De Men met den Horrelveet
H. D. VERTELLINGEN
FEUILLETON.
HAARLEM'S DAGBLAD
Er was eens een ei, dat steeds in zijn nest
heen en weer rolde. De kloek moest het tel
kens en telkens weer terug duwen naar de
plaats waar het hoorde,. Dat zal me een las
tig potentaatje worden, daar binnenin,
dacht ze.
En zoodra het kleine kuiken zijn intree
tn de wereld had gedaan en de kleine stukjes
eierschaal uit haar oogen had gewreven, rekte
ze zich eens flink uit, pruttelde een beetje en
informeerde wat dit alles beteekende.
De kloek klapte met haar vleugels, veront
waardigd over zoo'n eigenwijze vraag, en keek
het kleine ding nog eens goed aan om er zich
van te overtuigen, dat het geen jong haantje
was,. Maar ze hield een wakend oogje op het
bijdehande kuiken dat kon ze niet laten
en verwaarloosde er de rest van haar kinde
ren voor,. Het kleine ding stapte parmantig
overal rond, bleef zoo nu en dan eens even
stilstaan, en trok een gezicht alsof het wilde
zeggen: „Wel, heb ik ooit!" En als de kloek
tegen zonsondergang de kuikens bij elkaar
riep, mopperde het en bleef achter. Als dan
de kloek terugholde en haar voor straf een
paar flinke pikken gaf, begon het heftig pro-
testeerend te piepen.
Ze zag niet in, waarom ze altijd 's avonds
naar bed moest. Waarom niet overdag?
Zelfs al voordat ze behoorlijk had leeren
kakelen, keek ze verontwaardigd en beleedigd
naar de meid, die hen riep „kiep-kiep-
kiep!" terwijl ze graankorrels en erwten
strooide,. Alsof de kuikens allemaal op haar
commando moesten komen aanhollen! En ze
begreep ook heelemaal niet piep, piep,
piep, waarom zij Jongeren moesten rond-
loopen in geel dons, terwijl de anderen
zwarte en bruine en zelfs gespikkelde veeren
droegen,.
En toen ze ouder werd, werd haar stem met
den dag luider en helderder,. Waarvoor dien
de het piep, piep, piep dat zij bijna
blootshoofds moesten rondloopen, terwijl de
haan met een roode kam mocht pronken
en het hardste kraaide van het heele erf? En
die kukelu opgeblazen jonge hanen, die
zoo verwaand rondliepen, dat je bijna bang
was dat ze barsten zouden, en die al begon
nen te kraaien voordat ze ook nog maar iets
hadden, dat op een kam leek je zou bijna
beginnen te denken, dat zij het waren, die de
eieren legden!
We zullen eens net doen of we ze niet zien,
kakelde ze strijdlustig tegen haar zusters.
Elke kip, die een beetje zelfrespect had, moest
het niet meer dan een staaltje van haar plicht
vinden om demonstratief weg te loopen, zoo
dra ze maar het topje van een hanekam zag,.
Maar langzamerhand, toen haar zusters
begonnen te merken dat hun negeeren van de
heeren der schepping alleen leidde tot kna
gende hartepijn en diepe liefdessmart, kwam
er bij haar een gevoel van haat en wrok je
gens het eigenwijze kuiken op,. Als ze haar
snavel maar open deed om iets te zeggen, vlo
gen ze op haar af en bepikten haar zoo, dat
ze op het laatst bijna niet meer presentabel
was en zich niet meer durfde vertooneh.
Toen ging ze in een hoekje zitten mokken.
En terwijl ze peinsde, ontdekte ze hier din
gen, die niet in orde waren, en daar toe
standen, die anders behoorden te wezen, en
ze vroeg zich af, hoe toch eigenlijk die
kringloop van eieren en kuikens en kippen
in elkaar zat, Hoeveel eieren er ook gelegd
werden en hoeveel kuikens er ook uitge
broed werden, nooit kwamen er meer kui
kens op het erf. Maar iederen morgen kwam
de vrouw, en verzamelde eieren In haar
6chort en nam ze mee..
En dan liepen de arme beroofde kippen
wanhopig in het rond, zoekend en zoekend
en treurend. Maar zoodra ze de haan hoor
den kraaien, vergaten ze alles weer. En als
het morgen werd, zaten ze weer even hoop
vol en gelukkig op haar nieuwe eieren.
Het zou warempel geen kwaad kunnen
om dat zaakje eens nader te onderzoeken
en te zien wat toch eigenlijk de oplossing
van dit alles was. Want het eenige wat de
kippen tegen haar zeiden, was dat alles ging
zooals de Natuur het geregeld had.
Ze stapte voorzichtig naar de schutting
en gluurde door de reten. Daar was een ge
weldige berg van eierschalen, leege, gebro
ken eierschalen! Het was een deprimeerend
gezicht, en ze treurde er dagen en nachten
lang over. Dus het resultaat van al dat ijve
rige broeden en leggen en leggen en broeden
was niets. Die leege schalen verbleekte
skeletten dat was hun eenlg levensdoel.
Al hun wenschen en verlangens, al haar
teedere blikken en zacht-koerend gekakel,
al die moedervreugde en moedertrots
het leidde alleen maar tot een hoop leege
schalen!
Ze staarde en staarde naar de gebroken
doppen, die op haar den Indruk maakten
van even zooveel grafsteenen op een kerk
hof. tot ze bijna versuft was. En ze verhief
EEN GESCHIEDESTS VAN DEN GEHEIMEN
DIENST.
Uit het Engelsch van
DOUGLAS VALENTINE.
9)
Toen veranderde plotseling haar arrogan
te. beleedigende houding. Zij werd beleefd.
Ze keek me nieuwsgierig, haast eerbiedig aan
en zei toen klokkend:
Ach so! Ik begreep het niet. Meneer
moet me excuseeren. En toen zei ze nog
eens: So!
Ik merkte dat haar oogen op mijn borst
gericht waren en ik volgde haar blik. Haar
oogen rustten op het zilveren insigne dat ik
aan mijn bretels gestoken had.
Ik begreep het en hield mij kalm. Zwijgen
was het verstandigst tot ik wist waar ik aan
toe was
Toen begon ze weer te spreken.
U heb ik verwacht, zei ze, maar
die daar niet. Wie is dezen heer? Een
Franschman, hè?
Een Engelschman, zei ik kortaf.
Haar oogen gingen van verbazing wijd
open.
Ei! Ei! HU is de eerste dien we gehad
hebben, zei ze met iets van voldoening in
WOENSDAG 9 JANUARI 1929
haar stem en hield een heftige redevoe
ring over hun domheid en onwetendheid
om nog vast te houden aan de oude conven
tie van het eieren-leggen.
Waarop de overigen nijdig mopperden
en zeiden, dat ze niet begrepen, waar ze het
over had. Wat wist zij van moedervreugde,
zij, die nog nooit een ei had uitgebroed,
die nog nooit de keeren had geteld, dat Ie
zon nog zou moeten ondergaan, voordat haar
kuikens te voorschijn zouden komen, zij, die
nog nooit vol spanning had zitten bepein
zen, hoeveel er wit, of gespikkeld, of zwart, of
bruin zouden zijn, en hoeveel er haantjes
zouden zijn en misschien op hun vader
lijken?
En als ze te voorschijn kwamen, geel en
onhandig, grappig en dwaas en parmantig,
en ze gaven hun moeder de handen vol werk
dan hadden ze heusch wel wat anders te
doen dan zich over te geven aan dergelijke
fantastische ideeën! Iemand, die zijn na
tuurlijke functie vervult, heeft geen tijd om
zich bezig te houden met zulke nuttelooze
overpeinzingen.
En als er gevaar was, zooals een loerende
kat of. een rondvliegende havik, dan was de
haan er toch. Hij was toch hun natuurlijke
beschermer. Maar zij, met haar hooge wijs
heid en domme aanmatiging, hoe kon zij
beseffen, hoe hun harten begonnen te klop
pen als hun heer en meester zijn stem ver
hief en zijn verleidelijk gekraai liet hooren?
Toen gaf ze het op. Ze dachten en droom
den en praatten ook over niets anders dan
over hanen, eeuwig en altijd, dag en nacht!
Maar er wachtten haar nog andere open
baringen van de verborgen verschrikkingen
van het leven. Op een dag was ze op het dak
van de kippenren gevlogen en stond uit te
kijken over de schutting. En daar zag ze
de keukenmeid op de stoep staan, met een
mes in haar hand, terwijl ze de ééne kip
na de andere onthoofdde, en de arme slacht
offers links en rechts van haar op den grond
vielen.
Zoo, dat was dus het Leven.....
Ze deed haar snavel open om iets te zeg
gen: maar haar stem weigerde den dienst.
Daarvoor leefden ze dus, daarvoor zaten
ze dus dag in, dag uit te broeden op een
nest eieren, daarvoor werden ze mager en
zagen vol verwachting uit naar het eerste
„piep-piep" van de kuikens, daarvoor zoch
ten ze graankorrels bij elkaar en leerden
hen hun eigen voedsel zoeken, en wat bood
de toekomst? Ze voedden ze alleen maar op
om geslacht en gegeten te worden een
bebloed mes was al wat hun wachtte!
Ze peinsde en dacht, tot haar hoofd pijn
deed bij de gedachte aan de geweldige ver
antwoordelijkheid, die eieren leggen met
zich medebrengt. Ze stelde zich de bittere
teleurstelling van de kloek voor, als haar
eieren worden weggehaald. En het afschu
welijke einde, als de eieren uitgebroed wer
den en de kleine kuikens vroolijk en ver
trouwend het leven Ingegaan zijn ze dorst
er niet aan denken. Het eenige dat ze doen
kon, was hen in onwètendheid laten over
hun lot en ze hun illusies over het leven
laten. En ze zag plotseling in, hoeveel on
waars en valsch er zoo in de moederliefde
binnen sloop, die juist het allerzuiverste ge
voel ter wereld had moeten zijn, en ze ver
boor het bewustzijn en viel van het dak af.
Er was maar één oplossing: het heele kip-
pendom moest weigeren eieren te leggen.
Toen ze weer bijkwam, sloeg ze in wanhoop
een poot voor haar oogen en besloot, dat het
haar roeping was om haar ervaringen neer
te schrijven en zoo het komende geslacht al
deze namelooze ellende te besparen.
Vervuld van sombere gedachten zonderde
ze zich af in de schaduw van de struiken
aan het uiteinde van den tufn. Daar zocht ze
vrede en troost voor de teleurstellingen en
ellende van het leven.
Op een nacht, nadat ze vruchteloos ge-
"ipoogd had om in te slapen, stond ze lang
voor zonsopgang op en liep eenzaam en al
leen door den tuin op en neer. Zoo nu en
dan trachtte ze haar bonzend hoofd wat te
verkoelen in het bedauwde gras of tusschen
de vochtige struiken.
Toen ze zich door de nauwe opening in de
schutting wrong en aan den anderen kant
te voorschijn kwam, vielen net de eerste
stralen van de morgenzon in har oogen.
En daar, boven op den stapel eierschalen,
stond een jonge haan. met uitgestrekten hals
en hij kraaide vroolijk en helder de opgaan
de zon tegemoet.
Voordat ze goed besefte wat er gebeurde,
en wat ze deed, stond ze naast hem. Bewe
gingloos staarde ze hem aan, zijn prachtige,
rechte en forse lïe gestalte, zijn schitterende
veerendos. zijn glanzende groene slagpennen,
zijn sierlijk gebogen staart.
Hij stapte koninklijk op en neer met af
gemeten "tred en hoog opgeheven pooten. Zijn
haar stem. U hebt hem hier gebracht, hè?
Maar waarom hier boven? Of heeft Stelze
hem gestuurd?
In één adem deed zij mij al die vTagen
en zonder antwoord af te wachten ver
volgde ze:
Ik was uit. maar Karl heeft het mij
verteld Er kwam ook nog een ander; dien
had Franz gestuurd.
Dat is deze, zei ik. Ik snapte hem
toen hij mijn kamer aan het nasnuffelen
was en hij stierf.
Ach! riep ze, dus die meneer kwam
in uw kamer en stierf. So! So! Maar we
moeten Franz waarschuwen. Hij drinkt te
veel en is haast altijd dronken. Hij maakt
fouten, dat gaat niet. Ik zal
Zegt u maar niets tegen Franz, zei ik.
Die Engelschman sprak vloeiend Duitsch:
dat zal Karl u ook wel vertellen.
Zooals meneer wil, was het onderda
nige antwoord van de vrouw en ik kreeg op
eens grooten lust haar bij de keel te pak
ken.
Hier zijn zijn paspoort en zijn andere
papleren, zei ik, terwijl ik ze uit den zak van
den dooden man nam. Hij was Engelsch
officier, ziet u? En ik opende het kleine
zwarte boekje dat met het Koninklijke Wa
pen gestempeld was.
Toen hield ik het paspoort en de verlof
pas boven de vlam van de kaars.
Maar die bewaren wij altijd, riep de
eigenares van het hotel
Het paspoort moet met den man ver
dwijnen, antwoordde ik op vasten toon. Hij
moet niet ontdekt worden. Ik wil niet dat er
kam was vlammend rood en zijn bek wijd
open, en hij schetterde zijn strijdkreet zoo
fier, alsof hij eiken vijand van het kippenge-
slacht uitdaagde.
En iederen keer keek hij even zijdelings
neer op haar, tot ze tenslotte, duizelig en
hulpeloos, besefte, dat ze zelfs haar leven
voor hem zou willen geven.
Hij naderde haar steeds meer, hij stapte
haar voorbij en de eierschalen kraakten on
der zijn pooten, en de hartstocht in zijn stem
werd vuriger bij ieder gekraai. Zijn lokkend
kukeleku klonk luid over he£ erf, tot ze zich
met een diepe blos en in zoete verwarring te
gen hem aan drukte en de heele wereld met
al zijn ellende vergat
„GELOOF EN WETENSCHAP".
OTTO VAN TUSSENBROEK OVER
VINCENT VAN GOGH.
In den schouwburg aan den Jansweg hield
onze vroegere stadgenoot, de heer Otto van
Tussenbroek, Dinsdagavond voor de leden
der Vereeniging „Geloof en Wetenschap" een
voordracht met lichtbeelden over Vincent van
Gogh.
Vóórdat de heer van Tussenbroek het woord
kreeg, werd een korte, algemeene Jaarver
gadering gehouden, waarin dr? Jaarverslagen
van den secretaris, den heer F. M. S. Donders
en van den penningmeester, den heer G. H.
F. Pastoor, werden goedgekeurd.
In plaats van den heer Donders, die aan
de beurt was voor periodieke aftreding en
bovendien de stad gaat verlaten, werd als
secretaresse gekozen mej. Thea Th. G. A. M.
Coelen. De voorzitter, Mr. F. Vorstman, sprak
hartelijke woorden van dank en waardeering
tot den heer Donders, die zich in zijn functie
van secretaris een man van toewijding, werk
lust, durf en initiatief heeft getoond en aan
wien de vereeniging zeer veel te danken
heeft.
Een nieuwe regeling voor plaatsbespreking
werd aangenomen, waarna het woord was aan
den spreker van den avond die op de hem
eigen, boeiende en poëtische wijze de fi
guur van den gelukkigen ongelukkige, den
armen rijke die Vincent van Gogh was, voor
de aanwezigen deed leven.
Daar het werk van Van Gogh in onver
brekelijk verband staat met zijn leven schets-
ste spr. in groote trekken den levensloop van
den 'thans beroemden schilder. Wij hoorden
van zijn godsdienstzin, zijn mislukte po
ging om hulpprediker te worden in een
Engelsch dorpje, zijn eveneens mislukte po
ging om voor het staatsexamen te studeeren,
zijn afkeer van den kunsthandel die hem
tenslotte zijn „baantje" kostte Daarna kwam
zijn worsteling als schilder met de materie,
zijn leven en werken in Montmartre, in de
Borinage te Brussel (waar hij samenwerkte
met Jhr. Van Rappard), in Brabant, in Den
Haag (waar hij Korten tijd leerling was van
Mauve). Zijn teekening „Sorrow" dateert uit
zijn Haagschen, de groote schilderij van het
Brabantsche boerengezin om den dampen
den aardappelschotel gezeten uit zijn Bra-
bantschen tijd. Vervolgens gaat van Gogh
naar Antwerpen en daarna naar Frankrijk,
naar Parijs, 's Zomers schildert hij in het
Zuiden van dat land; te Arles begint in
1§88 zijn Fransen e'tijd en daar komt zijn
eigenlijk talent van nieuwlichter aan den dag.
Hij wendt zich tot het licht; het wordt een
driftig en direct neerzetten van toets pa
toets, een bijna stenografisch schilderen en
hij krijgt een schildertrant die nog nooit
geweest is, hij dóét dingen die vóór hem
nooit gedaan zijn. In Arles schildert hij de
prachtige glooiende velden en de portretten
(denk aan den postbode), zijn zonnebloemen:
een svmphonie in goud. Het groote wonder
van zijn werk was ten slotte het werken In
twee dimensies.
Als hij 37 jaar is kan hij niet langer
weerstand bieden aan de kwaal die hem al
lang bedreigde: krankzinnigheid en hij slaat
de hand aan zichzelf. Zijn laatste woorden
zijn: ,JLa tristesse durera toujours!"
Zes maanden later sterft zijn broer Theo.
die hem zoo vaak tot steun was en die geheel
met hem medeleefde. Beiden vonden hun
laatste rustplaats op het kerkhof te Arles.
„De molen staat niet meer, maar de wind
is er nog"; de werken van Van Gogh zijn
er nog. bij duizenden, want deze kunstenaar
was van een enorme productiviteit.
Het groot aantal fraaie lichtbeelden dat de
heer van Tussenbroek vertoonde, gaf een uit
stekend beeld van de ontwikkeling van Van
Gogh's genie.
Mr. Vorstman sprak een hartelijk woord
van dank tot den inleider.
UITGAAN.
MERÏJNTJE GIJZEN'S JEUGD.
Zaterdag a.s. geeft het Ver. Rotterdamsch-
Hofstad-Tooneel (directeur Cor van der Lugt.
Melsert) in den Stadsschouwburg te Haar
lem wederom een voorstelling van A. M. de
Jong's tooneelbewerking van „Merijntje Gij-
zen's Jeugd" (Het Verraad). Dit is de 77e
opvoering sedert de première op 2 October
jongstleden.
De hoofdrollen worden wederom vervuld
door Nap de la Mar, Siska Krem'er, Henriette
van Kv.yk, Charles Gilhuys, Pierre Balledux,
Louis van Gasteren, Jacques Reule en Louis
Gimberg.
onderzoek naar gedaan wordt, begrijpt u.
Daaromen ik gooide het brandende pa
pier in den haard.
Goed, goed, zei de vrouw en zette haar
lamp op tafel. Er is een telefonische bood
schap voor u geweest, voegde ze er aan toe,
dat Stelze morgenochtend om acht uur
komen zal om in ontvangst te nemen wat
u meegebracht hebt.
Drommels, daar begon het al! Wie was
Stelze?
O. komt hij om acht? uur? zei ik om
maar iets te zeggen.
Jawohl! antwoordde Frau Schratt.
Vanmorgen was hij ook al hier. Hij was vree-
selijk zenuwachtig en dacht dat u er al was.
Hij wacht al twee dagen om verder te gaan?
Zoo, 2el ik, hij neemthet dus
mee, nietwaar? (Ik begreep best waar hij
heenging; Irj ging naar Üuitschland, hij
moest dat document veilig en wel over de
grens brengen!)
Er was een spottende klank in haar stem
toen ze het over Stelze had. Ik dacht dat Ik
daar wel profijt van zou kunnen trekken.
Dus trachtte ik haar uit haar tent te lok
ken.
Zoo, dus Stelze is vandaag hier geweest
en heeft u zijn order gegeven? zei ik, hij
heeft de leiding in handen, hè?
—Ach! zei ze, Stelze is nu eenmaal
Stelze. Hij heeft macht hij heeft invloed;
hU kan de menschen maken en breken.
Maar ik.... ik kon in mijn tijd een heel
ander soort menschen maken en breken en
toch durft hij me te vei tellen dat Anna
Schratt.... dat.... das.-..,
LIEBERMANN NAAR RIGA
Wie krijgt de belooning?
MR. H. P. MARCHANT IS NIET DE
VERDEDIGER.
Liebermann zou heden naar Riga worden
getransporteerd ten einde aldaar geconfron
teerd te worden met eenige personen, die er
van verdacht worden door hem financieel
te zijn gesteund Vandaar zal men na enkele
uren oponthoud direct naar Amsterdam ver
trekken, waarheen Liebermann's Finsche
verdediger dr. Friedman reeds is vertrok
ken.
Nu de uitlevering van Liebermann bijkans
een feit is, komt aan de orde de vraag, aan
wien de belooning van 2500, indertijd door
de Nederlandsche justitie uitgeloofd, zal
worden uitgkeerd.
Naar verluidt, zou de rechercheur Lind-
gren, van de Helsingforsche politie, er al
leen aanspraak op kunnen maken, daar hij
Liebermann in Helsingfors gearresteerd
heeft.
Zooals hierboven reeds gemeld werd, zal
de reis van Liebermann naar ons land via
Riga gaan. Dit geschiedt in onderling over
leg tusschen de regeeringen van Nederland
en Letland. In Riga zijn verschillende arres
taties geschied, o.m. van enkele politle-men-
schen, die er van verdacht worden er kennis
van gehad te hebben, dat Liebermann zich
bijna 8 maanden in Riga hegft opgehouden.
Hij zou daar waarschijnlijk in een synagoge
verborgen zijn gehouden en van Riga per
vliegtuig naar Helsingfors zijn vertrokken.
Voorts is hij door eenige personen gechan
teerd, van welk feit de politie ook niet on
kundig geweest zou zijn. In verband met een
en ander wenschte de justitie Liebermann
in deze zaak als getuige te hooren.
Van Riga zal de reis gedeeltelijk over zee
geschieden tot een Duitsche haven, vanwaar
de Duitsche politie hem verder transpor
teert, met medewerking van de belde Ne
derlandsche inspecteurs, tot aan onze gren
zen.
Gedurende het transport zullen bijzon
dere maatregelen genomen worden. Niet al
leen zou een eventueele ontvluchting van
den arrestant opnieuw internationale kwes
ties in het leven roepen, maar ook dient ge
waakt te worden voor de veiligheid van Lie
bermann. Reeds enkele malen heeft hij ge
poogd zelfmoord te plegen.
In verband met een en ander zal slechts
overdag gereisd worden. De nachten zal Lie
bermann telkens in een huis van bewaring
of politiebureau moeten doorbrengen.
Mr. Marchant en Liebermann.
Naar aanleiding van geruchten, als zou
mr. Marchant optreden als raadsman van
Liebermann, heeft het Ned. correspondentie
bureau in Den Haag zich tot eerstgenoemde
om inlichtingen gewend.
Toen de heer Liebermann te Riga was,
heeft hij, in April 1928, geschreven aan mr.
Marchant, dat hij zich in staat gevoelde om
aan den Nederlandschen rechter, in wien hij
vertrouwen had, te bewijzen, dat hij niets
strafbaars had gedaan. Hij verlangde hiertoe
in de gelegenheid te worden gesteld. Hij
wilde vrijwillig naar Nederland komen, doch
hij wilde niet preventief worden gedeti
neerd. Wel wilde hij zich onder het geëischte
toezicht stellen en de noodige waarborgen
geven tegen vlucht enz. Zijn correspondentie
kon worden gecensureerd.
Mr. Marchant heeft dit medegedeeld aan
den minister van justitie Er bleek bezwaar
te bestaan tegen het buiten toepassing laten
van voorloopige hechtenis, omdat dit tegen
over de andere verdachten ongelijkheid zou
scheppen. De minister gaf echter mr. Mar
chant in overweging, aan de Amsterdam-
sche rechtbank te vragen, dat de uitvoering
van het bevel tot aanhouding zou worden
opgeschort.
Dit verzoek heeft mr. Marchant ingediend.
Daarvoor was noodzakelijk dat deze aan de
griffie dier rechtbank schriftelijk kennis
gaf, dat hij als raadsman, voor dit doel, voor
den heer Liebermann optrad. Dit is geschied.
De rechtbank heeft ten slotte het verzoek
afgewezen. Van deze beschikking stond geen
beroep open.
Mr. Marchant is toen in beroep gekomen
van het bevel tot aanhouding zelf. Het ge
rechtshof heeft het bevel vernietigd, omdat
de voorschriften der wet niet waren in acht
genomen, doch zelf een juist bevel tot aan
houding gegeven.
Hiermee was de taak van mr. Marchant
afgeloopen. Hij heeft de kennisgeving aan
den griffier herroepen. Hij heeft van den
aanvang af verklaard, dat hij met de verdedi
ging van Liebermann zich niet zou kunnen
belasten en daarbij is het gebleven. Wie wel
Liebermann als raadsman zal bijstaan is
hem niet bekend.
EXAMENS.
HANDENARBEID. Haarlem 7 en 8 Ja
nuari: Voor diploma B zijn geslaagd de da
mes G. van Reenen. E. van Hazelen, E. J
Teuwen, M. J. F. Bakker, A. van Wijk, C. E
J. van Baaien, A. P. Groot, E. Kieft, Joh. B.
Terbeke, S Conneman, P. A. C. van Zuijnen
J. B. van Duijen, Joh. Aderëe. E. D. M. Cui-
pers, J. M. A. Mohr, G. de Haas, T. B. Eou-
werdink, D. Rouwer.
Ze sprak op opgewonden toon, maar brak
haar zin plotseling af. Ik merkte dat ze
vond dat ze te veel had gezegd
Maar hij zai dat spel niet lang met mij
kunnen spelen, zei ik op mijn beurt. Kracht
en vastberadenheid zijn eigenschappen die
iederen Duitscher imponeeren.Mijn veiligheid
lag hierin dat ik die Stelze een hoogge
plaatste spion waarschijnlijk goed liet
merken dat ik van niemand bevelen af hoor
de te wachten. U weet hoe hij is, ging ik
tegen de vrouw voort. Men draagt het ri
sico en dcet het vuile werk, heeft succes en
dan gaat hij met de lauweren strijken. Neen,
ik ben niet van plan op hem te wachten.
De hotelhoudster sprong op, een uitdruk
king van groote angst kwam op haar ver
welkt gezicht.
Dat durft u niet, zei ze.
En óf, gaf ik ten antwoord. Ik heb
mijn werk gedaan en zal aan het hoofd
kwartier mijn rapport uitbrengen en aan
niemand anders! Mijn blik viel op het li
chaam aan mijn voeten.
Wat zullen we met hem doen? vroeg ik
U moet me helpen, Frau Schratt.
Dit is gevaarlijk; hij moet hier niet ge
vonden worden.
Ze keek me verbaasd aan.
Die? zei ze minachtend. O, daar zal
Frau Schratt wel voor zorgen. Hij moet hier
niet gevonden worden (zij bootste mijn stem
na) hij zal hier niet gevonden worden,
jonge man!
En ze zette de handen in de zij en grin
nikte.
U bedoelt? vroeg Ut
INTERNATIONALE WEER
BERICHTEN.
Van 1 Januari af worden door Amerika
eiken dag meteorologische berichten uitge
zonden, bestemd voor de overige landen der
wereld. Zoodoende kan men elders verge
lijkingen met de temperatuur en den baro
meterstand in Amerika maken en op deze
wijze kan vaak voorspeld worden, hoe het
weer in de toekomst in die andere landen
zal zijn.
De berichten worden door Arlington (NAA)
uitgezonden om 4.20 A.T. Zij worden ver
schaft door de „United States Coast and
Geodetic Survey" te zamen met het „United
States Weather Bureau" en den meteorolo-
gischen dienst van de marine.
Ook voor de zeevarenden zijn deze be
richten ongetwijfeld van veel belang.
Door den Eiffeltoren worden de berich
ten om 6.40 doorgegeven. Men zal gebruik
maken van het internationale of Strassbourg
code.
NIEUWE ZENDTIJDEN VAN
WEAF.
Het New-Yorksche kortegolf station WEAF
zendt in de toekomst eiken dag zonder on
derbrekingen van 7 uur 's morgens A. T.
tot middernacht uit.
AANTAL INGESCHREVEN
ENGELSCHE LUISTERAARS.
Gedurende de maand November is het
aantal ingeschreven luisteraars in Engeland
met 34.706 toegenomen, zoodat het totale
aantal thans 2.564.516 is. In 1927 was de
aanwas gedurende November 18.000.
PLANNEN VOOR EEN ITALIAAN.
SCHEN KORTEGOLFZENDER.
Terwijl het thans vast staat, dat in den
herfst van dit jaar een 50 K.W. omroepsta-
tion in Rome in gebruik zal worden geno
men, heeft men thans ook het plan een
krachtigen kortegolfzender te bouwen met
het oogmerk de programma's naar de Ita-
liaansche koloniën en Amerika door te
geven
Meer en meer maken de Europeesche lan
den, die koloniën bezitten, plannen tot het
in bedrijf nemen van een kortegolfzender,
welke tót in de verst verwijderde deelea van
het Rijk beluisterd kan worden. Vodr ons
Nederlanders mag het een voldoening zijn,
dat ons land ook op dit gebied alle andere
Europeesche landen vooruit is. Moge er
waarheid schuilen in de woorden „Britannia
rules the waves", met evenveel recht mag
men zeggen „Holland rules the aether-
waves 1"
PERSONALIA.
Onze stadgenoote mej. W. M. van Omme
ren is geslaagd voor het praktijk-examen
Duitsche Handelscorrespondentie van de
Vereen, van leeraren in talen en handels
correspondentie.
LANGS EEN OMWEG.
De radio-operateur van een dagblad to
New-York wenschte zijn vriend, die een
tiental mijlen van hem verwijderd woonde
een boodschap over te brengen. Deze vriend
was niet in het bezit van een telefoon, zoo
dat hij langs dezen weg niet bereikt kon
worden. De radio-operateur .wist, dat zijn
vriend naar de uitzendingen van de Byrd'
expeditie luisterde. Hij zocht en vond ver
binding met het expeditieschip „Eleanor
Bolling". De marconist van dit schip was
bereid de boodschap over te seinen naar
het schip „Tire City of New-York". Als pers
telegram werd het bericht toen naar New-
York overgezonden. Op deze omslachtige
wijze bereikte de boodschap haar bestem
ming.
DE TRAM.
VERKEERSCIJFERS.
Uit een overzicht van de vervoersop-
brengsten gedurende December 1928/1927
van de N. Z. H. T. M. blijkt dat de opbrengst
was op de lijn Leiden—Heemstede f 11.704
(in 1927 f 9.061)lijn AmsterdamZand-
voort f112.173 (in 1927 f 104.638); stadslij-
nen te Haarlem f77.122 (in 1927 f75.125);
op alle lijnen was dus een vermeerdering te
constateeren.
ZANDVOORT
VEREENIGING VAN ARBEIDERS RADIO
AMATEURS.
Op Donderdag 17 Januari a.s. wordt in
Zomerlust een vergadering gehouden tot op
richting van een afdeeling van de VA.RA.
De heer Zalm uit Velsen zal het onderwerp
behandelen: De ontwikkeling van den Ne
derlandschen radio-omroep.
Ik bedoel wat ik bedoel, jonge man
en wat u bedoelt, antwoordde ze. Als er
moeilijkheden zijn of de zaak heel erg in
gewikkeld is, als er iets onaangenaams is...
zooals ditdan is „pientere Anna" er nog,
zooals se me vroeger noemden en het is
„gnadige Frau" voor en „gnadige Frau" na en
een diamanten armband of een ring met
parels als Anna ze uit den brand wil hel
pen. Maar als alles vlot loopt dan ben ik
„die oude Schratt", dat „oude wijf" en dan
heb ik mijn orders zonder meer in ontvangst
te nemen.... ba! Toen voegde ze er met
haar harde stem aan toe: over hem be
hoeft u zich niet bezorgd te maken! Laat
hem maar aan mij over! Dat is mijn vak!
Bij die woorden, die wie-weet-wat inhiel
den, bekroop mij de gedachte dat als ik
nog terug kon krabbelen, ik het gaarne zou
doen Maar daarvoor was het nu te laat. De
teerling was g.eworpen en ik moest alles aan
vaarden wat mij mijn persoonsverwisseling
deed toekomen.
De Duitsche draaide zich om.
Dus Stelze is hier om acht uur zei ze.
Voor dien tijd wil meneer zeker koffie
hebben?
Ik zal er niet meer zijn. zei ik. u kunt
uw vriend vertellen dat ik weg ben.
Ze keerde zich met een ruk naar mij toe.
Met harde stem riep ze: Neen! U blijft
hier!
Ik denk er niet aan. antwoordde ik re
soluut, ik doe het niet.
.(Wordt vervolgd.)! J"
(Nadruk verboden; auteursrecht voorbehouden.)
De Geschiedenis van een Kuiken
uit het Noorsch
door JONAS LIE.