesnaam. 5 4 is een lengtemaat. II 12 13 ls een kunstwerk. 5. (Ingez. door Hagenaar.) Neem uit onderstaande plaatsen tel kens één letter, zoodat ge een provin cie-stad uit Nederland krijgt. Haarlem, Amsterdam, Goes, Enkhui zen, Den Haag. 6. (Ingez. door Condor,) Welke bloelwljze wordt een meisjes naam, als men er één medeklinker voor zet? AFDEELING II (Lee.ftijd 9 jaar en jonger) 1. (Ingez. door Eikeltje.) Verborgen beroepen. a. Wat doet Leen Ricoeti? b. Wat doet boer Luwand? c. Wat doet Koen Ibderb? d. (Ingez. door Hagenaar.) Wat doet Kee BranwkT? e. Wat doet Ant KrenbegerzoT? 2. (Ingez. door Arretje Noff). Ik ben een Rubriekertjes-naam van 12 letters. 7 8 12 10 groeit aan den waterkant 4 8 12 is een aanwijzend voornaam woord. 11 9 10 ls een meisjesnaam. 5 6 8 12 7 is een deel van 't lichaam 1 2 3 4 is een edel metaal. 3. (Ingez. door Condor.) Mat b ben ik een voorwerp om iets in te doen. Met d ben lk boven op het huis. Met h hoor ik by een schoen. Met 1 verzegel ik brieven. Met m behcor ik bij dieren. Met p krijg)/ ge me op St. Nicolaas. Met t behoor ik bij een boom. Met v ben ik op school. Met w op het ys. Met z in een mantel. 4. (Ingez. door de Fries.) Ik ben een plaatsje in Friesland van 10 letters. 1 2 3 4 is niet zacht. 5 6 is een landbouwwerktuig. 6 7 ls de gebiedende wij1 van eelt werktuig. 9 is een water. 10 2 is vader. 4 5 ls een lidwoord, 8 9 10 behoort een vrucht tc zyp. 5. (Ingez. door Roetkopje.) lk ben een schuilnaam van 15 lettere- 1 2 3 4 is een jongensnaam. 5, 6. 7 is een meisjesnaam. 0 9 10 11 is een jongensnaam. 12 13 14 15 is een verscheurend dier. 1 2 2 3 behóórt in 't kippenhok. 1 8 3 ls een kip. 5 2 3 is een jongensnaam. G. (Ingez. door Huishen.) Myn geheel is een dorp in 't Gooi van 11 letters. 3 4 5 6 7 is 't meervoud van raaf. 11 9 8 is tusschen de bergen. 2 3 4 9 10 is een andere naam voor koren. 8 9 10 1 is een wapen. Vervang een der medeklinkers door een andere en zet er een klinker achter en ge krijgt een plaats in Zuid- Holland. De raadseloplossingen der vorige week zyn: AFDEELING I 1 Bibliotheek. 2. Enkhuizen. 3. Appelmootje, 4. Baas. gaas, haas, kaas, maas, vaas. 5. Merkmanstraat. 6. a. Het, water van een gracht, b. negen. c. De spijkers van onze schoe nen. d. Er is in Utrecht maar cén dom. m t f. de scheurkalender, g. groenboer. AFDEELING II. Zeekapitein, b. Tramconducteur, c. Strandvonder. 2. Meelmutsjc. 3 a. schoorsteenveger, b. hooi. c. ontfoyten. d. paddestoel, e. herbergen, f. koud. g. matrozen, h. regen. i. met een s. 4. Een gulle lach voor eiken dag. 5. Vollenhove. Roetkopjc. Goede oplossingen ontvangen van: Orchidie 6 Zeester 5. De Schipperin 6 Boschwachter 6, Kleine Ulko 6, Moe ders Hulp 6, Korstjesknager 5. Vaders Hulp 5, Turnstertje 6, Tooncelspeler 6, Orchidee 6. Krullebol Steilhaar 6 Sa rina 6, Sering 6. Groenling C, Viooltje 4, Ina van der S. 6. Wilgenroosje 6, Rankvoetje 6, Appeltje 6, Appelmootje 6, Denappeltje 5, Billy Boe 5, Draaitol 5, Boterbloempje 6 Sultan Elbrahanx 4, Kortstjesknager 5. Shippy 6. De kleine koerier 6. Goudhartje 5. De kleine Vlolist G, De kleine Vogelvriend 6, 't Kloppertje 6, Zevenster 6, obione G Helpt Elkander 5 Roetkopje G Alba 6 Mannetje 6, Goudelfje 5, Juffertje Schrijfgraag 6. Vlinderfee 6, Roodwan getje 6. Tilburgertje 6, Don Frederik ft UIT DEN MOPPEN TROMMEL. VERKEERD BEGREPEN. Gastheer tot zyn militairen gast: „Hoe lang was u ln dienst?" Gast: „1 Meter, 64 meneer". OOK AL VERKEERD BEGREPEN, Zusje heeft van Sint een mooie to pouce gekregen. „Neem Je tompouce maar mee, als we boodschappen gaan doen", zegt moeder. „Want het motregent". „Nee, moesje, dan laat ik hem thuis. Want als het motten regent, komen «D gaatjes in". ONBEGRIJPELIJK VLUG. Kellner: Wenscht u dadeiyk te dinee- ren, meneer?" Gast: Ja. liefst oogenblikkelyk. Kellner: Kan gebeuren, meneer, graag een kwartiertje geduld. RECLAME OF GEEN RECLAME. Voor een slagerswinkel stond te lezenï Wie eenmaal van deze rookworst heeft gegeten, wenscht nooit meer Iets anders*

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1928 | | pagina 16