DE ZATERDAGAVOND Voor de derde maal naar den Karakorum ZATERDAG 2 FEBRUARI BIJVOEGSEL VAN HAARLEM'S DAGBLAD VIJFDE BLAD Vandaag vertrekken de Vissers Van sportieve escapade tot streng wetenschappelijke expeditie En het ctoel van deze grootsche onderne ming? De heer Visser heeft dit verteld in zijn boek „Tuschen Kara Korum en Hindu-Kush" en het is sindsdien onveranderd. In het hart van Centraal Azië bevinden zich nog uitge strekte gebieden, bergketens, dalen en rivie ren die tot een terra incognita behooren. Deze is aan de Zuidzijde afgebakend door de waterscheiding van den Kara Korum aan de Noordzijde door een gedeelte van het Sa- rikol en het Aghil gebergte en wordt aan het Westen begrensd door het Kramberdal en strekt zich uit naar het Oosten tot dicht bij den Kara Korumpas. tezamen vormend een uitgestrektheid van vijftien duizend vierkan te kilometers. Het echtpaar Visser en zijn reisgezelschap heeft op de tweede reis 7000 vierkante kilometers onbekend gebied ïn kaart gebracht. En als men nu bedenkt dat de wetenschappelijke reislust des heeren Visser is ontstaan uit zu.ver sportieve be weegredenen. en dat hij bij zijn tweede en de reis die vandaag begint, medewer king heeft genoten van (behalve de Neder- landsche regeeringl vooral het Engelsche en Britsch-Indische Gouvernement dat diens ten bewees die voordien nog niet aan ande ren bewezen zijn; en dat eindelijk de offi- cieele wetenschanpelijke wereld hier, maar ook buiten ons land met de grootste be langstelling den arbeid van dezen ontdek kingsreiziger volgt, dan zal men beseffen dat deze menschen tot Nederland's beste verte- genwoordlgers behooren!. Des te meer ver® Van boven naar benedenWaar de Yazzghil gletscher in 't Shingsdal uitmondt. Daaronder van links naar rechts Baron v. Harinxma Thoe Slooten, de Indische topograaf, Ph C. Visserde vorst van Nager en mevr. Visser—Hooft. Vervolgens mevrouw Visser-Hooft bij de geit „Piet" en de hond fatialaDan, voorbereidingen tot het oversteken van een rivier en ,I>atiala" voor de tent en geheel onderaan: De Indische topograaf bezig met het maken van de kaart. De drie staande foto's onderaan van Ihiks naar rechts: Hoe patiala" de rivier oversteekti op den bijna 60 KM> langen Batura-gletscher cn eindelijk de Khardopin-gletschert Ph. C. Visser en mevr. Visser—Hooft Vertrekken vandaag met hun reisgezel schap per s.s. Ridderkerk van de Holland Britsch Indië Lijn naar Bombay om voor de derde maal een bezoek te brengen aan den Kara Korum. Hoe eenvoudig klinkt deze aankondiging, met hoeveel gemak kan men die neerschrij ven, maar welk een grootschen scheppenden arbeid moet verricht worden voor de uitvoe ring! En hoeveel arbeid ligt al weer achter den rug, arbeid die tot resultaat heeft gehad een eerlijk verdiende faam bij de offlcleele wetenschap (de heer en mevrouw Visser zijn in dien zin immers slechts lee- ken) in het binnen maar vooral ook in het buitenland! De eerste reis naar den Kara Korum was 'n meer sportieve zij 't bewon derenswaardige escapade. De tweede was een wetenschappelijk uitgeruste expeditie die (vooral in verhouding tot het feit dat dit toch een debuut was op het ontzaggelijk moeilijke terrein der ontdekkingsreizen) een Waarlijk ongehoord succes opleverde! De derde reïs zal wat het nuttig effect aangaat aansluiten op de eerste. Dorv voor wij het eigenlijke doel beschrijven zij hier toch een woord van hulde gebracht aan mevrouw VisserHooft,' de dappere mede werkster van onzen Hollandschen ontdek kingreiziger die de zeer zware moeilijkheden welke een reis door een schier ontoeganke lijk gebied als dit dagelijks kenmerken, zon der aarzelen het hoofd heeft geboden. Uit sportief oogpunt alleen reeds is de prestatie van mevrouw VisserHooft allermerkwaardigst en eenig! Dan spreken wij nog niet eens van de wetenschappelijke resulta-ten die mede door den arbeid van deze reizigster worden verkregen. Haar kennis van de botanie is namelijk zeer uitgebreid en haar ondervinding op vorige reizen opgedaan gal thans dubbel te. stade komen. De heer Visser's vorige reisgenoot, Baron van Harinxma Thoe Slooten, gaat ditmaal niet mee ,wel zal Khan Sahib de bekwame Engelsch-Indische topograaf wederom in de dubbele functie van topograaf en tolk zijn medewerking verleenen. De lezers van de boeken van den heer Visser zullen zich Khan Sahib ongetwijfeld herinneren. En ook hij gaat weer mee, de trouwe Patiala, de schitterend Thibetaansche hond die me vrouw Visser geschonken kreeg van den vorst van Patiala. Patalia past niet erg in den verzorgden Stijl van het Haagsche Hotel Paulez, waar wij zijn meester een bezoek brachten. Zijn ruige huid, en zijn forsche ledematen, zijn groote mooie kop, doen het waarschijnlijk beter in het wijdere, grootschere en ontzag- wekkendere milieu der bergmassieven van den Kara Korum. Bombay, Delhi, Srinagar en dan het deels onbekende, ruige, onherbergzame bergland in, met de, verschieten der eeuwige sneeuw, der bijna onmeetbare gletschers van Hindoe Kush, van Russisch en Chineesch Turkestan, en van het Kwen Lun gebergte. De sportieve lust van 1922 is thans strenge wetenschap pelijke (zij het dan zeker geen bittere) ernst geworden. Ernst die reeds zoo schoone vruchten gedragen heeft bij een tweede reis. Eén diergenen die den heer Visser er des tijds van kwam overtuigen dat het weten schappelijk element bij dergelijke fameuze reizen toch zeker niet verwaarloosd mag worden, was Sven Hedin. wondering baart dat dit land zoo weinig bijdraagt aan het welslagen van deze grootsche ondernemingen, als gevolg van de buitengemeen geringe financieele kracht onzer Nederlandsche wetenschappelijke genootschap pen en instituten. De heer Visser heeft steeds zonder aarzelen het aanbod van buitenlanders om steun te verleenen afgeslagen als aan dat aanbod de voorwaar de verbonden werd dat de wetenschappelijke resultaten ook aan dat buitenland zouden komen. Is het wonder, dat hij thans bij den huidigen gang van zaken weifelt, temeer daar hij wederom aanbiedingen en wenken var. verschillende kanten uit den vreemde heeft ge kregen. Doch om na deze klacht op het doel van den derden reis naar den Kara Korum terug te komen: Sven Hedin noemde het boven omschreven gebied „één der moei lijkste exploratie-terreinen ter wereld". De heer Visser en de zijnen zijn er desondanks niet voor terugge schrokken om het gedeeltelijk in kaart te brengen. Op de derde reis zal het reeds gewonnen terrein naar men hoopt aanzienlijk uitgebreid worden. De positie van den Kara Korum in het Aziatisch continent is een hoogstmerkwaardige, het gebergte is de belangrijkste waterscheiding in dit gebied. Met het in kaart brengen dezer waterscheiding is het aller in teressantste vraagstuk dat op een oplossing wacht genoemd. Verder is het van het grootste gewicht voor de we tenschap om op de hoogte te zijn van de vergletsche- ring. En met de vraag; welke is het vochtigheidsgehalte van de atmosfeer (welke weer verband houdt met sneeuwval en gletschervorming) betreedt men het ter rein van den meteoroloog, die er belang bij heeft om te weten hoever de Zuid-West moesson doordringt in Centraal Azië en welken invloed de ontzaggelijke muur van den Kara Korum daarbij uitoefent. Behalve voor topografische, meteorologische en gletscherkundige doeleinden heeft een expeditie als die der Vissers nut voor de geologie, de zoölogie en de botanie. „Iedere waarneming, hoe klein dan ook, iedere steen die mee teruggebracht wordt, kan zijn nut hebben, omdat zij afkomstig zijn uit die onbekende gebieden, die gelegen zijn tusschen de oer-oude gebergten als de Kwen Lun en de zooveel jongere Kara Korum". En wat flora en fauna aangaat: „Het probleem van de verbreiding dei- verschillende plant- en diersoorten op aarde, is er één dat het onderwerp uitmaakt van de studie der vakge leerden. Het vraagstuk zelf zal zijn oplossing eerst naderen als geen enkele schakel in den keten meer ontbreekt. Is het niet dubbel en dwars de moeite waard om mee te helpen die schakel te smeden al is het maar door één trek aan den balg van het smidsvuur?" (Uit „Naar onbekend Midden-Azië"). Tenslotte heeft de heer Visser hoogst merkwaardige proeven genomen en hij zal dat thans weer doen op physiologisch gebied. Het hoogte-klimaat heeft na melijk invloed op het menschelijk organisme en spe ciaal op het centraal zenuwstelsel- Om een voorbeeld uit het boek van den heer Visser te geven: de Engel sche physioloog Barcroft trof eens in het observato rium op den top van de Monte Rosa (4500 meter) twee geleerden aan, die het hevig oneens waren over de vraag of vier maal acht 32 was. Op 6000 meter brak een zeer ernstig en gestudeerd man, achter den rug van een geneesheer, uit pure baldadigheid reageer buisjes. Ter vergelijking en ter oriënteering heeft de heer Visser op Soesterberg destijds vele proeven in het vliegtuig op verschillende hoogten gedaan. Behalve het echtpaar Visser nemen aan de derde expeditie deel de reeds genoemde Zwitsersche geoloog Dr. Wyss, de Nederlandsche ornitholoog Sillem en de Indische zeer bekwame topograaf en tolk Khan Sahib, die de vorige reis ook heeft meegemaakt. De route zal hoogstwaarschijnlijk de volgende zijn: Van Srinagar noord-westwaarts in de richting van Hindu-Kush. Afgnaansch gebied zal waarschijnlijk met het oog op de onlusten, niet betreden worden. Daarna langs de grens van Russisch Turkestan naar Chineesch Oost- Turkestan en door het Kwen Lun gebergte terug naar Kara Korum om eindelijk weer in Srinagar uit te ko men. Twee jaren zullen waarschijnlijk met deze reis gemoeid zijn. Merkwaardig is het dat de heer Visser deze expedi tie geheel uit eigen middelen bekostigt. Zijn artikelen in binnen- en buitenlandsche bladen, zijn tallooze lezingen hier en elders zijn aan den anderen kant na tuurlijk een bron van inkomsten. De subsidies die hti tot nu toe ontving zijn in ver houding tot het totale benoodigde bedrag alwor den zij „natuurlijk" buitengemeen gewaardeerd wer kelijk zeer klein te noemen. Waarlijk, wat dat aangaat hebben de buitenlanders het beter. koelies. Doch u zult verbaasd zijn als u hoort dat hij er toch minstens honderd noodig heeft! Ook de voor raden moeten beperkt zijn, want alles moet gedragen v/orden. Hoe nauwkeurig alles uitgemeten is, hoe goed alles sluit, moge blijken uit het feit* dat er geen dokter meegaat, omdat de plaats bezet is door den geoloog Dr. Wyss. Denk u echter eens in, lezer, welke ontberingen om der wille van het resultaat geleden zullen moeten wor den. Het leven maand in, maand uit in kleine tenten (mevrouw Visser kan in de hare zelfs niet rechtop staan)ja waarüjk men zal hotel Paulez met zijn comfort en zijn luxe wel eens met weemoed gedenken. Aan den anderen kant: de emoties van deze reis zijn vele en grootsche, die zij die rustig in den Haag en elders blijven, niet zullen geworden. Men denke aan de onbeschrijfelijke schoonheid van den Kara Korum, aan de romantiek van het Britsch Indische leven, dat toch ook de revue weer zal passeeren, aan de vreem de, geheimzinnige bekoring der Indische vorstenhoven waar het echtpaar Visser, dank zij de onmisbare intro ducties van waarlijk onschatbare waarde, slechts met de grootste onderscheiding en op waarlijk vorstelijke wijze ontvangen wordt; want zoolang de expeditie zich op de bewoonde gebieden beweegt kan de heer Visser er van overtuigd zijn dat men hem en zijn gezelschap overal met diepen eerbied bejegent. Overigensde toestand aan de Indische vorsten hoven is wat traditie en ceremonie aangaat in den loop der jaren zoo goed als onveranderd gebleven. Toch vreest de heer Visser dat er eens een tijd zal komen waarin zal blijken dat het toerisme ook in Engelsch- Indië zijn zeer nadeelige gevolgen heeft gehad. Deze vrees betreft echter uitsluitend het typisch Britsch- Indische volkskarakter, 't Is heel aardig als een Ame rikaan zijn Indischen bediende joviaal de hand drukt toch is deze geste uit een oogpunt van algemeen belang absoluut verwerpelijk De Indiër, aldus bejegend zal volgens den heer Visser in hooge mate verbaasd zijn en achter den rug van den vreemden „heer" om cien draak met hem steken! Hij verwacht en wil niet dat een heer zich op een dergelijke manier met hem verbroedert. Onvermeld mag niet blijven, dat eenige Nederland sche firma's den heer Visser belangeloos bijstonden: Philips schonk een radiotoestel, andere firma's schon ken een deel der uitrusting, wetenschappelijke institu ten stonden instrumenten af, de HollandBritsch- Indië lijn „leverde" gratis den overtocht. De beste medewerking is echter zonder twijfel die van de Britsche en Britsch-Indische regeering, waarop wij reeds hierboven zinspeelden. Want een feit is het dat Groot Brittannié gedurende dertig jaren iedere ex peditie in het door de Visser's geëxploreerde gebied hebben geweerd.. Hoofdzakelijk natuurlijk om politieke redenen, in de tweede plaats omdat de proviandeering en het aanmonsteren van koelies voor een tocht dooi den Kara Korum met het oog op de maatschappelijke positie van het volk wel eens ernstige moeilijkheden had kunnen opleveren. Zij die de reisbeschrijving van de vorige expeditie hebben gelezen, weten hoe lofwaardig de Engelschen alle mogelijke bezwaren op zijde hebben gezet. Lord Reading, Britsch Indië's onderkoning, is mede één der genen die den Hollanders diensten van onschatbare waarde heeft bewezen. Kenschetsend is het ook dat de nieuwe Chineesche regeering ten aanzien waarvan men eigenlijk geen groote verwachtingen koesterde, toestemming heeft gegeven voor exploraties in Chineesch Turkestan. De stille kracht die hier ten gunste van den heer Visser met succes heeft gearbeid, is de Nederlandsche gezant in Peking. En zoo zijn dan bergen werk verzet, opdat vandaag het reisgezelschap zich naar Bombay zal kunnen in schepen. Schier eindeloos was de administratieve romp slomp, die men doorworstelen moest. Een enorme cor respondentie zal intusschen op de zeereis en de route door Britsch Indië „verslagen" moeten worden. Dan, na Srinagar, komt de eenzaamheid ende zeer be trekkelijke rust, die de natuur somwijlen schenkt. Zeer betrekkelijk. Want dezelfde majestueuze stille natuur van den Kara Korum is een macht die slechts met reusachtige wilskracht overwonnen kan worden. Wij wenschen het echtpaar Visser en zijn gezelschap een zeer goede reis! F. A. Een uiterst belangrijke kwestie is het vervoer (deze maakt ook de kosten eener expeditie zoo hoog). De heer Visser werkt 't liefst met zoo weinig mogelijk Mevrouw VisserHooft met Patiala op een nieuw ontdekten gletscher.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1929 | | pagina 15