HAARLEM'S DAGBLAD
TWEEDE KAMER.
OP DE SCHAATS VAN HALFWEG NAAR LEIDEN.
De overeenkomst tusschen Quirinaal
en Vaticaan
D'vt
V>
FEUILLETON
Het Meisje uit de Stad
DONDERDAG 14 FE3RUARI 1929 DERDE BLAD
Optimisme beloond. De plattelandsbevolking doet
meer aan schoonrijden. Stofplaag. Een echt
Hollandsch landschap.
r Mijn lust tot dezen tocht, met den sner
penden oostenwind en een temperatuur,
midden op den dag nog zoo ver onder het
vriespunt, was niet bepaald groot, maar de
overweging van mijn tochtgenoot dat de zon
scheen, dat we van Halfweg tot Leiden den
wind vrijwel in den rug zouden hebben, gaf
den doorslag en midden op een dag bracht
de tram ons naar Halfweg, waar we op de
Ringvaart opbonden.
Het eerste einde, tot het stoomgemaal
„de Lijnden" viel al niet tegen. Het ijs
was niet alleen-zeer sterk geworden, dank zij
de vorst van den faatsten nacht, maar rechts
en links van de vaargeul gced berijdbaar,
zoodat we vrij snel bij het stoomgemaal wa
ren.
Daar begon de tocht eerst goed. Met den
wind in den rug. over een spiegel gladde
baan, alleen hiet en daar gerimpeld op de
randen van de toegevroren wakken, waren
we in Hoofddorp, voor we het wisten en
zonder eenige inspanning. Wie zich met
eenig voertuig op den weg langs de vaart
in tegenovergestelde richting bewoog, had last
van den sterken wind en de koude, fietsers
liepen stampvoetend naast hun rijwiel, auto's
waren versierd met een rookpluim als een
locomotief, door de bevroren circulatie van
de waterkoeling.
Maar op de vaart, diep, en beschut en in de
zon was het zoo goed, dat mijn tochtgenoot
zijn jas aan zijn rugzak bevestigde.
Mijn schaatsen waren niet in al te beste
conditie. Bij lederen 6lag scheven ze iets af
op het harde ijs en in Hoofddorp wer,den ze
terwijl we er op konden wachten, op natten
Steen geslepen
Het eind HoofddorpNieuw Vennep bracht
ons over eenige ijsbanen waar onze doorrit
de hilariteit verwerkte van de baantjesrijders.
We waren dan ook de eenigen, alleen later
op den middag, dichter bij Leiden, waren
er enkele schaarsche sportbroeders te be
kennen.
Opvallend was het groote aantal dorpe
lingen, dat zich op verdienstelijke wijze
bezig hield met schoonrijden.
Ik geloof, dat dit er onder de plattelands
bevolking, die zich vroeger in hoofdzaak met
tochten maken en hardrijden bezig hield,
meer en meer in komt. De toenemende
scheepvaart, die in normale winters de vaar
geulen weet open te houden, zal daar ook
wel niet vreemd aan zijn.
Op het gedeelte van Nieuw-Vennep naar
de Kaag lag hier en daar veel stof op het
ijs, afkomstig van den grindweg, wat ons zoc
nu en dan vreemde bewegingen deed maken
om ons evenwicht te bewaren en onze snel
heid, wel gemeten 18 a 20 K.M. per uur,
sterk verminderde. Maar iets verder hield
die stofplaag weer op, het kanaal draaide
nog iets meer naar het Zuid-Westen wat
maakte, dat de wind nog iets meer vat op
ons kreeg. Merkwaardig waren in dit ge
deelte de vele plekken waar water uit den
bodem van het kanaal opwelt en het ijs
slechts in een dun laagje lag, pas in den
laatsten nacht iets toegevroren. Men had
deze plekken goed met takken of stroo aan
gegeven.
Bij het dorpje Kaag stelden we ons op de
hoogte van de route naar Leiden, rechts oi
links van de vaargeul. Met sleden bracht
men een vrachtje over de Ringvaart naar
een vrachtauto, alleen bij het pontje was
men er in geslaagd een geul open te houder
Rechts van de vaargeul lag een weinig be
reden maar prachtig-mooi ijsveld, te mid
den van een mooier landschap dan de rech
te oevers van de hoofdvaart in de Haar
lemmermeer. Dit echt-Hollandsche land
schap, gestoffeerd nog met een enkel „koek
en zoopie" en een ijsschuit, die als een vlug
ge vlinder heen en weer schoof, was een
prachtig besluit van den tocht. We dron
ken warme anijsmelk met peperkoeken. De
houder van dit „tentje", als ik de gespan
nen zeilen zoo noemen mag, klaagde erg
over het slechte bezoek en de weinige rij
ders.
We reden daarna, het spoor volgende van
de ijsschuit, die met een vele malen groo-
ter snelheid voor ons uit gegaan was, in de
richting van de sleutelstad, die we, vlugge-,
dan onze bedoeling was, zeer dicht nader
den.
Op een kruispunt van waterwegen bij
Oegstgeest sloegen we daarom rechtsaf, u.
de richting van Rijnsburg. Op de ijsbaan
van een Oegstgeester ijsvereeniging washer
vrij druk, een kort stukje reden we naar
het Westen met de duinen en Katwijk voo.
ons.
Voorbij Rijnsburg werd het plotseling
minder, vooral door het stof, dat weer eva
erg was als op het stukje bij Nieuw-Vennep.
Hier besloten we af te binden en met tram
en trein naar huis te gaan, al was het nog
lang niet donker.
Het had niet in de bedoeling gelegen iets
te presteeren, maar een echten tocht op da
schaats te maken, door een afwisselend
landschap, over mooi ijs. Ondanks de lage
temperatuur en den sterken wind kan i.;
den lezers zeker aanraden, een dergelijke^
tocht te maken. Mits men zijn route zoo
kiest, dat men geen tegenwind heeft, valt
alles best mee.
C. SIPKES.
13 Februari.
Kliekjesdag. Weinig belangrijks. Samenvoeging
van de douanebehandeling en het scheepvaartverkeer
op den Rijn. Mobilisatie-slachtoffers.
Wij hebben een collega, die, wanneer de
Kamer lange begrootingsdebatten houdt, die
ongeveer gelijkluidend zijn met die van het
vorige jaar, zijn Kameroverzicht doet' lui
den: „niets overzichtelijks".
Dat is het heele overzicht!
Welnu wij hebben geaarzeld of we met
zulk een kort overzicht voor de vergadering
van heden niet zouden kunnen volstaan.
Want er werd al heel weinig behandeld, dat
een meer algemeen belang had. Immers,
lang opgewarmde kliekjes werden op de par
lementaire tafel gezet in een aantal conclu
sies met alleen persoonlijk belang. Eenige
discussie ontwikkelde zich over het geval van
den heer A. Schipper, gewezen brugknecht
bij den Rijkswaterstaat te Ilpendam, die on
gevraagd eervol ontslag had gekregen. De
meerderheid van de Kamer was het niet
eens met den heer J. ter Laan, die den
adressant weer wilde herstellen in zijn oude
functie: niet eens, met 5618 stemmen. Zij
meende, dat het ontslag terecht had plaats
gehad.
Breede discussie ontspon zich over het
tractaat, op 28 April 1928 te Berlijn gesloten
en waarbij besloten is de douane-beliande-
lirig aan de grens in het scheepvaartverkeer
op den Rijn samen te voegen. Ieder, die lo
gisch denkt, en dus alle Kamerleden, die
over het ontwerp tot goedkeuring van het
verdrag spraken moesten tot de conclusie
komen, dat het in- en uitklaren op één plaats
den vaart ij d bekort, vaart-efficiency op be
langrijke schaal In de hand werkt. Dit was
de groote kant van het ontwerp, dat econo
mische beteekenis heeft, wijl een sterke ver-
keersverbetering het gevolg is verkeers-
belemmermg aan de grenzen wordt beperkt
door de formaliteiten te Emmerik te doen
plaats hebben.
Maar er zijn gevolgen voor de hande
laars, die in Lobith wonen, In Herwen en
Aerdt, gevolgen uiteengezet door de heeren
van Voorst tot Voorst, van Schaik, J. J. G.
van Dijk, van Sasse van IJsselt, Bulten.
Brautigam, Deze handelaars toch leveren
waren en proviand aan de schepen, die naar
boven varen, wanneer zij stilliggen bij Lo
bith. Schade ook voor den schepeling, die in
Duitschland meer moet betelen, dan hier
te lande voor wat hij koopt.
De evengenoemde heeren verschillen in
methode om aan deze benadeeling te ontko
men. De heer van Voorst wilde eerst duide
lijke bepalingen in de wet hebben, waaruit
zou blijken, dat de benadeelden geholpen
zouden worden, anderen (de heeren van Sas
se en Brautigam) wilden de behandeling
schorsen om voor de, den Rijn opvarende
schepen te Lobith alle douaneformaliteiten
plaats te doen hebben, en voor de afvarende
schepen te Emmerik. De heer Kortenhorst
wilde om de internationale verkeerscommis-
sie het ontwerp aannemen en dan laten zien,
wat er gedaan kan worden voor de gedupeer
den. De heer van Dijk zag de tijdsbesparing
nog niet als zóó duidelijk, dat hij daarvoor
de belangen der handeldrijvend en wilde op
offeren.
De minister van Financiën was niet ge
neigd tot schorsing. Emmerik moest behou
den worden als eenige plaats van formali
teiten, wijl, omdat de inklaring meer betee
kenis heeft dan de uitklaring, in het verband
van het geheel van de Rijnvaart Emmerik de
meeste beteekenis heeft. Minister de Geer
betoogde (de heer Knottenbelt ging in de
zelfde richting) dat het algemeen belang
moet voorgaan, hier Ugt bovendien een in
ternationaal verkeersbelang. Altijd zeide
de minister is er geklaagd bij de opheffing
van een ontvangerskantoor, bij de wegne
ming van een garnizoen over de nadeelen
voor bepaalde groepen. Toch mag daarvoor
niet worden geweken, waarneer een onlogi
sche toestand daarvan het gevolg is. De
minister herinnerde aan wat er gesproken en
geschreven en geklaagd was bij de invoering
van de machine en toch mocht de invoering
daarvan niet worden tegengehouden. De
minister wees er bovendien op, dat voortaan
wel niet in Lobith zal gekocht worden voor
de approviandeering van de opgaande vaart,
maar in de gemeenten waar ligplaats wordt
gezocht: Arnhem, Zalt Bommel enz.
Verwerping direct van het ontwerp
wenschte niemand. Maar men wilde toch
ook duidelijkheid over e.v. hulp van regeerings-
wege aan gedupeerden. Deswege kwam er
een motie-van Schalk, die van de regeering
vroeg een algemeen onderzoek naar de eco
nomische en financieele gevolgen van het
ontwerp, om na afloop daarvan voorzienin
gen te treffen ten einde tegemoet te komen
aan de schade, die zou geleden worden. De
aanvaarding van deze motie legde naar
't inzicht van beide, van de regeering en van de
heeren Marchant en Heemskerk een te
groot verband tusschen aanvaarding van het
ontwerp en het bedrag, dat ter beschikking
zou worden gesteld. De motie vroeg ook
schorsing, tot het rapport over het onderzoek
zou zijn ingekomen. De minister kon dezo
schorsing evenmin aanvaarden, als het even-
genoemde verband tusschen aanvaarding
van het ontwerp en hulp, immers dan zou
zelfs de regeering nooit zonder meer kunnen
overgaan tot b.v. de verandering van een
gemeente van inklaring. De motie viel met
5013 stemmen.
Het ontwerp zelve werd aanvaard met
4618 stemmen.
Bij het laatst behandelde punt het
adres van het bestuur van den Bond van
Mobilisatie-invaliden betreffende betere
steunverleening aan z. g. „mobilisatieslacht
offers" vroeg de heer Duymaer van Twist,
waarom in de nieuwe concessie-Deckers het
sociaal-democratische element niet voor
komt. Mini A er Lambooy deelde mede, dat
hij gaarne de commissie zoo veelzijdig moge
lijk had samengesteld en zoo deskundig mo
gelijk. Enkele heeren uit de commissie-
Scheurer waren daarom gevraagd, ook de heer
van Zadelhoff. Deze heeft echter bedankt, is
wees daarbij als goed lid op den heer W. de
Boer van den bond van Mobilisatie-slacht
offers. Dezen heer kón de minister niet be
noemen, wijl van dezen moeilijk objectiviteit
is te wachten. De heer van Zadelhoff deelde
mede, in die commissie niet te willen zitten,
omdat daarin het belangstellend element ge
weerd werd, een element, daarin door den
heer van Zadelhoff noodig geoordeeld, wil
den de resultaten der commissie bevrediging
wekken,
INTIMUS.
HET GEORGANISEERD
OVERLEG.
EEN BELANGRIJKE VERGADERING
Op Vrijdag 22 Februari wordt een verga
dering gehouden van de Commissie yan
Overleg voor de ambtenaren.
De agenda luidt:
1. Vaststelling notulen.
2. Bespreking behandeling personeels
formatie.
3. Op verzoek van 2 organisaties (de Alg.
Ver. van Gemeente-ambtenaren en den Alg.
Chr. ambtenaarsbond):
a. Bespreking wederinstelling van de per
soneelscommissie;
b. Bespreking vaststelling ambtenaren
reglement en instelling scheidsgerecht voor
de ambtenaren.
4. Rondvraag (waaronder schrijven van de
Alg. Vereen, van Gem. Ambtenaren.)
Wat punt 4 betreft is het verzoek van de
Alg. Vereeniging van gemeente-ambtenaren
om te bespreken:
1. Aanstellen op Arbeidscontract.
2. Aanstellen van personeel in persoon
lijken dienst van cf door directeuren.
3. Bespreking positie van ambtenaren bij
de Lichamelijke Opvoeding
4. Bespreking aanstelling in den rang van
jongste bediende.
5. Bespreking functie Administrateur Stads
Armen- en Ziekenhuis.
6. Bespreking uitbetalen kindertoeslag aan
bedoelde administareur.
TELEGRAM AAN DEN PAUS.
Men seint ons uit den Haag:
De R.K. Tweede Kamerclub heeft giste
ren het volgende telegram verzonden aan
Z.H. den Paus.
Aan Z.H. Paus Pius XI,
Vatlcaan.
De Katholieke leden der Tweede Kamer
Staten-Generaal in Nederland, zich verheu
gend over de gelukkige oplossing der Romein -
sche kwestie, veroorloven zich Uwe Heiligheid
geluk te wenschen en aan de voeten van Uwe
Heiligheid neer te leggen de betuiging van
hun kinderlijke toewijding en gehoorzaam
heid.
(w.g.) Mgr. NOLENS,
voorzitter.
Maandag werd te Rome de nieuwe overeenkomst tusschen de Italiaanscbe regeering en bet Vatiesaij
geteekend nopens bet kerkelijk gebied in Rome. Daardoor beboort deze kwestie van meer dan oen
halve eeuw oud, thans tot het verleden. De hoofdfiguren van de overeenkomst: Paus Pius XI en
Mussolini.
DE GRIEP IN HET LEGER.
Uitstel van opkomst voor inlij
ving, eerste oefening en herhalings
oefeningen.
De opkomst van dienstplichtigen die 18 of
25 Februari a.s. moesten opkomen ter inlij
ving, voor eerste-oefening of voor herha
lingsoefeningen, wordt in verband met de
heerschende gevallen van griep onder de
militairen voorloopig 14 dagen uitgesteld.
De hier bedoelde dienstplichtigen kunnen
evenwel aan den minister van defensie het
verzoek doen, zoo spoedig mogelijk op te ko
men. In dit verzoek, hetwelk ten spoedigste
moet worden Ingediend, behooren duidelijk
te worden vermeld de naam, de voornamen,
de lichting, het garnizoen van opkomst, het
volledig adres, welke dringende reden voor
het verzoek bestaat, alsmede of de dienst
plichtige voor eerste oefening of voor her
halingsoefeningen moet opkomen. In geval
van opkomst voor eerste oefening moet in
het verzoekschrift ook de gemeente van in
schrijving vermeld worden.
TORST EN WERKLOOSHEID.
Uitkeeringsduur met 12
dagen verlengd.
De minister van Arbeid, Handel en Nijver
heid heeft besloten goed te keuren, dat van
werkloozenkassen in bedrijven die op het
oogenblik een zeer buitengewone werkloos
heid door vorst te lijden hebben, de uitkee-
rlngsduur voor. ten gevolge van de huidige
werkloosheid, uhgetrokkenen die onder de
uitvriesregellng van den minister van Bin-
nenlandscne Zaken en Landbouw vallen, met
12 dagen wordt verlengd, indien een daartoe
strekkend verzoek hem van de zijde der be
trokken kassen bereikt. Hij richt zich ter
zake tot de in aanmerking komende kassen-
besturen.
Conferentie in den Haag.
Naar de Vrw. verneemt, heeft op het
departement van blnnenlandsche zaken en
landbouw een conferentie plaats gehad tus
schen den secretaris-generaal, den beer Har
ders, den rijks-inspecteur der werkverschaf-
fine Meijer de Vries, den secretaris van het
N.V.V. Van der Walle en den voorzitter
van de districtsccmmissie voir de werkloos
heidsbestrijding van de moderne vakbeweging
Oosterhuis. In die conferentie heeft men
uitvoerig gesproker over den gang van zaken
betreffende de ondersteuning van arbeiders,
die ten gevolge van de vorst werkloos zijn
geraakt.. Van de zijde van het departement
is in het licht gesteld, dat een uniforme
steunregeling met gelijke bedragen voor allen
niet kon worden getroffen, maar dat. het de
wensch der regeering is. da', aan de hand
van een zoo veel mogelijk indlvldueele be
oordeeling de arbeiders, zoo goed als in de
gegeven omstandigheden redelijkerwijze
doenlijk is, geholpen zullen kunnen worden.
UITGAAN.
SCHOUWBURG JANSWEG.
Zondag 17 en Maandag 18 Februari zal
het Nederlandsch Operette-Gezelschap twee.
voorstellingen geven in den Schouwburg
Jansweg van de succes-operette ,De Blon
de Nachtegaal", welke te Amsterdam met
groot succes werd opgevoerd.
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN a bO Ccuts
per regel.
een
Lo»4®
Naar het Engelsch van
H. A. VACHELL.
38)
Samantha had licht aangestoken en was
bezig de scherpte van een mes op haar duim
te onderzoeken.
Niet schreeuwen!
Hazel klemde de tanden opeen; ze herin
nerde zich, wat George met het veulen ge
daan had. Ze begreep, dat Samantha alle
pogingen in het werk stelde om haar te
redden.
Samantha prikte in de wond. tot het bloed
vrij vloeide.
Toen boog ze zich voorover en begon krach
tig te zuigen. Hazel was te slap, om er iets
tegen in te brengen, ze begreep nauwelijks
meer wat er gebeurde.
Samantha zei met dezelfde harde stem:
Nu zal ik tante Almira halen. Beweeg
je niet. Als je je beweegt, stroomt je bloed
vlugger door je lichaam. Ze helde naar boven
en al heel spoedig verscheen juffrouw Sprag-
ge. De belde vrouwen droegen Hazel naar
haar kamer, en legden haar plat op het
bed.
Waar Is George? vroeg zijn moeder.
Dat weet ik niet! Ergens in de heuvels
op jacht naar een hert.
En hoe is dit gebeurd?
Hazel inplaats van Samantha, antwoordde
zwakjes. Juffrouw Spragge ging naar bene
den en kwam cerug met den sleutel van
de deur van George's kamer.
Anders kon George er wel eens binnen-
loopen!
Maak nu een verband met de krulden
en kook er ook een aftrekse. van! zei Sa
mantha. Juffrouw Spragge knikte.
Ik zal menter Bungard gaan halen,
tante!
Zou je veel aan hem hebben?
Misschien weet hij, welke medicijnen
we kunnen gebruiken.
Misschien wel!, dat is zoo.
Ik zal George's vos nemen!
Hazel lag huiverend toe te luisteren. Toen
werd ze overvallen door een doodelijke mis
selijkheid.
Binnen tien minuten was Samantha op
weg naar Aguila langs het afsnijpad over
de heuvels, dat ze van haar vroegste jeugd
af kende. Het dorp lag in diepe rust. zelfs
in de herberg van Pat Henbessey was alles
donker. Samantha hield stil bij de drogisterij
gleed van den hijgenden vos en trok ver-
"woed aan de bel. Weldra werd er een
hoofd door een raam gestoken en een ver
ontwaardigde stem deed zich hooren:
Houd op met dat gebel! Wat moet je
op dit uur van de nacht!
Den professor! schreeuwde Samantha.
Een geval van slangenbeet.
Lieve hemel! Ben jij het Samantha.
Wie is er gebeten, kindlief?
Juffrouw Goodrich! Waar Is de profes
sor. mevrouw Bungard? Er is geen minuut te
verliezen!
Mijn man Is in San Lorenzo! Hij komt
pas morgen terug!
Lieve hemel! Weet u wat voor medicijnen
we moeten gebruiken?
Nee! Nee! En er Is in het heele dorp
niemand, die het weet! En het telegraaf
kantoor is dicht! Hemelsche goedheid, wat
vreeselijk! Dat lieve meisje!
Samantha ging naar den vos terug, ach
tervolgd door de verwarde vragen van de
vroegere onderwijzeres, die ze niet eens hoor
de.
Ze moest een besluit nemen. Zij kon of
naar het provinciestadje rijden of een af-
snijweg van tien mijlen door het kreupelhout
naar Roblar nemen, waar de bekende zwavel
bronnen waren en waar een goede dokter
woonde.
Waar ga je heen? gilde mevrouw Bun
gard.
Naar Roblar!
Dat zal je bij nacht nooit lukken!
Dat zullen we nog wel eens zien!
Ze zat al weer in het zade'. Ze boog zich
voorover en klopte het paard op den be-
zweeten nek.
Jouw werk ligt voor Je! fluisterde zij
De vos schoot in galop vooruit, want een
"vlak stuk weg van ongeveer een mijl, lag voor
hem.
Zij kwam vlot vooruit, tot het punt waar
de weg zich splitste. Ze boog van den hoofd
weg af en volgde het smalle spoor, dat naar
den top van een waterscheiding leidde. Eén
keer had het meisje, dezen weg gereden, bij
die gelegenheid had ze George een partij
kalveren naar Roblar helpen drijven. De
moeilijkheden van dit karweitje lagen haa.
nog versch in het geheugen. George had een
dergelijken tocht niet voor de tweede maal ge
probeerd.
Zij liet den vos de stelle helling stapvoets
nemen, gleed uit het zadel en leidde hem
aan de teugels. Gelukkig scheen de maan
helder uit een wolkeloozen hemel. Op den
top stond ze een oogenblik stil. Het aller
wildste gedeelte van een wild land lag voor
haar, geulen en spleten, eikenstruikgewas en
chapparral, een doolhof, waardoor zij haar
weg moest zoeken. In het cal kon ze een
coyote hooren hu'len. hier was een vrijplaats
voor allerlei wild gedierte. Haar polsen klop
ten, want ze voelde zich even wild, als de
dieren van dit wilde land.
We moeten het er maar op wagen! zei
ze tegen den vos.
De daling was steil, langs een ruwe rotsige
helling, doorzeefd met de holen van de aard-
eekhoorns, bestrooid met losse stukken rots
en steen, maar vrij van kreupelhout Sa
mantha leunde achterover en liet het paard
den vrijen teugel. Als hij struikelde zou hij
over den kop gaan en zou op zijn berijdster
te land komen en haar verpletteren onder
zijn gewicht.
Ze kwam echter behouden beneden aan
en het paard bleef trillend stilstaan voor een
diepe geul over het pad, die door de laatste
regens uitgespoeld was.
We hebben geen tijd. om er omheen
te rijden, zei Samantha tegen het dier. Zc
liet het in den geul kijken, deed het terug
stappen, klopte het op der. nek en sprak het
vleiend toe. Ze was er zeker van, dat het
haar verstond.
Nu!
Ze reed met errooten vaart op de peul toe.
Op den verbrokkelden rand hief ze haar arm
op en zwiepte het paard stevig met haar
karwats.
Ze was er over.
Samantha schreeuwde haar triomfen uit.
De geul was een voorteeken voor haar pe-
weest. Als ze daar overheen kwamen, zou ze
op tijd in Roblar komen.
Worstelend door het kreupelhout, pezweent
door de manzanltatakken. verloor ze wel tien
maal het snoor en vond het telkens weer
terug. Eindelijk, buiten adem en trillend van
vermoeidheid, bereikte ze den tweeden top
nog hooper dan de eerste. Ze was nu halver
wege Roblar.
(Wordt vervolgd.).