BUÏTENLANDSCH OVERZICHT
HAARLEM'S DAGBLAD ZATERDAG 2 FEBRUARI 1929
VIERDE BLAD
POlNCARé EN DE ELZAS.
De premier in den aanval.
GEPRAAT EN NOG EENS GEPRAAT
T RtH «'"-II 'I^TE NIEUWS
Ditmaal Is het er wel tamelijk heftig toe
gegaan. Poincaré voerde een geweldig dossier
van knipsels met zich mede. verzameld
van', den 'wapenstilstand af, waarmee hij wilde
aantoonen dat de autonomistische beweging
in werkelijkheid het werk is van de pan-
Germanisten. Duitschland, aldus Poincaré
heeft getracht de -autonomistische beweging
te stichten, van het oogenblik af, dat het
begreep verslagen te zijn. De federalistische
partij bestond reeds bij de verkiezingen van
1919.
Na eenige Inzinkingen hebben de autono-
misten successen geboekt. Op dit oogenblik
interrumpeerden eenige Elzassers dat die
successen wel door iets veroorzaakt zullen
zijn. Doch Poincaré ging voort met Duitsch
getinte, of geheel Duitsche artikelen voor te
lezen waarin werd betoogd dat de autono-
misten afscheiding moeten eischen tegen
wetgeving en eigen regeering.
Poincaré haalde er tenslotte de commu
nisten bij, die een plebisciet eischten en zich
dus bij de autonomisten aansloten.
Terecht antwoordden hierop de Elzassers
dat zij niet verantwoordelijk waren voor de
gedragslijn van de sovjet-agenten.
Tenslotte toonde Poincaré aan dat de
autonomistische acties op Corsica, en in
Bretagne door de Elzassers gesteund wor
den.
Klaarblijkelijk wil Poincaré zijn tegen
standers moreel ontwapen. Trouwens de grie
ven zijn nu wederzijdsch (ook de autonomis
ten hebben toch werkelijk de hunne!) al te
dikwijls om nog interessant te lijken geuit.
Het wordt tijd dat men tot de daadwerke
lijke toenadering tracht over te gaan.
F. A.
Cechisch minister
ontslag
President Masaryk heeft een deputatie van
de Cechische agrarische partij ontvangen, die
hem namens den premier Svehla die, zoo
als men weet, reeds sedert geruimen tijd
ziek is diens ontslagaanvrage overhandigde
Masaryk nam de demissie aan en benoem
de vervolgens den minister van Oorlog,
Oedrzal, tot voorzitter van den ministerraad.
Of thans ook in de plaats van Oedrzal een
andere persoonlijkheid tot minister van Oor
log zal worden benoemd, staat momenteel
nog niet vast, aldus de Tel.
In het benoemingsdecreet, dat onverwijld
zal worden gepubliceerd, wordt uitdrukkelijk
gezegd, dat Oedrzal tot „voor2itter van den
"ministerraad" is benoemd en niet tot premier.
Door deze formuleering heeft de staatspre
sident klaarblijkelijk de mogelijkheid willen
openlaten, dat Svehla, indien zijn gezond
heidstoestand dit t.z.t. weer mocht toelaten,
opnieuw met de functie van premier kan
worden belast.
De Spaansche opstand.
Het „Journal" verneemt uit Madrid, dat de
drie door den krijgsraad te Ciudad Real ter
dood veroordeelde officieren zijn: kolonel
Paz, luitenant-kolonel Bris en majoor Ce-
jador. Men heeft evenwel de verwachting,
dat de doodvonnissen niet zullen worden vol
trokken.
Te Cartagena werd een zeeofficier aan
boord van een kruiser gearresteerd, omdat
hij met de opstandelingen zou heulen.
Tijdens de gisteren gehouden zitting der
Nationale Vergadering verklaarde Primo de
Rivera onder levendige toejuichingen, dat
hij de intriges, welke ten doel hebben on-
eenigheid in het leger te zaaien, diep be
treurt. Het uur is gekomen, zoo zeide Primo,
om den nadruk te leggen op den moed en
de dapperheid der mannen, die aanhangers
zijn van het oude politieke stelsel en met ons
zijn gaan samenwerken zonder zich om cri-
tiek of spot te bekommeren.
De rede werd toegejuicht met de kreten
„Leve Spanje, leve de koning, leve Primo",
aldus de Tel.
De arrestatie van Sanchez Guerra heeft,
volgens het „Journal", in Spanje groote op
schudding veroorzaakt, daar Guerra nog
steeds leider is van de conservatief-liberale
partij.
De hevige boschbranden
in Australië
SYDNEY, 1 Febr. De boschbranden, die
zich als gevolg van de groote droogte en de
hevige winden gedurende de laatste dagen
sterk hebben uitgebreid, blijven de oogsten
vernielen. Verscheidene gebouwen zijn door
het vuur verwoest. In de districten Hathurst
en Cessnock zijn de branden het hevigst;
dag en nacht zijn de bewoners hier bezig om
het vuur te bestrijden.
Door het meteorologisch instituut wordt
verklaard, dat de hoeveelheid regen, die in
Januari gevallen is, zoo gering is geweest,
als in geen 70 jaar is voorgekomen.
(Reuter).
Habib Oellah heft de
Afghaansche gezant
schappen op.
Daar de Afghaansche legaties geweigerd
hebben Habib Oellah's bevelen op te volgen,
heeft deze alle gezantschappen opgeheven.
Tevens heeft de minister van Buitenlandsche
Zaken den buitenlandschen legaties in Ka
boel verzocht de regeeringen te vragen de
betrekkingen met genoemde Afghaansche
gezantschappen te verbreken. Voorts is allen
buitenlandschen instructeurs bevolen dienst
te nemen aan welk bevel echter geen enkel
officier gevolg heeft gegeven
Het sedert twee dagen vermiste militaire
vliegtuig is heden in Kaboel geland, aldus
de Tel. De oorzaak der vertraging is niet
bekend.
DE OORZAAK VAN DEN
BRAND BIJ T.ETZ.
Omtrent den brand bij Tietz wordt ge
meld, dat de oorzaak waarschijnlijk gezocht
moet worden in de tijdelijke electrische ge
leidingen, die in den nieuwen vleugel waren
aangelegd. Ook wordt een onderzoek inge
steld naar de voorloopige installaties, die
voor reclamedoeleinden aan den gevel wor
den aangebracht en waardoor het geheele
net wordt overbelast en kortsluiting wordt
veroorzaakt.
Door de brandweer is verder verscheidene
malen zonder succes geprotesteerd tegen het
gebruik van groote hoeveelheden brandbaar
materiaal voor reclame-doeleinden, zegt de
Tel. De brandweer meent dat de warenhuizen
door brandmuren, op onderlinge afstanden
van 50 meter in afdeelingen moeten worden
verdeeld.
De dag-ontvangsten van Tietz bevinden
zich in de brandkast, die op een van de
bovenste verdiepingen stond en nog steeds
onder de puinhoopen begraven ligt. Hoe
groot het bedrag is weet men niet.
De ernstige branden van den laatsten tijd
waaronder ook die in de Radiofabriek dr.
Backer en Co., waarbij vier menschen om het
leven kwamen en er twintig zwaar gewond
werden, hebben den Pruisischen minister
van Handel intusschen aanleiding gegeven
een decreet te publiceeren, waarin hij de
verwachting uitspreekt, dat in de toekomst
nog meer dan tot dusver aandacht zal worden
geschonken aan het toezicht op alle inrich
tingen, waar een bedrijf wordt uitgeoefend.
De betreffende ambtenaren moeten in de
eerste plaats letten op die bedrijven, waar
in verband met de grondstoffen, die er wor
den verwerkt, bijzondere gevaren voor leven
en gezondheid der werknemers bestaan. Van
speciale beteekenis is het dat bij de inspectie
dei directies worden gehoord en dat de werk
gevers grondig op de hoogte worden gesteld
van de gevaren en de maatregelen, die te
hunner bescherming noodig zijn.
DE NEDERLANDSCHE
SCHILDERSTUKKEN IN LONDEN
(Van onzen Londensc'nen correspondent).
Het succes van de Tentoonstelling van Ne-
derlandsche Kunst overtreft te oordeelen
naar het bezoek alle verwachtingen verre.
De Tentoonstelling is open van tien uur des
ochtends tot zes uur 's avonds. Maar alleen
de eerste uren van den dag is er eenige kans
de schilderwerken in comfort te beschouwen
en te bestudeeren. Daarna wordt de menigte
zoo groot dat het. genoegen vari een bezoek
twijfelachtig wordt.
De Londenaars hebben Van ouds een keur-
verzameling oude Nederlandsche schilder
kunst binnen hun bereik in de National
Gallery. En verscheidene schrijvers, die in
de bladen htm indrukken van de Tentoon
stelling hebben gegeven, hebben verklaard
dat afgescheiden van eenige meesterstuk
ken van uitzonderlijke hoedanigheid en de
mooie Vermeers de tijdelijke verzameling
in Burlington House de permanente van de
National Gallery niet In de schaduw stelt.
Eenigen gaan zelfs zoo ver te verklaren dat
de verzameling in de National Gallery vol
lediger en on hooger peil is dan de tijde
lijke. Dit behoeft geen twistvraag te wor
den. Maar men mag de hoop uitspreken dat
de nieuwe belangstelling voor de oude schil
ders van ons vaderland, wakker gemaakt
door de tentoonstelling in Burlington-House,
zich in de toekomst zal weerspiegelen in
drukker en aanhoudender bezoek aan de
zalen van de National Gallery waar het Ne
derlandsche werk hangt.
De tentoonstelling blijft stof geven aan de
vrouwen, die de kranten hier van damesru
brieken voorzien. In die rubrieken wordt de
verwachting uitgesproken dat de tentoon
stelling wellicht invloed zal hebben op de
toekomstige damesmodes: en niet minder op
huisinrichting. Want de interieurs van Ver
meer en de Hoog blijven de diepe bewonde
ring gaande maken van de menschen hier.
En in het algemeen wordt nu erkend dat
ook de moderne Hollandsche huizen beter
zijn ingericht dan de Engelsche. Hetgeen
ongetwijfeld het geval is.
DE PRINSELIJKE PELGRIMS
TOCHT.
(Van onzen Londensehen correspondent.)
De prins van Wales is deze week van Lon
den vertrokken voor een pelgrimstocht, waar
mede weer eens opnieuw het verlangen der
leden van de koninklijke familie aan den dag
treedt het lief en leed van het volk grondig
te leeren kennen en van nabij mee te makeu.
De prins is naar de noodlijdende mijnwerkers
gegaan. De smartelijke toestand, waarin de
bewoners der mijngebieden in het algemeen
en die van Durham en Northumberland in
het bijzonder, verkeeren, is zoo algemeen be
kend dat nadere uitweiding erover niet noodig
is. De eerste levensbehoeften ontbreken er en
in niet weinige gevallen lijden sinds jaren
werklooze menschen honger. Het bezoek van
den Prins aan deze zwarte gebieden m
dubbel opzicht zwart draagt geen officieel
karakter. Hij heeft zich met Kerstmis aan
het hoofd gesteld van een steunbeweging, die
het lot dier menschen althans zou kunnen
verzachten. En zijn reis er heen accentueert
slechts zijn persoonlijken ijver voor deze goe
de zaak. Uit de berichten over zijn verblijf In
het mijngebled blijkt weer dat deze Prince
Charming allerminst terugdeinst voor de
hardste zijde van het leven en dat hij diep
mensehelijk gevoel paart aan ongemeene
tact. De verwachting is dat dit bezoek van
den prins aan de gronden der ellende, met de
verhalen die men er over hoort, de beurzen
der beter gestelden wijder zal openen dan
tot nu toe het geval geweest is. In nagenoeg
elke mijnwerkerswoning, die de Prins bezocht,
vond hij de meest tragische levenstoestanden.
LETTEREN EN KUNST
HET TOONEEL.
HET SCHOUWTOONEEL.
Er staat geschreven
Tooneelspel in 4 bedrijven
door William Hartley.
Wanneer Thomas Henderson de oorlogs
invalide uit „Er staat geschrevenzijn
lezingen zal gaan houden over het mensch-
onteerende van den oorlog, dan zullen de
houders van de abonnementskaarten der
derde serie daarheen zeker niet meer be
hoeven te gaan. Na de opvoering van „Het
Graf van den onbekender. Soldaat" en „Er
staat geschreven,welke stukken zij ach
tereenvolgens in hun serie hebben gezien,
zal wel niemand als hij dat te voren niet
reeds was daarvan niet ten volle overtuigd
zijn. Want „Er staat geschreven" is even
als Het Graf van den onbekenden Soldaat
een anti-oorlogsstuk.
Een schrijver, die zijn publiek van den
waanzin van den oorlog wil overtuigen,
heeft van te voren reeds gewonnen spel. Het
grootste deel der toeschouwers zal reeds om
gevoelsredenen geheel op zijn zijde staan.
Maar daarbij komt nog, dat hij, zelfs met de
felste kleuren schilderend, nog altijd bene
den de werkelijkheid zal blijven en men hem
dus nooit van overdrijven zal kunnen be
schuldigen.
William Hartley geeft in zijn „Er staat ge
schrevende tragedie van den oorlogs
invalide. Vol geestdrift verbindt Thomas
Henderson op den dag van het uitbreken
van den oorlog zich als vrijwilliger. Hij acht
dat zijn plicht tegenover Engeland en hij
ziet met verontwaardiging neer op zijn broe
der, die het land verlaat cm in Zweden zijn
heil als opera-zanger te zoekêh. Drie jaar
later keert Thomas Henderson terug slechts
nog een wrak van een mensch, verminkt in
zijn gezicht en zonder armen. Dan komt voor
hem de groote ontgoocheling! Van allen om
hem heen behalve van zijn moeder
voelt hij medelijden en wat erger is zelfs
afschuw. Voor zijn jonge vrouw, die hem toch
zoo lief had, toen hij ten oorlog trok en die
met roerende liefde en innigen trouw op hem
gewacht heeft, is hij niet meer dezelfde. Zij
kan onmogelijk in dezen verminkten inva
lide den geliefden man van vroever zien.
Hem lief hebben, zooals in den tijd, voor
dat hij van haar heenging, kan zij niet
meer. Haar liefde is veranderd in medelij
den. Maar hij is in zijn hart dezelfde man
gebleven en hij verlangt meer van zijn
vrouw dan medelijden alleen. Dan voelen zij
beiden, dat de oorlog hen voor altijd van
elkander gescheiden heeft en in het laatste
bedrijf zit hij hulpeloos neer, alleen nog
bijgestaan door zijn moeder en aan haar
dicteert hij nu hij zelf niet meer schrij
ven kan de boodschap, die hij de mensch-
heid in lezingen wil brengen, een vlammen
de aanklacht tegen den oorlog, die in strijd
is met het woord, dat in den Bijbel geschre
ven staat.
Het is slechts één der gruwelen van den
oorlog, die Hartley in zijn tooneelstuk heeft
weergegeven en niemand zal durven bewe
ren, dat hij met te felle kleuren heeft ge
schilderd. De schrijver onthoudt zich en
dat is een groote deugd van rhetoriek en
phraseologie, hij dwingt zich niet tusschen
zijn personen om met een paar holle zinnen
applaus van een voor zulke zinnen ontvan
kelijk publiek te verwerven. Hij heeft terecht
begrepen, dat feiten sterker bewijzen zijn
dan dikke woorden. „Zie,zegt hij, „zoo is
de oorlog!" en hij. toont het-ons in een oor-
lögsinvalidè en in de smart en de wroeging
van een door den oorlog verblinden vader, die
zijn eenigen zoon op het slagveld moest ver
liezen. En naast den voor altijd gruwelijk
verminkte, die vol geestdrift ten strijde toog.
plaatst hij als schrijnende tegenstelling het
geluk van een jongen man, die gezond en
krachtig uit het buitenland is teruggekeerd,
waarheen hij was uitgeweken, omdat hij den
oorlog een waanzin noemde.
Het stuk van Hartley welke Holland
sche schrijver verbergt zich achter dezen
Engelsch klinkenden naam? maakte
merkbaar indruk op het publiek, dat den
schouwburg geheel vulde. Deze indruk was
mijns inziens meer te danken aan de
tragiek van den oorlog dan aan de drama
tische kracht van den schrijver. Want een
sterk tooneelschrijver is William Hartley
toch niet. Er was siechts één tooneel, waa in
de ontroering kwam door de kracht van den
schrijver. Het was het moment, toen Thomas
voelde, dat hij de liefde van Florence voor
altijd verloren had. Toen gaf de schrijver
meer dan een somber uiterlijk oorlogsbeeld,
toen bleef hij in den wanhopigen strijd
van Florence tegen haar Iichamelijken af
schuw voor den verminkten man en den op
stand tegen dit gruwelijk leed van den in
valide niet aan de oppervlakte van het
leed, maar gaf hij werkelijk het drama van
twee menschen. En heel zuiver gevoeld was
het van den auteur om naast de tot mede
lijden verworden liefde van de jonge vrouw
de steeds blijvende liefde van de moeder te
plaatsen.
In dit bedrijf culmineert Hartley's tooneel
stuk, dat overigens slechts tragische oorlogs
beelden geeft zonder groote dramatische con
flicten. Voo: al in het bijwerk blijft Harley
erg aan de oppervlakte en komt hij zelfs niet
verder dan tot aanduiding. Na III is het stuk
feitelijk uit en wat dan volgt is niet anders
dan een epiloog, waarin de schrijver zijn ob
jectief standpunt verlaat om zelf het woord te
nemen. Maar om zijn tendenz, dien de
schrijver behalve dan aan het slot nooit
opzettelijk naar voren schuift, verdient dit
stuk vele opvoeringen. Want sterker dan van
de krachtigste lezing is de invloed van het
tooneel! Zelfs bij een stuk, dat men als geheel
niet meer dan middelmatig kan noemen. Door
telkens weer het gruwelijke van den oorlog in
beeld te brengen, zal men de menschheid eer
der van den oorlogswaanzin overtuigen dan
door uren-lange betoogen. En daarom deed
William Hartley met het schrijven van Er
staat geschreven.... een goed werk.
Ook, omdat hij hiermee mevrouw de Boer— I
van Rijk weer eens een haar waardige en zeer
mooi liggende rol schonk. Mevrouw de Boer
speelt moeder Henderson met die groote ont
roerende innigheid, welke wij van haar in
dergelijke rollen kennen. Door haar vooral
kreeg deze voorstelling waarde. Jeanne van
Rijn was het jonge vrouwtje en ook zij wist
vooral in I en H in haar spel een warme
innigheid en teere vrouwelijkheid te leggen,
die trof. Jaap van der Poll was de oorlogs
invalide. Hij speelde de rol eenvoudig en so
ber zonder een oogenblik zich te laten verlei
den in holle pathetiek te vervallen.
Co Balfoort had zijn gelukkige momenten
in het laatste bedrijf, toen hij als gereüsseerde
tenor terugkeerde. Dat was heel knap van ty
peering. Jacques Snoek wist als de jonge sol
daat, voor wien de oorlog alle romantiek heeft
verloren, in II even in een zeer goed ge
speeld tooneel den gruwel van den oorlog te
laten voelen. Hein Harms, als de conventlo-
neele vader, Carel Rijken als de wat clown-
achtige held achter het front en mevrouw
Van der PollHamakers als het onbestorven
weeuwtje, dat ook in den oorlog enkel aan
de liefde denkt, hadden te zorgen voor het
niet zeer belangrijke bijwerk.
Het was gisteren de première, wat nu en
dan nog wel merkbaar was. Volkomen inge
speeld leek mij het stuk nog niet wij hoor
den nog al eens dikwijls den souffleur maar
dat wordt bij elke volgende opvoering bctei.
Reeds nu maakte „Er staat geschreven...."
zichtbaar indruk op het publiek en aan het
slot moest het doek vele malen omhoog. Aan
mevrouw de Boer en mej. Jeanne van Rijn
werden vóór de pauze bloemen aangeboden.
Een huldebetuiging misschien van den Hoi-
landschen schrijver met den onbekenden En-
gelschen naam??
J. B. SCHUIL.
HET TOOHEELGEZELSCIIAP
VAN DALSUM—DR. FRANS.
PLANNEN EN BEDOELING.
Omtrent het nieuwe tooneelgezelschap,
hetwelk te Arnhem gevestigd zal zijn, den
schouwburg aldaar slechts eenmaal in de
week zal bespelen en verder op tournee zal
gaan, staat thans vast, dat met Albert van
Dalsum de volgende leden van het Vereenigd
Tooneel deel zullen uitmaken van den nieu
wen troep: de dames Sara Heyblom, Willy
Haak en Nell Knoop en de heeren Henri
Eerens, Ph. Lachapelle en Cruys Voorbergh.
Verder zijn toegetreden Charlotte Kohier, J.
Carpentier Alting en Louis Borel. Met Mien
Duymaer van Twist, die zich op het oogen
blik te Rome bevindt en die plan heeft, zich
weer aan het tooneel te gaan wijden, wordt
over een engagement onderhandeld. Ver
moedelijk zullen de werkzaamheden van het
gezelschap geopend worden met een reeks
voorstellingen in het Openlucht-theater te
Arnhem meldt de N. R. C.
Op de statuten van het gezelschap is reeds
de Koninklijke goedkeuring aangevraagd.
Men krijgt den indruk, dat het gezelschap
geboren is uit den nood der tijden en dat
hier menschen bijeen zijn, die het spelen
van de stukken van het hedendaagsche re
pertoire moe zijn. Vooral stukken van Rus
sisch en en Duitschen oorsprong zal men
vertoonen.
Zooals is gemeld, zal dr. Wijnand Frans
met Albert van Dalsum de directie voeren.
Dr. Frans heeft zijn oordeel over het too
neel uitgesproken in een boekje, dat thans
onwillekeurig het karakter van een program
krijgt.
De auteur begint met te constateeren, dat
de menschheid der 19e eeuw heeft leeren
zweren -bij het realisme. Ons schouwburgpu
bliek, zegt hij, althans de oudere generatie,
beschouwt tooneel als comedie. Het vindt
den sneler, die het natuurlijkst doet, het
best Dit eigenhjke tooneelpubliek sterft uit
en er vormt zich langzamerhand een mo
dern theaterpubliek, dat de reactie tegen het
realisme wil, omdat het beseft, dat drama
tragedie is en beweging. Het publiek, dat ge
schoold Is bij sportwedstrijden en in de bios
coop, in de moderne techniek, arbeidersle
ven en industrie, zoekt fantasie, de breede
beweging, het groote leven, het schouwspel
en ook de tragische loutering.
Doel van elk tooneel, aldus dr. Frans, Is
tragische loutering. Dit cijfert den lach niet
weg. Maar nooit kan de mensch gelouterd
worden door den echt komischen lach, den
wereldwijzen lach om de dwaasheid en on-
verbeterlijkheid van het menschdom. den
lach van scepticisme en pessimisme. Met allé
waardeering van de comedie bij dq oude
Grieken. Plautus en Terentius. Molière, Shaw
en de psychologisch zuivere Franschen, blijft
zij toch tooneel van het tweede plan. De
comedie geeft niet het groote essentieele van
alle kunst: de innerlijke emotie en vooral de
loutering. De comedie maakt alles klein, ter
wijl de kunst alles groot behoort te maken.
Uit de comedie en haar sfeer werd het rea
listische toonéelwerk, het praatstuk, het stuk
van imitatie en kleinzielige nabootsing ge
boren. En daarom vóór alles: de tragedie in
aPerlei vormen.
Dr. Frans hecht waarde aan het expres
sionisme. De schijnbare terugslag, zegt hij,
van dezen kunstvorm, die ten deele een
werkelijke terugslag is, behoeft geen onge
rustheid te wekken. Het expressionisme sterft
niet. Het kan ten hoogste zijn scherpe, re
volutionaire uiterlijkheden wat verliezen. Het
expressionisch drema toch brengt wat op
tooneelgebied de menschheid in het diepst
harer zielen alleen kan willen: tragedie. Dr.
Frans maakt nog verschillende opmerkingen
over het expressionistische drama (hij noemt
uitvoerig Wedekind, Tierlinck en prijst Massa-
Mensch van Toller, een van de absoluut klas
sieke werken die voor het theater der wereld
geschapen zijn), dan weidt hij uit over
Royaards en Verkade en spreekt over de
regie en het' tooneelspel.
Hij onderscheidt twee soorten tooneel-
artisten: den tooneelkunstenaar en den
comediant. De eerste is degene, die zich met
lichaam en geest in dienst stelt van de
tooneelkunst. Hij speelt met oneindigen en
onweerstaanbaren drang, gedwongen door de
eigen ziel en door de kracht van het god
delijke, die in hem is. De comediespeler
echter is de man, die in de huis van een
ander kruipt. Zijn spelen is vooral nabootsen.
Hij speelt in de voorstelling van een of an
der persoon een bepaalde eigenschap van
zich zelf uit. Voorbeelden van de eerste soort
zijn Wegener, Klöpfer en Elisabeth Bergner,
van den comediant Moissi en Ilka Grüning.
De tooneelkunstenaar bereikt ondanks het
bewuste beheerschen xan extase, dus de
hoogst opgevoerde geestelijke en psychische
spanning.
Dr. Frans hecht bijzondere waarde aan het
leekentooneel. Hij heeft op dit gebied on
dervinding, want hij is de oprichter van de
Twentsche Tooneel Vereeniging en gaf in
1927 in Overijsel openluchtvoorstellingen. In
1913 heeft hij reeds aan de H.B.S.t te Hengelo
(O.) een club gesticht om tooneel te spe
len.
Met den toestand van het tooneel in ons
land, is dr. Frans het lang niet eens. Het
.repertoire van de bestaande gezelschappen
kan hem niet bekoren. Er moet en er kan
verandering komen, zegt hij. Een gezelschap
dat een belangrijk aantal groote en goede
krachten vereenigt en wel zoodanig, dat het
een homogeen geheel wordt, moet ontstaan.
Het dient een gezelschap te zijn. dat een
moderne, consequente leiding heeft, die de
tragedie van de belangrijkste richtingen
(oud-Indisch, oud-Grieksch, Shakespeare,
Duitschland. iets van de Fransche romantiek
en expressionisme) weet te verbinden met
tragisch geconcipieerd blijspel (Shakesoeare,
en expressionistisch) en ook met harlekinade
moderne pantomime, clownspel en moderne
danskunst.
In zijn boekje heeft de heer Frans ook
bezwaar tegen de tooneelcrltiek: de critici
INGEZONDEN MEDEDEF.L1NGEN a 60 Ct*
per regel.
STOFZUIGERHUIS MAtRI tNS
BAR TELJORiSS TB AA i 16
TELEF. No. 10756 5
Apex K'op-Vees-Slolzu gers.1175.
worden te veel uit de literatoren gekozen,
waardoor zij te zeer de kennis van het tooneel
missen.
De heer FFans, die tooneeldirecteur wordt Is
leeraar in de Nederlandsche letteren aan de
H.B.S. te Hengelo en heeft c.a. in de pro
vinciale pers veel over literatuur geschre
ven.
ELSE MAÜES ALS GAST BTJ VAN
DALSLM S GEZELSCHAP.
De Arnh. Ct. verneemt, dat Else Mauhs
gastvoorsteumgen zal geven bij het n»eu\ve
gezelschap van Albert van Dalsum en dat
onderhandelingen worden gevoerd met be
kende Duitsche en Russische regisseurs voor
het instudeeren van bepaalde werken.
GEMENGD NIEUWS
HET PROCES GODDARD
GEëINDIGD.
(Van onzen Londensehen correspondent)
Na een week voor den rechter hebben do
brigadier van politie Goddard en zijn mede
plichtigen mrs.Meyerinck en Ribuffi hun straf
gekregen. Goddard kreeg achttien maanden
gevangenisstraf met dwangarbeid, een boeta
van 2000 pond sterling en veroordeciing in
de kosten der vervolging; de medeplichti
gen kregen elk vijftien maanden niet dwang
arbeid. Hoewel het geval Goddard a'.« op-
zlch zelf staand moet worden beschouwd, kan
het den naam van de Londensche politie, die
het afgeloopen jaar toch al veel van zijn
goedheid heeft ingeboet, slechts meer kwaad
doen. Godc.ard, die naar den aard van zijn
werk toezicht op „louche" bedrijven in
het West End, waar geld in massa's stroom*
in groote verleiding kwam, was voor die
verleiding bezweken. Het is duidelijk dat bij
het verdoelen van posten en werk bij de po
litie terdege rekening moet worden gehouden
met karakters. Voor Goddard's werk had men
een man van het hoogste karakter moeten
kiezen. Dat. dit klaarblijkelijk niet i.->
geschied wijst op het bestaan van fouten in
een systeem. Wat velen, die het proces
hebben gevolgd, vooral moet hebben getrof
fen is dat. men Goddard dc vrije hand liet en
zonder kwestie in zijn speciaal ambt hand
haafde, toen al was gebleken dat zijn rap
porten over zekere nachtgclegenheden (gun
stige rapporten) niet klopten met ervaringen,
opgedaan bij invallen, die bulten Goddard's
weten om plaats hadden. Ook dit doet twij
fel rijzen aan de voortreffelijkheid van het
systeem, waarmede over de plezieroorden van
West End werd gewaakt. De waarnemer,
die zich niet geroepen acht persoonlijkheden
te ontzien, kan slechts concludeeeren, dat
er het een en ander schortte aan den politie
dienst onder den onlangs afgetreden hoofd
commissaris. Er is nu een nieuwe, een man
van grooten naam, Lord Byng. Iedereen hoopt
en vertrouwt dat onder zijn leiding het Lon-
densche politiekorps zoo onkreukbaar mo
gelijk zal worden.
KRITIEK OP DF. GELUIDS
FILMS
(Van onzen Londensehen correspondent.)
Anthony Asquith, zoon den wijlen Lord Ox
ford, die eenigen tijd geleden in het filmbe
drijf is gegaan en reeds zekeren naam heeft
gemaakt als „producer", heeft naar hij
dezer dagen heeft verklaard, geen vertrouwen
in gekleurde films of in de geluidsfilms. Hij
vindt dat ze weggaan van het ware doel van
het spel in bewegende plaatjes. Hij vindt veel
steun bij anderen, die de film hebben zien
groeien en zijn plaats hebben zien veroveren
ondanks bitter verzet en koele verontacht-
zaming onder de verschillende kunstvor
men die wat te te vertellen hebben. Tegenover
deze opvatting staat die van dc bolleboozen in
het bedrijf, de Amerlkaansche leiders der
filmbeweging, die in algemeene termen ge
sproken de geluidsfilm hebben begroet als een
onvermijdelijke en triomfantelijke ontwik
keling van de oudere „movies". Asquith's
oordeel heeft niettemin waarde. Hij is jong
en dus niet bevooroordeeld door herinnerin
gen aan de films van vroeger. En wanneer hij
rondweg verklaart dat de geluidsfilm een stap
terug beteekent naar het tooneel (aan welks
invloed de film zich behoort te onttrekken),
wanneer hij zegt dat de „talkie" een valscl-c
en tweeslachtige uitwas is van het simpele
uitdrukkingsmiddel zooals wij het tot n.i
toe hebben gekend, dan voelt men waar hij
heen wil en dat er veel voor zijn inzicht te
zeggen Is. Ook hier ondervindt de „talkie"
voor zoover men er kennis van kan nem^n
de gunst van het publiek. Waarom dat zoo is,
is niet heel duidelijk. Want er kleven nog zoo
machtig veel gebreken aan, dat iemand, al
kijkt hij zelfs niet te nauw, er niet werkelijk
van kan genieten. Misschien is de aantrekke
lijkheid van het nieuwe verantwoordelijk voor
de populariteit van dit alsnog zeer gebrekkig
middel tot openbaar vermaak. Hoe het zij, do
„talkie" zal nog aanmerkelijk moeten worden
verbeterd eer ze een behoorlijke en welver
diende plaats zal kunnen innemen in de we
reld waarin men zich amuseert.
KONING GEORGE'S TOESTAND.
LONDEN, 1 Febr. (Reuter). Hedenavond
is geen bulletin uitgegeven aangaande den
toestand van koning George. Reuter verneemt
echter officieel, dat de koning blijft vooruit
gaan. Ofschoon de toestand zich blijft ver
beteren, kan de vooruitgang na een zoo ern
stige ziekte noodzakelijkerwijs slechts lang
zaam plaats hebben en het is dan ook on
juist te veronderstellen, dat 's konings
overbrenging naar Bognor beteekent, dat een
periode van volkomen herstel is ingetreden.
De koning is nog steeds uiterst zwak en of
schoon er in het paleis zeker vertrouwen
heerscht, moet men niet meenen dat 's ko
nings herstel vlug gaat.
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN a 60 .tnu
MIJNHARDT's
Hoofdpijn-Tabletten 60 ct
Laxeer-Tabletten60 ct
Zenuw-Tabletten.75 cl
Staal-Tabletten.90 ct
Maag-Tabletten 75 c'
Bij Apoth. en Drogisten
t