GHOBOTRA
MAPI,EM'S DAGBLAD
GLARD, DE RECHTER VAN INSTRUCTIE.
OPMERKINGEN OVER
DE WARENWET.
LETTEREN EN KUNST
MAANDAG 4 MAART 1929 VIERDE BLAD
De man van den dag te Parijs.
(Bijzondere correspondentie).
Het initiatief van den Neder-
landschen grossiersbond.Netto-
maat en gewicht op verpakte ar
tikelen. Het oordeel van den
Middenstandsraad. Bestrijding
van oneerlijke concurrentie.
Nu het jaarverslag van den Middenstands-
raad over 1923 is verschenen en daarin de
noodige plaatsruimte is ingeruimd voor de
actie van den Grossiersbond,. betreffende da
wenschelijkheid van het aangeven'van net
to-maat of gewicht op verpakte artikelen
zal menigeen wel iets meer omtrent de be
doelingen van den Grossiersbond willen ver
nemen.
Na een ingesteld onderzoek concludeerde
deze organisatie, dat er in den handel var.
tal van verpakte artikelen ontoelaatbare
praktijken voorkomen, waarin hoognoodig
verandering gebracht moet worden. Zoo
bleek het, dat blikken groente van de eene
fabriek veel meer water bevatten dan van de
andere, dat verschillende pakjes koffie een
minder gewicht hadden dan de consument
dacht en bepaalde 5-cents chocoladereepen
van vier verschillende fabrieken alle een an
der gewicht hadden, alle voorbeelden welke
nog met tal van andere aangevuld zouden
kunnen worden. Het ligt voor de hand, dat
men tegen deze toestanden opkwam, waarbij
zich onmiddellijk deze vraag naar voren
drong: moeten de organisaties bij deze tak
ken van handel betrokken of moet de wetge
ver te hulp worden geroepen? waarop ten
slotte door de groote meerderheid van hen,
die zich over deze aangelegenheid hebben
uitgesproken is geantwoord: de overheid
dient in te grijpen. Men dien er echter wel
rekening mede te houden, dat, hoe verkeerd
dergelijke toestanden ook mogen zijn, het
voorkomen daarvan dikwijls op prac-
tische moeilijkheden stuit en men
bij het treffen van wettelijke maatregelen
wel eens verder grijpt dan in de bedoeling
heeft gelegen en feitelijk toelaatbaar is. Men
denke o.a. in verband met bovenaangehaalde
voorbeelden aan de moeilijkheden, welke
zich voordoen bij den verkoop van artikelen,
welke aan indroging' onderhevig zijn (zeep,
koek, schoencrême) en aan dié welke vocht
aantrekken (zeeppoeder, enz.)' Daarnaast
zal men rekening moeten houden met in gla
zen potten verpakte artikelen, met artike
len, welke gewoonlijk in luxe verpakking
verkocht worden en met artikelen, die al
dan niet automatisch worden gesneden. Bij
de te treffen maatregelen zal voorop moetei
staan, dat men de eerlijkheid in den handel
wil bevorderen en deze zal men kunnen be
vorderen, wanneer op voor den consument
bestemde verpakkingen zooveel mogelijk het
gewicht of de maat wordt aangegeven. In
ieder geval zou men kunnen beginnen dezen
maatregel tóe te passen voör die artikelen,
welke gemakkelijk en zuiver kunnen worden
afgewogen en welke niet of weinig iridrögea
of vocht aantrekken, zooais; peulvruchten,
koffie, thee, cacao, rijst, griesmeel, bloem,
havermout, bakmeel, suiker enz. Het spreekt
wel vanzelf,' dat elk Voorschrift eenig.:
ruimte zal moeten laten, die bijv. ook' in dc
Duitschc verordeningen ter zake is opgeno
men, terwijl het natuurlijk ..nóödzakélijk is.
om bij- het treffen- dezer "maatregelen;:een
ruimen overgangstermijn té nemen.7
De Nederlandsche Grossiersbond heeft
alle eer van het door hem genomen .initiatief
Niet alleen hebben alle Kamers van .Koop-
HET TOONEEL.
Dr. J. O. DE GRUYTER t
Het Vlaamsch Tooneel heeft zijn Willem
Royaards verloren. Want wat Willem
Royaards voor Nederland is geweest, dat
was Dr. J. O. de Gruyter, die in de afgeloo-
pen week in het Zuiden van Frankrijk op
46-jarigen leeftijd is gestorven, voor Vlaan
deren. Evenals Royaards was Dr. de Gruyter -
vervuld van een alles beheerschehde liefde
voor het tooneel, als Royaards was hij een.
minnaar van het woord, als Royaards was
(hij de tooneelhei;vormer in zijn land.
Slechts eenmaal hebben wij het voorrecht
gehad de Gruyter in Haarlem te zien optre
den; dat v/as op die gedenkwaardige school-
voorstelling nu vijf jaar geleden waarop
Dr. de Gruyter die toen reeds aan het.
hoofd stond van don Koninklijken Vlaam-
schen Schouwburg te Antwerpen met zijn
„Vlaams Volkstooneel" den Warenar heeft
gespeeld. Nooit zal ik het oogenblik verge
ten, waarop voor een zaal vol Neder
landsche jonge menschen ook een
honderdtal .studenten was voor deze voor
stelling naar Haarlem overgekomen aan
den Vlaamschen acteur de Gruyter
door een Afrikaansch student een krans
werd aangeboden en nog hoor ik het en
thousiast gejuich van de geestdriftige zaal
na dat schcone gebaar, waarin de groot-
Nederlandsche gedachte op zoo treffende
wijze tot uiting kwam.
Een onultwischbare herinnering heb ik "van
dien middag meegenomen, en ik heb bij die
voorstelling een zeer sterken indruk van Dr.
de Gruyter èn als acteur èn als tooneelleider
gekregen. Onvergetelijk zal voor mij zijn
Warnar blijven. Met. het spel van onze aller
grootsten een Louis Bowumeester en een
Jan Musch heb ik toen het spel van de—
zen Vlaamschen acteur vergeleken. Het was
handel en Fabrieken zich daarover uitge
sproken, doch ook het Verbond van Neder
landsche Werkgevers, de Nederlandsche
Vereeniging van Huisvrouwen en last not
least de Middenstandsraad. Laatstgenoemd
college is van oordeel dat met een wijzigin;
van enkele artikelen der Warenwet volstaan
kan worden. Behoefte aan een afzonderlijk!
wet ter voorkoming aezer toestanden is er
volgens haar niet. Men meende de gesigna
leerde „oneerlijke concurrentie" dus door
aanvulling van de Warenwet te kunnen be
strijden, niettegenstaande de consider»^
der Warenwet alleen spreekt over de bevor
dering der „volksgezondheid". Duidelijk zou
dan moeten uitkomen dat het doel van do
Warenwet tweeledig zal worden en zij voor
schriften kan geven, zoowel betreffende de
aanduiding van waren, als betreffende de
hoeveelheid van verpakte artikelen en al dia
waren welke daarmede gelijk te stellen zijn,
dus naast de bevordering van de volksge
zondheid, de bevordering van den eerlijken
handel. Tegelijkertijd zou dan in de Waren
wet hier en daar nog een noodzakelijke wij
ziging aangebracht kunnen worden. Zoo
zou nog een toevoeging bij artikel 14 ge
maakt kunnen worden, het artikel hetwelk
beoogt te bevorderen, dat een „artikel den
naam draagt dien het werkelijk toekomt en
dat niet door ondoorzichtige benaming ver
warring ontstaat, die zou lelden tot nadeel
voor den kooper en tot oneerlijke mededin
ging". Men zou dan misleidende fantasie-
namen moeten kunnen beletten. Het advies
van den Middenstandsraad gaat niet zoo ver,
dat voorzieningen getroffen moeten worden,
dat bepaalde maten of gewichten in acht
genomen moeten worden (dat dus bijvoor
beeld cacaopoeder alleen verkocht mag
worden in bussen van 1/2 K.G.), maar wel
zou deze Raad aan art. 15 van de Warenwet
een lid willen toevoegen van de navolgende re
dactie: „WU behouden ons voor bij algemee-
nen maatregei van bestuur te bepalen, dat
en hoe of aan waren en andere artikelen bij
dien maatregel aan te wijzen, of op of aan
de voorwerpen of de omhulse.ls, waarin die
waren en andere artikelen zijn vervat, dui
delijke aanduidingen moeten voorkomen om
trent maat, gewicht of getal van die waren
en die andere artikelen, ongeacht de voor
werpen of omhulsels, waarin die waren en
andere artikelen zijn vervat."
Indien de Warenwet naast hare beteekenis
voor de volksgezondheid ook beteekenis ver
krijgen zal voor de bestrijding van oneer
lijke concurrentie in den handel, zal ar
tikel 17 van deze wet, waarbij een speciale
commissie ingesteld wordt tot voorbereiding
der algemeene maatregelen van bestuur, ge
wijzigd moeten worden. De Middenstands
raad zou daarvoor geen uitbreiding van de
bestaande commissie willen aanbevelen, doch
een afzonderlijke commissie, meerendeels
bestaande uit deskundigen op het gebied
van handel en industrie, in den geest zoo
als eerstgenoemde commissie, die echter een
meerderheid heeft van deskundigen op het
gebied van de volksgezondheid. Of het altijd
mogelijk zal zijn deze belangen op de juiste
wijze te splitsen is moeilijk te beoordeelen,
men zou in die gevallen misschien beide
comppssies advies kunnen laten uitbrengen,
In ieder geval zal het wenschelijk zijn dé
stem van industrie en handel tot hun recht
te laten komen.
MOLLERUS.
een geweldige, grootsche creatie, die de
Gruyter van dezen vrek maakte. De verper
soonlijking van de gierigheid werd voor mij
deze Warnar, lie aan een gier deed denken.
Ik laat hier nog eens volgen, wat ik na die
voorstelling over de Gruyter schreef:
Prachtig is de Gruyter's spel van plastiek,
kleurrijk door voortdurende wisseling, mee-
sleepend door overweldigend temperament
en waarlijk geniaal van beelding! Ik kon
mij thans levendig voorstellen, dat een
Fransch majoor, de Gruyter op het Vlaams
fronttooneel ziende spelen, vol vervoering
uitriep: „Quel artiste!" zonder dat hij er één
woord toch van verstond. Met ingehouden
adem volgt men dit spel! Zooals hij den pot
met goud onderzijn arm droeg en hem
streelde, voelde men, dat die pot voor dezen
vrek meer werd dan aardsch bezit alleen.
Zijn hart, zijn nieren, zijn ingewanden, alles,
droeg hij daar onder zijn mantel met zich
mee! Hij was in waarheid de man, die beze
ten werd door zijn hartstocht! AI zijn den
ken én voelen ging uit naar zijn schat!
Prachtig was hij soms in zijn standen! Ik
denk aan dat oogenblik, wanneer hij ver
schrikt terugdeinst, als hij vreemden in zijn
huis hoort en aan het moment, als hij Lec-
ker ontwaart bij het kerkhof. Beide keeren
v/as hij het beeld van den schrik". En hoe
diep ontroerend was zijn spel, toen hij, ge
nezen, terug kwam uit zijn huis. Hoe subliem
het gebaar, waarmee hij Ritsert afwees! Een
speler als de Gruyter zou ons bijna met dit
we heel onwaarschijnlijke slot waarmee
het zeker ver beneden Molière blijft vreae
doen hebben, omdat hij ons de hoogere be
teekenis er van doet voelen. In waarheid de
Gruyter is één der allergrootste spelers, die
ik niijn leven zag.
Ook van den regisseur de Gruyter hebben
wij bij die opvoering een zeer sterken indruk
gekregen. Welk een kleur, welk een dyna
miek was er in de vertoóning van dit Neder
landsche klassieke werk! En welk een le
ven kreeg het woord bij deze-Vlamingen!
Zij droegen geen klassieke oud-Hollandsc.he
verzen voor, maar spraken allen zonder Uit
zondering een levende taal. Het was op
merkelijk, wat de Gruyter door nuanceering,
door verhooging of verlaging van stem, door
vermeerdering of vermindering van kracht,
maar vooral door wisselend tempo wist te
bereiken! Er was een voortreffelijke verdee
ling van licht en schaduw en het werd onder
de Gruyter's leiding een voorstelling van on
gemeen rijke kleur en schakeering, levendig,
krachtig en aangrijpend. De opvoering van
den Warenar heeft mij ook nader in kennis
gebracht met den eersten leider van het
„Vlaams Volkstooneel". Eenige dagen voor
zijn komst te Haarlem had de Gruyter nog
op zijn kantoor in den Koninklijken Vlaam
schen Schouwburg te Antwerpen verteld van
zijn werk en zijn toekomstplannen.
Hij vertelde mij. hoe hij na aan de
universiteit te Gent gestudeerd te hebben
in de Germaanscne phllologie en als leeraar
werkzaam te zijn geweest aan een athenaeum
te Antwerpen en te Gent. zijn aangeboren
liefde voor het tooneel. De Gruyter was een
zoon van een Gentsch acteur: hij kon ein
delijk -4Jn lust tot tooneelspelen botvieren.
toen hy In zijn geboorteland een Vlaamsche
Vereeniging voo- Tooneel- en Woordkunst
had gesticht. In cue vereeniging had hij ver
schillende tooneei7oorstellingen van dilettan
ten geleid. Zoo had hij er Starkad van
Hegenscheidt en Philocletus van Sophocles
gespeeld en In het begin van 1914 bij gelegen
heid van het Groot Nederlandsch Studenten
congres voor het eerst Hooft's Warenar
Maar de Gruyter's groote werk begon eigen
lijk eerst recht in den oorlog aan het front.
Daar heeft hij na drie Jaren „fronleven"
als soldaat- in navolging van het Fransche
Fronttooneel, het Vlaamschc Fronttooneel
gesticht en dat is beslissend voor zijn verdere
loopbaan geweest, want toen de Gruyter na
den oorlog weer voor de klas wilde gaan s'.aan.
bleek al spoedig, dat de tooneelspeler den
leeraar in hem had verdrongen. Voor de
soldaten gaf hij met soldaten daar
achter het front op een zeer pi imltief toonvel
stukken als De Warenar, Starkad en Roel-
vink's Freuleken. Uren lang liepen de Vlaam-
sche jongens door modder en slijk om deze
voorstellingen van hun Vlaamsch Volkstooneel
te zien en in de grootste aandacht luisterden
deze door den oonog verruwde en verwilder
de mannen naar verzen van Hooft en Hegen
scheidt, in het meesleepende spel van de
Gruyter's acteurs Toen zag öe Gruyter hos
groot de liefde voor het tooneel bij het volk
was en zijn plan om aan de Vlamingen
ook op het platteland goed tooneel te bren
gen, Is ln die dagen bij de Gruyter geboren.
Zoo is uit het Viaamsche Fronttooneel het
Vlaamsche Volkstooneel ontstaan, dat thans
nog ln wat veranderden vorm onder
Joh. de Meest-er's leiding bestaat.
Met dat wakkere troepje is de Gruyter
heel het Vlaamsche land doorgetrokken en hij
heeft er in de kleinste dorpen dikwijls in
het open veld voor heel eenvoudige men
schen Vondel's Jozef in Dothan, Hooft's Wa
renar, Sophocles' Oedipus, Goethe's Iphigenie
en Rodenbach's Gudrun gespeeld. Was dat
geen prachtige daad van artistieken durf, van
heerlijk, frisch idealisme? Deze Vlaming, die
Vondel tot het Vlaamsche volk bracht en
Jozef in Dothan meer dan honderd maal heeft
gespeeld, heeft aan de Nederlanders, die voor
de herdenking van Vondel's 250sten geboorte
dag geen tijd en geen belangstelling hadden,
een voorbeeld gegeven, dat werkelijk bescha
mend genoemd mag worden.
Deze Vlaming was in de eerste plaats een
Groot-Nederlanler! Ik hoor nog met welk een
liefde hij sprak over de Nederlandsche taal,
die hij sprak zóó zuiver en mcoi, als ik bijna
nog nooit van een Noord-Nederlander hoorde.
De Gruyter was een minnaar van het woord!
Zijn ideaal voor l.et tooneel was de eenheid
van taal! Hij heeft daarvoor veel strijd moe
ten voeren, want men verweet hem in het
begin, dat hij de schoone Vlaamsche taal bij
het Nederlandsch ten achter stelde! Maar hij
wilde op het tooneel geen Vlaamsch, geen
Llmburgsch, geen Gentsch, geen Amster-
damsch, hij wilde alleen: het Nederlandsch.
zoowel te Gravenhage en Amsterdam als te
Antwerpen en Gent! Daarvoor heeft deze
groot-Nederlander jaren lang hartstochte
lijk gestreden.
Wij Noord-Nederlanders, zullen dezen Vlaam
schen kunstenaar, die zoo veel voor de Groot-
Nederlandsche cultuur heeft gedaan, met
dankbaarheid en eerbied herdenken.
J. B. SCHUIL.
BIJ DEN DOOD VAN BODE.
Wilhelm Bode werd op 10 December 1845
té Calvoerde in Brunswijk geboren, studeerde
aanvankelijk rechten, maar ging in 1869
over tot de bestudeering van Oudheidkunde
en Kunstgeschiedenis. Tot 1871 bezocht hij
de universiteiten te Berlijn en Weenen, ter
wijl reizen naar Italië zijn studie voleindden.
In 1872 werd hij assistent aan de Konink
lijke Musea te Berlijn bij de afdeeling Chris
telijke plastiek. Reeds toenmaals slaagde hij
er in zijn afdeeling door vele gelukkige aan
winsten tot een verzameling van den eersten
rang te maken. In 1880 zag hij zich benoemd
tot directeur van zijn afdeeling en tot twee
den directeur van de schilderijen-collectie.
Na het aftreden van Meyer, in 1890, nam hij
het geheele bestuur daarvan over, aldus de
Tel.
Tientallen van jaren besteedde Bode met-
onverflauwd enthousiasme aan het bijeen
brengen van de groote verzamelingen van
de Berlijnsche musea. In woord en geschrift
ijverde hij voor zijn levenswerk, spoedig in
ziende. dat voor het ten uitvoer brengen van
zijn plannen groote uitbreiding der musea
noodig was. Tot dat doel richtte hij ln 1896
den Kaiser Friedrich Museum-Verein op. En
als resultaat daarvan kon, op 18 October
1904, dank zij zijn onvermoeiden arbeid, het
Kaiser Friedrich-Museum ingewijd worden.
General direktor van de Berlijnsche Mu
sea werd hij in 1905. Hij legde dit ambt in
1920 neder, doch bleef leider van het Kaiser
Friedrich-Museum, voor welke instelling hem
op zijn tachtigsten verjaardag door zijn
vrienden een groot bedrag overhandigd
werd, dat als „Bodespende" bestemd was
voor het aankoopen van nieuwe kunstschat
ten voor het museum.
In 1914 werd hij door den keizer in den
adelstand verheven.
Ter gelegenheid van zijn tachtigsten ver
jaardag, ln 1925, gaf de „Kunstwanderer"
zijn Decembernummers In één aflevering
uit, die geheel aan den beroemden geleerde
gewijd was.
UIT DE R.-K. STAATSPARTIJ.
GANDIDATEN TWEEDE KAMER,
GROEP HAARLEM—HELDER.
Het bestuur der R.K. Staatspartij heeft,
naar de Msb. meldt, de verzamellijsten vast
gesteld van de aanwijzingen als candidaat
voor de Tweede Kamer.
Hier volgt de lijst van de groep Haarlem-
Helder: (P. achter een naam beteekent:
wenscht slechts als plaatsvervanger in aan
merking te komen).
Deskundige op het gebied van Handel, Nij-
bsrheld en Verkeer: Kamphuls, J„ Zaandam;
Kortenhorst, dr. L. G., 's-Gravenhage.
Een persoon die geschikt is te beoordee
len de speciale positie der vrouwen in het
maatschappelijk en staatkundig leven:
Brounsvan Besouw, mevr. W. A., 's-Herto-
genbosch; Hutten, mej. A.. Utrecht (P.:-;
Meijer, mevr. J. A. J. M., Rotterdam; Post.
mej. C. M.. Delft.
Vrije plaats: Bilt, Ch. L. van der. Haar
lem; Brussel, F., 's-Gravenhage (P.)Bulten,
G.. Voorhput: Droog, Dr. E. A. M. Heem
stede: Groen, Jac. Az.. Zuld-Scharwoude (P).
Guit, L. F.. 's-Gravenhage: Hellenberg Hu-
bar. Mr. J. A. G.'M. van, Rijswijk; Kusters,
Mr. H. A. J. M., Alkmaar (P.), Kampschoer,
G .W.. Monster: Laan. J. Th. v. d. Zuilen (P.);
Leesberg, Mr. A. J. M., Alkmaar, (P.)Moller,
Parijs, Februari.
Geen Marathonlooper en geen Derbykam
pioen, geen filmster en geen groote bariton
om de verschillende celebritelien van on
zen tijd in optocht de revue te laten passee-
ren wordt op het oogenblik te Parijs zoo
veel genoemd, besproken en geanalyseerd als
de heer G'.ard, de rechter van instructie.
Glard! Deze naam van vijf letters, die de
Fransche uitspraak tot vier terugbrengt,
hangt thans als een spook boven Parijs, als
een verschrikking, die minder vreesachtige
kinderzielen pijnigt dan wel cynische vol
wassenen. Vele hoog geplaatste personen in
rok of in uniform, vele mooie dames in dé
colleté, de heerschers en heerscheressen ovei
het in genoegens zwelgende leven, die sedert
lang niet meer dan een medelijdend glim
lachje over hadden voor het microscopisch
wezen, dat In de natuurwetenschap van onze
moderne samenleving onder den naam „rech
ter van instructie" bekend is. Immers zij wis
ten maar al te goed dat geen aal handiger
door alle gevaren heen kan kronkelen dan
zij door de mazen van alle paragrafen.
En nu lijdt hun overstelpend gevoel van
veiligheid dagelijks nieuwe, zorgwekkende ne
derlagen. Zij krijgen met meneer Glard te
doen! En met meneer Glard kunnen zij niet
overweg, daar deze wreede man geen grapjes
v/il verstaan en voor onze charmant corrup
te tijden geen zier piëteit heeft. Met een
schier provinclalo hardnekkigheid, met de
koppigheid van zijn Bretonsche voorvaderen,
die zoomin de galante Parijsche omgangs
vormen als menschelijk medelijden vermoch
ten te vernietigen, blijft hij stokstijf bij zijn
rechtvaardige onverbiddelijkheid. Is het niet
om kwaad te worden? Tientallen en tien
tallen jaren achtereen bouwt een menschelij-
ke samenleving een geheele beschaving lang
zaam op den grondslag van Byzantinisme en
huichelarij, uiterlijk aanzien, arrivisme en
carrière-vereering en daar komt plotseling
zoo'n vermeten rechter van instructie, die
zich niet door ambt of vermogen noch door
bekoorlijken schijn laat hinderen of beïn
vloeden, om niet alles uit indiscrete nabij
heid allernauwkeurigst te onderzoeken
De heer Glard werpt zich op zijn slachtoffers,
kil en zonder erbarmen, gelijk het mes van
een guillotine. Hij belijdt alleen den eerbied
die men den wetten verschuldigd is. En ter
wijl alle oogen vol verbazing op hem gevestigd
worden, projeeteert zijn gestalte zich plotse
ling mateloos vergroot op het witte doek van
ons dagelijksch leven.
Eerst werd hij ongeveer twee jaren geleden
naar aanleiding van de affaire-Blumenstein
veel genoemd en het zou niet oninteressant
zijn te vernemen, welke mecning de vinding
rijke „financier" Blumensteln er over den
heer Glard op na houdt, die sneller Duitsch
leerde, om de correspondentie van den ver
dachte en diens geheime notities te ontcijfe
ren, dan Blumenstein Fransch om zich te
kunnen verdedigen. Zooals het onderzoek in
alle schandalen, werd den heer Glard ook
opgedragen de instructie tegen de Fransche
melkgroothandelaren, die een menigte poli
tieke corypheeën op sleeptouw hebben, om
des te veiliger een samenzwering tegen de
portemonnaie van de consumenten op touw
te kunnen zetten. Insgelijks thans ln het ge
val van de Gazette du Franc, waarbij van het
eerste oogenblik af duidelijk was, dat de pre
sidente, madame Hanau, een aantal politici,
aristocraten enz. voor haar wagen had ge
spannen, om het publiek op een dwaalspoor
te brengen. Gaat het om een van de ernsti
ge gevallen, waarin een brutaal openrijten
van de geheele wonde nog baat kan brengen,
dan klinkt het in koor: „Waar blijft Glard?"
Hij duikt op als een chirurg, v/iens naam
van mond tot mond gaat; als dokter van
groote, sociale euvelen.
Maar allen, die door de grillen van het lot,
door lichtzinnigheid of tengevolge van hun
al te weelderige fantasie zich blootstelden
aan het gevaar, met de wet in conflict te ra
ken, vragen met klem: „In 's hemelsnaam
niet in handen van Glard!" Tranen vermur
wen hem niet, het bekoorlijkste glimlachje
laat hem koud. Hij respecteert niet den
schetterenden politicus, ook voor de dragers
van historische namen kent hij geen pardon.
Hij wil er eenvoudig niet van weten, dat
politiek of financieel prestige bijzondere
rechten bezit. Hij kent geen consideratie.
Geen toegevendheid. Doch het schijnt hem
een genot te zijn, het kind steeds bij den
naam te noemen: ook wanneer het al over de
zestig en een grandseigneur is, die, helaas,
dr. H. W. E., Tilburg; Nuland, H. F. van
Schagen (P.); NJjssen, J. P., Santpoort (P.),
Oomen, dr. A. J. B., Utrecht (P.), Poll, M. J.
M. van, Helmond; Romme, Mr. C. P. M.,
Amsterdam; Sand, H. G. J. v. d., Arnhem
(P,) Straman, J. A., Ouderkerk a.d. Amstel;
Stumpel, E. J. M., Hoorn (P.)Vos Jac. Az».,
Roosendaal,
HET PERSONEEL DER N.Z.H.T.M.
Dezer dagen vond onder voorzitterschap
van den heer J. D. Mulder de aangekondigde
vergadering voor het personeel der N.Z H.T.M.
plaats. De voorzitter deelde mede, dat in
overleg met het hoofdbestuur besloten was
op deze vergadering uitsluitend aan de orde
te stellen de kwestie der eventueele Intrek
king der concessie en het aan de directie
kenbaar gemaakte verzoek om verhooging
van de loonen van het N.ZK.T.M.-personeel.
Namens het hoofdbestuur der Ned. Ver
eeniging was aanwezig de heer J. Verton,
die in een uitvoerige rede de moeilijk
heden schetste die er reeds tusschen de ge
meente Haarlem en de directie der Tramweg
maatschappij zijn geweest.
Ook de kwestie van de autobussen .werd
door spreker besproken. De organisatie had
in allereerste instantie, haar beginsel ge
trouw, gepleit voor gemeentelijke exploitatie.
Toen de meerderheid van den Raad dit ver
wier heert men bevorderd de exploitatie van
tram en bus in één hand te brengen. Ook
toen deden zich echter weer moeilijkheden
voor, waarvoor spreker niet gaarne de ge
meente de schuld zou geven, waardoor de
tegenwoordige onjuiste toestand is ontstaan.
Wat betreft het voorstel tot opheffing der
concessie heeft de organisatie zich onmid
dellijk na kennisneming van dat voorstel
tot het gemeentebestuur gewend, om de per
soneelsbelangen te beschermen.
Na de aanhouding van het voorstel ln den
Raad is onmiddellijk een verzoek om een be
spreking bij B. en W. ingediend.
Door de moeilijkheden tusschen Gemeente
en Tramweg-directie kunnen de belangen
van het personeel ernstig geschaad worden
en naar spreker mededeelde acht de organi
satie het haar taak. om met alle middelen
die haar ten dienste staan voor de perso-
cheques heeft vervalscht: wanneer hij den
feoüaalsten naam draagt doch zich voor twee
millioen francs aan mevrouw Hanau als
strooman verkoopt; of wanneer het in het
knoopsgat de roset van het Legioen van Eer
draagt, dit roodc stempel van een noodlottige
dwaling, dat den drager als een man van eer
heeft aangeduid
De heer Glard is zestig jaar, breed ge
schouderd, forsch. Een figuur uit één stuk,
zoo hard als graniet, zoo vol uitdrukking, dat
geen schrijver een figuur zou kunnen schep
pen, die welsprekender het wezen van den
rechter van instructie weergeeft. Het haar
achterover gekamd als een borstel, dicht en
streng. De oogen grijs, nuchter, kil als een
Novembermorgen.
Zijn logica is onverbiddelijk. Zij stelt hem
in staat, den meest geroutlneerden leugenaar
in het touw van zfjn vragen te strikken. Niets
verhindert hem, ook den machtigste, die voor
hem verschijnt, de steunpilaar der samen
leving, over wien hij reeds lang zijn mecning
heeft gevormd met scheldwoorden te ont
vangen: „Schurk! Canaille! Afperser! Ban
diet!" en gelaten ziet hij, dat Prins zoo-en»
zoo het grijze hoofd schudt. Maar dc heer
Glard behoort niet tot degenen die zich op
den eerstpn leugen werpen en daardoor den
verdachte gelegenheid geven, zich nog tijdig
in den loop van het verhoor te corrigeercn.
Hij volgt den leugenaar, Hij volgt hem sim
pend, zoo lang, dat ook dc meest gerouti
neerde gaat beseffen, dat hij ln een labyrinth
terecht is gekomen. Dan rest hem niet anders
dan de oogen voor den heer Glard neer te
slaan en alles te bekennen met de opluch
ting, die een oprechte bekentenis brengt na
den ingespannen hers^uarbeid van opgesta
pelde leugens.
De heer Glard werpt met bevelen tot aan
houding om zich heen gelijk vroeger de Fran
sche koningen naar willekeur gelukkigen en
ongelukkigen ln de Bastille stopten. Zijn
naam wordt op het oogenblik het meest ge
noemd. Op straat, in het koffiehuis, ln do
tram, in de couloirs van het parlement, aan
de beurs in de banken. Er zijn er die lijden
aan hallucinaties, die hooren in wind en stil
te dezen naam, of in den nacht, terwijl zij
verschrikt alle vakjes van hun schrijftafel
leeg maken, wegens de eventueele huiszoe
king morgen. Of slapeloos te bed liggen en de
antwoorden repeteeren, die zij zullen geven,
indien zij morgen voor den vorschrlkkelijken
ondervrager staan.
Zestig jaar is de heer Glard en hij is
nog steeds rechter van Instructie! Zoo had
ook Napoleon soldaten, die tot het einde van
hun leven simpele grenadier» bleven. Het wa
ren zijn beste! Deze rechter heeft geen car
rière gemaakt. Vijf-en-dertlg Jaar geleden is
hij in dienst van den staat getreden, maar
ongeveer 20 jaar geleden had hij wegens zijn
strengheid een conflict: hij versmaadde een
of andere hooge protectie. Er werd hem een
verwijt van gemaakt; beleedtgd vroeg hij
destijds zijn pensioen.
Maar tot dienaar van de wet en dc gerech
tigheid geboren, kan hij het niet ltiten, deze
beide goden te dienen. Dus verzocht hij tien
jaar geleden, weer tot den dienst te worden
toegelaten. Weer als eenvoudige rechter van
Instructie. Nooit heeft hij naar meer ot' naar
iets anders gestreefd dan dit: uit nacht en
nevel de waarheid puren. Met Poincarc is
toen zijn zon opgegaan, daar niemand hem
zoo begrijpt als deze andere fanaticus, de;;e
andere bezetene van den geschreven letter
en den codex! Zoo vaak er vieze zaakjes zul
len zijn, waarbij hooge persoonlijkheden zijn
betrokken, zaakjes, die hot gevaarlijk is, op ie
helderen, altijd zal men ze den heer Glard
in handen geven.
Niemand is voor hem veilig. Dagelijks laat
hij nieuwe grootheden opsluiten. Wie als
getuige door hem geroepen wordt, neemt
hartroerend afscheid van degenen die hom
lief zijn, neemt zijn advocaat mee, zich ang
stig afvragend, of hij woer door dezelfde deur
terug mag en niet dadelijk de gevangenis
in gaat. De heer Glard maakt nu een vaag
verlichten Augiasstal schoon. Af en toe echter
is het alsof de bezem in zijn hand een helle
baard wordt, waarmede de. heer Glard. de
rechter van instructie, ïn de stramme houding
van een ouden gardist op wacht staat voor
den troon van zijn souverein: de gerechtig
heid!
(Nadruk verboden).
ANDRc ADORJAN.
INGEZONDEN MEDEDEELINGF.N
a 60 Cts. per regel.
neelsbelangen op te komen, daarbij het al
gemeen belang niet verwaarloozcnd. Spreker
komt thans tot het 2e punt zijner rede. Tal
van ln financieele moeilijkheden verkee-
rende tramwegmaalschappijn hebben het
personeel meer inkomsten gewaarborgd, ter
wijl de grootere maatschappijen zooals de
Nederl. Tram en de HaagSChe Tramwegmaat-
8Chappijen op. verzoek der organisaties
extra ultkeeringen hebben verleend'.
Volgens spreker is voor het N.Z.H.T.M.-
personeel een dergelijke uitkeerlng'dringend
noodzakelijk, waarom men zich dan "ook mrz
een verzoek om inkomst envermecrdcring tot
de directie heeft gericht.
Spreker wekte het personeel op zich achter
de organisatie te plaatsen.
VERLOTING GIERSTRAAT-
VEREENIGING
De Gierstraat-Vereenlying heeft aan het
Burgerlijk Armbestuur f 50 overgemaakt,
zijnde de baten der gehouden verloting. De'
prijzen moeten binnen 14 dagen worden af
gehaald bij den secretaris.
BESTRIJDING VAN VOLKSZIEKTEN.
Voor de Vereeniging van Jonge Liberalen
zal op Dinsdagavond 5 Maart in liet Gemeen
lijk Concertgebouw door Dr. 1. h. J. Vu.s.
lid van de Tweede Kamer der Staten-Genc-
raal, oud-wethouder van Amsterdam, een le
zing worden gehouden over de bestrijding
van Volksziekten.