AGENDA ENGELSCH OORDEEL OVER DE DOCUMENTEN-AFFAIRE DATUMSTUKJES 46e Jaargang No. 14034 Verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen Vrijdag 22 Maart 1929 HAARLEM S DAGBLAD DIRECTEUREN: J. C. PEEREBOOM EN P. W. PEEREBOOM. UITGAVE DER N.V. LOURENS COSTER HOOFDREDACTEUR: ROBERT PEEREBOOM ABONNEMENTEN: i>er week f 0.2714, met Geïllusteerd Zondagsblad 10.32. Per 3 maandenHaarlem en plaatsen waar een agent gevestigd is (kom der gemeente) 3-57)4- Franco per post door Nederland 3.87)4. Losse nummers ƒ0.06. GeïlL Zondagsblad per 3 maanden 007)4, franco per post. Bureaus: Groote Houtstraat 93 Drukkery: Zuider Buitenspaarne 12 Telefoon Nos.: Directie 13082 Hoofdredactie 15054 Redactie 10600 Administratie 10724, 14825 Drukkerij 10122, 12713 Postgiro No. 38810 ADVERTENTIEN1-5 regels 1.75, elke regel meer ƒ0.35. Reclame» ƒ0.60 per regeL Reductie bij abonnement. Vraag en Aanbcd 14 regels ƒ0.60, elke regel meer ƒ0.15, buiten Arrondissement dubbele prijs. Onze Groentje» (Woensd- en Zaterd.) 1—4 regels ƒ0.25, elke regel meer 0.10, uitsl i contant Gratis Ongevallenverzekering voor Weekabonnés. Uitkeeringen; Levenslange ongeschiktheid en Overlijden f 600.-, Verlies van Hand, Voet of Oog f 400.-, Duim f 250.-, Wijsvinger f 150.-, Elke andere vinger f 50.-, Arm- of Beenbreuk f 100.- DIT NUMMER BESTAAT UIT TWINTIG BLADZIJDEN. EERSTE BLAD VRIJDAG 22 MAART Stadsschouwburg: Abonn. Voorstelling 2e serie (roode kaart) „De Legende van een Leven". 8 uur. Schouwburg Jansweg: Speenhoffavond. 8.15 uur. Gem. Concertzaal: Chr. Oratoriumvereeni- ging „Matthaus Passion" o. L v. George Ro bert. 7.30 uur. Gebouw Theosofia Nassauplein 8: Theosofi sche Vereeniging Dr. C. A. H. von Wolzogen Kühr: „Aura's", 8.10 uur. Cinema Palace: „Lach, Clown, Lach". 8 uur. Luxor Theater: „Het Bloedschip"; „De Cir cuskoningin", 8 uur. Rembrandt Theater: „De Geheime Koe rier". Tooneel: D'Jhahara-troupe". 79, 9.15—11.15 uur. ZATERDAG 23 MAART Gem. Concertgebouw. Tuinzaal: Leerlingen uitvoering E. A. Cats. 8 uur. Tuinzaal Brinkmann, Groote Markt: Jaarl. Alg. Verg. v. Aandeelhouders Mij. voor Elec- trische Centraalstatxons. 4 uur. Bioscoopvoorstellingen 's middags en 's avonds. ERNSTIGE MIJNONTPLOFFING IN PENNSYLVANIë. ZEER VELE SLACHTOFFERS? NEW YORK, 21 Maart. (VP.) Te New Ken sington (Pennsylvanië) zouden 200 tot 400 mijnwerkers waarschijnlijk tengevolge van een ernstige mijnontploffing van de buiten wereld zijn afgesloten. Reeds zijn vijf lijken geborgen. Reddingsmaatregelen worden ge nomen. In den loop van den middag zijn uit de Kinloch-mijn circa 170 arbeiders in kleine groepen gered. Er bevinden zich dus thans nog meer dan honderd arbeiders in de mijn. De explosie had plaats kort nadat de dag- ploeg in de mijn was afgedaald. Geweldige vlammen sloegen naar buiten en dikke rook wolken hulden de geheele omgeving in een nevel. Onmiddellijk werden de reddingswerk zaamheden ter hand genomen, waarvoor red dingsbrigades uit alle naburige plaatsen ar riveerden. Terwijl de redders poogden de op gesloten mijnwerkers te redden, woedde het vuur nog steeds. LONDEN, 21 Maart. (V.D.) Naar uit Par nassus verluidt zijn bij de ontploffing in de kolenmijn Kinlock bijna 50 mijnwerkers om gekomen. 85 mijnwerkers bevinden zich nog in de mijn. Totdusverre konden slechts weinig lijken geborgen wordr/n. Het aantal der slachtoffers kan nog grooter worden, aangezien het lot der nog opgeslotenen nog onzeker is. DE LANDDAG VAN ROTARY. Heden Vrijdag kwamen reeds vele rota rians met hunne dames in Haarlem aan en hielden een koffiemaal in hotel Lion d'Or. Huishoudelijke bijeenkomsten hadden plaats voor clubsecretarissen en voorzitters van de hoofdcommissies. Het programma bevat voor den namiddag een bezoek der rotarians, die niet aan de vergadering deelnemen en van de dames aan enkele van Haarlem's beziens waardigheden, namelijk het Frans Hals Mu seum. ëenige hofjes en de kassen van de fir ma van Tubergen: ook maken eenigen een uitstapje in de omstreken. Een groot aantal rotarians worden gehuisvest bij rotarians of bij vrienden in Haarlem en Omstreken. Van avond heeft een gezellige bijeenkomst plaats in de bovenzalen van „De Kroon", DE BEGRAFENIS VAN FOCH. Het Engelsche koningshuis vertegenwoordigd. BOODSCHAP VAN DEN BRITSCHEN PREMIER. LONDEN. 21 Maart. (V.D.) Naar verluidt zal Prins George den koning vertegenwoordi gen bij de begrafenis van Maarschalk Foch. Milne, chef van den generalen staf zal het Britsche leger vertegenwoordigen. Tevens hebben hun wensch tot bijwoning van de be grafenis te kennen gegeven Lord Methuen, Lord Allenby. en Sir Claud Jacob. In den stoet zal nog meeloopen een Britsch velaoffi- cier met een dienstdoend officier met vijftig man, welke het Britsche leger zullen verte genwoordigen met de regimentsmuziek, die door de brigade der „Guards" zal worden ver zorgd. De Koninklijke Marine zal worden ver tegenwoordigd door vloot-admiraal Lord We- myss, die met maarschalk Foch tegenwoor dig was bij de regeling van den wapenstil stand. Vice-admiraal Haggard zal de „Board of Admiralty" vertegenwoordigen, terwijl voor de luchtmacht luchtmaarschalk Sir Hugh Trencjard en lucht-vicemaarschalk Lambe aanwezig zullen zijn benevens een de tachement van twee officieren en 20 vlie geniers. De Britsche premier heeft de volgende boodschap gezonden aan den Franschen mi nister-president: „Met diepe smart heb ik het overlijden van Maarschalk Foch verno men. Ik ben mij het onherstelbaar verlies ten scherpste bewust, dat Frankrijk geleden heeft. Deze groote soldaat en groote patriot vertegenwoordigt voor Engeland de militaire genius van Frankrijk en ik ben er zeker van dat het Engelsche volk ernstig het heengaan zal betreuren van hem, wiens diensten aan de geallieerde zaak hog frisch in ieders ge heugen liggen en wiens uitnemende en inspi- reerende persoonlijkheid de toewijding en diepe achting heeft gewonnen van leder Britsch soldaat, die onder hem gediend heeft en van het geheele Engelsche volk. De Engelsche regeering heeft ook een sym pathiebetuiging gezonden aan- de Fransche regeering, waarin o.a. gezegd wordt: „De on vergetelijke diensten door den maarschalk aai. de geallieerde zaak bewezen en zijn uit nemendheid als soldaat hebben hem een edele plaats in de geschiedenis verzekerd. Zijn indrukwekkende persoonlijklieid en ridder lijk karakter hebben de sympathie ge wonnen van ons volk en zijn verscheiden zal in ieder huis worden betreurd. Er zal een herdenkingsdienst gehouden worden te Westminster in de katholieke kathedraal Zaterdagmorgen a.s. ROME, 21 Maart. (VJD.) Mussolini heeft als minister van oorlog een condolatie-telegram gezonden aan Pain! evé, waarin hij uiting geeft aan het gevoel van smart van het Italiaan- sche leger bij het verscheiden van den „grooten condottière van de geallieerde le gers in den overwinn:'\ gsoorlog". Maarschalk Caviglia wordt afgevaardigd naar Parijs ter bijwoning van de ter aardebe- stelling, benevens een hondertal Alpinetroe pen en drie officieren. Leden van het kabinet hebben condolatiebezoeken gemaakt bij den Franschen militairen attaché van Frankrijk, terwijl kransen naar Parijs zijn gezonden door de vloot. De bladen wijden alle lange kolommen aan lofprijzingen van den Franschen militair, waarbij zij op zijn verschillende groote ver diensten wijzen. Het woord is aan., Prof. D. van Embden (gisteren sprekend in de Eerste Kamer): Er is te Genève geen voortgang met de ontioapening. Het is noodzakelijk dat Nederland iets doet. Geef een voorbeeld en houd de militaire deskundigen er weg, die de sfeer vertroebe len. Zijn zij er niet, dan wordt ontwapening veel sneller bereikt. Dingen zijn thans duidelijk geicorden, die de volken tot inzicht hébben gébracht over verschillende feiten dingen, die de betee- kenis hebben doen zien van het donker icerk der spionnage, die hébben doen begrijpen, zoaarheen de generale staven drijven, die nog eens hebben doen gevoelen, dat het geheime verdrag tusschen Frankrijk en België niet te handhaven is met het Pact van den Volken bond in de hand en die hebben doen weten, dat er ondergrondsche machinaties zijn. PRIMULA VERIS. Wanneer weer de lente d?^r is, Dan is het des dichters plicht, Dat hij zijn montere schreden, Naar weiden en wouden richt; En dat hij in zoet gepeinzen, Blootshoofds in den zachten wind, Die lieflijke lentebode, De eerste primula, vindt. Ik ben erop uit getogen, (Ik wil graag een dichter zijn) Ik heb nog een woud gevonden, Dat ontsnapte als bouwterrein; Ik waadde door dikke modder, Verwachtingsvol naar dit bosch, Op zoek naar de fluitende vogels En een primula tusschen het mos. Ik ging onder zwarte takken, En over het doode blad, Waarin nog geen nieuwe lente, Nieuw leven geblazen had; Ik keek of het gele bloempje, Niet tusschen de blaren stak, En ik vond een sardineblikje, En een vettig papleren zak. Ik vond er wat eierschalen, En een viezige peuk sigaar, Ik vond wat bananenschillen, Van een picnic van 't vorig jaar; Ik vond er een ouden kaasbol, Dien iemand er achterliet, Een oud exemplaar van dit dagblad, Maar een primula vond ik er niet. Toen ging ik naar huis, ontgoocheld, Daar heb ik me afgevraagd, Waarom zich de mensch in bosschen, Zoo slordig en ruw gedraagt; Het bosch waar je heen kunt vluchten, Uit d'asfalt- en steenwoestijn, Wordt ieder Jaar meer prozaïsch, Och, maak het maar bouwterrein. P. GASUS. 30 DORPEN IN ZUID-BESSARABIë OVERSTROOMD. BOEKAREST 21 Maart (V.D.) In het zuidelijk gedeelte van Bessarabië zijn door overstroomingen 30 dorpen onder water ge zet. Voor zoo ver de bewoners niet door het water werden ingesloten zochten zij hun toevlucht op de naburige bergen. Tot nog toe zijn 3 lijken geborgen. De Daily Express" gelooft aan de echtheid DE HOOFDREDACTEUR „BUITENLAND" STELDE EEN ONDERZOEK IN UTRECHT IN. KRASSE BEWERINGEN. LONDEN, 21 Maart (V. D.) De hoofdredac teur buitenland van het conservatieve blad „Daily Express" schrijft naar aanleiding van de Utrechtsche documenten, dat hij de aangelegenheid niet alleen te Utrecht be studeerd heeft, doch ook in de gelegenheid was zijn oordeel elders aan de beschouwin gen van leidende persoonlijkheden te toet sen. De genoemde redacteur, Easterman, constateert het volgende: het geheim ver drag is allereerst in handen gekomen van een hooge officieele persoonlijkheid uit Hol- landsche regeeringskringen. De regeering heeft het document zeer grondig door ex perts laten onderzoeken, waaronder een hoo ge militaire persoonlijkheid. Deze deskundi gen kwamen tot de slotsom, dat het docu ment niet alleen echt, doch bovendien van buitengewoon belang was, bij welke opinie de regeering zich aansloot. Door een der hoogste militaire autoriteiten werd het ge heime stuk met toestemming der regeering aan het „Utrechtsch dagblad" voorgelegd, onder verzekering aan den hoofdredacteur, dat het stuk authentiek was en dat ook de regeering hiervan overtuigd was. Het blad legde op zijn beurt het document aan des kundigen voor. die eveneens concludeerden tot de echtheid, waarna aan de regeering werd medegedeeld, dat het dagblad van plan was tot de publicatie over te gaan. Ondanks de verklaring van den minister van buiten- landsche zaken werd den Engelsche politicus medegedeeld, dat de Hollandsche regeering met de publicatie accoord ging. Het feit, dat zij later de dementi's accepteerde en het Utrechtsch Dagblad als zondebok gebruikte, verklaart Easterman, hierdoor, dat Holland anders in een ernstig conflict met zijn naas tenbuurman zou zijn geraakt. Aan het de menti wordt derhalve door den schrijver geen waarde toegekend. Heine heeft bekend zich aan de vervalsching te hebben schuldig gemaakten vóórdat aanklager en verde diger aan het woord konden komen openen zich de deuren der gevangenis weer voor den dader. Een kiucht! Zijn medespelers wa ren „loyale Belgische ambtenaren", die zich een poets ten koste van de domme Hollan ders en Duitschers permitteerden. Thans volgt echter geen arrestatie, doch ontslag van belangrijke, doch niet genoemde perso nen in dienst der Belgische regeering. Bui ten de diplomaten kunnen volgens I aster man slechts zeer weinigen deze gecompli- ceerden onzin gelooven. De schrijver zegt ten slotte te gelooven. dat de Belgische amb tenaren een authentiek stuk uit 't officieeie archief ontvreemd hebben en dit stuk heeft mèt of zonder hulp van Heine Holland bereikt om ln het „Utrechtsch Dagblad" te worden gepubliceerd. Haarlem, 22 Maart. Daden In de rubriek „Het woord is aanheb ik vandaag op deze pagina de rede geciteerd, die Prof. Dr. D. van Embden Donderdagmid dag in de Eerste Kamer heeft gehouden. Bij de behandeling van de begrooting van Bui- tenlandsche Zaken is nu toch eindelijk het eerste Nederlandsche Kamerdebat over deze groote kwestie begonnen. Tegelijkertijd heeft de minister antwoord gegeven op de vragen van mr. H. P. Marchant inzake den contra- spionnagedienst, en door het Corresponden tiebureau een mededeeling laten publiceeren over twee vervalschte handteekeningen. Het is te hopen dat de rede van den mi nister, waarin hij de sprekers in de Eerste Kamer zal beantwoorden, zich door meer klaarheid en meer durf zal kenmerken dan zijn antwoord aan mr. Marchant, en dan dat berichtje over de valsche handteekeningen. Dit laatste is wel buitengewoon vaag. Het zegt dat gebleken is, dat de handteekenin gen van generaal Galet en kolonel Michem „op twee der zich hier te lande bevindende documenten" valsch zijn. Volgens den heer Van Beuningen heeft hij alleen al vier do cumenten. Zijn er nnc moor in ons land'? Het is niet onmogelijk. Welke twee bedoelt de regeering nu? Is dat van het Utrechtsch Dagblad het eenige dat gepubliceerd is erbij? Zoo ja, zijn de andere handteeke ningen on dit stuk dan echt? Of zijn ze ook valsch? En wat is de regeering van de ge heele of gedeelte!;jke echthe'd van de stuk ken zelf gebleken'' Zij heeft daar immers een onderzoek naar ingesteld! U ziet het: aan een communiqué zooals dit hebben wij eigen.ijk niets. Het geeft alleen den indruk dat de minister geen zeer hooge opinie heeft over de schranderheid van het publiek, dat oo dergelijke vaagheden ont haald wordt. Hij vergist zich. Men neemt den inhoud van dergelijke mededeelingcn niet voetstoots aan Men der.kt erover na en critiseert ze. Z.Exc. staat niet tegenover een troep schoolkinderen! En het resultaat van een communiqué zooals dit is, dat zeer velen zeggen: De regeering erkent alleen maar dat zij ergens twee valsche handteekeningen heeft gezien, en wacht er zich wel voor om te zeggen dat de publicaties van bet U. D en de verdere documenten van den heer Van Beuningen valsch zijn". Wil de regeering bereiken dat men dezen indruk krijgt? Volgens de verklaring van minister De Geer wil zij juist het tegen overgesteldewil zij bereiken dat er bij het volk geenerlei achterdocht jegens het buiten land bestaat! Het is alles wel zeer onduide lijk! In het antwoord op de vragen van den heer Marchant verzekert minister De Geer dat er in Nederland geen spionnagedienst of contra-spionnagedienst bestaat. Maar er is wél sinds zestien jaar een post Geheime Uitgaven op de oorlogsbegrooting thans uitgetrokken op 30.Ü00- Vóór 1913 bestonden er ook al geheime uitgaven op -twee andere begrootingsposten. „Op het voetspoor daar van" werd toen de nieuwe post ingesteld. Wat beteekent dat voetspoor? Dienen die oudere posten voor hetzelfde doel? Bestaan zij nog? De heer Colijn, minister van Oorlog in 1913, verklaarde destijds, „dat het hier uitga ven gold die uitsluitend op last van het de partement van Oorlog moesten kunnen ge schieden". Hoeveel generaals etc. hebben die geheimen bewaard, en waarom mocht geen ander departement er iets van weten? Als verscheidene militairen die geheimen ken den, waarom mochten dan ook burgers in overheidsfuncties er niet van op de hoogte rijn? En waarvoor dienen die geheime gel den als het niet voor spionnage of contra- spionnage is? De minister zegt: voor toe zicht op de gestie van sommige personen. Daarvoor wordt de legale recherchedienst gebruikt. Men zou zoo zeggen dat deze vrijwat extra werk op dit gebied te doen krijgt, als er boven de vaste tractementen, uit andere pos ten aan den dienst betaald, nog 30.000 voor uitgekeerd moet worden. En wat zit er in de andere geheime posten die vóór 1913 al bestonden? Waarom zijn er geheime uitgaven, waar van geen verantwoording aan de Kamer wordt gedaan? Waarom eischen de Kamers niet controle daarop, zij het door middel van een speciale kleine commissie of anders zins? Waarom worden er uitgaven gedaan, waarvan alleen de militairen mogen weten? Daarop zouden wij allen gaarne een antwoord hebben! In het Kamerdebat heeft dr. Ritter het zwaar to verduren gekregen vanwege de ver schillen tusschen zijn eerste en tweede pu blicatie. Wij hebben ons allen over die ver schillen verwonderd. Zij nemen niet weg dat, zooals de heer Colijn opmerkte, de tweede publicatie „gc-enszins onschuldig" was. Zij nemen, vooral niet weg dat er een geheim verdrag tusschen België en Frankrijk be staat. Wat staat daar in? Waarom vraagt de Nederlandsche regeering niet aan den Vol kenbond om er een onderzoek naar te ge lasten? Prof. van Embden heeft in zijn rede de conclusies vooropgesteld, die ik vandaag on der „Het woord is aanciteer. Met blijd schap citeer, zooals de lezer begrijpen zal, die de artikelen in ceze rubriek gedurende de drie laatste weken gevolgd heeft. Want de conclusies van prof. Van Embden zijn pre cies dezelfde, die schrijver dezes voortdurend voorop heeft gesteld. Houd de militaire des kundigen uit Genève weg, zij vertroebelen de sfeer der ontwapening! Ja. allicht! Mi litaire deskundigen zijn noodig om te be wapenen, niet om te ontwapenen. Het eerste is hun vak, het tweede heeft hun natuurlij ken. ingeboren afkeer. Het donker werk der spionnagehet drijven der generale staven,... liet geheime verdrag dat niet gehandhaafd kan worden met het Pact van den Volkenbond in de hand.... -de ondergrondsche machinaties., dat. alles heeft prof. van Embden vooropge steld, zooals wij het in dit blad nu al weken lang doen, en met dezelfde slotsom: „H e t is noodzakelijk dat Neder land iets doet!" Ja. laat Nederland eindelijk iets doen! Laat er initiatief van ons uitgaan, laten wij de militaire adviezen en de kostbare „diplomatieke usances" opzij zetten, laten wij den knuppel in het hoenderhok gooien en een Daad ondernemen! Wij hebben toch kerels uit een stuk, durvers, genoeg! En oneindig hoog boven het geheime gedoe van verouderde kasten cn instellingen staat toch dit geweldige belang der gansche beschaafde Menschheid: het voorkomen van de volgende massa-moordpartijen met al de eerlooze, laffe, laaghartige middelen en de stomme, brute vernieling die de moderne oorlog zijn! Het laat mij volmaakt koud tot welke par tij prof. van Embden behoort. Dit is een zaak die ver boven alle politieke partijgedoe uit gaat. In al die partijen zijn er trouwens dui zenden en duizenden, die volmaakt met zijn wooraen zullen instemmen. HET FRANSCH-BELGISCHE VERDRAG. DE NEDERLANDSCHE REGEERING VERKLAART DAT TWEE HAND. TEEKENINGEN VALSCH ZIJN. Het Ned. Correspondentiebureau meldt d.d. 21 Maart: De regeering heeft vandaag het bewijs in handen gekregen, dat de handteekenlng van den Belgischen kolonel Michem en van den chef van den Belgischen generalen staf Ga let, die zich resp. bevinden op twee van de zich hier te lande bevindende documenten, valsch zijn. Een fotografie van die beide stuk ken heeft zij op verzoek gezonden aan de Belgische regeering ter vergelijking van de handteekeningen. Alvorens hierover nog be richt van de Belgische regeering ontvangen te hebben, is zij zelve tot vergelijking in staat gesteld geworden, doordat de wezenlijke handteekeningen door den Belgischen in lichtingendienst aan haar eigen inlichtingen dienst op verzoek zijn toegezonden. Het re sultaat is, dat noch van kol. Michem, noch van generaal Galet tusschen de echte en de onderstelde handteekening ook maar eenige gelijkenis blijkt te bestaan. „IN NEDERLAND BESTAAI -N SP.ONNAGE- OF CONTRA- SPIONNAGEDIENST." ANTWOORD OP DE VRAGEN VAN MR. MARCHANT. Op de vragen van den heer Marchant be treffende een „contra-spionnagedienst", welke in Nederland zou bestaan, antwoord de gisteren de heer De Geer. minister van Financiën, voorzitter van den Raad van mi nisters: In Nederland bestaat geen spionnage- of contra-spionnagedienst. Hij kan hier du» niet belangrijker zijn dan elders. In het Belgische parlement is dit ook niet gezegd. De bedoelde woorden luiden in het analytisch verslag: „II ne faut pas que eet incident provoque des réactions extremes aboutissant a la suppression de la surveillance des agisse- ments des pays étrangers, car ce serait une réaction extréme de ne plus exercer de surveillance au point de vue de la sécurité du pays. La Hollande elle-mëme exerce pareille surveillance et je ne parle pas des services des grandes puissances". Geheime uitgaven. Wel komt sedert zestien jaren op de bc- grooting van Oorlog een post „Geheime uit gaven voor. Het eerst op de begrooting voor 1913, onder art. 158. Door den toenmaligen Minister van Oorlog, den heer Colijn, werd deze post als volgt toegelicht - „Bij het Departement van Oorlog doet zich herhaaldelijk het gemis gevoe'en van een be- grootingspost, ten laste waarvan uitgaven van geheimen aard kunnen worden gekweten Dit is vooral het geval in tijden van politieke spanning, die tot internationale verwikke lingen khn leiden, waarin ons land recht streeks of zijdelings zou kunnen worden be trokken. Onder die omstandigheden kan het noodig zijn, dat vanwege het Departement van Oorlog voorzorgsmaatregelen worden ge troffen. die uitgaven met zich brengen, waarin bij de Ooricgsbegrooting niet is voor zien. Het. geheime karakter van zoodanige maatregelen maakt het bovendien wensche- lijk, dat de daaruit voortvloeiende koeten in uitgaaf kunnen worden gesteld, zonder dat daarvoor de overlegging van bewijsstuk-»

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1929 | | pagina 1