DE
ZATERDAGAVOND
IN DE ATELIERS
BIJVOEGSEL VAN HAARLEM'S DAGBLAD
ZATERDAG 5 JANUARI
Berlijn, December.
Het modernste filmatelier van Europa heeft
den vorm van eeu Romeinsche één. Het is
123 meter lang, 56 meter breed en 20 meter
hooi» Voor den oningewijde/i bezoeker is het de
geheimzinnige tooverdoos. Hij heeft tot nu toe
niets anders bespeurd dan de bijna volkomen rust
rondom de filmateliers, rust op uitgestrekte velden
omzoomd door dennebosschen, bedekt met winter
ruig; rust bij de oude fantastische filmcoulissen,
huizen, brokken van steden (die slechts bestonden
in 'tbrein van filmuitvinders), die nu gedompeld zijn
in grijze wintersche vergetelheid. Hij staat voorde
groote deuren van de geweldige steenmassa die
het laboratorium bevat, waaruit als een ononder
broken band, jaar in jaar uit de millioenen meters
filmstrook verglijden.
Zoodra de bezoeker binnengetreden is stormende
begrippen ruimte, chaos en geluid op hem af.
De ruimte is hoog en hol doch zonder uitzichten,
daar bier schijnbaar de chaos heerscht. Schijnbaar,
want straks blijkt dat deze wanorde orde is. Daar
recht voor hem verrijst een vierkante massa van
decors, waarbinnen het violette licht straalt, ver
derop staat een ander omhulsel tusschen welks
wanden in het wit flitsende licht zich tientallen
dames en heeren in avondtoilet bewegen. Een
band stuwt klagende trillers van vibreerende
saxophones door het holle gebouw, jammerende
klanken die zich schijnen om te krullen en uit te
rekken als serpentines. En weer verder op klimt
een wirwar van balken en planken, een kunstmatig
bosch van gecompliceerde steigerwerken, hoog op
boven een zwarten afgrond, waarin breede houten
trappen op gaan en een netwerk van touwen en
en lichtkabels gespannen is.
Slechts lan gzaam verwerkt de verbaasde toeschouwer
deze orgie van lijnen en vlakken van zwart en wit
van gi.lende muziek en dreunende hamerslagen.
Doch allengs ontdekt hij dat er systeem is. Boven
op het bosch van steigers staat de facade van
een Petersburgsche patriciërswoning van voorden
oorlog. Als een vogelnest hangt aan den gevel het
balkon met zwierig smeedwerk, gesteund door
engeltjes van gips, versierd met krullen en tiere
lantijuen. Dit is in één woordRococo. Tegen deze
facade leunen buigzame lange ladders. Modelleurs
voltooien het overdadig drukke gedoe. Doch hoe
voortreffelijk nagebootst zijn deze fragmenten,
rustend op hooge palen en latten, waaronder de
zwarte ruimte gaapt. Hoe goed is de kleur van
deze muren getroffen, hoe „stattlïch", hoe antiek
deftig is dit brokstuk van een vooroorlogsche
woning, hoe bevallig duikt dit halfvoltooide frag
ment op uit den warboel van hout. touwen en
electrische kabels, hoe typisch paradoxaal staat
dit patriciërshuis midden m het ratelende arbeids-
lawaai, veroorzaakt door tientallen arbeiders die
af en aan hollen.
De bezoeker snelt den trap op die ïo een fraaie
boog, blechts rustend van onderen op den vloer
en van boven tegen het steigerwerk, breed, als een
ruw getimmerte naar boven te zweven schijnt.
Op het platvorm, een meter of tien boven den
beganen grond, dat buigzaam is en waaronder hij
door de naden de diepte onder hem ziet, staat de
tafel van de regisseurs en zijn helpers, beladen
met documenten. Een trapje hooger en hij staat
tegenover een geopende deur die uitziet op een
balconkamer. In den hoek een piano. Hier wordt
verfilmd een deel van het groote werk naar een
novelle van Hanns Szekely „Die wunderbare Liige
der Nina Petrowna", Regisseur Hanns Schwartz.
Photografie van den bekenden Karl Hoffmann. Men
maakt een „grossaufnahme" van de handen van een
pianist. Harry Hardt, die zelf klaarblijkelijk niet
piano speelt, heeft de jas van zijn rok uitgetrokken
én rookt in een fauteuil een cigaret, terwijl zijn
remplacant, de beroepspianist (in den rok van Hardt)
?ijn handen leent Deze balconkamer die
een chambre séparé voorstelt is met buitenge
woon veel smaak en naar het origineele voorbeeld
van een bekend Petersburgsch hotel van voor de
revolutie ingericht Boven den vleugel hangt na
tuurlijk een reproductie van een Boucher. De gon
zende „aufheller" werpen eenïge duizenden kaarsen
licht op de musiceerende handen. De bezoeker
denkt aan Verlaine: Le piano que baise une main
frêleDe piano die door een teere hand
gekust wordtDoch de romantiek van het
oogenblik wordt verbroken door de commando's
van regisseur Schwartz. De bezoeker, die zich hier
teveel weet, werpt tersluiks een blik door het
venster. Daar hangt het popperige balcon aan de
facade in rococo stijl. Er onder is het gecompli
ceerde steigerwerk dat wegzakt in de zwarte duis
ternis. Door het licht van enkele lampen worden
fantastische tafereelen gereleveerd: Arbeiders wit
van gips, die aan den gevel hangen. Silhouetten
van Jupiterlampen die stralenbundels werpen naar
een punt. De hal van een bekend Petersburgsch
hotel met in het midden een aquarium. Langs een
hoogen trap die plotseling en schijnbaar ongemo
tiveerd, zonder steunpunten, uit de hoogte schijnt
te komen vallen, schrijdt (ja dit is het woord voor
deze vrouw) Brigitte Helm; waarlijk zeer mooi.
Uiterst verfijnd. Haar gelaat is een merkwaardig
masker waarover de stemmingen bliksemsnel ver
glijden. Naast haar Warwick Ward, rijzig, knap,
rechts van haar de werelberoemde jeugdige too-
ueelspeler Franz Lederer, die binnenkort in Holly
wood met Lilliati Gish zal optreden in de film
Mirakel, waarvoor Reinhardt de regie zal voeren.
Terwijl hij hier overdag filmt, speelt hij 's-avonds
met ongekend succes met „die Bergner" „Romen
und Juiia". Een succesrijke serie voorstellingen
De romantiek der moderne filmfabricage
met het beroemde Weener Hofburgtheater heeft
hij achter den rug. Berlijn is verzot op hèm en
op Elisabeth Bergner. Bij het passeeren wordt het
gezelschap voorgesteld. Voor eeo gesprek Is hier
geen tijd. Regisseur Schwartz wacht het drietal.
Men laat hier geen minuut verloren gaan, en heeft
die ook niet te verliezen. Het drietal verdwijnt in
de balconkamer. Even later ontmoet ik Ward weer
op de hooge steigers.
Hij heeft twee minuten, en zegt ons in gebroken
Duitsch en Engelsch zijn meening over de geluids
film (zie het nummer van Vrijdag 23 December).
En dan is er nog tijd om één vraag te stellen
Zoudt U als U volgens eigen smaak kon werken
andere films wenschen, andere scenario s, moderner
wellicht, of zuiverder?.
„Oh no! Ik speel geheel naar mijn zin. Ik zou de
films niet anders wenschen."
Dit antwoord karakteriseert Ward. Hij is beroeps-
ac'eur in den materialistischen zin van het woord.
Hij kwijt zich uitmuntend van zijn taak doch zijn
aspiraties gaan niet hooger.
In de balconkamer wordt druk gewerkt. Den ge-
heelen dag zijn Ward, Helm en Lederer bij de
repetitiesof onder de lens.lk daal langs den breeden
zwevenden trap weer af naar den beganen grond,
die bedolven is onder rubberen kabeis en touwen
en vind niet zonder moeite een opening tusschen
de coulissen van een wereldsch Weensch restaurant
dat baadt in een overdaad van licht, bij de tafels
champagnekelken en koelers. Een gesoig
neerd publiek danst bij de opwindende
muziek vaneen moderne |azz Band
Aan een tafeltje zitten in
een sentimenteele flirtation
|enny Jugo en haar
partner Benfer een nieu
we ster wiens nomme
de guerre, wiens
schuilnaam nog niet
vast staat. Zij is
dus het donker
oog ge actricetje
dat de hoofdrol
speelde in Loo
ping the Loop,
Casanova, De
Blauwe Muis,
Carmen vonSankt
Pauli en andere
films. Nu verfilmt
men hier „Die
Flucht vor der
Liebe", naar een
een manuscript
Viktor Abel
onder regie
van Hanns
Behrendt
gebruikt
wordt om cr
verschillen
de films te
gelijkertijd
tc vervaar
digen !ecg
gemaakt en
de geheelc
vrijgekomen
ruimte werd
omgetooverd
in ecutweede
RuedelaPaix
in den verkeersader
van één of anderen
enormen metropolis
Jo* M»y prak cenigc
woorden cn in wei
nige dagen tijds
verrezen onder de
hauden der archi
tecten de grauwe
gevaarten voor den
film „Asphalt".
Honderden kwikzil
veren jupiterlampen
voor een deel aan
den zolder van het
twintig meter hooge
atelier gehangen,
wierpen meer dan
25000 ampère licht,
ziedend en verblin
dend in dc straat
der wereldstad,
waarin honderden
figuranten als een
deel van het verkeer
(waarin bovendien
meer dan honderd
taxi's en luxe auto's
waren opgenomen),
over het asphalt sloften.
Een leger van politie
dienaren regelde volgens
dc wet dezen stroom van
voetgangers cn automobie
len. Een der hoofdrollen in
dit werk wordt gespeeld door
Gustav Froehlich. U ziet hem
op één der foto's op deze pagina
als de verkeersagent. Op den achter
grond beweegt zich de mcnschenmenigtc
op den voorgrond Joe May, naast den camera-
wagen. Dezelfde foto geeft een zuiver denkbeeld
van de wijze van verlichting van boven af, die
U ook gedemonstreerd ziet op den kiek in den
rechter beneden hoek. Een karakteristiek geval dat
den leek steeds weer treftDie wonderlijke para
doxale tegenstelling tusschen het tc verfilmen
milieu dat druipt van romantiek en de omgeving
die gedrenkt is als 't ware in een trillende massa
van energie, die straalt uit de gonzende lampen.
In een bad van duizenden ampères licht
Ruhe! Ruhe 1 Ich hore aul. Icli höre auf! Ik schei
ér mee uit. Ik smijt de boel neer als er nog een
keer zoo iets gebeurt. Zijn stem dondert door de
groote hall. Het is doodstil geworden. Geen hamer
slag weerklinkt meer. Men kijkt gespannen naar
den woedenden man. Nauwelijks een minuut duur'
deze explosie. Men heeft immers geen tijd. En
Sehrend werkt verder. Der
gelijke ontladingen van
een gespannen sfeer
zijn af en toe wel
noodig. Terwijl
men danst, flirt
opneemt,heb
ik een ge
sprek met
den pro
ductielei-
der der
U. F. A.
Zeifzler.
tafel (aan den voet
van een zeer hoo
gen smallen spie
gel) bedekt met
zilveren toiletge
reedschap staat
een kooitje met
een witte muis.
Tegenover de deur, een monocle in het
oog geklemd, gekleed in een groene blouse
en plus four staat Fritz Lang. Hij is bezig
aan „Die Frau im Mond", manuscript Thca
von Harbau. Hoofdrollen Gerda Maurus
(beroemd geworden door de „Spion" een
ontdekking van Fritz Lang en een werke
lijk zeer belaugrijke actrice) Willy Fritsch.
Pohl en rrau Kupfer een eminente tooncel
en tilmspcclster. Wij zijn hier in het huis
van Fritsch die straks met den professor
en de verdere leden van het gezelschap
een reis naar de maan gaat maken. Men
repeteert liet gedeelte waarin de professor
(een schitterende creatie van Pohl die een
kleine rol had In de Spion ntaar deze zoo
voortreffelijk vertolkte dat Lang hem uit
verkoren heeft om in dit werk één der
belangrijkste rollen te spelen) met dc
deur in huis valt. Hij is beladen met schier
voor-historische reisbenoodigdheden, een
parapluie, een karabies. een paar antieke ge
waden ende witte muis, die dc tocht
naar den maan ook zal moeten ondergaan.
Kupfer (in deze film de huishoudster van Fritsch)
ontvangt den geëxalteerden mageren verschrom
pelden professor die zijn bagage in haar armen
werpt en dan met een gebaar van intense ver
wondering voor zich uitblikt omdat hij iets voor
zich uit ontwaart. Dit scenetje werd tientallen
malen gerepeteerd. Fritz Lang zeide iederen zin
uit het manuscript voor. gaf een voorbeeld van
elk gebaar. Zeker een uur is bii bezig geweest om
het entree van den professor steeds meer climax
te geven. Lang deed zich in deze oogcnblikken
als een ongemeen bekwaam regisseur kennen die
geen nuance, geen schijn van een beweging aan
het toeval overlaat Men sprak rendom hem geen
woord. Niemand durfde dezen ernstigen arbeid
storen. Met volle overgave werken deze kunstenaars
Kupfer en de kleine magere Pohl, die hier met
rassche schreden een groote toekomst tegemoet
gaat kwartier na kwartier aan het kleine onder
deel, aan dezetien of twintig gestes. Inderdaad als
men zoo heeft zien werken dan gelooft men Thca
Harbau die mij zeide: Ik geef U mijn woord dat
wij alleen werken om de film, dat wij eerlijk-
werken, naar onze heilige overtuiging. Doch ik
stel mij voor om in een apart artikel waarin Thea
van Hatbau aan het woord zal zijn over de Rus
sische. over de Amerikaanschc film en over den
smaak van het publiek, op dit interessante moment
erug te komen. Fritz Langen Thca Harbau. Ik ver
liet hen met dc overtuiging dat zij beiden, hoe men
hun werk ook moge beoordeelen, ernstig werkende
Deregïs-
seurisom-
geven door
een uitgebreide
staf van helpers. Het
opnemingstoestel is op
een wagen met lucht
banden geplaatst Het
rijdt heen en weer ter
wijl de man aan de
camera (de -bekende
operateur Franz Planer!
draait Hierdoor krijgt
men op het doek het
bijzondere effect van
het ronddraaiende cn
in horizontale rich
ting voorbij glijdende
interieur. Behrendt
brult boven alles uit.
Plotseling is er een
strubbeling. Iets gaat
hem niet naar den zin.
In een paroxisme van
woede barst hij los.
Eén van
Neubabelsberg's
kunstzinnigste adepten
Ik gaf zijn meening over de
sprekende fi m reeds weer. Doch hit
evenals Thea von Harbau zei merk
waardige dingen over de Russische
film. die ik li later over zal vertellen.
We gaan nu verder. Over touwen en
kabels. Springend en wringend berei
ken wij weer één dier ruwe getimmerten
die met sierlijke bochten, door nauwe
ruimten tusschen decors optornen naar
de hoogte. Boven op dezen steiger,
in deze geweldige duiventil, is Fritz
Lang heer en meester.
Voor mijn oogen opent zich een
onverwacht perspectief. De hall van
een paleisachtig groot huis. afgesloten
door een enorme deur die tot in finesses
een specimen is van het beste soort
moderne kunst.
Een kale ontbladerde boom wjjsl met zijn zwarte
natte takken naar een troosteloozen hemel. Kermis
wagens zakken weg in den moddcrigen, met
plassen overdekten grond, die even zwart is als
dc.omringende nacht.
Maar daarboven hangen tien, twintig, dertig „Auf
heller", die straks uit hun trechtervormige monden
het overdadige licht laten plassen. Maar naast het
romantische geval staan dc groote bakken, de
kwikzilver lampen, en daarachter in het valsche
Iederen groef, iederen rimpel van het gelaat
onthullende schijnsel dat op de niet geschminkte
wangen en voorhoofden een afschuwelijke lijkklcer
legt, zitten en staan rondom dc camera cn de
taiels met de manuscripten, de carameu, de regis
seur, cn zijn assistenten, cn uit deze groep stijgt
het geroezemoes van vele stemmen. Weg is de
romantiek van den eenzamen dooden boom, van
den vergeten zwarten grond. Maar daar is een
andere: De romantiek van den arbeid, van de
lens en van dc duizenden ampères.
Het is biina vreemd dat op dit land, bedekt met
oude duistere dennebosschen en ruige Duiischc
hei, het brandglas van een grillige moderne be
schaving gericht moest worden.
Vreemd is het bijna dat in deze heerlijke natuur,
tusschen hooge muren die vurige kern gelegd
moest wordenhet brandpunt der turopecsche
filmindustrie, die in zoozerre toch zeker van de
van de Amerikaansche verschilt, dat zij serieuzer,
eerlijker is.
Vreemd is deze kringloop:
Een als 't ware platgebrande landstreek,
waarop dc hallen van een wcreldindustric verrijzen
Daarbinnen dc energieke, haast sprookjesachtige
romantiek van den filmarbeid in een bad van
duizenden ampères licht, en daarbuiten in honderd
duizenden bioscooptheathers weer een andere
romantiek die van millioenen onbevangen inenschen
die staren naar het suggestieve vlak dat oplicht
uit dc duisternis, staren en zich vergapen, want
liet oog is gauw bekoord en de fantasie is licht
gestreeld, cn de mensch wil immers bedrogen zijn.
Joch verheugend is het, dat in dit onschu dig be
drog met helden cn heldinnen, steden, ja werelden
- die immers slechts fictief zijn de machtige
eisch tot een eerlijke» artistieke filmproductie ge
komen is! t\
Op zekeren
d.ig werd
de k»il