H. D. VERTELLINGEN
De Man met den Horrelvoet
STADSNIEUWS
FEUILLETON.
HAARLEM'S DAGBLAD
WOENSDAG 6 FEBRUARI 1929
(Nadruk verboden; auteursrecht voorbehouden.)
Voorbijgaande Schepen
Naar het Amerikaansch van
O. HENRY.
Mr. Towers Chandler was in zijn kale slaap
kamer bezig zijn rokcostuum op te persen. Het
ecne strijkijzer stond op een klein gascom-
foor, het andere werd met kracht heen en
weer bewogen om den onberispelijken vouw
aan te brengen, die later op den avond van
den onderkant van Mr. Chandler's laag-ult-
gesneden vest zou loopen tot op zijn lakschoe
nen, als hij zou uitgaan in elk opzicht de
goedgekleede, verzorgde knappe jongeman uit
de New-Yorksche uitgaande werelddie hij
niet was!
Chandler's honorarium bedroeg 18 dollar
per week. Hij had een betrekking op een ar
chitectenbureau, was twee en twintig jaar en
was nog naïef genoeg om architectuur als een
kunst te beschouwen. Zoo geloofde hij in ge-
moede al zou hij zich wel hebben gewacht
deze meening in New-York openlijk uit te
spreken, dat de wolkenkrabbers in deze we
reldstad niet zoo volkomen'schoon waren als
bijvoorbeeld de Dom in Milaan.
Van zijn wekelijksch inkomen legde Mr.
Chandler één dollar op zij en aan het einde
van iedere tien weken kocht hij zich van het
al dus opgespaarde geld 'n avond in de kon-
trelen van millionairs en bankmagnaten, een
avond waarop hij zich voor enkele luttele uren
op end'op een rijke jonge nietsdoener kon
voelen.
Hij koos zich met smaak 'n weelderig menu
en een flesch met een étiket, dat gezien
mocht wordenen de negen en zestig vol
gende avonden consumeerde hij getroost zijn
karigen maaltijd in een zooveelste rangs
lunchroom, of als zijn kasmiddelen al te zeer
geslonken waren, een paar boterhammen met
een glas bier op zijn kale slaapkamer. En het
periodiek terugkeerend evenement van het
zitten tusschen „bon vivants" en modieuze
vrouwen met zachte streelende muziek die
van achter de palmen klonk, de droom van en
kele uren dat hij een-van-hen-was, blééf hem
een feest.
Die ééne avond van schittering woog ruim
schoots op tegen vele van bekrompenheid en
duisternis.
Hij wandelde door de drukke straten van de
kontreien van weelde, genoot van het-voorbij -
suizen der weelderige auto's en van de pan
toffelparade van wei-verzorgde heeren of
mondaine vrouwen, merkte op, en werd op
gemerkt, door menig blauw of donker meisjes
oog, want hij was een knappe, goed-gekleede
jongeman!
Op een hoek bleef hij stilstaan, weifelend of
hij nu reeds zou teruggaan naar het keurige,
luxueuse restaurant, waar hij gewoonlijk zijn
tien-weeksche feestmaaltijden gebruikte.
Juist' op dat oogenblik schoot haastig een
meisje den hoek om, gleed uit over een be
vroren plasje en viel met een smak op het
trottoir.
Chandler hielp haar onmiddellijk op de
been. Het meisje strompelde naar den muur
van het dichtsbijzijnde huis, leunde er tegen
en bedankte hem.
Ik geloof dat ik mijn enkel een beetje
verstuikt heb, zei ze.
Doet het erge pijn? vroeg Chandler be
langstellend.
Alleen als ik er met mijn lichaamsge
wicht op rast. Ik denk dat ik over een paar
minuten wel verder zal kunnen gaan.
Als ik u verder van dienst kan zijn.... zei
de jongeman beleefd.
Zal ik een taxi voor u halen of
Dank u, antwoordde het meisje. Ik
weet zeker, dat ik verder geen last hoef te
veroorzaken. Wat dom. van me om zoo slecht
uit te kijken.
Chaidler nam 't nieise eens goed op en hij
voelde zijn belangstelling gewekt.Ze was mooi
met iets verfijnds in haar schoonheid en
haar oogen waren vroolijk en vriendelijk. Ze
was niet bijster opvallend of kostbaar gekleed,
ze kon wel een winkeljuffrouw of een kantoor
meisje zijn, oordeelde hij. Ze had een'eenvou
dige donkere mantel aan en haar donkerbruin
haar, waarvan enkele weerbarstige krulletjes
zichtbaar werden aan de slapen, ging groo-
tendeeJs schuil onder een goedkoop blauw
hoedje. Het type van een „jonge werkende"
vrouw van de beste soort.
Een idee schoot omhoog in het brein van
don jongen bouwkundige. Hij zou het meisje
vragen om met hem te eten! Hier was het ele
ment dat aan zijn schitterende, maar eenzame
festijnen ontbrak. I-Iet meisje was een dame
haar manieren en spraak bewezen dat vol
doende. En hij voelde dat hij het ondanks
haar simpele kleedy prettig zou vinden met
haar aan tafel te zitten.
Het was natuurlijk een inbreuk op de éti
quette om het haar te vragen, bedacht hij,
maar dikwijls zijn meisjes die hun eiger.
brood verdienen niet zoo ei-g conventioneel.
En zijn tien dollars oordeelkundig be
steed. zouden een uitstekende maaltijd voor
hen beiden mogelijk maken. Het diner zou na
tuurlijk ook een prettige afwisseling zijn ir.
ha*- monotoon bestaan en de uitingen van
haar genoegens, zouden aanmerkelijk bijdra
gen tot het zijne.
Ik denk, begon hij ernstig, dat uw
voet langer rust noodig heeft dan u denkt.
Nu ik weet een middel dat u die rust krijg*,
terwijl u tegelijkertijd mij een plezier doet. Ik
was juist op weg naar een eenzaam middag
maal. Als u met mij meegaat, zullen we sa
men eer gezellig diner en een prettige con
versatie hebben en daarna zal uw enkel wc'
weer geschikt zijn om u naar huis te dragen.
Het meisje keek met een snellen blik ir.
Chandler's open, knap gezicht. Er was een
oolijke tinteling in haar oogen toen ze ant
woordde:
Maar we kennen elkaar heelemaal niet.
het is niet zooals het hoort, vind u wel?
Er steekt niets kwaads in. Ik zal mij
even voorstellen. Mijn naam is Towers Chand-
lerJNa ons aiener dat ik probeeren zal zoo uret-
tig mogriijk te maken, zal ik afscheid van u
nemen, of u netjes aan uw huisdeur afleve
ren, net zooals u verkiest.
Meer, protesteerde het meisje, met eer:
blik op Chandler's onberispelijke kleedij,
ik zie er zoo uit met den ouden hoed en man
tel!
Hindert niet, stelde Chandler haar opge
wekt gerust. Ik ben overtuigd dat u er in
deze kleeren aardiger uitziet dan welke dame
ook, die we zullen aantreffen, in het kost
baarste avondtoilet.
Mijn enkel doet mij nog pijn, erkende
het meisje, nadat ze geprobeerd had ee.i
stap te doen. Ik geloof dat ik uw Invitatie
maar moest aannemen, mr. Chandler. Noem*
u me miss Marian.
Gaat u dan maar met me mee, miss
Marian. U hoeft niet ver te loopen. Er is een
uitstekend restaurant 'n paar huizen verder
U hoeft alleen maar op mijn arm te leunen
zooen voetje voor voetje te wandelen.
Het is erg eenzaam om alleen te moeten eten.
Ik ben eigenlijk wel een beetje blij dat u
over die plas bent uitgegleden.
Het restaurant was niet van een zóó ver
fijnde weelde als dat verderop in Broadway,
waar hij anders zijn Lucullus-maaltijden nar:
maar het scheelde toch niet veel. Aan de ta
feltjes zat een publiek dat tot dezelfde wereld
behoorde als dat in het andere établisse
ment; er was een goed strijkje, dat zacht
genoeg speelde om een prettig gesprek moge
lijk te- maken en welks melodieën een ver
fijnd-droomerig element in de atmosfeer
brachten en keuken en bediening waren bo
ven alle lof verheven. Zijn gezellin, ze hal
haar mantel uitgetrokken en was nu in een
eenvoudige blouse (die wel van opmerkelijk
fijn maaksel was en haar heel goed zat en
kleurdei en rok, viel in geen enkel opzicht uit
den toon van deze mondaine omgeving in
tegendeel, de aantrekkelijkheid van haar
gezicht cn figuur werd nog verhoogd door een
aangeboren distinctie. En ze keek naar
Chandler, met zijn aangename, maar zelfbe
wuste manieren en zijn vriendelijke donker
blauwe, schrandere oogen, met iets dat niet
ver was van bewondering.
Toen steeg de bravour van het glorieuze
toeval hem als bruisende champagne naar het
hoofd. Hij was op Broadway, hij zag er in
zijn rok uit als een welgestelde jongeman,
was omringd door kostbare pracht, twee
mooie meisjesoogen die belangstellend naar
hem keken. En al zijn goede engelen kon
den hem er niet van terughouden om de rol
van den rijken jongen dandy te spelen.
Hij vertelde miss Marion van clubs, teas, van
golf en paardrijden, en mooie honden en
cotillons en buitenlandsche reizen en maakte
zelfs toespelingen op een jacht dat in Larch-
ment lag. Het v/as Chandler's groote dag.
De manier van leven, waar u het over
hebt, lijkt me zoo klein en doelloos, zei het
meisje. Hebt u niets geen werk of iets anders
dat u een doel zou kunnen geven?
Li^e miss Marion, riep hij uit, werk
's morgens sport, een half-dozijn visites des
middags, dan kleeden voor het diner, des
av-nds theater of een partijwij zoogenaam
de doe-nieten zijn de hardste werkers van het
land!
Het dmer was afgeloopen en de man en
hec meisje wandelden naar den hoek, waai
hun kennismaking had plaats gehad. Miss
Marion kon alweer een heeleboel beter loo
pen, ze hinkte nauwelijks meer.
Ik dank n wel voor uw prettig samen
zijn, zei ze hartelijk. Ik moet nu gauw naar
huis. Ik vond het diner heel lekker en gezellig,
mr. Chandler.
Hij diukte haar de hand, terwijl hij genoe-
gehjk glimlachte en zei iets over een spelletje
bridge in een club. Hij keek haar een oogen
blik na, terwijl ze zoo snel als haar bezeerde
enkel het toeliet, wegwandelde en riep toen
een taxi aan om hem naar huis te rijden. In
zijn kamer borg Chandler zijn avondcostuum
weg vooi een rust van negen-en-zestig dagen.
In gepeins keek hij er naar.
Dat was een allemachtig aardig meisje, zei
hi'j tegrn zichzelf, 't Goeie soort. Misschien
als ik haar de waarheid verteld had, in plaats
van al die onzin.... hadden we... maar ver
duiveld ik moet mijn kleeren toch eer aan
doen!
Het meisje spoedde zich, nadat ze haar ca
valier verlaten had, door de straten, tot ze
een mooi statig huis bereikte, gelegen aan de
Avenue waar Mammon troont met zijn goden
van lageren rang. Vlug ging ze naar binnen
en liep haastig naar boven, naar een kamer
waar een andere knap jong meisje, gespan
nen uit het raam stond te turen.
Jij lijkt wel mal! riep het andere meisje
toen ze haar zusje zag, om ons zoo in
doodsangst te laten zitten. Het is al twee uur
geleden dat je de deur bent uitgeloopen in die
armoedige oude mantel en met Marie's hoed
op. Mama weet zich geen raad van angst. Ze
heeft Louis in de auto uitgestuurd om je te
zoeken. Je bent eigenlijk nog een ondeu
gend kind.
De andere zuster drukte op een knopje en
een oogenblik later verscheen een kamer
meisje.
-r- Marie, wil je aan Mama zeggen dat miss
Marion terug is?
Wees toch niet boos, zus, zei Marion.
Ik ben alleen maar even uitgegaan om aan
madame Theo te zeggen dat ze mauve gar
neering op mijn jurk moest zetten inplaats
van rose. Mijn oude mantel en de hoed van
Marie waren net geschikt voor zoo'n bood
schapje. Alle menschen zullen wel gedacht
hebben dat ik een winkelmeisje was!
Het andere meisje scheen alweer verzoend
Het diner is al afgeloopen zei ze, nu veel
vriendelijker. Je bleef zoo lang uit.
Ja, ik kon er niets aan doen. Ik ben uit
gegleden over een bevroren plas en verstuikt?
mijn enkel. Toen ben ik naar een restaurant
gestrompeld en ben daar blijven zitten tot de
pijn bedaard was. Daarom ben ik zoolang
weggebleven.
De twee meisjes zaten in de vensterbank en
keken uit in den avond naar den stroom van
auto's in de Avenue, die in de richting van de
theaterbuurt gingen. De jongste van de twee
nestelde zich tegen haar zuster aan, met het
hoofd op haar schouder.
Eens op een dag, zei ze droomerig,
zullen we moeten trouwen, allebei. We heb
ben zooveel geld, dat het ons niet is toege
staan het publiek teleur te stellen. Zal ik je
eens vertellen van wat voor soort man ik
zou houden, zus?
Ga je gang, babbelkous, zei het oudste
meisje lachend.
Ik zou kunnen houden van een man
met donkerblauwe, vriendelijke oogen, die
zacht en voorkomend is tegen arme meisjes,
die er knap uitziet en een goed hart heeft en
de meisjes niet beschouwt als voorwerpen
voor flirt en voor niets beters. Maar ik zou
alleen van hem kunnen houden als hij een
ambitie had, een doel om voor te werken. Het
zou me niets kunnen schelen of hij arm was,
als ik hem kon helpen zijn werk op te bouwen.
Maar je weet, zus, het soort mannen dat wij
altijd ontmoeten.... die jongelui die niets an
ders weten dan sport en clubsvan zoo een
zou ik niet kunnen houden, al had hij ver
standige. vriendelijke, donkerblauwe oogen en
al was hij nog zoo vriendelijk tegen arme
meisjes die hij op straat ontmoette
BOND VAN NED. ONDERWIJZERS.
Dezer dagen hield de afdeeling Haarlem
van den Bond van Ned. Onderwijzers haar
jaarvergadering.
De heer Panman bracht verslag uit van
de Algemeene vergadering, welke in de Kerst
vacantie te Arnhem is gehouden.
Daarna kwamen de jaarverslagen van de
afdeeling en de verschillende commissies in
behandeling. Na een paar opmerkingen
werden ze met algemeene stemmen goedge
keurd.
Het ledental steeg van 216 tot 221. Van het
vaste personeel in Haarlem is de groote
meerderheid in den Bond georganiseerd.
Herdacht worden in het verslag de overle
den collega's mevr. Bouwman-Klots en mej.
Van Santé.
Een paar keer had bet bestuur een on
derhoud ten stadhuize, o.a. om te bespre
ken, waar de nieuwe school in Schoten moet
komen.
Vier adviezen aan het gemeentebestuur
werden uitgebracht, nl. over de splitsing aan
de H.B.S. in Fransehé en Franschlooze klas
sen; de reorganisatie van het Vervolgonder
wijs; de jaarlijksche reorganisatie na de
aangifte van nieuwe leerlingen, en de reor
ganisatie der Handelsavondschool.
Op het Bondsadres tot stichting van een
nieuwe U. L. O. nam de Raad een gunstige
beschikking. Verzonden werden verschillen
de adressen, nl. over het aanstellen van
schoolbewaarders; het benoemen van tegen
standers van het Openbaar onderwijs; de
school en de aubade van Koninginnedag.
Aan den Raad van Heemstede werd een
adres gezonden tegen het ontslag van de
huwende onderwijzeres.
Verschillende vereenigingen werden dóór
een subsidie gesteund. Aan de Ondersteu
ningskas werd afgedragen 209.50 en aan
het Herstellingsoord in Lunteren 446.34.
De begrooting werd vastgesteld tot een be
drag van 4952.27.
Het bestuur werd herkozen. Dit bestaat
dus voor 1929 uit: F. Wynia, voorzitter; G.
Brouwer, Overtonstraat 9, secretaris; J.
Stolp, penningmeester, E. H. Dik; C. J. Rij
kers, P. Schaft en J. L. Munnik.
VEREENIGING „OOST EN WEST"
INDISCHE FILMAVOND.
De afdeeling Haarlem en Omstreken van
de Vereeniging „Oost en West" liet Dinsdag
avond in den Schouwburg aan den Jansweg
weer eens een Indische film vertoonen, na
melijk „De Tabakscultuur in Deli" van het
Amsterdamsch Tabaksbureau. Het bestuur
heeft hiermede weer vélen aan zich ver
plicht, want wat op het witte doek vertoond
werd was hoogst interessant. Wij zagen de
uitgebreide tabakscultuur van de allereerste
werkzaamheden af, namelijk het kappen
van de boomen in het oerbosch om ruimte
voor den aanplant te verkrijgen. Op de daar
voor geschiktste gronden worden de zaad
bedden aangelegd. Getoond wordt hoe de
plantjes er uitzien tien dagen na het zaaien,
vervolgens twintig dagen daarna, totdat zij
na ongeveer 38 dagen voor de verplanting
gereed gemaakt worden. De voorbereidende
werkzaamheden daarvoor zien we in het
tweede deel, zooals het maken der plant-
gaten en de bemesting daarvan, en vervol
gens het planten. De vrouwen zorgen voor
de plant en de nabemesting. Van hoeveel
beteekenis ook hier het mesten is, wordt
aanschouwelijk voorgesteld: een weelderige
groei van een bemest bed cn achterlijke
planten waar niet gemest is.
Het is evenwel niet alles goud wat blinkt,
want we zien hoe ook de tabakscultuur door
ziekten en plagen bedreigd wordt. Dit eischt
een intensieve bestrijding.
Het gewichtigste moment In de tabakscul
tuur is de pluk, die door koelies verricht
wordt, waarna de planten op een tamelijk
omslachtige wijze naar de droogschuren ge
bracht worden. Als die tenminste op tijd ge
reed zijn. In het derde deel kan men zien
op welk een handige manier deze groote
schuren gebouwd worden, waarbij stokken en
bladeren de belangrijkste materialen zijn.
In de schuren worden de bladeren op mat
ten neergelegd, waarna ze door vrouwen met
tachtig tegelijk aan een touwtje geregen
en opgehangen worden. Na ongeveer 20 a
22 dagen zijn ze droog genoeg om aan bun
dels gebonden te worden en in de transport-
kisten te worden verpakt.
Zoo zien we alle werkzaamheden, die eerst
verricht moeten worden, voordat de liefheb
ber van rooken zijn sigaartje of pijp tabak
aan den mond kan brengen.
Een buitengewoon leerzame film.
Belangwekkend is ook o.m. het werk van
het Europeesch, Javaansch, Chineesch en
ander personeel op de verschillende tabaks
ondernemingen, waarvan vele afbeeldingen
na de pauze op het doek kwamen.
DE TRAM.
VERANDERING IN HET
ééNMANSSYSTEEM.
Het is bekend, dat de vakvereenlgingen
van het personeel der N.Z.H.T.M. een actie
begonnen zijn voor de afschaffing van het
éénmanssysteem. Nu het vervoer door het
vermeerderen van de overstapjes toegeno
men is en de wagenvoerders en conducteurs
meer tijd moeten besteden aan het afgeven
van kaartjes, blijkt herhaaldelijk, dat door
den éénmanswagen vertragingen ontstaan.
De vakvereenigingen zijn van meening, dat
het belang van de maatschappij en van het
personeel de afschaffing van den éénmans
wagen eischt.
Het blijkt evenwel uit een pas ingevoerde
maatregel, dat de tramdirectie niet genegen
is om het éénmanssysteem geheel op te ge
ven. De groote motorrijtuigen met midden-
balcon zijn thans ook tot éénmanswagens
verbouwd. Nabij dè plaats van den wagen
bestuurder is een deur gemaakt. De deuren
van het midden-balcon blijven dan gesloten.
Op niet-drukke uren laat de directie deze
wagens door één man bedienen. Maar alleen
als er een volgwagen is. Het heeft nog niet
tot veel oponthoud geleid, omdat de passa
giers meenend, dat de motorwagen geen
passagiers opneemt in den volgwagen
stappen.
De tramdirgetie zendt ons de volgende
mededeeling:
Tengevolge van de opheffing van de Cein-
tuurlijn en de tariefswijziging van 1 Januari
ji. is het aantal reizigers op lijn (1) „Scho-
ten-Heemstede" aanmerkelijk toegenomen.
In verband daarmede zal, ter verkrijging
van een meer regelmatigen dienst, op het
tramwegge'deelte „Schotenden Hout"
zoo mogelijk van Maandag 11 Februari af
gedurende de drukste gedeelten van den
dag een z.g.n. „opstapwagenvoerders-dienst"
worden ingevoerd.
Om zoo groot mogelijke eenvormigheid te
hebben zal op die lijn bij alle motorwagens
met eindbalkons onverschillig of zij mét
of zonder aanhangwagens loopen over
het voorbalkon zoowel worden in- als uitge
stapt.
Daarom vervalt het bord met het op
schrift: „Eenmanswagen, gepast geld of
plaatsbewijs gereedhouden".
Elk motorrijtuig met voor- en achterbal
kon wordt aan de voorzijde voorzien van
een bord met het opschrift: „voorbalkon
instappen".
Tusschen Schoten en den Hout neemt de
opstapwagenvoerder het besturen van de
tram over van den wagenvoerder-conduc
teur en treedt deze laatste dan op als con
ducteur. Tusschen den Hout en Heemstede
verricht de conducteur wederom de volledi
ge taak van wagenvoerder-conducteur van
den éénmanswagen, heeft de hulpwagenvoer-
der de tram verlaten en moeten de reizigers
gepast geld, of plaatsbewijs gereed houden.
Opmerking verdient dat-het vorenstaande
niet geldt ten aanzien van de motorwagens
met middenbalkon".
FAILLISSEMENTEN.
Door de Haarlemsche r.echtbank zijn in
staat van faillissement verklaard:
1. G. van Eerden, van beroep koopman in.
boter en kaas wonende te Bloemendaal. Zo-
merzorgerlaan 40. Curator Mr. J. Hoog.
2. C. P. Oudenjans, van beroep timmer
man, wonende te Zaandam, Nieuwe Heeren
gracht 1, Curator Mr. L. V. Hoog.
3. H. M. P. Martinot, van beroep koopman,
wonende te Haarlem, Bosch en Vaartstraat
5. Curator Mr. L. J. Venhuizen.
4. A. van Schie, van beroep bouwman, wo
nende te Hillegom, Rijksstraatweg, Curator
Mr. A. A. Huizenga.
5. D. Bosch, van beroep bloemist en win
kelier, wonende te Heemstede, Zandv. laan
175, Curator Mr. G. E. Mellema.
6. N. J. Sondorp, van beroep winkelier in
feestartikelen, wonende te Haarlem, Kleine
Houtstraat 113, Curator Mr. J. A. P. C. ten
Bokkel.
7. J. van der Spruyt, van beroep slager,
wonende te Zandvoort, Haltestraat la. Cura
tor Mr. J. H. J. Simons.
Rechter-commissaris in deze faillissemen
ten is: Jhr. mr. E. J. Strick van Linschoten.
Opgeheven faillissementen:
1. H. la Grand, van beroep manufacturier,
wonende te Edam.
2. P. J. van der Linden, van beroep win
kelbediende, wonende te Heemstede.
3. N.V. Haarl. Stoomververij en Chemisch®
Wasscherij J. Wulf, gevestigd te Haarlem.
GEVONDEN DIEREN EN VOORWERPEN.
Terug te bekomen bij
Hillebrand, P. Bolwerk 34, armband; De
Boer, Hoof manstraat 34, autoband; Oudolf
Oranpjeboomstraat 76, bril in étui; Mok,
Spaarnwouderstraat 9 d, rood, broche; v. Bog-
get, M. v. Heemskerkstraat 29, cahier met
aanteekeningen; mings, M. v. Heemskerk
straat 34, handschoen; Timmermans, Lelie
straat 29, handschoen; Buitink, Nagtzaam-
straat 14 r, handschoen; Bur. van Politie,
Smedestraat, handschoen; Consent, Schee-
perstraat 19 R., harspeld; De Liefde, Oranje
straat 189, horloge; Cassee, Ternatestraat 7,
knipmes; v. d. Rostijne, Besoekistraat 24,
kous; Mient, Zonnebloemstraat 20, kat (grijsj,
v. Kempen, Gen. Bothastraat 47, portemón-
naie met inhoud; Valk, T. v. Berkhoutstraat
58, portemonnaie met inhoud; v. El, A. L. Dy-
serlnckstraat 92, handpomp; Tervoort, Hage-
lingerweg 224, Santpoort, rijwielbelasting-
merk in étui; Geldorp, Soendaplein 28, ring;
Schenkel, Karolingenstraat 13, reticule; Por
ren, Timorstraat 19 d, stopsleutel; Konings,
M. v. Heemskerkstraat 34, sleutel; Booy, Bar-
revoetestraat 17, schaats; Handgraaf, St.-
Bavostraat 8, idem (kinder); v. d. Meij, v.
Marumstraat 36 rood, shawl; v. Waard, Ba-
kenesserstraat 11, schroef van as; v. d. Linden
T. v. Berkhoutstraat 25 rood, taschje met in
houd; Jutting, Jan Steenstraat 95, vulpotlood,
v. Westerhoven, P. Krugerstraat 58. vouw-
wagentje; Nijman, K. v. Manderstraat 99,
werkjas.
NGEZONDEN MEDEDEELINGEN a 60 CenU
per regel.
STOFZUIGERHUIS MAERTENS
BARTELJOR1SSTRA AT 16
Telefoon No. 10756
APEX ELECTRiSCHE WASCHMACHINES f275
School - epidemieën
vormen een gevaar,
waarmede alle ouders
rekening moeten houden
- welk gevaar echter be
duidend geringer wordt,
wanneer den kinderen
PASTILLES
meegegeven worden
Panflavin-Pastilles vor
men een voortreffelijk
voorbehoedmiddel tegen
die verschillende aan
vallen, welke zoo licht een
besmetting bevorderen
Bli apothekers on drueistoc
'orkriiiibaar. Prij» W ets
EEN GESCHIEDENIS VAN DEN GEHEIMEN
DIENST.
Uit het Engelseh van
DOUGLAS VALENTINE.
33)
Ik zal heel voorzichtig omspringen met
je broer, Monica, zei ik. Hij heeft me
maar eenmaal gezien, maar je moet er wel
aan donken dat ik heel veel op Francis lijk
en die kent hij tamelijk goed. Ben je niet
bang dat hij mij herkennen zal?
Wel. het is jaren geleden dat hij je ge
zien heeft. En nu je snor er af is, lijk je
niet zooveel op Francis. Als je maar oppast,
kan er niets gebeuren en het is niet voor
lang, moet je denken. Laten we nu maar
naar binnen gaan.
Toen de deur open g!ng, riep een onge
duldige, geprikkelde stem:
Ben jij daar. Monica? Zeg, ls het de
bedoeling dut ik den heelen morgen alleen
moet blijven? -
Gerry-lief, ik heb juist gezorgd dat ik
iemand kreeg om een beetje op Je te letten.
Kom, hier. Mayer! Dit is Frederik Mayer.
Ik zou den knappen jongen dien ik vroe
ger ééns ontmoet had, %ooit hebben herkend
in den bleeken man met pijnlijke gezichts
trekken die me met gefronst voorhoofd uit
het bed aankeek.
Wie is hij? Hoe kom je aan hem? Kent
hij Duitsch?
Monica antwoordde met onverstoorbaar
geduld op de reeks vragen die hij op haar
afvuurde.
Hij scheen tevreden gesteld, want toen
Monica de kamer uitging, duwde hij me een
stapel Duitsche kranten toe en vroeg mij
hem voor te lezen.
Maar na tien minuten wist ik al wat voor
vleesch ik in de kuip had. Monica had geen
woord teveel gezegd. Hij was met niets te
vreden. Hij beweerde dat hij me niet kon
verslaan, schold op mijn Engelsch accent en
de Engelschen, ging te keer op de Ameri-
kaansche doctoren die hem hadden afgezet,
maar niet hadden kunnen genezen en ba
zuinde den lof van de Duitsche geneesheeren
die hem voor driekwart van hetzelfde geld
al een heel ander mensch hadden gemaakt.
Hij scheen een groot bewonderaar van de
Duitschers en Duitschland.
Ten slotte moest ik toch maar weer voor
lezen.
Lees me voor wat er in de kranten staat
over die geschiedenis in Hotel Esplanade gis
teravond, commandeerde hij.
Monica had gezegd dat er niets over in
de bladen stond en Ik vroeg me af hoe Gerry
er iets van kon weten. Monica had het hem
zeker niet verteld.
Wat voor geschiedenis bedoelt u? Ik
heb niets in de kranten zien staan, ant
woordde ik onschuldig.
Natuurlijk staat er wat over in. Wat
heb ik er aan dat je me de kranten voor
leest, als je niet eens het nieuws kunt vin
den waar iedereen vol van is. Dan zal Jozef
het wel weten!
Een bediende was geruischloos de kamer
binnengekomen met wat kleeren over den
arm.
Gerry draalde zich naar hem toe.
Josef, waar heb je dat verhaal gelezen
over den aanval van een Engelschen spion
op een heer in Hotel Esplanade?
Dat heb ik niet gelezen, meneer. Er
staat niets over in de krant. Ik heb het ge
hoord van den chauffeur van de Bieder-
manns hiernaast. Hij was in het hotel om
zijn patroon van de danspartij af te halen.
Ze willen niet dat er wat van in de kranten
komt.
En de man haalde veelbeteekenend de
schouders op.
Ijc voelde mij tijdens dit gesprek niet be
paald op mijn gemak en was opgelucht toen
ik order kreeg om „voor den duivel" dan
maar verder te lezen.
Ik las den jongen Amerikaan den gehee-
len verderen morgen voor. Zijn humeur
bleef allesbehalve zonnig. Hij scheen zich
vooral aan mijn Engelsch accent te ergeren
en sprak telkens smalend over „je Engelsche
vrienden", zoodat ik bijna iets achter deze
toespeling begon te zoeken. Maar het was
uitsluitend een uiting van zijn prikkelbare
stemming, want toen Jozef binnenkwam met
de lunch, maakte de patiënt zijn excuses
over zijn gedrag.
Je moet maar denken, Mayer, zei hij
voor zijn doen buitengewoon vriendelijk,
dat als ik af en toe vreeselijk onhebbelijk
ben, dat komt omdat ik me niet verroeren
kan. Maar je bent een beste kerel hoor; ga
nu maar koffiedrinken. Je hoeft voor vieren
niet tërug te komen; ik slaap altijd na de
lunch. Hier heb je e?n sigaar!
Ik accepteerde de sigaar met gepaste be
scheidenheid, zooals dat bij mijn rol hoorde
en volgde den dienaar in de aangrenzende
kleine kamer, waar de tafel voor mij gedekt
was. Ik ben buitengewoon gevoelig voor in
vloeden van buiten en voelde bij intuïtie
achterdocht tegen dien Josef. Ik vermoedde
dat mijn binnendringen in een sfeer, waar
zijn invloed tot nu toe onaangetast heeïsch-
te en waar hij zich van de vette kluifjes ver
zekerd had, hem allesbehalve aangenaam
was.
Hij liet mij alleen met een uitstekende
lunch, die besproeid werd door een bijzonder
goeden rooden wijn. Toen ik klaar was met
eten en van een boek en mijn sigaar zat
te genieten, verscheen Jozef weer.
Frau Grafin wenscht dat Je beneden
bij haar komt, kondigde hij aan.
Monica wachtte me in een ruime ontvang
kamer (het appartement had twee verdie
pingen). Ze was opgewonden en scheen haar
gewone kalmte heelemaal kwijt te zijn.
Des, begon ze, von Boden is hier
geweest.
Wel? vroeg ik gretig.
Ik heb niet veel succes gehad. Ik heb
den Generaal nog nooit gezien zooals hij
vandaag was. Hij is een geweldige bullebak
en een afschuwelijke tyran, maar zijn groot
ste vijand kan hem niet beschuldigen van
lafheid. Maar vandaag was de man bepaald
bang, bang voor zijn hachje, zou ik zeggen
en het kostte me de grootste moeite om ook
maar één woord uit hem te krijgen over
de geschiedenis van gisterenavond. Ik maak
te er een humoristische toespeling op en
toen zei hij somber:
Gisterenavonddat kon wel eens
niet alleen de ruïne beteekenen van mijn
eigen carrière, maar ook van die van mijn
zoon. De dag van gisteren heeft mij iemand
tot vijand gemaakt, Madame en het betee-
kent ondergang, misschien wel den dood,
dien man tot vijand te hebben.
U bedoelt den Keizer?
De Keizer? zei hij. O natuurlijk, hij
is bulten zichzelf. Neen, den Keizer bedoel
de ik niet.
Toen begon hij over wat anders en het
was een heele toer om hem weer op het cha
piter terug te krijgen. Ik vroeg hem of ze
den man die den aanslag In „Esvilanade"
gep'eegd had, al hadden gepakt. Nog niet,
zei hij. maar dat ls alleen maar 'n kwestie
van tijd. De kerel kan niet ontsnappen. Ik
opperde de veronderstelling dat ze het sig
nalement van den aanvaller wel door het
heele land zouden verspreiden, maar ik kreeg
ten antwoord dat ze iets dergelijks zeker
niet zouden doen.
(Wordt vervolgd.)