HAARLEM'S DAGBLAD
UIT DEN RAAD.
VAN DEN ARBEID
FEUILLETON
Het Meisje uit de Stad
VRIJDAG 11 JANUARI 1929 DERDE BLAD
Wethouder Mr. Slingenberg1.
Het aantal algemeene beschouwers steeg
ln de tweede zitting van zes op dertien,
waarna de wethouder van financiën nog tijd
had om zijn antwoord-rede te houden, en
ook de wethouder van openbare werken daar
nog bijna in slaagde op éen zin na. Want
om kwart over vijf zou de middagzitting
beëindigd worden, en om kwart over vijf
precies hamerde de voorzitter, en veroor
deelde mr. Gerritsz tot het uitstellen van
zijn laatsten zin tot de avondséance. Waar
op de wethouder maar van den slotzin af
zag, en de eerste instantie derhalve beëin
digd bleek (met nog twee korte verklaringen
van de beide andere wethouders in de avond
zitting).
Dit was een vlotte prestatie in slechts twee
zittingen. Te vlot blijkbaar, want 's avonds
scheen de Raad te vinden dat hij nu allen
tijd had. Er heerschte bovendien een ge-
gezellige sfeer in het college, gevolg vermoe
delijk van de winterkoude buiten en de
warmte binnen, en. in tweede instantie
volgde de eene breedsprakige causerie op de
andere, terwijl eenige sprekers aan het
woord kwamen die in eerste instantie niets
hadden gezegd. Van het vroeger geuite
voornemen om het aantal sprekers per frac
tie wat te benerken bleef ook niet veel meer
over. Van de R.-K. fractie b.v. hebben nu al
vier leden aan de algemeene beschouwingen
deelgenomen, van de A.-R. fractie, die slechts
drie man telt, twee en van de C.-H., die er
eveneens drie bezit (waarvan een wethou
der) ook twee. De Vrijheidsbond bracht twee
van haar vier leden in het vuur, en de twee
de was dr. Adrian, die een ongewoon wijd-
loopig discours hield over de laatste wethou
dersverkiezing.
Die laatste wethoudersverkiezing weet
wat! Er wordt nog maar steeds over getuigd.
Uren zijn gisteren ter verklaring van dit
schokkende politieke gebeuren besteed. Alle
feiten werden bij vele herhalingen gerele
veerd, hetgeen wij aan de krant oud nieuws
noemen en opzij plegen te leggen. Soms wa
ren het alleen maar feiten-opsommingen,
zonder eenig nieuw gezichtspunt, zooals in
het geval van dr. Adrian.
Mr. Slingenberg, die bij het onderwerp
wethoudersverkiezing altijd „als raadslid
spreekt" verdedigde de houding der V. D.-
fractie tegen den gedanen aanval van den
heer Loosjes, mr. Gerritsz hield een betoog
vóór de politiek als integreerend bestanddeel
van het gemeentebeheer en als noodzakelijke
basis van gemeentebestuurders die er een
levensbeschouwing op na houden, en ver
klaarde dat de V D.-fractie de volle verant
woordelijkheid draagt voor de samenstelling
van het college van B. en W. Ook de heer
Wolzak beklom weer het stokpaard der wet
houdersverkiezing, maar het leeuwendeel
van de politieke discussie nam de heer Rei-
nalda. De leider der S.D.A.P.-fractie, in zijn
oude positie weergekeerd en van het keurs-
Tweede en derde begrootingszitting. De heer
Castricum in het politieke centrum der belangstelling.
Critiek op het algemeene financiëele beleid. De
interingspolitiek. 1$
lijf des bewindsmans bevrijd, kwam m zijn
tweede redevoering, 's avonds om tien uur,
op vollen dreef. Natuurlijk gaf het verzet van
den heer Castricum, die tegen de begrooting
zal stemmen als er geen wijziging in de ta
rieven der bedrijven wordt gebracht, hem
aanleiding tot uitvoerige beschouwingen over
dezen steun dien het S.D.A.P.-standpunt (in
zake de bewuste tarieven en de bedrijven-
politiek van mr. Slingenberg) bij een lid der
R.-K.-fractie vindt. Reeds had de wethou
der tot den heer Castricum gezegd dat deze
zich in 1923 en 1927 (bij de wethoudersver
kiezingen) had aangesloten bij een politiek
accoord door de financieele politiek van mr.
Slingenberg mede te endosseeren, en dat hij
dus wel moest bedenken wat hij deed als hij
xru tegen de begrooting ging stemmen. De
heer Reinalda nam bijzondere nota van deze
verklaring, en zeide dat het steeds meer
gaat gisten onder de R.-K. arbeiders, terwijl
hij opnieuw te kennen gaf dat z.i. de twee
groote partijen samen de meerderheid be
hoorden te vormen. Toen de heer Reinalda,
die een waar politiek vuurwerk afstak en zeer
welsprekend was, aan de bestrijding van den
heer Peper toekwem, was het elf uur. De
hamer knapte het vervolg af, en vandaag
gaat hij verder.
Dit wat de politiek van dezen dag betreft.
Het belangrijke politieke verschijnsel bij
deze begrooting is de houding van den heer
Castricum, die de financieele specialiteit van
de R.-K.-fractie is.
Omtrent het financieele beleid van B. en
W. is er zeer veel en zeer lang gesproken,
waarbij zooals vanouds de wethouder in
botsing kwam met het standpunt der S. D.
A, P. In eerste instantie had de heer Joosten
De heer Reinalda
Br. Adrian.
reeds een bestrijding geleverd, die wij giste-
renuitvoerig vermeldden. De wethouder ver
dedigde zich nu uitvoerig, en kwam zooals
altijd met vele cijfers van andere gemeen
ten voor den dag, waarbij hij op grond van
een eigen statistiek het betoog der S.D.A.P.
bestreed, dat Haarlem ten aanzien van de
kleine inkomens een ongunstige en ten aan
zien van de hooge een gunstige belasting
vergelijking met andere steden boven de
100.000 inwoners zou opleveren. Mr. Slingen-
genberg stelde zijn statistiek ter beschikking
van zijn bestrijders, gelijk Tromp voor Duins,
die den vijand kruit leverde, en in tweede
instantie barstte het statistische duel op
nieuw los. De kans dat de heeren het over
de interpretatie van de statistiek eens zullen
worden is niet groot.
Volgens den wethouder van financiën
stijgt de opbrengst van het kohier der plaat
selijke inkomstenbelasting regelmatig, in
verband met een normaal accres van de be
volking. Sinds de annexatie in werking trad
is het zielental van 111.000 tot 115.000 ver
meerderd. Het kohier zal dit jaar weer
20.000 hooger zijn. De toekomst van Haar
lem is niet somber en zal zelfs vrij gunstig
zijn als het wetsontwerp tot nieuwe regeling
van de financieele verhouding tusschen Rijk
en gemeenten wordt aangenomen. De an
nexatie is, volgens den wethouder, geen fi
nancieel nadeel voor Haarlem gebleken,en
hij had haar ook willen doorzetten als zij
wèl financieel nadeel had opgeleverd, om
dat de gemeente niet langer in het keurslijf
bekneld kon blijven.
Deze laatste verklaring is m.i. wel een zeer
merkwaardige voor een wethouder van fi
nanciën. Wij zouden haar niet gaarne on
derschrijven, en des wethouders optimisme
over de financieele toekomst kunnen wij on
mogelijk aanvaarden bij een begrooting zoo
als deze, waaruit duidelijker dan ooit blijkt
dat het handhaven van het evenredige hef
fingspercentage op 1 1 2 tei. koste gaat van
de reserves der bedrijven. Het laatste jaar
heeft bovendien te sterk aangetoond dat
men haast niets kan ondernemen tengevolge
van de financieele onzekerheid, die ontstaan
is door het schadeloosstellingen-vraagstuk.
Terecht zei de heer Peper dat er nog nooit
zoo'n onvruchtbaar jaar was geweest sinds
den oorlog.
Wij hebben in ons vorig nummer meege
deeld dat de schadeloossteilingen-kwestie
nog vele jaren hangende kan blijven. Wat
gebeurd er dan? Moet Haarlem al dien tijd
in dezen deadlock-toestand blijven verkeeren.
of zal het beroemde wetsontwerp Kan-De
Geer de redding brengen? Ei is geen geld
voor de spoedige uitvoering van drlngend-
noodige werken, er kan blijkbaar zelfs niet
voldoende uitgetrokken worden op een post
zooals het onderhoud van bestratingen, en
het is ongetwijfeld waar dat de gemeente
inteert door de voortdurend toenemenden
rente- en aflossingslast-, waartegenover geen
evenredige reserveering kan plaatsvinden.
Over deze interingspolitiek w?P9 in den
breede gepraat door de heeren Slingenberg
Reinalda en Joosten. Het debat werd van
beide zijden te theoretisch, en men rede
neerde af en toe prettig langs elkaar heen.
De moeilijkheden voor een moderne gemeente
zooals Haarlem worden niet alleen veroor
zaakt door toenemende kapitaallasten, maar
niet minder door de onevenredig-verzwaarde
lasten op de hoofdstukken Onderwijs en
Armenzorg. Er zijn vele factoren die zich
doen gelden, vooral omdat een gemeente de
zaken niet alle in eigen "hand heeft en ver
plichtingen moet nakomen die door het Rijk
zijn opgelegd. Des te noodiger is een sterke
reserve-positie. Die heeft Haarlem prijsge
geven door een kostbare en onvolledige an
nexatie, die bovendien een toestand van
voortdurende onzekerheid heeft geschapen
voor zoolang de schadeloi/sstellings-kwestie
onopgelost blijft. Hoe lang wel?"
R. P.
VAN PRUISISCH GENERAAL
TOT VREDESTRIJDER.
VOORDRACHT DR. P. VON SCHöNAICH
De afdeeling Haarlem van de „Nooit Meer
Oorlog Federatie" en de Vereeniging „Vol
kenbond en Vrede" had Donderdagavond
een vergadering belegd in het gebuow van
den Protestantenbond, waar General a. D.
Freiherr Dr. P. van Schönaich sprak over
het onderwerp: „Van Pruisisch generaal tot
Vredestrijder".
In Genève vlot het niet met de ontwape
ning. En toch moet het daérheen óf naar
een nog verschrikkelijker wereldoorlog. Zij
die de groote industrieën beheerschen, be-
heerschen óók de quaestie: vrede of oorlog.
Nu schijnen zij nog in den vrede een goede
zaak te zien, maar niet zoodra verandert
dat en begrijpen zij dat er door oorlog nog
meer te verdienen valt, dan wordt het oor
log. Niet de staatslieden regeeren maar de
macht van het geld en de groote industrie!
Gedurende 37 jaar was spr. geestdriftig
soldaat en monarchist, maar zijn monar
chistisch hart brak toen de ex-keizer over de
Nederlandsche grens vluchtte. Toen werd
spr. republikein. Waarna hij door de kringen
waarin hij vroeger- placht te verkeeren on
middellijk geboycot werd. Thans is hij in
Duitsche rechtsche kringen de meest gehate
man.
In eerlijken strijd met zichzelf en in vele
slapelooze nachten werden zijn nieuwe
denkbeelden geboren. Toen hij zag dat het
militarisme weer den kop begon op te steken
beschouwde hij het als zijn plicht het uit
alle macht te bestrijden.
Vroeger was het mischien waar dat de oor
log de besten, de sterksten naar voren
schoof. Met den technischen oorlog is daar
van geen sprake meer. De beste elementen
van de volken vallen in de loopgraven, do
minste zitten op veilige plaatsen en „ver
dienen" geld.
De schuttingen tusschen de volken moeten
verdwijnen en de kuddegeest moet bestre
den worden. De menschen moeten zóó ver
komen dat zij zich niet meer in kudden in
den oorlog laten jagen.
De Volkenbond is een noodzakelijkheid.
Hij is nog niet wat zijn naam aanduidt. Men
jammere daarover niet, maar tracht den
Eond te verbeteren! (applaus).
Het is ook noodïg dat een sterke organisa
tie van werknemers tegenover die der groote
werkgevers komt te staan. De vakvereenl-
gingen moeten versterkt worden. De Engel-
sche mijnwerkers hebben den strijd verloren,
omdat de mijnwerkers in andere landen on-
derkruiperswerk verrichtten.
De oorlogstechniek ontwikkelt zich op
beestachtige wijze. Jawel zeggen de voor
standers van den oorlog, maar hiertegen
kunnen we ons wapenen: gasmaskers tegen
de gifgassen, onderaardsche schuilplaatsen,
rubberpakken zoodat de gassen niet door de
kleeding kunnen dringen. Spr. heeft zoo het
idéé dat achter de reclame voor deze be
schuttingsmiddelen de fabrikanten van gas
maskers en de rubberfabrikanten zitten.
Laat men de rubber liever gebruiken voor
isoleercellen om daar die fabrikanten en
eenige half gekke generaals in op te sluiten
(gelach). Als alle volken van afweermidde
len voorzien moeten worden zal dat niet te
betalen zijn! Laten we liever met z'n allen
zeggen, doelend op den oorlog: „Wir bedan-
den uns für die Schweinerei!"
De leugen wordt nog steeds onvervaard
gebruikt als wapen in de politiek en de ker
ken hebben in den strijd tegen den oorlog
haar plicht verzaakt. In Dultschland komt
ii. dit opzicht langzamerhand een kentering.
Maar vooralsnog hebben de brume, de gele
en de zwarte volken volkomen het recht tot
de zendelingen te zeggen: „Wordt eerst zelf
Christen, voordat ge ons tracht te be-
keeren!"
Na 11 jaar is het nog niet geheel gelukt de
economische toestanden overal gezond te
maken. Dan zal er toch wel een fout zijn in
het systeem. Spr. maakte studiereizen naar
Sovjet-Rusland (geheel op eigen kosten en
met een door hem betaalden tolk) en naar
Palestina.
De denkbeelden van Lenin hebben in de
practijk schipbreuk geleden. Lenin was groot
genoeg om dit te erkennen. Maar sedert 1923
worden de toestanden in Rusland langzaam
beter. Wat daar gebeurt, daar spreke men
niet sc'r.amoer over maar men volge het met
aandacht. Voor de boeren (85 pet. der Russi
sche bevolking) wordt gedaan wat moge
lijk is.
In Palestina heerscht de zuivere democra
tie. Tegen het einde van iedere week wordt
beraadslaagd over het werk van de volgende
week De leiders komen daarbij vanzelf op
den voorgrond
Het pact van Kellogg, zoogenaamd tegen
den oorlog. Maar door een achterdeur is de
verdedigingsoorlog weer binnengesmokkeld,
en daarmede dus de oorlog want elk land
noemt zijn oorlog altijd een verdedigings
oorlog!
De beste middelen tot bestrijding van den
oorlog zijn: een versterkte en uitgebouwde
Volkenbond, dienstweigering. algemeene
werkstaking en een zeer versterkt vakver-
een igingswezen.
Nationaal moeten de pacifisten een in
tense propaganda voeren en internationaal
elkaar de hand reiken.
Zeven en dertig jaar lang is spr. een die
naar van den oorlog geweest; hij is vast
besloten gedurende zijn verder leven den
vrede te dienen, (luid en lang applaus).
De rede van Dr. von Schönaich werd uit
muntend vertaald door Ds. P. Eldering, van
Rotterdam.
HET IJS.
Te Haarlem.
Donderdag zijn voor het eerst de banen
der IJsclub voor Haarlem en Omstreken ook
in de avonduren opengesteld, zoodat ook zij,
die overdag wegens hun werk verhinderd
zijn, ook gingen schaatsenrijden. Waar
schijnlijk in verband met het feest van de
Koningin-Moeder, dat duizenden naar de
radio deed luisteren was het bezoek nog niet
overmatig druk. Toch was het er gezellig.
Er stond geen koude wind en een draaiorgel
hield er de goede stemming in.
Overste Van Wagtendonk verzocht ons, er
bij het publiek op aan te dringen, om geen
samenscholingen op het ijs te houden, om
dat dan de kans heel groot is, dat het be
schadigd wordt. In het clubgebouw is ruimte
genoeg om te converseeren; het ijs is alleen
om te rijden.
Te Heemstede.
Donderdag werd vrij druk gereden op de
Bronsteevaart, op den Vijver in Groenen-
daal en langs de Vrijheidsdreef en de slootjes
achter het Oude Slot, benevens op slootjes
tusschen tuinen en weilanden. Doch het
blijft overal gevaarlijk daar het ijs niet
sterk is.
Heden zal, als de vorst aanhoudt, de baan
van de ijsvereeniging „de Volharding" op de
Van Merlenvaart in orde gebracht worden.
Men hoopt die dan Zaterdag te openen.
Te Bloemendaal.
Velen hebben Donderdag een vergeefsche
wandeling gemaakt naar den vijver van
Duin en Daal. Het ijs was nog te zwak om
de baan te openen.
De vijver van Caprera werd maar voor een
gedeelte bereden. Een onbetrouwbaar ge
deelte was afgezet.
Het was op de halve baan druk en gezel
lig.
Te Velsen.
Zooals reeds v/erd gemeld, wordt op een
gedeelte van het ondergeloop en land in den
polder kosteloos gereden. Voor de schaat
senrijders met een platte beurs, die van de
andere ijsbanen in de omgeving niet kun
nen profiteeren, is dit een prachtige gele
genheid om de schaatssport te beoefenen.
Maar het Rijk in den persoon van den
Ontvanger der Registratie en Domeinen te
Zaandam, heeft hieraan een einde gemaakt.
Deze baan is thans nl. verpacht aan den
heer J. L. te IJmuiden, die er nu entree heft.
„Zaken zijn zaken" is derhalve het devies
van onze Kaufmannische Regeering.
De exploitanten van de ijsbaan „Velser-
beek" hebben tegen Zaterdagmiddag 2 uur
een wedstrijd op de schaats uitgeschreven
voor mannen. De prijzen bestaan uit levens
middelen, die eventueel aan behoeftigen kun
nen worden afgegeven.
MUZIEK UIT DE LUCHT.
Zondagmiddag zal het Theremin-trio fn den
Stadsschouwburg weer een demonstratie ge
ven. Na de welgeslaagde demonstratie van
Zondagavond wordt veel belangstelling ver
wacht.
DE SUIKERSMOKKELZAAK.
DE EXPEDITEUR EENIGE UREN
IN HECHTENIS.
De Rotterdamsche rechtbank heeft Don
derdag de behandeling van de zaak voort
gezet betreffende het smokke'.en van suiker,
waardoor de Staat voor ruim twee ton is be
nadeeld.
De rechtbank heeft gisteren nog eemge
getuigen gehoord, waarna het woord was
aan den rijkss'dvocaat mr. Van Walsum,
voor zijn repliek
Omtrent de vraag wie de ontdoken accijns
zal moeten betalen, kwam spr. tot de slot
som dat de vervoerder dit heeft te doen.
De officier van justitie, mt C. F. J. Gom-
bault, die ook in de vorige zittingen had aan
gedrongen op de gevangenhouding van den
expediteur, drong hier nogmaals op aan, om
dat naast het fiscale bedrijf ock een burger
lijk misdrijf is gepleegd, namelijk uitlokking
tot het doen van valsche opgaven. Bij de du
plieken bleven de verdedigers van den expe
diteur protesteeren tegen het verzoek van
den officier van justitie, welk verzoek de
rechtbank afwees. Hierna gelastte de officier
van justitie, kracr-tens eigen bevoegdheid, ln
bewaring stelling van den expediteur.
Later op den avor.d is de expediteur wegens
gebrek aan voldoende bewijsgronden weder
om op vrije voeten gesteld, meldt het Hbld.
ARRONDISSEMENTSRECHTBANK
Bij Koninklijk besluit van 9 Januari 1929
zijn benoemd tot rechter in de Arrondisse-
ments Rechtbank te
Haarlem: mr. A. L. M. van Berckel, thans
in gelijke betrekking te Roermond en tot
rechter in de Arr. Rechtbank te Arnhem: mr.
J. H. Smits, thans rechter-plaatsvervangcr in
de Arrondissements Rechtbank te Haarlem.
Mr. Smit-s woont thans nog te Amsterdam.
Mr. van Berckel is de eerste Katholieke
rechter in de Arr. Rechtbank alhier.
De nieuwe rechter werd op 25 Juli 1921
substituut-griffier bij de Arr. Rechtbank to
Amsterdam. Op 1 December 1926 werd hij
benoemd tot rechter te Roermond.
Mr. van Berckel is een bekend interna
tionaal voetballer. Hij was indertijd een zeer
verdienstelijk speler voor het Nederlandsch
elftal en was lid van den Oostelijken le klas-
ser „Quick" tc Nijmegen.
EXAMENS.
Handenarbeid. Haarlem 9 en 10 Januari.
Voor diploma B zijn geslaagd de dames. H.
Chr. Kersten, E. J. P. Terberg, G. Schuitema
ker, M. E. J. Bos, M. M. R. Lamoen, A. J. H.
Rese. V. H. B. Paumen, Mevr. Oostenburg, A.
H. Bloemsma.
HOLLANDSCnF. IMRLK VOOR DEN
ENGELSCIIEN KONING.
Van heden af zal volgens de Msb. de K.L.M.
dagelijks een zending melk en room voor den
zieken Engelschen koning naar Croyuon
transporteeren.
Een sprekende reclame voor ons Hollandsch
vee en voor de regelmatigheid van den K. L.
M.-dienst!
DREIGENDE STAKING BIJ DE
HEVEA.
DIRECTIE ANTWOORDDE NIET OP
EISCHEN DER ARBEIDERS.
Wij lezen In het Volk:
„Aan de rubberfabrieken „Hevea" te Oos
terbeek, dreigt een staking uit te breken.
Wie den toestand kent, mag het verwonde
ren, dat zulks reeds niet eerder is gebeurd.
De vakvereenigingen hebben reeds jaren
lang gepoogd door verzoeken, corresponden
ties, persoonlijke bezoeken en dergelijke in
den slechten toestand van de arbeiders
eenige verbetering te brengen. Hun bezoe
ken werden echter niet afgewacht, de brie
ven niet beantwoord, kortom de directie ne
geerde alles, wat van de organisatie kwam".
De loonen zijn laag, door overwerken kun
nen de arbeiders wat meer verdienen. Ook
zou er groote willekeur heerschen.
Het vorige jaar hebben de organisaties
hun eischen aan de directie kenbaar ge
maakt, deze waren o.a. ïoonsverhooging van
3 per week en regeling der arbeidsvoor
waarden in een collectief contract. De di
rectie antwoordde echter niet.
De besturen van de drie samenwerkende
bonden hebben sedert dien met hun leden
vergaderd, die met schier algemeene stem
men besloten een ultimatum te zenden.
Aan de directie zal nu in een met redenen
omkleeden brief worden medegedeeld, dat,
voor het geval de directie bij haar afwij
zend standpunt blijft volharden, de arbei
ders op Zaterdag 19 Januari den arbeid zul
len onderbreken, om alsnog de gewenschte
verbeteringen te verkrijgen.
Behalve een groot aantal meisjes zijn er
pl.m. 300 mannen op deze fabriek werk
zaam".
Naar het Engelsch van
H. A. VACHELL.
6)
Ze heeft, ging George voort, een
prachtig huis op de Magnolia Avenue. De
witte marmeren stoep ervoor kost meer dan
dit heele huis met de schuur erbij!
Genade! riep Samantha uit.
Ik was er eerst ook verbaasd over,
vervolgde George. Haar vader was kersen-
kweeker en had maar één dochter, geen
zoons. Juffrouw Goodrich zit er warmpjes
bij.
Waar heb je haar ontmoet?
In de tram Het was heel eenvoudig
om met haar in kennis te kornen. Niets geen
kunsten, begrijpt u, maar een echter dame,
heel ontwikkeld en zoo knap als een engel!
Iedere stembuiging, ieder wcord drong diep
door in den geest van de luist erende vrouwen.
Samantha's breinaalden klikten vlugger.
Juffrouw Spragge knikte met haar dikke
hoofd.
Knap. maar met een spits, bleek snotje,
ging George voort Ik liet haar mijn condor
zien en ze vroeg me haar eens te komen op
zoeken. Dat deed ik. Ze woont met een oude
tante samen, een mager oud portret, die haar
mond haast niet opendoet. Ik vertelde over
hier. Juffrouw Goodrich leek nogal belang
stellend. Eergisteren heb ik haar gezegd
dit tegen zijn moeder dat u haar graag
eens hier zou willen hebben.
Hoe kon je dat weten jongen, terwijl
de jongedame een volkomen vreemde voor
me is?
Ik dacht dat u wel schik in haar zou
krijgen, net als ik. Ze heeft een beetje fris-
sche lucht broodnoodig. Haar zenuwen zijn
een beetje van streek. Ik laat me hangen
als ze niet bijna flauw viel, toen ze mijn
slangen in de gaten kreeg. Ik zou haar dol
graag eens een tijdje hier hebben, als jullie
het goed vinden
Wat een aardige naam, Hazel Goodrich,
zei Samantha haastig.
Ze zal zich hier vast erg gelukkig voelen,
verzekerde George. Maar ik wou hier geen
vreemd meisje naar toe halen, zonder dat ik
wist of jullie het goed vonden. Nu moet je
maar eens zeggen wat je er van denkt?
Als je haar al gevraagd heb
Dat heb ik nog niet. Als jullie haar
hier hebben wilt, ga ik naar Oakland terug.
Is het in orde moeder?
Juffrouw Spragge aarzelde, maar dat duur
de maar een oogenblik. Toen zei ze stijfjes:
We zullen doen wat we kunnen mijn
jongen. We zijn maar eenvoudige menschen
en we wonen op een eenvoudige boeren
plaats. Ik ben bang dat juffrouw Goodrich
Spragge's Hoeve wel wat vervelend zal vin
den.
Hij barstte in lachen uit. Zou er iemand
ter wereld te vinden zijn, die Spragge's Hoeve
vervelend zou kunnen vinden?
IV.
Twee dagen later klom George de marme
ren stoep van den huize Goodrich op met een
stralend gezicht en een hart vol hoop. Zijn
moeder en Samantha waren echt lief geweest,
beiden waren ze onuitputtelijk geweest in
het bedenken van attenties voor de onwel
kome gast. Maar men moet niet uit het
oog verliezen, dat er een geheime verstand
houding tusschen de beide vrouwen bestond!
Lang nadat George naar bed gegaan was,
zaten die goede zielen te praten en na te
denken.
Ze moet komen, Samantha. We zullen
extra lief voor haar zijn maar
Samantha knikte, met een flauw glim
lachje om de lippen. Juffrouw Spragge ging
voort: Als ze niet van het goede soort
is, liefje dan zal ze zich door kleinigheden
verraden. En wij zullen het er op moeten
toeleggen dat ze zich verraadt, onherroepe
lijk verraadt, waar hij bij is Ik verzeker je
dat de wereld er anders zou uitzien als de
moeders de vrouwen van haar zoons eens
mochten zoeken!
Samantha zuchtte. Ze wist maar al te goed
dat George's wil bijna even sterk was, als
die van zijn moeder. En de liefde van de
onbekende schoone straalde aan alle kanten
van hem af. De man, die steile rotsen be
klimmen kon om jonge condors te bemach -
tigen, zou zeker eiken hinderpaal overwin
nen, om zoo'n volmaakte „dame" te krij
gen!
Er Is nog wat, zei juffrouw Spragge
na een lange pauze, we weten niet of ze
om hem geeft. Dis is misschien voor haar
alleen maar een mop. Misschien krijgt ze
wel heel gauw genoeg van wilde honing.
Samantha knikte.
U denkt dat als die juffrouw Goodrich een
poosje hier is, hun allebei de oogen wel zul
len onengaan, dat ze niet bij elkaar passen
Dat hoop ik, bevestigde juffrouw Sprag
ge.
George beklom de marmeren trap, zonder
het flauwste idee van deze vrouwelijke-
slimme strategie. Integendeel, hij was over
tuigd dat zijn moeder even vurig verlangde
om de schoone Hazel in de armen te sluiten,
als hijzelf!
Hazel ontving hem 'n tikje „op-'n-afstand".
Maar hij merkte het niet cn riep enthou
siast:
Het Is voor elkaar!
Wat is voor elkaar, meneer Spragge?
Thuis. Moeder zal het eenig vinden als
u bij ons komt er. ze hoopt dat u een heelen
tijd zult blijven, als u het kunt uithouden
Er is een rijpaard voor u, een telganger, en
ik heb nieuwe matrassen gekocht voor het
logeerbed. Kunt u morgen mee op reis gaan?
O, ik weet wat u bedoelt. U bent naar
huis geweest.
Waar zou Ik anders hebben kunnen
zijn?
Ikdacht ook al.
Haar oogen werden zachter, want de stof
van de reis lag dik op het blauwe pak
Klaarblijkelijk was hij zoo vlug mogelijk
op en neer gereisd.
Hoe ver is uw plaats van den trein?
Meer dan twintig mijlen.
O. hoe lief!
Wat bedoelt u?
U hebt een spoorreis van meer dan
vierhonderd mijlen gemaakt en dan nc.g veer
tig mijl gereden cm alles in orde te "maken
voor een gast die nog niet eens beloofd heeft
te komen.
Zijn gezicht betrok. Ik heb er geen
oogenblik aan getwijfeld dat u zoudt komen,
als ik tenminste den boel met het vrouw
volk in orde kon krijgen. We zullen een
schitterenden tijd samen hebben. We gaan
vlsschen, we gaan rijden in de heuvels en u
zult den geür van het teerkruid, de wilde
salie en de seringen in bloei krijgen. We gaan
zeilen in mijn boot. Ik zal u ieeren sturen.
Hebt u nooit verlangd dingen te doen? TTebt
u niet schoon genoeg van al dat geklungel
hier? Kunt u goed diep ademen hier in Oak
land?
(Wordt vervolgd)