Heringa Wuthrich - Haarlem ZATERDAG 2 FEBRUARI 1929 De hcér Jaap van Baren Is minder roman tisch aangelegd dan de heer Van Dam. Wel laat hij Jan naar Brussel vliegen, maar dat is dan ook het groote avontuur in dit boek. dat trouwens voor jeugdiger leeftijd bestemd schijnt te zijn. De avonturen van Jan en zijn vier Amsterdamsche vrienden zijn meer alle- daagsch en gewoon, al valt Jan dan ook eeni- ge malen in het water en klimt hij zelfs in het carillon van het Paleis van den Dam, Jan is natuurlijk het eene oogenblik een branie-kerel, naar wien maar eventjes ..dui zenden menschen" op den Dam staan te kijken Jaap van Baren houdt blijkbaar niet van overdrijven in zijn boeken en dadelijk daarna ijselijk braaf. Wanneer Jan met zijn vriendjes een paket vol goede gaven nog wel betaald uit het geld van zijn spaar pot aan den vader van Jaan Jansen stuurt om dezen man van een unfaire daad af te houden, vinden wij Jan eigenlijk een onultstaanbaren braven Hendrik, een broertje van Van Alphen's Jantje, die eens pruimnjes zag hangen en van Keesje, die een ruit had gebroken voor aan de straat. Maar dadelijk daarop is Jan zijn tijd weer vooruit, wan neer hii naar Brussel vliegt als stow-away. al betwijfel ik dan ook. dat de jeugdige lezers voor wie het boek bestemd is, de beteekenis van dit woord evenmin als van een ..pri meur" en een communio.ué in de krant zullen begrijpen. Die vliegtocht en Jan's terugkeer als luchtheld te Amsterdam zijn overigens fleurig beschreven en ik vermoed, dat jongens van 9 tot 11 jaar dat boek hetwelk niet beter en ook niet slechter is dan het gros der voor dien jeugdigen leef tijd bestemde boeken wel met genoegen zullen lezen. J. B. SCHUIL. BURGERLIJKE STAND HAARLEM, 2 Februari. Bevallen: 31 Januari: C. G. v. MelsenKoe- lemeijer, d. C. H. Beun—Draaijer, z. A. Va- sen—Boersma d. J. de Vries—v. Putten d. C. C. M. van VlietOveres 1. L. Kuiper—I'rems- kerk d. J. Vosv. d. Werff z. H. W. Man- naertMülders z. Overleden: 30 Januari: L. G. Marcus, 76 J., Zijlweg; 31 Jan.: H. Siebeling, 58 j., Tulpen straat. B. Pries—Pries, 64 j., Brouwersstraat; J. H. Daam v. Tubergen, 58 j., Boekenrodestr. NIEUWE UITGAVEN. De Padvindster. Bij de uitgevers A. J. G. Strengholt en Al- lert de Lange verschijnt thans het orgaan van het Nederlandsche Meisjes Gilde, „De Padvindster". Het eerste nummer van de vierde jaargang bevat o.a. artikelen over de Koningin-Moeder, Juliette Low, de stichtster van de Girl-Scount-beweging, en verder ver schillende rubrieken. De Brug. uitwerken betreffende den bouw van de ver schillende tenten op het feestterrein, dat zoo als inen weet gelegen is aan den Kanaal straat naast perceel 91. COLLECTIEF CONTRACT VISSCHERIJ- BEDRIJF. De „IJmuider Federatie" deelt thans het een en ander mede aangaande het collectief contract voor 1929 en 1930. Aangaande de bereikte reslutaten wordt er op gewezen, dat de verzorging bij ziekte voor het eerst contractueel werd geregeld. Van gunst is de ziekenverzorging thans een recht geworden. Het totaal aantal we ken, waarover ujtkeering zal worden ver leend is tot 20 verhoogd, waarvan de eerste zes weken voor Zeerisico, de 14 volgende we ken voor rekening van het Fonds zullen ko men. Behalve deze algemeene verbetering van de verzorging bij ziekte, alsmede de Instel ling eener vaarreserve onder controle van den Raad van Beheer van het Fonds voor Sociale Voorzieningen werd o.a. overeenge komen dat voor het gedeelte der besomming boven de 4000 per reis hetzelfde percen tage zal worden betaald en dus niet langer, zooals voor 1 Jan. '29 het geval ^as, 1/4 pet. minder. Alle percentages op dat van den schipper en den tremmer na, zullen worden verhoogd met 1,10 pet. Deze verhooging zal, bij be sommingen als over 1928 gemaakt werden, voor de groote booten op 7 en voor de kleine op 5 per man en per maand komen. De tremmer ontvangt de helft dezer ver hooging. De schippers zullen boven de 50.000 per kalenderjaar bij dezelfde reederij besomd, 1 pet. meer, dus 5 pet. krijgen. Medegedeeld werd dat de verleden Jaar gedane toezegging dat de vaart der schepen zoo zal worden geregeld, dat de schepen zooveel mogelijk of met Kerstmis of met Nieuwjaar binnen zijn, gehandhaafd blijft. Bovendien werd contractueel vastgelegd dat aan hen, die op beide feestdagen in zee zijn, een extra vrijen dag of een extra dag gage zal worclen uitbetaald en dat voor Paasch en Pinkster dezelfde regeling zal gelden. SANTPOORT „VOX HUMANA". Dinsdag a.s. geeft ons gemengd koor „Vox Humana" met medewerking van het sympho- nie-orkest „Caecilia" een concert. Uitgevoerd zal worden „Het lied van de klok". Voor het aeist zal „Vox Humana" de liefhebbers van zang en muziek in de gelegenheid stellen te gen een kleinen entree-prijs de generale re petitie bij te wonen. Deze wordt Maandag a.s. gehouden. BABAR. Op 21, 22 en 23 Februari wordt in „Zomer- lust" wederom een bazar gehouden, thana ten bate van de Ned. Herv. Evangelisatie. Wat de aankleeding der zaal van „Zomerirst" betreft, deze zal een zeer bijzondere zijn. Het geheel zal den indruk geven van een winkel straat. HAARLEM'S DAGBLAD Centrale Verwarming (Adv. Ing. Med.) VELSEN'S KLACHTENBOEK. ALS DE ROLBRUG ROLT Het was in het jaar 1927, zomer, en dus druk aan, op en om de sluis. Het Sluisplein was het centrum der drukte. Vlugge kanaal- stoomers losten hunne honderden passagiers. Op de smalle deuren van het gemoedelijke sluisje waardoor nog slechts weinige jaren geleden alle schepen, die van alle Oceanen, uit Oost en West naar Amsterdam kwamen, moesten passeeren, verdrongen zich tallooze vreemdelingen, die meer interesse hadden voor den sluisbouw dan voor het heete strand, of die het interessante schouwspel van het schutten van het een of ander zeekasteel in de nieuwe sluis wilden gadeslaan. Er was soms een gedrang van Je welste op dat nauwe paadje tusschen de leuningen. Een halve eeuw had men het er al mee gedaan. En als men „Waterstaat" niet had wakker geschud, zou er allicht nog wel een halve eeuw zijn verloopen eer er wat anders zou komen. Maar „Waterstaat" kwam eindelijk om den hoek en met plannen. Er zou een rolbrug ko men, vermoedelijk nog vóór Januari. Spotters maakten er een grapje van. Vóór Januari.... 1935? Neen, officieus werd toegezegd, dat de rolbrug er vóór Januari 1928 zou komen. Het werd Januari 3928. Geen rolbrug. De drukke zomerdagen kwamen. Men verdrong zich weer tusschen de houten leuningén op de smalle paadjes op de deuren. Nog geen rol brug. Eindelijk, toen de drukte reeds voorbij was, kwamen opzichters teekenaars en arbei ders. Men begon hoeken te hakken uit de slulshoofden. De spotters, die al dachten, dat ze, in net gelijk gesteld zouden worden, kregen' ongelijk. De plannen die vermoedelijk een tijdlang op het een of ander bureau in Den Haag, Haarlem of Amsterdam in een stoffig hoekje hadden gelegen, schenen weer te zijn ontdekt. Men hakte en men metselde met koortsach- tigen Uver. En nauw was de specie van het metselwerk droog of Braat-Rotterdam, kwam al met de bruggen. Dat is nu drie maanden geleden. Het kan ook vier zijn. De bruggen kwamen bijna kant en klaar van de werf. Men hoopte, dat het werk binnen een paar weken klaar zou zijn. Monteurs kwamen en gingen. Kwamen v.eer en gingen ook weer weg. Er kwam materiaal en dat ging ook weer weg. Dagen, weken, maanden verliepen. Van Januari 1928 is het nu al Januari 1929 geworden. De tijd gaat snel, veel te snel om door „Waterstaat" te v/orden bijgehouden. Met belangstelling volgt men te IJmuiden de „vorderingen" van het werk. Als de rolbrug rolt zal er gejuich zijn op het Sluisplein Maar vóórdat het zoover is, zal er nog heel wat water onder de noodbrug door zeewaarts stroomen. 8. B. DE BURGEMEESTER VAN SCHAYK BERISPT. WAAROM MINISTER KAN HEM NIET VOORDROEG VOOR ONTSLAG. Minister Kan heeft op de vragen van het le-Kamerlld Hermans betreffende de hou ding van den burgemeester van Schaijk bij een auto-ongeval nader het volgende geant woord Welke houding de burgemeester van Schaijk bij het bekende auto-ongeval onder Wychen tegenover den aangereden motorrij der heeft aangenomen, is niet geheel duide lijk geworden. Voor zooveel hij daarbij zich aan achte'oosheid heeft schuldig gemaakt wijt hij dit aan overprikkelde zenuwen, in verband met den gezondheidstoestand zijner echtgenoote, die zich eveneens in den auto bevond. Wat hiervan zij, voldoende aanlei ding om hem uit dezen hoofde ambtelijk te straffen, kan niet geacht worden te bestaan. De burgemeester heeft echter op 12 No vember 1927 tegenover de politie een ver klaring afgelegd, waarin hij de geheele aan rijding ontkende. De minister beschouwt dit feit als bijzonder ernstig en het heeft bij hem een punt van rijp beraad uitgemaakt, of de burgemeester In zijn ambt kan worden gehandhaafd. Wanneer hij tenslotte ge meend heeft, hem niet voor ontslag te moe ten voordragen, ls dat eensdeels, omdat nog op dien zelfden dag de heer H. spontaan zich naar den burgemeester van Wychen heeft begeven om de juiste toedracht der zaak mee te deelen, anderdeels omdat de heer H. In de reeds meer dan 23 jaren, dat hij burgemeester is van Schaijk, verdienste lijk heeft gewerkt, bij zijn gemeentenaren in hoog aanzien staat en dit aanzien, blijkens het ontvangen ambtsbericht, door het ge beurde niet merkbaar heeft geleden. Nochtans heeft de minister den burge meester over zijn gedrag mondeling onder houden en den Commissaris der Koningin uitgenoodigd, hem bovendien nog ernstig schriftelijk te berispen. ELECTRISCHE TRACTIE OP DE LIJN AMSTERDAM-ROTTERDAM VOORLOOPIG GEEN UITBREIDING. Ir. H. E. Hoekstra, Chef van den Dienst van Tractie bij de Ned. Spoorwegen, deelde bij een informatie aan het Iibld. mede; Op het oogenblik is er geen sprake van, dat uitbreiding aan de elektrische tractie van het baanvak. Amsterdam—Rotterdam gegeven zal worden en ook in de naaste toe komst ziet het er niet naar uit, dat zoo iets zal gebeuren; zeker niet dit jaar, omdat hiervoor nog geen enkel bedrag op de be- grooting werd uitgetrokken. Iets anders -is, dat al Jaren geleden het voornemen bestond het zoo juist genoemde traject geheel te electrtficesren,waardoor dus „in de toekomst" overwogen zou dienen te worden de nog rijdende stoomtreinen door electrlschc te vervangen. Maar van een nieuw stadium of een ophanden zijnde wijzi ging kan niet gesproken worden. Trouwens, plannen tot eventueelen voort gang der eloctriflcatle, ook op andere lijnen zijn alle nog vaag en kunnen niet nader ge detailleerd worden, omdat hieromtrent nog niets definitiefs vast staat. Natuurlijk ls wel eens meegedeeld, welke baanvakken het eerst in aanmerking zouden komen, maar zelfs voor de Zaanstreek en het traject AmsterdamHilversum valt met zekerheid niets te zeggen. Naar zijn persoonlijke meening gevraagd, zeide ir. Hoekstra ten slotte, dat hij vervan ging der stoomtreinen tusschen Amsterdam Rotterdam door electrische de eerste jaren nog zeer onwaarschijnlijk achtte. ONTVANGEN BOEKEN Charles van Ierse]. Het ver zonken eiland. Nederl. Uitg. Maatschappij» Amsterdam. Na den Eros van Van Moerkerken, vraagt nu deze roman, waarvan eveneens het bin dend verhaal aan de klassieke oudheid ont leend werd, onze belangstelling. En ook hier zijn het niet de loutere lotsgevallen dei- hoofdfiguren of hun levensloop, waarom het den schrijver in hoofdzaak te doen is: ook hier is een cultuurhistorische wenteling in het leven der Idee meer van belang dan de da den en houdingen waarmee bepaalde figuren er op reageeren. Werd ln den ouden en den nieuwen Eros de wenteling van Helleensch inzicht naar vroeg-Christelijke dogmatiek, kunstzinnig omkleed, door de liefdestragedie van Athe- nais en Paulines heen, den lezer voorgelegd, in „het verzonken eiland" is het Plato's wijsgee- rige Staatsleer die het leven van Dio van Sy racuse beheerscht en diens lotgevallen do schakels doet zijn, waardoor de gebeurtenis sen in den roman onderling verbonden blij ven. Laten wij ons niet verlokken tot een ver gelijking tusschen belde auteurs, Van Moer kerken en Van Iersel; zij zou vermoedelijk in het voordeel van den 'eersten uitvallen en waar, naar ik meen, de tweede veel jonger is, onbillijk wezen. Aan eruditie en gedegen ken nis mangelt het ook den heer Van Iersel voor zeker niet, maar hij is overvloedig in zijn woordstroom als een slechte bladzijde vair Querido, en is vaak meer rederijker dan re de-rijk. Wat niet wegneemt en dat zegt veel dat zijn Verzonken Eiland tot de laatste bladzijde u in spanning houdt en ge voor Van Iersels visioenaire beschrijvingen niet dan bewondering voelen kunt. Met een ongewone levendigheid weet de schrijver ons te verplaatsen naar het Syracusa van den tweeden tyran Dlonysius. Diens zwa ger Dio, zijn raadgever tevens, is de feitelijke hoofdfiguur van het boek. Man van verfijnder beschaving en leerling van den grooten wijs geer Plato, tevens echter man van weifel moedig karakter, als het op daden aankomt, en dan een uiterst aantrekkelijk, maar zich. in woorden verliezende figuur, is hij het. die den tyran overreedt den Griekschen wijs geer naar Syracuse te ontbieden om zijn ideeën over praktische staatkunde den hecr- scher te ontvouwen. In een dichterlijk ge schreven eerste hoofdstuk wordt Platoon s aankomst op Sicilië ons verhaald. Dlonysius ls er echter de man niet naar de „ethische po litiek" van een Plato, ook maar bij wijze van proef, een reëelen vorm te geven en Plato kan, teurgesteld, verdwijnen. Maar de groote fi guur van den wijzen grijsaard heeft op Dio en diens gemalin Arete, een niet meer weg te wisschen indruk gemaakt en dit gaat zoover, dat de tyran zijnen zwager begint te wan trouwen en, als er een schijn van motief daar voor voorhanden is, dezen uit Syracuse ver bant, diens vrouw aan een ander uithuwelijkt, diens goederen verbeurd verklaart. Wij vinden den banneling Dio in Athene terug, levend in den schaduw van den grooten filosoof en omgeven door eenige jonge, gelijk gestemde, idealistische vrienden. Het plan ontstaat en komt tot uitvoering tegen Syra cuse op te trekken en er den staatsvorm te veranderen. Onder Dio's leiding gaat dit ge beuren en wij leeren hierbij den wankelmoe digen idealist ten volle kennen. Het is niet in de eerste plaats gelijk ge denken zoudt het verlangen zich te wreken op wien hem vrouw en goed en plaats ontnamhij spreekt daarvan bijna niet hoewel hij véél spreekt het is hartewensch Plato's Ideaal te mogen verwezenlijken en een staat te stichten, waar diens denkbeelden over volk en vorst tot wet en richtsnoer van het ge meenschapsleven zullen zijn. Meer door geluk dan door wijsheid, immers zijn vloot omzeilt toevallig die van Dionysius, gelukt het hem zonder veel bloedvergieten te Syracuse te lan den en van de regeering zich meester te ma ken. Zijn ongecontroleerd ethisch Instinct doet hem een sluwen politieker als Herakleios als vriend aanvaarden en al heel spoedig blijkt hij tegen diens intriges en valstrikken niet opgewassen. Herakleios moge een moreele boef zijnhet komt meer voor dat deze soort lieden den juisten kijk hebben op wat fei telijk het volk begeert en hoe dit als gewillig instrument zich eer bespelen laat dan door voor hem vaak te hoog gaande levenswijs heid beleerd tè willen worden. Dat is natuur lijk nu niet meer het geval, maar de historie geeft van dat welwillend misverstand her haaldelijk frappante voorbeelden. Het eind is en ik schetste u slechts zeer in het kort de ontwikkeling der gebeurtenissen dat Dio door één, op wien hij hoop en vertrouwen ge steld had, doorstoken wordt. En het slottafereel vormt wederom de Akro- polis van Athene, op welks treden de grijze Platoon meent de godin Athene zelve te hoo- ren, die hem al dezen droeven tegenslag ver klaart» of beter: zacht vermanend verheldert. Er is ln dit boek zooveel moois en het is zoo doorloopeud boeiend geschreven, dat ge enkele eigenaardigheden die aanvankelijk- hinderen, spoedig zonder verder te pruttelen aanvaardt. De schrijver ls er dol op zijn zin nen te bouwen volgens de gebonden construc ties der klassieke talen, waarin de heer Van Iersel vermoedelijk gemakkelijk zich thuis voelt. Een overvloedig gebruik van deelwoor den de plaatsing van. het onderwerp aan het eind van den volzin, een accusativus cum in- finitivo-constructle die in het Nederlandsen altijd een paar graden te geleerd klinkt, ge moet er vrede nxee nemen en u de velerlei boeiende beschrijving er niet om laten ont gaan. Als de schrijver ons gaat vertellen, bij voorbeeld, wie en wat Arete. Dio's lieftallige echtgenoote is, dan doet hij dat op een ma nier, dat ge er kiespijn van krijgt: was zij als een slavinnetje geweest van de belde broeders Dionysius en I-Iermokritos, en was zij daarna, Dio huwende, den zoon van Hlpparinos, wiens zuster Aristomache hare moeder was, na heur huwelijk met haar Vaders broeder Thearidos, toen deze gestor ven was Dio, die als staatsman gunsteling was geweest van den Eersten Dionysios, die hem na diens broeders dood zijne weduwe ge geven had, hem overdragende tevens diens monarchie, eene kleine, en in haar liefde, trouwe vrouwe ook" (pag. 32) Nietwaar, dit ls een buitengewoon heldere wijze van zich uitdrukken. Je ziet het zóó vóór je. Jammer alleen dat het absoluut over bodig ls voor de schildering van Arete. een figuurtje dat verder door dit boek heen zoo Innig fijn en eenvoudig ln haar prachtige liefde voor Dio, haar ma|, door Van Iersel ge- teekend wordt. Als een broos Tanagrabeeldje herschept de auteur haar voor onze lezende oogen en zij is niet het minst ontroerende element in zijn roman. Nog een paar amusante hebbelijkheden van den auteur zijn niet zoo gemakkelijk te ver klaren, en zullen voor meerderen het genot der lectuur vertroebelen, al kan een enkele er misschien een relatie tot slechte dichtkunst in ontdekken- Bijv. op pag. 129en beven de baden de soldaten aan, huilende als te leurgestelde dieren". Aanbidden wordt in be hoorlijk, en niet aanstellerig Hollandsch, toch nog immer van een object vergezeld, en de bezigheid zelve stelt men zich niet als van een huilend dier voor. Natuurlijk weet de schi"ijver dat allemaal best, en die opzettelijk heden moeten dus vermoedelijk dienst doen voor iets anders. Doch wa&rvoor, dat ontgaat ons, evenals het steeds terugkeerend ge scharrel met het woordje „zelve" bij een pro nomen of substantief in het mannelijk en kelvoud Geschoolmeester? Misschien. Maar het is werkelijk de moeite waard er eens op te letten hoe bijna ieder auteur, en daarbij van de beste, er één of eenige vrijpostigheden op na houdt, wat betreft spelling en construc tie der taal waarin hij schrijft; vrijpostighe den die bijna steeds overbodig zijn en den vorm volstrekt niet verfraaien, doch alleen maar demonstreeren dat zoo'n artist alweer „alevel wat raars" bedacht heeft, aesthetisch werken die eigenzinnigheden bijna altijd sto rend. Dat het „verzonken eiland" er zoo wei nig door geschaad wordt, komt door de vele prachtige dingen die er aan vizioenaire be schrijving, aan diepzinnige dialoog ook, in staan. Het is een der beste boeken van de laat ste maanden. J. H. DE BOIS. Hanns Heinz Ewers' „Vampïr" in het Hollandsch vertaald door Ralph Springer. Bij de Nederlandsche uitgevers-maatschap pij is verschenen de vertaling van één van Hanns Heinz Ewers beste en tevens fantas tische romans, namelijk „Vampir" door Ralph Springer. De Hollandsche auteur heeft de typische sfeer die Ewers eigen is, en die al zijn werken kenmerkt in de vertaling weten et behouden. Dit is een zeer groote ver dienste; jammer dat aan deze verdienste hier en daar door storende germanismen af breuk wordt gedaan. Onderhooren voor in- formeeren kan toch niet door den beugel, evenmin als „die Farstin". In het Duitsch zegt me:", weliswaar „Ich habe die Helena ge sehen", cit is echter geen reden om in het Hollandsch te zeggen: „ik heb de Helena ge zien". Wij kennen immers dit gebruik van het lidwoord niet! Doch dit is dan ook het eenige voorbehoud od onzen lof. Het uitgebreide oeuvre van Ewers, heeft hoe men er dan ook over oor- deelen moge iets zeer aparts dat behalve in de inhoud en in de wilde en stoutmoedige fantasie van den schrijver ook gelegen is in den vorm en in den stijl, die waarlijk eenig is. Voor het feit dat het typische cachet in de vertaling bewaard is gebleven, komt den vertaler waarlijk veel lof toe. JONGENSBOEKEN. Fred. Donders onder de Arabieren door C. F. van Dam. (Uitg. Valkhoff en Co. Amers foort) Jan. De Paaschvacantie van vier Amster damsche Jongens door Jaap van Baren. (Uitg. De Steenuil Amsterdam). Twee Hollandsche auteurs zijn in hun jon gensboeken de gebeurtenissen vóór geweest. Zij hebben het romantisch avontuur van den Amerikaanschen jongen man, die zich - in Amerika in de Zeppelin verborg om als „verstekeling" de reis naar Europa mede te maken, blijkbaar voorvoeld en zoo zien wij in het boek van-C. F. van Dam Fred Don ders als blinde passagier per vliegmachine een reis van Schiphol naar Tunis maken en in het jongensverhaal van Jaap van Baren Jan eveneens als stow-away over de grens naar Brussel vliegen. En als wij dan lezen, dat de twaalfjarige Jan evenals de Arae- rikaansche verstekeling bij zijn terugkeer als een held met een krans omhangen nog wel wordt rondgedragen, door jour nalisten wordt bestormd en in triomf door Amsterdam's straten rijdt, zouden wij bijna gaan gelooven, dat de heer Jaap van Baren met den helm geboren is. Wanneer nu maar niet alle Hollandsche jongens na de lezing van zijn boeken dezelfde „bevliegingen" krij gen als deze luchthelden, want dan zou geen vliegmachine meer van Schiphol vertrekken zonder een jeugdige passagier verborgen op de W. C. De heer Van Dam laat Fred Donders zooals ik reeds schreef in Tunis landen. De manier, waarop hij dat doet, lijkt mij niet zonder gevaar voor de verder vliegende piloten en geeft mij geen al te hoogen dunk van dezen schrijver van jongensboeken als paedagoog. Fred maakt zonder eenige scru pule met zijn zakmes zoo maar even een meter lange opexxing in het canvas van den Fokker en wringt zijn lichaam door dat gat heen, de opening' daardoor natuurlijk nóg vergrootend. De schrijver vindt het onnoodig zelfs niet met een enkel woord zijn jeugdige lezers op het roekelooze en onver antwoordelijke van Fred's daad te wijzen. Of dit groote gat misschien ook gevaar kan opleveren voor de twee mannen, die verder vliegen men weet dit als leek toch nooit daar denkt Fred en wat erger is de heer Van Dam niet aan en dat het roeke loos kapot snijden van een andermans eigen dom een ontoelaatbare daad is, doet er blijk baar ook minder toe. Daar wordt zelfs met geen woord ook later niet gewag van gemaakt. Dit. is toch wel een heel groote fout van een schrijver voor de jeugd. Trouwens het is niet de eenige bedenking, welke ik tegen dat Jongensboek heb. Wanneer Fred in Tunis ls geland, komt hij ln aan raking met een Vlaamsch schilder en diens zoon Peerke en wat Fred dan met Peerke onder de Arabieren beleeft ls zoo dwaas en idioot, dat men zich verbaasd afvraagt, hoe een schrijver zulke krankzinnige dingen den jeugdigen lezers kan voorzetten. Ver beeldt. u, dat twee blagen van jongens waar van één zóó uit Amsterdam is gekomen met hun beiden 's nachts in het geheim er op uit trekken, enkel gewapend met een knuppel omeen Franschc dame uit de handen van gevrarlijke Arabieren te ont rukken en dan ln den donkeren nacht op kameslen de woestijn intrekken om dit hel denstuk te bedrijven. En wat er dan verder gebeurt is naar rato! Deze twaalf-jarige jongen is zoo'n held, dat hij zelfs met de dame 'n gewapende Arabieschen schild wacht overrompelt, knevelt en een prop in den mond stopt: Ja. Ja, het ls niet mis. Ik vermoed zoo dat de heer Van Dam al te veel Amerikaansche films heeft gezien en er een beetje door in de war is geraakt! Maar dat een uitgever zulks niet merkt de Holland sche jeugd dezen dwazen onzin te slikken geeft, dat is het bedenkelijke van het ge val. Het Januari-nummer van „De Brug", maandblad voor toegepaste.verkoop- en re clamekunst brengt een aantal artikelen over etaleeren en verkoopen en is voor vaklieden zeker interessant. Aan de druk mag echter wel eens wat meer aandacht besteed wor den. - Eigen Haard. Het vierde nummer van den nieuwen jaar gang van Eigen Haard is illustratief weer heel goed verzorgd. Onder de lectuur is een beschouwing van Elsa Kaiser over het werk van de caricaturiste en schilderes baronesse Lida von Wedell. De wandelaar. A. G. Schoonderbeek, de uitgever van ver schillende boeken op natuurhistorisch ge bied, zond ons thans het eerste nummer van „De Wandelaar", maandblad gewijd aan natuurwaardeering, natuurbescherming, heemschut, geologie en folklore, een tijd schrift dus dat vele natuurvrienden stellig met belangstelling zullen lezen als ze er zelf niet op uit kunnen gaan. De heeren Wigman, Bernink en De Stoppelaar vertellen van hun wintersche zwerftochten in 't vrije veld, Henri Polak heft een „Gooische klaagzang" aan en voorts zijn er bijdragen van Prof. Dr. E. van Everdingen over Ouderwetsche winters, van Prof. J. van Baren over een geologische wandeling langs het strand, van Johan de Meester, Prof. dr. A. van Veldhui zen en M. de Koning. Rinke Tolman is de redacteur van dit blad, dat met een mooie letter op goed papier is gedrukt en flink met foto's en teekenlngen is geïllustreerd. KALENDERS. Er zijn nog enkele kalenders nagekomen. Zoo ontvingen wij van de Nationale Levens- verzeker ingbank te Rotterdam een aardige verjaardagkalender met vier mooie, frissche, kleurige prentjes van Rie Cramer. Het druk werk van de firma L. van Leer en Co. is goed. Paramount zond ons een maandkalender met twaalf goede portretten van de beste filmartiesten dezer maatschappij. De kalen der is duidelijk gedrukt en ziet er goed uit. UIT DE OMSTREKEN VELSEN PERSONALLY B. en W. hebben benoemd tot gemeente werklieden in vasten dienst M. Jansen, G. Wisman, G. Smit en M. P. Krokkee. IJMUIDEN. VISCHOMZET. De omzet in de Rijksvischhallen te IJmui den bedroeg in Januari van dit jaar f 1,396,921 tegen f 1.337,984 in Januari van het vorig jaar. MUZIEKCONCOURS. Dezer dagen vergaderde de feestcommissie welke mede de leiding zal nemen bij het in dezer zomer te houden concours van de har- monievereeniging „Concordia" in hotel Num mer Eéix. Tot voorzitter der feestcommissie werd ge kozen de heer Jo van der Plas en tot secreta ris de heer L. Holtschlag. Het lid der commissie Heere, zal een. plan RADIOVRAGEN. ANTWOORD aan den heer P. H, S. M.f r, Bij gelegenheid zal ik aan uw verzoek vol doen. VRAAG: De heer C. L. v. M. te Spaarn- dam vraagt een goed schema en de daarvoor aan te .bevélen onderdeelen. ANTWOORD: Daar u geheel leek op ra- diogebied bent, raad ik u voor zelfbouw een A.V.R.O.-schema aan, b.v. het wisselstroom- schema. Wanneer u zelf de accu wilt laden, is wisselstroom ongeveer net zoo duur. Wan neer het schema weer in mijn bezit is, zal ik het u een paar dagen ter leen zenden en x* verder antwoorden. ANTWOORD aan den heer C. A. S.: Neen, het antwoord was volledig. Kan één van uw radio-kennissen u niet met het opteekenexi van het schema behulpzaam zijn? ANTWOORD aan den heer L. 3. T.: Ik zal het schema voor u onderzoeken. VRAAG: de heer N. H. te Bloemendaal vraagt of een „luidsprekerschema" in den handel ls. ANTWOORD: Neen, dat ken ik niet. Wel Is b.v. met een Lissenola soms een aardigen luidspreker samen te stellen. Vraag inlich tingen bij een radiohandelaar. Voor aan sluiting op lichtnet raad ik voor u aan het A.V.R.O. wisselstroom-schema. Cocktail is voor accuvoeding. VRAAG: de heer A. de R. te Overveen vraagt een gelijkstroomschema voor ho- nigraatspoelen. ANTWOORD: Daaraan voldoet het A.V.R. O. Aladin-schema. ANTWOORD aan den heer Th. B.: U heeft er werkelijk een keurige teekenlng van ge maakt en ik zal het voor u corrigeeren. VRAAG: De heer D. B. vraagt of er ln de buurt van Frans HalspleinBerkheide- straat een radio-centrale gevestigd is. ANTWOORD: Ik meen dat er in Schoten een radiocentrale ls, maar waar precies, is mij onbekend. Kixnnen „Noordelijke" luis teraars mij hierin helpen? Ik zal probeeren het voor u te weten te komen. ANTWOORD aan den heer C. v. d. W.: Neen, de A.VJt.O. heeft in Haarlem tot nog toe geen stedenavond gehouden. Dit zal X Maart aa. in .4e Vereeniging" geschieden. VRAAG: De heer G. K. zendt een schema ter correctie. ANTWOORD: Ik zal het onderzoeken en het u gecorrigeerd terugzenden. VRAAG: De heer H. W. R. vraagt een 4- lamps gelijkstroom-schema voor de Lendcos spoelen D. S. G. 3. ANTWOORD: Dat wordt dus 2 hoogfre quent, detector en 1 l.f. Het door u ge- wenschte schema kunt u gratis verkrijgen bij de N.V. „Nijkerk's Radio", Leidsche Gracht P6, Amsterdam. Precies opgeven wat u wenscht Het geluid van de schroef zal het waar schijnlijk wel overwinnen, maar dat is overi gens moeilijk te voorspellen! Een eendraais- antenne. Door het schot een flinke porcelei- nen invoer. Verder met porselein Isolatoren van de wanden lsciseren. ANTWOORD aan den heeren J. G. v. N. te Halfweg, B. IJ. en H. H.. Het A A 3-schema zal u worden toegezonden. VRAAG aan den heer H. v. B. alhier: Wilt u zoo goed zijn het A.V.R.O. wisselstroom schema zoo spoedig mogelijk aan ons bu reau terug te bezorgen? Mijn dank.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1929 | | pagina 2