HAARLEM'S DAGBLAD H. D. VERTELLINGEN n nieuwe ^mantel STADSNIEUWS FEUILLETON. HET MEDAILLON VAN LORD STAIR VRIJDAG 5 APRIL 1929 VIERDE BLAD (Nadruk verboden; auteursrechtvoorbehouden.) De Storm. Houd. u ook eigenlijk meer van de zee. meneer van Baerle? vroeg Vera Hoogland, terwijl ze het theegerei op het tafe'ije bij het raam schikte. Eigenlijk wel, ja, maar ziet u, de zee geeft mij niet de rust, de groote, innerlijke rust.. ..integendeel, als ik eenïgen tijd aan zee verblijf, en ik zie het steeds veranderlijke lokkende spel der golven, dandan., och, hoe zal ik het zeggen, dan verlang ik weer zoo intens naar het leven terug in de stad, naar alle up-and-downs, die het woelige bruisende stadsleven meebrengtkunt u dat begrijpen? Even keken Mevrouw Hoogland en haar nieuwe pensiongast elkaar recht in de oogen, maar haastig wendde Vera zich af, haar blik gleed door het openstaande venster over de uitgestrekte heidevlakte, bleef rusten op de met dennen begroeide heuvels aan het ge zichtseinder. Jaja.... ik voel wel, wat u bedoel ik herinner me een dergelijk verlangen, vroeger, toen ik als meisje van een jaar of twintig eens een heele vacantie aan zee doorgebracht hebAch, maar dat is nu al haast tien jaar geledentien jaar Even leek het, of het gesprek in een mij mering over zou gaan, maar Vera voorkwam dit met tec zeggen: Envind1- u hier dus wel de rust, die u zoekt? O, ja, tot nu toe wel, ja. Het kan hier anders ook stormen nou! Misschien voel ik me hier sterk genoeg om een storm te trotseeren, in elk geval heb ik hier al heerlijk gewerkt, meer gedaan dan al dien tijd gedurende mijn omzwervingen dan hier en dan daar.... en dat geeft een veilig gevoel. Mag ik u iets vragen? Onder welk pseu doniem schrijf* u? Als 't u blieftmijn laatste roman.. maar dat Is nu al ruim drie jaar geleden. drie jaar. De Vlucht!!! Ja.U kent het? Dus u Bent Herman van Epen, ja.. U schijnt «eer verrast. Uw boek heeft diepen indruk op me ge maakthet was zeer goed. Hij lachte. Dus u kunt er over oordeelen? Men zegt van wel, ja, ik heb altijd veel van lezen gehoudenen nog! Heeft u het in uw bezit? Even aarzelde Vera. Toen zei ze beslist: Gehadmaar ik ben het kwijt ge raakt. uitgeleend, hoe gaat dat, hè? Mag ik het u dan cadeau geven? Dank uliever niet. Hij keek verwonderd op: En u vond het zoo mooi, u zei het zoo spontaan. Juist daarom! Ik begrijp u niet. Beneden werd kleine Hansje wakker. Zijn «raai-stemmetje drong tot de pensionkamer door; Mammie!!! Ik word ontboden, meneer van Baerle, goeden middag. Beneden zette Vera haar moederlijke en huishoudelijke plichten voort, maar niet mee de kalmte, die zij zich hier in dit rustige oord langzamerhand aangewend had. Het was nu al bijna drie jaar geleden, dat. zij „De Vlucht" gelezen had, maar zij wist de geschiedenis nog als had zij gisteren de laat ste bladzijde omgeslagen De geschiedenis van den jongen, talent vollen schilder, die uit heftige passie trouwt met een mooie, maar alle kunstzin-missende vrouw. Zijn strijd tusschen zijn passie-liefde en zijn kunst, die tenslotte dreigt ten onder te gaan, als hij niet ontvlucht aan de demo nische macht, die hem aan die vrouw bindt. Dan zijn omzwervingen, de groote vlucht voor het leven, dat den kunstenaar in hem tracht te dooden. Maar juist als hij meent voorgoed het maatschappelijke leven te zijn ontvlucht 'en geheel zijn bevrediging te kun nen vinden in zijn kunst, ontmoet hij de vrouw, die zijn kunstenaarsziel begrijpt, die meeleven kan, met wat voor hem tenslotte het hoogste moet zijn. En in een volkomen harmonie in een hoogstaande vriendschap van twee menschen die beide de smart en den strijd hebben gekend, bloeit hun weder zij dsche sympathie op tot een innige ver houding, die deze twee levens voorgoed aan elkaar bindt.... Vera had bezoek van haar vriendin uit de stad. Het was een zwoele zomernamiddag, het dreigde naar onweer. Ze zaten buiten, achter 't huis, met het uitzicht over de stille heide. De heer van Baerle kwam thuis van een fietstocht, stoorde even het gesprek. Een praatje over het weer, toen ging hij naar boven, naar zijn werk- Hoe houdt die het hier uit, begon Ina, de vriendin. Hoe zoo? Nouzoo'n artist, zoo'n schrijver in een eenzaam huisje op de heiin de stad was hij zoo rustig nietnou! Je weet niet, waarom hij die uitvlucht gezocht heeft. Uitvlucht? Nu ja, jij weet dat misschien niet alle maal. dat hij getrouwd geweest is, en nu ach, maar wat doet dat er ook toe Doe niet zoo interessantje zult eens zien hoe gauw hij er genoeg van heeft 't zijn allemaal van die woelwaters.... maar kom, Vera, ik stap op, anders mis ik mijn treinnee, je brengt me niet weg, want kijk die lucht eens, je zou op den terugweg door 't onweer overvallen worden. Hoor, het rommelt al in de verte en 't gaat waaien. nu, dag hoor, groet Frits van medien goeden man zal dat heen-en-weer-reizen ook wel de keel uithangendaaagggü Vera zette, de stoelen binnent zou zwaar weer wordentoch maar gelukkig dat meneer van Baerle thuis was, zij alleen met Hansje, je kon nooit weten, wat er ge beurde. Frits zou wel zitten te popelen, om naar huis te komen. Ja, wel vervelend voor hem, dat gereis iederen dag. Enfin, het ging met Hansje gelukkig goed, 't volgend jaar was hij misschien weer heelemaal beter, had hij wellicht de sterkende heidelucht niet meer noodig. Dan zouden ze weer in de stad zitten, in den rompslomp van drukke zaken, in het volle leven. Danzou misschien ook de strijd weer komen voor haar. Hier, in die volstrekte rust, met kleine Hansje en een schat van boeken in de heerlijke, on gerepte natuur was ze toch eigenlijk geluk kig geweest, o niet het geluk van haar jonge- meisjesdroomendat had ze immers al lang uit haar hoofd gezet, alleentoen bij het lezen van „De Vlucht" was het weer boven gekomen, het groote verlangen, zich heelemaal te kunnen geven aan iemand, die was als zij, met her spontane kunstenaars gemoed, om samen iets groots tot stand te kunnen brengenmaar dat was bijna drie jaar geleden en-toen was Hansje er nog niet. De storm stak op, lood-zwart hing de zwaar-geladen lucht over de nu angstig-don- kere heide. Steeds sneller volgden bliksem flits en donderslag elkaar op. Hansje sliep gelukkig. Doodstil zat Vera 't noodweer gade te slaan. Er werd op de deur geklopt: Vindt) u het goed dat ik u even gezel schap kom houden? Ik hoop dat u mij niet opdringerig zult vinden, maar u zit hier zoo alleen, en met dit weer, men kan nooit weten wat er gebeurt. Heel vriendelijk van ueerlijk ge zegd ben ik banger dan ik mezelf wel wil be kennenik zal u een kop thee inschen ken, dat is dan nu met recht een kopje troost". Gelukkig slaapt uw Hansjedie zou leelijk schrikkenkijk eens wat een licht! Ik heb u wel gezegdhet kan hier ook stormen. Een onwéersbui, mevrouw, die drijft gauw weer af Is u nog steeds tevreden over uw werk? O ja, ik heb er plezier in, zoo heerlijk als ik hier opschieteen weldadige rust, na al die omzwervingen. Ik kan het me voorstellenvroeger had ik ook neigingen om te schrijven, soms nog welik heb zoo langzamerhand een heel bundeltje schetsjes en gedichtjes bij mekaar.... maar ik heb den moed niet, om ze te laten uitgeven, ik bewaar ze liever zelf, als een kostbare, zelfgewonnen schat. Wat heeft de buitenwereld ook eigenlijk met onze intiemste gedachten noodig, hè! Even hing er een stilte, die door een he- vigen knal stukgeslagen werd. Hansje schrok wakker, zette een keel op: Mammie! Wees maar stil jongen, het !s immers niets, mammie is immers bij je, trachtte Vera te troosten. Het baatte echter niets. De kleine kerel was geheel van streek. Mammie, o mammie! riep hij maar steeds, en toen plotseling: Pappie, pappie dan. Pappie komt straks immers, jongen, dat weet je toch wel, en dan brengt hij wat voor je mee, zooals altijd toch! toe. wees mu maar zoet. Hansje, het is allemaal niets. Pappie pappie!!! Wild sloegen zijn handjes telkens in de richting, waar Van Baerle zat. Vera scheen te begrijpen: Och. meneer van Baerle, hij ziet u voor zijn pappie aan. Wil ik misschien even als dusdanig fun- geeren? Hij zei het gekscherend, maar toch was het, alsof zij eikaars blikken bij dit gezegde opzettelijk vermeden. Hij naderde het bedje, boog zich even over Hansje heen. Misschien zou hij hem in het halve duister niet her kennen. Even zweeg het ventje, maar toen, luider nog dan te voren, kraaide het weer door de kamer: Neenee, pappie, pappie!! Vera en hij zwegen. Het onweer bedaarde, het gevaar was geweken. Af en toe rommel de de donder nog aan over de eenzame helde, maar steeds zwakker werden de sla gen. Even riep Hansje nog: Pappietoen sliep ook hij weer in. De storm is voorbij, mevrouw, we kun nen weer eik onzen eigen weg gaan". Maar eenige dagen later was de heer van Baerle vertrokken, en liet het volgende briefje na: Mevrouw, Al was de storm slechts een onweers bui, het onweer kan terugkomen, en op de stille heide slaat het nog gauwer in. dan in de stad. Nu begrijp ik ook, waarom u mijn boek liefst niet weer wilde lezen. Ik zal u mijn nieuwe boek, dat ik op een ander „rustig" plekje hoop te volein digen dan ook maar niet toesturen. Hartelijk groetend, VAN BAERLE. INGEZONDEN MEDE DEELINGEN a oO CU per regel. Stofzuigerhuis MAERTENS mamteljoriss tkaa t «m bbb telefoon No. 1075c e3b Verkoop, Verhuur, Inruilen, Reparaties ONDERWIJS IN KINDER. VERZORGING EN OPVOEDING. UIT HET JAARVERSLAG Verschenen is het jaarverslag van de Vereeniging tot bevordering van het on derwijs in .kinderverzorging en opvoeding. De secretaresse, mej. M. C. M. Waller, merkt op, dat het jaar 1928 voor de afdee- ling een goed jaar geweest is. In hoofdzaak zijn de resultaten zoo laat ze er dadelijk op volgen te danken aan de onvermoeide werkkracht van de directrice, mevrouw Brandon, die zich met hart en ziel van haar taak kwijt. De financieele toestand is, hoewel voor zichtigheid geboden blijft, niet ongunstig te noemen. Het aantal leden ls stijgende, terwijl ook de cursussen goed worden bezocht. Er wer den cursussen gehouden in kleuterverzor ging en handenarbeid, verzorging van het ge zonde en zieke kind in huis en eenvoudige verbandleer, zuigelingenverzorging, naaien en verstellen. Een cursus in volksdansen vond ook veel belangstelling. Van 1428 Maart werd een tentoonstel ling van leermiddelen voor het voorberei dend onderwijs gehouden. Ongeveer 1000 leerlingen van lager en uit gebreid lager onderwijs bezochten, onder lei ding van schoolhoofden en onderwijzers, het mond- en tandhygiënisch museum, dat tij delijk door de af deeling werd geëxposeerd. Dr. Steffens, tandarts, hield tijdens de expo sitie een lezing met lichtbeelden voor belang stellenden. Verder is een tentoonstelling over zuige lingenzorg gehouden, terwijl ook het reizend museum voor ouders en opvoeders werd ge ëxposeerd, gelijktijdig met de tentoonstel ling „het boek en het kind". Tenslotte werd ook een collectie kerstversieringen tentoon gesteld. Mej. H. Wagenaar Reisiger, Ieerares K. en O., werd benoemd tot assistente van mevr. Brandon. Het bestuur is nu samengesteld als volgt: Mevr. R. de VoogtDe Vogel, vice-voor- zitster. Mej. M. C. M. Waller, secretaresse; mevrouw A. BolomeyLucardie, 2e penning- meesteresse; mevr. Chr. J. Cohen Tervaert Koch, de heer R. Fontein, le penningmeester, mej. J. A. Lefebvre, 2e secretaresse, mevr. R. M. van der Muelen—Salomonson, mevr. L van der SluysEyssen, mevr. M. Lioni Jungblut, gedelegeerd lid van de Vereeniging voor Huisvrouwen. Uit het verslag over het Huis voorOuders blijkt nog, dat de verschillende cursussen door 92 personen bezocht werden. DE NIEUWE ZIEKTEWET. REDE VAN DEN HEER E. KUPERS. Donderdagavond werd in „De Centrale" een door den Haarlemschsn Bestuurdersbond georganiseerde bijeenkomst gehouden, die toegankelijk was voor bestuursleden en ver trouwensmannen der aangesloten organisa ties en waar de heer E. Kupers, voorzitter van het N. V. V. de Ziektewet, zooals deze in behandeling is bij de Tweede Kamer, be handelde. De spreker zette uiteen dat de Ziektewet een verplichte verzekering bevat: de premie wordt betaald door den werkgever maar hij kan de helft van den werknemer terugvor deren. Voorts zyn er twee soorten uitvoe ringsorganen: de Raad van Arbeid en de bedrijfsvereenigingen. Arbeiders in dienst van publiekrechtelijke en semi-publiekrechte'ijke lichamen vallen buiten de wet, maar bepaalde categorieën overheidspersoneel kunnen er onder gebracht worden. Een nieuw element is de collectieve verzekering: de verzekerden worden niet hoofdelijk geadministreerd. Er is bedrug- verzekering. De werkgever bepaalt premie over het totale jaarloon dat hij ultkvert. Deze soort verzekering geldt niet voor den Raad van Arbeid. De arbeidersbeweging heeft tegen deze wet ernstige grieven. In de eerste plaats is in de wet niet opgenomen de geneeskundige behandeling. Dit is in het buitenland wel het geval. Wat bijvoorbeeld de Duitsche ziekenkassen in dit opzicht doen is buiten gewoon. Daar is tandheelkundige hulp, op neming in sanatoria en de nieuwste vindin gen van de wetenschap staan ten dienste van den arbeider. Maar de Hollandsche dokters hebben de verzekering van geneeskundige behandeling tegengewerkt uit vrees dat zij de alleenheerschappij in hun eigen zieken fondsen zouden verliezen. Dan is de kring der verzekerden zeer be perkt. De wet geldt niet voor allen die in loondienst zijn, maar alleen voor die arbei ders die werkzaam zijn in een onderneming. Ongeveer 400.000 arbeiders zijn nu buiten de wet gesteld: huispersoneel, personeel in ge stichten enz. De bepaling dat de werkgever de helft van de premie van den werknemer kan terug- eischen is een groote onbillijkheid, want een groot aantal arbeiders heeft reeds een pre- mievrije ziekengelduitkeering, vastgelegd in de collectieve contracten in verschillende bedrijven. Voorts betalen de arbeiders nu reeds de volle premie voor de ziekenfondsen. Maar spreker verwacht dat de arbeiders straks wel niet -bereid zullen gevonden worden om de helft van de premie voor hun rekening te nemen. Eischen de werkgevers tóch de helft dan zal dit aanleiding geven tot geweldige conflicten. Dat de bepalingen van deze wet niet gelden zullen voor de ongehuwde moeder zooals door aanneming van het amendement-Aal- berse een feit is geworden, noemde spr. ,een grof schandaal". Als bedrijfsvereenigingen zullen ook er kend worden organisaties van werkgevers, al moeten daar dan ook voor de helft arbei ders in het bestuur zitting hebben. Zoo zijn nu bedrijfsvereenigingen mogelijk van werk gevers uit verschillende bedrijven en dit kan aanleiding geven tot allerlei moeilijkheden. Spr. verwacht ten gevolge hiervan een zeer groot aantal bedrijfsvereenigingen. De ziekenkas van den Raad van Arbeid zal wel niet veel leden tellen; de meesten zullen zich aansluiten bij de bedrijfsvereenigingen. Alleen de kleinere werkgevers zullen worden ondergebracht bij den Raad van Arbeid, die hiervoor een dure administratie zal moeten voeren, want die kleine bazen zullen allen moeten worden oogespoord en er zullen meer dergelijke moeilijkheden komen. Hiervan zal misschien wel een hoogere premie het ge volg zijn. Dat de ondernemerskacsen in de wet zijn gebleven, keurt sor. af. Nu blijft het gevaar bestaan dat zwakke arbeiders of arbeiders die vaak ziek zijn spoedig door den werkge ver aan den dijk worden gezet. Het was be ter geweest die ondernemerskassen onder te brengen bij de bedrijfsvereenigingen. Goed was dat de minister den moed heeft gehad de bijzondere ziekenkassen uit de wet te lichten. Het is jammer dat de minister niet een mooi, „af" stuk werk met zijn wet heeft ge leverd; hij had met deze Kamer kunnen doen wat hij wilde. Ook bij de behandeling van deze wet is weer gebleken dat de christelijke en de R.-K. democraten dansen naar de pijpen van de conservatieve elementen in hun partij, al plegen zij eerst wel eens verzet buiten de Ka mer. Alleen de sociaal-democraten zijn in derdaad voor de belangen van de arbeiders opgekomen. Van de gelegenheid tot het stellen van vragen werd door zes der aanwezigen ge bruik gemaakt. De vragen werden door den inleider beantwoord, waarna de voorzitter, de heer A. Mars, de bijeenkomst sloot met een woord van dank aan den heer Kupers voor zijn duidelijke uiteenzettingen. FEEST DER CHR. KANTOOR BEDIENDEN. 30-JARIG BESTAAN DER ORGANISATIE De afdeeling Haarlem van de Nederland- sche Vereeniging van Christelijke Kantoor- en Handelsbedienden heeft Donderdagavond in een feestelijke vergadering het 30-jarig bestaan gevierd in het gebouw van de H. J. M. V. Van den bloei der vereeniging in die dertig jaar getuigde in zijn openingswoord de voor zitter, de heer D. Swagerman. Met zang van psalm 84. vers 6 werd de vergadering voorts begonnen. De secretaris, de heer Jolt. de Wijs. memo reerde in het jaarverslag voor het eerst na langen tijd weer vooruitgang in het ledental n.l. met 10. voorts het aftreden van den heer W. Windig, als secretaris, wlen dank ge bracht werd. Mej. J. NL Otger trad in het bestuur. Spr. herinnerde aan de actie tegen de Werf Conrad., de actie voor de kantoor bedienden in het verzekerings- en grafisch bedrijf, de enquête wat betreft het winkel bedrijf. Nadat een kwartet onder leiding van den heer H. Bloker tot aller genoegen wat ge musiceerd had. gai de penningmeester een financieel overzicht over het afgeloopen jaar. De totale uitgaven bedroegen f 116.94, er is een voordeelig saldo van f 13.19. De werkloozenkas heeft in het afgeloopen jaar twee leden ondersteund, in 1927 vier, voor 1929 is het vorige bedrag aan steun reeds overtroffen. Er werden eenige nieuwe leden geïnstal leerd, waarop de heer Swagerman ..Het Ver haal van Oom Jan" uit Familie cn Kennissen van Francois Haverschmidt met veel succes voordroeg. Na de pauze werd „Een vaste burcht is onze God" gezongen en ds. L. J. van Leeuwen hield een feestrede. Hij trok een vergelijking tusschen werken met Christus en werken zonder Christus. Het eerste schetste hij als veel zegenrijker dan het laatste. Hij stelde in het licht, dat de werknemer niet den mensch, maar God moet dienen. Dan worden de verhoudingen in een nieuw licht gezien. Zoo is het ook in het organisatieleven, Christus dienen zij de leidende gedachte vooral voor besturen, ook in tijden van inzinking- De voorzitter dankte ds. Van Leeuwen voor zijn bemoedigende woorden. Hij verzocht weer gehoor te schenken aan de musiceeren- den die wederom een werk van Pleyel uit voerden. Hierop volgde een geslaagde voordracht van „Auto-luxe en luxe-auto", een geestige schepping van Clinge Doorenbos, door den heer De Wijs gezegd. Ook werd een veitoonïng gegeven van een grappige film en natuuropnemingen. De sluiting had plaats op de gebruikelijk® wijze. ARROND.-F FXHTB ANK. Zijn fiets kwijt en f 25 boete. Tenslotte stond een 28-jarig Hillegommer terecht wegens het per flets over den open baren weg vervoeren van twee flesschen al cohol zonder geleide-biljet. Verdachte was in dienst van een winkelier als loopknecht en wist niet of de accijns betaald was of niet. Dienaangaande achtte de Rijksadvocaat ook niets bewezen, wegens het vervoer vroeg hij 25. De officier requireerde subsidiair een hechtenis van 10 dagen. Overeenkomstig wettelijk voorschrift wordt de fiets als ver voermiddel verbeurd verklaard. Uitspraak in belde zaken over 14 dagen. UITSPRAKEN. J. v. d. G., trelnmuzlkant, wonende te Am sterdam, appèl overtr. Alg. Vervoer op de Spoorwegen 25 boete subs. 25 dagen hech tenis. W. B„ los werkman, wonende te Haarlem. Appèl overtreding Jachtwet 15 boete subs. 15 dagen hechtenis. W. B., werkman, wonende te Haarlem, ap pèl overtr. Jachtwet 15 boete subs. 15 do gen hechtenis. INGEZONDEN MEDEDEELINGEN a 60 Cu. per regel. Eerst kijken AMSTERDAM Nicuwcndijk 225/229 UTRECHT Oude Gracht 151 20 Naar het Engelsch van CHARLOTTE M. BRAME 23) Ik zal naar haar toegaan om haar te bedanken, zei de Hertogin in een plotselinge opwelling, het is heel vriendelijk van haar. De volgende drie dagen had de hertogin het te druk om haar voornemen ten uitvoer te brengen, maar den dag daarna hield de auto stil voor „De Linden" no. 9. HOOFDSTUK XXXI. Het mooie gezicht voor het dakraam klaarde op, toen de auto in het gezicht kwam, maar toen deze stilhield voor haar deur, stond juffrouw Grey op van haar werk en vouwde haar handen als in gebed. God geef me meed en kracht om sterk te blijven! Ze wachtte, doodsbleek en met kloppend hart. haar hesle lichaam trilde in spanning. Het kleine dienstmeisje kwam haar vertel len, met oogen groot van verbazing: Het is de auto van het kasteel en de hertogin zit er in. Een oogenblik kwam er een groote angst, over haar. ofschoon ze voor dit uur gaarne haar leven zou hebben opgeofferd. Toen werd ze opeens heel kalm en ze ging naar be neden. Het dienstmeisje had intusschen de Hertogin in de huiskamer gelaten. Langzaam Jjwam de eenvoudige ytouw in het donkere kleed de trap af. De voordeur stond wijd open en een vloed van gouden zonlicht stroomde binnen. Eindelijk is het uur gekomen! fluister de ze. Ze ging de kamer binnen. Een oogenblik wankelde ze, een floers kwam haar voor de oogen, een geluid als van stroomend water suisde in haar ooren. Toen klonk een klare, vriendelijke stem: Ik hoop niet. dat ik u gestoord heb. U is toch niet ongesteld? Ze begreep hoe bleek ze moest zijn. Een onweerstaanbaar verlangen greep haar aan, haar armen uit te strekken en voor één keer haar kind aan haar hart te drukken. Ja, ik ben een beetje minder wel, zei ze. De twee vrouwen keken elkaar een oogen blik aan. Wat een merkwaardig gezicht, dacht de hertogin, vreemd ontroerd, hoe mooi en hoe intens droef! Ze nam een stoel Het spijt me, dat ik u minder wel vind, zei ze. Wilt u niet gaan zitten? Ik ben bij u gekomen om u te bedanken voor uw vriende lijkheid. Juffrouw Grey nam een stoel en de her togin ging zitten op de kleine rustbank, rus tig en zwijgend om de andere gelegenheid te geven tot zichzelf te komen. Na enkele minu ten begon zij te spreken. Wat een mooie bloemen heeft u, maar plotseling hield ze op, getroffen door den blik in de oogen van juffrouw Grey. Vergeef me. zei deze na een oogenblik. Ik ontvang zoo zelden bezoek. En nu heb ik u gestoord, zei Ethel glimlachend, terwijl ze zich verwonderde over den teeren harmonischen klank van die stem. U is buitengewoon vriendelijk geweest tegen mijn kamenier ging ze voort, ze heeft me alles verteld, en ofschoon ze bui tengewoon zorgeloos is geweest met de kant, waardeer ik het toch ten zeerste dat ze het niet voor mij heeft verzwegen. Ze schijnt heel veel van u te houden, zei juffrouw Grey zacht. Ze is heel aanhankelijk en trouw. Ik ben blü dat u de schade heeft kunnen her stellen. Er is niets meer van te zien. Het verbeugd me, dat het naar uw ge noegen was, klonk het rustig. Mijn kamenier vertelde me dat u er bijna een dag en een nacht aan gewerkt hebt. Ze zweeg plotseling. Ze kon deze vrouw geen geld aanbieden. Ethel voelde een won derlijke gewaarwording, alsof ze zich in de tegenwoordigheid bevond van iemand, die verre haar meerdere was. Ik ben u heel dankbaar, zei ze nog eens. Vooral ook, omdat de hertog zooveel waar de hecht aan deze kant. Er is niet veel zulke kant in Engeland, antwoordde de andere. Nog meer .eden om u dankbaar te zijn, glimlachte Ethel. Wat een aardig huis heeft u hier, ver volgde ze; woont u hier al lang juffrouw Grey? Pas ruim een maand. En vindt u het prettig in Clavering? informeerde de andere verder. Het bleeke gelaat kleurde diep. Prettiger aan ergens anders, antwoord de zij haastig. Men heeft mij verteld dat u zulk prach tige kant maakt, Zou ik u werk eens mogen zien? Ik geloof wel, dat het goed is zei j'uf- frouw Grey. Zeventien jaar lang heb ik niets anders gedaan en zooals u weet, oefe ning kweekt kunst, voegde ze er aan toe, met een matten glimlach. U heeft het dus geleerd, toen u nog jong was. Toen ik jong was, woonde ik bulten, zei de kantwerkster met een afwezigen blik in haar oogen, terwijl een visioen van Inisfail voor haar oprees. En kantwerken was toen een tijdpasseering voor me. Ik had nooit ge dacht, dat ik er nog eens mijn brood mee zou moeten verdienen. U leefde dus in andere omstandighe den? vroeg de hertogin medelijdend. Ja, ik heb betere dagen gekend. Er was een onzegbare droefheid in haar stem die de jonge vrouw ontroerde. Laat me u mogen helpen, zei ze im pulsief. Ik wil u graag bloemen brengen en boeken. U zult mij een groot genoegen doen als u mij dat toestaat. Ze begreep niet waarom het gezicht van de vrouw nog meer verbleekte en waarom de zachte oogen zich met tranen vulden. De jonge vrouw vervolgde: De hertog is van meening, dat wij in zekere mate verant woordelijk zijn voor het geluk van allen die op ons grondgebied wonen. Hij zegt altijd dat een grootgrondbezitter zooiets als een vader moet zijn. dat hij de zieken en armen moet laten verzorgen, de kinderen moet laten onderwijzen, de bedroefden troosten en zijn best moet doen ieder gelukkig te maken. Dus, eindigde ze met een allerliefsten glim lach, dus heeft u bijzondere rechten op ons. Ethel had er geen flauw vermoeden van, hoe bijzonder deze rechten waren! Ik heb wat bloemen en vruchten mee gebracht, zei ze. Ik zal gauw weerkomen om wat boeken te brengen. Toen de mooie auto achter de boomen ver dween, viel juffrouw Grey op de knieën en verborg haai- gezicht in de handen. HOOFDSTUK XXXH. Jennie, Jennie, wacht even... als is het maar vijf minuten. Ik heb Je zooveel te ver tellen. Neen, ik heb geen tijd; de hertogin kwam moe thuis en wil vroeg naar bed. Maar hoe beslist haar woorden ook klon ken, Jennie Dane maakte geen aanstalten om naar huis te gaan. Dien middag, toen Jane bezig was aan een toilet van de hertogin* dat ze dien avond aan een diner moest dragen, was haar een brief gebracht. Natuurlijk van dien vervelenden Mi chael had ze gezegd, terwijl ze hem in den zak van haar coquet schortje liet glijden. Ik heb nu geen tijd om zijn onzin te le zen. Toen de japon klaar was en de hertogin was uitgegaan, had Jane den brief ingezien. Of ze bij de groote groep sparren wou komen dien avond, vroeg Michael Hands. Jane gooide haar hoofdje in den nek. De brief was haar niet smeekend genoeg, maar aan den anderen kant, ze had niets te doen en flirten was haar meest geliefkoosde be zigheid. Ik zal gaan, dacht ze alleen maar om te toonen, dat het me niets schelen kan wat hij te zeggen heeft over Charles. Want er was een nieuw element gekomen in Jane's leven! Eindelijk had ze een ver overing gemaakt, haar waardig, geen jacht opziener, maar een heer met een keurig pak en glanzend, hagelwit linnengoed, een die sigaretten rookte inplaats van een leelijke zwarte pijp, zooals Michael, een heer met een donkere snor en baard en een gouden horloge en een zegelring aan zijn vinger. iWordt verrolscLZ

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1929 | | pagina 13