FLITSEN
H. D. VERTELLINGEN
Cs Eï'sb mét dsn toetast
STADSNIEUWS
FEUILLETON.
HAARLEM'S DAGBLAD
DINSDAG 5 MAART 1S29
(N admit Terboden; natcur*rechl Toorbelioodfcn.)
De Weddenschap van den Groothertog.
Uit het Fransch van
MAURICE DEKOBRA.
De groote zaal van het Restaurant Impe
rial baadde in licht. Alle tafeltjes, rijk met
bloemen versierd, waren met een uitgelezen
gezelschap bezet. Overal evening-dress. bloo-
te schouders en geschitter van diamanten.
Als een generaal op het slagveld hanteer
de Anselme, de maitre d'hótel. zijn divisies
kellners en stuurde estafettes met de wijn
kaart naar rechts en links.
Plotseling liet de portier iemand binnen,
wiens verschijning alleen al de gasten ten
hoogste verbaasde. Het was een man in lom
pen gehuld, een vagebond met een borsteli
ge, geelachtige baard, kapotte schoenen en
een uitgerafelde» hoed. Zijn broek werd door
een touwtje opgehouden en het was duide
lijk, dat hij geen hemd droog onder zijn pa
pieren boord met oranje dasje. De verbazing
van de gasten steeg ten top, toen ze den
nieuwaangekomene beleefd zijn hoed zagen
afnemen en met zachte stem hoorden zeg
gen: „Goeden avond, dames en heeren".
Reeds wilde de maitre d'hótel aan twee
van zijn meest gespierde kellners bevel ge
ren, om hem er uit te gooien, toen een taxi
chauffeur de deur van de bar binnenstorm
de en Anselme influisterde: ,.Mag Lk u even
Jets zeggen?" De maitre d'hótel nam hem ter
zijde on zei, terwijl hij zijn neus dichtkneep,
wat bij hem een teeken van groote opwin
ding was: „Wat is er?"
Wilde u dien vagebond de deur uitzet
ten?
Natuurlijk.
Doe dat vooral niet. Ik heb hem hier
heen gereden. Hij komt uit de Cercle de
lUnion. waarvan hjj lid is, en hij heeft met
eenge vrienden een weddenschap aangegaan,
ora als bedelaar in t Restaurant Imperial te
gaan dlneeren. Het is de groothertog Ste-
phanus.
De Groothertog Stephanus? riep de
maitre d'hótel ontsteld uit.
In levenden lijve. Ik heb u wllien waar
schuwen, om u geen flater te laten begaan.
Zoo'n goede klant als hij
Zeker, Je hebt goed gedaan. En Anselme
liet dankbaar een geldstuk ln de hand van
den chauffeur glijden. Op hetzelfde oogen-
blik trachtte de groothertog zich los te ma
ken van de twee kellners, die hem al bij de
kraag gegrepen hadden. De maitre d'hótel
vloog naar hen toe, duwde hen op zij en ter
wijl hij diep voor hun slachtoffer boog, zei
hij zacht: ..Pardon, hoogheid, ik had u niet
herkend. Waar wenscht uwe hoogheid te
gaan zitten?"
De groothertog glimlachte uit de hoogte
tegen zijn aanvallers en zei met aplomb tot
den maitre d'hótel: „Ik zal aan dit tafeltje
gaan zitten, dicht bij de muziek."
Deze onverwachte ommekeer had de aan
dacht der gasten getrokken, die het vreemde
geval druk bespraken. De dames fluisterden
nieuwsgierig: „Wie is het? Wie is het?"
Het Is een dronken lord.
Nee, het is een reporter, die op een sen
satie-artikel uit is.
Men beweert,, dat het een neef van den
tsaar ls, die te voet uit St. Petersburg is ge
komen.
Mis, het Is een variéténummer.
Zou hij gaan zLigen?
Het is een socialistisch afgevaardigde.
De maitre d'hótel naderde den groother
tog, die schik in 't geval scheen te hebben en
vroeg: „Welke hors d'oeuvre wenscht uwe
hoogheid?" „Doe me eerst t genoegen en
zeg geen hoogheid meer en breng me dan
wat radijs, een flink stuk bloedworst met to
matensaus, een schotel gebakken aardappe
len en voor dessertwel, geef me daar
voor eens kaviaar. Ik ben nieuwsgierig, hoe
dat smaakt, lk heb er al dikwijls over hooren
spreken".
De maitre d'hótel glimlachte vriendelijk,
terwijl hij dit menu noteerde en zich naar
de «tssa haastte. Toen hij langs een stam
gast kwam, die met twee knappe vrouwen
dineerde, fluisterde hij: „een goeie mop.
vindt u niet: Kaviaar bij het dessert. Hij
speelt zijn rol goed." „Maar wie is het dan?"
„De groothertog Stephanus".
Deze naam ging als een loopend vuurtje
door de zaal, en aller oogen richtten zich op
den grappenmaker, wiens weddenschap deze
geblaseerde mannen en wereldwijze vrouwen
vermaakte.
Toen verscheen buigend de wijnkellner, om
te vragen, wat zijn hoogheid wenschtc te
drinken. Bursac '74, Pommard '88, Chateau
Lonfoe '91?
Zonder zelfs op de kaart te kijken, ant
woordde de groothertog ongedwongen: „een
halfje rood".
Geiach klonk van geverfde lippen.
Een Jonge aristocraat met monocle riep
enthousiast uit: „Bravo, hij is eenig!"
Toen kwam de radijs. De groothertog pikte
ze met groote koelbloedigheid aan zijn vork
en at ze op. Het strijkje op het podium had
opgehouden met spelen. Ze konden niet meer
van 't lachen. Ze lachten zoo hard, dat de
groothertog zich omdraaide en zei: „Speel
liever een deuntje voor me dan te zitten
lachen, dan gaat de worst en makkelijker in".
Het gelach verdubbelde. Een vrouwtje, dat
dichtbij zat, zei tegen haar man, slap van
het lachen: „Wat is hij geestig!"
Opeens riep de groothertog den maitre
d'hótel: Pssstt!
De gesprekken hielden op, terwijl Anseline
aan kwam loopen. Toen riep de groothertog:
„Waar blijft mijn Kaviaar?" „Wil uwe Hoog
heid„Zeg, vriend, geen hoogheid, maar
Kaviaar en viug!" .Dadelijk, het moet even
klaargemaakt worden". „Wat, is het nog niet
klaar?"
Toen men hem de Kaviaar ln een klein
vaatje had voorgezet, en de groothertog met
zijn soeplepel daaruit ging eten, barstte men
in schaterlachen uit. Er werd geapplaudis
seerd en op zijn gezondheid gedronken. Er
wera „bravo" geroepen. Het strijkje begon
otaande het Russische volkslied te spelen ter
wijl hij, gelukzalig glimlachend, zijn hoofd
over 't tonnetje gebogen hield en zijn baard
vol kleine zwarte korreltjes zat.
Een gedécoreerde oude heer wiMe hem toe
drinken. Toen stond de groothertog op, trok
zijn oranje dasje recht en zijn glas ophef
fend naar den heer met het lintje, riep hij
met schorre stem: „Op je gezondheid".
Nooit had men zich zoo geamuseerd in het
restaurant Impérial, zelfs niet op Kerstavond
of bij 't CaruavaL
„Sigaren!" riep eensklaps de held van den
avond. De maitre d'hótel kwam met het wa
gentje, dat een keur van fijne sigaren bevat
te, aan, reed het voor en bood den groother
tog geurige havanna's aan. „Heb je geen
goeie Primula's van 10 centimes?" „We heb
ben Henry Clay's en verschillende geïmpor
teerde Havannasoorten", antwoordde de
maitre d'hótel. „Nou, geef op maar", zei de
ander met een zucht.
Hij begon van zijn sigaar en zijn kleintje
koffie te genieten met de voldaanheid van
iemand die zijn weddenschap gewonnen
heeft, en de gasten verlieten noode het res
taurant, toen twee heeien met zware snorren
die niemand nog opgemerkt had, den groot
hertog stilletjes van achteren naderden. Op
'tzelfde oogenblik legden beiden een hand op
zijn schouaer en zeiden: „Vooruit, volg ons".
De groothertog draaide zich plotseling om
en verbleekte. „Vooruit", herhaalden de twee,
„geen kapsies".
De verbaasde omstanders wilden het voor
den groothertog opnemen, maar een der twee
had hem reeds naar buiten geduwd, terwijl
de ander tot den maitre d'hótel zei: „Dat de
groothertog Stephanus! Laat je niets wijs
maken! Het is een landlooper, die gearres
teerd is voor de beruchte inbraak te Bourg-
la-Reine en die vanmorgen uit de gevangenis
ontsnapt isl"
DE VROUWENGROEP IN DEN
VRIJHEIDSBOND.
MEJ. JOH. WESTERMAN OVER DE
LIBERALE POLITIEK.
De afdeelingen Haarlem. Bloemendaal en
Heemstede van de Vrouwengroep in den
Vrijheidsbond bielden Maandagmiddag drie
uur in café „Dreefzioht" een vergadering, die
gepresideerd werd door mevrcuw R. de Voogt-
De Vogel. Deze opende de matig bezochte
bijeenkomst met een woord van welkom,
waarna zij de hoop uitsprak, dat het aantal
liberale vrouwelijke leden in de Tweede
Kamer dit jaar grooter zal worden.
De voorzitster gaf daarna het woord aan
mejuffrouw Joh. Westerman. lid van de
Tweede Kamer, die een re:le hield over het
onderwerp: „De liberale politiek". Zij herin
nerde er aan, dat het dit jaar ook voor de
vrouwen een heel belangrijk jaar zal zijn,
want zeer waarschijnlijk zullen de Kamer
verkiezingen op 3 Juli weer plaats hebben.
Spreekster deelde mede, nu al zoo dikwijls
gehoord te hebben, dat mannen spottend
vragen: „wat hebben de vrouwen nu eigen
lijk al in de Tweede Kamer gedaan?" Deze
mannen, zei mej. Westerman. vergeten ech
ter, dat de vrouwen nog niet veel in de ge
legenheid zijn geweest om wat nuttigs te
doen. In 1918 zat er neg maar één vrouw Ir»
de Tweede Kamer; in 1921 slechts twee en
eerst in 1922 zitten daar nu ongeveer zeven
vrouwen. Van veel beteekenis is dat dus nog
niet.
De mannen zijn van meening. zei spreek
ster. dat zij de zaken van de vrouwen ook
wel kunnen behartigen. Mej. Westerman twij
felt daar weliswaar niet aan. maar zij acht
hef; toch beter, flat de vrouwen er zelf bij
zijn, als haar belangen behartigd moeten
worden. Dé vrouwen bebben het Kiesrecht
gewild, om mede de verantwoordelijkheid te
dragen van wat er in ons land gebeurt. Zij
komen nu gelukkig ook meer in aanmerking
voor belangrijke openbare betrekkingen, zoo
als o.a. die van griffier der Staten. Er kun
nen slechts elf van die functionarissen ln
ons Land zijn. Daarom vond spreekster het
zoo jammer, dat de eerste vrouw, die voor dü
hooge ambt in aanmerking kwara. daarvoor
bedankt heeft. Dat is voor de vrouwen niet
erg prettig.
Mej Westerman herinnerd? aan de wijzi
ging van de Kieswet en aan de achterstelling
der vrouw van vroeger, vergeleken bij nu,
ook ln Indië.
Uitvoerig critiseerde zij het werken der
andere politieke partijen in het Parlement
en schetste de moeilijkheden, waarmede som
mige partijen te kampen hebben, zooals bij
voorbeeld de Christ.-Historlsche leden van ds.
Lingbeek zootira zij maar eenlge toenadering
tot de Roomsch-Kaiholieken toonen. Eu dc
communist Lou de Visser is altijd de schrik
der sociaal-democraten, die door hem bij elke
gelegenheid, te pas en te onpas, voor burger
lijke partij worden uitgescholden, de ernstig
ste belesdiging, zei spreekster, die men den
sociaal-democraten kan toevoegen.
Tenslotte kwam mej. Westerman op de
politiek der liberalen. ZIJ achtten ons land
nog niet geschikt, om nu reeds alleen tot
nationale ontwapening over te gaan. Zij wil
len wel zooveel mogohjk bevorderen om den
Volkenbond zoo krachtig mogelijk te maken.
Een moeilijk punt voor de liberalen noem
de spreekster hun groot verantwoordelij k-
heidsgevoel, dat bij hen altijd overheer-
schend is. Het is altijd gevaarlijk om voor
verschillende democratische moties te stem
men, maar men moet zich toch eerst afvra
gen of het noodige geld er voor is. De libe
ralen beoogen uitsluitend en alleen het be
hartigen van het algemeen belang, ook al
worden zij door sociaal-democraten voor
kapitalisten uitgescholden. De liberalen be
hartigen niet alleen dé belangen Van de
werkgevers, maar ook van de werknemers.
Daarom vindt spreekster het zoo jammer,
dat laatstgenoemden altijd in de werkgevers
hun vijanden zien, terwijl zij zich zelf zoo
buitengewoon goed en braaf vinden. Spreek
ster deelde mede, dat de liberalen niet voor
een uitbreiding van de Arbeidswet zijn. Zij
zou het overigens heel wat beter vinden, als
de mannen op hun vrijen Zaterdagmiddag
in plaats van te voetballen, aan hun vrou
wen, die het juist, op Zaterdag zoo extra druk
hebben, wat werk uit de handen namen.
Mej. Westerman besprak ook het vraag
stuk der winkelsluiting; zij vindt het be
ter, om daar geen Rijkswet voor te maken,
maar het aan de gemeentebesturen over te
laten, want hierbij moet met vele plaatse
lijke toestanden rekening worden gehouden.
Zij wil ook verbetering van het onderwijs.
De kinderen moeten allen het zevende leer
jaar hebben.
De huwelijkswetgeving moet eveneens
dringend veranderd worden. Er moeten, al
dus eindigde spreekster, alleen wetten
worden gemaakt die in het algemeen belang
zijn. Daarom is zij tegenstandster van de
sociaal-democraten, die uitsluitend het be
lang van één groep behartigen. De libera
len houden ook hardnekkig vast aan den
vrijhandel, waardoor de wereldvrede bevor
derd wordt. Zij wekte de aanwezigen op, om
flink propaganda voor de liberale beginse
len te maken.
Na de pauze werden door eenlge dames
vragen gesteld, die door mej. Westerman
beantwoord werden. Een dame vroeg o.a.,
of er geen ka.ns bestond, dat er weer eens
een liberaal ministerie komt.
Mej. Westerman antwoordde ontkennend.
Volgens haar zuilen wij wel weer een extra
parlementair ministerie krijgen, waarin ab
soluut plaats is voor een liberalen minister,
zooals op het oogenblik met minister Kan
het geval is.
Aan de spreekster werd tenslotte 'n woord
van dank gebracht.
CCÖP. HAARL. GROENTEN- EN
BLOEMBOLLENVEILING.
Jaarvergadering.
Dezer dagen hield bovengenoemde vereenl-
ging haar algemeene jaarvergadering.
De voorzitter gaf een korten terugblik op
•het afgeloopen jaar en constateerde met vol
doening, dat zijn bij de opening der vorige
jaarvergadering uitgesproken wensch, dat
1928 voor alle kweekers weer een gunstig
jaar zou mogen zijn, zoo volledig in vervul
ling is gegaan.
Het was den voorzitter een behoefte te ge
wagen van de zoo duidelijk gedemonstreerde
eensgezindheid der leden op het onlangs ge
houden jaarfeest der vereeniging.
Na voorlezing door den secretaris van en
kele mededeelineen van leden, die verhinderd
waren de vergadering bij te wonen, bracht
de voorzitter het voornemen van het bestuur
ter kennis van de vergadering, om den ge-
bruikelijken coöperatieven inkoop van poot-
aardappelen om verschillende redenen in het
vervolg niet meer te doen, en den leden in
dividueel in de gelegenheid te stellen, zich
zelf naar eigen behoefte en keuze van poot-
aardappelen te voorzien, waarmede de verga
dering accoord gir.g.
Bij het voorlezen van het accountantsrap
port door den secretaris bleek de gunstige
financisele positie der vereeniging.
In zijn rapport stelt de accountant voor,
VAN HAARLEM'S DAGBLAD Na 1403
HET LEEGE CU
Vader drinkt zijn glas
gemberbier leeg
houdt het in z\jn
hand zoekende naar
een methode om het
kwijt te raken
zet het op den hoek
van een tafeltje
ziet dat de onderkant
ee® kring hseit ge
maakt en neemt het
dus weer- op. met zijn
zakdoek liet kwaad
herstehendo
zet het op de leuning
van zim stoel, maar
durft zich niet te be
wegen uit vrees dat
het zal vallen
zet het op den g
naast zich neer
stoot het bijna
middellijk om
zijn voet
tot eirvh'Ulk Iemand
asm er, tot alm on
uitsprekelijke opluch
ting van ontlast.
(Nadruk verboden.)'
de in 1928 gemaakte winst ad f 38.379.23 1/2
aan te wenden ais volgt:
Voor afschrijving emballage f 5.493.99
Voor afschrijving gebouw
„Bloemhof" 3.000.-—
Voor afschrijving C.H3. gebouw 10.000.
Voor reserve debiteuren 7.437.24
Voor restitutie aan de leden 12.448.0CP
Verder de financieele positie der vereeni
ging aan de hand der cijfers besprekende,
komt het rapport tot de conclusie, dat hier
gesproken mag worden van. „voorwaar een
schitterend resultaat!"
Aan het jaarverslag van der, directeur ont-
leenen wij het volgende:
Als we in aanmerking nemen, aldus het
verslag, de -allengs feller wordende concur
rentie op het gebied der bloembollenveilin
gen; als we waarnemen de als paddestoelen
uit den grond verrijzende soortgelijke veilin
gen in onze naaste en verder afgelegen om
geving; als we boendien bedenken de logisch
daaruit voortvloeiende hoogere eischen, die
aldus aan onze veiling worden gesteld; en
als we tenslotte nog doen meetellen de veel
zwaardere lasten, die als gevolg van ons
nieuwe en grootsche C.H.B. gebouw, ons nood
zakelijk zjjn opgelegd, dan ls het in 1928 be
haalde resultaat te noemen: een resultaat,
dat tevreden stelt niet alleen, maar ook een
resultaat, dat in en buiten onze vereeniging
respect zal afdwingen.
Het resultaat van 1928 is tevens een spre
kende getuigenis van de levensvatbaarheid en
superioriteit der vereeniging.
Komende tot een meer gedetailleerd over
zicht van de. verrichtingen der vereeniging
over het afgeloopen jaar, zegt het verslag
o.m. dat het aantal leden op 31 December
164 bedroeg. Het behaalde omzetcijfer over
1928 bedraagt f 2.588.966.15, die is f 434.328.71
hooger dan in 1927.
Na voorlezing van de balans en verlies-
en winstrekening bracht het verslag een be
schouwing over d?n algemeeuen toestand met
betrekking tot de resultaten der diverse be
drijven, die hetzij direct or indirect ln ver
binding staan met de veiling.
Voor den groentekweeker mag 1928 dan
niet, wat men zou kunnen noemen „best"
geweest zijn, ook kunnen we niet spreken
van een „slecht" jaar. Mijn indruk is, aldus
de directeur, dat 1928 voor den groente
kweeker een middelmatig bedrijfsresultaat
heeft opgeleverd.
Het is in de laatste jaren met de aard
beienteelt treurig gesteld. Dit is voornamelijk
te wijten aan de herhaalde mislukkingen van
den oogst.
In verband met de lage waarde der Dar-
wlntulpen in 1927 moest in het vorig jaar
verslag noodwendig uitkomen, dat de behaal
de financieele resultaten door de bloembol-
lenkweekers over genoemd jaar verschillend
waren. Het verheugt den directeur thans in
zijn jaarverslag te kunnen releveeren, dat het
jaar 1928 voor de hyacinth enkweekers en
voor de tulpenkweekers zeer gunstig was.
Over den gang van zaken, betreffende de
gehouden groente- en bloembollenveilingen
valt weinig op te merken.
Na breedvoerig de voor- en nadeelen van
het nieuwe C.H.B.-gebouw in zijn jaarverslag
aan een beschouwing te hebben onderworpen,
komt de directeur tot de conclusie, dat met de
stichting van het C.HH.-gebouw is geschapen
een uitmuntende gelegenheid voor het opstel
len der te verkoopen bloembollen en tevens
een aangename en algemeen gewaardeerde
gelegenheid voor het verkoopen.
Het is mij een genoegen, aldus de directe®
bij deze gelegenheid met een enkel woori
melding te kunnen maken van het hedf
gedane voorstel tot uitkeering van 1 pc:
restitutie, berekend naar de omzetten ov?-
1828, in den vorm, zooals in de laatste
meene ledenvergadering is besloten. Deze uit
keering kan geschieden zonder eenige reserve
waarmede ik bedoel te zeggen, dat de star.!
van zaken deze uiJkeering niet alleen in all:
opzichten wettigt, maar strikt genomen ooi
noodzakelijk maakt, omdat daarmede nocl
het belang, noch de sterke financieele positi
onzer vereeniging ook maar cenigszins wor
den geschaad.
Bij bespreking van de wijze van reclami
maken door middel van het „Kweekersblad'
merkt het verslag o.m. op, dat het uit
aard der zaak niet gemakkelijk is precie
vast te stellen, welke wel de resultaten ziji
van de in het „Kweekersblad" gevoerde pro
paganda, hoewel toch het feit, dat de Haar
lemsche velling in het afgeloopen jaar ruin
400 nieuwe relaties (aanvoerders) mocht in
schrijven, wel voor een groot of te we! klei:
gedeelte daaraan mag worden toegeschra
ven,
Hierna werd In het jaarverslag uitgeweli
over het door bestuur, bloembollencommissti
en directie ingenomen standpunt ten aanziet
van de z.g.n. voor-veilingen, waarbij teverti
ter kennis gebracht werden de theoretisch!
en practische bezwaren, die het bestuur heb
ben doen besluiten vooralsnog afwijzend ti
blijven staan tegenover dit systeem vat
veilen.
Dat de vergadering deze bezwaren unanlen
deelde, bleek uit het spontane en krachtig!
applaus, waarmede zij instemming betuigd!
met alle in dit jaarverslag verwerkte gedach
ten.
De voorzitter bracht den directeur dan!
voor dit jaarverslag, waarna hij aan de ord;
stelde de benoeming van den accountant voo;
het jaar 1929.
Zonder stemming wordt goedgekeurd
voorstel van het bestuur om wederom tol
accountant te herbenoemen den heer R
Lasschuit uit Haarlem.
De jaarlijksche vergoeding werd toegekend
overeenkomstig het vorige jaar.
Daarna werd op voorstel van het bestum
besloten tot aankoop van een perceeltje grond
gelegen achter perceel Gasthuissingel 54 en
grenzende aan het terrein rondom hel
C.H.B.-gebouw.
Na deze beslissing kwam aan de orde ds
verkiezing van de aftredende bestuursleden,
n.L de heeren Th. v. d. Vlugt le secretaris,
en P. Thijssen en J. van Donselaar, commis
sarissen, die allen herkozen werden.
INGEZONDEN MEDEDEELlN'GEN a bU cecti
per regel.
Stof zuigerhuis MAERTENS
BARTELJORISSTRAAT 16
TELEFOON NO. 10756
APEX STOFZUIGERS F 90.-
tfuap disced
EEN GESCHIEDENIS VAN DEN GEHEIMEN
DIENST.
üit het En gel sch van
DOUGLAS VALENTINE.
De steramen stierven weg in gemompel. Et
hief mijn hoofd op, maar het was zóó don
ker. riat ik niets anders kon zien dan het
netwerk van takken tegen den nachthemel.
Ik fluisterde tegen Francis, die vlak voor me
was:
Als we nu niet direct doorslippen, zal
de schildwacht ons onder het bruggetje hoo
ren doorkomen.
Francis legde zijn hand op de mijne. Ik
hoorde een zware voetstap boven ons. De
post werd betrokken.
Te laat fluisterde mijn broer terug.
Hoor je de patrouilles?
Krakende voetstappen ln het struikgewas
klonken zoowel van links van rechts.
Koud wprkje! zei een stem.
Allemachtig koud, klonk het. antwoovd
juist boven onze hoofden.
Iets gezien?
Niets!
De voetstappen klonken opnieuw aan den
rechterkant en stierven weer weg.
Ze zijn bezig ons van links in te slui
ten! Een nieuwe stem sprak nu.
Heb jij iets gehoord? vroeg de stem
boven ons.
Geen steek.
Nu hoorden we weer voetstappen aan de
linkerzijde en die vervaagden.
Stilte.
Ik voelde heete adem bij mijn oor. Ebene-
zer Maggs stond naast. mij.
Daar staat een vent om naar ons uit te
kijken? fluisterde hij.
Ik knikte.
Als we zijn aandacht zouden kunnen
afleiden, zoudt u kunnen doorslippen wan
neer de patrouilles straks weer op den terug
weg zijn.
Wéér knikte ik.
liet is voor u slimmer dan voor mij als
u gepakt wordt: dat was toch wat de an
dere officier bedoelde?
Ten derde male knikte lk bevestigend.
Opnieuw begon het gefluister van mijn
trouwen genie-soldaat.
Ik zal hun aandacht afleiden als straks
de patrouilles weer afmarcheeren. Als ik
schreeuw loopt u en de anderen dan als de
weerlicht. 3143; Geniesoldaat Maggs uit
Chewtou Mendipdat ben ik, misschien
wilt u me eens een woordje schrijven naar
het kamp
Ik strekte mijn hand uit in de duisternis
om hem tegen te houden, maar hij was al
weg.
Ik boog voorover en fluisterde tegen Fran
cis: Als je een schreeuw hoort, slippen we
als de weerlicht onder de brug door.
Hij scheen het te begrijpen.
Goed, fluisterde hij terug.
Wéér klonk het gestamp van naderende
voetstappen en zagen we het schijnsel van
de toortsen tusschen de boomen nader ko
men, hoorden wij vragen en antwoorden.
Weer ontmoetten de patrouilles elkaar bij de
planken brug en wéér verklonken hun voet
stappen naar rechts en naar links.
Toen echode een wilde schreeuw door het
donkere woud. de st.em boven ons donderde
„halt" en onmiddellijk daarop knalde een ge
weerschot. Francis pakte Monica bij de pols
en sleepte haar mee. We strompelden, strui
kelden door het dichte struikgewas van het
ravijn. We hoorden een tweede schot en een
derde commando klonk luid door den nacht:
de roode gloed tegen de lucht werd sterker.
Monica zakte al spoedig Ineen aan mijn
voeten. Ze gaf geen geluid maar viel plot
seling neer; haar gezicht zoo wit als een
doek. Zonder een woord te zeggen namen
we haar tusschen ons ln en gingen blinde
lings voort, struikelend, wankelend, buiten
adem, onze kleeren gescheurd door de
doorns, het. bloed st.roomend uit diepe schram
men aan onze gezichten en handen.
Ten laatst? begaven onze krachten ons.
We legden Monica neer in het. ravijn en
trokken het struikgewas beschermend over
haar heen; daarop kropen we zelf ook onder
de struiken, uitgeput, verslagen.
De nieuwe dag begon den hemel gellg-
grijs te kleuren, toen ik een hond, die in
onze schuilplaats kwam snuffelen, hoorde
blaffen.
Francis en Monica sliepen nog.
Een man stond boven aan het ravijn en
keek op ons neer. Hij was in uniform en had
een geweer aan den schouder.
Heb u een ongeluk gehad? vroeg hij
vriendelijk.
Hij sprak Hollandsch.
HOOFDSTUK XXI.
Mijn vriend de Infanterist geeft een
explicatie.
Ik zie het nog altijd voor me en lk zal het
mijn leven lang wel niet vergeten, het beeld
van dien dageraad in het ravijn
Francis cn Monica, die rustig naast elkaar
lagen te slapen, als twee kinderen in het
bosch, half bedekt met bladeren en struiken
en ik zelf, haveloos en verregend, die met
open mond den Hollandsehen landweersol
daat zat aan te kijken, wiens vriendelijke
vraag mij zooeven de heerlijke waarheid had
doen beseffen dat we ons aan gene zijde van
de Duitsche grens bevonden!
Als Lk aan den ochtend die nu volgde te
rugdenk, duiken herinneringen op aan een
zalig warm bad en een weldadig ontbijt, aan
droge, keurige kleeren, allemaal geschenken
die ons ten deel violen in het huis van een
welgestelde villabewoner in het Hoilandscbe
grensdorp waar wij heen gebracht werden
en een wervelwind van gastvrijheid waarin
we werden meegesleept in het huls van deü
braven van Urtiuswant de plaats waai
wij over de grens waren gekomen, lag niet
meer dan een kilometer of tien van de goe
de, oude stad Nijmegen af.
Mevrouw van Urtius nam Monica onder
haar moederlijke vleugelen en begon haar
goede zorgen door onze vriendin zoo gauw
mogelijk in bed te stoppen. En wat ons z?lf
betreftden volgenden dag zaten we op
de boot naar Engeland.
Dit is gauw verteld, maar zoo gauw ging
het niet. We hadden immers geen papieren!
En als de Hollandsehe autoriteiten geweten
hadden dat wij officieren waren van het
Engelsche leger, die terugkwamen van een
strooptocht in Duitschland. had er waar
schijnlijk voor hun niets anders omgezeten
dan ons te interneeren. Dan was het docu
ment wel gekomen waar het wezen moest,
maar wij niet waar we wezen wilden. Dus
stelden we eerzame Engelsche burgers voer,
dis uit esn burgerlnterneering:l:amn in
Duitschland ontvlucht waren; vcor napieren
zorgde het consulaat in Rotterdam.... en
zooals ik zei den volgenden dag stakén wc
de Noordzee overhuistoe.
f Wordt vervolgd.)