HAARLEM'S DAGBLAD ZANDVOORTSCHE CAUSERS. GROOTE OPRUIMING TEGEN BALANSPRIJZEN WEILL ZOON MEXICO EN DE PETROLEUMPRODUCTIE. FEUILLETON Het Meisje uit de Stad DINSDAG 29 JANUARI 1929 DERDE BLAD Oude schoonheid wordt gesloopt. Een zonderling standpunt der regeering. Waarom geen steun der Provincie? De werkloozenzorg. Eeti Zand- voortsche revue. Een zeldzaam jubileum. In begin 1927 besloot de Raad, dat het Oudemannen en -vrouwenhuis zou worden gesloopt. Het gebouw was in bouwvalligen staat en de openkomende ruimte zou ten ai- gemeenen nutte noodzakelijk zijn. De Raad eener gemeente kon beslissen, er is echter een regeering die ook nog wat in de melk te brokkelen heeft en op zekeren dag werd ten Raadhuize een telegram van den minister van Kunsten en Wetenschappen ontvangen, waarbij kort en bondig uitvoering van het besluit van den Raad verboden werd. Er- volgde correspondentie en besprekingen en uit dit alles werd het Regeeringsvoorstel ge boren, dat, indien de restauratie van dit inderdaad fraaie gebouwtje f 16.000 zou kos ten en de gemeente daarvoor f 4000 zou willen betalen, het Rijk en de Provincie voor de rest zouden zorgen. Na een klemmend betoog van wethouder Padt besloot de Raad met meerderheid var. stemmen ondanks de financieele moei lijkheden de gevraagde f 4000 beschik baar te stellen. Zandvoort zou zoo meen de men in het bezit blijven van een prachtig oud gebouwtje, hetwelk van bin nen vooral de hall een lust voor de oogen is. De Regeëring maakte echter geen haast en eerst in het laatst van 1928 kwamen de Rijksdeskundigen een onderzoek instellen. Regen en wind de straatjeugd ook niet heelemaal te vergeten hadden hun ver nielend werk gedaan en dus kwamen de hee ren tot de ontdekking, dat de restauratie niet f 16.000, maar ongeveer f20.000 zou vorderen. En omdat f 20.000 nu eenmaal meer is dan f 16.000, kreeg de gemeente het voor bewon deraars van oude kunst ontstellende bericht dat het Rijk zijn voorstel terug nam en thans ook volgens den minister tot slooping kon werden overgegaan. Wij meenen, dat het standpunt der regeering ten dezen op zichte vrij zonderling genoemd kan worden Als men in den Haag werkelijk overtuigd was, dat sdit gebouwtje oudheidkundige waarde bezat en voor het nageslacht be waard moest blijven, dan zouden die res- teerende f 4000, ook wei gevonden zijn ge werden. Echter thans bleek, dat ook de Provincie geen subsidie wenschte te geven. We zouder. willen vragen: waarom niet? De provincie trekt toch jaarlijks op haar begrooting gelden uit voor het restauree- ren van kerktorens e.d. Daarmede doet ze principieel mede. om gebouwen van oud heidkundige waa t e oehouden. Ons oude mannen en vrouwenhuis is wel geen kerkto ren, maar toch is het zonder en jammer, dat het om een bedrag van een simpele f 4000 thans gesloopt wordt. Onze Raad nam thans het besluit om zoo veel mogelijk dingen te bewaren en even tueel een andere plaats te geven. Zoo wordt althans nog iets voor ons dorp gered. Jammer is het, dat voor deze zaak niet de medewerking is ingeroepen van kunstmin nende Kamer- en Statenleden. Wellicht wa de op deze wijze nog wat te bereiken ge weest. De heer Druijf heeft '.n den Raad uitvoe rig geïnterpelleerd over de maatregelen ten behoeve der werkloozen. Zijn critiek richtte zich vooral tegen het college van B. en W., waarbij hij den heer Padt uitzonderde, om dat deze gedurende den door den heer Druijf gewrochten tijd wegens ongesteldheid zijn werkzaamheden niet had kunnen waar nemen. Verder gold zijn critiek het besluit van den Raad om tot bestrijding der werkloos heid subsidie van Rijk en Provincie te aan vaarden waardoor het loon dat aan werk- looze arbeiders, die bij de werkverschaf fing worden te werk gesteld zal worden uit betaald, z.i. veel te laag is. Hoewel het debat niet beëindigd werd en de heer Druijf een 2-tal moties in het voor uitzicht stelde, kwam reeds thans een hoogst ernstige kwestie naar voren. Wethouder Padt deelde mede, dat hoe wel ook hij moest toegeven dat de loonen zeer laag waren hij thans van de arbei ders verlangde, waar de Regeering het ge ven van hoogere loonen verbiedt, dat zij daarvoor ook aan het werk zouden gaan en hij wees er met nadruk op, dat het gemeen tebestuur voor dreigementen die er reeds zouden zijn geuit, dat men zou weigeren voor het vastgestelde loon te werken, niet op zij zou gaan. Hij ontzegde daartoe den arbeiders het recht en meende, dat de arbeiders om redenen van welbegrepen eigenbelang niet tot deze handeling zouden moeten komen. De heer Druijf zou althans zoo deelde wethouder Padt mede en het ontlokte van den heer Druijf geenerlei tegenspraak den arbeiders geen ongelijk geven indien zij werk zouden weigeren. Hoewel besloten werd, dat de debatten de volgende vergadering zouden worden voort gezet en de heer Geers daardoor niet de ge legenheid had eenige vragen te stellen, vroeg de heer Forrer het woord over de orde, het welk hem gegeven meest worden en vestig de hij sprekende over de orde! er de aandacht op, dat indien werk zou worden geweigerd, de Regeering wellicht iederen vorm van ondersteuning eenvoudig zou ver bieden. d De heer Druijf protesteerde tegen inmen ging van het debat, maar de voorzitter ant woordde, dat hij daartegen niets had kun nen doen, omdat de heer Forrer over de orde sprak! Naar verluidt krijgt Zandvoort nu ook zijn eigen Revue. De auteur daarvoor is onze plaatsgenoot B. v Rijnberk, terwijl de regie gevoerd wordt door den heer J. Vloet- graven en de opvoering zal plaats vinden onder leiding van den heer J. Post. Za terdag 2 Februari zal de eerste opvoering plaats vinden in Hotel Zomerlust. Met belangstelling wacht Zandvoort de opvoering van deze speciale Zanövoortsche revue af. Over eenige weken zal de heer F. Zwaan het feit herdenken dat hij 35 jaar onafge broken voorzitter is van Onderling Hulp betoon. Over het vele goede dat deze ver- eeniging reeds heeft geprasteerd zullen we het thans niet meer hebben. Daarover heeft Haarlem's Dagblad uit en te na geschreven. Maar over het feit dat iemand 35 jaar voor zitter van een en dezelfde vereenignig is willen we het wel hebben. Hoe de heer Zwaan in zijn vereeniging ge zien is komt wellicht 'iet beste naar voren als we herhalen wat Burgemeester Van Alphen bij het 35-jarig jubileum vertelde. Óp het spreekuur van den Burgemeester vervoegde zich een oud moedertje, die thuis zieken had en dringend hulp moest hebben. De Burgemeester was echter niet in staat het goede mensch op eenigerlei wijze te hel pen en trachtte haar wat moed in te spre ken. Plotseling onderbrak het moedertje hem en zeide: ik hoor wel Burgemeester, u kunt me ook niet helpen. Nou, dan ga ik naar Zwaantje, die weet er zeker wel raad op". Dat typeert de positie van den heer Zwaan het beste. Als bij velen door ziekte de nood het allerhoogst gestegen was. dan wist de heer Zwaan in tal van gevallen de behulp zame hand te bieden. Mogen velen in de politiek met den heer Zwaan van meening verschillen, we zijn er zeker van, dat ze'hem als voorzitter van On derling Hulpbetoon en voor alles wat hij in die kwaliteit voor de Zandvoortsche bevol king heeft gedaan, hoogelijk waardeeren. ALLIANCE FRANsAISE. LEZING VAN HENRI MALO. Voor de Alliance francaise houdt de heer Henri Malo, bibliothecaris aan het „Insti- tut Thiers" Vrijdag 1 Februari in de keine zaal van het Gemeentelijk Concertgebouw een lezing met lichtbeelden over „Zee- roovers". Het programma voor Februari vermeldt voorts „Le malade Imaginaire" van Molière voor het Théatre de 1'Avenue", dir. Gaston Baty. Leden van de Alliance frangaise zullen op deze voorstelling 20 pet. korting genieten. Woensdag 27 Februari houdt de heer Franc Nohain een lezing over Fabels in de Fransche literatuur NEDERLANDSCHE WERK- ZOEKENDEN IN FRANKRIJK. OM TELEURSTELLINGEN VOORKOMEN. TE Het Consulair Agentschap van Frankrijk te Haarlem schrijft ons: Ten einde de vele moeilijkheden en teleur stellingen te vermijden, waaraan werkzoe kenden van vreemde nationaliteit zich bloot stellen door zondei de vereischte stukken in Frankrijk te komen, verzoeken wij u het vol gende op te nemen: Vreemdelingen, die naar Frankrijk gaan om er een gesalarieerde betrekking uit te oefenen, zijn verplicht aan de Fransche grens een arbeidscontract over te leggen vol gens voorschrift geviseerd door den daar voor aangewezen ambtenaar van het Mini sterie van Arbeid of van Landbouw al naar mate van hun beroep of bedrijf. Verder moe ten zij in het bezit zijn van een medisch ge tuigschrift, afgegeven door een geneesheer door de Fransche autoriteiten aan te wij zen. Een zeker aantal vreemdelingen, ten einde aan deze formaliteiten te ontsnappen, ver zuimt aan de Fransche grens te verklaren, dat het hun bedoeling is een gesalarieerde betrekking op te zoeken. Zij trachten eerst werk te krijgen en vragen daarna een identi teitskaart aan. om aldus hun toestand in overeenstemming te brengen met de voor schriften. Deze wijze van handelen is volkomen on regelmatig en stelt den vreemdeling bloot aan de hierna genoemde onaangename gevol gen: lo. Onmogelijkheid om in dienst te worden genomen alvorens aan de wettelijke voor schriften te hebben voldaan op straffe van vervolging tegen hem en zijn werkgevers. Deze periode van gedwongen werkloosheid zal duren totdat het onderzoek met betrek king tot zijn aanvrage is afgeloopen. 2o. Onzekerheid omtrent de te nemen be slissing ten gevolge van de bijzondere ge strengheid, waarmede dit soort verzuimen wordt behandeld, vanwaar kans op afwij zing. In tegenstelling hiermede is last gegeven dat de regelmatig gedane aanvragen vóór de komst van den vreemdeling in Frankrijk d.w.z. aanvragen vergezeld van een arbeids contract en een medisch attest, zoo spoedig mogelijk moeten worden behandeld. Het is dus in het belang der vreemde werk zoekenden zich te houden aan de reglemen taire voorschriften en niet in Frankrijk te komen dan voorzien van de vooraf verkregen toeslemming der daartoe aangewezen auto riteiten. EEN INDISCH DAUDET-GEVAL. EEN VALSCH TELEGRAM AAN EEN GEVANGENISDIRECTEUR. Een tot dusver onbekend persoon zond een quasi regeeringstelegram aan den directeur van de strafgevangenis te Malang. met ver melding, dat volgens gouvernementsbesluit een bij name genoemde persoon, die in Malang zijn straftijd uitzat, uit de gevan genis moest worden ontslagen, meldt Aneta. De directeur heeft in goed vertrouwen aan de opdracht gevolg geven, omdat hij meen de, dat ze van het departement van Justitie afkomstig was. Later is gebleken, dat het departement van Justitie geen telegram als bovenbedoeld verzonden had, zoodat de di recteur van de gevangenis het slachtoffer is geworden van een list. De zaak wordt na der onderzocht. WELDADIGHEID NAAR VERMOGEN. l?oor de Ver. Weldadigheid naar Vermogen werd in December 1928 uitgegeven: Aan brood en brandstoffen f 29.19: aan geld (af- deelingen) f 677, aan nieuwe armen f 122, aan losse giften f 39, aan schoolgeld f 109.02 1/2. Totaal f 976.21 1,2. INGEZONDEN MEDEDEELINGEN a 60 Cts. por regel. I §*g lilPIpilllllllll VAN BONTMANTELS, VOSSEN, MARTERS, MOFFEN, COSTUMES EN MANTELS EOIJ BARTELJORISSTRAAT26 28 GEEN ZICHTZENDINGEN PRIJZEN NETTO CONTANT Snelle achteruitgang. (Dienst van de United Telegraph) (Bijzondere correspondentie). Mexico, Januari. De laatste jaren hebben in de verdeeling der olieproductiegebieden van de nieuwe wereld even ingrijpende als onverwachte veranderingen gebracht. Ir 1922 had Mexico een jaarlijkscbe productie van 185 millloen vaten, ongeveer het vijfde deel van de ge- heele wereldproductie en meer dan alle ove rige landen ter wereld te zamen. indien men de Vereenigde otaten uitschakelde. Destijds was de productie van Venezuela en Columbia nog van zeer geringe beteekenis. Tegelijker tijd heerschten ten deele fantastische ver wachtingen met betrekking tot Mexico's ont wikkelingsmogelijkheden als petroleumlanri; verwachtingen, die misschien zelfs de poli tiek van de Unie tegenover dit land be ïnvloedden. De Unie zelf evenwel deed men destijds uiterst sombere voorspellingen en zelfs vaklieden rekenden uit. dat haar voor raden nog voor slechts enkele jaren voldoen de zouden zijn. De ontwikkeling van de Amerïkaansche petroleumproductie toonde echter zeer spoe dig aan, hoe moeilijk het is. over de toe komst van de olieproductie iets te zeggen en met hoeveel voorzichtigheid men voorspel lingen op dit gebied moet aanvaarden. In de Vereenigde Staten is de productie door het aanboren van petro'eumbronnen op grootere diepte en door de ontdekking van nieuwe velden niet alleen op het oude peil gehandhaafd, maar er zijn bovendien voor de toekomst geweldige nieuwe perspectieven geopend. In Venezuela zijn rijke nieuwe vel den ontdekt, die ofschoon de productie we gens de ongunstige wereldmarktpositie op geen enkele wijze werd geforceerd, toch reeds bijna evenveel opleveren als Mexico in de gunstigste jaren. Daar komen dan nog de belangrijke terreinen in Columbia bij. Mexico daarentegen, het vroegere „toekomstland" zal dit jaar niet veel meer dan 4(1 millioen vaten opleveren, ongeveer net vijfde deel van de productie van het jaar 1922, bijna vier maal minder dan Venezuela en ternau wernood de helft van de productie van Rus land. Deze achteruitgang van de Mexicaansche petroleumproductie was voor de totale we reldproductie alleen daarom niet van beslis sende beteekenis. wijl hij door de sterk toe genomen productie van Venezuela, Rusland. Columbia en andere landen meer dan ge compenseerd werd. Doch daarom was die achteruitgang niet minder ingrijpend voor het land zelf. In de eerste plaats gingen de directe staatsontvangst.en uit petroleumbe- lastingen, die bij het hooge Mexicaansche peil dezer belastingen bijna het derde deel van de totale staatsontvangsten vormden, tot ongeveer het tiende deel van hun toen malige waarde achteruit. Bovendien echter verliest ook de nationale huishouding nog belangrijke bedragen door de derving van arbeidsloonen, want ofschoon de geschoolde, in de petroleumindustrie werkzame krach ten bijna alle uit de Vereenigde Staten af komstig zijn, vonden toch ook duizenden Mexicanen voor de hier bestaande toestan den goed betaald werk en tevens bleven groote bedragen van de aan de Amerikaan- sche arbeiders en beambten betaalde hooge sa'arissen in het land, zoodat zij indirect de geheele samenleving ten goede kwamen. Niet onaanzienlijk waren ook de gelden, die de meestal Mexicaansche landeigenaren in den vorm van pachten en andere heffingen van de petroleumondernemingen inden. Door deze groote beteekenis van de olie productie voor Mexico is het te begrijpen, dat men zich reeds lang geleden begon be zig te houden met het vraagstuk van den sterken achteruitgang van de productie. Daarbij moest het feit, dat deze achteruit gang bijna gelijktijdig Intrad met den strijd van de Mexicaansche nacionaliseeringspoli- tiek tegen de eigendomsrechten van de vreemde maatschappijen, ie opvatting in de hand werken, dat de achteruitgang van de productie een der gevolgen ven deze politiek was. Stellig heeft dit geloof, dat ook heersch- te in Mexicaansche regeeringskringen, toen in de jaren 1926 en 1927 de productie voort durend sneller daalde, niet veel minder dan de aandrang van de Unie er toe bijgedra gen, de Mexicanen toegeeflijk te stemmen en den olievrede te bevorderen, die tenslotte door de capitulatie van de Mexicanen tot stand is gekomen. Toen echter ook nadat de/e overeenstem ming was bereikt, de productie niet toenam, maar zelfs nog sneller daalde dan eerst moest men wel erkenen. dat de oorzaken el ders schuilden. Deze zijn dan ook naar het oordeel van deskundigen slechts voor een klein deel te zoeken In de lage olieprijzen op de groote wereldmarkten, die veelal de Mexicaansche, door hooge belastingen be lemmerde productie onrendabel maakten, maar voor het grootste deel in de uitputting van de rijkste en belangrijkste Mexicaansche olievelden. Zoo bezit tegenwoordig In de streek van Tampico, vanwaar tot dusver ongeveer 90 pet. van de geheele Mexicaansche pro ductie afkomstig was, alleen nog de tot de Standard Oil groep behoorende Huasteca bekende velden met groote toekomst. Toch zullen de voorraden, die zich op deze ter reinen bevinden in de naaste toekomst ver moedelijk niet worden aangeboord, omdat de met de „Huasteca* gelieerde ondo*>iem1ngcn In bijzonder ruime mate deelnemen aan de nog steeds toenemende productie van Vene zuela en Columbia zoodat zij er bij de tegen woordige prijzen weinig belang bij hebben, meer olie dan noodzakelijk i£. ter markt te brengen. Gunstiger zijn de omstandigheden aar. den Isthmus van Tenuantepec. In het Zuidelijke productiegebied van Mexico Hier, waar Lord Cowdray, destijds nog de heer Pearson meer dan twintig jaren geleden een van de vroeg ste Mexicaansche boringen uitvoerde, zijn den laatsten tijd verschillende nieuwe velden geopend. De ..Mexican Eagle", die het groot ste deel van Lord Cowdray's vroegere Mexi caansche oliebelangen bezit, ontsloot naast het veld van Filisola. dat sedert eenige jaren reeds een dagelijksche productie levert van 50008000 vaten, in Tonala. in den staat Tabasco en in Teappa, nieuwe veel belovende velden, waarvan de waarde nog aanmerke lijk wordt vergroot doordat zin tegenstel ling met de prouuctie van Venezuela en de streek van Tampico lichte olies van hooge waarde leveren, die drie a vier maal zoo veel waard zijn als de zware olie's Doch dit alles kan den achteruitgang van de eens zoo vee! belovende Mexicaansche olieproductie niet op Ingrijpende wijze tegen houden en het verandert niets an het feit, dat Mexico thans uit de reeks zeer groote olieproducentcn is uitgeschakeld. Voorbarig zou het evenwel zijn, hieruit voor de toe komst definitieve gevolgtrekkingen te maken. Juist de tot dusver zeer onverwachte en gril lige ontwikkeling van de Mexicaansche petroleumproductie bewijst, dat voorspellin gen op dit gebied maar zeei betrekkelijke waarde hebben Het eenige, dat men op het oogenblik kan zeggen is, dat or grond van de thans bekende feiten binnen efzienbaren tijd vermoedelijk niet op een sterke stijging van de Mexicaansche olieproductie valt te reke nen. Voor Mexico zal echter het eindigen van zijn beteekenis al? olieprocluceerend land een minder groot onheil beteckenen dan het op het eerste gezicht schijnt. Het land heeft ook zonder olie voldoende natuurlijke rijk dommen, om tot grooten b!oel te komen, wanneer het maar eindelijk eens tot rust komt. Maar juist deze nocözakolijke rust werd door den olierijkdom veeleer belem merd dan bevorderd, want ln de eerste plaats gaf hij aanleiding tot vreemde interventie en in de tweede plaats begunstigden de groote, bijna automatisch binnenkomende olie-ontvangsten der regeering. die haar in ruime mate van de overige economische ontwikkeling des 'ands onafhankelijk maak ten, de politiek van al te gewaagde econo mische experimenten, die zonder twijfel veel heeft bijgedragen tot de tegenwoordige ont wrichting van het land. Het is derhalve zeker niet uitgesloten, dat een Mexico zonder groote olie-ontvangsten, gelijk een jongeman, dien zijn zakgeld wordt onthouden, hoe paradox dit ook moge klinken, sneller den weg naar gezondheid en orde zal vinden, dan een door oliebaten verwend land. Sh. (Nadruk verboden). WEER EEN HOND UIT HET IJS GERED. EEN DAPPER MAN. Men schrijft ons: Ik wandelde Zondag met mijn hond langs het N. B. Spaarne. De hond waagde zich telkens op het ijs tusschen de rietstoppels, welke boven het ijs uitsteken, toen hij zich op een gegeven moment blijkbaar iets te ver waagde en circa 5 Meter uit den kant er door zakte. Goede raad was duur. Het dier spar telde wat het kon en maakte door het af brokkelen van het ijs een flink gat. Doch al spoedig brokkelde het ijs niet verder af en aangezien de hond met zijn achterpootcn geen steun kon vinden, kon hij niet op het ijs komen, maar zich slechts door middel van zijn voorposten boven houden. Eenige dames kwamen met een wandelstok, doch hiermede bleek de hond niet te bereiken te zijn, Ook niet, toen er een jas aan gehangen werd en ik mij zelf op het ijs waagde. Dit bleek natuurlijk tegen mijn gewicht niet bestand en ik zakte er met één been door heen. zonder resultaat te hebben bereikt. Op dit critieke moment naderde een onbe kend gebleven heer. die zijn diensten aan bood. Hij vroeg: „Hoe diep is het hier?" Feitelijk zonder antwoord af te wachten, stapte deze dierenvriend onverschokken door het ijs terwijl hij toch niet wist, hoe diep het zou zijn, tot hij den hond bereikt had. Met zijn vuist sloeg hij het ijs voor den hond open, zoodat deze naar den kant kon zwemmen. Op vasten bodem teruggekomen nam de onbekende zijn schaatsen op. die hij in het gras neergeworpen had en zette het direct op een loopen om warm te worden, mij nauwelijks tijd latende, hem te bedanken voor zijn moeite. Ook deze koene redder verdient hulde. Naar het Engelsch van H. A. VACHELL. 24) In die stemming beantwoordde ze Stocker's brief. Toen ze daarmee klaar was, ging ze naar beneden met de bedoeling om oom Zed te vragen hem op de post te doen. Ondertusschen hadden oom Zed en George hun dutje beëindigd en zaten ze vreedzaam te rooken. Jij en juffrouw Goodrich, jullie voelen je tot elkaar aangetrokken hè? had oom Zed tegen George gezegd. Is het soms geen kapitale meid?'was de enthousiaste wedervraag. Oom Zed gaf dit openhartig toe. Jawel! Ze is geschikter dan ik gedacht had. Een aardige praatster en op en top een dame. Ook heel handig in do huishouding .Die soep was goed genoeg voor de koningin: alleen had ze er een beetje te veel room op gedaan. Hij was te machtig! Maar ik wil wel toegeven als je dat van me verlangt dat ik me in juffrouw Goodrlcht vergist heb. Maar in de kwestie waarom het gaat, heb ik me niet vergist. Ze zal nooit goed met jou in één tuig loopen. Zorg dat je verder niets met haar te maken krijgt. George lachte verachtelijk. Toen verscheen Hazel en vroeg glim lachend: Wilt u zoo vriendelijk zijn om dezen brief in Aguila op de post te doen? Zeker. Nadat oom Zed vertrokken was, bleef Hazel alleen met George. De rimpels, door den ouden man op zijn voorhoofd geroepen, wa ren nog niet verdwenen. Hazel zei zachtjes: Oom Zed is niet heelemaal tevreden over mij, is het wel? Hij vindt je erg aardig, maar.... Wat maar? Niks! Ik moet naar een van mijn kalvers toe, om er een verzwering uit te snijden! En hij verdween met groote snelheid. HOOFDSTUK IX. Een boschbrand. Den dag voor het nationale feest (4 Juli) was er toevallig een bijzondere lage eb. George en Hazel onderzochten een rif. dat ver buiten de kust lag, in de hoop dat zij er „abalones" zouden vinden. Onder een bosje nat wier ontdekten Hazel een reusachtige schelp, die George beloofde voor haar te zullen polijsten. Die prettige taak aanvaardde hij direct met zijn gewone voortvarendheid en energie. Hazel draaide den slijpsteen, terwijl George er den schelp tegen hield.* De bewerking duurde lang en leende zich tot het voeren van luchtige ge sprekken. Toen het ruwste deel der bewerking de leelijke buitenkant, was weggenomen, haalde George een bijtende vloeistof en puim steen. Langzamerhand begon de schelp de meest verfijnde regenboog kleuren te ver- toonen en werd een voorwerp van zeldzame schoonheid. Hazel was verrukt, maar ze kon de verleiding niet weerstaan er een lesje uit te putten voor haarzelf en haar metgezel. Toen hij haar het afgewerkte voorwerpje overhandigde, bedankte ze hem zedig en zei zacht: Dat zou ik nu ook zoo graag eens met jou doen! Me met mijn neus op den slijpsteen duwen? Al de mooie kleuren uit je te voorschijn tooveren. Me eens echt opknappen, bedoel je? Ze knikte hem glimlachend toe. Ja, dar was hij, haar „Abalone". Ze had hem ont dekt ze had door den ruwen bolster die door den puimsteen van het tact weggeslepen kon worden, heen gekeken en daar de meest on verwachte schoonheden gezien. Tot haar groote vreugde ging George cp haar beeld spraak in: Je mag met me doen wat je maar wilt schat. Hij keek haar aan met onverholen aanbid ding, die klaar stond om in een overstelpen den woordenvloed los te breken. Goed zoo, dat zou ik heerlijk vinden! zei ze haastig. Mevrouw van Horne vond het heerlijk om me in de kleeren te steken! Kleeren komen er voor een man niet zoo op aan, antwoordde Hazel. Maar de geest moet levendig en schitterend worden. Blozend bracht ze het gesprek in andere banen. Hebben we vanmiddag nog plannen? We kunnen op de rotsen gaan visschen. als je er zin in hebt. Kabeljouw en spiering. Misschien is er wel kans op een worsteling met een zeepaling. Of mogelijk zijn de „Pom- pano" wel op trek. Ik heb er erg veel trek ln, als ik je niet van je werk afhoud! Laat dat werk maar loopen. Ondertus schen is het een feit dat jij de eerste vrouw bent. die me ooit van mijn werk afgehaald heeft. Het zal heerlijk op de rotsen zijn! Nou en of! Maar zijn gezicht betrok toen hij naar de „abalone" in haar hand keek. Ik denk, zei hij langzaam, toen hij naar de „abalone" keek. dat ik daar daadwerkelijk op lijk. Ten minste, ik klem me net zoo hevig aan de rotsen vast. Zeg, heb je wel gemerkt dat je niet sterk genoeg was om hem er af te trekken. Ja dat is waar! De Chineezen zoeken ze op om het vleesch te drogen. Op een goeden dag raakte er één met zijn vingers in beklemd. De vloed kwam op en hij verdronk. Wat zeg je? Het is een feit. Het is gebeurd bij Point Lebos! Als zij niet eens sterk genoeg was om George van zijn lotsen los te rukken dacht Hazel met plotselingen schrik. n. Ze zouden juist op weg gaan naar de rotsen onder het condornest. toen er een buurman kwam aangaloppeeren. Hazel hoor de toevallig een paar woorden die een elcc- triseerende uitwerking op George schenen te hebben. poschbrand! zei George. Ik moet gaan ehlpen! Mag ik mee? Als je graag wilt!. Het lijkt me vree?e!ijk interessant. Interessant? Als de passaat goed hard begint te waaien kan het vuur best heel Aguila verwoesten! O! Iedereen zal er op uittrekken. Ik zal de buggy Inspannen. (Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1929 | | pagina 9