H. D. VERTELLINGEN De Man mat dan Horrelvoet HANDELSBLAD FEUILLETON. HAARLEM'S DAGBLAD VRIJDAG 11 JANUARI 1929 (Nadruk verboden; auteursrecht voorbehouden.) De Dichter door HANS DE LA RIVE BOX. „Mijnheer?" klonk Thompson's vragende stem, terwijl hij half in de deuropening van het privékantoor van Samuel Villars ver scheen; „Daar is mijnheer Sinclair weer!" De dikke man achter het geweldige ma honiehouten bureau ministre richtte zich met een vermoeid gebaar op en loosde een diepen zucht; „Zeg hem, William, dat ik belet heb „Dat heb ik al gezegd, mijnheer, maar hij zei, dat hij dan zou wachten. Hij zei, dat hij nu al voor de zevende maal gekomen is, en dat hij erg nieuwsgierig is, of mijnheer pardon, of u al een besluit hebt kunnen ne men!" „Zeg hem, William, dat ik belet heb!" bulderde de bekende uitgever van sensatie romans en hij tikte met zijn vulpen op het bureaulaken. Een ronde blauwe inktvlek maakte een parabolische beweging en kwam tenslotte op het groene laken neer, waar zij zich haastte uit te vloeien. Het is typisch, dat een inktvlek steeds rond en groot is. „Ezel!" mompelde mijnheer Villars, waar schijnlijk op den bediende doelende, hoewel dit wóórd op dit oogenblik dubbelzinnig was. Drie minuten later verscheen het kale hoofd van mijnheer William weer. „Mijnheer?" stotterde het hoofd; „Hm hij wil niet weg. Wat moet ik doen?" „Wil hij niet weg?" stoof de- uitgever op; „Dat is brutaal. Zeg hem, dat hij dan in vredesnaam maar binnen mpet komen!" Het hoofd verdween en weer drie minuten later werd er geklopt. „Binnen!" mompelde mijnheer Villars. te gelijk constateerende, dat* ook op zijn schoonc manchet inkt was gekomen. Een jongeman met een weelderige blonde haardos, blauwe oogen en een gemoedelijk gezicht trad binnen en bleef voor het bureau staan. „U bent mijnheer Sinclair?" beet de uit gever hem toe. „Om u te dienen, mijnheer; Harold Sin clair!" „Juist, het spijt mij, maar ik heb geen tijd gehad, om eenige aandacht aan uw geval te wijden. Ik zit dik in mijn werk en kan geen minuut missen. Ik beloof u, dat ik u de volgende week zal schrijven!" De jongeman wreef langs zijn kin en in zijn oogen kwam een bezorgde uitdrukking Neemt u mij vooral niet kwalijk, mijnheer.." begon hij langzaam; „Maar kunt u voor mij geen uitzondering maken? De kwestie is, hemdathm „Ik heb geen tijd, mijnheer!" klonk het onverbiddelijk; „Mag ilc u verzoeken te gaan?" „Twee minuutjes, mijnheer Villars. Ik wil openhartig zijn. Ik heb op het oogenblik geen penny meer op zak. Kunt u mij een voorschot geven op de bundel gedichten, welke ik u al vier maanden geleden deed toekomen? Ik beloof u, dat ik...." Twee kleine ronde oogen staarden hem in de grootste verbazing aan. „Maar miinheevrr-n^nkt, n sntne. dv Ik geldschieter ben? U beleedigt mij. Ver duveld, kan ik dan niet rustig meer werken Ik zal u uw pak gedichten meteen terug geven en u behoeft nooit meer terug te komen Is dat een manier van doen?" „Misschien niet. mijnheer Villars!" ant woordde hij rustig; „U hebt mijn lot in uw handenMijn vorige bundel heeft vee' succes gehad, dat moet u tosgevenDeze bundel zal ook een succes zijn en ik ben er zeker van, dat u dit zult inzien. Waarom dan niet een keer met de hand over het hart gestreken? Ik zweer u, dat !k het geld noodig heb. Ik leef uiterst zuinig, doch alles is tegen mij. Mijn jonge vrouw is al weken ziek en de doktersrekening is hoog. Toe, geeft u mij een klein gedeelte vooruit „Je bent een vervelende kerel, maar ik wil iets doen, omdat jij het nu eenmaal bent. Je bent a! een paar maal hier ge weest hè, voor die bundel?" „Ja mijnheer, al zes maal". „Nou, omdat je vrouw zoo naar is, zal ik Je tien pond vooruit geven. Ga naar mijn secretaris en schrijf een kwitantie. Volgen de week zal ik je bundel lezen cn je verder berichten, maar kom mij dan niet meer in mijn werk storen, begrepen?" „Ja mijnheer, dank u zeer, mijnheer. Die deur door, mijnheer?" De dikke uitgever belde, een bediende verscheen en leidde den jongen man naar den secretaris, die docr de huistelefoon uit het privékantoor ingelicht werd. Tien minuten later wandelde de jonge dichter den gang door, terwijl hij het geld in zijn binnenzak stopte. Bij de voordeur ontmoette hij een jong meisje dat hem on derzoekend aankeek. Hij groette beleefd en verdween. Op straat keek hij nog even om. doch zij had de deur al gesloten. Fluitend liep hij naar een bus. stonte op en stapte voor een groot café af. Hij verdween, met een groet tegen den portier, naar binnen. vanochtend in de hall zag?" vx-oeg het jonge meisje, toen zij over haar vader aan de koffietafel zat. De uitgever hield even op met kauwen en haalde zijn neus op. „Interesseert hij je, Gladijs?" Zij bloosde even doch lachte uitdagend. „Och nee, maar ik vraag het maar eens". „Nou, hij is die Harold Sinclair, je weet wel. In het voorjaar zond hij mij een bun del gedichten, die ik uitgaf en die mij aai'dig geld in het laadje brachten. Kort geleden zond hij een tweede bundel, die ik volgende week zal lezen en die ook wei goed zal zijn. Vanochtend kwam hij om een voox-sehot vra gen met een heel verhaal, Zijn jonge vrouw schijnt ziek te zijn en hij 'had geen cent meer. Het oude liedje, natuurlijk. Dat soort menschen leeft van den hak op den tak. Enfin, ik'zal er rekening mede houden met zijn honorarium". Zij knabbelde op een stukje brood en in haar oogen verscheen iets peinzends. Doch zij praatte niet verder over het geval.- Haar vader bromde nog wat na en haalde zijn schouders op. Een week later werd hij midden in een conferentie met zijn dnxkker gestoord door een langen mageren man van een jaar of vijftig, die in een prachtige auto was geko men en de wagen voor het kantoor gereden had. „Hallo oude jongen!" zei hij joviaal, den ander op zijn schouder slaande; „Een paar minuten, hè? Ik kom je een nieuwtje vertel len!" „En dat is, mijnheer Levis?" Een glimlach plooide zich om zijn dikke lippen en onmiddellijk was hij in een goed humeur. Aan dezen beroemden romanschrij ver had hij al heel wat verdiend en binnen kort zou een nieuwe „schlager" nieuwe pond biljetten in zijn brandkast brengen. „De kwestie is als volgt!", begon de lange man lachend. „Ik heb mij nooit aan ge dichten gewaagd, zooals Je weet, maar in het voorjaar besloot ik eens een proef te nemen. Ik maakte een heele bundel en zond ze.... jou, onder pseudoniem Hai'old Sinclair! Je wist niet, dat ze van mij kwamen, maar je gaf de bundel uit en je zond de chèque aan het door mij opgegeven adres. Ilc wilde eerst de kat eens uit den boom kijken, weet je? En nou wil ik eens weten, of die tweede bundel je bevalt. Heb je haar al doorgewor steld?" „Wat?" schreeuwde de dikke uitgever. „Ben jij de man die die dingen gemaakt heeft? En ik heb een zekeren Harold Sinclair verleden week een voorschot van tien pond gegeven, omdat Lij zes maal om geld heeft gebedeldGroote hemelMaar het is toch een grap, niet waar?" Hij plofte in een fauteuil en terwijl de ander het geval begon te begrijpen en het uitproestte van het lachen, wrong mijnheer Villars de dikke handen en ki-eunde hij „De oplichter.... Dat canalje Met zijn uit- gesti-eken gezicht1" Doch zijn dochter heeft hij het nimmer durven vertellen. .iMóii.ZOi\L)t.N XViiiDEDLELiNGEN a 60 tents per regel. Geeft uwe advertenties op ter plaatsing in het HET algemeene GROOTE dagblad der beschaafde kringen. ALLE soorten advertenties worden zonder prijs verhooging aangenomen 22 bij het Bijkantoor Handelsblad (Wensing's Alt». Advert.-Bureau) TEMPELIERSSTR. 32 Telefoon 10209 m Itng pepermunt is bereid uit echte pepermur.toüe.vandaar g j de'krachüse.lekkere smaa&$ Voor engro* bij: Fa C. H. S. HEILKER - Haarlem Vader, wie was die jongeman dien ik EEN GESCHIEDENIS VAN DEN GEHEIMEN DIENST. Uit het Engelseh van DOUGLAS VALENTINE. Jl) HOOFDSTUK VL Ik haal den Berlijnschen trein cn laat iemand met een lichaamsgebrek op het perron achter. Ik was gevangen als een rat ln den val. Ik kon niet terug langs den weg dien Ik ge komen was cn de eenige opening in mijn kerker was afgesloten. De deur cn het ven ster waren de eenige mogelijkheden om van het binnenplaatsje weg te komen. De eerste was gesloten, het andere getralied. Het eenige wat ik doen kon was geduldig af te wachten tot mijn afwezigheid ontdekt zou zijn en het gebroken koord mijn vervolgers den weg zou wijzen naar mijn schuilplaats. Dan zouden ze naar beneden komen. Ik zou geconfronteerd worden met dien meneer Stelzecn mijn kostje was gekookt! Zoo geruischloos als maar mogelijk was Stelde ik een volledig maar snel onderzoek in naar de gesteldheid van het bixxnen- plaatsje. Het was een bedompte, donkere ruimte, alleen verlicht op de plekken waar de lamp uit de bijkeuken haar schijnsel wierp. Er waren een paar nissen uitgespaard in het metselwerk, de eene gevuld met hout blokken. de ander met kapotte pakkisten, leege flesschen en anderen rommel. Ik on derzocht ze tot mi.in handen de stean°n aan den achterkant voelden, maar zonder re sultaat. Deur en raam bïevn de eenige afi tochtwegén. Vier groote vuilnisemmers ston den mast elkaar voor een van de niasen, een viifde was weggestopt. onder de ijzeren trap. Ze waren alle vijf vrijwel vol, dus kwamen niet in aanmerking a's schuilplaats. Bovendien was het wel een beetje beneden mijn waardigheid en in ririjd met mijn ge voel voor zlnde'iikheid om door het hotol- nerson^el te worden ontdekt ln een vuilnis- v.«!T! ji- was aan het eind van mijn Latijn! Ik had zooveel op het spel gezet, alles was 4ot nu toe zoo verrass°nd goed gegaan, dat het eenvoudig om te huilen was om nu te moeten falen. mef. de vrijheid om zoo te zeg- gm binnen handbereik. Ik voelde me ziek van teleurstelling. Toen hoorde ik voetstappen en mijn hoop leefde weer wat op. Ik trok me terug in de duisternis van de binnenplaats, achter de vuilnisemmers die voor de het dichtst bij de deur gelegen nis Stonden. Binnen in huis naderden voetstappen de „DE LICHTHOEVE" TE SANTPOORT. COLLECTE IN VELSEN BRENGT RUIM 1C00.OP. De zusters van „De Lichthoeve" te Sant poort deèlen ons tot haar groote blijdschap mede, dat de collecte,» die ten behoeve van haar mooie kinderwerk in de gemeente Vel- sen door de zusters en de collectanten ge heel belangeloos is gehouden, de som van f 1020. 08 1/2 heeft opgebracht. Verder deelen de zusters mede, dat de fi- nancieele toestand in 1928 veel verbeterd is; de schulden zijn belangrijk verminderd. Op het gebouw is een eerste hypotheek gekomen van de Rotterdamse!)e Hypotheekbank tot een bedrag van f 12.000. De zusters koes teren nu de verwachting, door de eerste fi- nancieele crisis heen te zijn. Het bestuur heeft het voornemen om een maandblaadje uit te geven. De directrice van „De Lichthoeve", Zuster Jacqueline Kuyck, hec-ft weer in een fraai ge- illusteerd boekje belangrijke mededeelingen over het kinderwerk in haar huis geschreven. De heer Max J, Schreuder uit Rotterdam schrift een vriendelijk voorwoord. Aan het boekje ontleenen we het volgende: „Sinas de vorige brochure over het werk van „De Lichthoeve" geschreven werd, ver liepen reeds twee en een half jaar; veel is er in dien tijd geschied. Door een gift van vijf tien duizend gulden werden wij in staat ge steld, een nieuw kinderhuis te bouwen, dat door een gang verbonden is aan het oude huis. Op 24 Mei 1S27 werd dit huis geopend; het werk is daardoor aanzienlijk uitgebreid. Het verslag over 1925 maakt melding van vijf-en-vijftig kinderen met 2575 verpleegda- gen; in 1927 boekten wij honderd-acht-en- vijftig kinderen met 14283 verpleegdagen. Vijf kinderen, die reeds, toen wij de vorige bro chure schreven, op „De Lichthoeve" waren, zijn nog in ons midden en van de plus minus zestig kinderen, die op het oogenblik ons huis bevolken, is het meerendeel reeds lan ger dan een half jaar, en zijn velen langer dan een jaar hier aanwezig. Het aantal aan vragen was altijd grooter dan waaraan met mogelijkheid voldaan kon worden. Om het steeds groeiende werk beter te kunnen be- heeren, maakten wij in December 1926 van onze particuliere onderneming een vereeni- ging, waarvan de statuten 15 Januari 1927 Koninklijk goedgekeurd werden. Het eer ste bestuur had geen gemakkelijke taak. Het kwam in een tijd, toen door het openen van het nieuwe kindertehuis het werk plotseling zoo snel groeide, dat het niet altijd goed overzien kon worden en ons wel eens voor verrassingen stelde. Na een jaar traden twee van de bestuursle den af, nl. jhr. mr. H. E. H. Teding van Berk hout en mevrouw C. Kaiserde Graeff. Dok ter A. de Groot Lzn. stelde zich niet her kiesbaar bij zijn periodiek aftreden in Januari 1928, maar werd, op eigen verzoek, in plaats van bestuurslid, medisch adviseur. Eenige maanden bleef het bestuur onaan- gevuld, tot in Juli 1928 de heeren Max J. Schreuder, G. M. Gieseler en K. Rozendal zich beschikbaar stelden, om de open plaatsen in te nemen. De nieuwe bestuursleden hebben van het eerste oogenblik af alles aangewend, om ook den financieeien toestand van do vereenigixxg in gezonde banen te brengen. Het ligt in de bedoeling, om door het sluiten eener obligatieleening, de mogelijkheid te openen, nog enkele noodzakelijke verbete ringen aan te brengen. Door de afdeeling rustbehoevende vrouwe lijke patiënten over te-brengen naar ,,'t Huis te Velsen", Hagelingerweg, te Santpoort, kwa men een zaaltje en een kamer vrij. Het eerste werd eet- en speelzaal, terwijl in de kamer onze Fröbelkinderen bezig gehouden worden door een inwonend onderwijzeres, die ook op het schoolwerk der grootere kinderen toezicht houdt. Maar er staan op ons verlanglijstje nog verbeteringen, die werkelijk heel noodig zijn, b.v. rioleering. Wij werken met ons gezin vair tachtig zielen nog altijd met stapelputten en vooral op baddagen hebben we soms een heele overstrooming. Zelcer, wij hebben toestem ming tot aanleg van een riool, aansluitende op de naastbij zijnde beek, maar.... voor eigen rekening en de beek is minstens honderd en twintig meter van ons kinderhuis verwij derd. Dan staat er nog op ons verlanglijstje een isoleerhuisje, al zou het maar een houten gebouwtje zijn, met drie kamertjes, waar wij nieuw aangekomen kindei-en, gedurende de eerste weken," isoleeren kunnen, opdat zij geestelijk noch lichamelijk onze andere kin deren besmetten. Ik zou ook zoo graag mijn helpsters het leven wat vergemakkelijken. Een groot deel van hun vrijen tijd gaat nu heen aan verstellen en nog eens verstellen van de wel eens wat te vlug slijtende kleer tjes, terwijl de beurs geen nieuw koopen toe laat. Met groote dankbaarheid gedenk ik hen, die ons hielpen in het kleed en van ons zestigtal, door het zenden van bedragen of nieuwe kleeren. Ook gedenk ik met blijdschap hen, die door hun geldelijke gaven ons in staat stelden, zoo vele malen te helpen in gevallen, waar de volle vijf gulden verpleeggeld niet betaald kon worden. Ook op andere manier werden wij geholpen en ik kan niet laten hier den naam te noemen van dr. A. de Groot Lzn., die van het eerste oogenblik af, dat wij kinderen opna men, ons geheel belangeloos ter zijde stond. Over het algemeen laat de gezondheidstoe stand in huis niets te wenschen over. Maar bijkeuken. Ik hoorde een deur opengaan en het gezang van een mannenstem. Een weeke bariton vertolkte het Duitsche lied: „Das haben die Madchcn zoo gerne Die im Stübchen and die im Salon" Een geratel als van een of ander metalen voorwerp in een leege bus begeleidde het ge zang. Een vroolijke jongen, zei ik bij mezelf. Als ik maar had kunnen zien wie het was! Maar ik durfde mij niet in den kring van gelig licht te begeven en daar zonder was het niet mogelijk om een blik in de bij keuken te werpen. Het gezang hie'd op. Weer hoorde ik een deur open gaan. Ging de zanger weg? Toen zag ik een schemering van licht onder de deur die naar het binnenplaatsje voerde. Het volgend oogenblik werd deze openge gooid en Karl, de kellner kwam te voorschijn nog steeds met zijn blauwe boezelaar voor en een emmer aan iedere hand. Hij liep op de vuilnisbakken toe. De raad van mijn oude vrienden schoot mij te binnen: als je kwaad bent tel dan tot vier. Ik was niet kwaad, maar geschrok ken, vreeselijk geschrokken, zoo erg dat ik het wilde kloppen van mijn hart kon hoo- ren. Maar toch volgde ik bovenstaand advies: ik telde in mij zelf: een-twee-drie- vier; terwijl ik me met bijna bovenmensche- lijke inspanning dwong om kalm te blijven. Ik bleef daar maar onbewegelijk gehurkt 1 hoe blij waren wij, dat dr. de Groot dag aan dag onze raadsman was, toen in Maart 1928 de mazelen zoo erg heerschten en wij dagen hadden van vijf-en-dertig zieken. Drie van onze kleintjes moesten wij door den dood verliezen. Bij onwil van betalen (niet bij onmacht, maar bij onwil), worden de kinderen terug gegeven aan hun natuurlijke verzorgsters. Op het oogenblik is onze jongste vijf weken oud, ons oudste meisje dertien jaar, onze oudste jongen tien jaar. Wij verheugen er ons over, dat zoovelcn ons door hun financieeien steun hielpen in dit mooie werk, dat wij anders zeker niet kon den volhouden. In 1927 ontvingen wij aan giften f 3019,welke alle verantwoord wer den in Haarlem's Dagblad. Maar veel is er ook noodig, als ge denkt, dat aan verpleeggel- den tekoi-t werd ontvangen over deze periode de somma van f 3146. Wij hopen den ook, dat u verder het sup pletiefonds zult blijven gedenken". Tot zoover Zuster Kuyck. De balans per 31 December 1927 sluit met een eindbedrag van f 39.433.01 HZ.. SLOOPEN EN BOUWEN VAN DE M.1NEGEBRDG. Niettegenstaande het vriesweer van de laatste week kan men nog altijd doorgaan met het sioopen van de oude en het heiwerk voor de nieuwe Manegebrug. De zware steen klompen der beide landhoofden blijken wei nig minder hecht en sterk clan die van dc oude Kennemerbrug waren. Met het sioopen van deze muren zijn nog altijd eenige werk lieden bezig. Twee stukken muur zijn blijven staan, waarop de tramrails rusten. En ter wijl men aan de zijde van den Kinderhuis singel nog altijd met dat sloopingswerk voort gaat, worden aan de andere zijde de lange heipalen in den grond geslagen voor de nieu we brugfundeeringen. Ais de vorst niet strenger optreedt dan tot nu, zullen deze werkzaamheden nog kunnen worden volge houden, zoodat de werklieden aan den gang kunnen blijven. BEMALING VAN DE HAARLEMMERMEER. Vergrooting van öe Leeghwater. De Cruquius moet behouden blijven. Verschillende hangende quaesties in de Haarlemmermeer zijn nader tot oplossing ge komen, door het verschenen rapport inzake de bemaling. Eenparig wordt geadviseerd om het gemaal Leeghwater te vergrooten, door bijplaatsing van een tweede, door een Dieselmotor aange dreven centrifugaalpomp. De Cruquius nabij Heemstede zou dan als bemalingswerktuig kunnen vervallen, maar de grootst mogelijke meerderheid van de commissie wil dit gemaal als monument behouden zien. Wordt een nieuwe machine aan de Leegh water opgesteld en vervalt cle Cruquius dan kan de Kruisvaart belangrijk vei-smald en ten deele voor een verbreeding van den Kruis weg gebruikt worden. Dit rapport werd uitgebracht door een com missie ingesteld door hoofd-ingelanden op 15 Juni 1927, de commissie bestond uit de hee ren ir. L. L. Graaf van Randwijck, voorz.; ir. J. G. Bijl, ir. P. J. Ott de Vries, J. H. J. v.d.Tor- ren, G. A. Knaap, N. T. Geertsema, C. M. Verkuyl, leden en jhr. mr. L. U. Rengers Hora Siccama, secretaris. VERKEERSONGELUKKEN. Te Spaamdam. 's Avonds omstreeks negen uur reed een chauffeur van de autogarage V. aan de Ju- lianalaan te Haarlem met een auto in de richting Santpoort. Even buiten het dorp vloog de portier open. De chauffeur wilde dit onder het rijden dicht trekken, waardoor hij cle macht over zijn stuur verloor, met het gevolg dat de auto in flinke vaart van den Hoogedijk afreed het weiland en eenige slooten over tufte, om tenslotte tegen den steilen kant van den Kadïjk die naar fort Noord loopt op te vliegen en aan de andere zijde in de sloot terecht te komen. De chauffeur was bij het afrijden van den dijk uit de auto gesprongen, zoodat bij dit ongeval geen persoonlijke ongelukken voor kwamen. EEN WINTERKERMIS. De ontspanningsvereniging „Ons Genoe gen" geeft Zaterdagavond 12 Jan. een winter kermis in de zalen van Gebouw Olympia. Be halve een aparte gelegenheid voor de dans- lustigen, zijn er -verscheidene andere attrac ties, o.a.: touwtrekken, sjoelen, visschen, rad van avontuur, schiettent, enz. Een goed orkest zal deze kermis met muziek opluisteren. UITGAAN. SCHOUWBURG JANSWEG De vermaarde telepaath Maloitz, hier ter stede wel bekend door zijn succesvol ontreden het vorige jaar, zal Zondag 13, Donderdag 17 en Vrijdag 18 Januari wederom drie telepathi sche seances geven in bovengenoemden schouwburg en dan tevens het nieuwste op het gebied, namelijk zingende telepathie, de- monstreeren. Te Rotterdam waar de heer Maloitz nu op treedt heeft hij met deze rieuwe vinding avond aan avond het grootste succes. achter de twee vuilnisbakken zitten die het dichtst bij de deur waren. De kellner neuriede de melodie die ik hem daar net luidkeels bad hooren zingen terwijl hij een oogenblik bij de deur bleef stilstaan. Toen liep hij langzaam de binnenplaats op. Zou hij blijven staan bij de vuilnisbakken waarachter ik verscholen zat? Neen, hij ging voorbij. De derde? De vierde? Neen. Hij richtte ziin schreden naar de bak on der de ij-eren trao. Inwendig zegende ik het Duitsche organi satie-besef dat ze'fs bij bet wegwerpen van vuilnis methodisch te werk gaat. De man had ziin rug naar de deur gekeerd. Ik had een kansnu of nooit! Ik sloon van achter de beschermende, vuilnisbakken te voorschijn, glipte op mijn teenen naar de deur en stapte zacht het buis binnen Op hetzelfde oogenblik hoorde ik het rammelen van metaal, Karl deed de deksel op den bak. Een donkere gang strekte zich voor mij uit. Direct aan mijn rechterhand stond dè deur van de bijkeuken wijd onen. Maar dezr- ruimte moest ik in elk geval mijden. Karl bleef daar misschien nog en ik kon niet ris- ceeren dat hij mij voor zich uit zou drij ven naar den hoofdingang van het hotel. Met uitgestrekte handen zocht ik mijn weg door de gang. Op een gegeven moment tast ten zij een deurknop. Ik draalde dien om, de deur draaide naar binnen open, in een INGEZONDEN IÖEDEDEELINGEN a 60 Cents KANTONGERECHT. UITSPRAKEN D. M. het op den openbaren weg voetbal spelen fl subs, l dag hechtenis. L. G. H. het te Haarlem als bestuurder van een voertuig op den openbaren weg bij het bereiken van een uit twee parallel liggende deelen bestaand weggedeelte niet het voor hem rechts liggen de deel van dien weg houden f 1 subs. 1 week tuchtschoolstraf. M. van G. idem idem. A. K. het op Zondag openbaren arbeid verrichten f 3 subs. 3 dagen hechtenis. B. J. M. openbare dronkenschap 6 subs. 6 dagen hechtenis. A. J. S. het te Haarlem als bestuurder van een voertuig op een brug een door hem ingehaald voertuig voorbij rijden f 3 subs. 3 dagen hech tenis. G. M. V. een voertuig onbeheerd op den openbaren weg laten staan f 1 subs. 1 dag hechtenis. J. J. K. K. overtreding der veror dening van politie van Haarlem f 1 subs. 1 dag hechtenis. M. v. S. het als bestuurder van een rijwiel daarmed over een weg rijden, ter wijl niet is voldaan aan art. 59 van het Mo tor- en Rijwielreglement f 2 subs. 2 dagen hechtenis. M. J. K. idem f 3 subs. 3 dagen hechtenis. C. R. idem f 1 subs. 1 dag hechte nis. Th. L. M. W. x'dem en opgeven van val- schen naam f 5 subs. 5 dagen hechtenis f 20 subs. 20 dagen hechtenis W. Ch. v. d. K. het het wettelijk als getuige opgeroepen weder rechtelijk wegblijven, zonder toepassing van eenige straf. J. D., J. D., A. DW. C. v. d. G. overtreding der Woningwet ieder f 3 subs. 3 dagen hechtenis. M. K. overtreding van het reglement op het algemeen vervoer en opge ven van een valschen naam f 5 subs. 5 dagen hechtenis en f 15 subs. 15 dagen hechtenis. J. v. d. P. overtreding der Arbeidswet 3 dagen hechtenis. DIENSTPLICHTIGE VAN 80 JAAR.. Een Hagenaar, de heer J. Toorenburg, heeft in behoorlijken "erm een oproep ontvangen om zich Dinsdag 15 Januari te laten in schrijven voor de nationale militie, schrijft de Tel. Er ontbreekt niets aan de kaart en niets aan het adres. Plet is toegerust met de strenge waardigheid, die al onze officieel? paperassen pleegt te sieren. Deze officieele deftigheid zou dit papier volstrekt niet tot een merkwaardigheid stem men. En toch is het merkwaardig. De jonge man n.l. tot wien dezen oproep is gericht, heeft den aanvalligen leeftijd van 80 jaar bereikt. De zonderlinge vergissing is te verklaren uit het feit dat de oproep was bedoeld voor den zoon, die ook den naam J. Toorenburg droeg, maar.... reeds negen jaar dood is. De oude man zal zich correct den vijftien dien naar de Lauriergracht begeven. Met belangstelling mag men afwachten bij welk wapen hij zal worden ingedeeld. In elk geval is hij van plan om, wanneer hij voor „de hooge heeren" verschijnt, naar het wapen, waarbij hij zal worden ingedeeld zeer instantelij k te informeeren. VREEMD BANKBEDRIJF. Orders wel in rekening gebracht, doch niet uitgevoerd. Directeur en procuratiehouder verduisterden f 9600. In het begin van April van het vorige jaar is een te Rotterdam gevestigde kleine bankinstelling in staat van faillissement ver klaard. Tot curator werd mr. L. J. R. Kuhn' benoemd, die het bedrijf stilzette. Uit een voorloopig onderzoek van de boeken bleek al dadelijk, dat er een en ander niet heelemaal in den haak was, een accountant had vele maanden noodig de zaak uit te zoeken. Ge bleken is, volgens de N.R.Ct., dat de direc teur v. d. S., en de procuratiehouder zich aan verduistering hebben schuldig gemaakt. Het deficit blijkt f 92.338 te zijn, het aandeelen kapitaal groot f 51.500 zal volgens het blad waarschijnlijk verdwenen zijn. De crediteuren, zijn meest kleine luyden, die met hun spaar duitjes een kansje waagden, zij zullen mis schien slechts een klein deel terug krijgen. Gebleken is dat men in verschillende geval len orders wel in rekexxing bracht, doch niet uitvoerde. Vandaar dat op den dag van het faillisse ment vele fondsen, die er hadden moeten zijn, er in werkelijkheid niet waren. Maar daar kwam nog iets bij. De bank had op grond van de overeenkomst waarop zij prolongatie-rekeningen met haar klanten opende, het recht fondsen in her-be leening te geven aan haar correspondenten. Deze hadden op hun beurt weer het recht, om deze fondsen te gelde te maken, als de bank bij hen niet voldoende gedekt was. Dit is inderdaad meerdere malen gebeurd. Verschillende boeken zijn niet te vinden, de directeur en de procuratiehouder, die elk een salaris van f 150 per maand hadden, heb ben bekend respectievelijk f 3800 en f 5800 te hebben verduisterd. nauwe duisternis en ik stapte moedig er in. Toen ik de deur zoo zacht mogelijk achter mij dichtdeed, hoorde ik Karl's zwaren voet stap en het omdraaien van een sleutel waar mee hij de deur naar het binnenplaatsje sloot. Ik stond in het pikdonker in een soort kast en durfde nauwelijks ademhalen. Weer hoorde ik den Duitse*er het lied aan heffen dat blilkbaar zi.in lijf deun was. Ik durfde uit mijn sohui'u'a'>«-s n'et naar bui ten g'uren want de stern k'oufc zoo d'chtbij r'at ik vreesde dat hij 5n de gang was. Dus bleef ik onbewegelijk staan en wachtte. Ik moet daar meer dan een uur in het donker hebben ges'aan. Ik hoorde den kell ner naar de bijkeuken heen en weer loopen, luisterde naar zijn zware voetstanpen. naar het niet onhoudende gedrein van zijn lijf lied. naar het gerammel van vaatwerk ter wijl hij met zijn awbeid voortg'ng. Iedere seconde van dien tijd werd ik ge-ijrugd door de vrees dat hij iets uit de gangkast waarin ik mij verstout had. zou moeten hebben. Het was kil in deze vochtige sousterrein- ruimte. De kast was ruim genoeg, dus be sloot ik de overjas, die ik met de tasch en den hoed in de haast nog had meegepakt, aan te trekken. Toen ik mijn arm uitstrekte,' stootte ik met mijn hand tegen een of an deren uitstekenden haak in den muur ach ter mij. (Wordt vervolgd.),

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1929 | | pagina 6