BU1TENLANDSCH OVERZICHT
HET RAPPORT VAN PARKER GILBERT
IN DE KAART DER HERSTELCOMMISSIE GESPEELD
FEUILLETON.
Het Meisje uit de Stad
EEN EXECUTIE IN AFGHANISTAN:
HAARLEM'S DAGBLAD
DONDERDAG 3 JANUARI 1923
Te rooskleurig of niet te rooskleurig?
T BELANGRIJKSTE NIEUWS
Parker Gilbert.
f Parker Gilbert's rapport is koren op den
molen van Frankrijk. Geen wonder. Gil
bert heeft het summum van optimisme be
reikt en constateert dat Duitschland de an
nuïteiten, die in 1924 zijn vastgesteld, kan
betalen, zonder zijn algemeene economische
positie in gevaar te brengen. Het rapport be-
i wijst, dat er absoluut geen reden is, waarom
i Duitschland zijn verplichtingen niet zou na-
l komen en Parker Gilbert's conclusies zulien
j ieder onpartijdig waarnemer er van kunnen
j overtuigen, dat het Dawesplan voldoende
i rekening houdt met Duitschlands betalings
capaciteit. Er is geen reden, zegt hier om
trent de Temps, om aan deze capaciteit tc
twijfelen, terwijl Duitschland geen enkel
excuus heeft om aan zijn verplichtingen
niet te voldoen.
Dit Is dus een prachtig voorspel voor de
zitting der financiëele experts! En Gilbert
heeft Duitschland's schuldeischers voortref
felijk in de kaart gespeeld: Toch» schijnt het
wel mogelijk om in eenige mate de dompee
op het rapport van den agent-generaal voor
de schadeloosstellingen te zetten! Prof.
Brauns, de directeur van de Duitsche Rijks
bank die de beste Duitsche deskundige op
dit gebied genoemd mag worden, en wien men
onpartijdigheid niet ontzeggen kan heeft
zwaarder dan Parker Gilbert, den nadruic
gelegd op het gebrek aan kapitaal dan
Duitschland. Gilbert maakt er zich met een
onnoozele phrase af, Brauns zet duidelijk
uiteen dat dit gebrek ernstig en nijpend is
voor het Duitsche zakenleven. Parker Gil
bert toont voorts aan, dat het geld in
Duitschland niet duurder Is geworden, en
dat de valuta één der sterkste ter wereld is,
zijn rapport is een zeer belangrijk document,
dat niet alleen het afgeloopen jaar behan
delt, maar ook teruggrijpt in de vier jaai
die liggen tusschen het heden en de uitvoe
ring van het Dawesplan.
De tactiek is zeer handig. De beweringen
van den agent-generaal zijn met cijfers en
feiten gestaafd. Theoretisch is alles volko
men juist. Relatief is de toestand minder
rooskleurig. De Fransche tevredenheid over
het rapport is zeer verklaarbaar, d joh
Duitschland zal er wel met recht iets op we
ten af te dingen.
I Men leze maar eens wat hieronder in
de Duitsche persverslagen gezegd wordt!
F. A.
De Duitsche persstemmen.
Naar het W. B. meldt, protesteeren alle
Berlijnsche bladen in hun bespreking van
Parker Gilberts jaarverslag tegen het daarin
tot uiting komende optimisme, terwijl zij
wijzen op de beteekenis van het rapport
met, het oog op de a.s. conferentie van des
kundigen inzake de schadevergoeding. Zij
wijzen er op, dat de economische toestand in
Duitschland nog lang niet rooskleurig is.
f De „D. Alig. Ztg.": Duitschland heeft om
weer op de been te komen vier jaar lang
van leenen geleefd. Zoodoende kon het nog
niet op eigen beenen staan. Zijn kapitaal
bezit is niet toegenomen, het heeft van de
credieten slechts zijn rente en zijn schade
vergoeding kunnen betalen. Houden deze
credieten op, dan is het ook met zijn beta
lingsvermogen gedaan.
I De „Voss. Ztg." hoopt, dat de commissie
van deskundigen den toestand van Duitsch
land zorgvuldiger zal onderzoeken, dan Gil
bert dit heeft gedaan, vóór zij haar oordeel
uitspreekt.
Het „Berl. Tageblatt" acht, om een Juist
beeld van Duitschlands economlschèn en fi-
nancieelen toestand te verkrijgen, een verge-
lijking met 1913 noodzakelijk. Toen voerde
Duitschland kapitaal uit, zooals Frankrijk dit
reeds thans weer doet.
Naar het Engelsch van
H. A. VACHELL.
Het Condornest.
f Samantha's hart begon verwoed te bonzen
toen ze naar boven keek. Tegen den naakten
rotswand klom een man naar boven, één voor
één overwon hij de hindernissen die tus
schen hem en een condornest lagen. Boven
hem, met dreigende klauwen en snavels,
zweefden de reusachtige vogels, niet alleen
monsterlijk van grootte en kracht, maar ook
angstwekkend van kwaadaardigheid. Het.
meisje volgde hun vlucht met tranen in
haar grijze oogen, want het gevaar dat den
klimmenden man bedreigde, had haar in
wendig een heeleboel dingen anders doen
zien.
Ze bekende zichzelf dat ze George Snragge
liefhad, zoodra de mogelijkheid, dat zij hem
zou kunnen verliezen zich aan haar open
baarde.
1 Haar eigen plaats op een scherpen rots
piek was allesbehalve veilig. Twee honderd
voet onder haar schuimden woest de golven
van de Stille Zuidzee, en braken woedend op
Toch aanvaard
BELGRADO, 2 Jan. (W.B.) Officieel
wordt gemeld, dat ministerpresident Koro-
setsj in een kabinetszitting heeft medegedeeld
dat de koning het ontslag van het kabinet
heeft aanvaard en hem de vorming eener
nieuwe regeering ter waarneming der loopen-
de aangelegenheden heeft opgedragen.
Steeg neemt ontslag.
Een telegram uit Rabat, dat heden is ge
publiceerd, meldt, dat Theodore Steeg, de
Fransche resident-generaal in Marokko, zijn
ontslag heeft ingediend en per eerste gele
genheid haar Frankrijk zal komen. De reden
van dit ontslag moet gelegen zijn in de pas
aangenomen wet, volgens welke leden van
het parlement bepaalde functies niet mogen
bekleeden. Het telegram, waarin Steeg zijn
ontslag aanvraagt, zegt, dat de zware ver
antwoordelijkheden, die aan zijn politieke
positie verbonden zijn. (Steeg is senator voor
de Seine) het hem niet mogelijk zullen
maken zijn ambt in Marokko tot het einde
toe behoorlijk te vervullen, aldus de Tel.
Dit besluit, clat vrij plotseling genomen
schijnt te zijn, heeft tot dusver weinig com
mentaar uitgelokt.
Briand heeft intusschen aan president
Doumergue twee decreten ter onderteekenlng
voorgelegd, waarbij Lucien Saint wordt be
noemd tot resident-generaal in Marokko en
Manceron, gewezen secretaris-generaal van
de Tunesische regeering, tot Fransch resi
dent-generaal in Tunis.
R.-K. VOORBEREIDEND ONDER
WIJS.
NIEUWE SCHOOL IN DE
KONINGSTRAAT.
Een gedeelte der oude gebouwen van de
vroegere Steendrukkerij Emrilc en Binger aan
de Koningstraat is gesloopt en daarvoor is
in de plaats gekomen een nieuwe school voor
de Fröbel- en Montessori-afdeeling van de
Mariascholen.
Woensdagmiddag zijn we in de gelegenheid
gesteld, om het nieuwe gebouw te bezichtigen.
De heer H. J. L. Klein Schiphorst heeft het
geheel naar zijn eigen ontwerp doen in
richten.
Dadelijk links van den ingang vindt men
een spreekkamertje.
.Op de lange, breede gang met haar prach-
tigen vloer van tegels in tapijtvorm, zijn de
ingangen voor de verschillende lokaliteiten.
Daar is o.a. een speellokaal, die geheel vol
gens de Montessori-methode is ingericht. Het
is een ruim lokaal, keurig in moderne, spre
kende kleuren geschilderd en met een stof
vrijen vloer. Op den grond zijn twee lange
el-vormige cirkels getrokken, waarlangs de
kinderen op de maat van de piano-muziek
hun rhythmische oefeningen kunnen uit
voeren.
Achter het gebouw ligt een groote speel
plaats in de open lucht; daar is ook een over
dekt gedeelte, waar de kinderen zich kunnen
bezig houden als het regent.
De kleedkamer is speciaal voor kleine kin
deren ingericht. Elk kind heeft zijn eigen
verzilverde kapstok en die is voorzien van een
gekleurd figuurtje, zoodat de kinderen dade
lijk hun kapstok kunnen herkennen. Er zijn
figuren bij van vlinders, bloemen, dieren en
allerlei voorwerpen. En diezelfde figuren vin
den de kinderen op hun kastje terug. Vergis
singen kunnen dus nooit plaats hebben.
Boven is de Montessori-afdeeling', die ge
heel naar de eischen des tijds is ingericht en
natuurlijk in de moderne kleuren geschilderd.
In één der hoeken staat een keukentje, waar
de kinderen naar hartelust kunnen boenen,
ploeteren en poetsen. Op dezelfde étage is ook
een lokaal voor de fröbel-klasse.
En wederom een étage hooger is een lokaal
voor do naaiklasse en één voor het typen.
Al die étages zijn te bereiken langs een
trappenhuis, dat werkelijk een juweeltje in
zijn soort genoemd kan worden. Het Is over
dekt met een mooie lantaarn van gekleurd
glas in lood. De trapleuningen zijn zoodanig
gemaakt, dat de kinderen zich nooit kunnen
bezeeren en de leuningen zijn zóó laag, dat 't
kleinste kind er zich aan kan vasthouden. De
vele kleuren komen hier ook op hun voordee-
ligst uit. Daarvoor heeft de heer G. M. Cap-
teln gezorgd. Zij sluiten ook goed aan bij de
gemetaliseerde muren van de N.V. „Ripperda'
De toilets (zoowel boven als beneden) en
de fietsenbergplaatsen laten ook niets te
wenschen over.
Het ruime gebouw wordt centraal ver
warmd en is van eiectrisch licht voorzien.
Overal kunnen licht en lucht in ruime mate
toevloeien.
Woensdagmiddag werd het gebouw ook
door den burgemeester en andere autoritei
ten bezichtigd.
A.s. Zondag zal het plechtig worden inge
wijd en op 7 Januari zullen de lessen be
ginnen.
De heer Klein Schiphorst heeft wederom
een bijzonder fraai stuk werk afgeleverd.
KANTONGERECHT.
UITSPRAKEN.
A. de R. h-et loopen op verboden grond 20
boete subs 10 dagen hechtenis. A. de R. overtre
ding der Jachtwet 5 boete subs 5 dagen hech
tenis. A. J. het als bestuurder van een rijwiel
daarmede over een weg of rijwielpad rijden, ter
wijl niet is voldaan aan art. 59 van het Motor
en Rijwiel reglement 2 subs 2 dagen hechtenis.
P. J. F. idem 2-— subs. 2 dagen hechtenis. H.
v. E. het loopen op verboden grond 3 boete
subs. 3 dagen hechtenis. J. S. het te Haarlem een
voertuig onbeheerd of niet behoorlijk tegen weg-,
nemen beveiligd op den openbaren weg laten
staan 2-subs. 2 dagen hechten. M. K. over
treding der verordening op de winkelsluiting van
Haarlem 3-— subs. 3 dagen hechtenis. A. Z.
het loopen op verboden grond 3 boete subs. 3
dagen hechtenis. A. Z. het loopen op verboden
grond ƒ3 subs 3 dagen hechtenis. L. A. het t>e
Haarlem op den openbaren weg plaatsbewijzen
voor openbars vermakelijkheden verkoopen
subs, l dag hechtenis. F. H. het als bestuurder
van een motorrijtuig het rijtuig zonder voldoend
toezicht op een weg laten staan, anders dan met
tn rust gebrachten motor 2 subs. 2 dagen hech
tenis. M. J. D. overtreding der Arbeidswet 2 maal
5 boete subs. 2 maal 5 dagen hechtenis. M. E.
G. S. overtreding der verordening op de winkel
sluiting van Haarlem subs, i dag hechtenis.
P. W. de N. het als bestuurder van een rijwiel
daarmede over een weg= of rijwielpad rijden, ter
wijl niet is voldaan aan art. 59 van het Motor
en Rijwielreglement 2 subs. 2 dagen hechtenis.
A. M. M. overt reding van art. 103 der pok-veror
dening van Haarlem schuldigverklaring, zondw
toepassing van straf. J. P. de K. het te Haarlem
een voertuig onbeheerd tegen wegnemen bevei
ligd op den openbaren weg laten staan 2 subs.
2 d. h. H. H. het loopen over verboden grond
15 subs. 15 d. h. H. H. idem 15 subs. 15 d. h-
GEVONDEN DIEREN EN VOORWERPEN.
Terug te bekomen bij Noorland, Nagtzaam-
straat 41, armband. Baas, Floresstraat 57, arm
bandje. v. Gorkum, Gen, Crcnjéstraat 73 rood,
armbandhorloge, Eur. van Politie, Smedastraat,
ballen, v Roodem, Heerensingel 49 zwart, baaltjr
cement, v. d. Haak, Oostvest 72, duimstok, Hen
driks, Gasthuislaan 97. fluitje. Maurits, Z. Brou
wersstraat 40, handschoen, Vermeer, A. Thijm-
straat 13. idem. De Jong, Woonschip 2091 Oost-
vest, idem. De Munk, P. Kiesstraat 20 zwart, idem
Eisveld. Ben Viljoenstraat 44, idsm. Lamboy,
Brouwersvaart 118 B rd. idem. De Heij, Papento-
renvest 3 rd., idem. Diesink, Grebbestraat 30
idem. Kuijken, de Clercqstraat 100, herdershond.
Terhorst, Scheperstraat 67, horloge. Kennel Fau
na, hondje (zwart-bruin), gebracht door Gilein,
Saenredamstraat 7. v. Zonneveld, Ternatsstraat
42, nijptang. Bur. van Politie, Smedestraat, over,
scliien. Duineve'-d, Heemsfceedsche Dreef 261 pan
toffels. Reinüers, Tetterodestraat 21 portemon-
naie met inhoud. Hazenbrood, Rijksstraatweg 275
idem Hut, Slachthuisstraat 19, potloodje. Jongést
Brouwersstraat 14, parapluie Selhorst, Rolland
straat 33, rijwielpomp. De Wit, Marnixstraat 6.
rijwiellantaarn. Beere, - Lindenstraat 31, rijwiel-
belastingmerk. Coté, Palappusingel 165, sleutel.
Rintzes, Gasthulsvest 49 rd., sierspeld, v. Olphen
Vredenhcfstraat 3. scheermesjes. Loerskes, Zuid
Brouwerstraat 25 zwart, tasch. Hartog, Soireepen
straat 21, tasch je. Kortekaas, Wilgenstraat 33,
idem. Luijtmeier, Karolingenstraat 23, vulpot
lood.
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN a 60 cents
per regel.
•de fceelontam'ettendè lablctlen»
Voorkomt besmsuiogngevaat
bij:
Griep
Influenza":
Roodvonk
en andere
besmettelijke?
ziekten.
Bij alle Apotheken
en Drogisterijen
Iper llesch.
Galgen en geschut.
MAHMED EDDIN KHAN'S RECHTSPLEGING.
(Bijzondere correspondentie van de United Telegraph)
De gouverneur van Djelalabad, die een
tiental Engelsche woorden kent, noodigde mij
uit voor een schouwspel, dat voor mij geheel
nieuw was.
Wij zouden naar Islampur, een plaatsje op
de helling van het hooggebergte Siakhposh,
gaan, om de terechtstelling vair eenige roo-
vers, „afridi", gelijk zij hier genoemd worden,
bij te wonen. Zij hadden een Duitschen inge
nieur overvallen en bij die gelegenheid een
soldaat, die hem vergezelde, gedood.
Nu zou men overgaan tot de bestraffing
van de daders, niet wegens het dooden van
den soldaat in Afghanistan kan men met
een zekere gerustheid en kalmte moorden
maar veeleer wegens de schending van de
gastvrijheid, want in dit land waar de Moham-
medaansche godsdienst uiterst streng wordt
toegepast, beschouwt men den Europeaan
wel als een heiden, als een ongeloovige, maar
tevens acht men hem tot op zekere hoogte
onschendbaar
Wij reden in een krankzinnige galop, die
ons niet eens in staat stelde de wegen, die
wij langs suisden te bekijken, in gezelschap
van twintig tot de tanden gewapende Afgha-
nen vier uren lang en kwamen tenslotte in
Islampur, ongeveer twintig mijlen van Tibet
verwijderd, aan.
De keuze viel op deze plaats, omdat men
had aangenomen, dat zich in het hoogge
bergte nog talrijke „afridi" ophielden; die
wilde men in de gelegenheid stellen, de te
rechtstelling van hun kameraden bij te wo
nen, om ze aldus een lesje te geven.
Op een open plek in het woud staan vier
rudimentaire, slecht geconstrueerde galgen
op een rij, benevens twee kanonnen, dié on
geveer een eeuw oud zijn. Voor den gouver
neur was een klein podium gereed gemaakt,
waarop twee of drie personen, dicht op
elkaar gedrongen, konden staan.
Ongeveer honderd soldaten in roode uni
formen nemen plaats ongeveer in een vier
kant.
Mahmad Eddin Khan beklimt de gereser
veerde tribune en noodigt mij uit, hem te vol
gen. Achter de haag van roode soldaten ver
dringt zich een dichte menigte, die voorna
melijk uit nomaden bestaat. Het zijn vieze
kerels met lange haren en kinderlijke, wijd-
gesperde oogen.
Mijn aandacht wordt terstond gevestigd op
een rij aan elkaar met een ketting verbonden
menschen, die zich, geëscorteerd door be
reden soldaten, in de richting van de galgen
bewegen. Het zijn ruwe, sterke, groote ge
stalten van bergmenschen, die veel overeen
komst vertoonen met de Tibetanen. Zij schij
nen zich over hun lot niet al te groote zorgen
te maken. Aan den anderen kant loopt alles
vlot van stapel. Vier hunner worden voor de
galgen geplaatst, door de soldaten bijna ge
heel ontkleed en van de ketting los gemaakt.
Alles geschiedt in groote stilte en zonder
eenig bevel.
In een oogwenk wordt hun de strop om
den hals geworpen. De ter dood veroordeelden
kijken met groote onverschilligheid naar de
aanwezige menigte. Een hunner kijkt mij
strak aan. In zijn oogen lees ik verwondering,
maar in het geheel geen vrees. Een man trekt
het touw aan en de vier lichamen zweven
boven de aarde. Nog een minuut, anderhalve
mniuut en alles is afgeloopen.
Het programma heeft een tweede deel. Dit
is verschrikkelijker, ontzettender dan som
mige Indianenverhalen, die ik als kind met
afschuw had gelezen. De twee „afridi", die
den dood van hun makkers hebben bijge
woond, zooals wij een voetbalwedstrijd of een
acrobatenvoorstelling, zijn voor een ontzet-
tenden dood besterad.
De grijs-gele gelaatskleur van de roovers
maakt het niet eens mogelijk op het laatste
oogenblik waar te nemen, of zij angstig zijn.
Zij weten, welke marteling him wacht. En
niettemin beven hun handen niet-, hun oogen
verliezen niet den gewonen glans, niets ver
raadt, of zij bang zijn voor den ontzettenden
dood, dien zij niet zullen ontgaan.
De roode soldaten ontkleeden hen brutaal
en duwen ze voor het naar het gebergte ge
wende affuit der kanonnen.
De ongelukkigen moeten het bijwonen, dat
de kanonen met cylindrische kogels worden
geladen, waar men om zou willen lachen, in
dien niet een tragedie in de lucht zou hangen.
Dan worden zij met de ruggen naar den loop
van het kanon gedraaid, vastgebonden en
tenslotte de handen aan de voeten geboeid:
alleen het hoofd is vrij; het kan zich geheel
bewegen. Om de uitvoering van het vonnis
nog verschrikkelijker te maken, worden de
kanonnen niet tegelijk afgevuurd, zoodat de
een de ontzettende executie van den tweede
moet aanzien.
Een dof gerommel klieft de lucht. Instlcht-
matig sluit ik de oogen, om ze het volgende
oogenblik weer te openen. Niets, niets meer.
Een grijze rookwolk en een hartverscheurend
gebrul van den nog in leven zijnden roover,
die zijn lot afwacht.
Het lichaam van den eersten, in flarden ge
rukt, is de hemel weet waar. Men zou geneigd
zijn te zeggen, dat de bergen hem hebben op
genomen. Het is een absolute vernietiging.
De andere brult en doet wanhopige pogin
gen om zich los te rukken. Hij is vermoede
lijk krankzinnig geworden. Zijn wanhopig
geschreeuw zou zelfs een marmeren hart tot
medelijden roeren. Het geschut overstemt
echter het hartverscheurend gegil. Het is of
het geschreeuw van den ter dood gebrachte
mij nog in de ooren klinkt
Op den terugweg is de aanvankelijk twintig
man tellende escorte tot honderd aange
groeid: het is duidelijk, dat de gouverneur
zich alleen niet al te veilig voelt. Wanneer hij
de psychologie van zijn menschen niet zou
kennen, wie zou ze dan kennen? Mahmad
Eddin Khan verwacht iets weinig sympa
thieks, hij geeft een afdeeüng ruiters op
dracht, vooruit te rijden en laat zich aan
beide zijden door ruiters beschermen.
En er gebeurt iets. Bij het verlaten van een
hollen weg, die gelijkenis vertoont met de
Colorado- of Arizona-canons, worden wij ont
vangen met een regen van geweerschoten.
Het zijn de „Afridi" en „Shinwari", die bloed
wraak voor het gevloeide bioed willen uit
oefenen. De spreuk, die mij zoo vaak in Indië
herhaald werd, bevat een verschrikkelijke
realiteit: Behoed U voor de wraak van de
kobra, den olifant en den Afghaan.
Twee soldaten vallen dood neer, eenige
zijn gewond. De gouverneur is niet gewond en
ik evenmin. Ik ben hier werkelijk niet geko
men, om de Afghaansche aarde met mijn
bloed te drenken. Mahmad Eddin Khan heeft
allerminst het voornemen, tegenstand tegen
de roovers te bieden of ze te arresteeren.
Hij denkt er uitsluitend aan, zoo snel maar
cenigszins mogelijk is, verder te komen en
met betrekking tot de opstandelingen zal hij
in Dj^'-'abad achter vei'-ige muren over ver
dere maatregelen nadenken.
Het geweervuur achtervolgt ons nog enkele
minuten, zonder echter in ons gezelschap
schade aan te richten. Wij komen in Djelala
bad aan op uitgeputte paarden en met twee
lijken.
GASTONE TANZI.
(Nadruk verboden.)
HET JUBILEUM DER H. V. A.
HULDIGING DER DIRECTIE.
In het Amsterdamsche kantoorgebouw van
de H.V.A. had gisteren een grootsche huldi
ging der directie plaats. De secretaris eter
vennootschap, Mr. J. J. G. Jas sprak namens
het personeel, de heer A. van der Eyk hul
digde de directie namens de vestigingen te
Medan en Soerabaja en bood een fraai ge
brandschilderd raam aan, de hoofd-admini-
strateur van „Djatiroto", "de heer H. van
Tinteren en de heer A. Groeneveld, oud
hoofdboekhouder te Amsterdam voerden nog
het woord.
De heer N. H. ter Kuile dankte namens
de directie, waarop de oud-directeur, de heer
P. Reineke, dezen hulde bracht en verder
allen die den roem der H.V.A. in stand ges»
houden hebben, aldus de Tel.
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN a 60 cent»
per regel.
terneergeslagen!
Het hoofd is zwaar als lood,
de armen hangen slap naar
beneden, de beenen kunnen
het lichaam nauwelijks dragen.
Dat zijn teekenen eener be
ginnende
verkoudheid
Neemt U dadelijk COFFIE-
ASPIRIN om verdere gevaren
te voorkomen.
Doch laat U geen middel aane
praten, dat zoogenaamd net zoo
goed is. Neemt U uitsluitend de
verpakking met het over de geheele
wereld bekende BAYERsltruis en
den oranjeband.
de met zeewier begroeide rotsen. Samantha
keek naar beneden als zocht zij de plek waar
George zou vallen, indien de zwarte duivels
op hem neer schoten.
Wie haar op dit moment zou hebben ge
zien, zou hebben gezegd dat zij heel mooi
was, een echte dochter van de wildernis, ge
schapen om de gezellin en steun te zijn
van een man, wiens voorvaderen den grooten
trek hadden meegemaakt van het Oosten
naar het Westen onder voortdurende drei
ging van doodsgevaar.
Ze was bh°"n en schouder; haar
gezicht had rustige, edel-geboetseerde trek
ken en haar grijze oogen keken kalm en
zelfbewust de wereld in. 1-Iaar huid was ge
zond rood-bruin; haar haar was door zon
en wind gebleekt tot den kleur van droog
kweekgras. Ze had haar slaopen witten zon
nehoed afgenomen, zoodat zij iedere beweging
van den klimmer kon zien.
Eén van de groote vogels schoot naar be
neden. Samantha schreeuwde een waar
schuwing. Maar George was bereid. Hij had
een korten, dikken stok bü zich. De condor
scheen hem te missen. Hij steeg weer op
en voegde zich weer bij zijn wijfje.
Op de gespreide, onbeweeglijke vleugels
bleven zij hun zwevende cirkels beschrij
ven.
De klimmende man naderde nu het nest,
waarin de twee jongen zaten, groote ballen
dons, waaruit nijdige koppen en snavels
staken. De snavels waren wijd open. George
had de steile helling vlak onder het nest
bereikt, het moeilijkste gedeelte van den
klim, deels omdat de rots glad en glibberig
was, maar meer nog, omdat het nest op
een uitspringende plaats lag, doorstreept
met jaspis en chalcedoon.
Hij stond een oogenblik stil en keek naar
beneden.
Hij kon Samantha's opgeheven gelaat zien
en de doodelijke angst in haar oogen. Haar
stem klonk tot hem door:
Kom terug George!
Hij fronste de wenkbrauwen en klemde
de kaken opeen, een antwoord keurde hi1
haar niet waardig. Vrouwen, bedacht hij met
goedige verachting, waren nu eenmaal zoo,
de stumperds!
Kom terug! riep Samantha nog eens.
Hou je mond! klonk het nijdig terug.
Hij begon opnieuw te klimmen, naar boven
en naar buiten, tot hij een enkele ademlooze
seconde tusschen zee en hemel hing. Toen
slingerde hij zich over den richel. De vogels
schoten toe en Samantha schreeuwde het
uit. George lichtte zijn knuppel op, hij voelde
een vreemden strijdlust, hij wou niets liever
dan zijn krachten meten met die vreeselijke
vogels-
De vogels stegen weer op. George pakte
één van de kuikens beet en stopte het in
een grooten graanzak. De stank uit het nest
sloeg over hem heen en het zweet brak
hem over het heel© licbaam uit, terwijl hij
den zak aan een touw bond en begon hem
naar beneden te laten zakken. Daarvoor
had hij Samantha meegenomen.
Heb je hem? riep hij.
Ja!
Hij gleed terug over den rand van de rots,
hing aan zijn handen en zocht jpet zijn
voeten naar een steunpunt, zonder het te
vinden. Een eeuwigheid zoo leek het hem
zochten zijn bloote voeten over het gladde
rotsvlak. De stank en de hitte want de
zon bnandcle fel op den rotswand werden
hem te machtig.
Ik ben der geweest, dacht hij. Maar
lk heb het tóch gedaan. Ik heb den vogel.
Samantha zag wat er gebeurde.
Hooger op! gilde ze.
Hij trok zijn trillende, bloedende voeten
op. Drommels, die meid had gelijk! Hij had
den afstand verkeerd berekend. Zijn gekrom
de teenen vonden den spleet. Een oogenblik
later was hij in veiligheid.
De man en het meisje daalden zwijgend
naar het strand af.
Je hebt mijn leven gered, zei hij kort
af.
O, George!
Ja zeker! Het spande erom, het was het
grootste risico dat ik ooit geloopen heb. Goed
dat je meegegaan was, niet?
Je zou toch zeker nooit zoo mal ge
weest zijn om het alleen te probeeren?
Ik weet het niet. Misschien toch!
Samantha maakte maar één opmerking.
Mannen zijn niet wijs om hun leven
voor een kleinigheid te wagen.
Hij staarde haar aan. Een kleinigheid?
Er is nergens anders een levende condor in
gevangenschap. Ik ga deze voor twee honderd
vijftig dollars verkoopen!
Dat vind je dus den prijs voor je
leven.
Ze zei het op minachtenden toon, boos
op, zichzelf en op hem omdat hij haai' haat
zwakheid had geopenbaard.
Het komt vast in de krant, lachte hij,
ze zullen mij nog om mijn portret vragen,
pas maar op.
Ze brachten het dier naar huis en verzorg
den het door vleesch In zijn onverzadigbaar-»
gapenden muil te stoppen.
Ik heb een hekel aan dat beest, merkte'
Samantha op.
Waarom? vroeg hij.
Maar dat wou ze niet zeggen.
n.
De boerderij stond in een nauw, met bosch
begroeid dal, dat in Zuid-Westelijke richting
naar den oceaan afhelde. Van de bovenver
dieping uit kon men de Stille Zuidzee zien
liggen als een bewogen blauwe plas, gevat
in een omlijsting van eiken struikgewas en
dennen. Een beekje slingerde zich door de
vallei en langs beide oevers waren bessen-
velden, waar het water heengeleid kon wor
den. George verdiende 00 allerlei manieren
aardig wat geld. Hij teelde vroege aardappe
len en aardbeien. Hij hield bijen, verkocht
„clams" (een soort mosse'en) die hij uit het
strand opgroef en visch. Hij ventte met wild,
zoowel in als buiten seizoen, want van wet
ten tot bescherming van den wildstand trok
hij zich niet heel veel aan. Tenslotte fokte
hij vee, paarden en varkens en ving allerlei
wild gedierte dat hij aan een handelaar ver
kocht.
(Wordt yervolgd.y