BUITENLANDSCH OVERZICHT Het militaire verdrag tusschen Frankrijk en België BELGISCHE VERKLARING EN VAN OPZETTELIJKE VERTROEBELING ZELFS BORAH UIT ZIJN MEENING FEUILLETON Het Meisje uit de Stad HAARLEM'S DAGBLAD DINSDAG 26 FEBRUARI 1929 DERDE BLAD Er wordt van een grove vervalsching gesproken Zoowel Britsche als Fransche démenti's T BELANGRIJKSTE NIEUWS Natuurlijk beperkt het Belangrijkste Nieuws zich vandaag tot de perscommentaren op de publicaties betreffende het Fransen-Belgi sche geheime militaire verdrag. Zooals te yerwaenten was: het regent dementi's. Opmerkelijk is dat de Belgische bladen niet den tekst overnemen van de publicatie van het verdrag, doch zich er toe bepalen het regeeringsdementi te publiceeren. „De Peuple", het socialistische blad voegt- er dan nog aan toe, dat men niet gelooven kan, dat de regeering van plan is Holland binnen te rukken of Belgische troepen aan de zijde van Frankrijk tegen Italië te laten strijden. Elders in dit nummer kunnen onze lezers er zich van overtuigen, hoe de Nederland- sche pers gereageerd heeft. De buitenland- sche, natuurlijk uitgezonderd de Duitsche, tracht te sussen, waar zij niet dementeert. Zoodra de publicatie van het beweerde I Fransch-Belgische verdrag in het „Utrechtsch Dagblad" ter algemeene kennis was gekomen, heeft de Belgische regeering aan de pers een categorisch dementi ver strekt. In een onderhoud verklaarde de chef van het cabinet Van Langenhove, dat het onderhavige a 'kei in het Hollandsch blad van A tot Z een onjuiste voorstelling van za ken gaf. Bovendien kon ieder, die met de gebruiken op diplomatiek gebied op de hoog te v/as en zijn verstand gebruikte, bij eersten oogopslag zien, dat het document sterk ver-' valscht was. Naar de meening van den heer Van Langenhove koestert het bewuste blad het plan opzettelijk de verhouding tusschen beide landen te vertroebelen. Ook de publica tie van het z.g. Engelsch-Belgisch accoord zou In Londen officieel zijn tegengesproken. Vandaag zal Van Cauwelaert aan het begin der zitting minister Hymans interpelleeren en om opheldering verzoeken; dit zal ook ge schieden door den frontist Vos. Naar ver luidt zal Hymans morgen verklaren, dat Van der Velde, toen hij op 15 November 1927 als minister van Buitenlandsche Zaken zijn ver klaringen aflegde, volkomen op de hoogte van het geheele document was. Tenslotte wijst de geheele Belgische pers, met uitzon dering van Standaard en Schelde, het docu ment verre van zich. F. A. Belgisch démenti Het Belgisch-Telegraaf-Agentschap seint Git Brussel de volgende verklaring; „Een Nederlandsch blad publiceert onder een sensationeel opschrift een tekst, waarvan het beweert, dat het die is van het Fransch- Belgisch militair accoord en van de interpre tatieve bepalingen, waaromtrent tussschen de generale staven der beide landen overeen stemming was bereikt. Een snelle lezing van dien tekst toont voldoende aan, dat het hier een grove vervalsching betreft. De Belgische regeering heeft herhaaldelijk nauwgezette en volledige verklaringen verstrekt nopens het Fransch-Belgisch militair accoord. Het zij voldoende, te herinneren aan de verklarin gen van den heer Vandervelde, den toen- maligen minister van Buitenlandsche Za ken, op 15 November 1927 in de Kamer en aan het schrijven d.d. 26 Januari 1928, van den premier, den heer Jaspar, aan den voor zitter van de gemengde militaire commissie. Het Fransch-Belgisch militair accoord heeft uitsluitend het oog op het geval van een niet geprovoceerden Duitschen overval. De tekst er van werd aan het parlement in 1920 medegedeeld. Slechts de uitvoeringsbe palingen, overeengekomen tusschen de ge nerale staven, zijn uiteraard geheim geble ven. Men moet manoeuvres, gelijk die van het Nederlandsche dagblad, manoeuvres, welker klaarblijkelijk doel is, de betrekkingen tusschen België en Nederland te schaden, aan de kaak stellen", Van Cauwelaert en Vos inter pelleeren in de Belgische Kamer De voorzitter der Belgische Kamer heeft twee interpellatie-verzoeken ontvangen, aam gaande de publicaties van het „Utrechtsch Dagblad". Het eene is va nVan Cauwelaert, die de regeering dringend wenscht te inter pelleeren over de authenticiteit van het do- Minister Beelaerts van Blokland die Zaterdag naar Londen vertrok. cument. Het andere verzoelc'is afkomstig van den fronter Vos. Vandaag, bij het begin van de Kamerzit ting zal een debat over deze kwestie plaats hebben, zegt de Tel. Démenti van Britsche zijde Reuter verneemt, dat in bevoegde Britsche kringen absoluut niets bekend is over de be richten in de Nederlandsche bladen omtrent een geheime militaire overeenkomst, die naar beweerd wordt in 1927 bereikt is tus schen Groot-Brittannië en België. Het is wel bekend, dat een. militaire overeenkomst in 1920 is opgesteld tusschen Frankrijk en België. Het betrof hier een zuiver defensieve alliantie die bij den Volkenbond werd gere gistreerd. Tegelijk werden door beide ge noemde regeeringen nota's gewisseld, die niet werden gepubliceerd. De mededeeling over een overeenkomst tusschen Groot-Brittannië en België wordt als volkomen fantasie be schouwd, aangëzien de datum, die wordt ge noemd, achttien maanden ligt achter het sluiten van de Locarno-verdragen en eenigen tijd na Duitschlands toelating tot den Vol kenbond. En het Fransche departement? Het ministerie van Buitenlandsche Zaken verklaart, dat het beweerde militaire ver drag van 1929 tusschen Frankrijk en België gesloten en de aanvullende bepalingen van 1927, welke in het buitenland werden ge publiceerd. volkomen apocrief zijn en herin nert er aan, dat Frankrijk en België op 2 November 1920 den Volkenbond mededeeling hebben gedaan van de briefw' .ling welke betrekking had rp de militaire overeenkomst van 7 September 1920, welke zuiver defensief is en uitsluitend geldt voor gevallen van ge provoceerde agressie. Sedert dien hebben noch de regeeringen noch de generale staven van deze beide landen eenig militair accoord onderteekend. Borah hoopt dat de verdragen valsch zijn NEW-YORK, 26 Febr. IV. D.) Senator Borah sprak de hoop uit, dat de onthullin gen over een militair verdrag tusschen Frankrijk en België niet in overeenstemming zouden zijn met de waarheid. Geheime ver dragen en militaire verbonden zijn in den tegenwoordigen tijd en ook wegens de vele assuranties der beide naties ongerechtvaar digd. De ontwapening WASHINGTON, 25 Febr. Morgen zal door den democraat Tydings een resolutie bij den Amerikaanschen Senaat worden In gediend, waarin president Coolidge verzocht wordt, een conferentie bijeen te roepen van de mogendheden, die het Kellogg-pact heb ben onderteekend. Doel dezer conferentie zou zijn het bereiken van een overe'enkomst in zake het beperken der staande legers, als mede der reserve- en hulptroepen. (Reu ter). Alles vergeven en vergeten Sir Francis Humphreys en de overige le den van het personeel dei- Britsche legatie te Kaboel zijn per vliegtuig vandaar vertrokken en kort daarop te Pesjawar aangekomen. Behalve het personeel der Tritsche legatie bevinden zich thans te Pesjawar 27 leden der andere legaties, met name deFransche en Ilaliaansche. Naar voorts uit Pesjawar wordt vernomen door de Tel., had Aman Oellah te Kan dahar bevel gegeven dat automobielen in gereedheid zouden worden gebracht voor zijn vertrek. Een bevestiging van dit bericht was echter niet te verkrijgen. Drie dagen geleden heeft Aman Oellah de voorna-1 mste stam- hoof'en te Kandahar toegesproken en ver klaard, dat hij wenschte te vertrekken en dat hij het bewind zou vergeven aan zijn jon geren broer en aan de koningin-moeder. Deze mededeeling leidde ':~t groote onrust onder de handelaren en een scherpe koersdaling van de Afghaansche :oepiJ. Aman Oellah heeft daarop in de omgeving van de mos kees en bazars groote biljetten doen aan plakken, waarin hij verklaarde, dat alles ver geten en vergeven was en een beroep deed op de vaderlandsliefde van zijn onderda nen, om zich van het juk van de roovers te bevrijden. Habib Oellah is van plan direct na de „Ramadan" (de vastenmaand) een groote vergadering van stamhoofden te houden en heeft naar alle deelen van het land uitnoc- digingen gezonden. Duitsche ingenieurs, die dezer dagen uit. Kaboel te Pesjawar zijn aan gekomen, deelen mede dat 't beheer van Habib Oellah op een catastrofe uitloopt en dat hij niet over voldoende geld beschikt, om zijn soldaten soldij te fyetalen. Onze regeering informeert Wat de pers over het verdrag zegt Wij vernemen uit Den Haag: Aan H. M. gezanten te Brussel en te Parijs ls opgedragen aan de regeeringen alda3i te vragen of de, in het Utrechtsch Dagblad ge publiceerde tekst van een Belgisch-Fransche militaire conventie authentiek is, en, of de in dat blad weergegeven uittreksels uit de in terpretatie der artikelen van de conventie juist zijn. Vragen van het Kamerlid Heemskerk. Het Tweede-Kamerlid de neer Heemskerk heeft den minister van Buitenlandsche Za ken de volgende vragen gesteld: „Heeft de regeering kennis genomen van de publicatie in het „Utrechtsch Dagblad" (avondblad van Zaterdagavond 23 Februari 1929) van den tekst van het geheim Fransch- Belgisch militair verdrag van 1920, en uit treksels uit de interpretatie van 1927, die volgens dat. blad is opgemaakt door de Fran sche en Belgische generale staven? „Meent de regeering te moeten aannemen, dat die publicatie, ook wat den teks'e aan gaat, juist is, ook wat betreft het in de inter pretatie van art. 5 vermelde omtrent een Belgisch-Engelsche overeenkomst om in ze ker geval troepen te zenden door Neder land sch-Limburg „Moet, onverminderd den ernst van den verderen inhoud dezer stukken, met name aangenomen worden, dat inderdaad in de interpretatie op art. II voorkomt: „D'autre part. les négociations hollando-belges pour- suivies depuis huit ans (1927) .ont provoqué et provoqueront encore, de la part de la Hollande. telles mesures de police fluviale pouvant ètre considérées. eventuellement comme de nature nettement inamicale et même agressive"? „Kan de regeering mededeelen, of zij zich daardoor tot stappen genoopt ziet bij de re geeringen, die het aangaat, eventueel bij den Volkenbond, en zoo ja, welke?" De bedoeling der publicatie. Het Belgische departement van buiten landsche zaken deelt volgens de N-R.Ct. in een communiqué over het door het U. D. ge publiceerde FYansch-Belgische verdrag me de, na het reeds een grove vervalsching' genoemd te hebben: „Het Nederlandsche blad, dat het ▼alsche document publiceert, neemt de voorzorg voor te behouden, alle waarde te ontzeggen aan het démenti, dat er zal worden tegenover gesteld en door dit blad trouwens werd verwacht. Het is ge- wenscht de aandacht te vestigen op een dergelijke handelwijze, waarvan het on betwistbare doel is, de betrekkingen tusschen Nederland en België in gevaar te brengen." „Zoeken naar een reden". Het Algemeen Handelsblad (liberaal) schrijft over het verdrag ten opzichte van Nederland, naar aanleiding van de interpre tatie van artikels III en V. -MxLcutuJif* X Dit kaartje geeft een idee van de strategische reorganisatie der Belgische .spoorwegen. ZooaTs die wordt uiteengezet in de door het Utrechtsch Dagblad gepubliceerde geheime militaire verdragen tusschen Frankrijk en België. Zooals men hierboven lezen kan wordt de authenticiteit van genoemde publicaties van vele*zijden uit het buitenland betwist. „Wij kunnen het bestaan van het. ver drag. gesloten met- schending van het Pact. van den Volkenbond, op zichzelf betreuren, maa wij hebben wel het. recht dit in bijzondere mate te doen en ten sterkste ertegen te protesteeren nu duidelijk wordt, dat wij. wanneer Beigic of Frankrijk ooit weer met Duitschland in oorlog geraakten, er het slachtoffer van zouden worden. In 1914 zijn wij van Duitsche zijde eraan ontsnapt, omdat in plaats van het p.an-Schlieffen, dat doortocht door ons Limburg inhield, het plan Moltke getreden was, waarbij WJj vrij bleven," En verder: „Er is dus in elk geval gerekend op het doortrekken van Nederlandsch Lim burg, en de Belgische generale staf staat er voor ln, dat wij ter plaatse niet vele troepen zullen hebben om dit tegen te gaan! Is onze generale staf het daarme de eens?" Uit de passage, betrekking hebbende op artikel II leest het Hbld. nog: „be onderhandelingen over een ver drag met Nederland hebben aangetoond, dat dit land zich wel verplicht zal achten op zijn rivieren (lees: de Schelde) zulke maatregelen te nemen, dat België daarin een vijandige daad zal kunnen zien. Hieruit spreekt wel zeer sterk het zoeken naar een reden om ons als vijand :e beschouwen. Deze militairen. die nu eenmaal bij oorlog met Duitschland door Limburg willen trekken, zullen wej zor gen. dat zij een voorwendsel bij de hand hebben, al is het nog zoo poover!" „Nederland weet waar het aan toe is." De Nieuwe Rotterdamsche Courant (libe raal) betoogt aangaande dit laatste: „Klakkeloos wordt hier toeh vastge legd, dat sedert 1919 Nederland maatre gelen van rivierpolitie genomen he^ft en nog zal nemendie event.uee', m.a.w. als het in de kraam der general.3 staven zoo te pas komt, zullen kunnen worden beschouwd als niets minder dan (nettement) onvriendschappelijk en zelfs Eds een agressie, die dus een Fransch-Belgischen oorlog tegen Neder land zouden wettigen niet alleen, maar ook vanzelfsprekend doen zijn." „Of nu cynische gewetenloosheid dan wel misdadige onkunde de generale staven heeft geleerd, één ding is zeker, dat het „concert" ,-an 1927 weer eens aantoont, en dit met niet te loochenen overtuigingskracht, welk een ontzaglijk gevaar erin gelegen is, als de staten doorgaan hun buitenlandscli beleid ne laten bepalen door hun generale sta ven." En het. blad concludeert: „Nederland weet thans, waaraan hot toe is: het is in het geniep verkocht en verraden met opzijdezettlng van alle goede trouw. Wel een prettige, joyeuse entree voor den nieuwen Franschen ge zant in Den Haag! „Het spreekt van zelf, dat onze Re geering en ons land zich door de onthul ling van het Utrechtsch Dagblad niet zullen laten afdringen van onze beproef de politiek t.o. van de Nederlandsche In ternationale waterwegen, maar er zal veel moeten gebeuren, voordat wij in Fransche en Belgische wenschen op dit punt iets anders zullen kunnen zien dan onware blaaskakerij." Naar aanleiding van den „uitleg die aan het woord „agressie" in artikel II gegeven zal worden maakt de N.R.Ct. nog dc opmerking dat: „bij eene geestesgesteldheid als uit de bovenaangehaalde zinsnede der „Inter pretatie" (nl. „Aan den anderen kant hebben de onderhandelingen sedert acht jaren (1927) tusschen Nederland en Bel gië gevoerd, vanwege Nederland uitge lokt, en zullen nog uitlokken maatrege len op het gebied der waterwegen, die eventueel als onvriendelijk en zelfs als agressief kunnen werden beschouwd") spreekt, zoo zij thans nog bestaat, eene basis voor onderhandeling met België schijnt te ontbreken. Zoo gij mij niet gewillig volgt, gebruik ik geweld schijnt in de passage opgesloten. Doet gij niet wat ik wil, dan zal ik „agressie" aannemen. Eén druk op het knopje en twee Fransche legerkorpsen staan mij gereed het lijkt ons geen grondslag, om gemakkelijk te komen tot een Ne- derlandsch-Belgische overeenkomst, die beide landen bevredigen kan. Misschien zijn wij te pessimist, maar dc uiterste waakzaamheid onzerzijds lijkt ons te:i zeerste aanbevolen." 48) Naar het Engelsch van H. A. VACHET.L, Be lente had op haar wangen een zachtere en frisschere schoonheid wakker gekust. In zijn oogen gloeide de jeugd. Alleen gingen 2e over de groote weide. Tot op dat moment had Samantha geen enkele aanwijzing gehad dat er in zijn ge voel voor haar nog iets anders school dan broederlijke genegenheid. Ze had natuurlijk de verandering in zijn gezicht opgemerkt, hoe de lijnen, door slapeloosheid en verdriet ge grift, weer waren uitgewischt, zijn lach klons weer spontaan op. maar zij veelde nog altijd Hazel als 'n bleeke schim tusschen hen belden staan. Ze gingen zitten. Ze begon papavers te plukken. George staarde over den Oceaan. Zijn eigen wereld lag aan zijn voeten. Hazel wou me hier uit de vallei weg hebben. SamantJe schrok op en hield den adem in. Ja dat weet ik. ze zei dat het hier te klein voor mij was Haar idee was dat een man zooals ik. sterk en groot, zich een breederen weg moest hanen. Wat vindt jij daarvan Samantha. Mijn oordeel is niet veel waard George; - antwoordde ze langzaam. Jouw oordeel is me heel veel waard. Het Is me altijd veel waard geweest, maar tegenwoordig nieer dan ooit. En zeg nu maar ronduit wat je op je hart heb, doe het maar op je gemak. We hebben geen haast. Mijn oordeel, George, is het tegenover gestelde van dat van Hazel. Ei is een groote sterke man noodig om een klein karwei wer kelijk goed te deen. Er zijn te veel onbe nullige kereltjes die de groote dingen ver knoeien. Volgens mijn idee baan je je hier in de vallei een breeder pad, dan je ergens ter wereld zoudt kunnen doen. En als je van hier weg zoudt gaan, dan zou je, dunkt me, toch het allerbeste van jezelf hier achter laten. Drommels, zoo heb ik er zelf ook altijd over gedacht. Zeg, zou jij er het land aan hebben om de vallei te verlaten? Ze aarzelde en er kwam eer: blos op haar wangen. Ikik heb erg het heimwee gehad in San Clemento! Hij nakte haar hand in een vasten greep Ik zou je altijd hier in de vallei willen houden, Samantie hier bij mij. Ik zou je wil len vragen of je als mijn vrouw hier zoud' willen blijven. Zij wendde het gelaat af. Hij zag dat ze ontsteld was. Hij liet haar los en ze stonden beiden op. Ze keken elkaar recht in de oogen. Een ver lammende schrik joeg door hem heen. Hield ze niet meer van hem? Hartstochtelijk riep hij uit: Ik kom toch niet te laat, of toch? Hazel is dood voor me, maar jij leeft. Samantie en ik wou dat je js leven verder met mij wou deelen. en me hielp om wat van het mijne te maken, hier, waar we allebei thuis hooren Ze fluisterde hijgend: Wacht even. Eens heb je me gezegd, dat ik de allerbeste was. Maar wat drommel, dat ben Je toch ook! Dat ben ik niet! Ik ben o zoo slecht. Het scheelde niet veel, of ik had Hazel rustig laten doodgaan. Hij was verslagen, want hij herinnerde zich, wat Hazel hem verteld had en wat toen zijn antwoord geweest was. Ik geloof er niets van!. En toch is het zoo. Ik ben niet dadelijk naar haar toegegaan. Ik heb naar haar staan kijken, toen ze als een hoop vodden in de gang lag. Ik vind het ellendig om het te moeten vertellen, maar het is zoo. In mijn hart heb ik op dat oogenblik een moord gedaan. Haar toon kon niet anders dan overtui ging geven. George stak zijn kin vooruit en keek haar scherp in de oogen. Toen zei hij kortaf Ik was van plan Stocker te vermoor den! O George, ik was daar zoo bang voor' Was je? En zou je daarom minder van me gehouden hebben? Ik geloof niet, dat me dat had kunnen schelen. Jij bent de beste! Naast Jou voel ik me nietig en klein. Je liebt Hazel gered, en waar achtig, mij heb je ook gered! Ik verlang nu harder naar jou, dan ik ooit naar haar ver langd heb. Is het geen medelijden? Zij keek in zijn verlangende oogen en glimlachte. Nee, zei hij zachtjes, het is geen medelijden! George lachte. Nog één ding. Als ik er vannacht met een buks op uit ging en ik plunderde een postkoets uit, zou je me dan den bons geven? George, wat vertel je nu? vroeg ze stom verbaasd. Ik meen het! Ik wou het alleen maar weten? Draai er niet om heen! Antwoord me! Als je mij wou hebben, dan wou ik jou ook! Je bent een wonder! Nou ga ik Jou twee maal zoo stevig en tienmaal zoo lang zoenen. Ben je bereid? Ja! Op die manier werd een wreede herinne ring voorgoed uitgewischt. Maar toen George Samantha voorstelde, naast hem te komen zitten, had Samantha bezwaren. Is er niets, dat we eerst moeten doen? Wat dan? Bedenk je eens! Ik zou dolgraag willen, dat je het zelf bedacht! Raadde hij het werkelijk! Of wees ze hem den weg. Haar vriendelijke oogen gleden naar het huis daar 'oeneden. Ik ben er! Het aan moeder vertellen! riep George triomfantelijk. Hand in hand, als twee kinderen holden ze de gulden heuvel af. Juffrouw Spragge was niet in huis. toen ze er aan kwamen, ook niet ln de kippen- schuur. George riep haar. Alleen de echo van zijn zware stem kwam terug. Ze moet 0p den heuvel zijn. zei Samantha Laten wü daai kalmpjes aan naar toe gaan. Ze vonden haar op het kleine kerkhof. Ze hoorde hen niet r.ankomen. Samantha. raakte George's arm aan Ze bleven staan. Juffrouw Spragge zat bij haar graven, maar ze keek er niet naar. Ze staarde over den Oceaan; ze piekerde over George en Sa mantha. Haar gezond verstand kwam in opstand tegen het gedwongen vrijgezellen leven, tus schen een man en een vrouw die zoo ge heel bij elkaar hoorden. Wat scheelde die kinderen toch! Dat had ze zichzelf al zoo vaak afgevraagd. En was het haar lot te moeten sterven zonder dat kleinkinderen op haar schoot speelden? Plotseling had ze het gevoel alsof ze moest opkijken. En ze kon haar oude oogen nauwe lijks geloovenwas het werkelijk geen vlzioen? Bij het hek stonden George en Samantha, hij met zijn arm om de schouder van het meisje en beide met de glans van hun jong geluk ln de oogen. EINDE.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1929 | | pagina 9