mm~m
POSTZEGELRUBRIEK
HUISVLIJT
RUILRUBRIEK
RAADSELS
Raadseloplossingen
DE KINDEREN
GERRITSEN.
Er iecfdr eens ccn rijke vrouw. Zii
wconde in een groot cn deftig huis en
iedereen in dr omgeving hield van haa
want zij was een goede vrouw, die haa:
rijkdipni niet alleen voor zich behield
maar met kwistige hand ronddeelde,
daar waar gebrek en nood heerschte. Als
zij hoorde, dat er hier of daar een man
ziek geworden was. zoodat hij niet wer
ken kon en zijn familie onderhouden,
dan liet zij dadelijk inspannen om het
huis van den zieke to bezoeken en zich
persoonlijk van de omstandigheden op
do hoogte te stellen. En als er gebrek
was hielp zij zoo goed. dat de menschen
"verder niets behoefden te ontberen. Zij
was dus een weldoenster in den waren
zin van het woord.
Nu gebeurde het eens in December.
Het Kerstfeest stond als het waire voor
de deur en de rijke vrouw had het druk
ker dan ooit, want er heerschte veel
ellende en veel gebrek en overal wilde
zij haar hulp brengen. Zij wilde het niet
alleen, maar zij moest het doen omdat
haar goede hart haar tot de weldaden
dreef. Zij wilde zoo graag dat het Kerst-
fee;-: voor alle menschen vroolijk en
goed zou zijn, opdat het ook in werke
lijkheid een echt feest zou zijn.
Al dagen van tc voren was zij tel
kens naar de stad gereden om inkoopen
te doen en ook heden maakte zij zich
v.ccr gereed voor hetzelfde deel, omdat
zij dacht nog het een en ander te moe
ten knopen. Het had al gesneeuwd en
het vriezen was ook al begonnen en
daarom liet zij niet haar rijtuig maar
haar slede inspannen. Onderweg zag
zij ergens een armelijk gekleed meisje
en dadelijk vroeg zij aan haar koetsier
o." hij misschien wist, wie dat meisje
v;v. De koetsier knikte cn sprak:
„Dat is het oudste docht je van den
boschwachter Gerritsen, die al sedert
den herfst ziek te bed ligt. De menschen
zijn zeer arm en het beetje onder
steuning, dat zij genieten is by lange
na niet voldoende om in hun onder
houd ts voorzien. De kinderen moeten
dus ook zoo veel mogelijk mee helpen
verdienen."'
..Boschwachter Gerritsen? Dat heb
nog hcelemaal niet gehoord, dat hy ziek
is," antwoordde de rijke vrouw, „hoeveel
kinderen heeft hij wel?"
„Zijn vrouw leeft ook nog. Zij hebben
drie kinderen," vertelde de koetsier.
„Dat meisje, dat wij zooeven gezien
hebben is de oudste. zy is dertien jaar;
dan is er een jongen van tien jaar en
dan is er nog een meisje, dat zoo onge
veer vijf .jaar zal zijn."
„Nu, het is maar goed, dat ik dat nu
juist nog hoor," dacht de goede vrouw,
„misschien kan ik nu nog wel iets voor
hen doen."
Licht gleed de slede voort over de be
sneeuwde wegen. De vrouw zat in diep
nadenken verzonken en sprak geen en
kel woord. In de stad gekomen, werden
de verschillende boodschappen snel af
gedaan en na een enkel uur reeds keerde
men onder het gerinkel der bellen, welke
aan het tuig van het paard hingen, we
der huiswaarts.
„Wij zullen een omweg maken om
langs het huisje van Gerritsen te gaan,"
riep de vrouw den koetsier toe.
De koetsier het den zweep knallen en
h<paard draafde vroolijk het bosch in
om cenigen tijd later stil tc houden voor
het kleine huisje van boschwachter
Gemtson. Dadelijk verschenen er een
paar kindergezichten achter de venster
ramen.
„Kom eens even buiten," riep de
rijke vrouw en wenkte de kleintjes vrien
delijk om bij haar te komen.
De oudste vatte snel moed en trad
voor de huisdeur.
„Wel meisje, je weet toch zeker wel
wie ik ben en waar ik woon," vroeg de
vrouw.
Het- meisje knikte verlegen van Ja en
daarop sprak de weldoenster verder:
„Welnu, kom dan den avond voor
Kerstmis met je broertje en Je zusje
eens by mij op bezoek, wil je?"
„O. ja zeker Mevrouw," haastte het
kind zich tc antwoorden. Op hetzelfde
oogenblik trok de koetsier reeds weer
de teugels aan en zette de slede zich
weer snel in beweging. Het meisje zag
nog hoe de rijke vrouw haar een
knikje gaf en daarna verdween de be
zoekster weldra uit het gezicht.
Toen zij weder de huiskamer betrad,
vertelde zij natuurlijk dadelijk aan haar
ouders wat de rijke dame haar gezegd
had. Verbaasd hoorden de boschwachter
en zijn vrouw de boodschap aan en de
andere kinderen lieten reeds een luide
Vreugdekreet, hoor en. Zij hadden na
tuurlijk bijna geen geduld om af te
wachten tot de avond voor Kerstmis
gekomen zou zijn.
Thuis gekomen had de rijke vrouw
dadelijk een paar van haar bedienden
bij zich geroepen en hen opdracht ge
geven om leder voor zich een paar men
schen te bezoeken om hen uit te roodi-
gen op den avond voor Kerstmis in
haar huis te komen. Oud en jong, riJK
en arm werden uitgenoodigdwie nog
cenigszins loopen kon, moest komen.
Het uur voor het bezoek werd vastge
steld op zeven uur.
Don volgenden morgen togen de be
dienden op 't pad en brachten de bood
schap in vele huizen.
En eindelijk was de lang verwachte
en in spanning tegemoet geziene dag,
inspannen en volladen met pakjes en
doezen. Als de wind ging het nu va.n
langs, om alles te bezorgen aan de
adressen van de oude en zieke men
schen, die niet des avonds komen kon
den.
Overal waar zij verscheen werd de
rijke vrouw met vreugde ontvangen,
want zij liet het niet alleen bij de ge
schenken maai- had voor een ieder ook
een vriendelijk en bemoedigend woordje
klaar. De vrouw wist hoe zij de men
schen met liaa* giften gelukkig moest
maken In-plaats van hen te beleedigen.
Het was een zwaai- en vermoeiend werk
voor de goede vrouw, om in het groote
derp al die behoeftigen te bezoeken,
maar zij bracht haar taak ten einde
met een opgewekt gemoed.
In den tijd dat zij in het dorp ver
toefde, hadden de bedienden in haar
huis een grooten kerstboom opgetooid
en In de beide grootste kamers twee
lange tafels gedekt. Voor al de kinde
ren, die komen zouden was een ge
schenk aanwezig, dat op keurige wijze
met een takje hulst versierd werd. Toen
de rijke wouw terugkeerde van naar
tocht, waren de toebereidselen in het
huis bijna gereed en had zij alleen nog
maar to zorgen voor het uitzoeken van
al de pakjes, want natuurlijk moest
ieder het zijne hebben. Zij had nog
order gegeven dat de kinderen om vijf
uur moesten komen en de grootere
menschen eerst om zeven.
En dodelijk bij het slaan van vijf
verschenen reeds de eerste kleintjes. zy
werden eerst in een kamer gebracht
waar zij zich te goed konden doen aan
thee en gebak. De kinderen van bosch-
wachber Gerritsen kwamen het laatst
van allen. Schuchter betraden ook zy
de kamer waarin de andere kinderen
reeds eenigen tyd byeen waren en
slechts met moeite waren zy te bewe
gen ook iets van het lekkere gebak te
gebruiken. Toen alle kinderen gereed
waren, kwamen de bedienden om hen
lachend in een groote ry te plaatsen.
En nu ging het voomaarts op een groo
te gesloten deur toe, maar niet zoodra
waren de beide eerste kinderen den
drempel genaderd of de deur opende
zich en vertoonde voor de verbaasde
blikken der kleintjes het schouwspel
van een prachtig versierde kamer, waar
in het midden een kolossale kerstboom
stond, versierd met honderden lich
tende kaarsjes. Vlak by de deur stond
de goede, rijke vrouw. Zy lachte de kin
deren vriendeiyk toe en sprak:
„Zoo. lieve kinderen, ik ben blij dal
jullie allemaal gekomen bent, maar nu
moeten wij voor dat jullie de ver
schillende geschenken in ontvangst
komt nemen toch eerst eens een paar
mooie Kerstliedjes zingen."
De ryke vrouw zette zich voor de
piano en een oogenblik later klonk het
plechtig door de kamers: „Stille Nacht,
Heilige Nacht!" Eerst waren de kinde
ren natuurlyk nog wat verlegen, maar
weldra lieten zij hun stemmen helder
klinken. Men kon aan de gezichten der
bedienden zien hoe mooi zij het kinder
gezang vonden en ook de goede vrouw
zelf toonde zich zeer ingenomen.
Na dit eers-te mooie lied, volgden nog
eenige andere bekende Kerstwijsjes en
toen ook deze uitgezongen waren, kon
den de kin-deren eindeiyk vol vreugde
op hun plaatsen afstuiven om de daar
voor hen klaar liggende geschenken in
bezit te nemen.
Nu hadden jullie de kreten van vreug
de en pret eens moeten hooren. De een
was nog meer verrast dan de ander-.
Allemaal ontvingen zy naast nuttigte
zaken, zcoals kleedingstukken, een aar
dig stuk speelgoed. Er heerschte weldra
een ongedwongen vroolyke stemming in
de kamer en de vrouw des huizes vooral
genoot.
Slechts drie kinderen waren er, die
niet zoo luidruchtig gestemd waren. De
kinderen Gerritsen. De ryke vrouw zag
het en verbaasd vroeg zij het oudste
meisje of zy teleurgesteld was over het
feestavondje.
„O, neen. mevrouw," antwoordde zij,
„dat niet. Wy zyn opgetogen over al
het moois, maar het is zoo jammer dat
vader ziek is en moeder er ook niets
van kan zien."
„Kom, kom," troostte nu de vrouw,
terwijl zij het meisje liefkozend over
het haai- streek, „maak maar gerust
pret met de andere kinderen, want ik
ben er wel byna zeker van, dat het
Kerstmannetje ook by je ouders ge
weest is.
Verheugd keken de kinderen nu naar
haar op en werkelyk vergaten zij hun
verdriet en speelden voor de verdere uren
van het feest dapper met de andere
kinderen mee. Toen het uur van gaan
gekomen was, werd eerst nog een mooi
kerstlied gezongen. Alle kinderen kwa
men afscheid nemen van hun weldoen
ster en dan verlieten zy zwaar beladen
het gastvrye huis.
Maar wie schetst de verbazing van de
drie kinderen Gerritsen, toen deze
thuis gekomen de deur openden en
daar eveneens een mooien brandenden
Kerstboom zagen. Ende takken van
den boom hingen vol met geschenken
voor vader en moeder
De ryke vrouw had dus geiyk gehad.
Het Kerstmannetje had vader en
moeder ook niet vergeten I
DANZIG
III.
jyf
'f/
j yyi
s-m t /as»
V/ i
Hiijf fl4T.
S/o
//O
"/'f
*"/T
vf
'f/
/f»
j m
S
/a av.
Nog verschenen in 1920- eenige op
drukken op Duitsche zegels, n.l. 1 Mark
op 30 pf. (rood en zwart op lichtgeel)
11/4 Mark op 3 pf. (bruin), 2 Mark op
35 pf. (roodbruin), 3 Mark op 71/2
pf. (oranje), 5 Mark op 2 pf. (grUs)
en 10 Mark op 71/2 pf. (oranje).
Grootte van de vakjes 2.8 by 2.3 c.M.
Voor dc vliegpost verschenen in 1920
drie Duitsche zegels met opdruk, n.l.
40 op 40 pf. (rood opdruk vlieg
machine), 60 op 40 pf. (idem) en 1
Mark op 40 pf. (rood opdruk ge
vleugelde posthoorn). Grootte van de
vakjes 2 8 bij 2.3 c.M.
De laatste Duitsche zegel met op
druk „Danzig" was de 4 Mark (zwart
en rood), die eveneens in 1920 ver
scheen. Grootte van 't vakje 2.8 by
2.3 c.M.
In 1921 verscheen een serie in ge
heel nieuwe teekening. In 't midden
is een koggeschip afgebeeld, waar om
heen „Frele Stadt Danzig". De waarde
staat in do bovenhoeken, terwijl onder
aan vermeld is „15-XI-1920". De mar
kenwaarden zyn in groot formaat. De
perforatie der zegels is in zoogenaam
de zaagtanding. De waarden zyn: 5
pfennig (bruin en lila), 10 pfennig
(oranje en zwart), 25 pfennig (groen
en rood), 40 pfennig (rood), 80 pfen
nig (ultramarijn). Grootte van de
vakjes 2.9 by 2.5 c.M. 1 Mark (karmyn
en zwart), 2 Mark (blauw en donker
groen), 3 mark (zwart en groen), 5
Mark (blauwzwart en rood), 10 Mark
(donkergroen en lichtbruin. Grootte
van de vakjes 3.6 bij 3 c.M. Enkele
waarden van deze serie n.l. 25—40 en
80 pf. komen ook voor in gewone tan
ding. Zie voor de indeeling "t schetsje.
De Novemberzending van Groepen I
(Fylslaanbuurt), VI (Spaarnebuurt),
X (Leidsche kwartier), Xin (Zyhveg-
buurt) en XVIII (Transvaalbmirt) heb
ik nog niet terug. Zorgt er voor zoo
vlug mogeiyk door te zenden, daar an
ders de Decemberzending vervalt.
De extrazending Nederland is deze
week in omloop gebracht. De volgorde
der deelnemers van deze zending ia
door loting bepaald.
S.
Rustenburge rlaan 23.
HANGLAMP
(Vervolg.)
De derde zyde van de lamp stelt voor reelen uit de eerste kanten liggen in tafereel met de afwerking der lamp.
„Goudvoetje" uit t verhaal van „Vrouw de tydingzaal ter overname. s-
Holle". De teekeningea van de tafe- Volgende week krijgen we 'i laatste Rustenburgerlaan 23,
HET DORP.
Nu komt het kasteel, zooals de vorige
week afgesproken was. Het lykt naar
onze meening wel wat Op 'n oude roof
ridder-burcht.. De dikke muren en de
torens wijzen er op. dat het gebouw
reeds 'lit de vroege middeleeuwen da
teert.
aardig jaartje oud zijn. Op onderstaan
de paat vindt men een paar van deze
boomen. Natuurlijk niet genoeg om den
geheelen weg te beplanten, maar met
kalkeerpapier moeten er net zooveel by
gemaakt worden als men noodlg heeft.
De boomen kunnen naar verkiezing
Deze plaat wordt natuurlijk weer pre
cies eender behandeld als de vorige. Het
kasteel krygt een plaatsje achter de
dorpsstraat, waarmede het echter ver
bonden wordt door een smal laantje, dat
uitkomt in de poort, welke wij de vo
rige week gegeven hebben. Denk er aan,
als je de muren van het kasteel* gaat be
schilderen, dat je er voor zorgt dat men
„de sporen van den ouderdom" k,an zien.
De muren zyn rose-rood maar overal
besmeurd met groen mos of gryzen uit
slag. Ook moeten er zwarte en donkere
strepen door loopen, kortom, het geheel
moet min of meer „teekenen van ver
val" toonen.
groene of bruine bladeren krygen. Zijn
ze groen, dat is het zomer en neem je
bruin, dan is het natuurlyk herfst.
Dan komt er nog een stuk voor den
slotmuur. Deze muur meet rondom het
kasteel gemaakt worden en wel zoo,
dat er voor het kasteel een flink erf
open biyft. Ook hier komt weer kalkeer
papier te pas om net zoo veel stukken
muur te maken als men denkt noodig
te hebben.
Tegeiyk geven wy nog een nlaatje
van een houten hekje. Dit kan ook
eenige malen gekalkeerd wordm en kan
dan dienst doen om b.v. een of ander
weiland of een „particulieren tuin" te
De weg welke van de dorpsstraat naax omheggen. Zoo n stukje hek komt na-
het kasteel voert, is aan weerszijden be- j tuiniyk altyd wel eens van pas bij de
plant met boomen, n.l. populieren, diel verdere inrichting van het dorp.
evenals het kasteel zelf al een I
TURNSTERTJE, Djambistr. 4, Haar
lem N. heeft 45 karnemelkzeeppl.
(Bloemenvelden). Deze wou ze graag
ruilen voor Kamerpl. van Verkade. Ruil-
tyd 's middags van 34 en 's avonds
van 8—9.
RUBRIEKERTJES-LIJST.
638 Ina v. der Spoel, Zomerkade 117,
oud 11 jaar.
639. Antonia Schrander, Brouwersstr.
56, oud 9 jaar.
640. Annie Koetsier, oud 11 jaar, Kre-
lagestraat 13. Annie mag Woensdag by
my een verrassing komen halen.
DE WEDSTRIJD.
Kakatoe oud? kalenderschild. Mechani
cus, oud 9 jaar kalenderschild. Waterrat,
oud 7 jaar. Het boertje, oud 10 jaar ka
lenderschild. Bugeljudini, oud 12 jaar.
kalenderschild. L. Hartsuyker, and?
kalenderschild. Puckie, oud 13 jaar, ka
lenderschild. Lilian, oud 12 Jaar, opstel.
Libra, oud 14 jaar, opstel. Goudkopje,
oud 12 jaar, opstel, Roetkopjc, oud? op
stel. Arretje Nof, oud? opstel. Tee-
kenaarster, oud 14 jaar, kalenderschild,
en opstel.
(Deze raadsels zyn Ingezonden door
Jongens en Meisjes die Onze Jeugd
lezen.)
Iedere maand worden onder de beste
oplossers vier boeken verloot.
AFDEELING I
(Lseftyd 15 Jaar en ouder.)
1. (Ingez. door Wenda. )Strikvragen.
a. Welke worst wordt niet gegeten?
b. Welk bier wordt, niet gedronken?
c. Met welke maat wordt niet ge
meten?
d. Wie loopt zonder boenen?
e. (Ingez. door Appeltje,)
Met zyn vieren hadden zc een werk
stuk verricht,
Toen het klaar xvas, werden ze er
uit gelicht.
f. Kleine kinderen gebruiken vaak
een leesteeken om moeder te roepen.
Welk?
g. (Ingez. door Eikeltje.)
Schrijf op een getal van 9 cijfers,
waarvan de som 45 is. Trek het omge
keerde getal eraf. Dan moet de som
der cijfers van het verschil weer 45
zyn. Welke is die aftrekking?
2. (Ingez. door den kleinen Metse
laar.)
Ik ben een ware berymde spreuk van
59 letters.
1 2 3 Is onmisbaar voor ieder mensch.
34 4 5 6 is een jongensnaam.
35 36 37 is een lichaamsdeel.
18 19 20 21 is een ander woord voor
dikwyis.
24 25 26 27 17 is een verkorte jon
gensnaam.
Buurvrouwen houden graag een 10
11 12 13 14 15 16
28 29 30 50 is een stad in België.
46 47 40 41 39 is een vak op school.
22 23 48 49 is een verscheurend dier.
7 8 51 52 53 ls een vreuw.
38 9 44 45 doet ons groeien,
31 53 54 55 56 57 58 59 zijn lastige
insecten.
54 32 33 42 is niet kort.
41 42 43 44 45 doet men op het land.
50 48 47 9 ls een kleverige stof.
3. (Ingez. door Attalanta).
Mijn lste bederft vaak een uitgaans-
dagje. Myn 2de is een ander woord
voor vesting. Zet tusschen mijn lste
en myn 2ae een s en ge krijgt een stad
in Zuid-Duitschland.
4. (Ingez. door Piet Hein.)
Ik ben een RubrJekertJe van 17 let
tel-s,
I 13 3 8 7 dient voor verwarming.
10 6 en 9 2 14 3 is versterkend.
12 16 17 15 ls een meisjesnaam.
5 4 is een lengtemaat.
II 12 13 ls een kunstwerk.
5. (Ingez. door Hagenaar.)
Neem uit onderstaande plaatsen tel
kens één letter, zoodat ge een provin
cie-stad uit Nederland krijgt.
Haarlem, Amsterdam, Goes, Enkhui
zen, Den Haag.
6. (Ingez. door Condor,)
Welke bloelwljze wordt een meisjes
naam, als men er één medeklinker voor
zet?
AFDEELING II
(Lee.ftijd 9 jaar en jonger)
1. (Ingez. door Eikeltje.) Verborgen
beroepen.
a. Wat doet Leen Ricoeti?
b. Wat doet boer Luwand?
c. Wat doet Koen Ibderb?
d. (Ingez. door Hagenaar.)
Wat doet Kee BranwkT?
e. Wat doet Ant KrenbegerzoT?
2. (Ingez. door Arretje Noff).
Ik ben een Rubriekertjes-naam van
12 letters.
7 8 12 10 groeit aan den waterkant
4 8 12 is een aanwijzend voornaam
woord.
11 9 10 ls een meisjesnaam.
5 6 8 12 7 is een deel van 't lichaam
1 2 3 4 is een edel metaal.
3. (Ingez. door Condor.)
Mat b ben ik een voorwerp om iets
in te doen.
Met d ben lk boven op het huis.
Met h hoor ik by een schoen.
Met 1 verzegel ik brieven.
Met m behcor ik bij dieren.
Met p krijg)/ ge me op St. Nicolaas.
Met t behoor ik bij een boom.
Met v ben ik op school.
Met w op het ys.
Met z in een mantel.
4. (Ingez. door de Fries.)
Ik ben een plaatsje in Friesland van
10 letters.
1 2 3 4 is niet zacht.
5 6 is een landbouwwerktuig.
6 7 ls de gebiedende wij1 van eelt
werktuig.
9 is een water.
10 2 is vader.
4 5 ls een lidwoord,
8 9 10 behoort een vrucht tc zyp.
5. (Ingez. door Roetkopje.)
lk ben een schuilnaam van 15 lettere-
1 2 3 4 is een jongensnaam.
5, 6. 7 is een meisjesnaam.
0 9 10 11 is een jongensnaam.
12 13 14 15 is een verscheurend dier.
1 2 2 3 behóórt in 't kippenhok.
1 8 3 ls een kip.
5 2 3 is een jongensnaam.
G. (Ingez. door Huishen.)
Myn geheel is een dorp in 't Gooi
van 11 letters.
3 4 5 6 7 is 't meervoud van raaf.
11 9 8 is tusschen de bergen.
2 3 4 9 10 is een andere naam voor
koren.
8 9 10 1 is een wapen.
Vervang een der medeklinkers door
een andere en zet er een klinker
achter en ge krijgt een plaats in Zuid-
Holland.
De raadseloplossingen der vorige week
zyn:
AFDEELING I
1 Bibliotheek.
2. Enkhuizen.
3. Appelmootje,
4. Baas. gaas, haas, kaas, maas, vaas.
5. Merkmanstraat.
6. a. Het, water van een gracht, b.
negen. c. De spijkers van onze schoe
nen. d. Er is in Utrecht maar cén dom.
m t
f. de scheurkalender, g. groenboer.
AFDEELING II.
Zeekapitein, b. Tramconducteur, c.
Strandvonder.
2. Meelmutsjc.
3 a. schoorsteenveger, b. hooi. c.
ontfoyten. d. paddestoel, e. herbergen,
f. koud. g. matrozen, h. regen. i. met
een s.
4. Een gulle lach voor eiken dag.
5. Vollenhove.
Roetkopjc.
Goede oplossingen ontvangen van:
Orchidie 6 Zeester 5. De Schipperin 6
Boschwachter 6, Kleine Ulko 6, Moe
ders Hulp 6, Korstjesknager 5. Vaders
Hulp 5, Turnstertje 6, Tooncelspeler 6,
Orchidee 6. Krullebol Steilhaar 6 Sa
rina 6, Sering 6. Groenling C, Viooltje
4, Ina van der S. 6. Wilgenroosje 6,
Rankvoetje 6, Appeltje 6, Appelmootje
6, Denappeltje 5, Billy Boe 5, Draaitol
5, Boterbloempje 6 Sultan Elbrahanx
4, Kortstjesknager 5. Shippy 6. De
kleine koerier 6. Goudhartje 5. De
kleine Vlolist G, De kleine Vogelvriend
6, 't Kloppertje 6, Zevenster 6, obione G
Helpt Elkander 5 Roetkopje G Alba 6
Mannetje 6, Goudelfje 5, Juffertje
Schrijfgraag 6. Vlinderfee 6, Roodwan
getje 6. Tilburgertje 6, Don Frederik ft
UIT DEN MOPPEN
TROMMEL.
VERKEERD BEGREPEN.
Gastheer tot zyn militairen gast: „Hoe
lang was u ln dienst?"
Gast: „1 Meter, 64 meneer".
OOK AL VERKEERD BEGREPEN,
Zusje heeft van Sint een mooie to
pouce gekregen.
„Neem Je tompouce maar mee, als we
boodschappen gaan doen", zegt moeder.
„Want het motregent".
„Nee, moesje, dan laat ik hem thuis.
Want als het motten regent, komen «D
gaatjes in".
ONBEGRIJPELIJK VLUG.
Kellner: Wenscht u dadeiyk te dinee-
ren, meneer?"
Gast: Ja. liefst oogenblikkelyk.
Kellner: Kan gebeuren, meneer, graag
een kwartiertje geduld.
RECLAME OF GEEN RECLAME.
Voor een slagerswinkel stond te lezenï
Wie eenmaal van deze rookworst heeft
gegeten, wenscht nooit meer Iets anders*