FLITSEN H. D. VERTELLINGEN Cs Eï'sb mét dsn toetast STADSNIEUWS FEUILLETON. HAARLEM'S DAGBLAD DINSDAG 5 MAART 1S29 (N admit Terboden; natcur*rechl Toorbelioodfcn.) De Weddenschap van den Groothertog. Uit het Fransch van MAURICE DEKOBRA. De groote zaal van het Restaurant Impe rial baadde in licht. Alle tafeltjes, rijk met bloemen versierd, waren met een uitgelezen gezelschap bezet. Overal evening-dress. bloo- te schouders en geschitter van diamanten. Als een generaal op het slagveld hanteer de Anselme, de maitre d'hótel. zijn divisies kellners en stuurde estafettes met de wijn kaart naar rechts en links. Plotseling liet de portier iemand binnen, wiens verschijning alleen al de gasten ten hoogste verbaasde. Het was een man in lom pen gehuld, een vagebond met een borsteli ge, geelachtige baard, kapotte schoenen en een uitgerafelde» hoed. Zijn broek werd door een touwtje opgehouden en het was duide lijk, dat hij geen hemd droog onder zijn pa pieren boord met oranje dasje. De verbazing van de gasten steeg ten top, toen ze den nieuwaangekomene beleefd zijn hoed zagen afnemen en met zachte stem hoorden zeg gen: „Goeden avond, dames en heeren". Reeds wilde de maitre d'hótel aan twee van zijn meest gespierde kellners bevel ge ren, om hem er uit te gooien, toen een taxi chauffeur de deur van de bar binnenstorm de en Anselme influisterde: ,.Mag Lk u even Jets zeggen?" De maitre d'hótel nam hem ter zijde on zei, terwijl hij zijn neus dichtkneep, wat bij hem een teeken van groote opwin ding was: „Wat is er?" Wilde u dien vagebond de deur uitzet ten? Natuurlijk. Doe dat vooral niet. Ik heb hem hier heen gereden. Hij komt uit de Cercle de lUnion. waarvan hjj lid is, en hij heeft met eenge vrienden een weddenschap aangegaan, ora als bedelaar in t Restaurant Imperial te gaan dlneeren. Het is de groothertog Ste- phanus. De Groothertog Stephanus? riep de maitre d'hótel ontsteld uit. In levenden lijve. Ik heb u wllien waar schuwen, om u geen flater te laten begaan. Zoo'n goede klant als hij Zeker, Je hebt goed gedaan. En Anselme liet dankbaar een geldstuk ln de hand van den chauffeur glijden. Op hetzelfde oogen- blik trachtte de groothertog zich los te ma ken van de twee kellners, die hem al bij de kraag gegrepen hadden. De maitre d'hótel vloog naar hen toe, duwde hen op zij en ter wijl hij diep voor hun slachtoffer boog, zei hij zacht: ..Pardon, hoogheid, ik had u niet herkend. Waar wenscht uwe hoogheid te gaan zitten?" De groothertog glimlachte uit de hoogte tegen zijn aanvallers en zei met aplomb tot den maitre d'hótel: „Ik zal aan dit tafeltje gaan zitten, dicht bij de muziek." Deze onverwachte ommekeer had de aan dacht der gasten getrokken, die het vreemde geval druk bespraken. De dames fluisterden nieuwsgierig: „Wie is het? Wie is het?" Het Is een dronken lord. Nee, het is een reporter, die op een sen satie-artikel uit is. Men beweert,, dat het een neef van den tsaar ls, die te voet uit St. Petersburg is ge komen. Mis, het Is een variéténummer. Zou hij gaan zLigen? Het is een socialistisch afgevaardigde. De maitre d'hótel naderde den groother tog, die schik in 't geval scheen te hebben en vroeg: „Welke hors d'oeuvre wenscht uwe hoogheid?" „Doe me eerst t genoegen en zeg geen hoogheid meer en breng me dan wat radijs, een flink stuk bloedworst met to matensaus, een schotel gebakken aardappe len en voor dessertwel, geef me daar voor eens kaviaar. Ik ben nieuwsgierig, hoe dat smaakt, lk heb er al dikwijls over hooren spreken". De maitre d'hótel glimlachte vriendelijk, terwijl hij dit menu noteerde en zich naar de «tssa haastte. Toen hij langs een stam gast kwam, die met twee knappe vrouwen dineerde, fluisterde hij: „een goeie mop. vindt u niet: Kaviaar bij het dessert. Hij speelt zijn rol goed." „Maar wie is het dan?" „De groothertog Stephanus". Deze naam ging als een loopend vuurtje door de zaal, en aller oogen richtten zich op den grappenmaker, wiens weddenschap deze geblaseerde mannen en wereldwijze vrouwen vermaakte. Toen verscheen buigend de wijnkellner, om te vragen, wat zijn hoogheid wenschtc te drinken. Bursac '74, Pommard '88, Chateau Lonfoe '91? Zonder zelfs op de kaart te kijken, ant woordde de groothertog ongedwongen: „een halfje rood". Geiach klonk van geverfde lippen. Een Jonge aristocraat met monocle riep enthousiast uit: „Bravo, hij is eenig!" Toen kwam de radijs. De groothertog pikte ze met groote koelbloedigheid aan zijn vork en at ze op. Het strijkje op het podium had opgehouden met spelen. Ze konden niet meer van 't lachen. Ze lachten zoo hard, dat de groothertog zich omdraaide en zei: „Speel liever een deuntje voor me dan te zitten lachen, dan gaat de worst en makkelijker in". Het gelach verdubbelde. Een vrouwtje, dat dichtbij zat, zei tegen haar man, slap van het lachen: „Wat is hij geestig!" Opeens riep de groothertog den maitre d'hótel: Pssstt! De gesprekken hielden op, terwijl Anseline aan kwam loopen. Toen riep de groothertog: „Waar blijft mijn Kaviaar?" „Wil uwe Hoog heid„Zeg, vriend, geen hoogheid, maar Kaviaar en viug!" .Dadelijk, het moet even klaargemaakt worden". „Wat, is het nog niet klaar?" Toen men hem de Kaviaar ln een klein vaatje had voorgezet, en de groothertog met zijn soeplepel daaruit ging eten, barstte men in schaterlachen uit. Er werd geapplaudis seerd en op zijn gezondheid gedronken. Er wera „bravo" geroepen. Het strijkje begon otaande het Russische volkslied te spelen ter wijl hij, gelukzalig glimlachend, zijn hoofd over 't tonnetje gebogen hield en zijn baard vol kleine zwarte korreltjes zat. Een gedécoreerde oude heer wiMe hem toe drinken. Toen stond de groothertog op, trok zijn oranje dasje recht en zijn glas ophef fend naar den heer met het lintje, riep hij met schorre stem: „Op je gezondheid". Nooit had men zich zoo geamuseerd in het restaurant Impérial, zelfs niet op Kerstavond of bij 't CaruavaL „Sigaren!" riep eensklaps de held van den avond. De maitre d'hótel kwam met het wa gentje, dat een keur van fijne sigaren bevat te, aan, reed het voor en bood den groother tog geurige havanna's aan. „Heb je geen goeie Primula's van 10 centimes?" „We heb ben Henry Clay's en verschillende geïmpor teerde Havannasoorten", antwoordde de maitre d'hótel. „Nou, geef op maar", zei de ander met een zucht. Hij begon van zijn sigaar en zijn kleintje koffie te genieten met de voldaanheid van iemand die zijn weddenschap gewonnen heeft, en de gasten verlieten noode het res taurant, toen twee heeien met zware snorren die niemand nog opgemerkt had, den groot hertog stilletjes van achteren naderden. Op 'tzelfde oogenblik legden beiden een hand op zijn schouaer en zeiden: „Vooruit, volg ons". De groothertog draaide zich plotseling om en verbleekte. „Vooruit", herhaalden de twee, „geen kapsies". De verbaasde omstanders wilden het voor den groothertog opnemen, maar een der twee had hem reeds naar buiten geduwd, terwijl de ander tot den maitre d'hótel zei: „Dat de groothertog Stephanus! Laat je niets wijs maken! Het is een landlooper, die gearres teerd is voor de beruchte inbraak te Bourg- la-Reine en die vanmorgen uit de gevangenis ontsnapt isl" DE VROUWENGROEP IN DEN VRIJHEIDSBOND. MEJ. JOH. WESTERMAN OVER DE LIBERALE POLITIEK. De afdeelingen Haarlem. Bloemendaal en Heemstede van de Vrouwengroep in den Vrijheidsbond bielden Maandagmiddag drie uur in café „Dreefzioht" een vergadering, die gepresideerd werd door mevrcuw R. de Voogt- De Vogel. Deze opende de matig bezochte bijeenkomst met een woord van welkom, waarna zij de hoop uitsprak, dat het aantal liberale vrouwelijke leden in de Tweede Kamer dit jaar grooter zal worden. De voorzitster gaf daarna het woord aan mejuffrouw Joh. Westerman. lid van de Tweede Kamer, die een re:le hield over het onderwerp: „De liberale politiek". Zij herin nerde er aan, dat het dit jaar ook voor de vrouwen een heel belangrijk jaar zal zijn, want zeer waarschijnlijk zullen de Kamer verkiezingen op 3 Juli weer plaats hebben. Spreekster deelde mede, nu al zoo dikwijls gehoord te hebben, dat mannen spottend vragen: „wat hebben de vrouwen nu eigen lijk al in de Tweede Kamer gedaan?" Deze mannen, zei mej. Westerman. vergeten ech ter, dat de vrouwen nog niet veel in de ge legenheid zijn geweest om wat nuttigs te doen. In 1918 zat er neg maar één vrouw Ir» de Tweede Kamer; in 1921 slechts twee en eerst in 1922 zitten daar nu ongeveer zeven vrouwen. Van veel beteekenis is dat dus nog niet. De mannen zijn van meening. zei spreek ster. dat zij de zaken van de vrouwen ook wel kunnen behartigen. Mej. Westerman twij felt daar weliswaar niet aan. maar zij acht hef; toch beter, flat de vrouwen er zelf bij zijn, als haar belangen behartigd moeten worden. Dé vrouwen bebben het Kiesrecht gewild, om mede de verantwoordelijkheid te dragen van wat er in ons land gebeurt. Zij komen nu gelukkig ook meer in aanmerking voor belangrijke openbare betrekkingen, zoo als o.a. die van griffier der Staten. Er kun nen slechts elf van die functionarissen ln ons Land zijn. Daarom vond spreekster het zoo jammer, dat de eerste vrouw, die voor dü hooge ambt in aanmerking kwara. daarvoor bedankt heeft. Dat is voor de vrouwen niet erg prettig. Mej Westerman herinnerd? aan de wijzi ging van de Kieswet en aan de achterstelling der vrouw van vroeger, vergeleken bij nu, ook ln Indië. Uitvoerig critiseerde zij het werken der andere politieke partijen in het Parlement en schetste de moeilijkheden, waarmede som mige partijen te kampen hebben, zooals bij voorbeeld de Christ.-Historlsche leden van ds. Lingbeek zootira zij maar eenlge toenadering tot de Roomsch-Kaiholieken toonen. Eu dc communist Lou de Visser is altijd de schrik der sociaal-democraten, die door hem bij elke gelegenheid, te pas en te onpas, voor burger lijke partij worden uitgescholden, de ernstig ste belesdiging, zei spreekster, die men den sociaal-democraten kan toevoegen. Tenslotte kwam mej. Westerman op de politiek der liberalen. ZIJ achtten ons land nog niet geschikt, om nu reeds alleen tot nationale ontwapening over te gaan. Zij wil len wel zooveel mogohjk bevorderen om den Volkenbond zoo krachtig mogelijk te maken. Een moeilijk punt voor de liberalen noem de spreekster hun groot verantwoordelij k- heidsgevoel, dat bij hen altijd overheer- schend is. Het is altijd gevaarlijk om voor verschillende democratische moties te stem men, maar men moet zich toch eerst afvra gen of het noodige geld er voor is. De libe ralen beoogen uitsluitend en alleen het be hartigen van het algemeen belang, ook al worden zij door sociaal-democraten voor kapitalisten uitgescholden. De liberalen be hartigen niet alleen dé belangen Van de werkgevers, maar ook van de werknemers. Daarom vindt spreekster het zoo jammer, dat laatstgenoemden altijd in de werkgevers hun vijanden zien, terwijl zij zich zelf zoo buitengewoon goed en braaf vinden. Spreek ster deelde mede, dat de liberalen niet voor een uitbreiding van de Arbeidswet zijn. Zij zou het overigens heel wat beter vinden, als de mannen op hun vrijen Zaterdagmiddag in plaats van te voetballen, aan hun vrou wen, die het juist, op Zaterdag zoo extra druk hebben, wat werk uit de handen namen. Mej. Westerman besprak ook het vraag stuk der winkelsluiting; zij vindt het be ter, om daar geen Rijkswet voor te maken, maar het aan de gemeentebesturen over te laten, want hierbij moet met vele plaatse lijke toestanden rekening worden gehouden. Zij wil ook verbetering van het onderwijs. De kinderen moeten allen het zevende leer jaar hebben. De huwelijkswetgeving moet eveneens dringend veranderd worden. Er moeten, al dus eindigde spreekster, alleen wetten worden gemaakt die in het algemeen belang zijn. Daarom is zij tegenstandster van de sociaal-democraten, die uitsluitend het be lang van één groep behartigen. De libera len houden ook hardnekkig vast aan den vrijhandel, waardoor de wereldvrede bevor derd wordt. Zij wekte de aanwezigen op, om flink propaganda voor de liberale beginse len te maken. Na de pauze werden door eenlge dames vragen gesteld, die door mej. Westerman beantwoord werden. Een dame vroeg o.a., of er geen ka.ns bestond, dat er weer eens een liberaal ministerie komt. Mej. Westerman antwoordde ontkennend. Volgens haar zuilen wij wel weer een extra parlementair ministerie krijgen, waarin ab soluut plaats is voor een liberalen minister, zooals op het oogenblik met minister Kan het geval is. Aan de spreekster werd tenslotte 'n woord van dank gebracht. CCÖP. HAARL. GROENTEN- EN BLOEMBOLLENVEILING. Jaarvergadering. Dezer dagen hield bovengenoemde vereenl- ging haar algemeene jaarvergadering. De voorzitter gaf een korten terugblik op •het afgeloopen jaar en constateerde met vol doening, dat zijn bij de opening der vorige jaarvergadering uitgesproken wensch, dat 1928 voor alle kweekers weer een gunstig jaar zou mogen zijn, zoo volledig in vervul ling is gegaan. Het was den voorzitter een behoefte te ge wagen van de zoo duidelijk gedemonstreerde eensgezindheid der leden op het onlangs ge houden jaarfeest der vereeniging. Na voorlezing door den secretaris van en kele mededeelineen van leden, die verhinderd waren de vergadering bij te wonen, bracht de voorzitter het voornemen van het bestuur ter kennis van de vergadering, om den ge- bruikelijken coöperatieven inkoop van poot- aardappelen om verschillende redenen in het vervolg niet meer te doen, en den leden in dividueel in de gelegenheid te stellen, zich zelf naar eigen behoefte en keuze van poot- aardappelen te voorzien, waarmede de verga dering accoord gir.g. Bij het voorlezen van het accountantsrap port door den secretaris bleek de gunstige financisele positie der vereeniging. In zijn rapport stelt de accountant voor, VAN HAARLEM'S DAGBLAD Na 1403 HET LEEGE CU Vader drinkt zijn glas gemberbier leeg houdt het in z\jn hand zoekende naar een methode om het kwijt te raken zet het op den hoek van een tafeltje ziet dat de onderkant ee® kring hseit ge maakt en neemt het dus weer- op. met zijn zakdoek liet kwaad herstehendo zet het op de leuning van zim stoel, maar durft zich niet te be wegen uit vrees dat het zal vallen zet het op den g naast zich neer stoot het bijna middellijk om zijn voet tot eirvh'Ulk Iemand asm er, tot alm on uitsprekelijke opluch ting van ontlast. (Nadruk verboden.)' de in 1928 gemaakte winst ad f 38.379.23 1/2 aan te wenden ais volgt: Voor afschrijving emballage f 5.493.99 Voor afschrijving gebouw „Bloemhof" 3.000.-— Voor afschrijving C.H3. gebouw 10.000. Voor reserve debiteuren 7.437.24 Voor restitutie aan de leden 12.448.0CP Verder de financieele positie der vereeni ging aan de hand der cijfers besprekende, komt het rapport tot de conclusie, dat hier gesproken mag worden van. „voorwaar een schitterend resultaat!" Aan het jaarverslag van der, directeur ont- leenen wij het volgende: Als we in aanmerking nemen, aldus het verslag, de -allengs feller wordende concur rentie op het gebied der bloembollenveilin gen; als we waarnemen de als paddestoelen uit den grond verrijzende soortgelijke veilin gen in onze naaste en verder afgelegen om geving; als we boendien bedenken de logisch daaruit voortvloeiende hoogere eischen, die aldus aan onze veiling worden gesteld; en als we tenslotte nog doen meetellen de veel zwaardere lasten, die als gevolg van ons nieuwe en grootsche C.H.B. gebouw, ons nood zakelijk zjjn opgelegd, dan ls het in 1928 be haalde resultaat te noemen: een resultaat, dat tevreden stelt niet alleen, maar ook een resultaat, dat in en buiten onze vereeniging respect zal afdwingen. Het resultaat van 1928 is tevens een spre kende getuigenis van de levensvatbaarheid en superioriteit der vereeniging. Komende tot een meer gedetailleerd over zicht van de. verrichtingen der vereeniging over het afgeloopen jaar, zegt het verslag o.m. dat het aantal leden op 31 December 164 bedroeg. Het behaalde omzetcijfer over 1928 bedraagt f 2.588.966.15, die is f 434.328.71 hooger dan in 1927. Na voorlezing van de balans en verlies- en winstrekening bracht het verslag een be schouwing over d?n algemeeuen toestand met betrekking tot de resultaten der diverse be drijven, die hetzij direct or indirect ln ver binding staan met de veiling. Voor den groentekweeker mag 1928 dan niet, wat men zou kunnen noemen „best" geweest zijn, ook kunnen we niet spreken van een „slecht" jaar. Mijn indruk is, aldus de directeur, dat 1928 voor den groente kweeker een middelmatig bedrijfsresultaat heeft opgeleverd. Het is in de laatste jaren met de aard beienteelt treurig gesteld. Dit is voornamelijk te wijten aan de herhaalde mislukkingen van den oogst. In verband met de lage waarde der Dar- wlntulpen in 1927 moest in het vorig jaar verslag noodwendig uitkomen, dat de behaal de financieele resultaten door de bloembol- lenkweekers over genoemd jaar verschillend waren. Het verheugt den directeur thans in zijn jaarverslag te kunnen releveeren, dat het jaar 1928 voor de hyacinth enkweekers en voor de tulpenkweekers zeer gunstig was. Over den gang van zaken, betreffende de gehouden groente- en bloembollenveilingen valt weinig op te merken. Na breedvoerig de voor- en nadeelen van het nieuwe C.H.B.-gebouw in zijn jaarverslag aan een beschouwing te hebben onderworpen, komt de directeur tot de conclusie, dat met de stichting van het C.HH.-gebouw is geschapen een uitmuntende gelegenheid voor het opstel len der te verkoopen bloembollen en tevens een aangename en algemeen gewaardeerde gelegenheid voor het verkoopen. Het is mij een genoegen, aldus de directe® bij deze gelegenheid met een enkel woori melding te kunnen maken van het hedf gedane voorstel tot uitkeering van 1 pc: restitutie, berekend naar de omzetten ov?- 1828, in den vorm, zooals in de laatste meene ledenvergadering is besloten. Deze uit keering kan geschieden zonder eenige reserve waarmede ik bedoel te zeggen, dat de star.! van zaken deze uiJkeering niet alleen in all: opzichten wettigt, maar strikt genomen ooi noodzakelijk maakt, omdat daarmede nocl het belang, noch de sterke financieele positi onzer vereeniging ook maar cenigszins wor den geschaad. Bij bespreking van de wijze van reclami maken door middel van het „Kweekersblad' merkt het verslag o.m. op, dat het uit aard der zaak niet gemakkelijk is precie vast te stellen, welke wel de resultaten ziji van de in het „Kweekersblad" gevoerde pro paganda, hoewel toch het feit, dat de Haar lemsche velling in het afgeloopen jaar ruin 400 nieuwe relaties (aanvoerders) mocht in schrijven, wel voor een groot of te we! klei: gedeelte daaraan mag worden toegeschra ven, Hierna werd In het jaarverslag uitgeweli over het door bestuur, bloembollencommissti en directie ingenomen standpunt ten aanziet van de z.g.n. voor-veilingen, waarbij teverti ter kennis gebracht werden de theoretisch! en practische bezwaren, die het bestuur heb ben doen besluiten vooralsnog afwijzend ti blijven staan tegenover dit systeem vat veilen. Dat de vergadering deze bezwaren unanlen deelde, bleek uit het spontane en krachtig! applaus, waarmede zij instemming betuigd! met alle in dit jaarverslag verwerkte gedach ten. De voorzitter bracht den directeur dan! voor dit jaarverslag, waarna hij aan de ord; stelde de benoeming van den accountant voo; het jaar 1929. Zonder stemming wordt goedgekeurd voorstel van het bestuur om wederom tol accountant te herbenoemen den heer R Lasschuit uit Haarlem. De jaarlijksche vergoeding werd toegekend overeenkomstig het vorige jaar. Daarna werd op voorstel van het bestum besloten tot aankoop van een perceeltje grond gelegen achter perceel Gasthuissingel 54 en grenzende aan het terrein rondom hel C.H.B.-gebouw. Na deze beslissing kwam aan de orde ds verkiezing van de aftredende bestuursleden, n.L de heeren Th. v. d. Vlugt le secretaris, en P. Thijssen en J. van Donselaar, commis sarissen, die allen herkozen werden. INGEZONDEN MEDEDEELlN'GEN a bU cecti per regel. Stof zuigerhuis MAERTENS BARTELJORISSTRAAT 16 TELEFOON NO. 10756 APEX STOFZUIGERS F 90.- tfuap disced EEN GESCHIEDENIS VAN DEN GEHEIMEN DIENST. üit het En gel sch van DOUGLAS VALENTINE. De steramen stierven weg in gemompel. Et hief mijn hoofd op, maar het was zóó don ker. riat ik niets anders kon zien dan het netwerk van takken tegen den nachthemel. Ik fluisterde tegen Francis, die vlak voor me was: Als we nu niet direct doorslippen, zal de schildwacht ons onder het bruggetje hoo ren doorkomen. Francis legde zijn hand op de mijne. Ik hoorde een zware voetstap boven ons. De post werd betrokken. Te laat fluisterde mijn broer terug. Hoor je de patrouilles? Krakende voetstappen ln het struikgewas klonken zoowel van links van rechts. Koud wprkje! zei een stem. Allemachtig koud, klonk het. antwoovd juist boven onze hoofden. Iets gezien? Niets! De voetstappen klonken opnieuw aan den rechterkant en stierven weer weg. Ze zijn bezig ons van links in te slui ten! Een nieuwe stem sprak nu. Heb jij iets gehoord? vroeg de stem boven ons. Geen steek. Nu hoorden we weer voetstappen aan de linkerzijde en die vervaagden. Stilte. Ik voelde heete adem bij mijn oor. Ebene- zer Maggs stond naast. mij. Daar staat een vent om naar ons uit te kijken? fluisterde hij. Ik knikte. Als we zijn aandacht zouden kunnen afleiden, zoudt u kunnen doorslippen wan neer de patrouilles straks weer op den terug weg zijn. Wéér knikte ik. liet is voor u slimmer dan voor mij als u gepakt wordt: dat was toch wat de an dere officier bedoelde? Ten derde male knikte lk bevestigend. Opnieuw begon het gefluister van mijn trouwen genie-soldaat. Ik zal hun aandacht afleiden als straks de patrouilles weer afmarcheeren. Als ik schreeuw loopt u en de anderen dan als de weerlicht. 3143; Geniesoldaat Maggs uit Chewtou Mendipdat ben ik, misschien wilt u me eens een woordje schrijven naar het kamp Ik strekte mijn hand uit in de duisternis om hem tegen te houden, maar hij was al weg. Ik boog voorover en fluisterde tegen Fran cis: Als je een schreeuw hoort, slippen we als de weerlicht onder de brug door. Hij scheen het te begrijpen. Goed, fluisterde hij terug. Wéér klonk het gestamp van naderende voetstappen en zagen we het schijnsel van de toortsen tusschen de boomen nader ko men, hoorden wij vragen en antwoorden. Weer ontmoetten de patrouilles elkaar bij de planken brug en wéér verklonken hun voet stappen naar rechts en naar links. Toen echode een wilde schreeuw door het donkere woud. de st.em boven ons donderde „halt" en onmiddellijk daarop knalde een ge weerschot. Francis pakte Monica bij de pols en sleepte haar mee. We strompelden, strui kelden door het dichte struikgewas van het ravijn. We hoorden een tweede schot en een derde commando klonk luid door den nacht: de roode gloed tegen de lucht werd sterker. Monica zakte al spoedig Ineen aan mijn voeten. Ze gaf geen geluid maar viel plot seling neer; haar gezicht zoo wit als een doek. Zonder een woord te zeggen namen we haar tusschen ons ln en gingen blinde lings voort, struikelend, wankelend, buiten adem, onze kleeren gescheurd door de doorns, het. bloed st.roomend uit diepe schram men aan onze gezichten en handen. Ten laatst? begaven onze krachten ons. We legden Monica neer in het. ravijn en trokken het struikgewas beschermend over haar heen; daarop kropen we zelf ook onder de struiken, uitgeput, verslagen. De nieuwe dag begon den hemel gellg- grijs te kleuren, toen ik een hond, die in onze schuilplaats kwam snuffelen, hoorde blaffen. Francis en Monica sliepen nog. Een man stond boven aan het ravijn en keek op ons neer. Hij was in uniform en had een geweer aan den schouder. Heb u een ongeluk gehad? vroeg hij vriendelijk. Hij sprak Hollandsch. HOOFDSTUK XXI. Mijn vriend de Infanterist geeft een explicatie. Ik zie het nog altijd voor me en lk zal het mijn leven lang wel niet vergeten, het beeld van dien dageraad in het ravijn Francis cn Monica, die rustig naast elkaar lagen te slapen, als twee kinderen in het bosch, half bedekt met bladeren en struiken en ik zelf, haveloos en verregend, die met open mond den Hollandsehen landweersol daat zat aan te kijken, wiens vriendelijke vraag mij zooeven de heerlijke waarheid had doen beseffen dat we ons aan gene zijde van de Duitsche grens bevonden! Als Lk aan den ochtend die nu volgde te rugdenk, duiken herinneringen op aan een zalig warm bad en een weldadig ontbijt, aan droge, keurige kleeren, allemaal geschenken die ons ten deel violen in het huis van een welgestelde villabewoner in het Hoilandscbe grensdorp waar wij heen gebracht werden en een wervelwind van gastvrijheid waarin we werden meegesleept in het huls van deü braven van Urtiuswant de plaats waai wij over de grens waren gekomen, lag niet meer dan een kilometer of tien van de goe de, oude stad Nijmegen af. Mevrouw van Urtius nam Monica onder haar moederlijke vleugelen en begon haar goede zorgen door onze vriendin zoo gauw mogelijk in bed te stoppen. En wat ons z?lf betreftden volgenden dag zaten we op de boot naar Engeland. Dit is gauw verteld, maar zoo gauw ging het niet. We hadden immers geen papieren! En als de Hollandsehe autoriteiten geweten hadden dat wij officieren waren van het Engelsche leger, die terugkwamen van een strooptocht in Duitschland. had er waar schijnlijk voor hun niets anders omgezeten dan ons te interneeren. Dan was het docu ment wel gekomen waar het wezen moest, maar wij niet waar we wezen wilden. Dus stelden we eerzame Engelsche burgers voer, dis uit esn burgerlnterneering:l:amn in Duitschland ontvlucht waren; vcor napieren zorgde het consulaat in Rotterdam.... en zooals ik zei den volgenden dag stakén wc de Noordzee overhuistoe. f Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1929 | | pagina 6