BIOGRAPHIEEN IN EEN NOTEDOP AMERICANA. CDilen^b van de United Telegraph) Krantenknipsels uitgeknipt door GISELA SELDENGOTH, Dr. E. E. Helms, voorganger van de eerste Methodistenkerk, Los Angeles, noodigt hier mede speciaal alle misdadigers van de stad uit, morgenavond naar zijn preek te komen luisteren. Onderwerp: „Kromme menschen- wegen recht gemaakt." Advertentie in de Duitsche „California Staatszeitung": „Twee groote Amerikaansche verkeers- organisaties, de Panama-Pacificstoomvaart- lijn en het reisbureau Raymond Whit- comb maken bekend, dat zij dit jaar ge meenschappelijke rondreizen organlseeren. De reis van de Oost-naar de Westkust van Amerika of omgekeerd kan op de stoom schepen door het Panamakanaal worden ge maakt of in speciale automobieltreinen, waarvan de solide gebouwde autobussen keukens en toiletinrichtingen bevatten cn waarvan de dienstregeling de bezichtiging van alle bezienswaardigheden mogelijk maakt." „De grootmoeders worden jonger." „Hiernaast het portret van een dame van 29 jaar, die een kleinkind heeft van 9 maan den. Zij is Mrs. Lorraine in Hollywood; en zij is getrouwd toen zij 13 jaar oud was. Haar dochter, mevrouw Cordero te Santa Barbara, is ook op 13-jarigen leeftijd ge trouwd en kreeg een kind, voor zij veertien was. Mrs. Lorraine heeft het tot dusver be staande grootmoeder-record van mevrouw Bantah Graham te Oakland geslagen, die ook pas 29 jaar oud is, maar die een klein kind heeft van slechts 4 maanden. Deze wedstrijd is ontstaan, doordat mevrouw Dora Gibson, een jongedame van 38, met korte haren en korte rokken, meende de jongste grootmoeder te zijn. Een van haar beide kleinkinderen kwam ter wereld, toen zij 34 was. Daarop kwam een massa brieven binnen! Mevrouw Mablc Aulfc te Glendale, grootmoeder op 32-jarigen leeftijd, heeft zelf een overgrootmoeder, die te Zelzah woont en pas 61 jaar oud is. Verder mevrouw Myrtle Humble, die op 33-jarigen leeftijd grootmoeder was ep nu, op 36-jarigen leef tijd drie kleinkinderen heeft. Niet zoo kwaad!" Kolonel Ned M. Green, tot dusver leider Van het prohibitiebtireau voor Noord-Cali- fomiö en Nevada, heeft terechtgestaan, be schuldigd, geconfiskeerden alcohol te hebben verduisterd en in zijn hotelkamer twee diners te hebben gegeven, waarbij deze alcohol werd geconsumeerd. De vroegere assistent van het prohobitiekantoor, kolonel Johnson, verklaarde als getuige, dat vijf personen bij deze feesten aanwezig waren, o.a. kolonel Dodge, de vroegere chef van de militaire politie in Duitschland gedurende de bezet ting van Rijnland. Carl W. Ahlin, een agent van de prohibitie, verklaarde, dat de be klaagde hem eens had opgedragen, den in beslag genomen alcohol van „goede" quali- telt van de slechte af te zonderen en in de kast van het prohibitiekantoor te bewaren; hij, kolonel Green, zou ze „later komen ha len". Ahlln verklaarde tevens, dat hij eens flesschen in Green's auto had geladen. „Wat was dat voor een auto?" vroeg de verdedi ger. „Een van de officieele auto's van het departement", zegt de getuige. „San Francisco, 25 Februari. Ham Leong, de koningin van de Chineezenstad, is ver moord. Men vond haar heden in haar zijden, geparfumeerde boudoir met een dunne kap persschaar, die diep in haar borst stak. Al haar juweelen waren verdwenen. Het is geen gewone moord; Ham Leong was een vrouw, die buitengewoon goed beschermd werd, dc Hoveling van een „Tong", een Chineesche geheime vereeniging. Waar zij ook ging, overal werd zij gevolgd door een reusachtigen Cantonnees, die tot de tanden was gewapend. Hij bewaakte ook de deur van haar boudoir. Niettemin moet gisteren een aalgladde vijand langs hem zijn gegaan. Niet ver van de kamer, waarin de moord plaats had. waarin thans de wierook van 't doodenceremonieel geurt, liggen Waverley Place en Sullivan Alley, de gewone gevechts terreinen, waarop de slagen van de „Tongs" worden geleverd. Zij worden nu door de po litie scherp bewaakt, want anders zou de dood van Ham Leong menig schot in het duister beteekenen indien althans de „Tong", waartoe de „koningin van China town" behoort, de oude traditie van den bloedwraak denkt voort te zetten. „Brieven aan den uitgever van de „World": „Uw medewerker, die onlangs in de „World" betoogde, dat in het vervolg ook de mannen oorringen behoorden te dragen, heeft gelijk. Er bestaat geen enkele reden voor, ze als een vrouwensieraad te be schouwen. Werden zij niet door de helden van het Elisabethaansche tijdperk gedragen, door Raleigh, door Shakespeare, door Rem brandt, door alle roovers cn avonturiers uit die dagen, van den verweerden Indiaan toe den ruwen zeeman# Wanneer er sprake van is, de oorringen hier thans weer in te voeren clan doen we mee. Ik en mijn beide zoons willen ons graag met oorringen laten zien, wanneer er anderen zijn te vinden, die het nok willen. Ik hoop. dat de mode weldra in gang zal vinden." Charles W. Anthony. ..Ik denk alleen, dat de oorringen bij de smoking niet goed zullen staan. Ik persoon lijk geef de voorkeur aan een neusring, een veel eenvoudiger sieraad en een, dat de schoonheid van den doorsnee-man meer tot haar recht zal doen komen." Leonard Meyerson." In Engeland worden door de Radio popu- lalr-wetenschappelijke voordrachten uitge sproken. Dit is niets bijzonders en gebeurt hier ook. Maar wel nieuw is dat de theorie van Einstein op 't oogenblik wordt omge werkt tot een solo voor saxophoon. „De sprekende films zullen eiken mede dinger achter zich laten",* zoo lezen wij er gens. Maar een van onze correspondenten deelt ons mede dat, hij met. zijn vrouw naar een sprekende film is geweest en dat zij het gemakkelijk won! HET KAAS- EN BROODVOLK TE HAARLEM. Een zwarte bladzijde in Haarlem's geschiedenis Aanval op het Haarlemsche Raadhuis door het Kaas- en Broodvolk in Mei 1492» Van ouds is de Groote Markt vroeger Het Zand geheeten het centrum van onze stad en het aloude Raadhuis het voornaamste ge bouw er op. Het spreekt dus vanzelf dat Het Zand dik wijls het tafereel is geweest van heftige be roeringen. Op de bij dit artikel behoorendc afbeel ding, ons welwillend afgestaan door een heer A_ M. Voorting alhier, zien wij zulk een tafereel: niets meer of minder dan de inbe zitneming van het Raadhuis door een roo- vende en plunderende, ja zelfs moordende, bende. „In t voorjaar van 1492 vertoonde het Zand", aldus onze vroegere stadgenoot Dr. C. te Lintum in zijn aardig boekje „De Groote Markt in den loop der tijden", waaraan wij hier het een en ander ontleenen, „een schouwspel dat aan dat plein en aan de heele stad tot eeuwige schande zal strekken". De schrijver doelt hierbij op den inval in Haarlem van het „Kaas- en Broodvolk". Dit was eigenlijk een inval van „werkloo zen" uit de landen van de overzijde van het IJ. De laatste jaren waren in die streken bij zonder slecht geweest; overstrooming en misgewas hadden de arme boeren tot wan hoop gedreven en ze hadden allen gewei gerd, de zware belasting op te brengen die Filips de Goede hun had opgelegd. Heele troepen waren in Alkmaar en Hoorn bin nengelaten en hadden daar den winter door geparasiteerd op de poorters. Toen het Mei geworden was trokken al deze werkloozen, met kaas en brood in- hun vaandels geteekend (vandaar hun naam Kaas- en Broodvolk) naar Haarlem en op een laten Mei-avond stonden zij voor de Kruispoort. Maar de Haarlemmers vreesden niet. Hiel den de dappere schutters niet de wacht bij de poorten? En wat kon deze ongeregelde menigte eigenlijk beginnen? Zij konden im mers de stad toch niet bestormen! Die zoo spraken rekenden evenwel buiten den waard, in dit geval: buiten de ontevre den werkloozen in de stad. En d£ aanwezig heid van dezen bleek tenslotte noodlottig. Plotseling schoot uit een groot aantal bij de Kruispoort, samengeschoolde nieuwsgierigen een troep mannen te voorschijn en viel in t halfduister (straatverlichting was er in die dagen nog niet) op de poortwacht aan. De schutters trachten zich te verdedigen, maar of de overmacht te groot, was, of dat de schutters tóch niet zoo dapper waren als hun op hen vertrouwende stadgenooten meendenZij moesten het onderspit delven. Eénige oogenblikkon later was de poort open en twintig handen grepen den ketting, om de brug neer te laten. Toen stroomde het woeste Kaas- en Broodvolk de Kruistraat in en golfde in woeste wanorde naar de Groote Markt. Het moet een wilde stoet zijn geweest die daar. beschenen door flikkerend fakkellicht, naderde, want veertig waardige mannen die op het Zand de indringers stonden af te wachten: schout en schepenen, burgemees ters en raden met de gansche vroedschap, weken snel in het Raadhuis toen ze de aan stormende en luid schreeuwende menschen- massa zagen aanstormen! De bende riep om den Schout, Klaas van Ruyven, die ook belast was geweest met het innen van het gehate ruiter- en haardstee- geld. dat den opstand had veroorzaakt. „Waar is Klaas van Ruwen, de uitzuiger?" klonk het daar buiten. En een regen van steenen kletterde tegen de gesloten vensters van het Raadhuis. Er uit met den vervloek ten Schout!" werd er weer geroepen. Maar het bleef stil binnen de muren van het Haarlemsche Raadhuis. Toen haalde het gepeupel boomen om de deur in te rammeien; maar de poort was stevig. Zij hield nóg braaf stand. Toch was er kans dat zij op den duur zou moeten bezwijken: de deftige magistraten daar binnen maakten benauwde oogenblik- ken door en besloten eindelijk te capitulee ren. Een afgezant werd gezonden: de onder- hamdelingen hadden tot resultaat dat het Kaas- en Broodvolk beloofde niemand een haar te zullen krenken. Toen werden de grendels weggeschoven.... Hadden de magistraten der stad maar lie ver vertrouwd op de kracht van die grendels en van de poort van het Stadhuis. Want nauwelijks was de deur geopend of het lijk van Klaas van Ruyven lag in stukken op den vloer van het Raadhuisportaal en twee an dere lichamen lagen er naast: men had ook de twee gebroeders Thomas, kleinzoons van Lourens Janszoon Coster (zoo melden al thans de berichten uit die dagen) wreed ver moord. Toen volgden vreeselijke uren, uren van plundering, mishandeling en moord. Brul lende vlogen de woestelingen over het Zand; vele Haarlemmers zochten een toevlucht in de Groote Kerk die vervuld was van jam merklachten; angstige burgers verscholen zich in kelders en op zolders. Den volgenden morgen hadden de aan voerders der bende blijkbaar eenig berouw over het optreden der woestaards: zij lieten tenminste een galg oprichten op het Zand en maakten bekend dat al het gestolene moest worden teruggebracht op straffe des doods. Maar nergens staat vermeld dat deze oproeping eenig effect sorteerde, wèl dat de Kennemers en Friezen nog vier dagen in de stad bleven en „nog veel moedwil bedreven". Toen trokken ze de Houtpoort, uit naar Leiden, waarschijnlijk met het doel Leiden eenzelfde lot te doen ondergaan als Haar lem. Maar de Leidsche schutters hielden zich beter dan de Haarlemsche: reeds bij Sassen- heim joegen zij de woeste horde terug met de hulp van Leidsche burgers. En nu kwam ook Albreoht van Saksen te hulp. Hij sloeg met zijn leger het Kaas- en Broodvolk bij Heemskerk uiteen en rukte toen dadelijk op Haarlem aan. Deze inval, der „Kermers en Friezen" had zeer ernstige' en treurige gevolgen voor onze goede stad. Zij moest zwaar boeten voor wat eenige ontevreden burgers hadden gedaan. Albrecht maakte het in den grond van de zaak niet veel beter dan de benden die hij verslagen had. Hij liet naturlijk het moorden en plun deren. maar hij gaf beveldat de Haar lemmers hem hun kostbaarheden op het Raadhuis moesten brengen en duizenden guldens moesten worden opgebfhcht totdat hij vond dat de dood van Klaas van Ruyven voldoende gewroken was. En dan kreeg de stad nog een blokhuis bij de Raampoort met bezetting. Deze aderlating had ten gevolge dat de eens zoo trotsche stad Haarlem niet meer aan haar verplichtingen kon voldoen. Aan den jongen Graaf Philips werd uitstel van betaling gevraagd. Dit uitstel werd ook ge geven maar Haarlem werd meteen zonder vorm van proces onder curateele gesteld en bleef dit tot 1572! Ziedaar de treurige gevolgen van den inval van het woeste Kaas- en Broodvolk in 1492. SLECHT HANDSCHRIFT. Gaan wij slechter schrijven? Volgens den directeur van een der groot ste Londensche magazijnen verliezen de groote handelszaken ieder jaar duizenden pondon sterling door slecht handschrift. De tijd, die tegenwoordig in elk kantoor ge bruikt wordt met het met moeite ontcijferen van onleesbaar schrift vertegenwoordigt in derdaad groote bedragen aan geld. Aan het groote Londensche „warenhuis" Harrods' is een employé verbonden die niets anders doet dan slechte handschriften ontcijferen. En dan is er nog de materieele schade die het gevolg kan zijn van onduidelijk schrift. Onlangs deed een groote firma mee aan een inschrijving. Na een zorgvuldige studie gemaakt te hebben deelde de deskundige der firma aan de directie mede dat een ze kere door hem genoemde prijs nog juist eenige winst zou opleveren. De firma wilde hei, werk in quaestie erg graag hebben en schreef dus in voor den door den expert vastgestelden prijs. Maar deze inschrijving had het verlies van eenige duizenden ponden sterling ten gevolge: de brief van den des kundige aan de directie was zóó onduidelijk geschreven dat ieder die met deze zaak te maken had gehad uit het door haar genoem de bedrag een som had gemaakt, aanmerke lijk lager dan in werkelijkheid bedoeld was. Dokters, geestelijken en schrijvers schrij ven in den regel slecht cn onduidelijk. In Engeland doet het. verhaal de ronde van een bisschop, die een brief van rouwbeklag had geschreven aan een collega. Nadat deze een heelen tijd den brief bestudeerd had, zeide hij: „Ik ben zeker dat hij het goed bedoelt maar de eenige woorden die- ik goed kan le zen zijn: ondankbare hond!" In onzen tijd worden de meeste handels brieven op de schrijfmachine geschreven en bet eenige wat in zoo'n getikten brief moei lijkheden kan geven is de handteekeuing. Maar die moeilijkheden zijn dan ook vaak y onoverkomelijk. Vele handteeksningen lijken op alles behalve op een handteekening. En dan klagen de schrijvers nog dat In het door hen ontvangen antwoord hun naam verkeerd werd gespeld! De hoofdredacteur van een Engelsche cou rant ontving onlangs een briefje dat hij met geen mogelijkheid kon ontcijferen. Een der redacteurs, expert in het lezen van slecht schrift, werd er bij geroepen en toen bleek het briefje afkomstig te zijn vaneen der zetters, die zich beklaagde over het onlees baar schrift van een der verslaggevers! EEN SKY-SCRAPER TE PARIJS. Parijs krijgt een skyscraper, die in de buurt van de Etoile zal worden gebouwd. Dit geweldige gebouw zal 100 luxe-flats bevatten en alle vensters zullen uitzicht heb ben op de straat. Bij dezen skyscraper zullen behooren een enorm groote garage, een zwemvijver, vier tennisbanen en vijf restaurants Dit alles komt in het. centrum van het gebouw, dus even ver verwijderd van de flets gelijkvloers als van die in de bovenste verdieping, SPOKEN EN GEEST VERSCHIJNINGEN. We hebben het in deze kolommen al meer gezegd: Engeland is het land der spook geschiedenissen ejn geestverschijningen. Een zeer moderne .geest" is onlangs ont dekt in Ierland waar thans een spook-auto parten speelt aan de zenuwen der bijgeloo- vigen in de buurt van Roscommon. Deze spook-auto is buitengewoon speeLsch van aard. Niet alleen snell hij langs de we gen met duizelingwekkende vaart maar hij glijdt ook, onhoorbaar, door de dikste mu ren heen. Het is evenwel twijfelachtig of met deze spook-auto het laatste woord op het gebied der bovenmenschelij(ke ve t ïhijningen wel gesproken is. Een Engelsch vlieger heeft ten minste al aan een vriend verteld (en deze deelde het natuurlijk weer dadelijk aan een vriend van hèm mede enz., enz.) dat hij, ter wijl hij eens op groqte hoogte vloog, plotse ling een andere vliegmachine zag, geheel gelijk aan de zijne en die op hem kwam neerschieten. Eén seconde dacht lpj dat bij het slachtoffer van -een krankzinnige zou moeten worden, thans voelde hij zich om ringd door intens-koude lucht enhet andere vliegtuig was verdwenen! Geesten zijn er, zooals alle deskundigen u zullen vertellen, in groote verscheidenheid en zij kunnen overal gezien worden. Spook geschiedenissen zijn verbonden aan twee Londensche theaters. Eenigen tijd geleden werd een geheimzinnige figuur gezien, die zat in de stalles van het Royal Theatre, toen dit geheel leeg was. Toen de man, die de verschijning zag, naderde, verdween het spook plotseling. Men zegt dat dit spook ook bij andere gelegenheden is gezien, helaas al léén als er niemand in den schouwburg was dan de waarnemer en het spook! Dan is ook des nachts in St. Martin's Theatre een bleek en melancholiek uitziende dame opgemerkt. Deze dame zou, eeuwen geleden, op deze zelfde plaats zijn vermoord door ongure elementen die toen in dat stads gedeelte huisden. Het vreesdij kste spook dat ooit „bestaan" heeft beozcht nü en dan een landhuis ergens in Ierland. Deze verschijning heet „It" (Het) en legt een klamme hand op den arm van hem of haar die „Het" ontmoet! GENEZING DjOOR EEN SLANGENBEET. Een zeer belangrijke ontdekk'/ig Is niet lang geleden gedaan in Zuid-Afrika. Deze ontdekking zal naar men hoopt leiden tot het vinden van een middel tegen epilepsie en dergelijke ziekten. Reeds lang leefde onder de Zuid-Afrikaan- sche boeren de overtuiging dat, als een epi lepticus gebeten was door een slang en de beet was uitgewerkt, ook de epileptische aandoeningen verdwenen waren. Professor Fitz Simons, directeur van het Museum te Port Elizabeth, maakte een diepgaande stu- diè van dit onderwerp en slaagde er tenslotte in een gif (dat dus in dit geval den dienst van tegengif moet verrichten) samen te stellen dat bestaat uit de voor het doel best geschikte bestanddeelen van verschillend slangengif. Genezingen hebben reeds plaats gehad. De eerste patient was een vriend van den professor, die verzocht had als proefkonijn in aanmerking te mogen komen. Het middel werd in den bovenarm ingespoten en na zeven dagen werd dit herhaald met een grootere dosis. De proef werd voortgezet met grootere hoeveelheden en met langere tus- schenruimten. Op 't oogenblik schijnt de patient geheel genezen te 2i]"n. Onlangs verklaarde een man voor de Recht bank dat hij, als hi1 één glas bier op had, alles ondersteboven zag. In dien toestand moet hij wel de alge- meene aandacht trekken als hij op straat op zijn hoofd gaat staan om op zijn armband horloge te kijken! Er werd onlangs een bal gegeven, uitslui tend voor melkknechts èn melkmeisjes. Natuurlijk werd er ook een ouderwetsche Kan-Kan gedanst! Oude dame: U bent toch een gediplomeerd drogist, nietwaar? Drogist: Ja mevrouw! Oude dame: Mag ik dan een dubbeltje zui veringszout van u hebben? Iemand liet onlangs zijn geheele vermogen na aan een advocaat. Vele advocaten moeten van meening zijn dat meer menschen dit moeten doen en niet zooveel beslag behoorden te leggen op den tijd der advocaten. Oude dame: t Is toch merkwaardig dat die lui altijd juist zoo'n benzinepomp weten te slaan op een plaats waar benzine in den grond zit! Wat zelden of nooit gezegd wordt: „Ja, je hebt gelijk: ik zie er inderdaad erg oud uit!" „Nee. die laatste partij die ik u verkocht heb, deugde niet!" „Haast je maar niet met mij die tien gul den terug te geven, hoor!" „Wat is de Radio van avond duidelijk!" Dame (die behangselpapier koopt) tot winkelier: Houdt u dat papier eens even achter mijn man, als u wilt. Het is voor zijn studeerkamer en ik zou niet graag willen dat hij er tegen vloekte! Dame: Vandaag niet! Bedelaar: En wat denkt u van morgen? Hij: Ik heb je lief. Je moet mijn vrouw worden. Zij: Heb Je al met mijn vader en moeder gesproken Hij: o ja. dikwijls. Maar dat brengt geen verandering in mijn liefde voor jou! PETRUS PAULUS RUBENS. 1577—1640 Max Rooses heeft eens Antwerpen als ba kermat van de meest grootsche uitingen van schilderkunst geprezen boven Amsterdam, Haarlem, Leiden. Daar zal wel eenig chau vinisme in geweest zijn, maar zoo Petrus Pau- lus Rubens te Antwerpen geboren is, dan mag het toch trotsch ziln op zulk een zoon. Zeker is dat echter niet, want waarschijnlijk is, dat toen Petrus Paulus vermoedelijk in hel; laatst van Juni 1577, geboren werd Jan Ru bens, de vroegere Schepen van Antwerpen en Maria PUpelmckx nog vertoefden in hun wijkplaats Siegen Lu Nassau, waar zij den toorn van den hertog van Alva ontvlucht wa ren. Te Keulen kreeg de jonge Rubens on derwijs en toonde zich een voortreffelijk leerling, na 1587 leerde hij te Antwerpen. Het werk op het atelier van Tobias Verhaecht be viel hem, zooals te begrijpen is, beter dan zijn dienst als page bij een adellijke familie. Aan zijn opneming als meester in het St. Lu- casgilde te Antwerpen fn 1598 ging een leer periode van vier jaar vooraf bij Adam van Noort en nog eens vier jaar bij Otto Venius. Dan komt de tijd, dien wij in het leven van lederen renaissance-kunstenaar onderschei den: de Italiaansche periode. De Hertog van Gonzaga is in het land van de kleuren dc beschermer van den zich tot een groot colo rist ontwikkelenden schilder geweest- Trou wens, Rubens zou in zijn leven in dienst staan van meer vorsten. De rijke verzame ling van den hertog te Mantua stelde Ru bens in staat meesters als Rafaël, Michel An- gelo en Leonardo da Vinei te bestudeeren en te herscheppen. Als wij nu nog in het Museum te Madrid stukken vinden van Rubens, dan is dat een gevolg van zijn reis naar de Spaan- sche hoofdstad, in 1603 in opdracht van zijn beschermer ondernomen. Dén hertog verge zellend maakte hij reizen naar Rome en Ge nua, schilderde ïntusschen talrijke kerkelijke stukken. Rubens' vertrek uit Italië valt in 1608, de onmiddellijke oorzaak was de dood zijner moeder. Merkwaardigerwijze valt een groote opbloei van Rubens' talent te bespeu ren als hij uit de sfeer van de Italiaansche meesters weg is én blijft in de Zuidelijke Ne derlanden, waar hij 13 October 1609 Isabella Brant huwt. Dien gelukkigen datum in zijn leven was een andere voorafgegaan, dc be noeming tot hofschilder van de aartsherto gen Albertus en Isabella, het begin van een voorspoedig bestaan. Van alle kanten kwamen bestellingen en leerlingen. Hem trof geen on verkoopbaarheid van schilderijen. Na 1613 maakt, de meester zich meer en meer los van de Italiaansche herinneringen en krijgt nog meer persoonlijks. Eigenaardig is, dal. in frag menten van zijn schilderstukken hij leerlin gen, zooals Frans Snijders en Paul de Vos, voor het schilderen der dieren, Jan Wildens en Lucas van Uden voor de landschappen gelegenheid heeft gegeven hun vaardigheid te toonen. Anthonie van Dijck gold reeds van den beginne af voor zijn besten leerling. De hervormer van bestaande kunst, die Rubens was koos krachtige beweging boven rustige schoonheid, geen wonder, dat hij eenig is in zijn Jachten, grootsch en geweldig in zijn landschappen. De graveurs, die naar hem werkten zijn talrijk en er zijn beroemde on der. Voor zijn vriend PlantijnMoretus heeft Rubens titelplaten en vignetten geteekend. de portretten, die hem besteld werden zijn vele. Groote bestellingen heeft hij steeds gekregen. Hij leverde de gansche beschildering der Je- zuitenkerk te Antwerpen, hij schiep voor Ma ria de Medicis, die hem in 1621 naar Parijs riep, de galerij de Medicis, van 22 schilderijen, die thans in het Louvre een plaats gevonden hebben. Ook de levensloop van Rubens in dienst van staten en vorsten was een zegetocht. In 1624 was hij door Philips IV van Spanje in den adel verheven, drie jaar later trad hij als zijn gezant op in Den Haag, in 1629 werd hij dit te Londen en geridderd door Karei I. Nadat in 1626 zijn eerste vrouw was gestor ven is Rubens in 1630 ten tweeden male ge trouwd, nu met Helena Fourment, die hem dikwijls tot model gediend had. Een van Rubens allerbeste stukken is Da Kindermoord te Bethlehem, en ook het por tret van Andromeda. AJs een vermogend man is de Meester van het Gulden Licht 30 Mei' 1640 te Antwerpen overleden. Hij had tot het laatst, gewerkt. Zijn schilderstukken zijn over musea in alle lan den van Europa verspreid. Het kleine jongetje: U heeft zeker we! een hccleboel brandspiritus noodig, om uw locomotief te laten loopen Een zeer modern schilder heeft zijn eigen portret geschilderd. Wij hebben het gezien en kunnen niet anders zeggen dan dat hij zijn verdiende loon heeft.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1929 | | pagina 16