HAARLEM'S DAGBLAD BINNENLAND DR RITTEROVER DE UTRECHTSCKE PUBLICATIES. DINSDAG 16 APRIL 1929 VIERDE BLAD „De schuldige, die het heele zaakje heeft opgezet staat achter den heer Van Beuningen." „NA WAT THANS BEKEND IS. ZAL NIEMAND DE REGEERING MEER GELOOVEN." ZWARE FABRIEKSBRAND IN ROTTERDAM. EEN GEBOUWENCOMPLEX BIJNA GEHEEL IN DE ASCH GELEGD. Gisterenmiddag omstreeks half een ont dekten arbeiders van den stoomrijstpelmo- len van de firma Van Schaardenburg en Co. aan de Nassauhaven te Rotterdam dat uit het gebouw, waarin de molen gevestigd is, dikke rookwolken opstegen, meldt het Hbld. Zij' hebben onmiddellijk de brandweer ge waarschuwd, maar ten gevolge van den fei len N. O. wind, stond de molen weldra in lichtelaaie en het vuur breidde zich uit over een steenen loods naar een loods van gegolfd plaatijzer. De brandweer rukte onmiddellijk met groot materiaal uit en met vier motor spuiten en vijf drijvende stoombrandspui- ten tastte men de vuurzee aan. De N. R. C. schrijft nog: Aan de straatzijde stelde de brandweer eich in de eerste plaats tot taak, te trachten het kantoorgebouw te sparen. Daartoe werd zooveel mogelijk water op en tegen dit ge bouw gespoten, onder de hand was men ook druk bezig het gebouw zoo veel mogelijk te ontruimen. Het archief is bijvoorbeeld dade lijk in een groote vrachtauto geladen en in veiligheid gebracht. Van vermindering van het vuur was in- tusschen geen sprake. Integendeel, de brand woede met groote hardnekkigheid verder en de vlammen wonnen meer en meer veld, niet tegenstaande de omstandigheid, dat er on gelooflijk veel water in den rossigen gloed werd geworpen. De hitte werd in de onmid dellijke nabijheid bijna ondragelijk en er ontwikkelde zich zooveel rook, dat het per soneel van de afdeeling brandbluschmidde- len met rookmaskers te hulp moest komen. Het kantoor behouden. Slechts door de buitengewoon groote hoe veelheid water welke tegen het kantoorge bouw werd geworpen, is het mogen gelukken dit tegen de hardnekkige aanvallen van het vuur te beschermen. Al wat achter dit ge bouw lag en de steenen opslagplaats stond in vlammen. Met donderend geraas stortten gedeelten van daken in of kwamen brokstuk ken zolder naar beneden. Het vuur kreeg nu nog meer lucht en de vlammen laaiden nog hooger en nog feller op. In een oogwenk was een gat in het ger galvaniseerd ijzer gesmolten. Het pakhuis lag stampvol met zakken rijst en in minder dan geen tijd was het inwendige van het zeer groote pakhuis één vuurpoel. De hitte was zoo groot, dat de verf en het mastiek op het dak smolten en als vloeibare lava naar be neden kwam. Het dak raakte meer en meer ontzet, er ontstonden gaten en scheuren in, waardoor de gretige rossige tongen telkens te voorschijn lekten. Het vuur verminderde. Tenslotte is het vuur in de fabrieksruimte en in de steenen opslagplaats verminderd. Vf. u deze gebouwen restten toen slechts smeu lende nuinhoopen, met kale, zwart geblaker de wanden. Het werd toen mogelijk de ge galvaniseerd ijzeren loods ook aan de zuid zijde te naderen, en zoodoende kon men het vuur dat daarin woedde aan-alle zijden in sluiten. Het duurde evenwel nog geruimen tijd voordat hier van eenige vermindering gesproken kon worden. De geheele hier op geslagen voorraad, benevens alles wat in den laadtoren lag is een prooi van de vlammen geworden. Omstreeks twee uur konden successievelijk de slangen worden ingenomen en kon men aan de nablussching beginnen. Hiermee is men den geheelen middag nog bezig ge weest. De loodsen Basrein en Siam, benevens het kantoorpand hebben niet van de vlammen geleden. In het laatstgenoemde gebouw is uit den aard van de zaak wel veel waterschade. De rest van het uitgebreide complex is ge heel in de vlammen opgegaan. Verzekering dekt de schade. Er was voor dezen brand zeer veel belang stelling. Overal langs den Maaskant zag men de dikke zware 'rookwolken over den linker Maasoever drijven en op de Maasbruggen kon men de brandlucht ruiken. De oorzaak? DE MOORD TE GIESSEN- NIEUWKERK. Een verdachte ten onrechte vrij gelaten? HET OORDEEL VAN EEN PREDIKANT. Naar Het Volk verneemt zou het echipaar Kroon hedenochtend te Dordrecht aan een nieuw verhoor van den rechter-commissaris Mr. van Aken, onderworpen worden. Uit het feit, dat Mr. den Hollander hier van officieel in kennis gesteld is, schijnt, vol gens het blad, de conclusie getrokken te kunnen worden, dat hij bij dat verhoor aan wezig mag zijn. Nog een raadsel De Tel. schrijft: „Eenige uren na den moord deelde een landbouwer aan de politie mede, dat hij in den vroegen morgen een man op den Ka naaldijk had zien loopen, gaande in de rich ting Gorinchem. Deze verklaring werd door eenige personen die in het Kanaal van Stee- nenhoek aan het visschen waren, bevestigd. Men kon een vrij nauwkeurig signalement van dezen man opgeven en den daaropvol- genden Zondag werd de gesignaleerde in Go rinchem aangehouden en naar Dordrecht overgebracht. De man werd door de vis- schers herkend en men twijfelde niet of hij was de moordenaar. „In een der zakken werd een mes gevon den, dat herkend werd als eigendom van Dc Jong. Desgevraagd verklaarde de verdachte, dat hij het mes had gekocht van een hem onbekenden koopman te Amsterdam. „Maar er waren nog meer aanwij zingen. Eenig houtwerk bij de haltewachterswoning was geverfd en verf van dezelfde kleur werd aangetroffen op de jas van den aangehou dene. „Deze gaf een valschen naam op. Latei- wist men zijn waren naam te weten te komen en het bleek toen tevens dat hij nog 20 da gen hechtenis tegoed had, die hij dan ook direct heeft uitgezeten. „Waarom nu werd deze verdachte vrijge laten? „De Justitie meende, dat roofmoord in de zen onwaarschijnlijk was, omdat er niet veel geld gevonden werd". Een verslaggever van Het Volk heeft een onderhoud gehad met ds. A. Winckel, thans docent aan de Theologische School te Apeldoorn, vroeger predikant bij de Vrij Evangelische gemeente te Leeuwarden, die toentertijd als predikant Teunissen en Klun- der in de gevangenis bezocht heeft. Het blad schrijft in het relaas van dit onderhoud: „De heer Winckel liet zich over de kwestie zeer positief uit. „Ik acht het de dwaasheid gekroond, zoo, zeide hij, dat deze menschen werden ver oordeeld op dergelijke gegevens. Het is, wanneer men logisch redeneert en de feiten nuchter bekijkt, niet aan te nemen, dat zij de daders zouden zijn. Denk u eens in: Twee mannen, die op een fuif-avondje even de deur uit gaan om iemand, dien ze nauwelijks kennen, voor vijf gulden te vermoorden, ter wijl een van hen 500 op zak heeft, die daartoe in anderhalf uur 14 K.M. heen en terug fietsen, een afstand van Leeuwarden naar Oude Biltzijl, midden in den nacht, ter wijl een van hen zeer slecht van gezicht is, en die bij hun terugkomst de fuif voortzet ten en ook daarna doen, alsaof er niets ge beurd Is!" Voorts zeide Ds. Winckel nog. „Vooral de wijze, waarop rechercheur De Jong Klunder achtervolgd heeft, moet meer dan bar zijn geweest. Zoo heeft hij me wel eens verteld, dat toen hij als timmerman werkte aan de Theologische School te Kampen, De Jong den aannemer en de arbeiders waarschuwde, dat de vermoedelijke moordenaar van Giessen— Nieuwkerk zich onder hen bevond. Men wil de toen niets meer met hem te maken heb ben en dat bracht hem soms buiten zich zelve van woede. Ook vertelde hij me, dat hij te Deventer in een kosthuis was, waar men hem telkens dronken voerde en dan probeerde om hem in dien toestand tot een bekentenis te brengen". DE SCHUTTEVAER IN NEW-YORK. FOKKER HELPT DE OPVARENDEN. EEN WEEK ZONDER ETEN EN DRINKEN. Vlak voor me, schrijft de New-Yorksche correspondent van het Handelsblad dd. 5 April, schommelt zachtjes een kleine boot heen en weer, heelemaal gesloten met een paar luiken en ronde kijkglazen, half wit, half groen geschilderd en aan den masttop hangen slap de Amerikaansche en Neder- landsche vlag. Het roer is met ijzerdraad ge kramd en blijkbaar gespleten, de mast ver toont groote overlangsche scheuren, het me taalwerk buitenaan is roestig. En toch is het aan alles te zien, dat. het geen verwaarloo- zing is, maar dat het golvengeweld er de oorzaak van is. Ik zou in het binnenste wil len zien, waar de oude zeerob Schuttevaer met zijn twee lotgenooten zulke benauwde uren doorleefd hebben, want ik weet zeker, dat het er keurig zal zijn. De buitenverf vertoont hier en daar leelij- ke krassen en scheuren, zeker opgedaan bij het aan boord hijschen op de stoomers. die het scheepje via Porto Rico naar New- York brachten. En toen het weer in de East River te water was gelaten, werd het door een sleepboot getrokken voorbij de plek, waar het anders in glorie tentoon zou zijn gesteld voor de New-Yorkers, langs Bat tery Place. Maar niemand zag het zijn tocht ver de Hudson op vervolgen, tot het hier een zaam aan de stille werf kwam te liggen, zon der zelfs een lid van de bemanning. Toch heeft het dat lot niet verdiend, het is nog even zeewaardig als toen het den Waterweg uitvoer. Storm en tegenwind overwonnen niet de boot, maar de opvarenden, die een week zonder proviand en drinkwater het moesten opgeven en door een brandende olie- jas in den mast de aandacht trokken van den langs varenden Portugees, die hen aan boord nam, de overwonnenen en de onzink- bare. Het moet een bittere reis voor de drie man nen geweest zijn naar West-Indië en wat moet er door Schuttevaer heengegaan zijn, toen de New-Yorksche horizont opdoemde voor zijn oogen? Wie zal zich interesseeren voor zijn bootje? Behalve de „World" vermeldde geen ande re krant iets van zijn aankomst; het drietal was uiterst terughoudend, maar heeft het reisverhaal te boek gesteld in de hoop het te kunnen verkoopen. Maar een Nederlander kwam hun te hulp, wiens naam in de laatste jaren ook geklon ken heeft in verband met Oceaantochten, Anton Fokker; de uitersten raken elkaar. GEVECHT MET EEN AGENT TE LEEUWARDEN. AANVALLER IN DEN BUIK GESCHOTEN. Bij een vechtpartij tusschen K. V., die her rie maakte in de woonschepenhaven te Leeu warden en een agent van politie heeft de £gent V. met een revolver in den buik ge- schoten. De agent was door V. met een stok met spijker aangevallen en handelde uit noodweer. V. werd naar het ziekenhuis ver voerd. De sympathie der omstanders was niet op zijn hand; een familielid van den getroffene zei zelfs, dat men hem nog beter had moeten treffen, aldus de N. R. C. EEN HALF MILLIOEN AARDBEI- PLANTEN NAAR ENGELAND. DOOR EEN EXPORTEUR UIT CASTRICUM. Uit Kennemerland zullen 500.000 aardbei- planten naar Engeland worden gezonden door den heer P. Kuijs, groentenexporteur te Castricum. De planten worden droog in manden van 5000 stuks verzonden, meldt het Hbld. NIEUWE STRIJD TEGEN DE ZAANSCHE TOLLEN. De Zaansche Vereeniging voor Vreemde lingenverkeer is voornemens den strijd tegen den Zaanschen tollengordel met kracht te hervatten. Met ingang van 15 April zal een groot Zaansch petitionnement tegen de Zaansche tollen worden georganiseerd; op een honderdtal punten door de gansche streek liggen lijsten ter teekening. Voor 't oogenblik worden alle krachten gericht tegen den Zaandijker tol. daar de gemeentelijke concessie tegen 1 Juli afloopt. Een vijftigtal Zaansche Vereenigingen en groot-bedrijven ondersteunen mede door middel van adressen het V.V.V.-protest aan de Kroon tegen de reeds aangevraagde ver lenging. NIEUWE STRIJD TEGEN DE ZAANSCHE TOLLEN. De Zaansche vereeniging voor vreemde lingenverkeer is' voornemens, den strijd te gen den Zaanschen tollengordel met kracht te hervatten. Er wordt een Zaansch peti tionnement tegen de Zaansche tollen geor ganiseerd; op een honderd punten door de gansche streek liggen lijsten ter teekening. Op het oogenblik worden alle klachten ge richt tegen den Zaandijker tol, daar de ge meentelijke concessie tegen 1 Juli afloopt. Een vijftig Zaansche vereenigingen en groot bedrijven ondersteunen mede door middel van adressen het protest van V. V. V. aan de Kroon tegen de reeds aangevraagde verlen ging. UITGAAN. „ALS 'T KINDJE BINNENKOMT Vrijdag 19 April geeft het Ver. Rotterdamsch Hofstad-Tooneel (Directeur Cor van der Lugt Melsert) in den Stadsschouwburg nog een voorstelling van: „Als 't Kindje Binnen komt..." het aardige blijspel van Ladislaus Fódor, den schrijver van „Juffrouw Kerkmuis"' Hoofdrollen: Fientje de la Mar, Carla de Raet, Minny Erfmann, Jan van Ecs. Willem Huysmans, Jan Grefe, Ale>: Faassen Jr.. Jan y. d. Linden, e.a. Regie: Sduard Veterman. De Nwe. Rotterdamsche Crt. geeft een in terview weer. dat een correspondent Zater dag had met dr. P. H. Ritter Jr.. hoofdre dacteur van het Utrechtsch Dagblad. Uit het relaas nemen wij het volgende over: „Vindt U niet, dat de laatste mededeelin- gen van den Heer van Beuningen een ant woord vereischen? „Ik geloof van niet. Het stukje heeft, zoover ik zien kan, geen betrekking op mijn repliek aan den Minister-president. Het was blijkbaar van te voren opgemaakt als een dementi van feiten, die de schrijver vreesde, dat ik zou kunnen zeggen, maar niet gezegd heb. Inderhaast is er toen nog een regeltje of wat bijgevoegd. Overigens heeft het stukje alleen beteekenls als een erkenning, dat d - verklaring van 4 Maart op 2 van de 3 punten inderdaad pertinent onwaar was: de heer v. B. had een volstrekt afdoende verklaring voor de publicatie, en hij erkent zijn indirecte be moeienis. De directe wordt nog ontkend, maar dat komt ook nog wel." „Maar de lieer van B. ontkent ten stellig ste, dat hij U het document getoond heeft! „Hoe zou hij anders kunnen? Stel U eens voor. dat hij nu kwam vertellen: „Ik-zelf heb Dr. R. het document voorgelegd", dat zou toch niet gaan. Doch denkt U, dat ook maar iemand die ontkenning gelooft? Dan toch zeker niet cfe regeering. die sinds lang weet, dat de eigen aanschouwing van het origi- neele document de conditio sine qua non Is geweest, waaronder het U. D. bereid was, de publicatie te ondernemen. Maar het eigen aardigste is wel. dat het door den heer v. B. ontkende feit met voorbedachten rade door mij niet was gesteld; ik wilde het hem niet moeilijk maken. Doch waar het hart vol van is, loopt de mond van over en het feit heeft hem blijkbaar zoo hoog gezeten, dat hij het heeft gedementeerd vóór het hem ten laste gelegd was. De heer v. B. is geen diplo maat en dus valt het ontkennen van de waarheid hem niet zoo makkelijk." De rol van den beer Van Beuningen. Op de opmerking van den correspondent, dat het „toch niet heel fraai .(was) van den heer Van B. de waarheid te ontkennen", ant woordde dr. Ritter o.a.: .De waarheid kan worden tekort gedaan uit lafheid, uit zelf zucht, uit nervositeit, etc., maar ook uit held haftige plichtsgetrouwheid. „Wanneer de heer v. B. dan ook in zijn me- dedeeling van 11 April de belangrijkste fei ten verzwijgt of ontkent, moet men hem daarvan geen moreel verwijt maken. Hij dekt in de moeilijkste positie, door ontkenningen, met zijn eigen goeden naam de eer van het departement. Misschien zal het depart, wan neer zijn ontkenningen op den duur onhoud baar blijken, op de gebruikelijke wijze des- avoueeren, maar dan begrijpt iedereen, hoe laat het is. De schuldige, die het zaakje heeft opgezet, staat naar mijn overtuiging achter den heer v. B." Discretie verzocht en beloofd. „Was ook aan U discretie verzocht? ..Zeker. En ik heb die discretie ock be loofd. Natuurlijk niet aan aen particulier, maar aan den regeeringsagent, den eenigen met wien ik te maken heb gehad. En ik heb het geheim dan ook strikt en loyaal bewaard. Zelfs bij het pro'fcrma onderzoek, dat de mi nister van Justitie (evenals zijn Belgische collega in België) naar de zaak heeft doen instellen en waarbijmij overigens uit de ge heel spontane mededeeling van mijn onder vrager bleek, dat hij volkomen begreep, waar Abraham den mosterd gehaald had. Doch ik begreep mijnerzijds, dat 's Ministers laten vragen naar den bekenden weg eenersijds de bedoeling moest hebben, om na te gaan, of ik de aan den regeeringsagent beloofde discre tie inderdaad bewaarde, en anderzijds kon ik vermoeden, zooals ook geWeken is. dat de uitkomsten van het onderzoek voor den Bel gischen gezant bestemd waren, zoodat een antwoord op de vragen naar mijn bron aller minst kon gewenscht worden. Ik heb het ge heim zelfs nog bewaard, teen de minister van Buitenlandsche Zaken in de Eerste Ka- met, om den heer v. Embden in het gevlei te komen, beloofde met Justitie te overleggen, of publicatie van vervalschte stukken ware strafbaar te stellen, een al zeer onridderlijke houding, omdat daardoor geïnsinueerd werd, dat ik zou hebben geweten, althans zou heb ben kunnen weten, dat het stuk niet authen tiek was. Terwijl mij de absolute echtheid juist van regeerlngswege was verzekerd! En EEN DANSAVOND. MISS HOLLAND TE HAARLEM. De derde avond in dit seizoen die onder auspiciën van het Haarlem's Muziek-Insti- tuut Vrijdag 19 April in den Schouwburg Jansweg zal worden gegeven, is een dans avond, waarop Mej. Rudi Mees met eenige van haar leerlingen een aantal klassieke dansen zal uitvoeren. Het programma vermeldt behalve solo- dansen door Mej. Mees uitgevoerd, ook groc- pendansen, met begeleiding van piano, fluit of gong. Sedert 1 April j.l. Is mej. Mees verbonden aan het Haarlem's Muziek-Instituut als leerares in rhythmische bewegingskunst, danskunst en plastiek, in de plaats van mevrouw Tilly Sylon. Rudi Mees, die uit de school Leistikow is voortgekomen en als leerares ook verbon den is aan het Hilversumsche Muziek- lyceum, is te Haarlem geen onbekende. Zij trad in 1927 voor de leden van de vereeni ging „Kunst aan het Volk" op en de pers was over dit optreden eenstemmig in haar lofuitingen. Zoo schreef de heer J. B. Schuil in ons blad om.: „Wat mij in het dansen van mej. Mees het meest heeft getroffen is de blijk baar zeer groote muzikaliteit van de dan seres. Dynamisch en rhythmisch was er een volkomen harmonie tusschen de muziek en den dans. Zeer geestig het handen- en armenspel in Musette van Bach en mooi van lijn en van voorname devotie was de prelude van Chopin." Ook in andere plaatsen waar Rudi Mees optrad was de critiek ugnstig. Vrijdagavond wordt medewerking ver leend door mej. Agaath Toik (piano) Catha rine van Stolk (fluit» en Jeanne Mees (gong). Een der leerlingen is Miss Holland, die als leerlinge van mej. Mees eenige solo- dausen zal uitvoeren. ik zou met stukgebeten lippen hebben ge zwegen, ware niet het regeenngscommuni que verschenen, dat mij van den plicht der geheimhoud ing onthief „Maar hoe komt de regeering dan tot dit communiqué? „„Een iegelijk doet, dat goed Is in zijn oogen en de een werkt lustig tegen den an der in. Dat is wel zeer typisch gebleken in deze zaak, waar Buitenlandsche Zaken den premier 2 maanden totaal onkundig van het geknoei heeft gehouden. „Volslagen gebrek aan leiding". „Het onbegrijpelijke van het communiqué is thans ook alleen te begrljpe. ,4cn a re- meen en volslagen gebrek aan leiding, dat de regeering in deze zaak kenmerkt. Zoo ver-* schijnt dan het communiqué, dat. door zijn laatdunkenden toon, een uitdaging was. die, onbeantwoord, mijn eer als journalist in het geding zou hebben gebracht. Toen eindelijk heb ik nadat het persgeheim door de regco ring. die hierin bevoegd was. uitdrukkelijk was opgeheven, gesproken, zooveel als nood zakelijk was." „Zooveel als noodzakelijk was? „Zeker! Het geldt hier toch geen aanval op de regeering? Ik weet wel, dat de zake lijke maar vernietigende critiek. in mijn or gaan op het ontwerp-van Karnebeek uitge oefend. mij op zekere bureaux van buiten landsche zaken zeer kwalijk genomen is. en dat mijn orgaan in den laats ten tijd hoogst onwaardig behandeld is; maar dit kan op de politiek van mijn blad niet den minsten In vloed uitoefenen. Het U. D. is en blijft prin cipieel een regeeringsgezind blad. het voert zakelijke, maar geen persoonlijke politiek. Het kan. gelijk ik den premier schreef nim mer op mijn weg liggen, de RegeerLng noo- deloos onaangenaam te zijn. doch ik ben ook verantwoordelijk voor de eer van mtjn blad, mijn richting en mijn persoon. Toen ik dan ook op 11 Maart, nu aan de Regeering di rect, mijn belofte van geheimhouding aan den Regeeringsagent hernieuwde, heb ik daarbij uitdrukkelijk gestipuleerd, dat, wan neer de Regeering zou voortgaan met ver keerde voorstellingen aangaande mijn hou ding te wekken, ik mij voorbehield .al .nt- gene te doen, wat mij tot verdediging van mijn eer als dagbladschrijver noodzakelijk voorkomt." Dat heb ik, nadat het geheim was prijs gegeven, gedaan, en daarmede is voor mij de zaak uit. Nu op mijn beurt zeg ik: De Regeering kan verder demen'eeren en beweren wat zij wil; na wat than' kend is. en nadat .zij een on partijdig onderzoek heeft geweigerd, zal nie mand haar meer gelooven. Hoe meer men nu praat, des te dieper praat men zich vast. Ik leg nu weer de haanpal om. Enkele details zooals het lakstempel in een ongeflatteerd Interview zullen voor de liefhebbers nog wel nadere opheldering vinden, maar wat het kardinale punt in de geschiedenis der publicatie betreft, weet nu iedereen, die het weten wil, wel, waar het paard gebonden staat. „Buitenlandsche Zaken heeft „Solo Slim" gespeeld, en dat is deerlijk mlslpkt." (Reeds in een deel van de vorige oplaag opgenomen.) Antwoord van den heer D. G. van Beuningen. De heer D. G. van Beuningen schrijft o.a. aan de N. R. Ct.: „Door afwezigheid las ik eerst heden de me- dedeelingen van dr. P. H. Ritter. In uw Zon dagochtendblad. „Deze bevatten ettelijke onjuistheden, maar liet lust mij niet mij tegen den zich draaienden en kronkelenden schrijver te blij ven wenden sinds mij meer en meer duidelijk wordt met wie ik in den persoon van dr. Rit ter te maken heb. „Evenwel dit moet mij nog van het hart: Dr. R. heeft gemeend zijn mij gegeven eere woord te mogen verbreken omdat „de rcgec- ring. mijn principaal, hem daarvan zou heb ben ontslagen" en terwijl hij oen zin uit een door mij aan hem gericht schrijven aanhaalt citeert hij (met voorbedachte rade?) niet hetgeen ik daaraan vooraf liet gaan nl.: ..Van uw mij gegeven eerewoord kan alleen ik u ontslaan; niemand anders kan dat, ook niet de Ncderl. regeering. al zou deze nóg zoozeer mijn principaal zijn". Maar nooit heb ik mij beschouwd of voorgedaan als „agent" van de regeering; ik heb nooit anders gehan deld dan als gewoon goedmeenend burger." VOLKSONDERWIJS. KLAAS DE VRIES SPREEKT OVER DE OPENBARE SCHOOL. Men schrijft ons: In deze maanden staan talloozc ouders voor de vraag, aan welke school zij hunne kinderen zullen toevertrouwen. De inschrij vingen beginnen weer en menig ouder zou gaarne over dit punt worden voorgelicht. Ten einde hieraan tegemoet te komen heeft de afdeeling Haarlem van Volksonderwijs een openbare vergadering belegd in het Ge bouw van den Ned. Protestantenbond, Ber kenstraat 10, Haarlem Noord, waar op Woensdagavond 17 April de heer Klaas de Vries. Secretaris van het Hoofdbestuur van Volksonderwijs, Lid der Provinciale Staten van Noord-Holland en van den Gemeente raad van Amsterdam liet woord zal voeren over: De Openbare School en dc Ouder- Commissies. Ongetwijfeld zullen zeer velen deze be langrijke vergadering bezoeken. NEDERLANDSCHE DAGBLADPERS. Naar wij vernemen heeft de heer Chr. A. Vierdag, voorzitter van de vereeniging „r'.e Nederlandsche Dagbladpers", te kennen ge geven dat hij, op raad van zijn dokter, geen herbenoeming wenscht -als lid van het be stuur en dus als voorzitter wenscht af te treden. De Secretaris van het bestuur, de heer E. W. de Jong, heeft eervol ontslag uit die betrekking gevraagd daar hij voornemens ia een reis naar Indië te maken. De brand in de rijstpellerij aan de Nassau- kade, is in het z.g.n. stofhok ontstaan. Iedere 10 minuten kwam daar een man con troleeren. Op zijn voorlaatste ronde, dus 10 minuten later, zag hij dikke rookwolken uit het stofhok komen en dadelijk daarna stond dit hok in lichte laaie, waarna het vuur zich verbazend snel aan de andere gebouwen heeft meegedeeld. Men vermoedt, dat óf kort sluiting óf het warm loopen van een ronsel de oorzaak van dezen hevigen brand, die wei- een van de zwaarste is geweest, welke in de laatste 10 jaar alhier heeft gewoed, is ge weest. Om zeven uur gisteravond is, wat er nog restte aan brandweermateriaal, ingerukt, be halve een autospuit én twee handbrandspui ten, die in totaal met vier stralen op de wa terleiding vannacht de wacht hebben gehou den en die af en toe nog hebben moeten in grijpen omdat hier en daar weer vlammen te voorschijn kwamen. Een gevolg. De 22-jarige fabrieksarbeidster C. R. heeft bij de politie aangifte gedaan dat, toen zij gisteren omstreeks half een door de Roent- genstraat fietste, haar kleeren vlam hebben gevat door vonken die van den brand kwamen gedwarreld Een employé van Van den Berghs fabrieken heeft haar haastig meege nomen naar de Nassaukade" en haar daar bij een steiger kopje onder gedompeld. Het vuur was daarmee ineens uit. De jufrouw heeft geen letsel gekregen, maar haar klee ren zijn ernstig beschadigd. ABR. DE LA MAR. t In den nacht van Zondag op Maandag is te Amsterdam op ruim 70-jarigen leeftijd plotseling overleden de heer Abr. de la Mar. De overledene stichtte in 1881 het bekende advertentiebureau A. de La Mar Azn. en was van 1893 tot 1921 directeur van het Neder landsche Agentschap van Reuter. Z. H. de Paus verleende den ontslapene •het ridderkruis van Gregorius de Groote. VRIJ VERVOER BIJ DE SPOORWEGEN^ EN DE BELASTING. Naar het Hbld. verneemt heeft de minister van financiën een circulaire aan de inspec teurs der directe belastingen en de inspec teurs der registratie en domeinen uitgevaar digd inzake de belasting op het vrije ver voer van het spoorwegpersoneel. De minister heeft thans bepaald: „In ieder geval op zich zelf zal moeten worden bepaald, welk bedrag de spoorweg ambtenaar door het genot van vrij vervoer besDaarde. Voor ieder spoorwegambtenaar moét derhalve Individueel worden vastge steld, welk bedrag hij voor vervoer zou be steden, indien hij geen recht op vrij ver voer had". HET EEUWFEEST VAN HET KANAAL APELDOORN—HATTEM. In een bijeenkomst ter bespreking van de plannen voor de feestviering ter herdenking van het 100-jarige bestaan van het kanaal Apeldoorn—Hattem, waarin de gemeentebe sturen van Apeldoorn. Epe, Heere en Hattem vertegenwoordigd waren, is volgens de N.R.C. voorloopig besloten tot een dag- en avond versiering aan het havenhoofd te Apeldoorn, een opvaart van Hatem tot Apeldoorn, waar toe de autoriteiten der gemeenten uiteenoo- digd zulcn worden, na aankomst te Apeldoorn een optocht te houden en een krans te hech ten aan het borstbeeld van Koning Willem I op het Voor-Marktplein. Prins Hendrik heeft zich voorloopig bereid verklaard, het eere-voorzitterschap van het feestcomité te aanvaarden. De Minister van Waterstaat, de Commissaris der Koningin in Gelderland en de hoofdingenieur van den provincialen wa terstaat in die provincie zullen deel uitma ken van dat comité.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1929 | | pagina 13