HAARLEM'S DAGBLAD
ZANDVOORTSCHE CAUSERS.
GROOTE OPRUIMING
TEGEN BALANSPRIJZEN
WEILL ZOON
MEXICO EN DE PETROLEUMPRODUCTIE.
FEUILLETON
Het Meisje uit de Stad
DINSDAG 29 JANUARI 1929
DERDE BLAD
Oude schoonheid wordt gesloopt. Een zonderling
standpunt der regeering. Waarom geen steun der
Provincie? De werkloozenzorg. Eeti Zand-
voortsche revue. Een zeldzaam jubileum.
In begin 1927 besloot de Raad, dat het
Oudemannen en -vrouwenhuis zou worden
gesloopt. Het gebouw was in bouwvalligen
staat en de openkomende ruimte zou ten ai-
gemeenen nutte noodzakelijk zijn. De Raad
eener gemeente kon beslissen, er is echter
een regeering die ook nog wat in de melk te
brokkelen heeft en op zekeren dag werd ten
Raadhuize een telegram van den minister
van Kunsten en Wetenschappen ontvangen,
waarbij kort en bondig uitvoering van het
besluit van den Raad verboden werd. Er-
volgde correspondentie en besprekingen en
uit dit alles werd het Regeeringsvoorstel ge
boren, dat, indien de restauratie van dit
inderdaad fraaie gebouwtje f 16.000 zou kos
ten en de gemeente daarvoor f 4000 zou
willen betalen, het Rijk en de Provincie voor
de rest zouden zorgen.
Na een klemmend betoog van wethouder
Padt besloot de Raad met meerderheid var.
stemmen ondanks de financieele moei
lijkheden de gevraagde f 4000 beschik
baar te stellen. Zandvoort zou zoo meen
de men in het bezit blijven van een
prachtig oud gebouwtje, hetwelk van bin
nen vooral de hall een lust voor de
oogen is.
De Regeëring maakte echter geen haast
en eerst in het laatst van 1928 kwamen de
Rijksdeskundigen een onderzoek instellen.
Regen en wind de straatjeugd ook niet
heelemaal te vergeten hadden hun ver
nielend werk gedaan en dus kwamen de hee
ren tot de ontdekking, dat de restauratie
niet f 16.000, maar ongeveer f20.000 zou
vorderen.
En omdat f 20.000 nu eenmaal meer is dan
f 16.000, kreeg de gemeente het voor bewon
deraars van oude kunst ontstellende bericht
dat het Rijk zijn voorstel terug nam en
thans ook volgens den minister tot slooping
kon werden overgegaan. Wij meenen, dat
het standpunt der regeering ten dezen op
zichte vrij zonderling genoemd kan worden
Als men in den Haag werkelijk overtuigd
was, dat sdit gebouwtje oudheidkundige
waarde bezat en voor het nageslacht be
waard moest blijven, dan zouden die res-
teerende f 4000, ook wei gevonden zijn ge
werden.
Echter thans bleek, dat ook de Provincie
geen subsidie wenschte te geven. We zouder.
willen vragen: waarom niet?
De provincie trekt toch jaarlijks op haar
begrooting gelden uit voor het restauree-
ren van kerktorens e.d. Daarmede doet ze
principieel mede. om gebouwen van oud
heidkundige waa t e oehouden. Ons oude
mannen en vrouwenhuis is wel geen kerkto
ren, maar toch is het zonder en jammer,
dat het om een bedrag van een simpele
f 4000 thans gesloopt wordt.
Onze Raad nam thans het besluit om zoo
veel mogelijk dingen te bewaren en even
tueel een andere plaats te geven. Zoo wordt
althans nog iets voor ons dorp gered.
Jammer is het, dat voor deze zaak niet de
medewerking is ingeroepen van kunstmin
nende Kamer- en Statenleden. Wellicht wa
de op deze wijze nog wat te bereiken ge
weest.
De heer Druijf heeft '.n den Raad uitvoe
rig geïnterpelleerd over de maatregelen ten
behoeve der werkloozen. Zijn critiek richtte
zich vooral tegen het college van B. en W.,
waarbij hij den heer Padt uitzonderde, om
dat deze gedurende den door den heer
Druijf gewrochten tijd wegens ongesteldheid
zijn werkzaamheden niet had kunnen waar
nemen.
Verder gold zijn critiek het besluit van
den Raad om tot bestrijding der werkloos
heid subsidie van Rijk en Provincie te aan
vaarden waardoor het loon dat aan werk-
looze arbeiders, die bij de werkverschaf
fing worden te werk gesteld zal worden uit
betaald, z.i. veel te laag is.
Hoewel het debat niet beëindigd werd en
de heer Druijf een 2-tal moties in het voor
uitzicht stelde, kwam reeds thans een
hoogst ernstige kwestie naar voren.
Wethouder Padt deelde mede, dat hoe
wel ook hij moest toegeven dat de loonen
zeer laag waren hij thans van de arbei
ders verlangde, waar de Regeering het ge
ven van hoogere loonen verbiedt, dat zij
daarvoor ook aan het werk zouden gaan en
hij wees er met nadruk op, dat het gemeen
tebestuur voor dreigementen die er reeds
zouden zijn geuit, dat men zou weigeren voor
het vastgestelde loon te werken, niet op zij
zou gaan. Hij ontzegde daartoe den arbeiders
het recht en meende, dat de arbeiders om
redenen van welbegrepen eigenbelang niet
tot deze handeling zouden moeten komen.
De heer Druijf zou althans zoo deelde
wethouder Padt mede en het ontlokte van
den heer Druijf geenerlei tegenspraak
den arbeiders geen ongelijk geven indien zij
werk zouden weigeren.
Hoewel besloten werd, dat de debatten de
volgende vergadering zouden worden voort
gezet en de heer Geers daardoor niet de ge
legenheid had eenige vragen te stellen, vroeg
de heer Forrer het woord over de orde, het
welk hem gegeven meest worden en vestig
de hij sprekende over de orde! er de
aandacht op, dat indien werk zou worden
geweigerd, de Regeering wellicht iederen
vorm van ondersteuning eenvoudig zou ver
bieden. d
De heer Druijf protesteerde tegen inmen
ging van het debat, maar de voorzitter ant
woordde, dat hij daartegen niets had kun
nen doen, omdat de heer Forrer over de
orde sprak!
Naar verluidt krijgt Zandvoort nu ook
zijn eigen Revue. De auteur daarvoor is
onze plaatsgenoot B. v Rijnberk, terwijl de
regie gevoerd wordt door den heer J. Vloet-
graven en de opvoering zal plaats vinden
onder leiding van den heer J. Post. Za
terdag 2 Februari zal de eerste opvoering
plaats vinden in Hotel Zomerlust.
Met belangstelling wacht Zandvoort de
opvoering van deze speciale Zanövoortsche
revue af.
Over eenige weken zal de heer F. Zwaan
het feit herdenken dat hij 35 jaar onafge
broken voorzitter is van Onderling Hulp
betoon. Over het vele goede dat deze ver-
eeniging reeds heeft geprasteerd zullen we
het thans niet meer hebben. Daarover heeft
Haarlem's Dagblad uit en te na geschreven.
Maar over het feit dat iemand 35 jaar voor
zitter van een en dezelfde vereenignig is
willen we het wel hebben.
Hoe de heer Zwaan in zijn vereeniging ge
zien is komt wellicht 'iet beste naar voren
als we herhalen wat Burgemeester Van
Alphen bij het 35-jarig jubileum vertelde.
Óp het spreekuur van den Burgemeester
vervoegde zich een oud moedertje, die thuis
zieken had en dringend hulp moest hebben.
De Burgemeester was echter niet in staat
het goede mensch op eenigerlei wijze te hel
pen en trachtte haar wat moed in te spre
ken. Plotseling onderbrak het moedertje hem
en zeide: ik hoor wel Burgemeester, u kunt
me ook niet helpen. Nou, dan ga ik naar
Zwaantje, die weet er zeker wel raad op".
Dat typeert de positie van den heer Zwaan
het beste. Als bij velen door ziekte de nood
het allerhoogst gestegen was. dan wist de
heer Zwaan in tal van gevallen de behulp
zame hand te bieden.
Mogen velen in de politiek met den heer
Zwaan van meening verschillen, we zijn er
zeker van, dat ze'hem als voorzitter van On
derling Hulpbetoon en voor alles wat hij in
die kwaliteit voor de Zandvoortsche bevol
king heeft gedaan, hoogelijk waardeeren.
ALLIANCE FRANsAISE.
LEZING VAN HENRI MALO.
Voor de Alliance francaise houdt de heer
Henri Malo, bibliothecaris aan het „Insti-
tut Thiers" Vrijdag 1 Februari in de keine
zaal van het Gemeentelijk Concertgebouw
een lezing met lichtbeelden over „Zee-
roovers".
Het programma voor Februari vermeldt
voorts „Le malade Imaginaire" van Molière
voor het Théatre de 1'Avenue", dir. Gaston
Baty. Leden van de Alliance frangaise zullen
op deze voorstelling 20 pet. korting genieten.
Woensdag 27 Februari houdt de heer
Franc Nohain een lezing over Fabels in de
Fransche literatuur
NEDERLANDSCHE WERK-
ZOEKENDEN IN FRANKRIJK.
OM TELEURSTELLINGEN
VOORKOMEN.
TE
Het Consulair Agentschap van Frankrijk te
Haarlem schrijft ons:
Ten einde de vele moeilijkheden en teleur
stellingen te vermijden, waaraan werkzoe
kenden van vreemde nationaliteit zich bloot
stellen door zondei de vereischte stukken in
Frankrijk te komen, verzoeken wij u het vol
gende op te nemen:
Vreemdelingen, die naar Frankrijk gaan
om er een gesalarieerde betrekking uit te
oefenen, zijn verplicht aan de Fransche
grens een arbeidscontract over te leggen vol
gens voorschrift geviseerd door den daar
voor aangewezen ambtenaar van het Mini
sterie van Arbeid of van Landbouw al naar
mate van hun beroep of bedrijf. Verder moe
ten zij in het bezit zijn van een medisch ge
tuigschrift, afgegeven door een geneesheer
door de Fransche autoriteiten aan te wij
zen.
Een zeker aantal vreemdelingen, ten einde
aan deze formaliteiten te ontsnappen, ver
zuimt aan de Fransche grens te verklaren,
dat het hun bedoeling is een gesalarieerde
betrekking op te zoeken. Zij trachten eerst
werk te krijgen en vragen daarna een identi
teitskaart aan. om aldus hun toestand in
overeenstemming te brengen met de voor
schriften.
Deze wijze van handelen is volkomen on
regelmatig en stelt den vreemdeling bloot aan
de hierna genoemde onaangename gevol
gen:
lo. Onmogelijkheid om in dienst te worden
genomen alvorens aan de wettelijke voor
schriften te hebben voldaan op straffe van
vervolging tegen hem en zijn werkgevers.
Deze periode van gedwongen werkloosheid
zal duren totdat het onderzoek met betrek
king tot zijn aanvrage is afgeloopen.
2o. Onzekerheid omtrent de te nemen be
slissing ten gevolge van de bijzondere ge
strengheid, waarmede dit soort verzuimen
wordt behandeld, vanwaar kans op afwij
zing.
In tegenstelling hiermede is last gegeven
dat de regelmatig gedane aanvragen vóór de
komst van den vreemdeling in Frankrijk
d.w.z. aanvragen vergezeld van een arbeids
contract en een medisch attest, zoo spoedig
mogelijk moeten worden behandeld.
Het is dus in het belang der vreemde werk
zoekenden zich te houden aan de reglemen
taire voorschriften en niet in Frankrijk te
komen dan voorzien van de vooraf verkregen
toeslemming der daartoe aangewezen auto
riteiten.
EEN INDISCH DAUDET-GEVAL.
EEN VALSCH TELEGRAM AAN EEN
GEVANGENISDIRECTEUR.
Een tot dusver onbekend persoon zond een
quasi regeeringstelegram aan den directeur
van de strafgevangenis te Malang. met ver
melding, dat volgens gouvernementsbesluit
een bij name genoemde persoon, die in
Malang zijn straftijd uitzat, uit de gevan
genis moest worden ontslagen, meldt Aneta.
De directeur heeft in goed vertrouwen aan
de opdracht gevolg geven, omdat hij meen
de, dat ze van het departement van Justitie
afkomstig was. Later is gebleken, dat het
departement van Justitie geen telegram als
bovenbedoeld verzonden had, zoodat de di
recteur van de gevangenis het slachtoffer is
geworden van een list. De zaak wordt na
der onderzocht.
WELDADIGHEID NAAR VERMOGEN.
l?oor de Ver. Weldadigheid naar Vermogen
werd in December 1928 uitgegeven: Aan
brood en brandstoffen f 29.19: aan geld (af-
deelingen) f 677, aan nieuwe armen f 122,
aan losse giften f 39, aan schoolgeld
f 109.02 1/2. Totaal f 976.21 1,2.
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN a 60 Cts. por regel.
I
§*g
lilPIpilllllllll
VAN BONTMANTELS, VOSSEN, MARTERS,
MOFFEN, COSTUMES EN MANTELS EOIJ
BARTELJORISSTRAAT26 28
GEEN ZICHTZENDINGEN
PRIJZEN NETTO CONTANT
Snelle achteruitgang.
(Dienst van de United Telegraph)
(Bijzondere correspondentie).
Mexico, Januari.
De laatste jaren hebben in de verdeeling
der olieproductiegebieden van de nieuwe
wereld even ingrijpende als onverwachte
veranderingen gebracht. Ir 1922 had Mexico
een jaarlijkscbe productie van 185 millloen
vaten, ongeveer het vijfde deel van de ge-
heele wereldproductie en meer dan alle ove
rige landen ter wereld te zamen. indien men
de Vereenigde otaten uitschakelde. Destijds
was de productie van Venezuela en Columbia
nog van zeer geringe beteekenis. Tegelijker
tijd heerschten ten deele fantastische ver
wachtingen met betrekking tot Mexico's ont
wikkelingsmogelijkheden als petroleumlanri;
verwachtingen, die misschien zelfs de poli
tiek van de Unie tegenover dit land be
ïnvloedden. De Unie zelf evenwel deed men
destijds uiterst sombere voorspellingen en
zelfs vaklieden rekenden uit. dat haar voor
raden nog voor slechts enkele jaren voldoen
de zouden zijn.
De ontwikkeling van de Amerïkaansche
petroleumproductie toonde echter zeer spoe
dig aan, hoe moeilijk het is. over de toe
komst van de olieproductie iets te zeggen en
met hoeveel voorzichtigheid men voorspel
lingen op dit gebied moet aanvaarden. In
de Vereenigde Staten is de productie door
het aanboren van petro'eumbronnen op
grootere diepte en door de ontdekking van
nieuwe velden niet alleen op het oude peil
gehandhaafd, maar er zijn bovendien voor
de toekomst geweldige nieuwe perspectieven
geopend. In Venezuela zijn rijke nieuwe vel
den ontdekt, die ofschoon de productie we
gens de ongunstige wereldmarktpositie op
geen enkele wijze werd geforceerd, toch
reeds bijna evenveel opleveren als Mexico in
de gunstigste jaren. Daar komen dan nog de
belangrijke terreinen in Columbia bij. Mexico
daarentegen, het vroegere „toekomstland"
zal dit jaar niet veel meer dan 4(1 millioen
vaten opleveren, ongeveer net vijfde deel
van de productie van het jaar 1922, bijna
vier maal minder dan Venezuela en ternau
wernood de helft van de productie van Rus
land.
Deze achteruitgang van de Mexicaansche
petroleumproductie was voor de totale we
reldproductie alleen daarom niet van beslis
sende beteekenis. wijl hij door de sterk toe
genomen productie van Venezuela, Rusland.
Columbia en andere landen meer dan ge
compenseerd werd. Doch daarom was die
achteruitgang niet minder ingrijpend voor
het land zelf. In de eerste plaats gingen de
directe staatsontvangst.en uit petroleumbe-
lastingen, die bij het hooge Mexicaansche
peil dezer belastingen bijna het derde deel
van de totale staatsontvangsten vormden,
tot ongeveer het tiende deel van hun toen
malige waarde achteruit. Bovendien echter
verliest ook de nationale huishouding nog
belangrijke bedragen door de derving van
arbeidsloonen, want ofschoon de geschoolde,
in de petroleumindustrie werkzame krach
ten bijna alle uit de Vereenigde Staten af
komstig zijn, vonden toch ook duizenden
Mexicanen voor de hier bestaande toestan
den goed betaald werk en tevens bleven
groote bedragen van de aan de Amerikaan-
sche arbeiders en beambten betaalde hooge
sa'arissen in het land, zoodat zij indirect de
geheele samenleving ten goede kwamen. Niet
onaanzienlijk waren ook de gelden, die de
meestal Mexicaansche landeigenaren in den
vorm van pachten en andere heffingen van
de petroleumondernemingen inden.
Door deze groote beteekenis van de olie
productie voor Mexico is het te begrijpen,
dat men zich reeds lang geleden begon be
zig te houden met het vraagstuk van den
sterken achteruitgang van de productie.
Daarbij moest het feit, dat deze achteruit
gang bijna gelijktijdig Intrad met den strijd
van de Mexicaansche nacionaliseeringspoli-
tiek tegen de eigendomsrechten van de
vreemde maatschappijen, ie opvatting in de
hand werken, dat de achteruitgang van de
productie een der gevolgen ven deze politiek
was. Stellig heeft dit geloof, dat ook heersch-
te in Mexicaansche regeeringskringen, toen
in de jaren 1926 en 1927 de productie voort
durend sneller daalde, niet veel minder dan
de aandrang van de Unie er toe bijgedra
gen, de Mexicanen toegeeflijk te stemmen en
den olievrede te bevorderen, die tenslotte
door de capitulatie van de Mexicanen tot
stand is gekomen.
Toen echter ook nadat de/e overeenstem
ming was bereikt, de productie niet toenam,
maar zelfs nog sneller daalde dan eerst
moest men wel erkenen. dat de oorzaken el
ders schuilden. Deze zijn dan ook naar het
oordeel van deskundigen slechts voor een
klein deel te zoeken In de lage olieprijzen
op de groote wereldmarkten, die veelal de
Mexicaansche, door hooge belastingen be
lemmerde productie onrendabel maakten,
maar voor het grootste deel in de uitputting
van de rijkste en belangrijkste Mexicaansche
olievelden. Zoo bezit tegenwoordig In de streek
van Tampico, vanwaar tot dusver ongeveer
90 pet. van de geheele Mexicaansche pro
ductie afkomstig was, alleen nog de tot de
Standard Oil groep behoorende Huasteca
bekende velden met groote toekomst. Toch
zullen de voorraden, die zich op deze ter
reinen bevinden in de naaste toekomst ver
moedelijk niet worden aangeboord, omdat de
met de „Huasteca* gelieerde ondo*>iem1ngcn
In bijzonder ruime mate deelnemen aan de
nog steeds toenemende productie van Vene
zuela en Columbia zoodat zij er bij de tegen
woordige prijzen weinig belang bij hebben,
meer olie dan noodzakelijk i£. ter markt te
brengen.
Gunstiger zijn de omstandigheden aar. den
Isthmus van Tenuantepec. In het Zuidelijke
productiegebied van Mexico Hier, waar Lord
Cowdray, destijds nog de heer Pearson meer
dan twintig jaren geleden een van de vroeg
ste Mexicaansche boringen uitvoerde, zijn den
laatsten tijd verschillende nieuwe velden
geopend. De ..Mexican Eagle", die het groot
ste deel van Lord Cowdray's vroegere Mexi
caansche oliebelangen bezit, ontsloot naast
het veld van Filisola. dat sedert eenige jaren
reeds een dagelijksche productie levert van
50008000 vaten, in Tonala. in den staat
Tabasco en in Teappa, nieuwe veel belovende
velden, waarvan de waarde nog aanmerke
lijk wordt vergroot doordat zin tegenstel
ling met de prouuctie van Venezuela en de
streek van Tampico lichte olies van hooge
waarde leveren, die drie a vier maal zoo veel
waard zijn als de zware olie's
Doch dit alles kan den achteruitgang van
de eens zoo vee! belovende Mexicaansche
olieproductie niet op Ingrijpende wijze tegen
houden en het verandert niets an het feit,
dat Mexico thans uit de reeks zeer groote
olieproducentcn is uitgeschakeld. Voorbarig
zou het evenwel zijn, hieruit voor de toe
komst definitieve gevolgtrekkingen te maken.
Juist de tot dusver zeer onverwachte en gril
lige ontwikkeling van de Mexicaansche
petroleumproductie bewijst, dat voorspellin
gen op dit gebied maar zeei betrekkelijke
waarde hebben Het eenige, dat men op het
oogenblik kan zeggen is, dat or grond van de
thans bekende feiten binnen efzienbaren tijd
vermoedelijk niet op een sterke stijging van
de Mexicaansche olieproductie valt te reke
nen.
Voor Mexico zal echter het eindigen van
zijn beteekenis al? olieprocluceerend land een
minder groot onheil beteckenen dan het op
het eerste gezicht schijnt. Het land heeft
ook zonder olie voldoende natuurlijke rijk
dommen, om tot grooten b!oel te komen,
wanneer het maar eindelijk eens tot rust
komt. Maar juist deze nocözakolijke rust
werd door den olierijkdom veeleer belem
merd dan bevorderd, want ln de eerste plaats
gaf hij aanleiding tot vreemde interventie
en in de tweede plaats begunstigden de
groote, bijna automatisch binnenkomende
olie-ontvangsten der regeering. die haar in
ruime mate van de overige economische
ontwikkeling des 'ands onafhankelijk maak
ten, de politiek van al te gewaagde econo
mische experimenten, die zonder twijfel veel
heeft bijgedragen tot de tegenwoordige ont
wrichting van het land. Het is derhalve zeker
niet uitgesloten, dat een Mexico zonder groote
olie-ontvangsten, gelijk een jongeman, dien
zijn zakgeld wordt onthouden, hoe paradox
dit ook moge klinken, sneller den weg naar
gezondheid en orde zal vinden, dan een door
oliebaten verwend land.
Sh.
(Nadruk verboden).
WEER EEN HOND UIT HET
IJS GERED.
EEN DAPPER MAN.
Men schrijft ons:
Ik wandelde Zondag met mijn hond langs
het N. B. Spaarne. De hond waagde zich
telkens op het ijs tusschen de rietstoppels,
welke boven het ijs uitsteken, toen hij zich
op een gegeven moment blijkbaar iets te ver
waagde en circa 5 Meter uit den kant er door
zakte. Goede raad was duur. Het dier spar
telde wat het kon en maakte door het af
brokkelen van het ijs een flink gat. Doch al
spoedig brokkelde het ijs niet verder af en
aangezien de hond met zijn achterpootcn
geen steun kon vinden, kon hij niet op het
ijs komen, maar zich slechts door middel
van zijn voorposten boven houden. Eenige
dames kwamen met een wandelstok, doch
hiermede bleek de hond niet te bereiken te
zijn, Ook niet, toen er een jas aan gehangen
werd en ik mij zelf op het ijs waagde. Dit
bleek natuurlijk tegen mijn gewicht niet
bestand en ik zakte er met één been door
heen. zonder resultaat te hebben bereikt.
Op dit critieke moment naderde een onbe
kend gebleven heer. die zijn diensten aan
bood. Hij vroeg: „Hoe diep is het hier?"
Feitelijk zonder antwoord af te wachten,
stapte deze dierenvriend onverschokken door
het ijs terwijl hij toch niet wist, hoe diep
het zou zijn, tot hij den hond bereikt had.
Met zijn vuist sloeg hij het ijs voor den
hond open, zoodat deze naar den kant kon
zwemmen. Op vasten bodem teruggekomen
nam de onbekende zijn schaatsen op. die hij
in het gras neergeworpen had en zette
het direct op een loopen om warm te
worden, mij nauwelijks tijd latende, hem te
bedanken voor zijn moeite. Ook deze koene
redder verdient hulde.
Naar het Engelsch van
H. A. VACHELL.
24)
In die stemming beantwoordde ze Stocker's
brief.
Toen ze daarmee klaar was, ging ze naar
beneden met de bedoeling om oom Zed te
vragen hem op de post te doen.
Ondertusschen hadden oom Zed en George
hun dutje beëindigd en zaten ze vreedzaam
te rooken.
Jij en juffrouw Goodrich, jullie voelen
je tot elkaar aangetrokken hè? had oom Zed
tegen George gezegd.
Is het soms geen kapitale meid?'was
de enthousiaste wedervraag.
Oom Zed gaf dit openhartig toe.
Jawel! Ze is geschikter dan ik gedacht
had. Een aardige praatster en op en top een
dame. Ook heel handig in do huishouding
.Die soep was goed genoeg voor de koningin:
alleen had ze er een beetje te veel room
op gedaan. Hij was te machtig! Maar ik wil
wel toegeven als je dat van me verlangt
dat ik me in juffrouw Goodrlcht vergist heb.
Maar in de kwestie waarom het gaat, heb ik
me niet vergist.
Ze zal nooit goed met jou in één tuig
loopen. Zorg dat je verder niets met haar
te maken krijgt.
George lachte verachtelijk.
Toen verscheen Hazel en vroeg glim
lachend:
Wilt u zoo vriendelijk zijn om dezen
brief in Aguila op de post te doen?
Zeker.
Nadat oom Zed vertrokken was, bleef Hazel
alleen met George. De rimpels, door den
ouden man op zijn voorhoofd geroepen, wa
ren nog niet verdwenen.
Hazel zei zachtjes:
Oom Zed is niet heelemaal tevreden over
mij, is het wel?
Hij vindt je erg aardig, maar....
Wat maar?
Niks! Ik moet naar een van mijn kalvers
toe, om er een verzwering uit te snijden!
En hij verdween met groote snelheid.
HOOFDSTUK IX.
Een boschbrand.
Den dag voor het nationale feest (4 Juli)
was er toevallig een bijzondere lage eb.
George en Hazel onderzochten een rif. dat
ver buiten de kust lag, in de hoop dat zij
er „abalones" zouden vinden.
Onder een bosje nat wier ontdekten Hazel
een reusachtige schelp, die George beloofde
voor haar te zullen polijsten. Die prettige
taak aanvaardde hij direct met zijn gewone
voortvarendheid en energie. Hazel draaide
den slijpsteen, terwijl George er den schelp
tegen hield.* De bewerking duurde lang en
leende zich tot het voeren van luchtige ge
sprekken. Toen het ruwste deel der bewerking
de leelijke buitenkant, was weggenomen,
haalde George een bijtende vloeistof en puim
steen. Langzamerhand begon de schelp de
meest verfijnde regenboog kleuren te ver-
toonen en werd een voorwerp van zeldzame
schoonheid. Hazel was verrukt, maar ze kon
de verleiding niet weerstaan er een lesje uit
te putten voor haarzelf en haar metgezel.
Toen hij haar het afgewerkte voorwerpje
overhandigde, bedankte ze hem zedig en zei
zacht:
Dat zou ik nu ook zoo graag eens met
jou doen!
Me met mijn neus op den slijpsteen
duwen?
Al de mooie kleuren uit je te voorschijn
tooveren.
Me eens echt opknappen, bedoel je?
Ze knikte hem glimlachend toe. Ja, dar
was hij, haar „Abalone". Ze had hem ont
dekt ze had door den ruwen bolster die door
den puimsteen van het tact weggeslepen kon
worden, heen gekeken en daar de meest on
verwachte schoonheden gezien. Tot haar
groote vreugde ging George cp haar beeld
spraak in:
Je mag met me doen wat je maar wilt
schat.
Hij keek haar aan met onverholen aanbid
ding, die klaar stond om in een overstelpen
den woordenvloed los te breken.
Goed zoo, dat zou ik heerlijk vinden!
zei ze haastig.
Mevrouw van Horne vond het heerlijk
om me in de kleeren te steken!
Kleeren komen er voor een man niet
zoo op aan, antwoordde Hazel. Maar de
geest moet levendig en schitterend worden.
Blozend bracht ze het gesprek in andere
banen.
Hebben we vanmiddag nog plannen?
We kunnen op de rotsen gaan visschen.
als je er zin in hebt. Kabeljouw en spiering.
Misschien is er wel kans op een worsteling
met een zeepaling. Of mogelijk zijn de „Pom-
pano" wel op trek.
Ik heb er erg veel trek ln, als ik je niet
van je werk afhoud!
Laat dat werk maar loopen. Ondertus
schen is het een feit dat jij de eerste vrouw
bent. die me ooit van mijn werk afgehaald
heeft.
Het zal heerlijk op de rotsen zijn!
Nou en of!
Maar zijn gezicht betrok toen hij naar de
„abalone" in haar hand keek.
Ik denk, zei hij langzaam, toen hij naar
de „abalone" keek. dat ik daar daadwerkelijk
op lijk. Ten minste, ik klem me net zoo
hevig aan de rotsen vast. Zeg, heb je wel
gemerkt dat je niet sterk genoeg was om hem
er af te trekken.
Ja dat is waar!
De Chineezen zoeken ze op om het
vleesch te drogen. Op een goeden dag raakte
er één met zijn vingers in beklemd. De vloed
kwam op en hij verdronk.
Wat zeg je?
Het is een feit. Het is gebeurd bij
Point Lebos!
Als zij niet eens sterk genoeg was om
George van zijn lotsen los te rukken
dacht Hazel met plotselingen schrik.
n.
Ze zouden juist op weg gaan naar de
rotsen onder het condornest. toen er een
buurman kwam aangaloppeeren. Hazel hoor
de toevallig een paar woorden die een elcc-
triseerende uitwerking op George schenen te
hebben.
poschbrand! zei George. Ik moet gaan
ehlpen!
Mag ik mee?
Als je graag wilt!.
Het lijkt me vree?e!ijk interessant.
Interessant? Als de passaat goed hard
begint te waaien kan het vuur best heel
Aguila verwoesten!
O!
Iedereen zal er op uittrekken. Ik zal de
buggy Inspannen.
(Wordt vervolgd.)