De Man met
den Horrelvoet
H, D. VERTELLINGEN
FLITSEN
ft
INGEZONDEN
FEUILLETON.
HAARLEM'S DAGBLAD MAANDAG SI DEC. 192S
(Nadruk rerbodon; auleur*rccht voorbehouden.)
De verwachte
door HE INRI CII SALZ.
(VOOR DEN OUDEJAARSAVOND).
VAN HAARLEM'S DAGBLAD No !37S
EEN LASTIG GEVAL
Als de telefoon en de voordeurbel tegelyk
gaan en ie bedenkt dat de telefoon in het
volie gezicht is van de deur.
(Nadruk verboden.)
Ellcr. bewoog zich met haar gewone
gracieuse bewegingen door de gezellige
Erroote kamer. Do vroege schemer van
den winter was gevallen. Een lamp in
den hoek wierp zachten schijn over de
slanke meisjesgestalte wier fijne, ijve
rige handen ordenden en schikten, ter
wijl haar mooie oogen droomden over
heel andere dingen dan het aanrechten
van een feestelijke tafel en het klaar
zetten van gebak en andere lekkernijen.
Het was heel stiL Vader en moeder
rustten beiden om goed frisch te zijn
voor de O udej aars viering. Zij had dat
niet noodig.
Een. klok sloeg zes maal. Ieder oogen-
blik konden Bert cn Evert komen. Weer
kregen bij die gedachte, haar oogen een
droomende uitdrukking. Maar ze zag er
niet gelukkig uit. Niet als een meisje, dat
haar verloofde verwacht. En was hij niet
al zoo goed als haar verloofde? Een half
jaar geleden had hij haar gevraagd, cn
ze had nu beslotenhem te accep-
teeren.
Ja, ze had besloten, eindelijk. Vader
en moeder zouden blij zijn. En Bert
wiens liefste wensch het was dat zij
met z'n besten vriend zou trouwen.
Ze was klaar, ging in een leunstoel
zitten bij den haard en staarde voor zich
luit. Zoo straks zou ze, in de stilte bui
ten, hun huis lag eenzaam aan den rand
van hot dorp, de voetstappen en stem
men hooren. Dan zou ze opstaan om
Evert te verwelkomen. Vader en Moeder
zouden naar beneden komen, men zou
dineerendan kwam de lange avond..
middernacht..aanvang van een nieuw
jaar. voor haar van een nieuw leven. En
weemoed welde in haar op, brandde
achter de oogen die zU sloot.
«Ze was nu bijna acht en twintig. De
eenige nog ongetrouwde van de doch
ters. En toch was ze de mooiste geweest
van de drie meisjes, degene ook die het
meest werd nageloopen en die al aan
zoeken had afgeslagen toen de oudere
zusters er nog nooit een hadden gekre
gen. En nu waren die al lang moeder,
hadden een eigen tehuis, een man. En
zij leefde bij haar ouders, zooals ze het
als kind gedaan had en als bakvisch.
Ze was er tevreden mee en gelukkig.
Had ze eigenlijk ooit anders verlangd?
Haar Moeder vreesde dat ze onge
trouwd zou blijven, haar vader ook, hoe
zeer hij aan haar gehecht was. vond .,dat
een meisje moest trouwen" haar broer
dreef haar naar Evert. En Evert zelf
van allen was hij zeker de beste, de
trouwste, degeen die haar altüd begre
pen had.
En toch.... in dit moment leek het
ihaar een gevaarlijke dwaasheid wat zij
ging doen. Een meisje moest trouwen....
maar wat, als zij het niet verlangt? Ze
was zoo vreclig en gelukkig hier, zorge
loos, in dit leven met haar ouders, met
(mooie boeken, haar vleugel, met soms
een reisje, soms een tijd logeeren bij
haar zusters in de stad. Ze was geluk
kig zou ze het ook zijn, in dit nieuwe
jaar? En waarom ging' ze dit jaar tege
moet als weifelende onzekerheid? Ter
wijl het toch enkel aan haar zou liggen,
alles te laten zooals het was.
Een oude vrijster zou ze worden had
(Bert geplaagd. En zij vroeg zich af, of
dat zoo erg was. Waarom liet ze zich
suggereoren door anderen dat ze ver
langde naar het huwelijk, naar een huis
houden? Nog was het tijd, nog kon ze
blijven in haar oude leventje met haar
stille vrede en haar droomen. Ja droo-
men. Dat was, in den grond haar wee
moed, dat ze nu hier zat en wachtte op
Evert. Dat Evert de „verwachte" was,
tenslotte.
Wat had ze gedroomd, in al die meis
jesjaren, van den man die komen zou!
•En hoe anders was nu de verwachte dan
al haar droomen! O, Evert was aardig
en knap en goed.... Evert was eigen
lijk alles wat ze wenschen kon. Maar
zoo anderszoo anders dan haar
droomen. En ze was er heelemaai niet
zeker van nu ze er zoo rustig over lag
te denken, zonder dat iemand trachtte
haar te beïnvloeden, dat ze niet haar
droomenzelfs al moesten ze dan
voor altijd onvervuld blijven, verkoos
boven een werkelijkheid die zoo anders
was.
Maar dan schudde ze het hoofd over
zichzelf. Moeder had gelijk, ze moest nu
eindelijk eens wat meer in het werke
lijke leven komen te staan. Droomen zijn
bedrog... en zou ze geen berouw heb
ben. later als ze oud was van haar ver
droomde leven?
Ze schrikte op. Daar waren ze. Dui
delijk hoorde ze stappen op den weg.
En ze stond op, ging naar het venster
en schoof de gordijnen terzijde. Neen...
niemand. Maar daar ging toch. zacht,
de bel. Bert had een sleutel. Wie kon
zoo laat bellen? En Marretje hoorde
blijkbaar niet in de keuken
Ik zal zelf gaan, dacht ze, anders
wordt moeder wakker
Koude joeg haar in het gezicht toen
ze de voordeur opende. Tegen het don
ker van den avond buiten, waarin boo-
men zwiepten in den opstekenden wind.
onderscheidde ze slechts vaag de ge
stalte van een man.
Dan liet ze het ganglicht opflitsen.
Een vreemdeling, bijzonder groot,
breed donker. Even welde wat angst in
haar op. Het was zoo somber buiten, zoo
stil, en er kwam zoo zelden een vreemde
hier en hij stond daar zoo vreemd-stil.
Maar hij had zijn hoed in de hand en
teen ze zijn oogen ontmoette was ze
gerustgesteld. Dit waren niet de oogen
van een man die kwade voornemens had.
„Neemt u me niet kwalijk„De
slem was zacht en beschaafd". Ik ben
verdwaald hierzoudt u me kunnen
zeggen hoe ik den weg naar de stad kan
vinden?"
„Naar de stad? U wilt zeker naar i.et
stationnetje? Er loopt een treintje van
hier naar de stad".
„Neenik wou loopen".
„Loopen?" Zij keek hem verbaasd aan.
„Dat is een heel eind".
„Dat hindert niet. Ik heb geen geld
voor den trein.
Ze zweeg even. Buiten zwiepten de
takken der boomen. Ze huiverde en
vroeg:
„Wilt u niet even binnen komen?"
Zwijgend kwam hij binnen en zij sloot
de deur achter hem. Opeens leek het
wonderlijk stil en ze kreeg een vreemde
sensatie van onwerkelijkheid toen ze
zoo tegenover hem stond in de stille
gang.
..Misschien wilt u even in de kamer
komen?"
Ze wist zelf niet waarom ze dat vroeg
waarom het haar onmogelijk was hen:
zoo maar, na een korte uitlegging, weg
te sturen, dien kouden nacht in. O,.
Oudejaarsavond
HU aarzelde.
„Als het niet erg ongelegen....'*
„O neenik kan u dan beter uit
leggenanders vindt u 't niet.... u
moet over de hei gaan als u den kort-
sten weg wilt nemen".
HU volgde haar in de kamer. Zf,
schoof een stoel dichter naar den haard
„Het is zoo koud", zei ze en dacht ei
over hoe ze hem het reisgeld zou kun,
non aanbieden. HU was gaan zitten en
keek rond. ZU merkte op dat hU bleek
zag en mager. ZUn manieren waren dl.
van een heer, in weerwil van de arme-
lyke kleeüing.hij droeg niet eens
sen overjas.
„Misschien wilt u een kop thee?"
Was er verwondering in zijn oogen 1
Zij dacht, even glimlachend, welke ver
wondering er geweest zou zUn bij fede:
die haar kende. Ze was gewoonlijk nie.
zoo tegemoetkomend. Met al haar vrien-
deiykheid was ze een gesloten wezentje
dat niet gauw iemand liet doordrom
gen in haar eigen atmosfeer. En deze
zwerver, deze vreemdeling gleed daarin
binnen als vanzelfsprekend,.... zondei
vraag, zonder nadenken.
Ze schonk hem thee, begon dan uit
te leggen, steeds met haar gedachten
bij liet reisgeld.
Hy zat haar aan te kyken. In zUn
leven, dat leek dood te loopen in de ho-
pelooze gangen en sloppen der armoede
m zyn leven waarin nog geen zaad har
willen opschieten, waarin hü meende
nooit te zullen oogsten, kwam zij op
eens, als iets heel vreemds en toch ver
trouwds. Iets waarop hij lang gewacht
had, waarnaar hU altijd verlangd had
iets dat al verloren was vooitiat hU het
kon winnen....
Hy' trachtte haar uitleggingen te vol,
gen. Maar ze boezemden hem eigenlUk
geen belang in. Wat deed het er toe of
hy de stad bereikte Hij zou er werk
vinden. Er was een kans. Maar wat
leed dat er toe? Was het niet te laat'?
En toch het leek gisteren dat hU de
wereld was ingetrokken als een over
moedige knaap.
Hoe zegebewust was hy toen geweest!
En nu? Nu was hU, bijna al. verleden!
Zou het niet beter zijn straks te ster.
venmet dit als herinnering: dit
mooie, blonde wezentje met haar zachte
stem, deze kanierhoe lang was het
geleden dat hij in zoo'n kamer gezeten
had!....
„Mag ik niethet is heusch heel
veren op Oudejaarsavond
Haar aarzelende woorden drongen
door tot in zijn droomen. En bloed
schoot in zijn gezicht
1 .Hef is heel vriendelijk van u
ben misschien wel slecht er aan to;
maar geld van een vrouw aannemer.
zoover ben ik neg niet".
HU was opgestaan. Opeens voelde hij
zich weer de overmoedige knaap. Zij
keek naar hem op.
„Is dat geen ouöerwetsch idee! Eer
vrouwWaarom denkt u niet: de
eer.e mensch die den ander graag wil
nelpcncp een avond als deze
HU glimlachte op haar neer, bünc
oeschermend.
„Jain theorie kan men dat den
ken.... maar de practyk is niet moge
lUkals je nog een greintje manne
lijk eergevoel bezit Maar ik ben v
dankbaar voor de goede bedoeling
en vooral voor uw vriendelykheid
voor dit oogenblikje van vredevar.
oen stukje huiselykheïdHij kee
ivnd.
„Je kunt nog zooveel hebben meege
naakt, nog zoozeer door de heele werelc
gezworven hebbeneen paar dingei
rl Uven. Dwaze, kinderlijke dingen. Er.
Oudejaarsavondkeert telkens teruc
.net verlangens die je vergeten waande
net bitterheid en berouwen de
wanhopige gedachte: weer een jaar da
•verloren ging
ZU knikte langzaam.
„Op Oudejaarsavond zyn we allen
wat weemoedigook als we uiterlijl
geen reden hobben". Ze daoht aan
haar droomen van voorheen en glim
lachte triest. Hoever leek haar nu al
weer dat moment toen ze zat te den
ken aan haar nieuwe levenaan dei:
man dien ze verwachtte. Evertdit
komen meest in plaats van alles wa
ze zich gedacht had in al die jaren
meisjesleven. En inplaats daarvan war
iemand anders gekomenuit den
nacht tot haar gekomen, vreemd, be
.mgstigend bijna en toch vol vage be
lofte.
Hij was onwillekeurig weer gaan zit.
ten, de warmte en behagelijkheid van
tie kamer omhulde hem Zy zaten daar,
als oude vrienden, als menschen die by
elkander behooren. En hij begon te ver
tellenvanzelfeenvoudigweg.
Zijn heele leven rees op voor haar droo
mende oogen.... haar droomende har*,
clen leven vol wisselende kansen, vol
avontuur, vol stryd. Een leven dat tel,
•:ens leak dood te loopen en tcch zich
weer baan brak naar ruimere velden, als
oen onweerhoudbare stroom. En zij za'
stil te kijken naar zijn donker gezicht
dat al zooveel sporen droeg. Sporen
van leed, van bitterheid, van honger en
koude en moeheidMaar waarin de
oogen brandden, de mond nu zoo vast
besloten trok als een felle lijn in de
bleekheid van het gelaat.
Stemmen buiten en voetstappen. Hij
stond plotseling op. En het leek haa:
dwaas, ongerUmd, dat hy nu gaan zou
den nacht in. dien langen, kouden weg
naar het onbestemde
Haar hand lag in de zyne. Ze zei, als
sprak een ander die ze niet beletten
kon te spreken: „Wilt u mU niet eens
schrUven hce het u gaatdaar?"
„Ik beloof het u". Hy richtte zich iets
icoger op. Waar waren de jaren? Waar
was de zware last der ontgoochelingen!
HU was weer een knaap, overmoedig en
blij. En de lange weg leek licht, en het
komende jaar leek de aanvang eener
zindelijke zege.
Aan den feestelijken disch zaten ze
tegenover elkaar. Evert en zij. Ze keek
naar hem. Wat was hij rustig en zelf
verzekerd en zUn gezicht droeg geen
sporen. Hij wist niet wat honger was
en koudeen een Oudejaarsavond in
eenzaamheid en armoede....
Haar ouders glimlachten naar elkan,
der, haar broer hief zijn glas op.
„Ik drinkop het nieuwe jaar, dat
we straks samen ingaan", zei hU en
drukte op dat „samen" als sloot hij
daarmee zUn vriend in hun leven.
ZU droomde. Haai- oogen zagen niet
meer de tafel, de bekende gezichten
Haar oogen zagen een langen, langen
weg, eenzaam en donker. En een hooge
gestalte die met vaste, moedige stapper
ging, nieuwen strijd tegemoeteen
droom in het hart
En haar glas opheffend1 zei ze, glim
lachend ,een glimlach waarin wat mys.
lerieuze vreugde was en ook een bijna
plechtige ontroering:
„Ja.... dat we samen ingaan".
INGEZONDEN MEDEDEEL1NGEN
a 60 Cti. per regeL
Stofzuigerhuis MAERTENS
BARTELJORiSSTRAAT 16
TELEF. No. 10756 5
Apex Klop-Veeg-Stofzuigers f 175.
POSTPAKKETTEN VOOR INDIë.
De directeur-generaal der posterijen
en telegrafie maakt bekend, dat, me:
ingang van 1 Januari 1929. in het ver
keer met Nederlaindsoh-Indië langs den
rechts fcreekscben zeeweg het maximum
gewicht -van pestpaketten wordt ver
hoogd tot 10 K.G.
Het tarief voor pakketten van 5 tot
en met 10 K.G. bedraagt f 3.25.
VOOR ARME
KINDEREN.
VOORSTELLING IN
„REMBRANDT".
VUfhonderd kinderen had de direc
tie van het Rembrandt-Theater Za
terdagmorgen tusschen 10 en 12 uur in
haar zaal, om ze een Kerstvacantie-
oorstelling aan te bi.den.
Kinderen die door de maatschappe
lijke omstandigheden van de ouders wel
licht anders nooit in de gelegenheid
zUn zooiets te zien. Meneer Panman,
welbekend van het Sinterklaasfeest van
den Bond van Nederlandsche Onderwy-
zers vertelde by films. Eerst over Giet
hoorn, het wonderlijke water-dorp.
Daarna over de kolenmynen, een leer
zame film. Meedoen naar hartelust kon
den ze toen Jan Klaassen in de poppen
kast verscheen, Jan Klaassen, die ieder
een om z"n ooren slaat en zelfs een po-
litie-agent voor den gek durft houden.
Het bleek wel, dat de historische Jan
Klaassen neg altijd de sympathie heeft
van alle vrooiyke en tot lachen ge
stemde kinderen.
Daartoe in staat gesteld door de fir
ma's Droste, Verdel en Franken kon de
directie den kinderen een heerlyke trac-
fcatie aanbieden. Verwonderd hebben ze
zich daarna over de oribègrypéiyke han
digheid van den goochelaar, en niet min
der die van Mud en Jef, die in een
film allerlei grappige dingen uithaalden.
Maar stil werden ze van de treffende
moederliefde, die een Jmnter-moeder
voor haar kind toont, een even groote
liefde als de mensoherunoeder voor het
menschehkind heeft, zoo mooi weergege
ven in de paeda-gogische Wild-West film
„Moederharten",
Ze mogen den directeur, den heer
Bakker mét den heer Panman, en allen,
die om hen dachten wel dankbaar zijn
voor zoo'n heerlijken vacantaemorgen
GEVONDEN VOORWERPEN EN
DIEREN.
Terug te bekomen by:
v. d. Eynden, Westerstraat 6, arm
band; Bur. van Politie. Smedestraat.
bal; Oerlemans, Gortestraat 20, biljet,
bank van leening; Bur. van Politie, Sme
destraat. beursje; Koster. Emmastraat
39, bal, KruUswyk. Bakkerstraat 22, das,
Hoffus, Joh. de Breukstraat 24, hand
schoen, v. d. Goes, De Clercqstraat 102.
idem; de Zwart. Lcmbokstraat- 7, idem;
Bur. van Politie. Smedestraat, idem;
y. Lienden, M. v. Heemskerkstraat lb.
idem; v. d. Geest, Delftstraat 10. idem:
Blom, Schotersingel 89. herdershond;
Kennel Fauna, hond (fox bast.), ge
bracht door Centr. Werk.; Koudys, Wes
terhoutpark 25, oorring; Holgerman
Betje Wolfstraat 10. portemonnaie met
inh.; ged. bur. van Politie: Meulenberg
Alb. Thijmstraat 18, idem; Bur. van Po
litie. Smedestraat. rywielbelastingmerk:
Malhoek. Frans Halsstraat 47, sierspeld;
Springveld, Paul Krugerstraat 24r..
schoentjes; Koel, President Steynstraat
69, taschje; Nieuwe, Nieuwe Spaam-
wouderstraat 130, tasch; Weijers, Lijster
straat 65, theewarmer; Dekker, Maarten
van Heemskerkstraat 7 rd., zilverbon;
Bin-, van Politie, Smedestraat, zakje.
HET RADIO-TELEFONI
SCHE VERKEER MET
INDIë.
Zooals reeds vroeger is medegedeeld
zal het radlotelefonisch verkeer met
Ned.-Indië 8 Januari as. voor het pu
bliek worden opengesteld.
De proefgesprekken zullen op 7 Januari
worden besloten mét een KoninklUk
woord.
H. M. de Koningin-Moeder zal dan
om 2 uur spreken met mevrouw De
Graaff, echtgenoote van den Gouverneur
Generaal, die namens de vrouwen uit
Nederlandsch-Indië, die hebben by ge
dragen tot het geschenk, dat H. M. bU
gelegenheid van haar as., jubileum zal
worden aangeboden, verzocht heeft haar
gelukwenschen in verband met dit jubi
leum langs dezen weg aan H. M. te mo
gen overbrengen.
Vervolgens zal de officieele opening
van den nieuwen dienst plaats vinden
door den Minister van Waterstaat in
een gesprek met den Gouverneur-Ge
neraal, waarna Minister Koningsberger
de telefonische verbinding, als eerste
Nederlandsche burger plechtig zal inwy-
den, eveneens door een gesprek te voe
ren met den Gouverneur-Generaal.
UIT DE R.K. STAATSPARTIJ.
Hiet diageJfljksch bestuur van die R.K.
Staaitspatrtiij heeft, naar die kabhcllieke
blaidian weMen, aan het bestuur der
R.K. RUksikieSkringarganisatiie 's Gra-
verntoaige bericht, dat het zich onbe
voegd acht vain de zaak der kwaliteits
zetels kennis te nemen.
Voer den inhoud dezer rubriek stelt
de Redactie zich niet verantwoordelijk
*i i'ifT"~nnden stukken, geplaatst
of niet geplaatst, wordt de kopij den
inzender niet teruggegeven.
OP OUDEJAARSAVOND.
Sylvestergedachten.
Zy laten niemand geheel onbewogen,
noch in zy'n persoonlijk, noch ln zUn
huiselijk, noch in zijn maatschappelijk
leven.
Ons zy het vergund aan enkele ge
dachten, die in deze ure bij ons op
komen, uiting te geven.
Er is een woord, dait in onzen tyd
werkt ais een tooverfarmiuüe. Het is het
woord Rationalisatie.
Tooverwoord in het moderne bedryfs-
leven. Welke wonderen van techniek
en vernuft worden toegepast om spoe
diger en vcord-eeöger te kunnen wer
ken!
Maar wordt ook wel steedis rekening
gehouden met de keerzijde van de me
daille en met de pytnüjke moeilijkheden
die velen, ook onder onze vakgenooten,
ondervinden, aCs zU het slachtoffer wor
den van „reorganisatie" in het bedrUf?
Hce wrang is op dezen oudejaarsavond
hun herinnering aan verstoorde illusies
als zij terugdenken aan hun intrede in
het vak van den adenimiistratieven ar
beid!
Denkt u den kantoorbediende, die
doelloos rondzwerft, nauwelijks of in
't geheel niiet in staat om zUn onder
houd en dat van de zUnen te wannen,
uitigestooDen uit het beroep, dat hij als
zyn levensdoel had gekozen en denkt
u hem vooral, starende naar de ver
lichte kantcorvensters, waar tot laat in
den nacht wordtovergewerkt. Waar
arbeid wordt verricht door personen, die
reeds een gamsche dagtaak achter den
rug hebben en wier wenk voor een be-
langry'k deel door tydel'ijke krachten
zou kunnen verricht warden.
Werkgevers, valt ook in dit opzicht
niet te rationahseeren?
Is ook de levenskracht van den kan
toorbediende geen waarde, die zuinig
beheer verdient?
Kan niet gezorgd worden voor een
werkverdreVrg. die weinig vernuft en
en cok wednig techniek voreischt, doch
slechts uitgaat van 'deze gedachte: Een
normale arbeidsdag voor den bediende
en de dan neg te verrichten tykMljke
overmatige arbeid gegeven in handen
van geschikte werklooze krachten.
Hoe blijkt het maatschappelijk ver
keer weer de gevolgen dar crisis te
overwinnen, al schynt de gedachte, dat
velen, die nauwelijks dertig jaren 'oud,
hun betrekking kwyt raken., reeds te oud
lijken, om een püsiaits in dit verkeer te
hervatten. Is het teveel gevraagd wan
neer wy ex op - aandringen bruikbare
kantoorbedienden-zonder-wesrk van de
straat te helpen en daardoor tevens liet
overwerk te beknotten?
Waar een wil is is een weg.
En diie weg te zoo gemakkelijk te
vinden.
In onze groote steden te de openbare
arbeidsbeimMtiteliing gaandeweg tot meer
ontwikkeling gekomen en heeft zij zich
ook op den fcamifcoorarbeid gespecialiseerd
Getracht wordt, door een systeem va.n
Interlceaal overleg de organisatie van
vraag en aanbod langs oordeelkundige
banen te leiden. In onzen tijd vain ra-
tionralsaitde heeft ook dit bedry'f zich
van rationeels methoden bediend, om
beter zijn maateohappeüdjtee dienstén te
kunnen verleenen.
Over het zoeken, vaak eindeloos, ail te
vaak vruchteloos zelfs van vdenonzer
vajkgenicotein, ook goed onderlegde en
bekwame vaklieden, zou men u daar een
boekje kunnen opendoen.
Laat op dezen Sylvesteravcnd by vele
werkgevers, die tot helpen in staat zy'n.
de gedachte rijpen om de behulpzame
hand te bieden.
Geef werk aan handen, die om eer
lijken arbeid roepen.
JAC. BAKKER,
Voorzitter van ém Nationaien
Bond van Handels- en Kan
toorbedienden „Mercurius".
A. A. VAN HAMERS VELD,
Voorzitter var. den R.K. Bond
ran Handels-, Kantoor- en
Winkelbedienden „Sint Fran-
ctecus van Assislë".
J. NAUTA,
Voorzitter van de Nederiand-
scbe Vereen:ging van Chris
telijke Kantoor- en Handels-
bedienen.
EEN GESCHIEDENIS VAN DEN
GEHEIMEN DIENST.
Uit het Engelsoh van
DOUGLAS VALENTINE.
2)
Misschien hebt u Frauds gekend?
vroeg Ik tenslotte.
Ja ik ken hem, was het antwoord.
Ken hem. herhaalde ik, dus u
denktU hebt reden om te geloo-
vendat hU nog in leven is
De Infanterist tuurde ingespannen
naar het plafond en blies rookkringe
tjes omhoog. Maar hU zei niets.
MUn aandringen op antwoord had niet
het minste succes. De infanterie-kapi-
tein lachte en zei:
ik weet niets; alleen dat uw broer
een beste vent is. die er van houdt om
zijn eigen weg te gaan.
Daarop gaf Martin, die een wonder
van tact en diplomatie is, een mop ten
beste over een heer, die een tafeltje
verder bezig was om met den kellner
af te rekenen en ik hield myn mond
over het onderwerp. Maar toen de in
fanterist opstond om heen te gaan, hield
hU een oogenblik zUn hand in de mUne,
keek mij op een vreemde manier aan
en zei langzaam en veelbeteekenend:
Als een volk in oorlog is moeten
officieren in actieven dienst wel eens
verdwUnen; soms in het belang van het
land, soms in him eigen belang.
HU legde den nadruk op de woorden
„ln actieven dienst". Met een schok wer
den mU de oogen geopend. Ik was een
voudig blind geweest. Francis was in
Duitschland.
HOOFDSTUK II.
Het geheimschrift bU de Factuur.
De orakeltaal van den infanterist was
my opeens volkomen duideiyk. Ik wist
plotseling zeker dat Francis met een ge
heime opdracht op vijandelijk gebied
wasln Duitschland zonder eenigen
twUfel. MUn broers buitengewone ken
nis ran de Duitschers hun gewoonten,
levensmanier en dialecten. maakten
hem eenvoudig tot den idealen man
voor een dergelUke gevaariyke zending
Francis had altUd een bijzonder talent
voor talen gehad; het scheen hem geen
noemenswaardige inspanning te kosten
om ze te leeren, maar in het Duitsch
muntte hü uit. Gedurende het jaar dat
bU en ik bü dominé von Mayburg in
Bonn in huis hadden gewoond, werd hU
mU verre de baas. Aan het einde van
die periode kon ik Duitsch spreken als
een Duitscher, maar hy sprak het „pa
tois" van Bonn en Keulen als een in
boorling van een dezer oude RUnsteden
en hy" zou in staat geweest zUn om een
sectie recruten te drillen in hun eigen
taal op een manier, die een luitenant
die pas van de militaire academie in
Gross Lichterfelde kwam, hem niet ver
beterd zou hebben.
Het kostte hem dan ook niet de min
ste moeite om voor een Duitscher door
te gaan. Ik herinner me zün vreugde
toen hy door een mede-Rynlander werd
versleten voor een Duitsch officier, die
we tüdens een zomervacantie in Gromer
ontmoetten, waar deze Duitschers de ge
noegens van het golspel combineerden
met *n beetje spionnage.
Ik geloof niet dat Francis eenige fcU-
büdoeling had met zijn Duitsche studiën.
Hij had eenvoudig dit aangeboren talent
voor imitatie; vreemde talen hadden
hem altyd sterk aangetrokken en na
dat hU deelgenoot in de autozaak was
geworden amuseerde hij zich op zaken
reizen in Duitschland met het aanleeren
van dialecten die hy nog niet kende.
Zyn Duitsche imitaties waren zeld
zaam grappig. Een van zyn .succesnum
mers" was een rumoerige zitting van
dein Ryksdag met redevoeringen van
Prins Billow en August Rebel en woe
dende interrupties; een ander een va
derlandslievende redevoering van een
ouden Pruisischen generaal op den ver
jaardag van den Keizer. Francis be
schikte over een wonderlüke gave om
niet alleen Duitsch te lüken. maar hü
kon er ook absoluut als een Duitscher
uitzien, zoo volkomen was zün vermogen
om „in een Duitsch vel te kruipen".
Maar nooit had ik kunnen denken,
dat hü het in zy'n hoofd zou krügen om
te probeeren in oorlogstyd Duitschland
binnen te komen, een land waar om zoo
te zeggen iedere burger is gecatalogi
seerd! Maar aan den anderen kant
Francis was iemand die niet voor ge
vaar uit den weg ging en zün verlangen
om het vaderland te dienen was onge-
loofiyk sterk! als er één Engelschman
was, bereid en geschikt om een derge
lUke gevaariyke opdracht te vervullen,
was het mün broer Francis.
Maar welk vooruitzicht had hy om
ooit terug te keeren? Vaak na mün ge
sprek op de Bath-Club had ik een vi
sioen van Francis, die onbevreesd de
mannen van een Duitsch vuurpeloton in
de oogen keek!
Maar de autoriteiten lieten niets los
omtrent mün broer en ik had geen en
kel aanknoopingspunt, tot Dicky Aller-
ton's brief kwam. Een goede vriend aan
Buitenlandsche Zaken" maakte snel
mijn pas in orde en zoodra ik die had
ging ik op weg naar Holland.
En nu zat in myn binnenzak, op een
stukje goedkoop bloc-note papier ge-
schreven, het nieuws waarvoor ik naar
Groningen was gereisd. En dat bericht
was zoo onzinnig, zoo laag-bü-den-
grond, zoo verbluffend-mal, dat ik bijna
neiging had om mün reis naar Holland
als een nuttelooze onderneming te be
schouwen.
Ik vond Dicky, blakend van gezond
heid in zün kwartier in het interneo-
ringskamp. Het eenige wat hü wist was
dat Francis was verdwenen. Toen ik hem
vertelde van het gesprek op de Bath-
Club, keek hy ernstig. Hy' bleef een
poosje zwygen en toen stak hU van wal.
Luister, Desmond, zei hü, ik zal
je eerst een geschiedenis vertellen en
dan zal ik je een stukje papier laten
zien. In hoeverre dat papier en wat ik te
vertellen heb, een bevestiging zyn van
jouw theorie over Francis, moet je zelf
maar uitmaken. Je broer en ik deden
voor den oorlog veel zaken met een Hol-
an der, een autohandelaar in Nümecen
een zekere meneer Van Urtius. Hy is
vaak bü' ons in Coventry geweest en
Francis is op zijn terugweg uit Duitsch-
land een of tweemaal bij hem geweest
Ny'megen ligt vlak by de Duitsche
Trens, zools je weet. De oude heer
buitengewoon aardig voor me sinds ik
hier geïnterneerd ben en hy is al ver
scheidene keeren bü me geweest, spe
ciaal om me een paar kistjes goede Hol-
landsche sigaren te brengen!
Dicky, vjpl ik hem in de rede,
schiet op met je verhaal. Wat heeft dat
met Francis te maken. Het document...
Kalm aan m'n jongen, was het on
verstoorbare antwoord. Dat zul je zoo
aanstonds vanzelf hooren, als je me laat
uitspreken. Tien dagen geleden was me.
neer van Urtius er weer. Ik vertelde
hem alles wat ik van Francis wist. nl.
dat hij dienst genomen had en dat nu
niemand wist waar bU uithing. Het ging
den ouden heer niets aan, rand ik. dat
Francis by den geheimen dienst is dus
dat zei ik er maar niet hy'. En raad eens
wat mün oude Hollandsche vriend ten
antwoord gaf:
Meneer Allerton. zei hy, ik heb
een brief ontvangen, een heel elgenaar-
digen brief, een brief als ik me niet ver
gis van Francis Okewood 1).
Ik was paf.
Meneer Allerton. ging de oude Hol
lander voort, ik heb uit Duitschland
een zending metalen platen ontvangen,
ze kwamen de vorige week. Ik pakte de
mending zelf uit en bovenop lag de en
veloppe met de factuur. Van Urtius
wachtte even; hy' bereidde het spannen
de oogenbl-'k voor met uitgesproken dra
matisch talent.
1) Voor goed beerlp van het volgen
de aiene, dat het Engelsche woord Oke-
7«cod (Oahwood) „eikenhout" beteekend.
(Wordt vervolgd.)