BU1TENLANDSCH OVERZICHT HET RAPPORT VAN PARKER GILBERT IN DE KAART DER HERSTELCOMMISSIE GESPEELD FEUILLETON. Het Meisje uit de Stad EEN EXECUTIE IN AFGHANISTAN: HAARLEM'S DAGBLAD DONDERDAG 3 JANUARI 1923 Te rooskleurig of niet te rooskleurig? T BELANGRIJKSTE NIEUWS Parker Gilbert. f Parker Gilbert's rapport is koren op den molen van Frankrijk. Geen wonder. Gil bert heeft het summum van optimisme be reikt en constateert dat Duitschland de an nuïteiten, die in 1924 zijn vastgesteld, kan betalen, zonder zijn algemeene economische positie in gevaar te brengen. Het rapport be- i wijst, dat er absoluut geen reden is, waarom i Duitschland zijn verplichtingen niet zou na- l komen en Parker Gilbert's conclusies zulien j ieder onpartijdig waarnemer er van kunnen j overtuigen, dat het Dawesplan voldoende i rekening houdt met Duitschlands betalings capaciteit. Er is geen reden, zegt hier om trent de Temps, om aan deze capaciteit tc twijfelen, terwijl Duitschland geen enkel excuus heeft om aan zijn verplichtingen niet te voldoen. Dit Is dus een prachtig voorspel voor de zitting der financiëele experts! En Gilbert heeft Duitschland's schuldeischers voortref felijk in de kaart gespeeld: Toch» schijnt het wel mogelijk om in eenige mate de dompee op het rapport van den agent-generaal voor de schadeloosstellingen te zetten! Prof. Brauns, de directeur van de Duitsche Rijks bank die de beste Duitsche deskundige op dit gebied genoemd mag worden, en wien men onpartijdigheid niet ontzeggen kan heeft zwaarder dan Parker Gilbert, den nadruic gelegd op het gebrek aan kapitaal dan Duitschland. Gilbert maakt er zich met een onnoozele phrase af, Brauns zet duidelijk uiteen dat dit gebrek ernstig en nijpend is voor het Duitsche zakenleven. Parker Gil bert toont voorts aan, dat het geld in Duitschland niet duurder Is geworden, en dat de valuta één der sterkste ter wereld is, zijn rapport is een zeer belangrijk document, dat niet alleen het afgeloopen jaar behan delt, maar ook teruggrijpt in de vier jaai die liggen tusschen het heden en de uitvoe ring van het Dawesplan. De tactiek is zeer handig. De beweringen van den agent-generaal zijn met cijfers en feiten gestaafd. Theoretisch is alles volko men juist. Relatief is de toestand minder rooskleurig. De Fransche tevredenheid over het rapport is zeer verklaarbaar, d joh Duitschland zal er wel met recht iets op we ten af te dingen. I Men leze maar eens wat hieronder in de Duitsche persverslagen gezegd wordt! F. A. De Duitsche persstemmen. Naar het W. B. meldt, protesteeren alle Berlijnsche bladen in hun bespreking van Parker Gilberts jaarverslag tegen het daarin tot uiting komende optimisme, terwijl zij wijzen op de beteekenis van het rapport met, het oog op de a.s. conferentie van des kundigen inzake de schadevergoeding. Zij wijzen er op, dat de economische toestand in Duitschland nog lang niet rooskleurig is. f De „D. Alig. Ztg.": Duitschland heeft om weer op de been te komen vier jaar lang van leenen geleefd. Zoodoende kon het nog niet op eigen beenen staan. Zijn kapitaal bezit is niet toegenomen, het heeft van de credieten slechts zijn rente en zijn schade vergoeding kunnen betalen. Houden deze credieten op, dan is het ook met zijn beta lingsvermogen gedaan. I De „Voss. Ztg." hoopt, dat de commissie van deskundigen den toestand van Duitsch land zorgvuldiger zal onderzoeken, dan Gil bert dit heeft gedaan, vóór zij haar oordeel uitspreekt. Het „Berl. Tageblatt" acht, om een Juist beeld van Duitschlands economlschèn en fi- nancieelen toestand te verkrijgen, een verge- lijking met 1913 noodzakelijk. Toen voerde Duitschland kapitaal uit, zooals Frankrijk dit reeds thans weer doet. Naar het Engelsch van H. A. VACHELL. Het Condornest. f Samantha's hart begon verwoed te bonzen toen ze naar boven keek. Tegen den naakten rotswand klom een man naar boven, één voor één overwon hij de hindernissen die tus schen hem en een condornest lagen. Boven hem, met dreigende klauwen en snavels, zweefden de reusachtige vogels, niet alleen monsterlijk van grootte en kracht, maar ook angstwekkend van kwaadaardigheid. Het. meisje volgde hun vlucht met tranen in haar grijze oogen, want het gevaar dat den klimmenden man bedreigde, had haar in wendig een heeleboel dingen anders doen zien. Ze bekende zichzelf dat ze George Snragge liefhad, zoodra de mogelijkheid, dat zij hem zou kunnen verliezen zich aan haar open baarde. 1 Haar eigen plaats op een scherpen rots piek was allesbehalve veilig. Twee honderd voet onder haar schuimden woest de golven van de Stille Zuidzee, en braken woedend op Toch aanvaard BELGRADO, 2 Jan. (W.B.) Officieel wordt gemeld, dat ministerpresident Koro- setsj in een kabinetszitting heeft medegedeeld dat de koning het ontslag van het kabinet heeft aanvaard en hem de vorming eener nieuwe regeering ter waarneming der loopen- de aangelegenheden heeft opgedragen. Steeg neemt ontslag. Een telegram uit Rabat, dat heden is ge publiceerd, meldt, dat Theodore Steeg, de Fransche resident-generaal in Marokko, zijn ontslag heeft ingediend en per eerste gele genheid haar Frankrijk zal komen. De reden van dit ontslag moet gelegen zijn in de pas aangenomen wet, volgens welke leden van het parlement bepaalde functies niet mogen bekleeden. Het telegram, waarin Steeg zijn ontslag aanvraagt, zegt, dat de zware ver antwoordelijkheden, die aan zijn politieke positie verbonden zijn. (Steeg is senator voor de Seine) het hem niet mogelijk zullen maken zijn ambt in Marokko tot het einde toe behoorlijk te vervullen, aldus de Tel. Dit besluit, clat vrij plotseling genomen schijnt te zijn, heeft tot dusver weinig com mentaar uitgelokt. Briand heeft intusschen aan president Doumergue twee decreten ter onderteekenlng voorgelegd, waarbij Lucien Saint wordt be noemd tot resident-generaal in Marokko en Manceron, gewezen secretaris-generaal van de Tunesische regeering, tot Fransch resi dent-generaal in Tunis. R.-K. VOORBEREIDEND ONDER WIJS. NIEUWE SCHOOL IN DE KONINGSTRAAT. Een gedeelte der oude gebouwen van de vroegere Steendrukkerij Emrilc en Binger aan de Koningstraat is gesloopt en daarvoor is in de plaats gekomen een nieuwe school voor de Fröbel- en Montessori-afdeeling van de Mariascholen. Woensdagmiddag zijn we in de gelegenheid gesteld, om het nieuwe gebouw te bezichtigen. De heer H. J. L. Klein Schiphorst heeft het geheel naar zijn eigen ontwerp doen in richten. Dadelijk links van den ingang vindt men een spreekkamertje. .Op de lange, breede gang met haar prach- tigen vloer van tegels in tapijtvorm, zijn de ingangen voor de verschillende lokaliteiten. Daar is o.a. een speellokaal, die geheel vol gens de Montessori-methode is ingericht. Het is een ruim lokaal, keurig in moderne, spre kende kleuren geschilderd en met een stof vrijen vloer. Op den grond zijn twee lange el-vormige cirkels getrokken, waarlangs de kinderen op de maat van de piano-muziek hun rhythmische oefeningen kunnen uit voeren. Achter het gebouw ligt een groote speel plaats in de open lucht; daar is ook een over dekt gedeelte, waar de kinderen zich kunnen bezig houden als het regent. De kleedkamer is speciaal voor kleine kin deren ingericht. Elk kind heeft zijn eigen verzilverde kapstok en die is voorzien van een gekleurd figuurtje, zoodat de kinderen dade lijk hun kapstok kunnen herkennen. Er zijn figuren bij van vlinders, bloemen, dieren en allerlei voorwerpen. En diezelfde figuren vin den de kinderen op hun kastje terug. Vergis singen kunnen dus nooit plaats hebben. Boven is de Montessori-afdeeling', die ge heel naar de eischen des tijds is ingericht en natuurlijk in de moderne kleuren geschilderd. In één der hoeken staat een keukentje, waar de kinderen naar hartelust kunnen boenen, ploeteren en poetsen. Op dezelfde étage is ook een lokaal voor de fröbel-klasse. En wederom een étage hooger is een lokaal voor do naaiklasse en één voor het typen. Al die étages zijn te bereiken langs een trappenhuis, dat werkelijk een juweeltje in zijn soort genoemd kan worden. Het Is over dekt met een mooie lantaarn van gekleurd glas in lood. De trapleuningen zijn zoodanig gemaakt, dat de kinderen zich nooit kunnen bezeeren en de leuningen zijn zóó laag, dat 't kleinste kind er zich aan kan vasthouden. De vele kleuren komen hier ook op hun voordee- ligst uit. Daarvoor heeft de heer G. M. Cap- teln gezorgd. Zij sluiten ook goed aan bij de gemetaliseerde muren van de N.V. „Ripperda' De toilets (zoowel boven als beneden) en de fietsenbergplaatsen laten ook niets te wenschen over. Het ruime gebouw wordt centraal ver warmd en is van eiectrisch licht voorzien. Overal kunnen licht en lucht in ruime mate toevloeien. Woensdagmiddag werd het gebouw ook door den burgemeester en andere autoritei ten bezichtigd. A.s. Zondag zal het plechtig worden inge wijd en op 7 Januari zullen de lessen be ginnen. De heer Klein Schiphorst heeft wederom een bijzonder fraai stuk werk afgeleverd. KANTONGERECHT. UITSPRAKEN. A. de R. h-et loopen op verboden grond 20 boete subs 10 dagen hechtenis. A. de R. overtre ding der Jachtwet 5 boete subs 5 dagen hech tenis. A. J. het als bestuurder van een rijwiel daarmede over een weg of rijwielpad rijden, ter wijl niet is voldaan aan art. 59 van het Motor en Rijwiel reglement 2 subs 2 dagen hechtenis. P. J. F. idem 2-— subs. 2 dagen hechtenis. H. v. E. het loopen op verboden grond 3 boete subs. 3 dagen hechtenis. J. S. het te Haarlem een voertuig onbeheerd of niet behoorlijk tegen weg-, nemen beveiligd op den openbaren weg laten staan 2-subs. 2 dagen hechten. M. K. over treding der verordening op de winkelsluiting van Haarlem 3-— subs. 3 dagen hechtenis. A. Z. het loopen op verboden grond 3 boete subs. 3 dagen hechtenis. A. Z. het loopen op verboden grond ƒ3 subs 3 dagen hechtenis. L. A. het t>e Haarlem op den openbaren weg plaatsbewijzen voor openbars vermakelijkheden verkoopen subs, l dag hechtenis. F. H. het als bestuurder van een motorrijtuig het rijtuig zonder voldoend toezicht op een weg laten staan, anders dan met tn rust gebrachten motor 2 subs. 2 dagen hech tenis. M. J. D. overtreding der Arbeidswet 2 maal 5 boete subs. 2 maal 5 dagen hechtenis. M. E. G. S. overtreding der verordening op de winkel sluiting van Haarlem subs, i dag hechtenis. P. W. de N. het als bestuurder van een rijwiel daarmede over een weg= of rijwielpad rijden, ter wijl niet is voldaan aan art. 59 van het Motor en Rijwielreglement 2 subs. 2 dagen hechtenis. A. M. M. overt reding van art. 103 der pok-veror dening van Haarlem schuldigverklaring, zondw toepassing van straf. J. P. de K. het te Haarlem een voertuig onbeheerd tegen wegnemen bevei ligd op den openbaren weg laten staan 2 subs. 2 d. h. H. H. het loopen over verboden grond 15 subs. 15 d. h. H. H. idem 15 subs. 15 d. h- GEVONDEN DIEREN EN VOORWERPEN. Terug te bekomen bij Noorland, Nagtzaam- straat 41, armband. Baas, Floresstraat 57, arm bandje. v. Gorkum, Gen, Crcnjéstraat 73 rood, armbandhorloge, Eur. van Politie, Smedastraat, ballen, v Roodem, Heerensingel 49 zwart, baaltjr cement, v. d. Haak, Oostvest 72, duimstok, Hen driks, Gasthuislaan 97. fluitje. Maurits, Z. Brou wersstraat 40, handschoen, Vermeer, A. Thijm- straat 13. idem. De Jong, Woonschip 2091 Oost- vest, idem. De Munk, P. Kiesstraat 20 zwart, idem Eisveld. Ben Viljoenstraat 44, idsm. Lamboy, Brouwersvaart 118 B rd. idem. De Heij, Papento- renvest 3 rd., idem. Diesink, Grebbestraat 30 idem. Kuijken, de Clercqstraat 100, herdershond. Terhorst, Scheperstraat 67, horloge. Kennel Fau na, hondje (zwart-bruin), gebracht door Gilein, Saenredamstraat 7. v. Zonneveld, Ternatsstraat 42, nijptang. Bur. van Politie, Smedestraat, over, scliien. Duineve'-d, Heemsfceedsche Dreef 261 pan toffels. Reinüers, Tetterodestraat 21 portemon- naie met inhoud. Hazenbrood, Rijksstraatweg 275 idem Hut, Slachthuisstraat 19, potloodje. Jongést Brouwersstraat 14, parapluie Selhorst, Rolland straat 33, rijwielpomp. De Wit, Marnixstraat 6. rijwiellantaarn. Beere, - Lindenstraat 31, rijwiel- belastingmerk. Coté, Palappusingel 165, sleutel. Rintzes, Gasthulsvest 49 rd., sierspeld, v. Olphen Vredenhcfstraat 3. scheermesjes. Loerskes, Zuid Brouwerstraat 25 zwart, tasch. Hartog, Soireepen straat 21, tasch je. Kortekaas, Wilgenstraat 33, idem. Luijtmeier, Karolingenstraat 23, vulpot lood. INGEZONDEN MEDEDEELINGEN a 60 cents per regel. •de fceelontam'ettendè lablctlen» Voorkomt besmsuiogngevaat bij: Griep Influenza": Roodvonk en andere besmettelijke? ziekten. Bij alle Apotheken en Drogisterijen Iper llesch. Galgen en geschut. MAHMED EDDIN KHAN'S RECHTSPLEGING. (Bijzondere correspondentie van de United Telegraph) De gouverneur van Djelalabad, die een tiental Engelsche woorden kent, noodigde mij uit voor een schouwspel, dat voor mij geheel nieuw was. Wij zouden naar Islampur, een plaatsje op de helling van het hooggebergte Siakhposh, gaan, om de terechtstelling vair eenige roo- vers, „afridi", gelijk zij hier genoemd worden, bij te wonen. Zij hadden een Duitschen inge nieur overvallen en bij die gelegenheid een soldaat, die hem vergezelde, gedood. Nu zou men overgaan tot de bestraffing van de daders, niet wegens het dooden van den soldaat in Afghanistan kan men met een zekere gerustheid en kalmte moorden maar veeleer wegens de schending van de gastvrijheid, want in dit land waar de Moham- medaansche godsdienst uiterst streng wordt toegepast, beschouwt men den Europeaan wel als een heiden, als een ongeloovige, maar tevens acht men hem tot op zekere hoogte onschendbaar Wij reden in een krankzinnige galop, die ons niet eens in staat stelde de wegen, die wij langs suisden te bekijken, in gezelschap van twintig tot de tanden gewapende Afgha- nen vier uren lang en kwamen tenslotte in Islampur, ongeveer twintig mijlen van Tibet verwijderd, aan. De keuze viel op deze plaats, omdat men had aangenomen, dat zich in het hoogge bergte nog talrijke „afridi" ophielden; die wilde men in de gelegenheid stellen, de te rechtstelling van hun kameraden bij te wo nen, om ze aldus een lesje te geven. Op een open plek in het woud staan vier rudimentaire, slecht geconstrueerde galgen op een rij, benevens twee kanonnen, dié on geveer een eeuw oud zijn. Voor den gouver neur was een klein podium gereed gemaakt, waarop twee of drie personen, dicht op elkaar gedrongen, konden staan. Ongeveer honderd soldaten in roode uni formen nemen plaats ongeveer in een vier kant. Mahmad Eddin Khan beklimt de gereser veerde tribune en noodigt mij uit, hem te vol gen. Achter de haag van roode soldaten ver dringt zich een dichte menigte, die voorna melijk uit nomaden bestaat. Het zijn vieze kerels met lange haren en kinderlijke, wijd- gesperde oogen. Mijn aandacht wordt terstond gevestigd op een rij aan elkaar met een ketting verbonden menschen, die zich, geëscorteerd door be reden soldaten, in de richting van de galgen bewegen. Het zijn ruwe, sterke, groote ge stalten van bergmenschen, die veel overeen komst vertoonen met de Tibetanen. Zij schij nen zich over hun lot niet al te groote zorgen te maken. Aan den anderen kant loopt alles vlot van stapel. Vier hunner worden voor de galgen geplaatst, door de soldaten bijna ge heel ontkleed en van de ketting los gemaakt. Alles geschiedt in groote stilte en zonder eenig bevel. In een oogwenk wordt hun de strop om den hals geworpen. De ter dood veroordeelden kijken met groote onverschilligheid naar de aanwezige menigte. Een hunner kijkt mij strak aan. In zijn oogen lees ik verwondering, maar in het geheel geen vrees. Een man trekt het touw aan en de vier lichamen zweven boven de aarde. Nog een minuut, anderhalve mniuut en alles is afgeloopen. Het programma heeft een tweede deel. Dit is verschrikkelijker, ontzettender dan som mige Indianenverhalen, die ik als kind met afschuw had gelezen. De twee „afridi", die den dood van hun makkers hebben bijge woond, zooals wij een voetbalwedstrijd of een acrobatenvoorstelling, zijn voor een ontzet- tenden dood besterad. De grijs-gele gelaatskleur van de roovers maakt het niet eens mogelijk op het laatste oogenblik waar te nemen, of zij angstig zijn. Zij weten, welke marteling him wacht. En niettemin beven hun handen niet-, hun oogen verliezen niet den gewonen glans, niets ver raadt, of zij bang zijn voor den ontzettenden dood, dien zij niet zullen ontgaan. De roode soldaten ontkleeden hen brutaal en duwen ze voor het naar het gebergte ge wende affuit der kanonnen. De ongelukkigen moeten het bijwonen, dat de kanonen met cylindrische kogels worden geladen, waar men om zou willen lachen, in dien niet een tragedie in de lucht zou hangen. Dan worden zij met de ruggen naar den loop van het kanon gedraaid, vastgebonden en tenslotte de handen aan de voeten geboeid: alleen het hoofd is vrij; het kan zich geheel bewegen. Om de uitvoering van het vonnis nog verschrikkelijker te maken, worden de kanonnen niet tegelijk afgevuurd, zoodat de een de ontzettende executie van den tweede moet aanzien. Een dof gerommel klieft de lucht. Instlcht- matig sluit ik de oogen, om ze het volgende oogenblik weer te openen. Niets, niets meer. Een grijze rookwolk en een hartverscheurend gebrul van den nog in leven zijnden roover, die zijn lot afwacht. Het lichaam van den eersten, in flarden ge rukt, is de hemel weet waar. Men zou geneigd zijn te zeggen, dat de bergen hem hebben op genomen. Het is een absolute vernietiging. De andere brult en doet wanhopige pogin gen om zich los te rukken. Hij is vermoede lijk krankzinnig geworden. Zijn wanhopig geschreeuw zou zelfs een marmeren hart tot medelijden roeren. Het geschut overstemt echter het hartverscheurend gegil. Het is of het geschreeuw van den ter dood gebrachte mij nog in de ooren klinkt Op den terugweg is de aanvankelijk twintig man tellende escorte tot honderd aange groeid: het is duidelijk, dat de gouverneur zich alleen niet al te veilig voelt. Wanneer hij de psychologie van zijn menschen niet zou kennen, wie zou ze dan kennen? Mahmad Eddin Khan verwacht iets weinig sympa thieks, hij geeft een afdeeüng ruiters op dracht, vooruit te rijden en laat zich aan beide zijden door ruiters beschermen. En er gebeurt iets. Bij het verlaten van een hollen weg, die gelijkenis vertoont met de Colorado- of Arizona-canons, worden wij ont vangen met een regen van geweerschoten. Het zijn de „Afridi" en „Shinwari", die bloed wraak voor het gevloeide bioed willen uit oefenen. De spreuk, die mij zoo vaak in Indië herhaald werd, bevat een verschrikkelijke realiteit: Behoed U voor de wraak van de kobra, den olifant en den Afghaan. Twee soldaten vallen dood neer, eenige zijn gewond. De gouverneur is niet gewond en ik evenmin. Ik ben hier werkelijk niet geko men, om de Afghaansche aarde met mijn bloed te drenken. Mahmad Eddin Khan heeft allerminst het voornemen, tegenstand tegen de roovers te bieden of ze te arresteeren. Hij denkt er uitsluitend aan, zoo snel maar cenigszins mogelijk is, verder te komen en met betrekking tot de opstandelingen zal hij in Dj^'-'abad achter vei'-ige muren over ver dere maatregelen nadenken. Het geweervuur achtervolgt ons nog enkele minuten, zonder echter in ons gezelschap schade aan te richten. Wij komen in Djelala bad aan op uitgeputte paarden en met twee lijken. GASTONE TANZI. (Nadruk verboden.) HET JUBILEUM DER H. V. A. HULDIGING DER DIRECTIE. In het Amsterdamsche kantoorgebouw van de H.V.A. had gisteren een grootsche huldi ging der directie plaats. De secretaris eter vennootschap, Mr. J. J. G. Jas sprak namens het personeel, de heer A. van der Eyk hul digde de directie namens de vestigingen te Medan en Soerabaja en bood een fraai ge brandschilderd raam aan, de hoofd-admini- strateur van „Djatiroto", "de heer H. van Tinteren en de heer A. Groeneveld, oud hoofdboekhouder te Amsterdam voerden nog het woord. De heer N. H. ter Kuile dankte namens de directie, waarop de oud-directeur, de heer P. Reineke, dezen hulde bracht en verder allen die den roem der H.V.A. in stand ges» houden hebben, aldus de Tel. INGEZONDEN MEDEDEELINGEN a 60 cent» per regel. terneergeslagen! Het hoofd is zwaar als lood, de armen hangen slap naar beneden, de beenen kunnen het lichaam nauwelijks dragen. Dat zijn teekenen eener be ginnende verkoudheid Neemt U dadelijk COFFIE- ASPIRIN om verdere gevaren te voorkomen. Doch laat U geen middel aane praten, dat zoogenaamd net zoo goed is. Neemt U uitsluitend de verpakking met het over de geheele wereld bekende BAYERsltruis en den oranjeband. de met zeewier begroeide rotsen. Samantha keek naar beneden als zocht zij de plek waar George zou vallen, indien de zwarte duivels op hem neer schoten. Wie haar op dit moment zou hebben ge zien, zou hebben gezegd dat zij heel mooi was, een echte dochter van de wildernis, ge schapen om de gezellin en steun te zijn van een man, wiens voorvaderen den grooten trek hadden meegemaakt van het Oosten naar het Westen onder voortdurende drei ging van doodsgevaar. Ze was bh°"n en schouder; haar gezicht had rustige, edel-geboetseerde trek ken en haar grijze oogen keken kalm en zelfbewust de wereld in. 1-Iaar huid was ge zond rood-bruin; haar haar was door zon en wind gebleekt tot den kleur van droog kweekgras. Ze had haar slaopen witten zon nehoed afgenomen, zoodat zij iedere beweging van den klimmer kon zien. Eén van de groote vogels schoot naar be neden. Samantha schreeuwde een waar schuwing. Maar George was bereid. Hij had een korten, dikken stok bü zich. De condor scheen hem te missen. Hij steeg weer op en voegde zich weer bij zijn wijfje. Op de gespreide, onbeweeglijke vleugels bleven zij hun zwevende cirkels beschrij ven. De klimmende man naderde nu het nest, waarin de twee jongen zaten, groote ballen dons, waaruit nijdige koppen en snavels staken. De snavels waren wijd open. George had de steile helling vlak onder het nest bereikt, het moeilijkste gedeelte van den klim, deels omdat de rots glad en glibberig was, maar meer nog, omdat het nest op een uitspringende plaats lag, doorstreept met jaspis en chalcedoon. Hij stond een oogenblik stil en keek naar beneden. Hij kon Samantha's opgeheven gelaat zien en de doodelijke angst in haar oogen. Haar stem klonk tot hem door: Kom terug George! Hij fronste de wenkbrauwen en klemde de kaken opeen, een antwoord keurde hi1 haar niet waardig. Vrouwen, bedacht hij met goedige verachting, waren nu eenmaal zoo, de stumperds! Kom terug! riep Samantha nog eens. Hou je mond! klonk het nijdig terug. Hij begon opnieuw te klimmen, naar boven en naar buiten, tot hij een enkele ademlooze seconde tusschen zee en hemel hing. Toen slingerde hij zich over den richel. De vogels schoten toe en Samantha schreeuwde het uit. George lichtte zijn knuppel op, hij voelde een vreemden strijdlust, hij wou niets liever dan zijn krachten meten met die vreeselijke vogels- De vogels stegen weer op. George pakte één van de kuikens beet en stopte het in een grooten graanzak. De stank uit het nest sloeg over hem heen en het zweet brak hem over het heel© licbaam uit, terwijl hij den zak aan een touw bond en begon hem naar beneden te laten zakken. Daarvoor had hij Samantha meegenomen. Heb je hem? riep hij. Ja! Hij gleed terug over den rand van de rots, hing aan zijn handen en zocht jpet zijn voeten naar een steunpunt, zonder het te vinden. Een eeuwigheid zoo leek het hem zochten zijn bloote voeten over het gladde rotsvlak. De stank en de hitte want de zon bnandcle fel op den rotswand werden hem te machtig. Ik ben der geweest, dacht hij. Maar lk heb het tóch gedaan. Ik heb den vogel. Samantha zag wat er gebeurde. Hooger op! gilde ze. Hij trok zijn trillende, bloedende voeten op. Drommels, die meid had gelijk! Hij had den afstand verkeerd berekend. Zijn gekrom de teenen vonden den spleet. Een oogenblik later was hij in veiligheid. De man en het meisje daalden zwijgend naar het strand af. Je hebt mijn leven gered, zei hij kort af. O, George! Ja zeker! Het spande erom, het was het grootste risico dat ik ooit geloopen heb. Goed dat je meegegaan was, niet? Je zou toch zeker nooit zoo mal ge weest zijn om het alleen te probeeren? Ik weet het niet. Misschien toch! Samantha maakte maar één opmerking. Mannen zijn niet wijs om hun leven voor een kleinigheid te wagen. Hij staarde haar aan. Een kleinigheid? Er is nergens anders een levende condor in gevangenschap. Ik ga deze voor twee honderd vijftig dollars verkoopen! Dat vind je dus den prijs voor je leven. Ze zei het op minachtenden toon, boos op, zichzelf en op hem omdat hij haai' haat zwakheid had geopenbaard. Het komt vast in de krant, lachte hij, ze zullen mij nog om mijn portret vragen, pas maar op. Ze brachten het dier naar huis en verzorg den het door vleesch In zijn onverzadigbaar-» gapenden muil te stoppen. Ik heb een hekel aan dat beest, merkte' Samantha op. Waarom? vroeg hij. Maar dat wou ze niet zeggen. n. De boerderij stond in een nauw, met bosch begroeid dal, dat in Zuid-Westelijke richting naar den oceaan afhelde. Van de bovenver dieping uit kon men de Stille Zuidzee zien liggen als een bewogen blauwe plas, gevat in een omlijsting van eiken struikgewas en dennen. Een beekje slingerde zich door de vallei en langs beide oevers waren bessen- velden, waar het water heengeleid kon wor den. George verdiende 00 allerlei manieren aardig wat geld. Hij teelde vroege aardappe len en aardbeien. Hij hield bijen, verkocht „clams" (een soort mosse'en) die hij uit het strand opgroef en visch. Hij ventte met wild, zoowel in als buiten seizoen, want van wet ten tot bescherming van den wildstand trok hij zich niet heel veel aan. Tenslotte fokte hij vee, paarden en varkens en ving allerlei wild gedierte dat hij aan een handelaar ver kocht. (Wordt yervolgd.y

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1929 | | pagina 6