HAARLEM'S DAGBLAD
H. D. VERTELLINGEN
n nieuwe
^mantel
STADSNIEUWS
FEUILLETON.
HET MEDAILLON VAN
LORD STAIR
VRIJDAG 5 APRIL 1929
VIERDE BLAD
(Nadruk verboden; auteursrechtvoorbehouden.)
De Storm.
Houd. u ook eigenlijk meer van de zee.
meneer van Baerle? vroeg Vera Hoogland,
terwijl ze het theegerei op het tafe'ije bij het
raam schikte.
Eigenlijk wel, ja, maar ziet u, de zee
geeft mij niet de rust, de groote, innerlijke
rust.. ..integendeel, als ik eenïgen tijd aan
zee verblijf, en ik zie het steeds veranderlijke
lokkende spel der golven, dandan., och,
hoe zal ik het zeggen, dan verlang ik weer
zoo intens naar het leven terug in de stad,
naar alle up-and-downs, die het woelige
bruisende stadsleven meebrengtkunt u
dat begrijpen?
Even keken Mevrouw Hoogland en haar
nieuwe pensiongast elkaar recht in de oogen,
maar haastig wendde Vera zich af, haar blik
gleed door het openstaande venster over de
uitgestrekte heidevlakte, bleef rusten op de
met dennen begroeide heuvels aan het ge
zichtseinder.
Jaja.... ik voel wel, wat u bedoel
ik herinner me een dergelijk verlangen,
vroeger, toen ik als meisje van een jaar of
twintig eens een heele vacantie aan zee
doorgebracht hebAch, maar dat is nu al
haast tien jaar geledentien jaar
Even leek het, of het gesprek in een mij
mering over zou gaan, maar Vera voorkwam
dit met tec zeggen:
Envind1- u hier dus wel de rust,
die u zoekt?
O, ja, tot nu toe wel, ja.
Het kan hier anders ook stormen
nou!
Misschien voel ik me hier sterk genoeg
om een storm te trotseeren, in elk geval heb
ik hier al heerlijk gewerkt, meer gedaan dan
al dien tijd gedurende mijn omzwervingen
dan hier en dan daar.... en dat geeft een
veilig gevoel.
Mag ik u iets vragen? Onder welk pseu
doniem schrijf* u?
Als 't u blieftmijn laatste roman..
maar dat Is nu al ruim drie jaar geleden.
drie jaar.
De Vlucht!!!
Ja.U kent het?
Dus u
Bent Herman van Epen, ja.. U schijnt
«eer verrast.
Uw boek heeft diepen indruk op me ge
maakthet was zeer goed.
Hij lachte.
Dus u kunt er over oordeelen?
Men zegt van wel, ja, ik heb altijd veel
van lezen gehoudenen nog!
Heeft u het in uw bezit?
Even aarzelde Vera. Toen zei ze beslist:
Gehadmaar ik ben het kwijt ge
raakt. uitgeleend, hoe gaat dat, hè?
Mag ik het u dan cadeau geven?
Dank uliever niet.
Hij keek verwonderd op:
En u vond het zoo mooi, u zei het zoo
spontaan.
Juist daarom!
Ik begrijp u niet.
Beneden werd kleine Hansje wakker. Zijn
«raai-stemmetje drong tot de pensionkamer
door;
Mammie!!!
Ik word ontboden, meneer van Baerle,
goeden middag.
Beneden zette Vera haar moederlijke en
huishoudelijke plichten voort, maar niet mee
de kalmte, die zij zich hier in dit rustige
oord langzamerhand aangewend had. Het
was nu al bijna drie jaar geleden, dat. zij
„De Vlucht" gelezen had, maar zij wist de
geschiedenis nog als had zij gisteren de laat
ste bladzijde omgeslagen
De geschiedenis van den jongen, talent
vollen schilder, die uit heftige passie trouwt
met een mooie, maar alle kunstzin-missende
vrouw. Zijn strijd tusschen zijn passie-liefde
en zijn kunst, die tenslotte dreigt ten onder
te gaan, als hij niet ontvlucht aan de demo
nische macht, die hem aan die vrouw bindt.
Dan zijn omzwervingen, de groote vlucht
voor het leven, dat den kunstenaar in hem
tracht te dooden. Maar juist als hij meent
voorgoed het maatschappelijke leven te zijn
ontvlucht 'en geheel zijn bevrediging te kun
nen vinden in zijn kunst, ontmoet hij de
vrouw, die zijn kunstenaarsziel begrijpt, die
meeleven kan, met wat voor hem tenslotte
het hoogste moet zijn. En in een volkomen
harmonie in een hoogstaande vriendschap
van twee menschen die beide de smart en
den strijd hebben gekend, bloeit hun weder
zij dsche sympathie op tot een innige ver
houding, die deze twee levens voorgoed aan
elkaar bindt....
Vera had bezoek van haar vriendin uit de
stad. Het was een zwoele zomernamiddag,
het dreigde naar onweer. Ze zaten buiten,
achter 't huis, met het uitzicht over de stille
heide. De heer van Baerle kwam thuis van
een fietstocht, stoorde even het gesprek. Een
praatje over het weer, toen ging hij naar
boven, naar zijn werk-
Hoe houdt die het hier uit, begon Ina,
de vriendin.
Hoe zoo?
Nouzoo'n artist, zoo'n schrijver
in een eenzaam huisje op de heiin de
stad was hij zoo rustig nietnou!
Je weet niet, waarom hij die uitvlucht
gezocht heeft.
Uitvlucht?
Nu ja, jij weet dat misschien niet alle
maal. dat hij getrouwd geweest is, en nu
ach, maar wat doet dat er ook toe
Doe niet zoo interessantje zult eens
zien hoe gauw hij er genoeg van heeft
't zijn allemaal van die woelwaters.... maar
kom, Vera, ik stap op, anders mis ik mijn
treinnee, je brengt me niet weg, want
kijk die lucht eens, je zou op den terugweg
door 't onweer overvallen worden. Hoor, het
rommelt al in de verte en 't gaat waaien.
nu, dag hoor, groet Frits van medien
goeden man zal dat heen-en-weer-reizen ook
wel de keel uithangendaaagggü
Vera zette, de stoelen binnent zou
zwaar weer wordentoch maar gelukkig
dat meneer van Baerle thuis was, zij alleen
met Hansje, je kon nooit weten, wat er ge
beurde. Frits zou wel zitten te popelen, om
naar huis te komen. Ja, wel vervelend voor
hem, dat gereis iederen dag. Enfin, het ging
met Hansje gelukkig goed, 't volgend jaar
was hij misschien weer heelemaal beter, had
hij wellicht de sterkende heidelucht niet
meer noodig. Dan zouden ze weer in de stad
zitten, in den rompslomp van drukke zaken,
in het volle leven. Danzou misschien
ook de strijd weer komen voor haar. Hier,
in die volstrekte rust, met kleine Hansje
en een schat van boeken in de heerlijke, on
gerepte natuur was ze toch eigenlijk geluk
kig geweest, o niet het geluk van haar jonge-
meisjesdroomendat had ze immers al
lang uit haar hoofd gezet, alleentoen
bij het lezen van „De Vlucht" was het weer
boven gekomen, het groote verlangen, zich
heelemaal te kunnen geven aan iemand, die
was als zij, met her spontane kunstenaars
gemoed, om samen iets groots tot stand te
kunnen brengenmaar dat was bijna
drie jaar geleden en-toen was Hansje er nog
niet.
De storm stak op, lood-zwart hing de
zwaar-geladen lucht over de nu angstig-don-
kere heide. Steeds sneller volgden bliksem
flits en donderslag elkaar op. Hansje sliep
gelukkig. Doodstil zat Vera 't noodweer gade
te slaan. Er werd op de deur geklopt:
Vindt) u het goed dat ik u even gezel
schap kom houden? Ik hoop dat u mij niet
opdringerig zult vinden, maar u zit hier zoo
alleen, en met dit weer, men kan nooit weten
wat er gebeurt.
Heel vriendelijk van ueerlijk ge
zegd ben ik banger dan ik mezelf wel wil be
kennenik zal u een kop thee inschen
ken, dat is dan nu met recht een kopje
troost".
Gelukkig slaapt uw Hansjedie zou
leelijk schrikkenkijk eens wat een licht!
Ik heb u wel gezegdhet kan hier
ook stormen.
Een onwéersbui, mevrouw, die drijft
gauw weer af
Is u nog steeds tevreden over uw werk?
O ja, ik heb er plezier in, zoo heerlijk
als ik hier opschieteen weldadige rust,
na al die omzwervingen.
Ik kan het me voorstellenvroeger
had ik ook neigingen om te schrijven, soms
nog welik heb zoo langzamerhand een
heel bundeltje schetsjes en gedichtjes bij
mekaar.... maar ik heb den moed niet, om
ze te laten uitgeven, ik bewaar ze liever zelf,
als een kostbare, zelfgewonnen schat.
Wat heeft de buitenwereld ook eigenlijk
met onze intiemste gedachten noodig, hè!
Even hing er een stilte, die door een he-
vigen knal stukgeslagen werd. Hansje schrok
wakker, zette een keel op:
Mammie!
Wees maar stil jongen, het !s immers
niets, mammie is immers bij je, trachtte Vera
te troosten.
Het baatte echter niets. De kleine kerel
was geheel van streek.
Mammie, o mammie! riep hij maar
steeds, en toen plotseling: Pappie, pappie
dan.
Pappie komt straks immers, jongen, dat
weet je toch wel, en dan brengt hij wat voor
je mee, zooals altijd toch! toe. wees mu
maar zoet. Hansje, het is allemaal niets.
Pappie pappie!!!
Wild sloegen zijn handjes telkens in de
richting, waar Van Baerle zat. Vera scheen
te begrijpen:
Och. meneer van Baerle, hij ziet u voor
zijn pappie aan.
Wil ik misschien even als dusdanig fun-
geeren?
Hij zei het gekscherend, maar toch was
het, alsof zij eikaars blikken bij dit gezegde
opzettelijk vermeden. Hij naderde het bedje,
boog zich even over Hansje heen. Misschien
zou hij hem in het halve duister niet her
kennen. Even zweeg het ventje, maar toen,
luider nog dan te voren, kraaide het weer
door de kamer:
Neenee, pappie, pappie!!
Vera en hij zwegen. Het onweer bedaarde,
het gevaar was geweken. Af en toe rommel
de de donder nog aan over de eenzame
helde, maar steeds zwakker werden de sla
gen. Even riep Hansje nog: Pappietoen
sliep ook hij weer in.
De storm is voorbij, mevrouw, we kun
nen weer eik onzen eigen weg gaan".
Maar eenige dagen later was de heer van
Baerle vertrokken, en liet het volgende
briefje na:
Mevrouw,
Al was de storm slechts een onweers
bui, het onweer kan terugkomen, en
op de stille heide slaat het nog gauwer
in. dan in de stad.
Nu begrijp ik ook, waarom u mijn
boek liefst niet weer wilde lezen. Ik
zal u mijn nieuwe boek, dat ik op een
ander „rustig" plekje hoop te volein
digen dan ook maar niet toesturen.
Hartelijk groetend,
VAN BAERLE.
INGEZONDEN MEDE DEELINGEN a oO CU
per regel.
Stofzuigerhuis MAERTENS
mamteljoriss tkaa t «m
bbb telefoon No. 1075c e3b
Verkoop, Verhuur, Inruilen, Reparaties
ONDERWIJS IN KINDER.
VERZORGING EN OPVOEDING.
UIT HET JAARVERSLAG
Verschenen is het jaarverslag van de
Vereeniging tot bevordering van het on
derwijs in .kinderverzorging en opvoeding.
De secretaresse, mej. M. C. M. Waller,
merkt op, dat het jaar 1928 voor de afdee-
ling een goed jaar geweest is. In hoofdzaak
zijn de resultaten zoo laat ze er dadelijk
op volgen te danken aan de onvermoeide
werkkracht van de directrice, mevrouw
Brandon, die zich met hart en ziel van haar
taak kwijt.
De financieele toestand is, hoewel voor
zichtigheid geboden blijft, niet ongunstig te
noemen.
Het aantal leden ls stijgende, terwijl ook
de cursussen goed worden bezocht. Er wer
den cursussen gehouden in kleuterverzor
ging en handenarbeid, verzorging van het ge
zonde en zieke kind in huis en eenvoudige
verbandleer, zuigelingenverzorging, naaien
en verstellen.
Een cursus in volksdansen vond ook veel
belangstelling.
Van 1428 Maart werd een tentoonstel
ling van leermiddelen voor het voorberei
dend onderwijs gehouden.
Ongeveer 1000 leerlingen van lager en uit
gebreid lager onderwijs bezochten, onder lei
ding van schoolhoofden en onderwijzers, het
mond- en tandhygiënisch museum, dat tij
delijk door de af deeling werd geëxposeerd.
Dr. Steffens, tandarts, hield tijdens de expo
sitie een lezing met lichtbeelden voor belang
stellenden.
Verder is een tentoonstelling over zuige
lingenzorg gehouden, terwijl ook het reizend
museum voor ouders en opvoeders werd ge
ëxposeerd, gelijktijdig met de tentoonstel
ling „het boek en het kind". Tenslotte werd
ook een collectie kerstversieringen tentoon
gesteld.
Mej. H. Wagenaar Reisiger, Ieerares K. en
O., werd benoemd tot assistente van mevr.
Brandon.
Het bestuur is nu samengesteld als volgt:
Mevr. R. de VoogtDe Vogel, vice-voor-
zitster. Mej. M. C. M. Waller, secretaresse;
mevrouw A. BolomeyLucardie, 2e penning-
meesteresse; mevr. Chr. J. Cohen Tervaert
Koch, de heer R. Fontein, le penningmeester,
mej. J. A. Lefebvre, 2e secretaresse, mevr. R.
M. van der Muelen—Salomonson, mevr. L
van der SluysEyssen, mevr. M. Lioni
Jungblut, gedelegeerd lid van de Vereeniging
voor Huisvrouwen.
Uit het verslag over het Huis voorOuders
blijkt nog, dat de verschillende cursussen
door 92 personen bezocht werden.
DE NIEUWE ZIEKTEWET.
REDE VAN DEN HEER E. KUPERS.
Donderdagavond werd in „De Centrale"
een door den Haarlemschsn Bestuurdersbond
georganiseerde bijeenkomst gehouden, die
toegankelijk was voor bestuursleden en ver
trouwensmannen der aangesloten organisa
ties en waar de heer E. Kupers, voorzitter
van het N. V. V. de Ziektewet, zooals deze in
behandeling is bij de Tweede Kamer, be
handelde.
De spreker zette uiteen dat de Ziektewet
een verplichte verzekering bevat: de premie
wordt betaald door den werkgever maar hij
kan de helft van den werknemer terugvor
deren. Voorts zyn er twee soorten uitvoe
ringsorganen: de Raad van Arbeid en de
bedrijfsvereenigingen.
Arbeiders in dienst van publiekrechtelijke
en semi-publiekrechte'ijke lichamen vallen
buiten de wet, maar bepaalde categorieën
overheidspersoneel kunnen er onder gebracht
worden. Een nieuw element is de collectieve
verzekering: de verzekerden worden niet
hoofdelijk geadministreerd. Er is bedrug-
verzekering. De werkgever bepaalt premie
over het totale jaarloon dat hij ultkvert. Deze
soort verzekering geldt niet voor den Raad
van Arbeid.
De arbeidersbeweging heeft tegen deze
wet ernstige grieven. In de eerste plaats is
in de wet niet opgenomen de geneeskundige
behandeling. Dit is in het buitenland wel
het geval. Wat bijvoorbeeld de Duitsche
ziekenkassen in dit opzicht doen is buiten
gewoon. Daar is tandheelkundige hulp, op
neming in sanatoria en de nieuwste vindin
gen van de wetenschap staan ten dienste van
den arbeider. Maar de Hollandsche dokters
hebben de verzekering van geneeskundige
behandeling tegengewerkt uit vrees dat zij
de alleenheerschappij in hun eigen zieken
fondsen zouden verliezen.
Dan is de kring der verzekerden zeer be
perkt. De wet geldt niet voor allen die in
loondienst zijn, maar alleen voor die arbei
ders die werkzaam zijn in een onderneming.
Ongeveer 400.000 arbeiders zijn nu buiten de
wet gesteld: huispersoneel, personeel in ge
stichten enz.
De bepaling dat de werkgever de helft van
de premie van den werknemer kan terug-
eischen is een groote onbillijkheid, want een
groot aantal arbeiders heeft reeds een pre-
mievrije ziekengelduitkeering, vastgelegd in
de collectieve contracten in verschillende
bedrijven.
Voorts betalen de arbeiders nu reeds de
volle premie voor de ziekenfondsen. Maar
spreker verwacht dat de arbeiders straks wel
niet -bereid zullen gevonden worden om de
helft van de premie voor hun rekening te
nemen. Eischen de werkgevers tóch de helft
dan zal dit aanleiding geven tot geweldige
conflicten.
Dat de bepalingen van deze wet niet gelden
zullen voor de ongehuwde moeder zooals
door aanneming van het amendement-Aal-
berse een feit is geworden, noemde spr. ,een
grof schandaal".
Als bedrijfsvereenigingen zullen ook er
kend worden organisaties van werkgevers, al
moeten daar dan ook voor de helft arbei
ders in het bestuur zitting hebben. Zoo zijn
nu bedrijfsvereenigingen mogelijk van werk
gevers uit verschillende bedrijven en dit kan
aanleiding geven tot allerlei moeilijkheden.
Spr. verwacht ten gevolge hiervan een zeer
groot aantal bedrijfsvereenigingen.
De ziekenkas van den Raad van Arbeid zal
wel niet veel leden tellen; de meesten zullen
zich aansluiten bij de bedrijfsvereenigingen.
Alleen de kleinere werkgevers zullen worden
ondergebracht bij den Raad van Arbeid, die
hiervoor een dure administratie zal moeten
voeren, want die kleine bazen zullen allen
moeten worden oogespoord en er zullen meer
dergelijke moeilijkheden komen. Hiervan zal
misschien wel een hoogere premie het ge
volg zijn.
Dat de ondernemerskacsen in de wet zijn
gebleven, keurt sor. af. Nu blijft het gevaar
bestaan dat zwakke arbeiders of arbeiders
die vaak ziek zijn spoedig door den werkge
ver aan den dijk worden gezet. Het was be
ter geweest die ondernemerskassen onder te
brengen bij de bedrijfsvereenigingen.
Goed was dat de minister den moed heeft
gehad de bijzondere ziekenkassen uit de wet
te lichten.
Het is jammer dat de minister niet een
mooi, „af" stuk werk met zijn wet heeft ge
leverd; hij had met deze Kamer kunnen doen
wat hij wilde.
Ook bij de behandeling van deze wet is
weer gebleken dat de christelijke en de R.-K.
democraten dansen naar de pijpen van de
conservatieve elementen in hun partij, al
plegen zij eerst wel eens verzet buiten de Ka
mer. Alleen de sociaal-democraten zijn in
derdaad voor de belangen van de arbeiders
opgekomen.
Van de gelegenheid tot het stellen van
vragen werd door zes der aanwezigen ge
bruik gemaakt. De vragen werden door den
inleider beantwoord, waarna de voorzitter,
de heer A. Mars, de bijeenkomst sloot met
een woord van dank aan den heer Kupers
voor zijn duidelijke uiteenzettingen.
FEEST DER CHR. KANTOOR
BEDIENDEN.
30-JARIG BESTAAN DER ORGANISATIE
De afdeeling Haarlem van de Nederland-
sche Vereeniging van Christelijke Kantoor-
en Handelsbedienden heeft Donderdagavond
in een feestelijke vergadering het 30-jarig
bestaan gevierd in het gebouw van de H. J.
M. V.
Van den bloei der vereeniging in die dertig
jaar getuigde in zijn openingswoord de voor
zitter, de heer D. Swagerman.
Met zang van psalm 84. vers 6 werd de
vergadering voorts begonnen.
De secretaris, de heer Jolt. de Wijs. memo
reerde in het jaarverslag voor het eerst na
langen tijd weer vooruitgang in het ledental
n.l. met 10. voorts het aftreden van den heer
W. Windig, als secretaris, wlen dank ge
bracht werd. Mej. J. NL Otger trad in het
bestuur. Spr. herinnerde aan de actie tegen
de Werf Conrad., de actie voor de kantoor
bedienden in het verzekerings- en grafisch
bedrijf, de enquête wat betreft het winkel
bedrijf.
Nadat een kwartet onder leiding van den
heer H. Bloker tot aller genoegen wat ge
musiceerd had. gai de penningmeester een
financieel overzicht over het afgeloopen jaar.
De totale uitgaven bedroegen f 116.94, er
is een voordeelig saldo van f 13.19.
De werkloozenkas heeft in het afgeloopen
jaar twee leden ondersteund, in 1927 vier,
voor 1929 is het vorige bedrag aan steun
reeds overtroffen.
Er werden eenige nieuwe leden geïnstal
leerd, waarop de heer Swagerman ..Het Ver
haal van Oom Jan" uit Familie cn Kennissen
van Francois Haverschmidt met veel succes
voordroeg.
Na de pauze werd „Een vaste burcht is
onze God" gezongen en ds. L. J. van Leeuwen
hield een feestrede.
Hij trok een vergelijking tusschen werken
met Christus en werken zonder Christus. Het
eerste schetste hij als veel zegenrijker dan
het laatste. Hij stelde in het licht, dat de
werknemer niet den mensch, maar God moet
dienen. Dan worden de verhoudingen in een
nieuw licht gezien. Zoo is het ook in het
organisatieleven, Christus dienen zij de
leidende gedachte vooral voor besturen, ook
in tijden van inzinking-
De voorzitter dankte ds. Van Leeuwen voor
zijn bemoedigende woorden. Hij verzocht
weer gehoor te schenken aan de musiceeren-
den die wederom een werk van Pleyel uit
voerden.
Hierop volgde een geslaagde voordracht
van „Auto-luxe en luxe-auto", een geestige
schepping van Clinge Doorenbos, door den
heer De Wijs gezegd.
Ook werd een veitoonïng gegeven van een
grappige film en natuuropnemingen.
De sluiting had plaats op de gebruikelijk®
wijze.
ARROND.-F FXHTB ANK.
Zijn fiets kwijt en f 25 boete.
Tenslotte stond een 28-jarig Hillegommer
terecht wegens het per flets over den open
baren weg vervoeren van twee flesschen al
cohol zonder geleide-biljet. Verdachte was in
dienst van een winkelier als loopknecht en
wist niet of de accijns betaald was of niet.
Dienaangaande achtte de Rijksadvocaat
ook niets bewezen, wegens het vervoer vroeg
hij 25. De officier requireerde subsidiair een
hechtenis van 10 dagen. Overeenkomstig
wettelijk voorschrift wordt de fiets als ver
voermiddel verbeurd verklaard.
Uitspraak in belde zaken over 14 dagen.
UITSPRAKEN.
J. v. d. G., trelnmuzlkant, wonende te Am
sterdam, appèl overtr. Alg. Vervoer op de
Spoorwegen 25 boete subs. 25 dagen hech
tenis.
W. B„ los werkman, wonende te Haarlem.
Appèl overtreding Jachtwet 15 boete subs.
15 dagen hechtenis.
W. B., werkman, wonende te Haarlem, ap
pèl overtr. Jachtwet 15 boete subs. 15 do
gen hechtenis.
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN a 60 Cu.
per regel.
Eerst
kijken
AMSTERDAM
Nicuwcndijk 225/229
UTRECHT
Oude Gracht 151
20
Naar het Engelsch van
CHARLOTTE M. BRAME
23)
Ik zal naar haar toegaan om haar te
bedanken, zei de Hertogin in een plotselinge
opwelling, het is heel vriendelijk van haar.
De volgende drie dagen had de hertogin
het te druk om haar voornemen ten uitvoer
te brengen, maar den dag daarna hield de
auto stil voor „De Linden" no. 9.
HOOFDSTUK XXXI.
Het mooie gezicht voor het dakraam
klaarde op, toen de auto in het gezicht
kwam, maar toen deze stilhield voor haar
deur, stond juffrouw Grey op van haar werk
en vouwde haar handen als in gebed. God
geef me meed en kracht om sterk te blijven!
Ze wachtte, doodsbleek en met kloppend
hart. haar hesle lichaam trilde in spanning.
Het kleine dienstmeisje kwam haar vertel
len, met oogen groot van verbazing: Het
is de auto van het kasteel en de hertogin
zit er in.
Een oogenblik kwam er een groote angst,
over haar. ofschoon ze voor dit uur gaarne
haar leven zou hebben opgeofferd. Toen
werd ze opeens heel kalm en ze ging naar be
neden. Het dienstmeisje had intusschen de
Hertogin in de huiskamer gelaten. Langzaam
Jjwam de eenvoudige ytouw in het donkere
kleed de trap af. De voordeur stond wijd
open en een vloed van gouden zonlicht
stroomde binnen.
Eindelijk is het uur gekomen! fluister
de ze.
Ze ging de kamer binnen. Een oogenblik
wankelde ze, een floers kwam haar voor de
oogen, een geluid als van stroomend water
suisde in haar ooren. Toen klonk een klare,
vriendelijke stem:
Ik hoop niet. dat ik u gestoord heb. U
is toch niet ongesteld?
Ze begreep hoe bleek ze moest zijn. Een
onweerstaanbaar verlangen greep haar aan,
haar armen uit te strekken en voor één keer
haar kind aan haar hart te drukken.
Ja, ik ben een beetje minder wel, zei
ze.
De twee vrouwen keken elkaar een oogen
blik aan.
Wat een merkwaardig gezicht, dacht de
hertogin, vreemd ontroerd, hoe mooi en hoe
intens droef! Ze nam een stoel
Het spijt me, dat ik u minder wel vind,
zei ze. Wilt u niet gaan zitten? Ik ben bij u
gekomen om u te bedanken voor uw vriende
lijkheid.
Juffrouw Grey nam een stoel en de her
togin ging zitten op de kleine rustbank, rus
tig en zwijgend om de andere gelegenheid te
geven tot zichzelf te komen. Na enkele minu
ten begon zij te spreken.
Wat een mooie bloemen heeft u, maar
plotseling hield ze op, getroffen door den
blik in de oogen van juffrouw Grey.
Vergeef me. zei deze na een oogenblik.
Ik ontvang zoo zelden bezoek.
En nu heb ik u gestoord, zei Ethel
glimlachend, terwijl ze zich verwonderde
over den teeren harmonischen klank van die
stem.
U is buitengewoon vriendelijk geweest
tegen mijn kamenier ging ze voort, ze
heeft me alles verteld, en ofschoon ze bui
tengewoon zorgeloos is geweest met de kant,
waardeer ik het toch ten zeerste dat ze het
niet voor mij heeft verzwegen.
Ze schijnt heel veel van u te houden,
zei juffrouw Grey zacht.
Ze is heel aanhankelijk en trouw. Ik
ben blü dat u de schade heeft kunnen her
stellen. Er is niets meer van te zien.
Het verbeugd me, dat het naar uw ge
noegen was, klonk het rustig.
Mijn kamenier vertelde me dat u er
bijna een dag en een nacht aan gewerkt
hebt. Ze zweeg plotseling. Ze kon deze vrouw
geen geld aanbieden. Ethel voelde een won
derlijke gewaarwording, alsof ze zich in de
tegenwoordigheid bevond van iemand, die
verre haar meerdere was.
Ik ben u heel dankbaar, zei ze nog eens.
Vooral ook, omdat de hertog zooveel waar
de hecht aan deze kant.
Er is niet veel zulke kant in Engeland,
antwoordde de andere.
Nog meer .eden om u dankbaar te zijn,
glimlachte Ethel.
Wat een aardig huis heeft u hier, ver
volgde ze; woont u hier al lang juffrouw
Grey?
Pas ruim een maand.
En vindt u het prettig in Clavering?
informeerde de andere verder.
Het bleeke gelaat kleurde diep.
Prettiger aan ergens anders, antwoord
de zij haastig.
Men heeft mij verteld dat u zulk prach
tige kant maakt, Zou ik u werk eens mogen
zien?
Ik geloof wel, dat het goed is zei j'uf-
frouw Grey. Zeventien jaar lang heb ik
niets anders gedaan en zooals u weet, oefe
ning kweekt kunst, voegde ze er aan toe, met
een matten glimlach.
U heeft het dus geleerd, toen u nog
jong was.
Toen ik jong was, woonde ik bulten, zei
de kantwerkster met een afwezigen blik in
haar oogen, terwijl een visioen van Inisfail
voor haar oprees. En kantwerken was toen
een tijdpasseering voor me. Ik had nooit ge
dacht, dat ik er nog eens mijn brood mee
zou moeten verdienen.
U leefde dus in andere omstandighe
den? vroeg de hertogin medelijdend.
Ja, ik heb betere dagen gekend. Er was
een onzegbare droefheid in haar stem die
de jonge vrouw ontroerde.
Laat me u mogen helpen, zei ze im
pulsief. Ik wil u graag bloemen brengen en
boeken. U zult mij een groot genoegen doen
als u mij dat toestaat.
Ze begreep niet waarom het gezicht van
de vrouw nog meer verbleekte en waarom de
zachte oogen zich met tranen vulden.
De jonge vrouw vervolgde: De hertog is
van meening, dat wij in zekere mate verant
woordelijk zijn voor het geluk van allen die
op ons grondgebied wonen. Hij zegt altijd
dat een grootgrondbezitter zooiets als een
vader moet zijn. dat hij de zieken en armen
moet laten verzorgen, de kinderen moet laten
onderwijzen, de bedroefden troosten en zijn
best moet doen ieder gelukkig te maken.
Dus, eindigde ze met een allerliefsten glim
lach, dus heeft u bijzondere rechten op
ons.
Ethel had er geen flauw vermoeden van,
hoe bijzonder deze rechten waren!
Ik heb wat bloemen en vruchten mee
gebracht, zei ze. Ik zal gauw weerkomen
om wat boeken te brengen.
Toen de mooie auto achter de boomen ver
dween, viel juffrouw Grey op de knieën en
verborg haai- gezicht in de handen.
HOOFDSTUK XXXH.
Jennie, Jennie, wacht even... als is het
maar vijf minuten. Ik heb Je zooveel te ver
tellen.
Neen, ik heb geen tijd; de hertogin
kwam moe thuis en wil vroeg naar bed.
Maar hoe beslist haar woorden ook klon
ken, Jennie Dane maakte geen aanstalten
om naar huis te gaan.
Dien middag, toen Jane bezig was aan een
toilet van de hertogin* dat ze dien avond aan
een diner moest dragen, was haar een brief
gebracht.
Natuurlijk van dien vervelenden Mi
chael had ze gezegd, terwijl ze hem in den
zak van haar coquet schortje liet glijden.
Ik heb nu geen tijd om zijn onzin te le
zen.
Toen de japon klaar was en de hertogin
was uitgegaan, had Jane den brief ingezien.
Of ze bij de groote groep sparren wou
komen dien avond, vroeg Michael Hands.
Jane gooide haar hoofdje in den nek. De
brief was haar niet smeekend genoeg, maar
aan den anderen kant, ze had niets te doen
en flirten was haar meest geliefkoosde be
zigheid. Ik zal gaan, dacht ze alleen maar
om te toonen, dat het me niets schelen kan
wat hij te zeggen heeft over Charles.
Want er was een nieuw element gekomen
in Jane's leven! Eindelijk had ze een ver
overing gemaakt, haar waardig, geen jacht
opziener, maar een heer met een keurig pak
en glanzend, hagelwit linnengoed, een die
sigaretten rookte inplaats van een leelijke
zwarte pijp, zooals Michael, een heer met
een donkere snor en baard en een gouden
horloge en een zegelring aan zijn vinger.
iWordt verrolscLZ