BIOGRAPHIEEN IN
EEN NOTEDOP
AMERICANA.
CDilen^b van de United Telegraph)
Krantenknipsels uitgeknipt door
GISELA SELDENGOTH,
Dr. E. E. Helms, voorganger van de eerste
Methodistenkerk, Los Angeles, noodigt hier
mede speciaal alle misdadigers van de stad
uit, morgenavond naar zijn preek te komen
luisteren. Onderwerp: „Kromme menschen-
wegen recht gemaakt."
Advertentie in de Duitsche „California
Staatszeitung":
„Twee groote Amerikaansche verkeers-
organisaties, de Panama-Pacificstoomvaart-
lijn en het reisbureau Raymond Whit-
comb maken bekend, dat zij dit jaar ge
meenschappelijke rondreizen organlseeren.
De reis van de Oost-naar de Westkust van
Amerika of omgekeerd kan op de stoom
schepen door het Panamakanaal worden ge
maakt of in speciale automobieltreinen,
waarvan de solide gebouwde autobussen
keukens en toiletinrichtingen bevatten cn
waarvan de dienstregeling de bezichtiging
van alle bezienswaardigheden mogelijk
maakt."
„De grootmoeders worden jonger."
„Hiernaast het portret van een dame van
29 jaar, die een kleinkind heeft van 9 maan
den. Zij is Mrs. Lorraine in Hollywood; en
zij is getrouwd toen zij 13 jaar oud was.
Haar dochter, mevrouw Cordero te Santa
Barbara, is ook op 13-jarigen leeftijd ge
trouwd en kreeg een kind, voor zij veertien
was. Mrs. Lorraine heeft het tot dusver be
staande grootmoeder-record van mevrouw
Bantah Graham te Oakland geslagen, die
ook pas 29 jaar oud is, maar die een klein
kind heeft van slechts 4 maanden. Deze
wedstrijd is ontstaan, doordat mevrouw
Dora Gibson, een jongedame van 38, met
korte haren en korte rokken, meende de
jongste grootmoeder te zijn. Een van haar
beide kleinkinderen kwam ter wereld, toen
zij 34 was. Daarop kwam een massa brieven
binnen! Mevrouw Mablc Aulfc te Glendale,
grootmoeder op 32-jarigen leeftijd, heeft
zelf een overgrootmoeder, die te Zelzah
woont en pas 61 jaar oud is. Verder mevrouw
Myrtle Humble, die op 33-jarigen leeftijd
grootmoeder was ep nu, op 36-jarigen leef
tijd drie kleinkinderen heeft. Niet zoo
kwaad!"
Kolonel Ned M. Green, tot dusver leider
Van het prohibitiebtireau voor Noord-Cali-
fomiö en Nevada, heeft terechtgestaan, be
schuldigd, geconfiskeerden alcohol te hebben
verduisterd en in zijn hotelkamer twee diners
te hebben gegeven, waarbij deze alcohol
werd geconsumeerd. De vroegere assistent
van het prohobitiekantoor, kolonel Johnson,
verklaarde als getuige, dat vijf personen bij
deze feesten aanwezig waren, o.a. kolonel
Dodge, de vroegere chef van de militaire
politie in Duitschland gedurende de bezet
ting van Rijnland. Carl W. Ahlin, een agent
van de prohibitie, verklaarde, dat de be
klaagde hem eens had opgedragen, den in
beslag genomen alcohol van „goede" quali-
telt van de slechte af te zonderen en in de
kast van het prohibitiekantoor te bewaren;
hij, kolonel Green, zou ze „later komen ha
len". Ahlln verklaarde tevens, dat hij eens
flesschen in Green's auto had geladen. „Wat
was dat voor een auto?" vroeg de verdedi
ger. „Een van de officieele auto's van het
departement", zegt de getuige.
„San Francisco, 25 Februari. Ham Leong,
de koningin van de Chineezenstad, is ver
moord. Men vond haar heden in haar zijden,
geparfumeerde boudoir met een dunne kap
persschaar, die diep in haar borst stak. Al
haar juweelen waren verdwenen. Het is geen
gewone moord; Ham Leong was een vrouw,
die buitengewoon goed beschermd werd, dc
Hoveling van een „Tong", een Chineesche
geheime vereeniging. Waar zij ook ging,
overal werd zij gevolgd door een
reusachtigen Cantonnees, die tot de tanden
was gewapend. Hij bewaakte ook de deur
van haar boudoir. Niettemin moet gisteren
een aalgladde vijand langs hem zijn gegaan.
Niet ver van de kamer, waarin de moord
plaats had. waarin thans de wierook van
't doodenceremonieel geurt, liggen Waverley
Place en Sullivan Alley, de gewone gevechts
terreinen, waarop de slagen van de „Tongs"
worden geleverd. Zij worden nu door de po
litie scherp bewaakt, want anders zou de
dood van Ham Leong menig schot in het
duister beteekenen indien althans de
„Tong", waartoe de „koningin van China
town" behoort, de oude traditie van den
bloedwraak denkt voort te zetten.
„Brieven aan den uitgever van de „World":
„Uw medewerker, die onlangs in de
„World" betoogde, dat in het vervolg ook de
mannen oorringen behoorden te dragen,
heeft gelijk. Er bestaat geen enkele reden
voor, ze als een vrouwensieraad te be
schouwen. Werden zij niet door de helden
van het Elisabethaansche tijdperk gedragen,
door Raleigh, door Shakespeare, door Rem
brandt, door alle roovers cn avonturiers uit
die dagen, van den verweerden Indiaan toe
den ruwen zeeman# Wanneer er sprake van
is, de oorringen hier thans weer in te voeren
clan doen we mee. Ik en mijn beide zoons
willen ons graag met oorringen laten zien,
wanneer er anderen zijn te vinden, die het
nok willen. Ik hoop. dat de mode weldra in
gang zal vinden." Charles W. Anthony.
..Ik denk alleen, dat de oorringen bij de
smoking niet goed zullen staan. Ik persoon
lijk geef de voorkeur aan een neusring, een
veel eenvoudiger sieraad en een, dat de
schoonheid van den doorsnee-man meer tot
haar recht zal doen komen." Leonard
Meyerson."
In Engeland worden door de Radio popu-
lalr-wetenschappelijke voordrachten uitge
sproken. Dit is niets bijzonders en gebeurt
hier ook. Maar wel nieuw is dat de theorie
van Einstein op 't oogenblik wordt omge
werkt tot een solo voor saxophoon.
„De sprekende films zullen eiken mede
dinger achter zich laten",* zoo lezen wij er
gens. Maar een van onze correspondenten
deelt ons mede dat, hij met. zijn vrouw naar
een sprekende film is geweest en dat zij het
gemakkelijk won!
HET KAAS- EN BROODVOLK TE HAARLEM.
Een zwarte bladzijde in Haarlem's geschiedenis
Aanval op het Haarlemsche Raadhuis door het Kaas- en Broodvolk in Mei 1492»
Van ouds is de Groote Markt vroeger Het
Zand geheeten het centrum van onze stad
en het aloude Raadhuis het voornaamste ge
bouw er op.
Het spreekt dus vanzelf dat Het Zand dik
wijls het tafereel is geweest van heftige be
roeringen.
Op de bij dit artikel behoorendc afbeel
ding, ons welwillend afgestaan door een
heer A_ M. Voorting alhier, zien wij zulk een
tafereel: niets meer of minder dan de inbe
zitneming van het Raadhuis door een roo-
vende en plunderende, ja zelfs moordende,
bende.
„In t voorjaar van 1492 vertoonde het
Zand", aldus onze vroegere stadgenoot Dr. C.
te Lintum in zijn aardig boekje „De Groote
Markt in den loop der tijden", waaraan wij
hier het een en ander ontleenen, „een
schouwspel dat aan dat plein en aan de
heele stad tot eeuwige schande zal strekken".
De schrijver doelt hierbij op den inval in
Haarlem van het „Kaas- en Broodvolk".
Dit was eigenlijk een inval van „werkloo
zen" uit de landen van de overzijde van het
IJ. De laatste jaren waren in die streken bij
zonder slecht geweest; overstrooming en
misgewas hadden de arme boeren tot wan
hoop gedreven en ze hadden allen gewei
gerd, de zware belasting op te brengen die
Filips de Goede hun had opgelegd. Heele
troepen waren in Alkmaar en Hoorn bin
nengelaten en hadden daar den winter door
geparasiteerd op de poorters.
Toen het Mei geworden was trokken al
deze werkloozen, met kaas en brood in- hun
vaandels geteekend (vandaar hun naam
Kaas- en Broodvolk) naar Haarlem en op
een laten Mei-avond stonden zij voor de
Kruispoort.
Maar de Haarlemmers vreesden niet. Hiel
den de dappere schutters niet de wacht bij
de poorten? En wat kon deze ongeregelde
menigte eigenlijk beginnen? Zij konden im
mers de stad toch niet bestormen!
Die zoo spraken rekenden evenwel buiten
den waard, in dit geval: buiten de ontevre
den werkloozen in de stad. En d£ aanwezig
heid van dezen bleek tenslotte noodlottig.
Plotseling schoot uit een groot aantal bij de
Kruispoort, samengeschoolde nieuwsgierigen
een troep mannen te voorschijn en viel in t
halfduister (straatverlichting was er in die
dagen nog niet) op de poortwacht aan. De
schutters trachten zich te verdedigen, maar
of de overmacht te groot, was, of dat de
schutters tóch niet zoo dapper waren als
hun op hen vertrouwende stadgenooten
meendenZij moesten het onderspit
delven. Eénige oogenblikkon later was de
poort open en twintig handen grepen den
ketting, om de brug neer te laten. Toen
stroomde het woeste Kaas- en Broodvolk de
Kruistraat in en golfde in woeste wanorde
naar de Groote Markt.
Het moet een wilde stoet zijn geweest die
daar. beschenen door flikkerend fakkellicht,
naderde, want veertig waardige mannen die
op het Zand de indringers stonden af te
wachten: schout en schepenen, burgemees
ters en raden met de gansche vroedschap,
weken snel in het Raadhuis toen ze de aan
stormende en luid schreeuwende menschen-
massa zagen aanstormen!
De bende riep om den Schout, Klaas van
Ruyven, die ook belast was geweest met het
innen van het gehate ruiter- en haardstee-
geld. dat den opstand had veroorzaakt.
„Waar is Klaas van Ruwen, de uitzuiger?"
klonk het daar buiten. En een regen van
steenen kletterde tegen de gesloten vensters
van het Raadhuis. Er uit met den vervloek
ten Schout!" werd er weer geroepen.
Maar het bleef stil binnen de muren van
het Haarlemsche Raadhuis.
Toen haalde het gepeupel boomen om de
deur in te rammeien; maar de poort was
stevig. Zij hield nóg braaf stand.
Toch was er kans dat zij op den duur zou
moeten bezwijken: de deftige magistraten
daar binnen maakten benauwde oogenblik-
ken door en besloten eindelijk te capitulee
ren. Een afgezant werd gezonden: de onder-
hamdelingen hadden tot resultaat dat het
Kaas- en Broodvolk beloofde niemand een
haar te zullen krenken.
Toen werden de grendels weggeschoven....
Hadden de magistraten der stad maar lie
ver vertrouwd op de kracht van die grendels
en van de poort van het Stadhuis. Want
nauwelijks was de deur geopend of het lijk
van Klaas van Ruyven lag in stukken op den
vloer van het Raadhuisportaal en twee an
dere lichamen lagen er naast: men had ook
de twee gebroeders Thomas, kleinzoons van
Lourens Janszoon Coster (zoo melden al
thans de berichten uit die dagen) wreed ver
moord.
Toen volgden vreeselijke uren, uren van
plundering, mishandeling en moord. Brul
lende vlogen de woestelingen over het Zand;
vele Haarlemmers zochten een toevlucht in
de Groote Kerk die vervuld was van jam
merklachten; angstige burgers verscholen
zich in kelders en op zolders.
Den volgenden morgen hadden de aan
voerders der bende blijkbaar eenig berouw
over het optreden der woestaards: zij lieten
tenminste een galg oprichten op het Zand
en maakten bekend dat al het gestolene
moest worden teruggebracht op straffe des
doods. Maar nergens staat vermeld dat deze
oproeping eenig effect sorteerde, wèl dat de
Kennemers en Friezen nog vier dagen in de
stad bleven en „nog veel moedwil bedreven".
Toen trokken ze de Houtpoort, uit naar
Leiden, waarschijnlijk met het doel Leiden
eenzelfde lot te doen ondergaan als Haar
lem. Maar de Leidsche schutters hielden zich
beter dan de Haarlemsche: reeds bij Sassen-
heim joegen zij de woeste horde terug met
de hulp van Leidsche burgers. En nu kwam
ook Albreoht van Saksen te hulp. Hij sloeg
met zijn leger het Kaas- en Broodvolk bij
Heemskerk uiteen en rukte toen dadelijk op
Haarlem aan.
Deze inval, der „Kermers en Friezen" had
zeer ernstige' en treurige gevolgen voor onze
goede stad. Zij moest zwaar boeten voor wat
eenige ontevreden burgers hadden gedaan.
Albrecht maakte het in den grond van de
zaak niet veel beter dan de benden die hij
verslagen had.
Hij liet naturlijk het moorden en plun
deren. maar hij gaf beveldat de Haar
lemmers hem hun kostbaarheden op het
Raadhuis moesten brengen en duizenden
guldens moesten worden opgebfhcht totdat
hij vond dat de dood van Klaas van Ruyven
voldoende gewroken was. En dan kreeg de
stad nog een blokhuis bij de Raampoort met
bezetting.
Deze aderlating had ten gevolge dat de
eens zoo trotsche stad Haarlem niet meer
aan haar verplichtingen kon voldoen. Aan
den jongen Graaf Philips werd uitstel van
betaling gevraagd. Dit uitstel werd ook ge
geven maar Haarlem werd meteen zonder
vorm van proces onder curateele gesteld en
bleef dit tot 1572!
Ziedaar de treurige gevolgen van den inval
van het woeste Kaas- en Broodvolk in 1492.
SLECHT HANDSCHRIFT.
Gaan wij slechter schrijven?
Volgens den directeur van een der groot
ste Londensche magazijnen verliezen de
groote handelszaken ieder jaar duizenden
pondon sterling door slecht handschrift. De
tijd, die tegenwoordig in elk kantoor ge
bruikt wordt met het met moeite ontcijferen
van onleesbaar schrift vertegenwoordigt in
derdaad groote bedragen aan geld. Aan het
groote Londensche „warenhuis" Harrods' is
een employé verbonden die niets anders
doet dan slechte handschriften ontcijferen.
En dan is er nog de materieele schade die
het gevolg kan zijn van onduidelijk schrift.
Onlangs deed een groote firma mee aan
een inschrijving. Na een zorgvuldige studie
gemaakt te hebben deelde de deskundige
der firma aan de directie mede dat een ze
kere door hem genoemde prijs nog juist
eenige winst zou opleveren. De firma wilde
hei, werk in quaestie erg graag hebben en
schreef dus in voor den door den expert
vastgestelden prijs. Maar deze inschrijving
had het verlies van eenige duizenden ponden
sterling ten gevolge: de brief van den des
kundige aan de directie was zóó onduidelijk
geschreven dat ieder die met deze zaak te
maken had gehad uit het door haar genoem
de bedrag een som had gemaakt, aanmerke
lijk lager dan in werkelijkheid bedoeld was.
Dokters, geestelijken en schrijvers schrij
ven in den regel slecht cn onduidelijk. In
Engeland doet het. verhaal de ronde van een
bisschop, die een brief van rouwbeklag had
geschreven aan een collega. Nadat deze een
heelen tijd den brief bestudeerd had, zeide
hij: „Ik ben zeker dat hij het goed bedoelt
maar de eenige woorden die- ik goed kan le
zen zijn: ondankbare hond!"
In onzen tijd worden de meeste handels
brieven op de schrijfmachine geschreven en
bet eenige wat in zoo'n getikten brief moei
lijkheden kan geven is de handteekeuing.
Maar die moeilijkheden zijn dan ook vaak
y onoverkomelijk. Vele handteeksningen lijken
op alles behalve op een handteekening. En
dan klagen de schrijvers nog dat In het door
hen ontvangen antwoord hun naam verkeerd
werd gespeld!
De hoofdredacteur van een Engelsche cou
rant ontving onlangs een briefje dat hij met
geen mogelijkheid kon ontcijferen. Een der
redacteurs, expert in het lezen van slecht
schrift, werd er bij geroepen en toen bleek
het briefje afkomstig te zijn vaneen der
zetters, die zich beklaagde over het onlees
baar schrift van een der verslaggevers!
EEN SKY-SCRAPER TE PARIJS.
Parijs krijgt een skyscraper, die in de
buurt van de Etoile zal worden gebouwd.
Dit geweldige gebouw zal 100 luxe-flats
bevatten en alle vensters zullen uitzicht heb
ben op de straat.
Bij dezen skyscraper zullen behooren een
enorm groote garage, een zwemvijver, vier
tennisbanen en vijf restaurants Dit alles
komt in het. centrum van het gebouw, dus
even ver verwijderd van de flets gelijkvloers
als van die in de bovenste verdieping,
SPOKEN EN GEEST
VERSCHIJNINGEN.
We hebben het in deze kolommen al meer
gezegd: Engeland is het land der spook
geschiedenissen ejn geestverschijningen.
Een zeer moderne .geest" is onlangs ont
dekt in Ierland waar thans een spook-auto
parten speelt aan de zenuwen der bijgeloo-
vigen in de buurt van Roscommon.
Deze spook-auto is buitengewoon speeLsch
van aard. Niet alleen snell hij langs de we
gen met duizelingwekkende vaart maar hij
glijdt ook, onhoorbaar, door de dikste mu
ren heen.
Het is evenwel twijfelachtig of met deze
spook-auto het laatste woord op het gebied
der bovenmenschelij(ke ve t ïhijningen wel
gesproken is. Een Engelsch vlieger heeft ten
minste al aan een vriend verteld (en deze
deelde het natuurlijk weer dadelijk aan een
vriend van hèm mede enz., enz.) dat hij, ter
wijl hij eens op groqte hoogte vloog, plotse
ling een andere vliegmachine zag, geheel
gelijk aan de zijne en die op hem kwam
neerschieten. Eén seconde dacht lpj dat bij
het slachtoffer van -een krankzinnige zou
moeten worden, thans voelde hij zich om
ringd door intens-koude lucht enhet
andere vliegtuig was verdwenen!
Geesten zijn er, zooals alle deskundigen u
zullen vertellen, in groote verscheidenheid
en zij kunnen overal gezien worden. Spook
geschiedenissen zijn verbonden aan twee
Londensche theaters. Eenigen tijd geleden
werd een geheimzinnige figuur gezien, die
zat in de stalles van het Royal Theatre, toen
dit geheel leeg was. Toen de man, die de
verschijning zag, naderde, verdween het
spook plotseling. Men zegt dat dit spook ook
bij andere gelegenheden is gezien, helaas al
léén als er niemand in den schouwburg was
dan de waarnemer en het spook!
Dan is ook des nachts in St. Martin's
Theatre een bleek en melancholiek uitziende
dame opgemerkt. Deze dame zou, eeuwen
geleden, op deze zelfde plaats zijn vermoord
door ongure elementen die toen in dat stads
gedeelte huisden.
Het vreesdij kste spook dat ooit „bestaan"
heeft beozcht nü en dan een landhuis ergens
in Ierland. Deze verschijning heet „It" (Het)
en legt een klamme hand op den arm van
hem of haar die „Het" ontmoet!
GENEZING DjOOR EEN
SLANGENBEET.
Een zeer belangrijke ontdekk'/ig Is niet
lang geleden gedaan in Zuid-Afrika. Deze
ontdekking zal naar men hoopt leiden tot
het vinden van een middel tegen epilepsie en
dergelijke ziekten.
Reeds lang leefde onder de Zuid-Afrikaan-
sche boeren de overtuiging dat, als een epi
lepticus gebeten was door een slang en de
beet was uitgewerkt, ook de epileptische
aandoeningen verdwenen waren. Professor
Fitz Simons, directeur van het Museum te
Port Elizabeth, maakte een diepgaande stu-
diè van dit onderwerp en slaagde er tenslotte
in een gif (dat dus in dit geval den dienst
van tegengif moet verrichten) samen te
stellen dat bestaat uit de voor het doel best
geschikte bestanddeelen van verschillend
slangengif.
Genezingen hebben reeds plaats gehad.
De eerste patient was een vriend van den
professor, die verzocht had als proefkonijn
in aanmerking te mogen komen. Het middel
werd in den bovenarm ingespoten en na
zeven dagen werd dit herhaald met een
grootere dosis. De proef werd voortgezet met
grootere hoeveelheden en met langere tus-
schenruimten. Op 't oogenblik schijnt de
patient geheel genezen te 2i]"n.
Onlangs verklaarde een man voor de Recht
bank dat hij, als hi1 één glas bier op had,
alles ondersteboven zag.
In dien toestand moet hij wel de alge-
meene aandacht trekken als hij op straat op
zijn hoofd gaat staan om op zijn armband
horloge te kijken!
Er werd onlangs een bal gegeven, uitslui
tend voor melkknechts èn melkmeisjes.
Natuurlijk werd er ook een ouderwetsche
Kan-Kan gedanst!
Oude dame: U bent toch een gediplomeerd
drogist, nietwaar?
Drogist: Ja mevrouw!
Oude dame: Mag ik dan een dubbeltje zui
veringszout van u hebben?
Iemand liet onlangs zijn geheele vermogen
na aan een advocaat.
Vele advocaten moeten van meening zijn
dat meer menschen dit moeten doen en niet
zooveel beslag behoorden te leggen op den
tijd der advocaten.
Oude dame: t Is toch merkwaardig dat die
lui altijd juist zoo'n benzinepomp weten te
slaan op een plaats waar benzine in den
grond zit!
Wat zelden of nooit gezegd wordt:
„Ja, je hebt gelijk: ik zie er inderdaad erg
oud uit!"
„Nee. die laatste partij die ik u verkocht
heb, deugde niet!"
„Haast je maar niet met mij die tien gul
den terug te geven, hoor!"
„Wat is de Radio van avond duidelijk!"
Dame (die behangselpapier koopt) tot
winkelier: Houdt u dat papier eens even
achter mijn man, als u wilt. Het is voor zijn
studeerkamer en ik zou niet graag willen dat
hij er tegen vloekte!
Dame: Vandaag niet!
Bedelaar: En wat denkt u van morgen?
Hij: Ik heb je lief. Je moet mijn vrouw
worden.
Zij: Heb Je al met mijn vader en moeder
gesproken
Hij: o ja. dikwijls. Maar dat brengt geen
verandering in mijn liefde voor jou!
PETRUS PAULUS RUBENS.
1577—1640
Max Rooses heeft eens Antwerpen als ba
kermat van de meest grootsche uitingen van
schilderkunst geprezen boven Amsterdam,
Haarlem, Leiden. Daar zal wel eenig chau
vinisme in geweest zijn, maar zoo Petrus Pau-
lus Rubens te Antwerpen geboren is, dan mag
het toch trotsch ziln op zulk een zoon. Zeker
is dat echter niet, want waarschijnlijk is,
dat toen Petrus Paulus vermoedelijk in hel;
laatst van Juni 1577, geboren werd Jan Ru
bens, de vroegere Schepen van Antwerpen
en Maria PUpelmckx nog vertoefden in hun
wijkplaats Siegen Lu Nassau, waar zij den
toorn van den hertog van Alva ontvlucht wa
ren. Te Keulen kreeg de jonge Rubens on
derwijs en toonde zich een voortreffelijk
leerling, na 1587 leerde hij te Antwerpen. Het
werk op het atelier van Tobias Verhaecht be
viel hem, zooals te begrijpen is, beter dan
zijn dienst als page bij een adellijke familie.
Aan zijn opneming als meester in het St. Lu-
casgilde te Antwerpen fn 1598 ging een leer
periode van vier jaar vooraf bij Adam van
Noort en nog eens vier jaar bij Otto Venius.
Dan komt de tijd, dien wij in het leven van
lederen renaissance-kunstenaar onderschei
den: de Italiaansche periode. De Hertog van
Gonzaga is in het land van de kleuren dc
beschermer van den zich tot een groot colo
rist ontwikkelenden schilder geweest- Trou
wens, Rubens zou in zijn leven in dienst
staan van meer vorsten. De rijke verzame
ling van den hertog te Mantua stelde Ru
bens in staat meesters als Rafaël, Michel An-
gelo en Leonardo da Vinei te bestudeeren en
te herscheppen. Als wij nu nog in het Museum
te Madrid stukken vinden van Rubens, dan
is dat een gevolg van zijn reis naar de Spaan-
sche hoofdstad, in 1603 in opdracht van zijn
beschermer ondernomen. Dén hertog verge
zellend maakte hij reizen naar Rome en Ge
nua, schilderde ïntusschen talrijke kerkelijke
stukken. Rubens' vertrek uit Italië valt in
1608, de onmiddellijke oorzaak was de dood
zijner moeder. Merkwaardigerwijze valt een
groote opbloei van Rubens' talent te bespeu
ren als hij uit de sfeer van de Italiaansche
meesters weg is én blijft in de Zuidelijke Ne
derlanden, waar hij 13 October 1609 Isabella
Brant huwt. Dien gelukkigen datum in zijn
leven was een andere voorafgegaan, dc be
noeming tot hofschilder van de aartsherto
gen Albertus en Isabella, het begin van een
voorspoedig bestaan. Van alle kanten kwamen
bestellingen en leerlingen. Hem trof geen on
verkoopbaarheid van schilderijen. Na 1613
maakt, de meester zich meer en meer los van
de Italiaansche herinneringen en krijgt nog
meer persoonlijks. Eigenaardig is, dal. in frag
menten van zijn schilderstukken hij leerlin
gen, zooals Frans Snijders en Paul de Vos,
voor het schilderen der dieren, Jan Wildens
en Lucas van Uden voor de landschappen
gelegenheid heeft gegeven hun vaardigheid te
toonen. Anthonie van Dijck gold reeds van
den beginne af voor zijn besten leerling. De
hervormer van bestaande kunst, die Rubens
was koos krachtige beweging boven rustige
schoonheid, geen wonder, dat hij eenig is in
zijn Jachten, grootsch en geweldig in zijn
landschappen. De graveurs, die naar hem
werkten zijn talrijk en er zijn beroemde on
der. Voor zijn vriend PlantijnMoretus heeft
Rubens titelplaten en vignetten geteekend. de
portretten, die hem besteld werden zijn vele.
Groote bestellingen heeft hij steeds gekregen.
Hij leverde de gansche beschildering der Je-
zuitenkerk te Antwerpen, hij schiep voor Ma
ria de Medicis, die hem in 1621 naar Parijs
riep, de galerij de Medicis, van 22 schilderijen,
die thans in het Louvre een plaats gevonden
hebben.
Ook de levensloop van Rubens in dienst
van staten en vorsten was een zegetocht.
In 1624 was hij door Philips IV van Spanje
in den adel verheven, drie jaar later trad hij
als zijn gezant op in Den Haag, in 1629 werd
hij dit te Londen en geridderd door Karei I.
Nadat in 1626 zijn eerste vrouw was gestor
ven is Rubens in 1630 ten tweeden male ge
trouwd, nu met Helena Fourment, die hem
dikwijls tot model gediend had.
Een van Rubens allerbeste stukken is Da
Kindermoord te Bethlehem, en ook het por
tret van Andromeda.
AJs een vermogend man is de Meester van
het Gulden Licht 30 Mei' 1640 te Antwerpen
overleden. Hij had tot het laatst, gewerkt. Zijn
schilderstukken zijn over musea in alle lan
den van Europa verspreid.
Het kleine jongetje: U heeft zeker we! een
hccleboel brandspiritus noodig, om uw locomotief
te laten loopen
Een zeer modern schilder heeft zijn eigen
portret geschilderd. Wij hebben het gezien
en kunnen niet anders zeggen dan dat hij
zijn verdiende loon heeft.