HUISVLIJT
cz:
POPFENMEL'BELEN
Als laatste van onze serie kinder
meubeltjes zullen we 't tafeltje ma
ken. We zullen hier meteen 't win
terseizoen mee besluiten. Dit is geen
gemakkelijk werkstuk en moet met
beleid in elkaar worden gezet. We
beginnen met 't bovenblad in den
vorm van een ovaal, (zie fig. 1) Op
een rechte lijn die 23.4 e.M. lang is,
trekken we op de uiteinden 2 cirkels
van 7.5 e.M. straal, die we door een
gebogen lijn met elkaar verbinden,
zóó dat de totale breedte van 't ovaal
16.4 c.M. is. Voor 't onderblad, dat
Iets kleiner is, kunnen we dezelfde
teekening nemen als fig. 1, doch ne
men ae straal van de cirkel dan
6.8 c.m.
De pooten in de lengte van 't ovaal
zagen we uit volgens fig. 2. Hierbij
moeten we opletten dat de pooten
zelf in de richting van de buiten
nerf van 't hout looDen, terwijl het
lange stuk dat onder 't b(ad komt,
dwars hout is. Het keepje 2 e.M. van
onderen dient om 't onderblad in te
laten rusten. We timmeren het blad
op deze pooten (konpen van de snij-
kert.ies plaat slaan) en oassen van
uit 't midden de 4 andere pooten,
waarin ook de inkeepingen gemaakt
worden. Vóórdat deze pooten wor
den vastgetimmerd, leggen we eerst
t ^onderblad er tusschen, daar 't an
ders niet meer gaat. Zijn alle 6 poo
ten vast, dan kan 't onderblad er on
mogelijk meer uit en behoeft niet
worden vastgezet. Vóór we 't schil
deren, schuren we alles nog eens
goed, vooral ae spijkertjes in 't bo
venblad. De kleuren zijn dezelfde als
die van de andere meubeltjes, rose
en grijs, 't Geheele meublefhent is
nu compleet in de Tijdingzaal aan-
.wezig.
De tentoonstelling hoop ik in de
Week na Pasehen te houden. Volgen
de wreek zal ik hier meer van vertel*,
len.
Rustenburgerlaan 23.
I S.
MENEER KIKVORSCH.
EEN GESPREK MET MAANTJE.
fcHeer Kikvorsch is een aardig dier!
Hij maakt graag eens wat plezier.
En op mooie voorjaarsdagen
(Baat hij kleine meisjes plagen!''
„Want hij weet het, die schavuit!
Meisjes gillen 't angstig voor hem uit
Eerst jaagt hij ze op een steen
En dan kruipt ook hij er heen!
Maar wat je op dit plaatje ziet,
Gaat in werk'lijkheid toch niet!
't Is slechts,een klein grapje maar,
,Van een leuken teekenaar 1
Hier zien we drie zusjes bij elkaar,
die eigenlijk al in bed moesten lig
gen maar die stilletjes voor het raam
zijn gegaan om het Maantje eens
goed te zien. Vader heeft juist van
avond verteld, dat de Maan een
heuschelijk gezicht heeft en zie je,
deze kleine meisjes zijn zoo brutaal
geweest om vader niet te gelooven!
Hoe vind je me zooiets?
En air zijn zij er op uit om het
Maantje eens goed te bekijken,
wantzoo denken ze waarschijn
lijkvader is groot en weet veel,
misschien is het toch wel waar! En
of het waar is? Dat zie je zelf ook
wel; de Maan heeft een zeer vrien
delijk en lachend gezicht!
„Vinden jullie nu niet," zoo spreekt
de kleinste van de drie, „als de Maan
een gezicht heeft met een mond en
een neus en «oren en oogen, dat hij
dan wel zal kunnen praten ook?"
„Ja, natuurlijk!" antwoordt de
grootste en dadelijk probeert zij het
en vraagt aan het Maantje of het
waar is, dat zij een nieuwe pop voor
haar verjaardag krijgt.
Gespannen kijken de drie toe.
Maar het Maantje lacht en schijnt
maar geeft geen antwoord. „Maantje,
is het waar?" fluistert de oudste
weer, maar het Maantje houdt zich
van den domme.
„Hij kan niet praten," zegt de
middelste.
„Hij moet het kunnen, want hij
heeft een mond!" zeggen de anderen
„Dat is alleen maar om te eten!"
denkt de middelste.
„Neen, ook om te praten," vinden
de anderen.
„Ik weet het!" zegt nu opeens de
middelste, die zeker ook wel de
knapste is, „jullie zegt wel, de maan
heeft een gewoon gezicht, maar dat
is niet waar. Hij heeft een mond en
een neus, dat is waar, en oogen heeft
hij ook, dat is ook waar, maar hij
heeft geen ooren, dus kan hij ook
niet hooren wat wij zeggen!"
Dat klinkt! De beide andere zusjes
kijken werkelijk verbaasd over zoo
veel scherpzinnigheid. En omdat de
Maan toch niets hooren kan gaan
jzij nu maar slapen!
EEN LEGPLAAT.
Hier komt nog eens een mooie be
zigheideen legplaat! Maar een
tje. waar je niet zoo een, twee, drie
mee klaar bent hoor! Eerst alles op
plakken en daarna de stukjes netjes
uitknippen. Dan is de plaat klaar om
uitgezocht te worden. Alles moet na
tuurlijk sluiten als een bus, maar eer
men zoover is, zal er menige zucht
geslaakt zijn, want de teekenaar
heeft het dit keer opzettelijk wat
moeilijk gemaakt.
Heb je weieens In een winkel zoo'n
mooi legspel van hout gezien?
Meestal een jacht-tafereel. Zoo'n
spel kan men ook zelf maken, ten
minste, als er een figuur-zaag voor
handen is. Dan kies je een heel
mooie plaat en plakt die op het dek
sel van een sigarenkistje. Met een
potlood teeken je dan een massa
cirkels om een half centje, allemaal
vlak bij elkaar. Met de figuurzaag
zaagt men die cirkels dan uit, dan
krijgt men twee soorten van figuur
tjes. Om dan alles weer netjgs in el
kaar te passen is een kolossaal
boeiende bezigheid.
VOOR KNAPPE REKENAARS
I. Een slak klom eiken nacht 8 M.
In een boom en daalde eiken dag 4
M. Den twaalfden nacht had hij
den top bereikt. Hoe hoog was die
boom?
II. Drie zoons van een azijn-han-
delaar moesten een voorraad azijn
verdeelen. Er waren 21 vaten, 7 vol,
7 halfvol, 7 leeg. Hoe moesten ze dat
doen? Ieder moest evenveel azijn
hebben en evenveel vaten en toch
moest er cjeen azijn overgestort wor
den?
UI. Teeken een vierkant en ver
deel het in 9 vierkantjes. Zet in die
vierkantjes de getallen 3, 4, 5, 6, 7,
8, 9, 10 en 11, maar zoo, dat de som
der getallen In elke rij, zoowel van
onder naar boven, als van links naar
rechts en van hoek tot hoek telkens
21 bedraagt.
IV. Zes mannen speelden een hee-
len avond en toe ze ophielden had
ieder gewonnen. Hoe kan dat?
V. Tien gasten krijgen tien eieren
Ieder moet één ei hebben en toch
moet er nog één in den schotel blij
ven. Hoe kan dat?
Ik loof een boek uit onder degenen
die alle 5 sommen goed heeft. Op
lossing voor 1 April.