BUÏTENLANDSCH OVERZICHT HAARLEM'S DAGBLAD ZATERDAG 2 FEBRUARI 1929 VIERDE BLAD POlNCARé EN DE ELZAS. De premier in den aanval. GEPRAAT EN NOG EENS GEPRAAT T RtH «'"-II 'I^TE NIEUWS Ditmaal Is het er wel tamelijk heftig toe gegaan. Poincaré voerde een geweldig dossier van knipsels met zich mede. verzameld van', den 'wapenstilstand af, waarmee hij wilde aantoonen dat de autonomistische beweging in werkelijkheid het werk is van de pan- Germanisten. Duitschland, aldus Poincaré heeft getracht de -autonomistische beweging te stichten, van het oogenblik af, dat het begreep verslagen te zijn. De federalistische partij bestond reeds bij de verkiezingen van 1919. Na eenige Inzinkingen hebben de autono- misten successen geboekt. Op dit oogenblik interrumpeerden eenige Elzassers dat die successen wel door iets veroorzaakt zullen zijn. Doch Poincaré ging voort met Duitsch getinte, of geheel Duitsche artikelen voor te lezen waarin werd betoogd dat de autono- misten afscheiding moeten eischen tegen wetgeving en eigen regeering. Poincaré haalde er tenslotte de commu nisten bij, die een plebisciet eischten en zich dus bij de autonomisten aansloten. Terecht antwoordden hierop de Elzassers dat zij niet verantwoordelijk waren voor de gedragslijn van de sovjet-agenten. Tenslotte toonde Poincaré aan dat de autonomistische acties op Corsica, en in Bretagne door de Elzassers gesteund wor den. Klaarblijkelijk wil Poincaré zijn tegen standers moreel ontwapen. Trouwens de grie ven zijn nu wederzijdsch (ook de autonomis ten hebben toch werkelijk de hunne!) al te dikwijls om nog interessant te lijken geuit. Het wordt tijd dat men tot de daadwerke lijke toenadering tracht over te gaan. F. A. Cechisch minister ontslag President Masaryk heeft een deputatie van de Cechische agrarische partij ontvangen, die hem namens den premier Svehla die, zoo als men weet, reeds sedert geruimen tijd ziek is diens ontslagaanvrage overhandigde Masaryk nam de demissie aan en benoem de vervolgens den minister van Oorlog, Oedrzal, tot voorzitter van den ministerraad. Of thans ook in de plaats van Oedrzal een andere persoonlijkheid tot minister van Oor log zal worden benoemd, staat momenteel nog niet vast, aldus de Tel. In het benoemingsdecreet, dat onverwijld zal worden gepubliceerd, wordt uitdrukkelijk gezegd, dat Oedrzal tot „voor2itter van den "ministerraad" is benoemd en niet tot premier. Door deze formuleering heeft de staatspre sident klaarblijkelijk de mogelijkheid willen openlaten, dat Svehla, indien zijn gezond heidstoestand dit t.z.t. weer mocht toelaten, opnieuw met de functie van premier kan worden belast. De Spaansche opstand. Het „Journal" verneemt uit Madrid, dat de drie door den krijgsraad te Ciudad Real ter dood veroordeelde officieren zijn: kolonel Paz, luitenant-kolonel Bris en majoor Ce- jador. Men heeft evenwel de verwachting, dat de doodvonnissen niet zullen worden vol trokken. Te Cartagena werd een zeeofficier aan boord van een kruiser gearresteerd, omdat hij met de opstandelingen zou heulen. Tijdens de gisteren gehouden zitting der Nationale Vergadering verklaarde Primo de Rivera onder levendige toejuichingen, dat hij de intriges, welke ten doel hebben on- eenigheid in het leger te zaaien, diep be treurt. Het uur is gekomen, zoo zeide Primo, om den nadruk te leggen op den moed en de dapperheid der mannen, die aanhangers zijn van het oude politieke stelsel en met ons zijn gaan samenwerken zonder zich om cri- tiek of spot te bekommeren. De rede werd toegejuicht met de kreten „Leve Spanje, leve de koning, leve Primo", aldus de Tel. De arrestatie van Sanchez Guerra heeft, volgens het „Journal", in Spanje groote op schudding veroorzaakt, daar Guerra nog steeds leider is van de conservatief-liberale partij. De hevige boschbranden in Australië SYDNEY, 1 Febr. De boschbranden, die zich als gevolg van de groote droogte en de hevige winden gedurende de laatste dagen sterk hebben uitgebreid, blijven de oogsten vernielen. Verscheidene gebouwen zijn door het vuur verwoest. In de districten Hathurst en Cessnock zijn de branden het hevigst; dag en nacht zijn de bewoners hier bezig om het vuur te bestrijden. Door het meteorologisch instituut wordt verklaard, dat de hoeveelheid regen, die in Januari gevallen is, zoo gering is geweest, als in geen 70 jaar is voorgekomen. (Reuter). Habib Oellah heft de Afghaansche gezant schappen op. Daar de Afghaansche legaties geweigerd hebben Habib Oellah's bevelen op te volgen, heeft deze alle gezantschappen opgeheven. Tevens heeft de minister van Buitenlandsche Zaken den buitenlandschen legaties in Ka boel verzocht de regeeringen te vragen de betrekkingen met genoemde Afghaansche gezantschappen te verbreken. Voorts is allen buitenlandschen instructeurs bevolen dienst te nemen aan welk bevel echter geen enkel officier gevolg heeft gegeven Het sedert twee dagen vermiste militaire vliegtuig is heden in Kaboel geland, aldus de Tel. De oorzaak der vertraging is niet bekend. DE OORZAAK VAN DEN BRAND BIJ T.ETZ. Omtrent den brand bij Tietz wordt ge meld, dat de oorzaak waarschijnlijk gezocht moet worden in de tijdelijke electrische ge leidingen, die in den nieuwen vleugel waren aangelegd. Ook wordt een onderzoek inge steld naar de voorloopige installaties, die voor reclamedoeleinden aan den gevel wor den aangebracht en waardoor het geheele net wordt overbelast en kortsluiting wordt veroorzaakt. Door de brandweer is verder verscheidene malen zonder succes geprotesteerd tegen het gebruik van groote hoeveelheden brandbaar materiaal voor reclame-doeleinden, zegt de Tel. De brandweer meent dat de warenhuizen door brandmuren, op onderlinge afstanden van 50 meter in afdeelingen moeten worden verdeeld. De dag-ontvangsten van Tietz bevinden zich in de brandkast, die op een van de bovenste verdiepingen stond en nog steeds onder de puinhoopen begraven ligt. Hoe groot het bedrag is weet men niet. De ernstige branden van den laatsten tijd waaronder ook die in de Radiofabriek dr. Backer en Co., waarbij vier menschen om het leven kwamen en er twintig zwaar gewond werden, hebben den Pruisischen minister van Handel intusschen aanleiding gegeven een decreet te publiceeren, waarin hij de verwachting uitspreekt, dat in de toekomst nog meer dan tot dusver aandacht zal worden geschonken aan het toezicht op alle inrich tingen, waar een bedrijf wordt uitgeoefend. De betreffende ambtenaren moeten in de eerste plaats letten op die bedrijven, waar in verband met de grondstoffen, die er wor den verwerkt, bijzondere gevaren voor leven en gezondheid der werknemers bestaan. Van speciale beteekenis is het dat bij de inspectie dei directies worden gehoord en dat de werk gevers grondig op de hoogte worden gesteld van de gevaren en de maatregelen, die te hunner bescherming noodig zijn. DE NEDERLANDSCHE SCHILDERSTUKKEN IN LONDEN (Van onzen Londensc'nen correspondent). Het succes van de Tentoonstelling van Ne- derlandsche Kunst overtreft te oordeelen naar het bezoek alle verwachtingen verre. De Tentoonstelling is open van tien uur des ochtends tot zes uur 's avonds. Maar alleen de eerste uren van den dag is er eenige kans de schilderwerken in comfort te beschouwen en te bestudeeren. Daarna wordt de menigte zoo groot dat het. genoegen vari een bezoek twijfelachtig wordt. De Londenaars hebben Van ouds een keur- verzameling oude Nederlandsche schilder kunst binnen hun bereik in de National Gallery. En verscheidene schrijvers, die in de bladen htm indrukken van de Tentoon stelling hebben gegeven, hebben verklaard dat afgescheiden van eenige meesterstuk ken van uitzonderlijke hoedanigheid en de mooie Vermeers de tijdelijke verzameling in Burlington House de permanente van de National Gallery niet In de schaduw stelt. Eenigen gaan zelfs zoo ver te verklaren dat de verzameling in de National Gallery vol lediger en on hooger peil is dan de tijde lijke. Dit behoeft geen twistvraag te wor den. Maar men mag de hoop uitspreken dat de nieuwe belangstelling voor de oude schil ders van ons vaderland, wakker gemaakt door de tentoonstelling in Burlington-House, zich in de toekomst zal weerspiegelen in drukker en aanhoudender bezoek aan de zalen van de National Gallery waar het Ne derlandsche werk hangt. De tentoonstelling blijft stof geven aan de vrouwen, die de kranten hier van damesru brieken voorzien. In die rubrieken wordt de verwachting uitgesproken dat de tentoon stelling wellicht invloed zal hebben op de toekomstige damesmodes: en niet minder op huisinrichting. Want de interieurs van Ver meer en de Hoog blijven de diepe bewonde ring gaande maken van de menschen hier. En in het algemeen wordt nu erkend dat ook de moderne Hollandsche huizen beter zijn ingericht dan de Engelsche. Hetgeen ongetwijfeld het geval is. DE PRINSELIJKE PELGRIMS TOCHT. (Van onzen Londensehen correspondent.) De prins van Wales is deze week van Lon den vertrokken voor een pelgrimstocht, waar mede weer eens opnieuw het verlangen der leden van de koninklijke familie aan den dag treedt het lief en leed van het volk grondig te leeren kennen en van nabij mee te makeu. De prins is naar de noodlijdende mijnwerkers gegaan. De smartelijke toestand, waarin de bewoners der mijngebieden in het algemeen en die van Durham en Northumberland in het bijzonder, verkeeren, is zoo algemeen be kend dat nadere uitweiding erover niet noodig is. De eerste levensbehoeften ontbreken er en in niet weinige gevallen lijden sinds jaren werklooze menschen honger. Het bezoek van den Prins aan deze zwarte gebieden m dubbel opzicht zwart draagt geen officieel karakter. Hij heeft zich met Kerstmis aan het hoofd gesteld van een steunbeweging, die het lot dier menschen althans zou kunnen verzachten. En zijn reis er heen accentueert slechts zijn persoonlijken ijver voor deze goe de zaak. Uit de berichten over zijn verblijf In het mijngebled blijkt weer dat deze Prince Charming allerminst terugdeinst voor de hardste zijde van het leven en dat hij diep mensehelijk gevoel paart aan ongemeene tact. De verwachting is dat dit bezoek van den prins aan de gronden der ellende, met de verhalen die men er over hoort, de beurzen der beter gestelden wijder zal openen dan tot nu toe het geval geweest is. In nagenoeg elke mijnwerkerswoning, die de Prins bezocht, vond hij de meest tragische levenstoestanden. LETTEREN EN KUNST HET TOONEEL. HET SCHOUWTOONEEL. Er staat geschreven Tooneelspel in 4 bedrijven door William Hartley. Wanneer Thomas Henderson de oorlogs invalide uit „Er staat geschrevenzijn lezingen zal gaan houden over het mensch- onteerende van den oorlog, dan zullen de houders van de abonnementskaarten der derde serie daarheen zeker niet meer be hoeven te gaan. Na de opvoering van „Het Graf van den onbekender. Soldaat" en „Er staat geschreven,welke stukken zij ach tereenvolgens in hun serie hebben gezien, zal wel niemand als hij dat te voren niet reeds was daarvan niet ten volle overtuigd zijn. Want „Er staat geschreven" is even als Het Graf van den onbekenden Soldaat een anti-oorlogsstuk. Een schrijver, die zijn publiek van den waanzin van den oorlog wil overtuigen, heeft van te voren reeds gewonnen spel. Het grootste deel der toeschouwers zal reeds om gevoelsredenen geheel op zijn zijde staan. Maar daarbij komt nog, dat hij, zelfs met de felste kleuren schilderend, nog altijd bene den de werkelijkheid zal blijven en men hem dus nooit van overdrijven zal kunnen be schuldigen. William Hartley geeft in zijn „Er staat ge schrevende tragedie van den oorlogs invalide. Vol geestdrift verbindt Thomas Henderson op den dag van het uitbreken van den oorlog zich als vrijwilliger. Hij acht dat zijn plicht tegenover Engeland en hij ziet met verontwaardiging neer op zijn broe der, die het land verlaat cm in Zweden zijn heil als opera-zanger te zoekêh. Drie jaar later keert Thomas Henderson terug slechts nog een wrak van een mensch, verminkt in zijn gezicht en zonder armen. Dan komt voor hem de groote ontgoocheling! Van allen om hem heen behalve van zijn moeder voelt hij medelijden en wat erger is zelfs afschuw. Voor zijn jonge vrouw, die hem toch zoo lief had, toen hij ten oorlog trok en die met roerende liefde en innigen trouw op hem gewacht heeft, is hij niet meer dezelfde. Zij kan onmogelijk in dezen verminkten inva lide den geliefden man van vroever zien. Hem lief hebben, zooals in den tijd, voor dat hij van haar heenging, kan zij niet meer. Haar liefde is veranderd in medelij den. Maar hij is in zijn hart dezelfde man gebleven en hij verlangt meer van zijn vrouw dan medelijden alleen. Dan voelen zij beiden, dat de oorlog hen voor altijd van elkander gescheiden heeft en in het laatste bedrijf zit hij hulpeloos neer, alleen nog bijgestaan door zijn moeder en aan haar dicteert hij nu hij zelf niet meer schrij ven kan de boodschap, die hij de mensch- heid in lezingen wil brengen, een vlammen de aanklacht tegen den oorlog, die in strijd is met het woord, dat in den Bijbel geschre ven staat. Het is slechts één der gruwelen van den oorlog, die Hartley in zijn tooneelstuk heeft weergegeven en niemand zal durven bewe ren, dat hij met te felle kleuren heeft ge schilderd. De schrijver onthoudt zich en dat is een groote deugd van rhetoriek en phraseologie, hij dwingt zich niet tusschen zijn personen om met een paar holle zinnen applaus van een voor zulke zinnen ontvan kelijk publiek te verwerven. Hij heeft terecht begrepen, dat feiten sterker bewijzen zijn dan dikke woorden. „Zie,zegt hij, „zoo is de oorlog!" en hij. toont het-ons in een oor- lögsinvalidè en in de smart en de wroeging van een door den oorlog verblinden vader, die zijn eenigen zoon op het slagveld moest ver liezen. En naast den voor altijd gruwelijk verminkte, die vol geestdrift ten strijde toog. plaatst hij als schrijnende tegenstelling het geluk van een jongen man, die gezond en krachtig uit het buitenland is teruggekeerd, waarheen hij was uitgeweken, omdat hij den oorlog een waanzin noemde. Het stuk van Hartley welke Holland sche schrijver verbergt zich achter dezen Engelsch klinkenden naam? maakte merkbaar indruk op het publiek, dat den schouwburg geheel vulde. Deze indruk was mijns inziens meer te danken aan de tragiek van den oorlog dan aan de drama tische kracht van den schrijver. Want een sterk tooneelschrijver is William Hartley toch niet. Er was siechts één tooneel, waa in de ontroering kwam door de kracht van den schrijver. Het was het moment, toen Thomas voelde, dat hij de liefde van Florence voor altijd verloren had. Toen gaf de schrijver meer dan een somber uiterlijk oorlogsbeeld, toen bleef hij in den wanhopigen strijd van Florence tegen haar Iichamelijken af schuw voor den verminkten man en den op stand tegen dit gruwelijk leed van den in valide niet aan de oppervlakte van het leed, maar gaf hij werkelijk het drama van twee menschen. En heel zuiver gevoeld was het van den auteur om naast de tot mede lijden verworden liefde van de jonge vrouw de steeds blijvende liefde van de moeder te plaatsen. In dit bedrijf culmineert Hartley's tooneel stuk, dat overigens slechts tragische oorlogs beelden geeft zonder groote dramatische con flicten. Voo: al in het bijwerk blijft Harley erg aan de oppervlakte en komt hij zelfs niet verder dan tot aanduiding. Na III is het stuk feitelijk uit en wat dan volgt is niet anders dan een epiloog, waarin de schrijver zijn ob jectief standpunt verlaat om zelf het woord te nemen. Maar om zijn tendenz, dien de schrijver behalve dan aan het slot nooit opzettelijk naar voren schuift, verdient dit stuk vele opvoeringen. Want sterker dan van de krachtigste lezing is de invloed van het tooneel! Zelfs bij een stuk, dat men als geheel niet meer dan middelmatig kan noemen. Door telkens weer het gruwelijke van den oorlog in beeld te brengen, zal men de menschheid eer der van den oorlogswaanzin overtuigen dan door uren-lange betoogen. En daarom deed William Hartley met het schrijven van Er staat geschreven.... een goed werk. Ook, omdat hij hiermee mevrouw de Boer— I van Rijk weer eens een haar waardige en zeer mooi liggende rol schonk. Mevrouw de Boer speelt moeder Henderson met die groote ont roerende innigheid, welke wij van haar in dergelijke rollen kennen. Door haar vooral kreeg deze voorstelling waarde. Jeanne van Rijn was het jonge vrouwtje en ook zij wist vooral in I en H in haar spel een warme innigheid en teere vrouwelijkheid te leggen, die trof. Jaap van der Poll was de oorlogs invalide. Hij speelde de rol eenvoudig en so ber zonder een oogenblik zich te laten verlei den in holle pathetiek te vervallen. Co Balfoort had zijn gelukkige momenten in het laatste bedrijf, toen hij als gereüsseerde tenor terugkeerde. Dat was heel knap van ty peering. Jacques Snoek wist als de jonge sol daat, voor wien de oorlog alle romantiek heeft verloren, in II even in een zeer goed ge speeld tooneel den gruwel van den oorlog te laten voelen. Hein Harms, als de conventlo- neele vader, Carel Rijken als de wat clown- achtige held achter het front en mevrouw Van der PollHamakers als het onbestorven weeuwtje, dat ook in den oorlog enkel aan de liefde denkt, hadden te zorgen voor het niet zeer belangrijke bijwerk. Het was gisteren de première, wat nu en dan nog wel merkbaar was. Volkomen inge speeld leek mij het stuk nog niet wij hoor den nog al eens dikwijls den souffleur maar dat wordt bij elke volgende opvoering bctei. Reeds nu maakte „Er staat geschreven...." zichtbaar indruk op het publiek en aan het slot moest het doek vele malen omhoog. Aan mevrouw de Boer en mej. Jeanne van Rijn werden vóór de pauze bloemen aangeboden. Een huldebetuiging misschien van den Hoi- landschen schrijver met den onbekenden En- gelschen naam?? J. B. SCHUIL. HET TOOHEELGEZELSCIIAP VAN DALSUM—DR. FRANS. PLANNEN EN BEDOELING. Omtrent het nieuwe tooneelgezelschap, hetwelk te Arnhem gevestigd zal zijn, den schouwburg aldaar slechts eenmaal in de week zal bespelen en verder op tournee zal gaan, staat thans vast, dat met Albert van Dalsum de volgende leden van het Vereenigd Tooneel deel zullen uitmaken van den nieu wen troep: de dames Sara Heyblom, Willy Haak en Nell Knoop en de heeren Henri Eerens, Ph. Lachapelle en Cruys Voorbergh. Verder zijn toegetreden Charlotte Kohier, J. Carpentier Alting en Louis Borel. Met Mien Duymaer van Twist, die zich op het oogen blik te Rome bevindt en die plan heeft, zich weer aan het tooneel te gaan wijden, wordt over een engagement onderhandeld. Ver moedelijk zullen de werkzaamheden van het gezelschap geopend worden met een reeks voorstellingen in het Openlucht-theater te Arnhem meldt de N. R. C. Op de statuten van het gezelschap is reeds de Koninklijke goedkeuring aangevraagd. Men krijgt den indruk, dat het gezelschap geboren is uit den nood der tijden en dat hier menschen bijeen zijn, die het spelen van de stukken van het hedendaagsche re pertoire moe zijn. Vooral stukken van Rus sisch en en Duitschen oorsprong zal men vertoonen. Zooals is gemeld, zal dr. Wijnand Frans met Albert van Dalsum de directie voeren. Dr. Frans heeft zijn oordeel over het too neel uitgesproken in een boekje, dat thans onwillekeurig het karakter van een program krijgt. De auteur begint met te constateeren, dat de menschheid der 19e eeuw heeft leeren zweren -bij het realisme. Ons schouwburgpu bliek, zegt hij, althans de oudere generatie, beschouwt tooneel als comedie. Het vindt den sneler, die het natuurlijkst doet, het best Dit eigenhjke tooneelpubliek sterft uit en er vormt zich langzamerhand een mo dern theaterpubliek, dat de reactie tegen het realisme wil, omdat het beseft, dat drama tragedie is en beweging. Het publiek, dat ge schoold Is bij sportwedstrijden en in de bios coop, in de moderne techniek, arbeidersle ven en industrie, zoekt fantasie, de breede beweging, het groote leven, het schouwspel en ook de tragische loutering. Doel van elk tooneel, aldus dr. Frans, Is tragische loutering. Dit cijfert den lach niet weg. Maar nooit kan de mensch gelouterd worden door den echt komischen lach, den wereldwijzen lach om de dwaasheid en on- verbeterlijkheid van het menschdom. den lach van scepticisme en pessimisme. Met allé waardeering van de comedie bij dq oude Grieken. Plautus en Terentius. Molière, Shaw en de psychologisch zuivere Franschen, blijft zij toch tooneel van het tweede plan. De comedie geeft niet het groote essentieele van alle kunst: de innerlijke emotie en vooral de loutering. De comedie maakt alles klein, ter wijl de kunst alles groot behoort te maken. Uit de comedie en haar sfeer werd het rea listische toonéelwerk, het praatstuk, het stuk van imitatie en kleinzielige nabootsing ge boren. En daarom vóór alles: de tragedie in aPerlei vormen. Dr. Frans hecht waarde aan het expres sionisme. De schijnbare terugslag, zegt hij, van dezen kunstvorm, die ten deele een werkelijke terugslag is, behoeft geen onge rustheid te wekken. Het expressionisme sterft niet. Het kan ten hoogste zijn scherpe, re volutionaire uiterlijkheden wat verliezen. Het expressionisch drema toch brengt wat op tooneelgebied de menschheid in het diepst harer zielen alleen kan willen: tragedie. Dr. Frans maakt nog verschillende opmerkingen over het expressionistische drama (hij noemt uitvoerig Wedekind, Tierlinck en prijst Massa- Mensch van Toller, een van de absoluut klas sieke werken die voor het theater der wereld geschapen zijn), dan weidt hij uit over Royaards en Verkade en spreekt over de regie en het' tooneelspel. Hij onderscheidt twee soorten tooneel- artisten: den tooneelkunstenaar en den comediant. De eerste is degene, die zich met lichaam en geest in dienst stelt van de tooneelkunst. Hij speelt met oneindigen en onweerstaanbaren drang, gedwongen door de eigen ziel en door de kracht van het god delijke, die in hem is. De comediespeler echter is de man, die in de huis van een ander kruipt. Zijn spelen is vooral nabootsen. Hij speelt in de voorstelling van een of an der persoon een bepaalde eigenschap van zich zelf uit. Voorbeelden van de eerste soort zijn Wegener, Klöpfer en Elisabeth Bergner, van den comediant Moissi en Ilka Grüning. De tooneelkunstenaar bereikt ondanks het bewuste beheerschen xan extase, dus de hoogst opgevoerde geestelijke en psychische spanning. Dr. Frans hecht bijzondere waarde aan het leekentooneel. Hij heeft op dit gebied on dervinding, want hij is de oprichter van de Twentsche Tooneel Vereeniging en gaf in 1927 in Overijsel openluchtvoorstellingen. In 1913 heeft hij reeds aan de H.B.S.t te Hengelo (O.) een club gesticht om tooneel te spe len. Met den toestand van het tooneel in ons land, is dr. Frans het lang niet eens. Het .repertoire van de bestaande gezelschappen kan hem niet bekoren. Er moet en er kan verandering komen, zegt hij. Een gezelschap dat een belangrijk aantal groote en goede krachten vereenigt en wel zoodanig, dat het een homogeen geheel wordt, moet ontstaan. Het dient een gezelschap te zijn. dat een moderne, consequente leiding heeft, die de tragedie van de belangrijkste richtingen (oud-Indisch, oud-Grieksch, Shakespeare, Duitschland. iets van de Fransche romantiek en expressionisme) weet te verbinden met tragisch geconcipieerd blijspel (Shakesoeare, en expressionistisch) en ook met harlekinade moderne pantomime, clownspel en moderne danskunst. In zijn boekje heeft de heer Frans ook bezwaar tegen de tooneelcrltiek: de critici INGEZONDEN MEDEDEF.L1NGEN a 60 Ct* per regel. STOFZUIGERHUIS MAtRI tNS BAR TELJORiSS TB AA i 16 TELEF. No. 10756 5 Apex K'op-Vees-Slolzu gers.1175. worden te veel uit de literatoren gekozen, waardoor zij te zeer de kennis van het tooneel missen. De heer FFans, die tooneeldirecteur wordt Is leeraar in de Nederlandsche letteren aan de H.B.S. te Hengelo en heeft c.a. in de pro vinciale pers veel over literatuur geschre ven. ELSE MAÜES ALS GAST BTJ VAN DALSLM S GEZELSCHAP. De Arnh. Ct. verneemt, dat Else Mauhs gastvoorsteumgen zal geven bij het n»eu\ve gezelschap van Albert van Dalsum en dat onderhandelingen worden gevoerd met be kende Duitsche en Russische regisseurs voor het instudeeren van bepaalde werken. GEMENGD NIEUWS HET PROCES GODDARD GEëINDIGD. (Van onzen Londensehen correspondent) Na een week voor den rechter hebben do brigadier van politie Goddard en zijn mede plichtigen mrs.Meyerinck en Ribuffi hun straf gekregen. Goddard kreeg achttien maanden gevangenisstraf met dwangarbeid, een boeta van 2000 pond sterling en veroordeciing in de kosten der vervolging; de medeplichti gen kregen elk vijftien maanden niet dwang arbeid. Hoewel het geval Goddard a'.« op- zlch zelf staand moet worden beschouwd, kan het den naam van de Londensche politie, die het afgeloopen jaar toch al veel van zijn goedheid heeft ingeboet, slechts meer kwaad doen. Godc.ard, die naar den aard van zijn werk toezicht op „louche" bedrijven in het West End, waar geld in massa's stroom* in groote verleiding kwam, was voor die verleiding bezweken. Het is duidelijk dat bij het verdoelen van posten en werk bij de po litie terdege rekening moet worden gehouden met karakters. Voor Goddard's werk had men een man van het hoogste karakter moeten kiezen. Dat. dit klaarblijkelijk niet i.-> geschied wijst op het bestaan van fouten in een systeem. Wat velen, die het proces hebben gevolgd, vooral moet hebben getrof fen is dat. men Goddard dc vrije hand liet en zonder kwestie in zijn speciaal ambt hand haafde, toen al was gebleken dat zijn rap porten over zekere nachtgclegenheden (gun stige rapporten) niet klopten met ervaringen, opgedaan bij invallen, die bulten Goddard's weten om plaats hadden. Ook dit doet twij fel rijzen aan de voortreffelijkheid van het systeem, waarmede over de plezieroorden van West End werd gewaakt. De waarnemer, die zich niet geroepen acht persoonlijkheden te ontzien, kan slechts concludeeeren, dat er het een en ander schortte aan den politie dienst onder den onlangs afgetreden hoofd commissaris. Er is nu een nieuwe, een man van grooten naam, Lord Byng. Iedereen hoopt en vertrouwt dat onder zijn leiding het Lon- densche politiekorps zoo onkreukbaar mo gelijk zal worden. KRITIEK OP DF. GELUIDS FILMS (Van onzen Londensehen correspondent.) Anthony Asquith, zoon den wijlen Lord Ox ford, die eenigen tijd geleden in het filmbe drijf is gegaan en reeds zekeren naam heeft gemaakt als „producer", heeft naar hij dezer dagen heeft verklaard, geen vertrouwen in gekleurde films of in de geluidsfilms. Hij vindt dat ze weggaan van het ware doel van het spel in bewegende plaatjes. Hij vindt veel steun bij anderen, die de film hebben zien groeien en zijn plaats hebben zien veroveren ondanks bitter verzet en koele verontacht- zaming onder de verschillende kunstvor men die wat te te vertellen hebben. Tegenover deze opvatting staat die van dc bolleboozen in het bedrijf, de Amerlkaansche leiders der filmbeweging, die in algemeene termen ge sproken de geluidsfilm hebben begroet als een onvermijdelijke en triomfantelijke ontwik keling van de oudere „movies". Asquith's oordeel heeft niettemin waarde. Hij is jong en dus niet bevooroordeeld door herinnerin gen aan de films van vroeger. En wanneer hij rondweg verklaart dat de geluidsfilm een stap terug beteekent naar het tooneel (aan welks invloed de film zich behoort te onttrekken), wanneer hij zegt dat de „talkie" een valscl-c en tweeslachtige uitwas is van het simpele uitdrukkingsmiddel zooals wij het tot n.i toe hebben gekend, dan voelt men waar hij heen wil en dat er veel voor zijn inzicht te zeggen Is. Ook hier ondervindt de „talkie" voor zoover men er kennis van kan nem^n de gunst van het publiek. Waarom dat zoo is, is niet heel duidelijk. Want er kleven nog zoo machtig veel gebreken aan, dat iemand, al kijkt hij zelfs niet te nauw, er niet werkelijk van kan genieten. Misschien is de aantrekke lijkheid van het nieuwe verantwoordelijk voor de populariteit van dit alsnog zeer gebrekkig middel tot openbaar vermaak. Hoe het zij, do „talkie" zal nog aanmerkelijk moeten worden verbeterd eer ze een behoorlijke en welver diende plaats zal kunnen innemen in de we reld waarin men zich amuseert. KONING GEORGE'S TOESTAND. LONDEN, 1 Febr. (Reuter). Hedenavond is geen bulletin uitgegeven aangaande den toestand van koning George. Reuter verneemt echter officieel, dat de koning blijft vooruit gaan. Ofschoon de toestand zich blijft ver beteren, kan de vooruitgang na een zoo ern stige ziekte noodzakelijkerwijs slechts lang zaam plaats hebben en het is dan ook on juist te veronderstellen, dat 's konings overbrenging naar Bognor beteekent, dat een periode van volkomen herstel is ingetreden. De koning is nog steeds uiterst zwak en of schoon er in het paleis zeker vertrouwen heerscht, moet men niet meenen dat 's ko nings herstel vlug gaat. INGEZONDEN MEDEDEELINGEN a 60 .tnu MIJNHARDT's Hoofdpijn-Tabletten 60 ct Laxeer-Tabletten60 ct Zenuw-Tabletten.75 cl Staal-Tabletten.90 ct Maag-Tabletten 75 c' Bij Apoth. en Drogisten t

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1929 | | pagina 11