FEMINA
c
NAMEN.
O
HAARLEM'S
DAGBLAD
DONDERDAG
21 FEBR. 1929
KLOKMODE.
Het Is nu eenmaal een kwestie van smaak,
men moet er van houden, van 't „klok-mo-
del", zooals wij het gewoonlijk noemen, en
dat onze Fransche zussen aanduiden met
„godets". Maar, daar er nu eenmaal niets
aan te veranderen is dat dit model van rok
in dit seizoen veel toepassing vindt, geven
we er hier een paar origineele uitvoeringen
van. Volants worden ook heel veel gedragen.
Wat lag dus voor de hand? Wel, dat men een
combinatie maakte van „godets" en volants.
En zoo ontstond het japonnetje links op de
teekenïng, van bedrukte crêpe, geel en zwart,
met drie klokkende volants. Ze zijn afgezet
met zwart lint. Er is 5 meter stof van 1 me
ter breedte voor noodig.
Een leuk modelletje toont ook het tweede
figuurtje. Dit is gedacht van een lichte,
groene stof, met een vst-lijfje dat met één
knoop gesloten wordt. Een aardig kraagje en
manchetjes van witte crêpe zorgen ervoor,
dat de eentonigheid wat gebroken wordt. De
rok is gelijkmatig klokkend, heelemaal in
het rond. Aan 3 meter stof van 1.40 M. breed
te heeft men genoeg.
Ten slotte nog een aardige toepassing, met
de zeer modieuse combinatie van zwart met
wit. Deze gekleede japon is van crêpe satin.
Wit is het lijfje, dat gegarneerd is met smal
le opgezette strooken, terwijl de rok zwart is,
met een schuin oploopende, klokkende vo
lant, in punten aangezet. De zigzag-lijn van
den rok volgt precies de zigzag-lijn die door
de opgestikte strooken van het lijfje gevormd
wordt. Men heeft hiervoor noodig 2 meter
witte stof van 1 meter, en 3 meter zwarte.
De liefhebsters van het klokmodel kunnen
dus hieraan hare harten ophalen!
MADELEINE.
TWEE JEUGDIGE JAPONNEN,
No. 303 is een alleraardigst jeugdig toiletje
van beige crêpe de chine en bijpassend flu
weel. De laatste stof voor de blouse, welker
voorpanden, op de wijze van een bolero, los
over een geborduurd front vallen. Dit front
is, evenals de heupband geborduurd in beige,
goud en rood. Het kraagje is gegarneerd me.
een smal strookje kant of tulle, benevens een
sieraad van twee gemonteerde steenen.-
Het rokje bestaat uit twee geplisscerdc
strooken, met in puntvormen geknipte zoom.
Het borduursel van het front herhaalt zich
aan de mouweinden.
No. 304 is een chique japon van goudbruine
crêpe de chine. Het kraagje is uitgebreid met
een breede strook bijpassend goudkant., waar
van aparte motieven, bij wijze van incrusta
tie, in de mouweinden zijn gevoegd. De heup
band der blouse is van voren bij elkaar ge
nomen en eindigt met een grooten strik. Di
rok is zeer ingenieus in strookjes plissee en
vrije plooitjes verdeeld.
MODE BABBELPRAATJE.
't Is nu „de slappe tljdi' in de modewereld,
de zoogenaamde tusschwi-seizoen-tijd, zoo
genaamd afgekort, waarin het te laat Is voor
nieuwe winterkleéding en te vroeg voor de
modellen die speciaal het voorjaar, de lente
verkondigen.
Het is nog te vroeg, want, terwijl ik dit
Schrijf, glijden er massa's menschen mijn
venster voorbij, aan hun arm een paar pas
geslepen schaatsen meedragend. In de verte
zie ik de schooljeugd een glijbaan maken op
het ijs van de gracht en den singelkant als
bobslee-baan gebruiken.
Plet is nog volop winter, maar wie weet
als dit schrijven u bereikt, is de omkeer ge
komen en de temperatuur zachter. Dan gaan
wij eerst met meer vertrouwen gelooven in
de aanstaande lente.
Dezen slappen tijd nu, wil ik benutten om
met U iets te maken, wat ge elk jaa-rretljcU
nooclig hebt, en ook heel gemakkelijk in
voorraad kunt maken, als ge het nu niet noo
dig hebt.
We gaan dan voor de warme zomerdagen
Co. wonderlijke gedachte) een nachtjapon
maken van fijne witte, rose of citroengele
batist.
Ge hebt noodig drie en een halve el batist
van tachtig centimeter breedte, drie el crêmc
kant. van vijf centimeter breedte. Het knip
pen van deze nachtjapon ls zoo eenvoudig,
dat ge geen patroon noodig hebt.
Heeft men stof van 80 c.M., dan is deze
mee3t al dubbel gevouwen, zoo niet, dan
wordt dit gedaan: de zelfkanten op elkaar
gelegd. Hierna vouwt men de lengte dubbel
Den hals achter neemt men 4 c.M. hooger
dan van voren. Om de halsopening te krijgen
knipt ge een opening van 10 x 6 c.M. uit, en
later knipt ge aan den voorkant nog eens 4
c.M. weg.
Nu wordt de 5 centimeter breede kant aan
de vierkant uitgesneden halsopening gezet.
De kimonomouw is 25 cM. lang, waaraan
ook de kant de lengte met 5 c.M. aanvult
De wijdte van de mouw ls 22 c.M. Op deze
maat wordt een inknipping van 12 c-M. gege
ven, waardoor een mouw ontstaat. Daarna
wordt dit gedeelte tot aan den zoom van de
nachtjapon over de lengte geleidelijk schuin
weggeknipt.
De totale lengte der japon bedraagt min
stens 105 c.M.; de zoomwijdts is 160.
Wie van kleine plooitjes houdt, kan deze
aan den voorkant, direct onder de kant in
kleine groepen aanbrengen. Ook wordt de rug
weieens hiermede gegarneerd, maar toch al
tijd in mindere mate; dus als men bijv. aan
de voorzijde vier groepen van drie plooitjes-
aanbrengt, kan voor den achterkant met drie
dezer groepen volstaan worden.
Nu maar dapper aan 't werk. Wie het toch
niet aandurft zonder patroon, legge een oude
nachtjapon op de stof, en knippe, na deze
zorgvuldig opgespeld te hebben, dit model
precies na.
OMELETTE SOUFFLE.
4 eieren, suiker, geraspte citroenschil, zout
en boter.
Klop de eierdooiers even met wat zout en
roer er v/at geraspte citroenschil door. Het
wit wordt heel stijf geklopt, luchtig vermengd
met de eierdooiers. Maak een stukje boter in
de omelettepan goed warm en bak daarna de
omelette 5 a 8 minuten. Om haar geheel gaai-
te maken wordt ze even in den oven ge
plaatst. Vouw de omelette dicht en bestrooi
haar met suiker; daarna vlug opdienen.
WARME HAPJES.
Dezer dagen was de vorst en de kou" het
onderwerp van gesprek van allen dag. De
vorst trok er zich weinig van aan en hel was
veel prettiger en verwarmender geweest, in
dien men over iets smakelijkers had gespro
ken. Bijvoorbeeld over lekkere, warme, goed-
koope hapjes bij den boterham van twaalf
uurft Met wat overgebleven, gekookte aard
appelen van den vorigen dag doen we een
heeleboel. In de eerste plaats kunnen we er
de onvolprezen aardappelkoekjes van bak
ken in de koekepan. Daartoe wrijft men de
aardappelen fijn en doet er wat peper er
nootmuskaat door (of wel nog extra wat
fijngehakte ul en peterselie), mengt er een
geklopt el en een beetje warme melk door,
en vormt er dan koekjes van. Een andere
manier om met koude aardappelen een fijn
schoteltje te maken, dat vele bevroren neu
zen zal doen krullen van plezier, is ze in
plakjes te snijden (d.w.z. de aardappelen niet
de neuzen!) en in de koekenpan met een
paar fijn gesnipperde uien te bakken. Ook
kan men ze tot puree wrijven, met gefruite
uitjes en wat kerry vermengen en fijn warm
opstoven, met een beetje melk of boter.
ZUINIG KAARSEN BRANDEN.
Nog veel meer dan sommigen van ons wel
vermoeden, worden er in vele huizen nog
kaarsen gebrand. Vooral „bulten". En na
tuurlijk in vele stadsgezinnen met Kerstmis
aan een Kerstboom. Veel kaarsvet gaat ech
ter verloren, door afdruipen. Dit nu kan men
geheel voorkomen, zonder ook maar iets aan
het heldere branden af te doen. Daartoe
koopt men zijn kaarsen met een pak of zoo
tegelijk en bestrijkt ze heelemaal met blanke
vernis. Een paar dagen laten liggen om goed
ln te drogen. En dan zult u zien, dat ze bran
den, zonder dat ex eer. druppeltje kaarsvet
langs druipt.
EEN JAPON.
Dit is een der eerste 1929-japonnen in be
drukte zijde. Moeten we hierin de wederver
schijning der tuniekmodellen zien? De effen
strook langs voor- en onderzoom der tuniek
is van een der kleuren uit de bedrukte stof.
De rok is door piisseegroepen vei~wijd.De sjaal
is van de stof der japon en met een effen
strook afgemaakt.
HOE MEN DE KLEUTERS
BEZIG HOUDT.
HET THEESERVIES
Ons kamertje begint er nu al heel wat ge
zelliger uit te zien, maar een theetafeltje of
buffetje ontbreekt toch nog. Wat denkt u er
van deze beide te combineeren en een lang
werpig tafeltje tegen den muur te maken?
Hiervoor nemen wij weer de serpentines
ter hand. Wij beginnen nu niet met een ron
de schijf, maar om de breedte van een lang
werpig doosje, b.v. een sigarettendoosje
werden de serpentines gespannen. De ser
pentines worden keurig boven elkaar ge
legd, ,tot zij een dikte van pl.m. 1 c.M. ver
kregen hebben. Heel voorzichtig worden zij
van het doosje afgeschoven en direct met
waterglas bestreken, terwijl de serpentines
stevig op elkaar geduwd worden. De ope
ning. die ontstaan ls, wordt met stevig dik
karton beplakt. Vier serpentine pootjes wor
den onder aan het tafeltje aangebracht.
Op dit tafeltje kunnen wij -dus het theeser
vies plaatsen.
Voor wij aen het serviesje beginnen, moet
eerst het blaadje ln orde worden gebracht,
waaron' het serviesje geplaatst kan morden.
Het blaadje wordt gemaakt uit een leeg lu
cifersdoosje., of een punalsedoosle, waarvan
wij het omhulsel afhalen en het doosje al
leen maar gebruiken. De lange kanten wor
den een weinig afgeknint en aan de korte
zll kant én wordt een driehoek aevormd. zoo
dat het model van een blaadle verkregen
wordt. Het blaadje wordt verguld of geverfd
en op het tafeltjg gezet (afb. b.)
i
Nu volgt het theeserviesje, dat uit ver
schillende grondstoffen vervaardigd kan
worden. Van klei kunt u werkelijk een aller
aardigst serviesje te voorschijn brengen.
Kleiarbeid is voor de kleuters een gelief
de bezigheid. Vele ouders schrikt het
dikwijls af, daar de kleintjes zich wel eens
wat vuil maken en vuile handjes krijgen.
Maar die handjes kunnen toch gewasschen
worden en wanneer de kleuter een schortje
voor krijgt,, dan levert kleiarbeid heusch
geen bezwaren op. Hebben de kleintjes nog
nooit met kiel gespeeld, dan laai u ze eerst
wat knikkers maken, zoodat zij eeu klein
beetje handigheid krijgen. Bij het vormen
van het theeserviesje moet natuurlijk wel
geholpen worden. Twee kopjes, theepot, sui
kervaasje en melkkannetje zijn wel vol
doende. meer kan ook niet op het blaadje
geplaatst worden. Na afloop kunt u het ser
viesje een aardig kleurtje'geven; bij de ge
kleurde klei, die tegenwoordig in den handél
is, is ditv laatste overbodig.
J-
Een serviesje van zilverpapier is ook heel
aardig. De koppen en kannetjes worden ge
vormd om een dunne pennenhouder, de
handvatten zijn ijzerdraadjes. Het tafeltje
en serviesje zijn in het kamertje in de Tij
dingzaal van ons blad te bezichtigen.
W. R
Korte namen. Nieuwe bedenksels. Taalzuiveringen.
Wij leven In een tijd van snelheid: niet
alleen het verkeer gaat vlug, ons denken
moet ook sneller zijn dato vroeger, ons werk
moet daardoor ook vlugger opschieten, en
omdat er nu eenmaal een maximale snel
heid is voor een mensch, welke hij niet kan
overschrijden, zijn we alles korter gaan ma
ken. Een van de onbelangrijkere uitvloeisels
daarvan, die echter een dagelijks weerkee-
rend verschijnsel vormen, zijn onze eigen
namen.
Welke moderne mensch, hetzij mannelijk
of vrouwelijk wordt tegenwoordig nog bij
zijn vollen naam genoemd, tenzij die al een
lettergrepig is zooals Jan bijvoorbeeld. Want
vóór alles moet onze naam kort zijn, én als
hij dat niet is op den Burgerlijken Stand,
dan zal de omgeving wel spoedig zorgen dat
al het overtollige wegvalt en het kernachtige
eene lettergreep je overblijft.
Ouderwetsche menschen kunnen nog zoo
met hand en tand vasthouden aan den
naam, zooals die bij de geboorte is meege
geven. Een meisje dat Cornelia is gedoopt,
blijft voor haar heele leven verder voluit
Cornelia, en een jongen die den naam van
Johannes draagt, zal zich door zjo iemand
nooit bij het huiselijke Hans hooren noe
men. In theorie ls daar niets Aagen to zeg
gen, in de praktijk is er alles tegen te zeg
gen. Denkt u, dat die jongen zien ooit op zijn
gemak zal voelen bij dit plechtigsprekende
heerschap: evengoed als zijn naam een an
der Jasje aan krijgt, wanneer hij bij „den
ouderwtsche" aan huis komt, evengoed zal
hij zelf een verandering ondergaan en zich
nooit eens echt op zijn gemak voelen.
Goed best, zullen sommigen zeggen,
maar we kennen toch zooveel aardige afkor
tingen van alle mogelijke namen, waarom is
er dan nu tegenwoordig zoo'n manie om de
meest onwaarschijnlijke afkortingen te ge
ven aan menschen, die er overigens een
doodgewonen naam op na houden. Heel een
voudig: men wil weer eens wat anders. Na
men zijn aan mode onderhevig, dat zal
iedereen erkennen, we hebben de mode ge
had van de Fransche namen, van de goed
ronde Hollandsche namen, van de twee na
men, tot een samengevoegd, van de Engel-
sche namen, en nu zijn we dan aan de
nieuwbedachte afkortingen toe. Och. och,
wat wordt er door velen gesmaald op deze
mode, waarbij Adriana tot Atie wordt, waar-
^bij Juliana zich Juke laat noemen en waar
bij Elisabeth in Liet wordt omgetooverd.
Iemand ging zelfs zoover, dat zij het betreur
de dat er maar afkortingen werden bedacht
„die kant noch wal raken" en dat niemand
eens de moeite neemt, nu eens iets heel
nieuws uit te denken. In uiterste verbazing
heb ik haar zitten aankijken: wat doen we
nu anders, overpeinsde ik in mijn onnoozel-
heid. dan Juist nieuwe namen bedenken,
door de oude afkortingen over boord te
gooien en nieuwe te maken! Maar ziet ge,
die oude afkortingen, dat was je ware, en de
nieuwe, dat is niets, dat kun Je niet eens
een afkorting noemen. Zoo redeneeren zulke
menschen. .maar zij vergeten dat als de af
korting Liet bijvoorbeeld geen reden van be
staan heeft, de oude afkorting Bé evenmin
Iets met Elisabeth heeft uit te staan. En dat
de afkort'ng Geertje net even dwaas of
even verstandig is ten opzichte van den
naam GeertruMa. als Trudy, en dan ls die
laatste nog wel zoo mooi.
Die tegenstanders van deze nieuwe afkor
tingen voelen meestal zeer veel voor het
zuiver houden van onze taal, een streven dat
door veel meer menschen moest worden be
oefend. Jammer alleen maar, dat die naams-
kwestie velen van zulke taalzuiveraars ty
peert, als ouderwetsche menschen, die niets
liever zouden willen dan, naast de welbe
kende namen ook onze taal precies zoo te
houden als ze is, en dan met verbanning van
alle vreemde woorden.
Maar onze taal is een levende taal, en alles
wat leeft, ondergaat veranderingen. Als wij
onze taal dus geen ontij digen dood willen
doen sterven, moeten wij ze levend houden,
dat wel dus zeggen, dat nieuwe woorden toe
gelaten worden, die door het Nederlandscha
volk zijn uitgedacht en die burgerrecht heb
ben verkregen. Een typisch voorbeeld hier
van is het woord fiets dat een geheel nieuw
woord is, nog wel ontstaan in een tijd toen
zoo'n vervoermiddel vrij algemeen een vélo-
cipède werd genoemd. Natuurlijk sluipen er
weieens Germanismen en Anglicismen door
die nieuwe woorden, en het is te loven das
de strijd tegen die onzuiverheden met man
en macht wordt aangebonden evengoed
als er leelijke afkortingen gemaakt worden.
Maar de echte Hollandsche woorden dia
langzamerhand ontstaan Ik denk bij
voorbeeld aan het woord „omroeper" dat
met de populariseering van de radio zoo'n
nieuwe beteekenis voor ons heeft gekregen
hebben evenveel recht op hun plaatsje in
onze taal, als de nieuwe afkortingen van na
men, waarvan de leelijke en onwelluidende
op den duur vanzelf wel zullen verdwijnen.
En laten we dan maar een rijtje namen
krijgen die kernachtig kort zijn, die onzen
tijd typeeren, en die tenminste wat nieuws
onder de zon brengen.
MENU.
Macaronisoep
Biefstuk
Aardappelen
Brusselsch Lof
Broodpudding
met Amerikaansche saus.
Van poulet wordt op de gewone wijze met een
stukje foelie bouillon getrokken en hierin op
1 L. bouillon 80 gr. gebroken macaroni
gaargekookt. Van boter en bloem wordt met
de bouillon nu een gebonden soep geroerd,
die in de terrine vermengd wordt met een
losgeklopt ei, een paar lepels meik of room
en een eetlepel Parmezaansche kaas.
Het lof wordt twee maal gekookt op de
bekende wijze, om ze te blancheeren en daar
na gestoofd ln een sausje van boter, bloem,
wat bouillon van de soep, geraspte nootmus
kaat en een theelepel pikante saus: de
groente krijgt hierdoor een pittiger smaak.
Voor de broodpudding worden twaalf
dunne sneedjes brood met boter gesmeerd,
geweekt in een mengsel van melk, ei en sui
ker en laag om laag met krenten en rozijnen
in 'n voorbereiden warmen puddingvorm ge
legd. De pudding wordt dan anderhalf uur
lang in waterbad gekookt.
De Amerikaansche saus, die veelal bij
plumpudding wordt gegeven maken we van
100 gr. boter. 100 gr. basterdsuiker, gember-
stroop of Kirsch. De boter wordt tot room
geroerd, suiker en gc-mberstroop of Kirsch
worden erbij gevoegd en hiermee halve si
naasappelschillen gevuld. Ter versiering
worden er nog wat gehakte krenten en ro
zijnen over gestrooid, waarna de bakjes op
den schotel om de pudding worden geschikt,
E. E. J.—P.
ONS SERVIES.
Een der dingen waarin wij Westerlingen
ons onderscheiden van minder beschaafde
volken, is het gebruik van practisch en hy
giënisch eet- en drinkgerei. Wij houden ei
niet meer van, met een heelcn kring tafel-
genooten, al zijn het dan ook onze eigen
kinderen, familie of kennissen, uit een ge
meenschappelijke pan te eten, elk op z'n
beurt lepelend of „vorkend" .om z'n portie tc
krijgen. Wij hebben ieder ons eigen bord
groot of klein, diep of plat. al naar den aard
van het eten, dat we er tijdelijk op in voor
raad houden. We hebben voorts ontelbare
soorten schalen, waaruit ieder der dischge-
nooten de portie schept die hem toekomt en
we hebben kopjes, groöte en kleine en zeer
kleine, naar gelang we er thee. koffie of des-
sertkoffie uit wensc.hen te drinken. In den
loop der tijden is ons servies werkelijk to'
een zekere volmaaktheid gegroeid, zich vol
komen aanpassend aan onze dagelijksche be
hoeften. Het is geworden een deel van ons
huis, evenals onze meubels, de electriciteit.
gas en water. En zooals we in onze meubel
gestreefd hebben naar onderlinge eenheid,
was hetzelfde net geval met het servies. We
kregen eet- en drinkgerei, dat in vorm en
décor volkomen bij elkaar hoorde.
Reeds in vroegere eeuwen streefde mei-
naar verfijning in het servies. We denker
daarbij onder andere aan het bekende Sevre
porcelain, dat met z'n kleurig décor van luch
tige ranken, bloemen en liefdegodjes, zoo
kennelijk den stijl van Lodewijk XV draagt.
We denken ook aan het beroemde Delftschc
aardewerk, dat in de 16e en 17e eeuw z'n
glansperiode doormaakte en over de geheelc
wereld bekend werd. In lateren tijd werd het
de Engelsche fabriek van Wedgewood, die
groote vermaardheid verkreeg en die heder.
ten dage nog heeft. Met haar product trad er
een belangrijke versobering in, en werd de
belangstelling geconcentreerd op de fraaiheid
van het materiaal en de kleur. Deze laatste
vindt nog op het oogenblik haar grootste
kracht in een prachtig roomachtig wit.
Hoewel in ons land vele menschen nog ge
steld zijn op een servies met een decor van
bloemetjes en vergulde randjes, leggen en
kele fabrieken, zooals die te Gouda, zich tos
op de vervaardiging van geheel effen, dus
decorlooze serviezen, of met een eenvoudig
gestyleerd motiefje, meestal door een bekend
sierkunstenaar ontworpen. De goede hoeda
nigheid dezer serviezen schuilt in de fijne
kleur van het materiaal, de waarlijk mooie
vormen en een naar evenredigheid niet hoo-
gen prijs. Men leert hieruit dat een zooge
naamd „mooi décor" nog niet wil zeggen, dat
ook het servies fraai is.
RECEPT,
Wintergroenten!
Ja, het is een heele toer, om eiken dag
weer, in den winter, een smakelijke groente
schotel te bedenken. Maar veel hangt er ook
af van de wijze van bereiding. Daarom: hier
is het recept van een smakelijke portie ge
smoordekoolraap. Op 1 flinke koolraap
neemt men 1/2 ons boter, 1 klein theelepeltje
zout, en 1 theelepeltje maggi-aroma. De
koolraap wordt in vingerdikke plakken ge
sneden, die men tamelijk dik schilt, waarna
men ze in gelijke reepjes snijdt. Na wasschen
met een bodempje water, zout en 1/2 van de
boter opzetten. Op een zacht vuur gaar laten
worden, af en toe schuddend, en zorgend, dat
ze tegelijk gaar en droog zijn (ca 1/2 uur).
Dan door elkaar schudden met de aroma en
de rest van de boter; op de schaal er wat
nootmuscaat over stópen.
INGEZONDEN MEDEDEELiNGEN a bO Cent»
Waarom smakeloos Eten?
Bot eerste
braden of koken
gaat da geur van
gehakt of ge
stoofd vice sob
verloren. Poe cr
een iremuj Bovril
bij. Bovril is 't
smakelijkste
voedsel ter wo
reld.rijn heerlijk»
geur is voor ei
ken lekkerbek
Eet beter en sma
kelijker. 't is met Bovril zoo gemakkelijk.
Doe er wat
in
sterk geconcentreerds vlccschvoeding
Eenig Importeur: ..INflAMA" Heeicngracht I7S
Amsterdim 3G