HAARLEM'S DAGBLAD UIT DEN RAAD. VAN DEN ARBEID FEUILLETON Het Meisje uit de Stad VRIJDAG 11 JANUARI 1929 DERDE BLAD Wethouder Mr. Slingenberg1. Het aantal algemeene beschouwers steeg ln de tweede zitting van zes op dertien, waarna de wethouder van financiën nog tijd had om zijn antwoord-rede te houden, en ook de wethouder van openbare werken daar nog bijna in slaagde op éen zin na. Want om kwart over vijf zou de middagzitting beëindigd worden, en om kwart over vijf precies hamerde de voorzitter, en veroor deelde mr. Gerritsz tot het uitstellen van zijn laatsten zin tot de avondséance. Waar op de wethouder maar van den slotzin af zag, en de eerste instantie derhalve beëin digd bleek (met nog twee korte verklaringen van de beide andere wethouders in de avond zitting). Dit was een vlotte prestatie in slechts twee zittingen. Te vlot blijkbaar, want 's avonds scheen de Raad te vinden dat hij nu allen tijd had. Er heerschte bovendien een ge- gezellige sfeer in het college, gevolg vermoe delijk van de winterkoude buiten en de warmte binnen, en. in tweede instantie volgde de eene breedsprakige causerie op de andere, terwijl eenige sprekers aan het woord kwamen die in eerste instantie niets hadden gezegd. Van het vroeger geuite voornemen om het aantal sprekers per frac tie wat te benerken bleef ook niet veel meer over. Van de R.-K. fractie b.v. hebben nu al vier leden aan de algemeene beschouwingen deelgenomen, van de A.-R. fractie, die slechts drie man telt, twee en van de C.-H., die er eveneens drie bezit (waarvan een wethou der) ook twee. De Vrijheidsbond bracht twee van haar vier leden in het vuur, en de twee de was dr. Adrian, die een ongewoon wijd- loopig discours hield over de laatste wethou dersverkiezing. Die laatste wethoudersverkiezing weet wat! Er wordt nog maar steeds over getuigd. Uren zijn gisteren ter verklaring van dit schokkende politieke gebeuren besteed. Alle feiten werden bij vele herhalingen gerele veerd, hetgeen wij aan de krant oud nieuws noemen en opzij plegen te leggen. Soms wa ren het alleen maar feiten-opsommingen, zonder eenig nieuw gezichtspunt, zooals in het geval van dr. Adrian. Mr. Slingenberg, die bij het onderwerp wethoudersverkiezing altijd „als raadslid spreekt" verdedigde de houding der V. D.- fractie tegen den gedanen aanval van den heer Loosjes, mr. Gerritsz hield een betoog vóór de politiek als integreerend bestanddeel van het gemeentebeheer en als noodzakelijke basis van gemeentebestuurders die er een levensbeschouwing op na houden, en ver klaarde dat de V D.-fractie de volle verant woordelijkheid draagt voor de samenstelling van het college van B. en W. Ook de heer Wolzak beklom weer het stokpaard der wet houdersverkiezing, maar het leeuwendeel van de politieke discussie nam de heer Rei- nalda. De leider der S.D.A.P.-fractie, in zijn oude positie weergekeerd en van het keurs- Tweede en derde begrootingszitting. De heer Castricum in het politieke centrum der belangstelling. Critiek op het algemeene financiëele beleid. De interingspolitiek. 1$ lijf des bewindsmans bevrijd, kwam m zijn tweede redevoering, 's avonds om tien uur, op vollen dreef. Natuurlijk gaf het verzet van den heer Castricum, die tegen de begrooting zal stemmen als er geen wijziging in de ta rieven der bedrijven wordt gebracht, hem aanleiding tot uitvoerige beschouwingen over dezen steun dien het S.D.A.P.-standpunt (in zake de bewuste tarieven en de bedrijven- politiek van mr. Slingenberg) bij een lid der R.-K.-fractie vindt. Reeds had de wethou der tot den heer Castricum gezegd dat deze zich in 1923 en 1927 (bij de wethoudersver kiezingen) had aangesloten bij een politiek accoord door de financieele politiek van mr. Slingenberg mede te endosseeren, en dat hij dus wel moest bedenken wat hij deed als hij xru tegen de begrooting ging stemmen. De heer Reinalda nam bijzondere nota van deze verklaring, en zeide dat het steeds meer gaat gisten onder de R.-K. arbeiders, terwijl hij opnieuw te kennen gaf dat z.i. de twee groote partijen samen de meerderheid be hoorden te vormen. Toen de heer Reinalda, die een waar politiek vuurwerk afstak en zeer welsprekend was, aan de bestrijding van den heer Peper toekwem, was het elf uur. De hamer knapte het vervolg af, en vandaag gaat hij verder. Dit wat de politiek van dezen dag betreft. Het belangrijke politieke verschijnsel bij deze begrooting is de houding van den heer Castricum, die de financieele specialiteit van de R.-K.-fractie is. Omtrent het financieele beleid van B. en W. is er zeer veel en zeer lang gesproken, waarbij zooals vanouds de wethouder in botsing kwam met het standpunt der S. D. A, P. In eerste instantie had de heer Joosten De heer Reinalda Br. Adrian. reeds een bestrijding geleverd, die wij giste- renuitvoerig vermeldden. De wethouder ver dedigde zich nu uitvoerig, en kwam zooals altijd met vele cijfers van andere gemeen ten voor den dag, waarbij hij op grond van een eigen statistiek het betoog der S.D.A.P. bestreed, dat Haarlem ten aanzien van de kleine inkomens een ongunstige en ten aan zien van de hooge een gunstige belasting vergelijking met andere steden boven de 100.000 inwoners zou opleveren. Mr. Slingen- genberg stelde zijn statistiek ter beschikking van zijn bestrijders, gelijk Tromp voor Duins, die den vijand kruit leverde, en in tweede instantie barstte het statistische duel op nieuw los. De kans dat de heeren het over de interpretatie van de statistiek eens zullen worden is niet groot. Volgens den wethouder van financiën stijgt de opbrengst van het kohier der plaat selijke inkomstenbelasting regelmatig, in verband met een normaal accres van de be volking. Sinds de annexatie in werking trad is het zielental van 111.000 tot 115.000 ver meerderd. Het kohier zal dit jaar weer 20.000 hooger zijn. De toekomst van Haar lem is niet somber en zal zelfs vrij gunstig zijn als het wetsontwerp tot nieuwe regeling van de financieele verhouding tusschen Rijk en gemeenten wordt aangenomen. De an nexatie is, volgens den wethouder, geen fi nancieel nadeel voor Haarlem gebleken,en hij had haar ook willen doorzetten als zij wèl financieel nadeel had opgeleverd, om dat de gemeente niet langer in het keurslijf bekneld kon blijven. Deze laatste verklaring is m.i. wel een zeer merkwaardige voor een wethouder van fi nanciën. Wij zouden haar niet gaarne on derschrijven, en des wethouders optimisme over de financieele toekomst kunnen wij on mogelijk aanvaarden bij een begrooting zoo als deze, waaruit duidelijker dan ooit blijkt dat het handhaven van het evenredige hef fingspercentage op 1 1 2 tei. koste gaat van de reserves der bedrijven. Het laatste jaar heeft bovendien te sterk aangetoond dat men haast niets kan ondernemen tengevolge van de financieele onzekerheid, die ontstaan is door het schadeloosstellingen-vraagstuk. Terecht zei de heer Peper dat er nog nooit zoo'n onvruchtbaar jaar was geweest sinds den oorlog. Wij hebben in ons vorig nummer meege deeld dat de schadeloossteilingen-kwestie nog vele jaren hangende kan blijven. Wat gebeurd er dan? Moet Haarlem al dien tijd in dezen deadlock-toestand blijven verkeeren. of zal het beroemde wetsontwerp Kan-De Geer de redding brengen? Ei is geen geld voor de spoedige uitvoering van drlngend- noodige werken, er kan blijkbaar zelfs niet voldoende uitgetrokken worden op een post zooals het onderhoud van bestratingen, en het is ongetwijfeld waar dat de gemeente inteert door de voortdurend toenemenden rente- en aflossingslast-, waartegenover geen evenredige reserveering kan plaatsvinden. Over deze interingspolitiek w?P9 in den breede gepraat door de heeren Slingenberg Reinalda en Joosten. Het debat werd van beide zijden te theoretisch, en men rede neerde af en toe prettig langs elkaar heen. De moeilijkheden voor een moderne gemeente zooals Haarlem worden niet alleen veroor zaakt door toenemende kapitaallasten, maar niet minder door de onevenredig-verzwaarde lasten op de hoofdstukken Onderwijs en Armenzorg. Er zijn vele factoren die zich doen gelden, vooral omdat een gemeente de zaken niet alle in eigen "hand heeft en ver plichtingen moet nakomen die door het Rijk zijn opgelegd. Des te noodiger is een sterke reserve-positie. Die heeft Haarlem prijsge geven door een kostbare en onvolledige an nexatie, die bovendien een toestand van voortdurende onzekerheid heeft geschapen voor zoolang de schadeloi/sstellings-kwestie onopgelost blijft. Hoe lang wel?" R. P. VAN PRUISISCH GENERAAL TOT VREDESTRIJDER. VOORDRACHT DR. P. VON SCHöNAICH De afdeeling Haarlem van de „Nooit Meer Oorlog Federatie" en de Vereeniging „Vol kenbond en Vrede" had Donderdagavond een vergadering belegd in het gebuow van den Protestantenbond, waar General a. D. Freiherr Dr. P. van Schönaich sprak over het onderwerp: „Van Pruisisch generaal tot Vredestrijder". In Genève vlot het niet met de ontwape ning. En toch moet het daérheen óf naar een nog verschrikkelijker wereldoorlog. Zij die de groote industrieën beheerschen, be- heerschen óók de quaestie: vrede of oorlog. Nu schijnen zij nog in den vrede een goede zaak te zien, maar niet zoodra verandert dat en begrijpen zij dat er door oorlog nog meer te verdienen valt, dan wordt het oor log. Niet de staatslieden regeeren maar de macht van het geld en de groote industrie! Gedurende 37 jaar was spr. geestdriftig soldaat en monarchist, maar zijn monar chistisch hart brak toen de ex-keizer over de Nederlandsche grens vluchtte. Toen werd spr. republikein. Waarna hij door de kringen waarin hij vroeger- placht te verkeeren on middellijk geboycot werd. Thans is hij in Duitsche rechtsche kringen de meest gehate man. In eerlijken strijd met zichzelf en in vele slapelooze nachten werden zijn nieuwe denkbeelden geboren. Toen hij zag dat het militarisme weer den kop begon op te steken beschouwde hij het als zijn plicht het uit alle macht te bestrijden. Vroeger was het mischien waar dat de oor log de besten, de sterksten naar voren schoof. Met den technischen oorlog is daar van geen sprake meer. De beste elementen van de volken vallen in de loopgraven, do minste zitten op veilige plaatsen en „ver dienen" geld. De schuttingen tusschen de volken moeten verdwijnen en de kuddegeest moet bestre den worden. De menschen moeten zóó ver komen dat zij zich niet meer in kudden in den oorlog laten jagen. De Volkenbond is een noodzakelijkheid. Hij is nog niet wat zijn naam aanduidt. Men jammere daarover niet, maar tracht den Eond te verbeteren! (applaus). Het is ook noodïg dat een sterke organisa tie van werknemers tegenover die der groote werkgevers komt te staan. De vakvereenl- gingen moeten versterkt worden. De Engel- sche mijnwerkers hebben den strijd verloren, omdat de mijnwerkers in andere landen on- derkruiperswerk verrichtten. De oorlogstechniek ontwikkelt zich op beestachtige wijze. Jawel zeggen de voor standers van den oorlog, maar hiertegen kunnen we ons wapenen: gasmaskers tegen de gifgassen, onderaardsche schuilplaatsen, rubberpakken zoodat de gassen niet door de kleeding kunnen dringen. Spr. heeft zoo het idéé dat achter de reclame voor deze be schuttingsmiddelen de fabrikanten van gas maskers en de rubberfabrikanten zitten. Laat men de rubber liever gebruiken voor isoleercellen om daar die fabrikanten en eenige half gekke generaals in op te sluiten (gelach). Als alle volken van afweermidde len voorzien moeten worden zal dat niet te betalen zijn! Laten we liever met z'n allen zeggen, doelend op den oorlog: „Wir bedan- den uns für die Schweinerei!" De leugen wordt nog steeds onvervaard gebruikt als wapen in de politiek en de ker ken hebben in den strijd tegen den oorlog haar plicht verzaakt. In Dultschland komt ii. dit opzicht langzamerhand een kentering. Maar vooralsnog hebben de brume, de gele en de zwarte volken volkomen het recht tot de zendelingen te zeggen: „Wordt eerst zelf Christen, voordat ge ons tracht te be- keeren!" Na 11 jaar is het nog niet geheel gelukt de economische toestanden overal gezond te maken. Dan zal er toch wel een fout zijn in het systeem. Spr. maakte studiereizen naar Sovjet-Rusland (geheel op eigen kosten en met een door hem betaalden tolk) en naar Palestina. De denkbeelden van Lenin hebben in de practijk schipbreuk geleden. Lenin was groot genoeg om dit te erkennen. Maar sedert 1923 worden de toestanden in Rusland langzaam beter. Wat daar gebeurt, daar spreke men niet sc'r.amoer over maar men volge het met aandacht. Voor de boeren (85 pet. der Russi sche bevolking) wordt gedaan wat moge lijk is. In Palestina heerscht de zuivere democra tie. Tegen het einde van iedere week wordt beraadslaagd over het werk van de volgende week De leiders komen daarbij vanzelf op den voorgrond Het pact van Kellogg, zoogenaamd tegen den oorlog. Maar door een achterdeur is de verdedigingsoorlog weer binnengesmokkeld, en daarmede dus de oorlog want elk land noemt zijn oorlog altijd een verdedigings oorlog! De beste middelen tot bestrijding van den oorlog zijn: een versterkte en uitgebouwde Volkenbond, dienstweigering. algemeene werkstaking en een zeer versterkt vakver- een igingswezen. Nationaal moeten de pacifisten een in tense propaganda voeren en internationaal elkaar de hand reiken. Zeven en dertig jaar lang is spr. een die naar van den oorlog geweest; hij is vast besloten gedurende zijn verder leven den vrede te dienen, (luid en lang applaus). De rede van Dr. von Schönaich werd uit muntend vertaald door Ds. P. Eldering, van Rotterdam. HET IJS. Te Haarlem. Donderdag zijn voor het eerst de banen der IJsclub voor Haarlem en Omstreken ook in de avonduren opengesteld, zoodat ook zij, die overdag wegens hun werk verhinderd zijn, ook gingen schaatsenrijden. Waar schijnlijk in verband met het feest van de Koningin-Moeder, dat duizenden naar de radio deed luisteren was het bezoek nog niet overmatig druk. Toch was het er gezellig. Er stond geen koude wind en een draaiorgel hield er de goede stemming in. Overste Van Wagtendonk verzocht ons, er bij het publiek op aan te dringen, om geen samenscholingen op het ijs te houden, om dat dan de kans heel groot is, dat het be schadigd wordt. In het clubgebouw is ruimte genoeg om te converseeren; het ijs is alleen om te rijden. Te Heemstede. Donderdag werd vrij druk gereden op de Bronsteevaart, op den Vijver in Groenen- daal en langs de Vrijheidsdreef en de slootjes achter het Oude Slot, benevens op slootjes tusschen tuinen en weilanden. Doch het blijft overal gevaarlijk daar het ijs niet sterk is. Heden zal, als de vorst aanhoudt, de baan van de ijsvereeniging „de Volharding" op de Van Merlenvaart in orde gebracht worden. Men hoopt die dan Zaterdag te openen. Te Bloemendaal. Velen hebben Donderdag een vergeefsche wandeling gemaakt naar den vijver van Duin en Daal. Het ijs was nog te zwak om de baan te openen. De vijver van Caprera werd maar voor een gedeelte bereden. Een onbetrouwbaar ge deelte was afgezet. Het was op de halve baan druk en gezel lig. Te Velsen. Zooals reeds v/erd gemeld, wordt op een gedeelte van het ondergeloop en land in den polder kosteloos gereden. Voor de schaat senrijders met een platte beurs, die van de andere ijsbanen in de omgeving niet kun nen profiteeren, is dit een prachtige gele genheid om de schaatssport te beoefenen. Maar het Rijk in den persoon van den Ontvanger der Registratie en Domeinen te Zaandam, heeft hieraan een einde gemaakt. Deze baan is thans nl. verpacht aan den heer J. L. te IJmuiden, die er nu entree heft. „Zaken zijn zaken" is derhalve het devies van onze Kaufmannische Regeering. De exploitanten van de ijsbaan „Velser- beek" hebben tegen Zaterdagmiddag 2 uur een wedstrijd op de schaats uitgeschreven voor mannen. De prijzen bestaan uit levens middelen, die eventueel aan behoeftigen kun nen worden afgegeven. MUZIEK UIT DE LUCHT. Zondagmiddag zal het Theremin-trio fn den Stadsschouwburg weer een demonstratie ge ven. Na de welgeslaagde demonstratie van Zondagavond wordt veel belangstelling ver wacht. DE SUIKERSMOKKELZAAK. DE EXPEDITEUR EENIGE UREN IN HECHTENIS. De Rotterdamsche rechtbank heeft Don derdag de behandeling van de zaak voort gezet betreffende het smokke'.en van suiker, waardoor de Staat voor ruim twee ton is be nadeeld. De rechtbank heeft gisteren nog eemge getuigen gehoord, waarna het woord was aan den rijkss'dvocaat mr. Van Walsum, voor zijn repliek Omtrent de vraag wie de ontdoken accijns zal moeten betalen, kwam spr. tot de slot som dat de vervoerder dit heeft te doen. De officier van justitie, mt C. F. J. Gom- bault, die ook in de vorige zittingen had aan gedrongen op de gevangenhouding van den expediteur, drong hier nogmaals op aan, om dat naast het fiscale bedrijf ock een burger lijk misdrijf is gepleegd, namelijk uitlokking tot het doen van valsche opgaven. Bij de du plieken bleven de verdedigers van den expe diteur protesteeren tegen het verzoek van den officier van justitie, welk verzoek de rechtbank afwees. Hierna gelastte de officier van justitie, kracr-tens eigen bevoegdheid, ln bewaring stelling van den expediteur. Later op den avor.d is de expediteur wegens gebrek aan voldoende bewijsgronden weder om op vrije voeten gesteld, meldt het Hbld. ARRONDISSEMENTSRECHTBANK Bij Koninklijk besluit van 9 Januari 1929 zijn benoemd tot rechter in de Arrondisse- ments Rechtbank te Haarlem: mr. A. L. M. van Berckel, thans in gelijke betrekking te Roermond en tot rechter in de Arr. Rechtbank te Arnhem: mr. J. H. Smits, thans rechter-plaatsvervangcr in de Arrondissements Rechtbank te Haarlem. Mr. Smit-s woont thans nog te Amsterdam. Mr. van Berckel is de eerste Katholieke rechter in de Arr. Rechtbank alhier. De nieuwe rechter werd op 25 Juli 1921 substituut-griffier bij de Arr. Rechtbank to Amsterdam. Op 1 December 1926 werd hij benoemd tot rechter te Roermond. Mr. van Berckel is een bekend interna tionaal voetballer. Hij was indertijd een zeer verdienstelijk speler voor het Nederlandsch elftal en was lid van den Oostelijken le klas- ser „Quick" tc Nijmegen. EXAMENS. Handenarbeid. Haarlem 9 en 10 Januari. Voor diploma B zijn geslaagd de dames. H. Chr. Kersten, E. J. P. Terberg, G. Schuitema ker, M. E. J. Bos, M. M. R. Lamoen, A. J. H. Rese. V. H. B. Paumen, Mevr. Oostenburg, A. H. Bloemsma. HOLLANDSCnF. IMRLK VOOR DEN ENGELSCIIEN KONING. Van heden af zal volgens de Msb. de K.L.M. dagelijks een zending melk en room voor den zieken Engelschen koning naar Croyuon transporteeren. Een sprekende reclame voor ons Hollandsch vee en voor de regelmatigheid van den K. L. M.-dienst! DREIGENDE STAKING BIJ DE HEVEA. DIRECTIE ANTWOORDDE NIET OP EISCHEN DER ARBEIDERS. Wij lezen In het Volk: „Aan de rubberfabrieken „Hevea" te Oos terbeek, dreigt een staking uit te breken. Wie den toestand kent, mag het verwonde ren, dat zulks reeds niet eerder is gebeurd. De vakvereenigingen hebben reeds jaren lang gepoogd door verzoeken, corresponden ties, persoonlijke bezoeken en dergelijke in den slechten toestand van de arbeiders eenige verbetering te brengen. Hun bezoe ken werden echter niet afgewacht, de brie ven niet beantwoord, kortom de directie ne geerde alles, wat van de organisatie kwam". De loonen zijn laag, door overwerken kun nen de arbeiders wat meer verdienen. Ook zou er groote willekeur heerschen. Het vorige jaar hebben de organisaties hun eischen aan de directie kenbaar ge maakt, deze waren o.a. ïoonsverhooging van 3 per week en regeling der arbeidsvoor waarden in een collectief contract. De di rectie antwoordde echter niet. De besturen van de drie samenwerkende bonden hebben sedert dien met hun leden vergaderd, die met schier algemeene stem men besloten een ultimatum te zenden. Aan de directie zal nu in een met redenen omkleeden brief worden medegedeeld, dat, voor het geval de directie bij haar afwij zend standpunt blijft volharden, de arbei ders op Zaterdag 19 Januari den arbeid zul len onderbreken, om alsnog de gewenschte verbeteringen te verkrijgen. Behalve een groot aantal meisjes zijn er pl.m. 300 mannen op deze fabriek werk zaam". Naar het Engelsch van H. A. VACHELL. 6) Ze heeft, ging George voort, een prachtig huis op de Magnolia Avenue. De witte marmeren stoep ervoor kost meer dan dit heele huis met de schuur erbij! Genade! riep Samantha uit. Ik was er eerst ook verbaasd over, vervolgde George. Haar vader was kersen- kweeker en had maar één dochter, geen zoons. Juffrouw Goodrich zit er warmpjes bij. Waar heb je haar ontmoet? In de tram Het was heel eenvoudig om met haar in kennis te kornen. Niets geen kunsten, begrijpt u, maar een echter dame, heel ontwikkeld en zoo knap als een engel! Iedere stembuiging, ieder wcord drong diep door in den geest van de luist erende vrouwen. Samantha's breinaalden klikten vlugger. Juffrouw Spragge knikte met haar dikke hoofd. Knap. maar met een spits, bleek snotje, ging George voort Ik liet haar mijn condor zien en ze vroeg me haar eens te komen op zoeken. Dat deed ik. Ze woont met een oude tante samen, een mager oud portret, die haar mond haast niet opendoet. Ik vertelde over hier. Juffrouw Goodrich leek nogal belang stellend. Eergisteren heb ik haar gezegd dit tegen zijn moeder dat u haar graag eens hier zou willen hebben. Hoe kon je dat weten jongen, terwijl de jongedame een volkomen vreemde voor me is? Ik dacht dat u wel schik in haar zou krijgen, net als ik. Ze heeft een beetje fris- sche lucht broodnoodig. Haar zenuwen zijn een beetje van streek. Ik laat me hangen als ze niet bijna flauw viel, toen ze mijn slangen in de gaten kreeg. Ik zou haar dol graag eens een tijdje hier hebben, als jullie het goed vinden Wat een aardige naam, Hazel Goodrich, zei Samantha haastig. Ze zal zich hier vast erg gelukkig voelen, verzekerde George. Maar ik wou hier geen vreemd meisje naar toe halen, zonder dat ik wist of jullie het goed vonden. Nu moet je maar eens zeggen wat je er van denkt? Als je haar al gevraagd heb Dat heb ik nog niet. Als jullie haar hier hebben wilt, ga ik naar Oakland terug. Is het in orde moeder? Juffrouw Spragge aarzelde, maar dat duur de maar een oogenblik. Toen zei ze stijfjes: We zullen doen wat we kunnen mijn jongen. We zijn maar eenvoudige menschen en we wonen op een eenvoudige boeren plaats. Ik ben bang dat juffrouw Goodrich Spragge's Hoeve wel wat vervelend zal vin den. Hij barstte in lachen uit. Zou er iemand ter wereld te vinden zijn, die Spragge's Hoeve vervelend zou kunnen vinden? IV. Twee dagen later klom George de marme ren stoep van den huize Goodrich op met een stralend gezicht en een hart vol hoop. Zijn moeder en Samantha waren echt lief geweest, beiden waren ze onuitputtelijk geweest in het bedenken van attenties voor de onwel kome gast. Maar men moet niet uit het oog verliezen, dat er een geheime verstand houding tusschen de beide vrouwen bestond! Lang nadat George naar bed gegaan was, zaten die goede zielen te praten en na te denken. Ze moet komen, Samantha. We zullen extra lief voor haar zijn maar Samantha knikte, met een flauw glim lachje om de lippen. Juffrouw Spragge ging voort: Als ze niet van het goede soort is, liefje dan zal ze zich door kleinigheden verraden. En wij zullen het er op moeten toeleggen dat ze zich verraadt, onherroepe lijk verraadt, waar hij bij is Ik verzeker je dat de wereld er anders zou uitzien als de moeders de vrouwen van haar zoons eens mochten zoeken! Samantha zuchtte. Ze wist maar al te goed dat George's wil bijna even sterk was, als die van zijn moeder. En de liefde van de onbekende schoone straalde aan alle kanten van hem af. De man, die steile rotsen be klimmen kon om jonge condors te bemach - tigen, zou zeker eiken hinderpaal overwin nen, om zoo'n volmaakte „dame" te krij gen! Er Is nog wat, zei juffrouw Spragge na een lange pauze, we weten niet of ze om hem geeft. Dis is misschien voor haar alleen maar een mop. Misschien krijgt ze wel heel gauw genoeg van wilde honing. Samantha knikte. U denkt dat als die juffrouw Goodrich een poosje hier is, hun allebei de oogen wel zul len onengaan, dat ze niet bij elkaar passen Dat hoop ik, bevestigde juffrouw Sprag ge. George beklom de marmeren trap, zonder het flauwste idee van deze vrouwelijke- slimme strategie. Integendeel, hij was over tuigd dat zijn moeder even vurig verlangde om de schoone Hazel in de armen te sluiten, als hijzelf! Hazel ontving hem 'n tikje „op-'n-afstand". Maar hij merkte het niet cn riep enthou siast: Het Is voor elkaar! Wat is voor elkaar, meneer Spragge? Thuis. Moeder zal het eenig vinden als u bij ons komt er. ze hoopt dat u een heelen tijd zult blijven, als u het kunt uithouden Er is een rijpaard voor u, een telganger, en ik heb nieuwe matrassen gekocht voor het logeerbed. Kunt u morgen mee op reis gaan? O, ik weet wat u bedoelt. U bent naar huis geweest. Waar zou Ik anders hebben kunnen zijn? Ikdacht ook al. Haar oogen werden zachter, want de stof van de reis lag dik op het blauwe pak Klaarblijkelijk was hij zoo vlug mogelijk op en neer gereisd. Hoe ver is uw plaats van den trein? Meer dan twintig mijlen. O. hoe lief! Wat bedoelt u? U hebt een spoorreis van meer dan vierhonderd mijlen gemaakt en dan nc.g veer tig mijl gereden cm alles in orde te "maken voor een gast die nog niet eens beloofd heeft te komen. Zijn gezicht betrok. Ik heb er geen oogenblik aan getwijfeld dat u zoudt komen, als ik tenminste den boel met het vrouw volk in orde kon krijgen. We zullen een schitterenden tijd samen hebben. We gaan vlsschen, we gaan rijden in de heuvels en u zult den geür van het teerkruid, de wilde salie en de seringen in bloei krijgen. We gaan zeilen in mijn boot. Ik zal u ieeren sturen. Hebt u nooit verlangd dingen te doen? TTebt u niet schoon genoeg van al dat geklungel hier? Kunt u goed diep ademen hier in Oak land? (Wordt vervolgd)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1929 | | pagina 9